De Gestigmatiseerde van Konnersreuth.
Een herderlijk woord van Kardinaal Faulhaber.
HET AANZOEK
door F. Sch.
Ontwikkeling van
De bijzondere correspondent va» dc M$b.
te .Mime li en schrijft aan zijn blad:
,,De houding, die do Beicrsche bisschop
pen tegenover de gebeurtenissen te Kon
nersreuth .aangenomen hebben, alsook do
preek, onlangs door kardinaal von Faul
haber over de kwestie gehouden, worden
in een deel der pers incl'bepaalde bedoe
lingen verkeerd geïnterpreteerd, zoodat bei
sullig vrtn belang zal zijn, den ju sten in
houd der kardinaalsrede to vernemen.
l'it deze rede blijkt duidelijk, dat de ge-
l urtenissen te Konnersreuth door de
Kerk mei alle noodige voorzichtigheid
Horden geobserveerd en beoordeeld.
wnaangclast blijft ccbter het feit, dat
zien te Konnersreuth merkwaardige ver
schijnselen voordoen, die de opnxerkzaain-
beid der Katholieke wereld alleszins ver
til enen.
De openbare discussie over Konncrs-
ïtuth dus sprak de kardinaal wil
maar geen einde nemen. In du huisgezin
nen, in de tram, op weg naar het werk
en in de schafturen wordt zonder ophou
den erover gesproken en in de Europeescne
pers trekt de kwestie de aandacht van
s.eeds grooter kringen Liefde en baat, tee-
derheid en ruwheid, geloof en ongeloof
komen aan het woord en somm.gen laten
zich de gelegenheid niet ontgaan om de
zaak te exploiteeren en hun haat tegen de
kerk uit te spreken
Daarom voel ik mij verplicht, het verbod
der bisschoppen opnieuw te motiveeren en
mijn beminden diocesanen in zeven stellin
gen, zeven sleutels voor dit raadsel van
onzen tijd te geven.
eerste stelling: Christus heeft wonderen
gewrocht en Zijn Kerk de wonderkraent
van het geloof toegezegd Een leerling van
Christus moet zonder „als'' en „maar" aan
de wonderen van het Evangelie gelooven
en ook aan bel feit, dat er in den loop dèr
kerkelijke geschieden.s wonderen kunnen
voorkomen.
inderdaad heeft het wonder de Kerk up
haar weg door de geschiedenis vergezeld
In den beg.nne in grooteren getale, wijl
ie eerste geloofsverkondigers een sterkere
bevestiging voor hun goddelijke zending
ooodig hadden, later, toen de uitbreiding
van bet rijk Gods zelfs als een groot won
der zich manifesteerde, in kleinere ge
tal
steeds weer echter heeft van tijd tot
lijj do hand Gods in den natuurlijken loop
der dingen ingegrepen
weede stelling: Christus heeft voor.,val
se. ie profeten en valsche leekenen gewaar
schuwd en daarmee te kennen gegeven: Er
b staan naast de echter ook schijnbare
wonderen Wij moeten dus voor elk geval
afzonderlijk onderzoeken, of dit of dat won
derlijk feit een werkelijk of een schijnbaar
wonder is en moeten ons met betrekking
tol de wonderen even eer voor bet ongei
le I, als voor het bijgeloof behoeden.
Christus heeft dus gewaarschuwd, her
haaldelijk gewaarschuwd, om niet te licbt-
geloov g Ie zijn en niet allo wonderverhalen
maar klakkeloos aan te nemen.
Naast de echte wonderen, die door den
hand Gods gewrocht zijn, bestaan er dus
ep wonderen gelijkende teekenen, daden of
lijJensloeslanden, die voor het oog van
God geen echte wonderen zijn: het zij, dat
door gezinsbegoocheling en bedrog aan de
zintuigen van den men sch iets wordt ver
toond, wat hun wonderbaar voorkomt; het
zij, dat, zonder dat er een bedoeling aan
wezig is om te misleiden, krachten der na
tuur en der menschenziel in werk.ng ko
men, die aan de nutuurwetenschap en de
zielkunde tot nu toe onbekend waren: het
zij ook, dat door duivelsche inwerking fei
ten of toestanden in het leven geroepen
worden, die wij ons op natuurlijke gron
den niet kunnen verklaren.
in elk geval moeten wij vragen: Bestaat
dit verschijnsel tot die teekenen, die den
stempel Gods dragen, of behoort bet tot
die, waarvoor bet woord geldt: loopt zo
niet na?
De H. Johannes vermaant: „Onderzoekt
de geesteD, of zo uit God zijn!5' In Lour-
des is een bijzonder onderzoekingsbureau
ingericht om elk geval van genezing te
onderzoeken en vele gevallen worden daar
niet als wonderen erkend, die door de bui
tenwereld reeds als wonderen waren be
schouwd.
Ook ie Konnersreuth heeft dc overleden
bisschop van Regenburg, die de bevoegde
en verantwoordelijke autoriteit voor Kon
nersreuth was, lang vóór dat de openbare
discuss e een wetenschappelijk onderzoek
van het geval 'eischte, de ouders van Tbe-
resia Neuemann willen bewegen hun doch
ter naar het ziekenhuis ter strenge genees
kundige observatie te zenden.
De ouders hebben dit geweigerd cn een
overbrenging met geweld naar een univer
siteitskliniek was niet mogelijk, wijl dit
volgons de burgerlijke wet vrijbeidsberoo-
ving zou geweest zijn
Toen men Theresia er op opmerkzaam
maakte, dat zij meerderjarig was en niet
meer aan den wil der ouders was gebon
den, gaf zij ten antwoord: „Dc Lieve Hei
land is tot Zijn dertigste jaar aau Zijn
ouders onderdanig geweest. Daarop werd
op bevel van bet bisschoppelijk gezag to
Regensburg de observatie in bel ouderlijk
buis zelf doorgevoerd.
Van kerkelijke zijde zou men (hans nog
een nieuwe streng wetenschappelijke obser
vatie en onderzoeking, bijvoorbeeld in een
universiteitskliniek, begroeten. Door de
Bedische wetcpschap toch moet, zonder
dat de ziel geweld aangedaan wordt, kun-
Qcn vastgesteld worden, of Theresia wer
kelijk zonder voedsel leeft, en of de wond-
'eekenon door een ingrijpen van bu ten
door meiiscbenhand ontstaan zijn. Dooi
de wetenschap der Oosferscbe talen moet
•ocb kunnen worden vastgesteld, of zij
werkelijk Arameesche woordvormen weer
geeft, dio zij nooit heeft geboord en ook
met door suggestie vernomen heeft.
Er moet vastgesteld kunnen worden, of
kaar verklaringen over het sterven van
«nkele persouen, welko verklaringen, on
der waarborg van ouderteekening, bij der-
do personen in bewaring zijn gegeven, la-
fc* bewaarheid zullen worden.
zeven stellingen.
Eerst dan, wanneer deze feiten weten-
1 schappelijk zijn vastgesteld, zou de ge
loofsleer, inzonderheid do mystiek, die
even zoo goed eene werkelijke wetenschap
is als do geneeskunde, tot de verklaring
der feiten kunnen overgaan en zou do
Kerk bet laatste woord kuunen spreken.
Do Kerk wil niet alleen het geloof aan
wouderen loeren, zij wil ook het bijgeloof
aan wonderen weren.
De derde stelling zal ons zeggen, op
welke wijze het onderzoek moet geschie
den. Het onderzoek van een wonderbaar
feit moet geschieden in waarheidsliefde,
met eerbied voor het heilige; we moeten
niet overal wonderen willen zien, maar er
ook niet bang voor zijn.
Hoeveel wordt tegenwoordig niet heen
en weer geredeneerd, en daarbij is bet den
tvv.stenden niet te doen om de waarheid
maar om gelijk te hebben.
De gebeurtenissen in Konnersreuth of
zij nu van wonderbaren aard zijn of niet,
zijn religieuze gebeurtenissen: een heilig
dom nu moet men met eerbied betreden,
niet met den hoed op cn de sigaar in den
mond, en honden mogen er niet binnen.
Niet allen, maar toch wel velen zijn
naar Konnersreuth gegaan uit nieuwsgie
righeid. Dag en nacht werd het arme
meisje door een menigte menschen om
ringd en aangegaapt.
De gasten van Karlsbad cn Marienbad
kwamen Vrijdags in hun auto om dc lij
dende te zien, zooals zij anders naar een
tooneelstuk gaan Er zouden zeker onder
nemende zakenlui voor te vinden geweest
zijn, om het huisje van Neumann in een
theater te verbouwen Er zouden millioe-
nen betaald zijn, als Theresia in baar lij
denstoestand voor de film opgetreden was
en in de. bioscopen van Europa bad mogen
vertoond worden. Er zijn menschen ge
noeg, die een intiem en mystiek gebeuren
tot een voorwerp van kijklust willen ma
ken, die ook ruw genoeg zonden zijn om
de kruisiging van Christus op Calvarie
te fotografeeren of te verfilmen.
Het is diep beschamend voor de be
schaving van onzen tijd, to booren, met
hoeveel oneerbiedigheid en ruwheid over
deze zaak gesproken cn gelasterd wordt,
cn hoe een kwestie, die toch zeker niets
met politiek te maken heeft, lot politiek
parool van een partij wordt verdraaid.
De angst voor bet wonder spreekt in
de kwestie Konnersreuth luid mee, de
angst, dat de godsdienst door een wonder
bevestigd zou kunnen worden en de gods
diensthaat ontmaskerd
Wanneer de ziel van den mensch het
stoffelijk lichaam werkelijk zoo sterk kan
beheerschen, wanneer zielsindrukken of
z'elsaantloeningen van een religieus ont
roerden mensch zoo sterk op het lichaam
kunnen terugwerken, dan zou daarmee het
bestaan yan de ziel opnieuw bewezen zijn
Wanneer professoren in Oosterscbc talen,
die niet alleen de Arameesche schrijftaal,
maar ook het Arameesche dialect meester
zijn, erkennen, dat dit kind in bet Fichtel-
gebergte, dat slechts de lagere school be
zocht, Arameesche woorden en zinnetjes
weergeeft, dan zouden de woorden van het
Evangelie „zij zullen nieuwe talen spre
ken" n vervulling paan Wanneer zij
werkelijk geen voedsel tot zich neemt, en
van de H. Communie leeft, dan zou de
goddelijke leer van het Brood des Levens
opnieuw bewezen zijn. Neen, de angst
voor het wonder, voor de waarheid, mag
bij het onder oek van een wonderbaar feit
niet meespreken.
Vierde stelling: Wonderen of toestan
den zijn slechts dan een bewijs voor bet
geloof, wanneer zij zin en doel hebben en
de innerlijke gezindheid van den persoon,
waaraan een wonder voltrokken is, uit
God is Ook bewezen wonderen dwingen
niet tot gelooven, wanneer iemand niet
gelooven wil.
Wanneer Theresia Neumann den last
yan de vele bezoeken draagt, alleen opdat
in de bezoekers de liefde tot den Zalig
maker groeie, wanneer zij er niet in de
verste verte aan denkt, aan de menschen
te behagen of een schijn van heiligheid
aan te nomen, of comedie te spelen, wan
neer zij bovendien afkeerig ia van alles,
wat schijn en vertoon is, dan heeft haar
innerlijke gezindheid de vuurproef der
echtheid doorstaan.
In haar ziekte moet zij een stem gehoord
hebben: „Wil je gezond worden?" en zij
antwoordde, dat het haar om 't even was,
of zij gezond of ziek was; zooals God bet
wilde, vond zij het God. Uit dit woord
spreekt dc harmonie tnsschen haar uit-
wendigen toestand van lijden en haar iu-
nerlijken wil lot lijden.
Het evangelie vertelt in dc parabel van
den rijken vrek: de rijke man werd in
do .hel begraven en smeekte van uit den
afgrond: Vader Abraham, in mijn vader
huis op aarde heb ik nog vijf broeders
Zend Lazarus tot hen, opdat hij zo waar
schuwe en zij niet verloren gaan. Wan
neer zij niet naar Mozes en de profeten
luisteren, zullen zij zich ook niet bekeeren,
wanneer er iemand van de dooden op
slaat. Christus heeft voor de blikken van
velen Lazarus uit het graf opgewekt cn
toch hebben niet allen geloofd. Ook klaar
blijkelijke wonderen dwingen niet tot ge
looven, wanneer iemand niet gelooven wil
Men kan soms zien, en toch niet gelooven
Daarom luidt de vijfde stelling-- Zalig
zij, dio niet zien en toch gelooven. De oude
wonderen in het rijk Gods, die schitterend
den stempel dragen, moeten voor ons ge
loof voldoende zijn.
Het geloof begint eigenlijk pas, waar
het zien ophoudt. Zalig zij, die niet zien,
niet altijd nieuwe wonderen beleven, on
toch gelooven- In dc H. Mis wordt iederen
dag op onbloedige wijze het kruisoffer
van Christus vernieuwd. Op mystieke, 011
zichtbare wijze wordt op onze altaren liet
Jijden van Christus vernieuwd. Zie, hier
is meer dan Konnersreuth! Zalig zij, die
niet zien en toch gelooven! Hier bloeden
de wonden Yan Jezus verder en wij kun
nen uit-deze eeuwige bronnen des heiis
putten. Dat brengt ons lot dc zesde stel
ling:
Zesde stelling: Reeds nu, vóór de defi
nitieve uitspraak, is van Konnersentb een
Ze waren al ruim dertig jaar getrouwd,
hadden vijf dochters en hielden een meid.
of, beter gezegd, ze hielden een hitje, een
dagbitje van veertien lentes, mot een var-
kensharig vleehtjo en die somtijds meende,
dat zij zich verhuurd had als juffrouw in
een vroolijkc keuken.
Ma had al heel wat gefoeterd over de
gedragingen van Mientjo tegen Mientjo
zelf en nog meer tegen Pa.
Maar het gewone keukenwerk dééd Ma
zelf niet, ja, verbeeld jo, moest jo van een
kom-af wezen als zij en danvaten
wasschen!
„Neem dan een groote meid", had Pa
gezegd. Maar Mientjo had tweo gulden in
de week met de kost, meer kon er niet af
Pa deed van alles wat, maar zijn voor
naamste arbeid was, het verkoopen van
loterij-briefies als Lotisico, Witte Stad,
TTnie- en Populaire Amsterdammertjes en
de verdiensten waren niet zóó dat er een
groote meid óf kon
Dat waren zoo ongeveer do dagelijkscbe
beslommeringen des levens, maar er was
nog veel meer veel oreer dingen, waarover
Pa en Ma. of eigenlijk Ma en Pa. al heel
wat hadden gesproken en waaraan menig
bedsermoen werd gewijd. De vijf dochters
De vijf dochters waren niet thuis Zo wa
ren alle vijf vanaf de dertigjarige Annie
tot de twee en twintig lentes tellende E'lie
raar den feestavond der Jongemannen-
Vereeni^ing, je kon nóóit wetenl En
Ma en Pa waren alleen thuis
„Als bet zóó doorgaat, moeten er maar
een paar in betrekking", zei Ma met ver
woed getik van nikkelen breinaalden en
met een gezicht of Pa alleen schuld bad
aan den hardnekkig vrijen staat der vijf
doch tors.
„Toe, zeg non 'ns wat", nijdmde Ma. „an
ders weet jo altrd zoo goed te vertellen
Vat er gebeuren moet. Dat kan toch zoo
niet blijven.
Ik zeg n vooruit dat het nie'
in mijn bedoeling ligt. Ma als een Xantinpe
en Pa als een martelaar voor te steMen.
maar U wéét. dat het feit vijf huwbare
dochters te bezitten voor oen vrouw een
heviger obsessie is dan voor één man.
„Laat ze trouwen", zei Pa laconisch.
„Laat ze trouwen, laaf ze trouwen
schamperde Ma, met wie, ik vraag jo met
wie?"
„Bied ze aan in een advertentie, alle
vijf t"ge?ük mèt kijkdag".
„Jij hebt geen hart voor je huisgezin",
besliste Ma en daarmede werden de dis
cussies over het vraagstuk dpr vijf huw
bare dochters zonder verdere locvoeging
voor gesloten verklaard
Den volgenden dag vertelde Mia. doch
ter no. 3, die haar zeven en twintigste le
vensjaar reeds tegemoet ging en in kwali
teit veel overeenkomst be^on te vertoonen
met bier, dat gedurende lan"en tijd, aan
de buitenlucht is blootgesteld, dat zij op
den feestavond der Jongemannen-Vereeni-
ping de kennismaking hed hernieuwd met
een jongeman, die binnenkort de b'oeiende
zaak in galanterieën van zijn vader zou
overnemen
Hij h°d haar naar huis gebracht en bij
liet afscheid gevraagd of hij haar nog eens
ontmoeten zou. waarou zii haastig datum
uur en plaats had vastgesteld.
Dat werd het sein voor een uitgebreide
en listige campagne. Mia kreeg een nienwe
iapon, ging naar den kapper om zich het
tiaar te laten ondoVeren, werkte ijverig
aan haar verjeugdiging met poeder, cremo
en rouge, manmmmde zich ijveriger dan
\roeger. besprenkelde zich met bedwelmen
de parfum, poetste haar maamteiijkp
t mdjes witter dan ooit te voren en oefendp
zich voor den spiegel in een coquette
elimlach, die de witte tanden, dojy de pas
aangezette lippen lief do^-blinken
De familie was natnurliik al lang inge
licht Pa dacht er het zijne van, Ma be-
'-on zich reeds voor te bereiden on de func
tie van innemende sehoonmoedor-iu-snó
en de andere vier huwbaren waren ja-
loersch.
Het werd hot gesprek van den dag en
Mia leefde zich zoo in haar rol van aange
beden verloofde in, dat zij na het straatje-
om, dat on den feestavond gevolgd was en
dat eigenlijk wel wat kort had geduurd
Auloon had gezegd dat hij *8 avonds een
étalage moest maken niets anders dacht.
groote stroom van genado uitgegaan!
Menschen van den nieuwen tijd, met uw
moderne nooden, keert terug tot de devo
tie tot het lijden van Christus. Zoekt een
toevlucht in de wondteekenen van Chrstusl
Het dorpsmeisje uit het Fiehtelgebcrgte
heeft zich met wegschenking van geheel
haar ziel in het lijden van Christus ver
diept, en bijzonder op de Vrijdagen, d e
aan dc gedachtenis aan en de devotie tot
het lijden van Christus gewijd zijn. Dit
medelijden met het lijden van Christus
heeft zij bloedige tranen geschreid, is zij
een levende afbeelding van den Gekrui
sigde geworden. Zooais Paulus, wilde zij
niets weten dan Jezus den Gekru sigdc en
als Bonaventura beeft zij, bet eenvoudige
dorpskind, al haar weten uit hel boek des
kruises geput
Als een zwijgende prediker beeft zij dit
voorbeeld, wat ook de definitieve uit
spraak moge zijn, de menschen weer naar
net kruis 'au l..,r.S'U& gebracht en naar
Zijn wonden, waaruit verlossing en ver*
zoenmg mei don Vader voortgekomen zijn.
13ij het eenigste feest van het kerkelijk
jaar, dat aan een sligmalisatie gewijd is,
op 17 September, verklaart do Kerk:
door de wondteekenen van den H. Fran-
ciscns moest een godsdienstige verkilde
tijd weer voor dc devotie tot het lijden van
Christus verwarmd worden. Zóó ook luidt
reeds nu de boodschap uit Konnersreutn.
Bidt ijveriger den kruisweg en zoekt een
toevluchtsoord in de wonden \.an Christus!
Natuurlijk mag, wal als Christus-ver-
ecring in Konnersreuth begonnen werd,
niet ontaarden m Theresia-vereeringl
Zevende stelling: dc Kerk spreekt
slechts aarzelend het woord „wonder"
uit daarom mogen wij niet voorbarig
zijn. Het geloof der Kerk staat met of
zonder Konnersreuth op even vasten
dan dat hij vandaag of morgen zijn officieel
aanzoek zou komen doen. Do waarheid
was echter anders.
Antoon zat ar een beetje mee in. Hij had
uit voorzorg, na den tweeden keer een
nieuwe afspraak verhinderd en do étalage
was juist den vorigen dag gedaan. Maar
mede door do tallooze uitgebreide voorbe
reidingen, door de steeds op hetzelfde on
derwerp terugkomendo gesprekken en do
sfeer van aanstaande verloving, die daar
door over het geheelo huisgezin hing, was
Mia van een vlotte afloop der eindelijk ge
komen gebeurtenis, zonder eenigen twij
fel overtuigd.
Pa, had reeds op aandringen van Ma.
wijn kaagwater en advocaat ingeslagen
en Ma kleedde zich 's avonds in gala om
op allo gebeurlijkheden voorbereid to znn
Niemand ook Pa niet mocht des
avonds do deur uit hij mocht eens ko
men 1
Aan het einde dier eersto week, was er
reeds door Ma angstig eeni^o twiifel ge
opperd, nonens do bedoelingen van den
joftgeman in kwestie en de vier anderen
wisten niet of ze z:ch moesten bedroeven
of verheugen over Mi a's naderend f:asco
De toekomstige verloofde zelf word mnt
den dag nerveuzer, schrikte als de bel plot
seling bol door do gong klonk en werd
nóg slechter gehumeurd als haar naar lief
de dorstend hart wederom ruw werd te
leurgesteld.
Toén, op een avond, toen het naderend
noodlot reeds zwaar boven de familie hing
en de malaise reeds algemeen dreigde te
worden, kwam hij.
Annio, die voor het raam le kijken zat
had hem zien aankomen en geliiHndig
met het klinken der hel, deelde zij do ver-
hensterde Pmilie in de grootste gejaagd
heid mode dat het Antoon was.
Als een eleofrhchen stroom sloeg die
modedopling in de voltall;'r aanwezige fa
milieleden Ma veerde plotseling rccht-
c tardier van haar stool omhoog en deelde
gc'-agd haar bevelen uit
Pa werd naar boven gestuurd om zijn
•acouel aan te trekken Mia was al naar
boven eerend om van japon te verwisselen
en Annie ging on bevel van Ma de «leur
openen met de ondracht airh niet te haasten
en ^ntoon niet te spoedig binnen te
leiden.
Ma. ruimde in haast de kepies van de
tafel, zette ze op het theeblad, zocb' zich
'■en pose. Clara nam voor de niano plaats.
Sure aan tafel. m"t ren haakwerkje en
Fllie pocde zich bonding te geven m*t
een reman, die zii juist d<*«n dag van de
leesbibliotheek had pehaaM
Toep kwam Annie met het slachtoffer
binnen.
Even later volta! li "do Pa mrf een schee-
ve das en Mia met een hoogroode kleur bef
gez'd schap.
Antoon werd allerminzaamst ontvangen
en hoewel h;rrove" lMife'ifk ve-hausd lie'
hv todh n't beleefdheid n'ets meri-e-
Ma zoide verhmi*d te ziir hem eindelijk
eens te zien en Mia vond het I'M. dat hij
cons kwam, met smachtende blikken, er
aan toevoegend, dat zij hem al zoo. lang
had verwacht.
Het gesprek werd bepaald animerend
en on een wenk van Ma "bad Pa don in"o-
sla^en voorraad wün en eed'st 'WH
reeds te voorschijn gehaald en ccn en an
der voor den steeds meer verbaasden An
toon neergezet.
Tïi j deze manoeuvre vond Antoon dat de
t"d gekomen was voor een nadere verga
ring en hij Zei dan ook: „Maar, nrmerr.
dat is toch al te erg voor iemand als ik.
die maar een vreemde eend in do bijt
ben".
Ma glimlachte aller-innemendst.
„En bovendien," vervolgde Antoon, „heb
ik weinig tijd meer. ik kwam hij zei dit
ietwat schuchter alleen maar ern popu
lair Amsfcrdammertjo halen van twee
kwartjes".
Antoon heeft dien avond wijn gedron
ken, weinig maar. Pa Faagwafor, veel.
zelfs zéér veel. Ma één «advocaatje cn Mia
toen Antoon weg was twee glazen
water.
Het gesprek vlotte niet meer cn bij de
eersto dominéé, die voorbij kwam, nam
Antoon met beide handen de kans waar
en.... vluchtte.
Bij de volgende populaire Amsterdam
mertjes word hij aan de deur geholncn
grondslag daarom behoeven wij niet
beangst te zijn.
De menschen roepen al gauw van won
der, do Kerk spreekt het gewichtige
woord „wonder' pas dan uit, wanneer het
volkomen zeker is, dat een verschijnsel
volgens natuurlijke krachten en wetten
niet te verklaren is en absoluut op een
hoogero oorzaak wijst. Dij do heiligverkla
ringen onderzocht do Kerk de wonderen
jaren, ja tientallen van jaren lang, bij
sommige heiligen eeuwen lang. Wanneer
gij do taal der Kerk spreekt, moogt gij
over Konnersreuth niet voorbarig oordoe
len Ook zij, die er geweest zijn en diep
onder den indruk zijn teruggekomen, moe
ten aan de andoren hun meening zeggen,
maar niet willen opdringen. Konners
reuth is geen dogma en zij, die niet ge
looven, zijn daarom geen ketters. Geduld
hebben en het uur van den Heer afwach
ten is de deugd der arme zielen.
Voor ons geloof en voor de heilsmidde
len beteekent het geen verlies, ook wan
neer het oordeel over Konnersreuth nega
tief uitvalt. Woest geduldig en kalin! Ook
hier is het woord van Gamaliel uit do
Ac ten der Apostelen van toepassing:
„Wanneer dit werk van menschen uit
gaat, dan zal het vanzelf uileen vallen.
Wanneer hel echter van God komt, dan
zult gij het niet kunnen vernietigen''.
Ons geloof staat op de rots met en zon
der Konnersreuth.
De armo spreekt al smeek end, maar
ruw is 't antwoord van den rijke.
Ken arm mensch, die wandelt in zijn
oprechtheid, is beter dan een rijke, die
verdraaid van lippen en een dwaas is.
13 der Spreuken XVIÏI.23,24.
DE MENSCHENKENNER.
Voor het hotel „Zuru Anker" to Weenon
hield een rijtuig stil, waaruit drie voor
name heeren stapten. De portier ontving
hen eerbiedig en vroeg wat zo verlangden.
Drie kamers eerste étage, sprak
de oen met'oen beetje vreemd accent en op
bevelenden toon.
Do drie kamers waren spoedig aange
wezen on do kamerkcllner legde den hoe
ren het gastenboek voor, waarin zjj zich
als ingenieurs inschreven, die zich in op
dracht van hun regeering tijdens de ten
toonstelling ten behoeve van hun 6tudic
eenige weken in Wcenen zouden ophouden.
Men bemoeide zich order niet veel met
dc heeren, maar wel trof èn den hotel
eigenaar èn den portier het royale leven
dat de heeren leidden.
Toen hun rekening zoowat driehonderd
gulden bel.ep, vond de eigenaar het gc-
wenscht hun dio eens te presenteeren
Frans» zei hij tot den ober, schrijf
jij voor dio heeren do rekening eens uif.
We zullen zo eens oen kleinen domper
opzetten; ik ben benieuwd of ze betalen
zullen.
Zoo gezegd,' zuo gedaan. De rekening
werd aangeboden en met een goede foo>
betaald.
Maar mijnheer Scbaudern, de eigenaar,
vertrouwde toch de heeren niet volkomen
Hij slak het geld bij zich, ging daarmee
naar den bankier en informeerde of de
bankjes echt waren Hij kreeg eon volko
men bevredigende boodschap.
De drie ingenieurs leidden intusscnor
hun vroolijk leventje verder, drunker:
champagne en aten oesters, reden met dft
chiquesto equipages naar het Prater, kort
om, ij deden als menschen van veel geld,
die het leven weten te genieten
Op een dag echter hoorde men in een
van de drie kamers een luide woordenwis
sel ng. Do verschillende kamerkellners en
kamermeisjes slopen naderbij en luister
den. Zij hoorden dat een der heeren in
slecht Duitsch zei:
Help hem toch met die paar gulden
Hij geeft ze wel terug....
Waarop een ander autwoordde:
Ik bezit nog maar oen biljet van dui
zend francs. Ik kan zelf ook in moeilijk
heden komen en wat dan? Zal mij. eeiv
vreemde.... in Weenen iemand helpen?
Gooi*n et zoo onzinnig met gold om je
heen, dan kom je niet in moeilijkheden.
Het gesprek werd don hotelhouder pre
cies overgebracht en hij gaf order dat dc
kamerkcllner en de portier van lieden af
de drie vrienden nog scherper in het oo
zouden houden d«an tot dusverre
En dnt gebeurde Ook
Den volrenden dag kwam oen d r dri.
vreemden bij den hotelier en vroeg hem
om ren biljet vat» duizend francs te wis
selen.
<:acht Scbauderl, dan heeft hij
zien toch laten vermurwen
Zijn tweede gedachte was evenwel het
bankje te laten onderzoeken, want hij
vertrouwde deze drie gasten nu eenmaal
niet
Er is iels niet in den haal:! zei de hij
teren don oh r Pas maar on of ik geen
ffelijk^ krijg Ik ben een menschen!:* nncr
en wij morton op on e hoede wezcr
Geen half uur nadat dit gos'mk ge
voerd was, kwam de öbor in do kamer
van den hotelier en doolde dezen mede,
dat een vreemde heer hom wenschto to
spreken.
Do heer SehauderI ging dadelijk naar
den kleinen, wat donkeren ontvangstzalen
en vond daar een zeer korpulent- man.
van ongeveer veertig jaren, met een pmce-
noz op den neus en naar zijn uiterlijk Ie
oordeelen oen Franse liman.
Waarmede kan ik u van dienst zijn.-'
vroeg Scbauderl.
Ik ben, antwoordde dc vreemd»:
in gebroken Duitsch, de kommissar
van polif'o Delaroche, uit Parij3. Hier is
mijn legimitatiebewqs.
Met deze woorden toonde hij den ver
baasden hotelhouder een groot stuk pa
pier, aan het ondereinde waarvan zich een
zegel bevond.
En hier, vervolgde hij, Is do
bevestiging van de Weenor politie, dat ik
inderdaad den kommissaris Dolarouche
ben.
UitstekendI zeide do hotelhouder
Ik twijfel geen oogenblik aan de Juistheid
van uw beweringen Maar als ik vragen
mag, waarmede kan ik u van dienst zijn?
Ik ben drie misdadigers op het spoor
die ik geloof hier in Weenen gevonden tc
hebben cn die hier in uw hotel verblijf
honden.
Mei die woorden opende hij ccn port1
feullle en kreeg daaruit drie fotografi"u
die hij den hotelhouder liet zien.
Ken! u die gezichten?.
Do hotelhouder had maar één blik m
de foto's te slaan om uit te roepen:
Heb ik het niet gedacht? da. mijn
heer de kommissaris, dio drie spitsboeven
wonen hier en leiden een leven van vroo
lijken Frans. Ik heb mijn Obcrkellner al
meermalen gezegd, dat ik die drio heeren
niet vertrouw. Weet u, mijnheer dc kom
missaris, ik ben een nienschenkcnner cn
als zoodanig in heel Weenen bekend Al-
hotelier moet men zich tegenwoordig m".
zooveel spitsboeven kunnen redden Ik
hel» het zien aankomen. Maar vertol mij
eens, zijn die kerels valsche munters?
Niet dat ik weet, antwoordde ;h
kommissaris.
Ik dacht hot. Ziet u, >oor een bnlf
uur brexigt een van dio kerels mij «r -»r
biljet van duizend francs om te wisselen,
wat ik ook gedaan heb Excuseer mij oeii
oogenblik, ik ben dadelijk terug.
biet die woorden ging hij de deur u t on
kwam na eenige oogenblikken terug ni»l
een bankbiljet in de handen, dat hij Dci.i -
roche overhandigde met do woorden:
Wilt u alsublieft eens onderzoeken of
dit biljet echt is?
I)o kommissaris bekeek het biljet van
allo kanten, draaide hot links ua recht-
om, nam een loupe uit zijn zak ooi hei
waterwerk en het nummer na te kijken
en gaf den hotelhouder het biljet tern:
met de woorden:
Dit biljet is echt. In dat opzicht be
hoeft u niet do minste zorg te hebben
Dio kerel hebben genoeg echt geld Maar
ik zit ze achterna voor hun oplichterijen