)3 Staatsbegrooting in de Tweede Kamer
TWEEDE blad
„DE LEIDSCHE COURANT"
DONDERDAG 17 NOVEMBER
Algemeene beschouwingen
Ziektewet.
pc Voorzitter stelt voor, liet ont-
>r}) tol wijziging der ziektewet te ver-
Jen Daar een commissie van voorberei-
Dg. AM na wordt besloten. Benoemd wor-
',i ia die commissie tot leden do heeren
dens, Schaper, Marchant, v. Vuuren,
J0eck Üenkemans, Beumer en v. Gijn.
;t hun plaatsvervangers worden resp.
inocmd de heeren v. Wijnbergen; Duis,
pd Engels, Bakker, Smeenk en Boon.
Voortgezet wordt de behandeling van
i Staatsbegrooting 1928 (aJgomeene be
bouwingen).
Replieken.
De heer Stonkuis (S. D.) bestrijdt
it betoog van den heer v. Gijn en is van
siring, dat de industrie er niet slecht
orstaat. De cijfers van den uitvoer zijn
ijgende, evenals dit het geval is met den
TOer van grondstoffen. Dat een lichte
Img der loonen de werkeloosheid zou
en afnemen, zooals de heer v. Gijn be-
ogdc, ia zuiver speculatie. Wel zou
unlooT vaststaan dat het welvaartspeil
a dalen. Spr. wijst er op, dat in Zwe-
q en Denemarken de loonen veel hooger
jD dau hier te lande. Wel geeft hij toe
it in België de loonen schrikbarend laag
jn, doch men moet hier ook niet over
men. In Duitschland gaat de loonbewe-
ng naar boven.
De heer Heemskerk (A. R.) merkt
ako de defensie op, dat, indien de de-
5610 niet goed verzorgd wordt, de oor-
pbegrooting wel eens door een combi-
ttio van minderheden zou kunnen worden
- rvorpen. Een enkel - woord wijdt spr.
j in do partij-verhoudingen. Hij heeft met
zegd, dat de vrijz. democraten en vrij-
idsbonders uit hun aard klassepartijen
9 fluen, doch dat zij dit doen tegen him
n ria wil, maar gedwongen door de soc.-
mocratie. Spr. laat niet toe, dat de eer
cr de sociale wetgeving aan de reclxter-
óc ontnomen wordt.
Tot deo heer Kersten heeft spr. oenige
oerkingen te maken. Hij erkent geen
loofsvrijheidmen mag wel denken,
wr zijn gedachten niet uiten. Mag men
Sgcus hem zijn gedachten alleen uiten
i men op den grondslag der gereformeer-
belijdenis staat of mag men, wanneer
m dat standpunt niet deelt, ze alleen
«traal uiten? Erkent dan de heer Kers-
I neutraliteit?
Een andere opmerking aan het adres
D den heer Kersten betreft de vraag of
zn met Rome kan samenwerken. Spr.
itude, dat Rome de geloofsvrijheid er
uit en dat men beter met Rome dan met
I i heeren Kersten en Lingbcck kan sa-
I inwerken.
ïen moet de christelijke geloofsvrijheid
g steeds verdedigen, hetgeen nog on-
a igs bleek bij het gerommel tegen de chr.
i. .K
a* Hij betreurt het optreden van dit kabi-
3i I al vindt hij het noodzakelijk en hij
t niet op tegen een roomscli-roode com-
e' utie waar langzamerhand niet zooveel
as meer op is.
3; De heer v. d. Tempel (S.D.A.P.) hand-
•n aft zijn bezwaren tegen de salariepoli-
■8 tl, ook na de rede van den Minister.
IDe heer Van Vuuren (R.-K.) is den
inister dankbaar voor de tegemoetko-
II ing aan de gróote gezinnen verleden
H ar, doch meent, dat het consequent is
a deu Minister te vragen thans in die-
Hde lijn voort te gaan.
De heer Kersten (S.G.P.) blijft zich
aehtens christelijk principe verzetten te-
aden stemplicht. Ook meent, spr., dat de
jeering voldoende invloed heeft in het
ui-officïeele spoorwegbedrijf, om de
Iicdagsrust te bevorderen.
Spr. betoogt, da-t de Staatkundige Ger.
ftij zich niet kan vinden in oen herstel
e coalitie.
De hoer Lovink (C.H.) verheugt er
over, dat we in dit zittingsjaar nog
|3 e ontwerp kunnen tegemoet zien betref-
FEUILLETON.
e en arme Verschoppelinge.
Vertelling uit Bohemen.
Naverteld door P. G. Hoeks.
Bij &1 dio mooie voorspiegelingen bogon-
11 Kosalie's oogen te schitteren van
Wgde, want ze meende nu, dat ze bij
<de menschen zou komen. Maar hoe be-
B ogen kwam ze uit! Toen ze een week bij
Benda's in dienst was, verscheen dezelf-
deemoedige trqk van vroeger op haar
Ook hier trachtte men zooveel mo-
,a djk voordeel te trekken van de afhanke-
tteid, waarin de arme wees zich bevond.
1 ®oest zeer vroeg opstaan om de kip-
eenden en ganzen te voeren, de var-
p ubokken schoon te maken cn den mest
'den koestal te ruimen. In 't kort: alle
werkjes waren voor haar. Als ze met
Qi alles klaar was, moest ze de boerin
"Pen bij het huiswerk. En dit zou alle-
u' niets geweest zijn, als ze maar eens
enkele maal een goed woord gekregen
Maar dit gebeurde nooit. Juist het
g. Pndecl. Ze kreeg verwijt op verwijt,
p ze deed niets naar den zin van de
en van alle ongelukken kreeg zij de
r' Toen in het dorp do varkensziekte
j. fak en de varkens van den boer er ook
'^p^ctast werden, werd dit haar ver-
*Q- Ze had het voer zeker te heet of te
i, ^aakt, of ze was te lui geweest om
I l»*0| i ^oe<* schoon te maken. Als er
I - roken was, dan had Rosalie het uit
fende de fin. verhouding tusschen Rijk en
gemeenten. Wat do handelspolitiek betreft
heeft spr. den Minister van Financiën met
cenige bevreemding gehoord.
De heer Ling beek (H.G.S.) bestrijdt
de meening, dat zijn partij een agressieve
houding aanneemt tegenover het katho
licisme. De waarheid is, andersom, deze,
dat de roomsche kerk zienderoogen dit
protestantsche land verovert. De houding
van spr.'s partij is daartegen niet agres
sief, maar defensief. Wat betreft de school
kwestie betoogt spr., dat Groen wel om
tactische redenen, maar (nimmer princi
pieel do christelijke staatsschool heeft
prijs gegeven. Het was roomsche politiek
om de openbare school los te laten en de
bijzondere te aanvaarden.
De heer Heemskerk is een eminent cari
caturist, maar hooger dan dc oarioatuur
staat het goed gelijkende portret waarin
men de ziel van den geteekende herkent.
In het anti-rev. program, in art. 3, staat,
dat do overheid niet rechtstreeks gebon
den is aan de ordeningen Gods, maar aan
haar consciëntie.
De heer Heemskerk (A.R.): U
draait het om!
De heer Bij le veld (A.R.): Dit is geen
caricatuur, dit is een leugen!
De heer Lingbeok (H.G.S.) meent*
dat het verschil al heel subtiel is.
De heer Hermans (R.-K.) betoogt,
dat de verhouding tusschen roomschcn en
protestanten in het zuiden niets te wen-
schen overlaat. In het jaarverslag van de
Limburgsche Protestanten Vereeniging
wordt gezegd, dat de verhouding tusschen
roomsch en onroomsch goed is. De heer
Marchant noemde de Limburgers een ge
moedelijk volk, maar men moet daar niet
teveel op speculeeren. Het is toch ondenk
baar, dat in een proteetantsch land nage
noeg alle ambtenaren roomsch zouden zijn.
Van Limburg moet ook nu nog worden
geconstateerd, da-t de be vol ldng bij de
rijkdommen van haar bodem is verarmd.
Wat in het zuiden verlangd wordt is be
scherming van de nationale industrie te
gen eiken vorm van abnormale concurren
tie, waartegen ook de conferentie van Ge-
nève maatregelen wenechte. Een teg
- stelling tusschen het Zuiden en het Noor
den wenscht men niet.
Spr. kan zich voreenigen met veel van
wat de heer Stenhuis zeide over de loo
nen, doch niet met hetgeen hij zeidc over
de positie dor industrie. Van verlaging
van de loonen is geen herstel der industrie
te verwachten; daarop zijn zeer vele fac
toren van invloed.
De heer De Visser (C. H.) is den
heer Lingbeek dankbaar, dat hij heeft
aangetoond, dat spr. een volkomen aan
hanger van Groen is. Want ook Groen
aanvaardde om tactische redenen de bij
zondere school en ook voor spr. is dc
christelijke staatsschool nog steeds een
ideaal. Spr.'s grief tegen den heer Ling
beek is, dat zijn politiek niet te verwezen
lijken is. Hij noemde spr.'s wet een room
sche wet en gaf daarmee aan dat nagenoeg
de heele Kamer verroomscht is, want op
den communist na hebben alle partijen
voor spr.'s wet gestemd. De heer Lingbeek
spiegelt het Nederlandsche volk illusiën
voor, die in strijd zijn met do werkelijk
heid. Spr. zal niet verder met den lieer
Lingbeok debattoeren omdat deze hem en
zijn partijgenooten verweten heeft buiten
de Kamer anders te spreken dan in de Ka
mer. Daarin zit een element van oneerlijk
heid, dat spr. zich è-n met hot oog op zijn
leeftijd èn met het oog op het fantsoen,
niet kan laten welgevallen.
Spr. meent, dat de afwezigheid van den
heer Lingbeek thans, terwijl hij kon we
ten, dat spr. vlak na den heer Hermans
aan het woord zou komen, zijn zwakheid
verraadt.
Aangaando de defensiepolitiek wijst spr.
erop, dat de deskundigen in deze Kamer
•allen spreken van een aftakeling, waarmee
berichten, die spr. uit het leger krijgt,
overeenstemmen.
Spr. wijst de veronderstelling van den
haar handen laten vallen. Die was immers
zoo lomp cn onhandig!
„En weet je wat nu het ongelukkigste
daarvan is," zei de boerin dikwijls, „je kunt
nooit de schade op haar verhalen, want ze
heeft geen rooien duit."
Telkens miste de boerin eieron en of
schoon zij er zeker van was, dat haar oud
ste jongen ze wegnam om voor hot geld,
dat hij er van maakte, tabak te koopen, be
schuldigde ze Rosalie ervan, dat deze ze
stal.
Tegenover al zulke valsche beschuldigin
gen stond het meisje weerloos. Ze was nu
veertien jaar en voelde in ergo mate al
de onrechtvaardigheid, die men haar aan
deed, wat ten gevolge had, dat zo steeds
harder, stugger, onverschilliger en wan
trouwiger werd. Ze had nog nooit iets
goeds van anderen ondervonden en had
door die slechte behandeling zelfs den
moed verloren zich te verdedigen, ,,'t Helpt
toch niet," dacht ze, „want alle menschen
zijn net eender: slecht en onrochtvaardig."
„Is me dat een meid," klaagde de boerin
soms tegen andexen, „je kunt haar standjes
geven, uitschelden zoo hard als jc maar
wilt en ze zal geen woord terugzeggen. Jo
hebt heel geen vat op haar en dat maakt
me dol."
In weerwil van al het leed, dat ze sedert
haar prille jeugd liad moeten verduren,
groeide ze lichamelijk schoon en krachtig
op. Met haar ziel zag het er evenwel treu
rig uit. Daarin tierde welig het onkruid,
dat onmonschelijke behandeling daarin had
gezaaid: haat en verachting voor degenen,
heer Kersten af als zou spr.'s partij tim
meren aan de coalitie. Zij staat nog op
het standpunt van 11 November 1925, maar
zij gaat hiervan uit, dat er in Nederland
geregeerd moet worden, waarvoor noodig
is, dat de partijen, die in hot verleden zoo
lang hebben samengewerkt, elkaar weer
vinden. Dat kan eerst geschieden als een
formateur is aangewezen, die uitzoekt
welko programs een gemeenschappelijke
basis kunnen vormen. Voordien is het de
taak der partijen haar geestverwanten op
een zelfstandig program in te lichten.
De heer Van G ij n (V.B.) ontkent, dat
de heer Hermans in hot belang van den
nationalen arbeid optreedt; hij wil bier cn
daar een industrie steunen, maar dit komt
aan den nationalen arbeid niet ten goede.
Spr. betoogt, dat loonsverlaging ten bate
van de armeren hot welvaartspeil doot
stijgen doordat zij de koopkracht voor do
laag bezoldigde arbeiders in exportindus-
trieën en landbouw doet stijgen. Loonen on
arbeidstijden in vele andexe landen kunt
nen nog gunstiger zijn dan bij ons men
noemt Noorwegen, Denemarken, Zweden
e.a. maar die landen hebben voor ons
geen betcekenis. Ruilverkeer hebben wij
met Engeland, Duitschland en België en
van dezen zijn do laatste twee de belang
rijkste. Daarnaar moeten wij kijken.
De heer Braat (P.B.) wil geen parle
mentair Kabinet en meent, dat de plooien
niet moeten worden glad gestreken uit de
schatkist, maar in de schatkist. Er zijn
nog duizemde menschen die een on verzorg
den ouden dag hebben, waarvoor de re
geering moet zorgen. Spr. dient een mo
tie in, om aan alle in Nederland wonende
Nederlanders, die invalide zijn, of den
leeftijd van 05 jaar bereikt hebben, en
minder dan f5 per week verdienen, dit
bedrag te verrekenen en do kosten te be
strijden door de penaioenst-ortingen voor
de ambtenaren te doen ophouden, zoome
de het betalen van promie door workge-
vors.
Spr. ontkent de mogelijkheid van pacht-
vcrlaging en meent, dat do belangen dor
kleine boeren bij de S.D.A.P. niet veilig
zijn.
De motie-Braat wordt niet voldoende
ondersteund en maakt geen onderwerp van
beraadslaging uk.
Persoonlijk feit.
De heer Lingbeek (S.H.G.) vraagt
het woord voor een persoonlijk feit. Hij
verklaart niet opzettelijk afwezig te zijn
geweest bij de rede van dein heer de Vis
ser.
De voorzitter verklaart het inci
dent gesloten.
Do vergadering wordt te 5.15 vordaagd
tot heden 1 uur.
BIWIEHLSHD
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
DE BEGROOTING AAN DE ORDE.
Voortzetting der najaarsvergadering.
Gisteren werd de najaarszitting der
Prov. Staten van Zuid-Holland voortgezet,
onder voorzitterschap van den Commissa
ris der Koningin, E. C. baron Sweerte do
Landas Wyboi'ch.
De voorzitter wees er op, dat het wegen-
plan een groot deel van den tijd in beslag
zal nemen, doch meende, dat eerst dc be
grooting moet worden afgedaan.
De algemeene beschouwingen over de
begrooting worden voortgezet.
De heer Van Burink (Comm.) kwam
terug op het herroepen van zijn belofte.
Het moge waar zijn, dat de wijze waarop
hij dit deed hier geen gewoonte is, maar
de praktijk is nu eenmaal, dat voor een
communist het klassenbelang boven alles
gaat, ook boven afgelegde belofte. Overi
gens behoefde de heer Hoffman in do zo-
merzitting niet zoo'n hooge borst op te zet
ten, want zijn partij heeft in de Regeering
meegedaan aan het intrekken van artikel
40. Wat de begrooting betreft, daarin vond
spr. weinig, dat de arbeidersbelangen
raakt. Er wordt niets gezegd over arbei
dersbelangen en slechts weinig over het
werkloosheidsvraagstuk.
De heer Schokking (G. H.) wenschte
met enkele opmerkingen te volstaan omdat
die haar beleedigden en met voeten trap
ten. Zo wae een echte verschoppeling!
Nooit werd ze meegenomen naar de kerk.
Van do gebeden kende ze alleen het Onze
Vader en het Wees Gegroet en het spreekt
van zelf, dat ze ook nog niet aangenomen
was. Ze voelde het gemis daarvan en be
nijdde de kindoren, die 's ZondagB tor ker
ke en ook wel eens ter communie gingen,
als wist ze niet precies, wat dit laatste
beteekende.
Toen ze een paar jaar bij de Benda's in
dienst was geweest, kwam de vrouw uit
eigen beweging bij haar, zeggende: „Rosa
lie, ik heb 't gold eens nageteld, wat ik
van je in bewaring heb en ik meen, dat er
wel genoeg is om een nieuwe jurk voor je
te koopen met een paar schoenen en een
hoed. Hoe zou je dat vinden?"
„Heel best, vrouw."
„Als nu van deze week de koopman uit
Werbitz komt, zullen we samen eens wat
voor je uitzoeken."
„Heel best, vrouw."
„Je zegt maar: heel best, heel best. Vin-
je het dan prettig, als je nieuwe kleeren
krijgt?"
„Zeker, vrouw. Maar wat moet ik er mee
doen?"
„Wel, aantrokken en dan mag je 's Zon
dags zoo nu en dan mee naar de kerk."
„Als ik dat mag, wil ik ze graag heb
ben, want ik zou wel eens naar de kerk
willen gaan. Alle menschen gaan naar de
kerk, alleen ik niet."
De vrouw ging hier niet verder op in en
toen de koopman diezelfde week op de
z. i. de Prov. Staten niet het college zijn
voor politieke beschouwingen.
Den beer Werker gaf spr. niet toe, dat
men hier beschouwingen behoeft te houden
om te weten, wat men aan elkaar heeft.
Voor de redevoeringen van de heeren v.
Houdt en Alblas gold z. i. hetzelfde. De
politiek van deze heeren is nu nog een vrij
gemakkelijke, maar, zoodra zij de verant
woordelijkheid mee moeten dragen voor de
keuze van Ged. Stalen, zullen zij moeten
kiezen.
Wat de samenstelling van Ged. Staten
betreft, meende spr. dat men dio toch wol
had kunnen verwachten. En wanneer de
soc. democraten teleurgesteld zijn, dan heb
ben zij die teleurstelling aan zich zelf te
danken. Zij zijn dan zoo naief geweest te
meenen, dat zij zouden verkrijgen hetgeen
zij vroegen.
De heer van Eek heeft aangedrongen op
het uittrekken van 200.000 voor werkver
schaffing.Inderdaad is de werkloosheid
een der pijnlijkste verschijnselen van on
zen lijd, maar men spreekt daarover dik
wijls met groote eenzijdigheid, alleen in
verband met den handenarbeid, terwijl
men de percentsgewijze veel grooter werk
loosheid der hoofdarbeiders verwaarloost.
Men verwijt het verschijnsel aan de ka
pitalistische maatschappij; maar al
heeft spr. nooit het harnas aangetrokkon
voor het kapitalisme hij meende toch,
dat deze stelling betwistbaar is. In Rus
land toch, waar het kapitalisme dan weg
is, zit men voor dezelfde moeilijkheden als
elders.
Do Voorzitter: Past dit nu eigen
lijk niet meer in de Tweede Kamer?
De heer Schokking kwam er tegen
op, dat de hoer van Eek het heeft voor
gesteld, alsof bet verschijnsel met geld is
te overwinnen. Aan den wil ontbreekt het
niet.
De heer Staal (S.D.A.P.): Toont u
dat straks!
De heer Schokking betwistte dat met
geld en goeden wil de werkloosheid zou
zijn te overwinnen. Er kon misschien nog
iets meer worden gedaan, maar in het al
gemeen loonen Ged. Staten een open oog
te hebben voor de belangen der provincie,
wat aangaat den aanleg van wegen en
vaarten, en grijpen zij de gelegenheid
gaarne aan, om werken in werkverschaf
fing te doen uitvoeren. Het wegen
plan van 38 millioen is het
beste antwoord op de rede
van den heer van Eek.
De heer Beekonkamp (V.B.) be
sprak de verbetering van do bodemcultuur
en drong aan op spoed met het rapport
der desbetreffondo commissie. Inzake de
kwestie van verplichte aansluiting op de
waterleiding achtte spreker het volkomen
gemotiveerd deze verplichting bij de ge
meenteverordeningen voor te schrijven.
De heer De Visser (G. P.) kwam op
tegen de enkele beschouwingen van den
heer Schokking, die de politiek verwees
naar de Tweede Kamer, doch hier een
rede hield, die droop van de politiek. Aan
gaande het aangekondigde voorstel-van
Eek om 200.000 beschikbaar to stellen
voor werkvorschaffing bestreed spr. den
heer Schokking, die betwistte, dat de
werkloosheid een gevolg van het kapitalis
me zou zijn. Spr was het met den hoer
v. Eek volkomen eens, dat de provincie
moet doen wat zij kan om de werkloosheid
te bestrijden
De heer V o n F i e c n n e, lid van Ged.
Staten, deelde mee, dat inzake de vaart
verbetering in het Weslland een bijdrage
is gevraagd van het Rijk van 600.000
Daaromtrent is nog geen bericht ingeko
men van den Minister van Waterstaat.
Inzake de verbetering van den Haas-
trechtschen dijk hebben Ged. Staten geen
afwijzend standpunt ingenomen tegenover
provincialen steun. Maar van de localiteit
kwamen daaromtrent geen verzoeken en
spr. meende, dat do localiteit groot belang
bij dezen weg heeft. God. Staten hebben
ernstig -overwogen den weg die 10 jaar
voor het autoverkeer gesloten is geweest,
weer te sluiten, maar de localiteit had
daartegen ernstige bezwaren. Ged. Staten
hebben toen van de sluiting afgezien on
der voorwaarde, dat de weg vergeterd zou
worden. Er is toen overeengekomen, dat
de provincie voorloopig den weg zou ver
beteren, waarbij Ged. Staten hoopten, dat
Prov. Staten dit goed zouden keuren en
dat zij ook dezen weg op het wegenplan
zouden plaatsen.
In de zomerzilting heeft de heer van
Muiswinkel gesproken over verbetering
boerderij verscheen, kocht ze de Btof voor
een nieuwe japon, een nieuwen hoed en oen
paar schoenen. Ze liet do naaister komen
en het kleedingstuk iu orde maken.
Vvat was Rosalie in de wolken, toen zo
den- Zondag daarop haar nieuwe jurk voor
't eerst aan had, een jurk, waarvoor zo
niemand hoefde te bedanken, omdat ze ge
kocht en gemaakt wae van haar eigen ver
diend geldl
„Meid, wat zie je der nou toch netjee
uit!" zei de boerin. „Nou ga je met den
baas en de jongens maar eene moe naar de
kerk, dan kunnen de lui onderweg meteen
crcis zien, hoe goed je het bij ons hebt."
En Rosalie begaf zich naar de kerk.
Met een gebedenboek in de hand legde ze
den anderhalf uur langen weg af in gezel
schap van andere kerkgangers.
Ze was erg verlegen en werd dit nog
meer, toen ze hoorde zoggen: „Is dat Rosa
lie niet van boer Benda? Wat ziet zo der
netjes uit. Heelemaal in 't nieuw! En wat
oen knappe meid is 't geworden."
Schuchter en bedeesd, een beetje bang
zelfs zooals sommige monschcn plegen
te zijn, als zo ergens voor hot eerst komen
trad ze het kerkgebouw binnen.
Daar stond zo nu.
Haar hart klopte snel bij het zien van
al uie dingen, dio zoo geheel vreemd voor
haar waren: het altaar, de preekstoel, de
doopvont, de heiligenbeelden.
Aandachtig luisterde ze naar de preek,
naar het orgelspel, naar het gezang, naar
liet altaarschellctjc. En dat allee vervulde
haar met zoo'n stille, warme vreugde, dat
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voer Vrijdag 18 November.
H i 1 v e r s u bi 1060 M
12.Politieber.
12.352.Lunch muziek door het trio
John ne'den, viool. M. v. 't Woud. cello.
G. Verhey, piano.
5.30'7.15 Concert door het AXRO-or-
kest.
7157.45 Landbouwhalfuurtjc: De be-
t eekenis der Bedrijfs-pluimveeliouderij.
Bern. H. Vos uit Enschede. Dir. O I'. C.
on Secr. der Ned. Pluimee-federatie.
7.45 Politieber.
8.10 Les vanwege het Onderwijsfonds
voor do Binnenvaart door don hoor T.
P. Kcyzer: Het Hellegat.
8.40 Kamermuziek door hel Dresdener
Strijkkwartet, bost uit do II.II Fritzschc,
Schneider, Riphahn en Kropholler. Hovyd
KrausAdema, zang.
10.Persber.
10.10 Vervolg Kamermuziek.
10.3012.Populair concert o.l.v.
Herm. Tennissen.
Huizen 1840 M. (na 6 uur 1950 M
12.301.30 K.R.O. Lunchmuziek door
Trio Winke's.
3.4K.R.O. Vrouwenuurtje. Mej. Dl
Twaalfhoven.
4.30 V.P R.O. Ziekenhalfuurtje.
5.Halfuurtje voor de rijpere jeugd.
C.Propaganda halfuur V P R O
7.7.30 K R.O Kerklatijn. Leo Speet.
7.30 Wendelmoetlierdenking Spr. Jo
hanna W A. Naber, over: Wendelmoet
Claesdochtcr van Monnikendam.
0.V.P.R.O.-persbureau
0.05 V.P.R.O. Franck-cyclus (3). Liedo
ren van G. Franck
Pavent r v. 1600 M
11.20 Davontry-kwartet on solisten.
12.50 Orgelconcert.
I.202.20 Orkestconcort.
3.20 Lezing.
345 Concert.
3.50 Lezing.
4.05 „Th© Tempest", tooneel.
5 05 Concert.
5.20 Tuinbouwpraatje.
5.35 Kinderuurtjo.
6 20 Orkestconcert.
6.50 Nieuwsber.
'7.05 Concert.
7.20 Causerie.
7.35 De fugo'8 van Bach.
7.45 Lezing: The modern drama.
8.05 Causerie.
8.20 National Syvmphonieconcort.
10.25 Niouwsbor.
10.40 Lezing: The photograph.
II.2012.20 Dansmuziek
R adi o-P a r i s 1750 M
10.5011.Concert.
12.502.10 Orkestconcert.
5.05-5.55 L;terair cn vocaal program
ma.
8 50—10.50 Conocrt.
I. a rvg e p b e r g, 469 M
12.301.50 OrkestcönreM.
5.206.20 Orkestconcort.
7.30 „Der Freischiitz", rom. opera in 3
acten van Weber. Daarna tot 11.20 Dans
muziek.
Königswusterh&usen. 1250 M
2.207.05 Lezingen cn lessen.
7.20 Symphonieconcert. Werken van P.
Schrekcr.
9.5011.50 Schlagers van Franz Léhar.
Hamburg, 395 M.
3.35 Willi. Hauff-hcrdonking.
'7.20 Musica farra. Werken van A.
Knabe Gem. koor en solisten.
9.50 Actueel uurtje. Daarna tot 11.50
Dansmuziek.
B r u s s e 1, 509 M
5.206.20 Trioconcert (plano, viool,
cello).
8.3510.35 „Louise", opera.
van don spoorweg tussclien Zwammerdam
èn Bodegraven. Deze kwestie is nog bi)
Geil. Staten in behandeling.
Spr. brak hier zijn rode af.
De vergadering werd te 1 uur verdaagd
tot heden 11 uur
■I^W—BQMMP—SgO—
ze zich verbeeldde in den hemel te zijn.
Haar kerkboek bleef dicht, want lezen
kon ze niet, maar voortdurend bad ze het
„Onze Vader" en hot „Wees gegroet".
Toen do dienst afgolooj>on was, vond ze
dit erg jammer cn het kostte haar heel
veel moeite te scheiden van oen plaats,
waar ze een ongekende rust gevonden had
en een blijheid, die zo niet onder woorden
brengen kon.
Op den terugwog kwam tante Chora, die
voor een keertje eens een vrome bevlieging
had gehad en Rosalie in de kerk rcods op
gemerkt had, naast haar loopen.
Dit beviel het meisje maar half. Veel lie
ver zou ze den weg alleen hebben afgelegd
maar ze had haar niet kunnen ontlooper
cn moest nu wel luisteren naar haar ijdef
gesnap.
„Kind," vleide ze, „wat ben jij opge
knapt! Wil je wol gclooven, dat je dei
haast oven deftig uitziet als een dame uit
de stad. En je bent knap goworden ook,
veel te knap om de varkons te voeren of
den mest uit den stal te halen. Als ik jou
was, bleef ik niet langer bij do Benda's dan
noodig was en zocht ik een netten dienst
in do stad. Daar kan je veel meer verdie
nen dan hier en zou je kunnen vooruitko
men. En dan je verval! Met kermis en
nieuwjaar krijg je fooien in overvloed! El
wie weet, hoe gauw jc daar een vrijer zou
hebben, want jo bent knapper dan je zcU
vermoedt."
(Wordt vervolgd).