De Gestigmatiseerde van Konnersreuth. Een herderlijk woord van Kardinaal Faulhaber. HET AANZOEK door F. Sch. Ontwikkeling van De bijzondere correspondent va» dc M$b. te .Mime li en schrijft aan zijn blad: ,,De houding, die do Beicrsche bisschop pen tegenover de gebeurtenissen te Kon nersreuth .aangenomen hebben, alsook do preek, onlangs door kardinaal von Faul haber over de kwestie gehouden, worden in een deel der pers incl'bepaalde bedoe lingen verkeerd geïnterpreteerd, zoodat bei sullig vrtn belang zal zijn, den ju sten in houd der kardinaalsrede to vernemen. l'it deze rede blijkt duidelijk, dat de ge- l urtenissen te Konnersreuth door de Kerk mei alle noodige voorzichtigheid Horden geobserveerd en beoordeeld. wnaangclast blijft ccbter het feit, dat zien te Konnersreuth merkwaardige ver schijnselen voordoen, die de opnxerkzaain- beid der Katholieke wereld alleszins ver til enen. De openbare discussie over Konncrs- ïtuth dus sprak de kardinaal wil maar geen einde nemen. In du huisgezin nen, in de tram, op weg naar het werk en in de schafturen wordt zonder ophou den erover gesproken en in de Europeescne pers trekt de kwestie de aandacht van s.eeds grooter kringen Liefde en baat, tee- derheid en ruwheid, geloof en ongeloof komen aan het woord en somm.gen laten zich de gelegenheid niet ontgaan om de zaak te exploiteeren en hun haat tegen de kerk uit te spreken Daarom voel ik mij verplicht, het verbod der bisschoppen opnieuw te motiveeren en mijn beminden diocesanen in zeven stellin gen, zeven sleutels voor dit raadsel van onzen tijd te geven. eerste stelling: Christus heeft wonderen gewrocht en Zijn Kerk de wonderkraent van het geloof toegezegd Een leerling van Christus moet zonder „als'' en „maar" aan de wonderen van het Evangelie gelooven en ook aan bel feit, dat er in den loop dèr kerkelijke geschieden.s wonderen kunnen voorkomen. inderdaad heeft het wonder de Kerk up haar weg door de geschiedenis vergezeld In den beg.nne in grooteren getale, wijl ie eerste geloofsverkondigers een sterkere bevestiging voor hun goddelijke zending ooodig hadden, later, toen de uitbreiding van bet rijk Gods zelfs als een groot won der zich manifesteerde, in kleinere ge tal steeds weer echter heeft van tijd tot lijj do hand Gods in den natuurlijken loop der dingen ingegrepen weede stelling: Christus heeft voor.,val se. ie profeten en valsche leekenen gewaar schuwd en daarmee te kennen gegeven: Er b staan naast de echter ook schijnbare wonderen Wij moeten dus voor elk geval afzonderlijk onderzoeken, of dit of dat won derlijk feit een werkelijk of een schijnbaar wonder is en moeten ons met betrekking tol de wonderen even eer voor bet ongei le I, als voor het bijgeloof behoeden. Christus heeft dus gewaarschuwd, her haaldelijk gewaarschuwd, om niet te licbt- geloov g Ie zijn en niet allo wonderverhalen maar klakkeloos aan te nemen. Naast de echte wonderen, die door den hand Gods gewrocht zijn, bestaan er dus ep wonderen gelijkende teekenen, daden of lijJensloeslanden, die voor het oog van God geen echte wonderen zijn: het zij, dat door gezinsbegoocheling en bedrog aan de zintuigen van den men sch iets wordt ver toond, wat hun wonderbaar voorkomt; het zij, dat, zonder dat er een bedoeling aan wezig is om te misleiden, krachten der na tuur en der menschenziel in werk.ng ko men, die aan de nutuurwetenschap en de zielkunde tot nu toe onbekend waren: het zij ook, dat door duivelsche inwerking fei ten of toestanden in het leven geroepen worden, die wij ons op natuurlijke gron den niet kunnen verklaren. in elk geval moeten wij vragen: Bestaat dit verschijnsel tot die teekenen, die den stempel Gods dragen, of behoort bet tot die, waarvoor bet woord geldt: loopt zo niet na? De H. Johannes vermaant: „Onderzoekt de geesteD, of zo uit God zijn!5' In Lour- des is een bijzonder onderzoekingsbureau ingericht om elk geval van genezing te onderzoeken en vele gevallen worden daar niet als wonderen erkend, die door de bui tenwereld reeds als wonderen waren be schouwd. Ook ie Konnersreuth heeft dc overleden bisschop van Regenburg, die de bevoegde en verantwoordelijke autoriteit voor Kon nersreuth was, lang vóór dat de openbare discuss e een wetenschappelijk onderzoek van het geval 'eischte, de ouders van Tbe- resia Neuemann willen bewegen hun doch ter naar het ziekenhuis ter strenge genees kundige observatie te zenden. De ouders hebben dit geweigerd cn een overbrenging met geweld naar een univer siteitskliniek was niet mogelijk, wijl dit volgons de burgerlijke wet vrijbeidsberoo- ving zou geweest zijn Toen men Theresia er op opmerkzaam maakte, dat zij meerderjarig was en niet meer aan den wil der ouders was gebon den, gaf zij ten antwoord: „Dc Lieve Hei land is tot Zijn dertigste jaar aau Zijn ouders onderdanig geweest. Daarop werd op bevel van bet bisschoppelijk gezag to Regensburg de observatie in bel ouderlijk buis zelf doorgevoerd. Van kerkelijke zijde zou men (hans nog een nieuwe streng wetenschappelijke obser vatie en onderzoeking, bijvoorbeeld in een universiteitskliniek, begroeten. Door de Bedische wetcpschap toch moet, zonder dat de ziel geweld aangedaan wordt, kun- Qcn vastgesteld worden, of Theresia wer kelijk zonder voedsel leeft, en of de wond- 'eekenon door een ingrijpen van bu ten door meiiscbenhand ontstaan zijn. Dooi de wetenschap der Oosferscbe talen moet •ocb kunnen worden vastgesteld, of zij werkelijk Arameesche woordvormen weer geeft, dio zij nooit heeft geboord en ook met door suggestie vernomen heeft. Er moet vastgesteld kunnen worden, of kaar verklaringen over het sterven van «nkele persouen, welko verklaringen, on der waarborg van ouderteekening, bij der- do personen in bewaring zijn gegeven, la- fc* bewaarheid zullen worden. zeven stellingen. Eerst dan, wanneer deze feiten weten- 1 schappelijk zijn vastgesteld, zou de ge loofsleer, inzonderheid do mystiek, die even zoo goed eene werkelijke wetenschap is als do geneeskunde, tot de verklaring der feiten kunnen overgaan en zou do Kerk bet laatste woord kuunen spreken. Do Kerk wil niet alleen het geloof aan wouderen loeren, zij wil ook het bijgeloof aan wonderen weren. De derde stelling zal ons zeggen, op welke wijze het onderzoek moet geschie den. Het onderzoek van een wonderbaar feit moet geschieden in waarheidsliefde, met eerbied voor het heilige; we moeten niet overal wonderen willen zien, maar er ook niet bang voor zijn. Hoeveel wordt tegenwoordig niet heen en weer geredeneerd, en daarbij is bet den tvv.stenden niet te doen om de waarheid maar om gelijk te hebben. De gebeurtenissen in Konnersreuth of zij nu van wonderbaren aard zijn of niet, zijn religieuze gebeurtenissen: een heilig dom nu moet men met eerbied betreden, niet met den hoed op cn de sigaar in den mond, en honden mogen er niet binnen. Niet allen, maar toch wel velen zijn naar Konnersreuth gegaan uit nieuwsgie righeid. Dag en nacht werd het arme meisje door een menigte menschen om ringd en aangegaapt. De gasten van Karlsbad cn Marienbad kwamen Vrijdags in hun auto om dc lij dende te zien, zooals zij anders naar een tooneelstuk gaan Er zouden zeker onder nemende zakenlui voor te vinden geweest zijn, om het huisje van Neumann in een theater te verbouwen Er zouden millioe- nen betaald zijn, als Theresia in baar lij denstoestand voor de film opgetreden was en in de. bioscopen van Europa bad mogen vertoond worden. Er zijn menschen ge noeg, die een intiem en mystiek gebeuren tot een voorwerp van kijklust willen ma ken, die ook ruw genoeg zonden zijn om de kruisiging van Christus op Calvarie te fotografeeren of te verfilmen. Het is diep beschamend voor de be schaving van onzen tijd, to booren, met hoeveel oneerbiedigheid en ruwheid over deze zaak gesproken cn gelasterd wordt, cn hoe een kwestie, die toch zeker niets met politiek te maken heeft, lot politiek parool van een partij wordt verdraaid. De angst voor bet wonder spreekt in de kwestie Konnersreuth luid mee, de angst, dat de godsdienst door een wonder bevestigd zou kunnen worden en de gods diensthaat ontmaskerd Wanneer de ziel van den mensch het stoffelijk lichaam werkelijk zoo sterk kan beheerschen, wanneer zielsindrukken of z'elsaantloeningen van een religieus ont roerden mensch zoo sterk op het lichaam kunnen terugwerken, dan zou daarmee het bestaan yan de ziel opnieuw bewezen zijn Wanneer professoren in Oosterscbc talen, die niet alleen de Arameesche schrijftaal, maar ook het Arameesche dialect meester zijn, erkennen, dat dit kind in bet Fichtel- gebergte, dat slechts de lagere school be zocht, Arameesche woorden en zinnetjes weergeeft, dan zouden de woorden van het Evangelie „zij zullen nieuwe talen spre ken" n vervulling paan Wanneer zij werkelijk geen voedsel tot zich neemt, en van de H. Communie leeft, dan zou de goddelijke leer van het Brood des Levens opnieuw bewezen zijn. Neen, de angst voor het wonder, voor de waarheid, mag bij het onder oek van een wonderbaar feit niet meespreken. Vierde stelling: Wonderen of toestan den zijn slechts dan een bewijs voor bet geloof, wanneer zij zin en doel hebben en de innerlijke gezindheid van den persoon, waaraan een wonder voltrokken is, uit God is Ook bewezen wonderen dwingen niet tot gelooven, wanneer iemand niet gelooven wil. Wanneer Theresia Neumann den last yan de vele bezoeken draagt, alleen opdat in de bezoekers de liefde tot den Zalig maker groeie, wanneer zij er niet in de verste verte aan denkt, aan de menschen te behagen of een schijn van heiligheid aan te nomen, of comedie te spelen, wan neer zij bovendien afkeerig ia van alles, wat schijn en vertoon is, dan heeft haar innerlijke gezindheid de vuurproef der echtheid doorstaan. In haar ziekte moet zij een stem gehoord hebben: „Wil je gezond worden?" en zij antwoordde, dat het haar om 't even was, of zij gezond of ziek was; zooals God bet wilde, vond zij het God. Uit dit woord spreekt dc harmonie tnsschen haar uit- wendigen toestand van lijden en haar iu- nerlijken wil lot lijden. Het evangelie vertelt in dc parabel van den rijken vrek: de rijke man werd in do .hel begraven en smeekte van uit den afgrond: Vader Abraham, in mijn vader huis op aarde heb ik nog vijf broeders Zend Lazarus tot hen, opdat hij zo waar schuwe en zij niet verloren gaan. Wan neer zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet bekeeren, wanneer er iemand van de dooden op slaat. Christus heeft voor de blikken van velen Lazarus uit het graf opgewekt cn toch hebben niet allen geloofd. Ook klaar blijkelijke wonderen dwingen niet tot ge looven, wanneer iemand niet gelooven wil Men kan soms zien, en toch niet gelooven Daarom luidt de vijfde stelling-- Zalig zij, dio niet zien en toch gelooven. De oude wonderen in het rijk Gods, die schitterend den stempel dragen, moeten voor ons ge loof voldoende zijn. Het geloof begint eigenlijk pas, waar het zien ophoudt. Zalig zij, die niet zien, niet altijd nieuwe wonderen beleven, on toch gelooven- In dc H. Mis wordt iederen dag op onbloedige wijze het kruisoffer van Christus vernieuwd. Op mystieke, 011 zichtbare wijze wordt op onze altaren liet Jijden van Christus vernieuwd. Zie, hier is meer dan Konnersreuth! Zalig zij, die niet zien en toch gelooven! Hier bloeden de wonden Yan Jezus verder en wij kun nen uit-deze eeuwige bronnen des heiis putten. Dat brengt ons lot dc zesde stel ling: Zesde stelling: Reeds nu, vóór de defi nitieve uitspraak, is van Konnersentb een Ze waren al ruim dertig jaar getrouwd, hadden vijf dochters en hielden een meid. of, beter gezegd, ze hielden een hitje, een dagbitje van veertien lentes, mot een var- kensharig vleehtjo en die somtijds meende, dat zij zich verhuurd had als juffrouw in een vroolijkc keuken. Ma had al heel wat gefoeterd over de gedragingen van Mientjo tegen Mientjo zelf en nog meer tegen Pa. Maar het gewone keukenwerk dééd Ma zelf niet, ja, verbeeld jo, moest jo van een kom-af wezen als zij en danvaten wasschen! „Neem dan een groote meid", had Pa gezegd. Maar Mientjo had tweo gulden in de week met de kost, meer kon er niet af Pa deed van alles wat, maar zijn voor naamste arbeid was, het verkoopen van loterij-briefies als Lotisico, Witte Stad, TTnie- en Populaire Amsterdammertjes en de verdiensten waren niet zóó dat er een groote meid óf kon Dat waren zoo ongeveer do dagelijkscbe beslommeringen des levens, maar er was nog veel meer veel oreer dingen, waarover Pa en Ma. of eigenlijk Ma en Pa. al heel wat hadden gesproken en waaraan menig bedsermoen werd gewijd. De vijf dochters De vijf dochters waren niet thuis Zo wa ren alle vijf vanaf de dertigjarige Annie tot de twee en twintig lentes tellende E'lie raar den feestavond der Jongemannen- Vereeni^ing, je kon nóóit wetenl En Ma en Pa waren alleen thuis „Als bet zóó doorgaat, moeten er maar een paar in betrekking", zei Ma met ver woed getik van nikkelen breinaalden en met een gezicht of Pa alleen schuld bad aan den hardnekkig vrijen staat der vijf doch tors. „Toe, zeg non 'ns wat", nijdmde Ma. „an ders weet jo altrd zoo goed te vertellen Vat er gebeuren moet. Dat kan toch zoo niet blijven. Ik zeg n vooruit dat het nie' in mijn bedoeling ligt. Ma als een Xantinpe en Pa als een martelaar voor te steMen. maar U wéét. dat het feit vijf huwbare dochters te bezitten voor oen vrouw een heviger obsessie is dan voor één man. „Laat ze trouwen", zei Pa laconisch. „Laat ze trouwen, laaf ze trouwen schamperde Ma, met wie, ik vraag jo met wie?" „Bied ze aan in een advertentie, alle vijf t"ge?ük mèt kijkdag". „Jij hebt geen hart voor je huisgezin", besliste Ma en daarmede werden de dis cussies over het vraagstuk dpr vijf huw bare dochters zonder verdere locvoeging voor gesloten verklaard Den volgenden dag vertelde Mia. doch ter no. 3, die haar zeven en twintigste le vensjaar reeds tegemoet ging en in kwali teit veel overeenkomst be^on te vertoonen met bier, dat gedurende lan"en tijd, aan de buitenlucht is blootgesteld, dat zij op den feestavond der Jongemannen-Vereeni- ping de kennismaking hed hernieuwd met een jongeman, die binnenkort de b'oeiende zaak in galanterieën van zijn vader zou overnemen Hij h°d haar naar huis gebracht en bij liet afscheid gevraagd of hij haar nog eens ontmoeten zou. waarou zii haastig datum uur en plaats had vastgesteld. Dat werd het sein voor een uitgebreide en listige campagne. Mia kreeg een nienwe iapon, ging naar den kapper om zich het tiaar te laten ondoVeren, werkte ijverig aan haar verjeugdiging met poeder, cremo en rouge, manmmmde zich ijveriger dan \roeger. besprenkelde zich met bedwelmen de parfum, poetste haar maamteiijkp t mdjes witter dan ooit te voren en oefendp zich voor den spiegel in een coquette elimlach, die de witte tanden, dojy de pas aangezette lippen lief do^-blinken De familie was natnurliik al lang inge licht Pa dacht er het zijne van, Ma be- '-on zich reeds voor te bereiden on de func tie van innemende sehoonmoedor-iu-snó en de andere vier huwbaren waren ja- loersch. Het werd hot gesprek van den dag en Mia leefde zich zoo in haar rol van aange beden verloofde in, dat zij na het straatje- om, dat on den feestavond gevolgd was en dat eigenlijk wel wat kort had geduurd Auloon had gezegd dat hij *8 avonds een étalage moest maken niets anders dacht. groote stroom van genado uitgegaan! Menschen van den nieuwen tijd, met uw moderne nooden, keert terug tot de devo tie tot het lijden van Christus. Zoekt een toevlucht in de wondteekenen van Chrstusl Het dorpsmeisje uit het Fiehtelgebcrgte heeft zich met wegschenking van geheel haar ziel in het lijden van Christus ver diept, en bijzonder op de Vrijdagen, d e aan dc gedachtenis aan en de devotie tot het lijden van Christus gewijd zijn. Dit medelijden met het lijden van Christus heeft zij bloedige tranen geschreid, is zij een levende afbeelding van den Gekrui sigde geworden. Zooais Paulus, wilde zij niets weten dan Jezus den Gekru sigdc en als Bonaventura beeft zij, bet eenvoudige dorpskind, al haar weten uit hel boek des kruises geput Als een zwijgende prediker beeft zij dit voorbeeld, wat ook de definitieve uit spraak moge zijn, de menschen weer naar net kruis 'au l..,r.S'U& gebracht en naar Zijn wonden, waaruit verlossing en ver* zoenmg mei don Vader voortgekomen zijn. 13ij het eenigste feest van het kerkelijk jaar, dat aan een sligmalisatie gewijd is, op 17 September, verklaart do Kerk: door de wondteekenen van den H. Fran- ciscns moest een godsdienstige verkilde tijd weer voor dc devotie tot het lijden van Christus verwarmd worden. Zóó ook luidt reeds nu de boodschap uit Konnersreutn. Bidt ijveriger den kruisweg en zoekt een toevluchtsoord in de wonden \.an Christus! Natuurlijk mag, wal als Christus-ver- ecring in Konnersreuth begonnen werd, niet ontaarden m Theresia-vereeringl Zevende stelling: dc Kerk spreekt slechts aarzelend het woord „wonder" uit daarom mogen wij niet voorbarig zijn. Het geloof der Kerk staat met of zonder Konnersreuth op even vasten dan dat hij vandaag of morgen zijn officieel aanzoek zou komen doen. Do waarheid was echter anders. Antoon zat ar een beetje mee in. Hij had uit voorzorg, na den tweeden keer een nieuwe afspraak verhinderd en do étalage was juist den vorigen dag gedaan. Maar mede door do tallooze uitgebreide voorbe reidingen, door de steeds op hetzelfde on derwerp terugkomendo gesprekken en do sfeer van aanstaande verloving, die daar door over het geheelo huisgezin hing, was Mia van een vlotte afloop der eindelijk ge komen gebeurtenis, zonder eenigen twij fel overtuigd. Pa, had reeds op aandringen van Ma. wijn kaagwater en advocaat ingeslagen en Ma kleedde zich 's avonds in gala om op allo gebeurlijkheden voorbereid to znn Niemand ook Pa niet mocht des avonds do deur uit hij mocht eens ko men 1 Aan het einde dier eersto week, was er reeds door Ma angstig eeni^o twiifel ge opperd, nonens do bedoelingen van den joftgeman in kwestie en de vier anderen wisten niet of ze z:ch moesten bedroeven of verheugen over Mi a's naderend f:asco De toekomstige verloofde zelf word mnt den dag nerveuzer, schrikte als de bel plot seling bol door do gong klonk en werd nóg slechter gehumeurd als haar naar lief de dorstend hart wederom ruw werd te leurgesteld. Toén, op een avond, toen het naderend noodlot reeds zwaar boven de familie hing en de malaise reeds algemeen dreigde te worden, kwam hij. Annio, die voor het raam le kijken zat had hem zien aankomen en geliiHndig met het klinken der hel, deelde zij do ver- hensterde Pmilie in de grootste gejaagd heid mode dat het Antoon was. Als een eleofrhchen stroom sloeg die modedopling in de voltall;'r aanwezige fa milieleden Ma veerde plotseling rccht- c tardier van haar stool omhoog en deelde gc'-agd haar bevelen uit Pa werd naar boven gestuurd om zijn •acouel aan te trekken Mia was al naar boven eerend om van japon te verwisselen en Annie ging on bevel van Ma de «leur openen met de ondracht airh niet te haasten en ^ntoon niet te spoedig binnen te leiden. Ma. ruimde in haast de kepies van de tafel, zette ze op het theeblad, zocb' zich '■en pose. Clara nam voor de niano plaats. Sure aan tafel. m"t ren haakwerkje en Fllie pocde zich bonding te geven m*t een reman, die zii juist d<*«n dag van de leesbibliotheek had pehaaM Toep kwam Annie met het slachtoffer binnen. Even later volta! li "do Pa mrf een schee- ve das en Mia met een hoogroode kleur bef gez'd schap. Antoon werd allerminzaamst ontvangen en hoewel h;rrove" lMife'ifk ve-hausd lie' hv todh n't beleefdheid n'ets meri-e- Ma zoide verhmi*d te ziir hem eindelijk eens te zien en Mia vond het I'M. dat hij cons kwam, met smachtende blikken, er aan toevoegend, dat zij hem al zoo. lang had verwacht. Het gesprek werd bepaald animerend en on een wenk van Ma "bad Pa don in"o- sla^en voorraad wün en eed'st 'WH reeds te voorschijn gehaald en ccn en an der voor den steeds meer verbaasden An toon neergezet. Tïi j deze manoeuvre vond Antoon dat de t"d gekomen was voor een nadere verga ring en hij Zei dan ook: „Maar, nrmerr. dat is toch al te erg voor iemand als ik. die maar een vreemde eend in do bijt ben". Ma glimlachte aller-innemendst. „En bovendien," vervolgde Antoon, „heb ik weinig tijd meer. ik kwam hij zei dit ietwat schuchter alleen maar ern popu lair Amsfcrdammertjo halen van twee kwartjes". Antoon heeft dien avond wijn gedron ken, weinig maar. Pa Faagwafor, veel. zelfs zéér veel. Ma één «advocaatje cn Mia toen Antoon weg was twee glazen water. Het gesprek vlotte niet meer cn bij de eersto dominéé, die voorbij kwam, nam Antoon met beide handen de kans waar en.... vluchtte. Bij de volgende populaire Amsterdam mertjes word hij aan de deur geholncn grondslag daarom behoeven wij niet beangst te zijn. De menschen roepen al gauw van won der, do Kerk spreekt het gewichtige woord „wonder' pas dan uit, wanneer het volkomen zeker is, dat een verschijnsel volgens natuurlijke krachten en wetten niet te verklaren is en absoluut op een hoogero oorzaak wijst. Dij do heiligverkla ringen onderzocht do Kerk de wonderen jaren, ja tientallen van jaren lang, bij sommige heiligen eeuwen lang. Wanneer gij do taal der Kerk spreekt, moogt gij over Konnersreuth niet voorbarig oordoe len Ook zij, die er geweest zijn en diep onder den indruk zijn teruggekomen, moe ten aan de andoren hun meening zeggen, maar niet willen opdringen. Konners reuth is geen dogma en zij, die niet ge looven, zijn daarom geen ketters. Geduld hebben en het uur van den Heer afwach ten is de deugd der arme zielen. Voor ons geloof en voor de heilsmidde len beteekent het geen verlies, ook wan neer het oordeel over Konnersreuth nega tief uitvalt. Woest geduldig en kalin! Ook hier is het woord van Gamaliel uit do Ac ten der Apostelen van toepassing: „Wanneer dit werk van menschen uit gaat, dan zal het vanzelf uileen vallen. Wanneer hel echter van God komt, dan zult gij het niet kunnen vernietigen''. Ons geloof staat op de rots met en zon der Konnersreuth. De armo spreekt al smeek end, maar ruw is 't antwoord van den rijke. Ken arm mensch, die wandelt in zijn oprechtheid, is beter dan een rijke, die verdraaid van lippen en een dwaas is. 13 der Spreuken XVIÏI.23,24. DE MENSCHENKENNER. Voor het hotel „Zuru Anker" to Weenon hield een rijtuig stil, waaruit drie voor name heeren stapten. De portier ontving hen eerbiedig en vroeg wat zo verlangden. Drie kamers eerste étage, sprak de oen met'oen beetje vreemd accent en op bevelenden toon. Do drie kamers waren spoedig aange wezen on do kamerkcllner legde den hoe ren het gastenboek voor, waarin zjj zich als ingenieurs inschreven, die zich in op dracht van hun regeering tijdens de ten toonstelling ten behoeve van hun 6tudic eenige weken in Wcenen zouden ophouden. Men bemoeide zich order niet veel met dc heeren, maar wel trof èn den hotel eigenaar èn den portier het royale leven dat de heeren leidden. Toen hun rekening zoowat driehonderd gulden bel.ep, vond de eigenaar het gc- wenscht hun dio eens te presenteeren Frans» zei hij tot den ober, schrijf jij voor dio heeren do rekening eens uif. We zullen zo eens oen kleinen domper opzetten; ik ben benieuwd of ze betalen zullen. Zoo gezegd,' zuo gedaan. De rekening werd aangeboden en met een goede foo> betaald. Maar mijnheer Scbaudern, de eigenaar, vertrouwde toch de heeren niet volkomen Hij slak het geld bij zich, ging daarmee naar den bankier en informeerde of de bankjes echt waren Hij kreeg eon volko men bevredigende boodschap. De drie ingenieurs leidden intusscnor hun vroolijk leventje verder, drunker: champagne en aten oesters, reden met dft chiquesto equipages naar het Prater, kort om, ij deden als menschen van veel geld, die het leven weten te genieten Op een dag echter hoorde men in een van de drie kamers een luide woordenwis sel ng. Do verschillende kamerkellners en kamermeisjes slopen naderbij en luister den. Zij hoorden dat een der heeren in slecht Duitsch zei: Help hem toch met die paar gulden Hij geeft ze wel terug.... Waarop een ander autwoordde: Ik bezit nog maar oen biljet van dui zend francs. Ik kan zelf ook in moeilijk heden komen en wat dan? Zal mij. eeiv vreemde.... in Weenen iemand helpen? Gooi*n et zoo onzinnig met gold om je heen, dan kom je niet in moeilijkheden. Het gesprek werd don hotelhouder pre cies overgebracht en hij gaf order dat dc kamerkcllner en de portier van lieden af de drie vrienden nog scherper in het oo zouden houden d«an tot dusverre En dnt gebeurde Ook Den volrenden dag kwam oen d r dri. vreemden bij den hotelier en vroeg hem om ren biljet vat» duizend francs te wis selen. <:acht Scbauderl, dan heeft hij zien toch laten vermurwen Zijn tweede gedachte was evenwel het bankje te laten onderzoeken, want hij vertrouwde deze drie gasten nu eenmaal niet Er is iels niet in den haal:! zei de hij teren don oh r Pas maar on of ik geen ffelijk^ krijg Ik ben een menschen!:* nncr en wij morton op on e hoede wezcr Geen half uur nadat dit gos'mk ge voerd was, kwam de öbor in do kamer van den hotelier en doolde dezen mede, dat een vreemde heer hom wenschto to spreken. Do heer SehauderI ging dadelijk naar den kleinen, wat donkeren ontvangstzalen en vond daar een zeer korpulent- man. van ongeveer veertig jaren, met een pmce- noz op den neus en naar zijn uiterlijk Ie oordeelen oen Franse liman. Waarmede kan ik u van dienst zijn.-' vroeg Scbauderl. Ik ben, antwoordde dc vreemd»: in gebroken Duitsch, de kommissar van polif'o Delaroche, uit Parij3. Hier is mijn legimitatiebewqs. Met deze woorden toonde hij den ver baasden hotelhouder een groot stuk pa pier, aan het ondereinde waarvan zich een zegel bevond. En hier, vervolgde hij, Is do bevestiging van de Weenor politie, dat ik inderdaad den kommissaris Dolarouche ben. UitstekendI zeide do hotelhouder Ik twijfel geen oogenblik aan de Juistheid van uw beweringen Maar als ik vragen mag, waarmede kan ik u van dienst zijn? Ik ben drie misdadigers op het spoor die ik geloof hier in Weenen gevonden tc hebben cn die hier in uw hotel verblijf honden. Mei die woorden opende hij ccn port1 feullle en kreeg daaruit drie fotografi"u die hij den hotelhouder liet zien. Ken! u die gezichten?. Do hotelhouder had maar één blik m de foto's te slaan om uit te roepen: Heb ik het niet gedacht? da. mijn heer de kommissaris, dio drie spitsboeven wonen hier en leiden een leven van vroo lijken Frans. Ik heb mijn Obcrkellner al meermalen gezegd, dat ik die drio heeren niet vertrouw. Weet u, mijnheer dc kom missaris, ik ben een nienschenkcnner cn als zoodanig in heel Weenen bekend Al- hotelier moet men zich tegenwoordig m". zooveel spitsboeven kunnen redden Ik hel» het zien aankomen. Maar vertol mij eens, zijn die kerels valsche munters? Niet dat ik weet, antwoordde ;h kommissaris. Ik dacht hot. Ziet u, >oor een bnlf uur brexigt een van dio kerels mij «r -»r biljet van duizend francs om te wisselen, wat ik ook gedaan heb Excuseer mij oeii oogenblik, ik ben dadelijk terug. biet die woorden ging hij de deur u t on kwam na eenige oogenblikken terug ni»l een bankbiljet in de handen, dat hij Dci.i - roche overhandigde met do woorden: Wilt u alsublieft eens onderzoeken of dit biljet echt is? I)o kommissaris bekeek het biljet van allo kanten, draaide hot links ua recht- om, nam een loupe uit zijn zak ooi hei waterwerk en het nummer na te kijken en gaf den hotelhouder het biljet tern: met de woorden: Dit biljet is echt. In dat opzicht be hoeft u niet do minste zorg te hebben Dio kerel hebben genoeg echt geld Maar ik zit ze achterna voor hun oplichterijen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 9