TWEEDE MOEDER. •fMfEEDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" WOENSDAG 26 OCTOBER B8NWENLAND. |0V. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. ne Voorzitter. t>aron Sweerts de ,nda3 Wyborg, opende gisteren te our in naam der Koningin do najaars- paarnn ging de voorzitter voor in liet bruikelijke gebod. vervolgens werd overgegaan bot neb jkken dor afdeelingen. toorts werden aan do orde gesteld op November: de voortzetting van de be- Indeling der Prov. begrooting 1928 en ffing opcenten; overzicht ontwerp-be- poting voor 1928 met statistische tabel- i en het adres van den uitgever N. Sam- p te Alphen aan den Rijn. Het Provinciaal Wegenplan. Aan de orde was daarna het voorstel jn Ged. Staten tot vaststelling van een ov. Wegenplan, als bedoeld in art. 34 der sgenbelastingwet. jé Voorzitter stelt voor dit onder- rp in handen te stellen van een commis- bestaande uit de leden W. Warnaar, rgshoek, Brunt, Drees, v. Eeèteren, ten ,pe, ter Laan, Nivard, Trouw, Vlielan- t Van Voorst, C. Warnaar, van Zadel- f{ cn den gedeputeerde Von Fisenne. )p heer Jansen Maneschijn is i oordeel dat dit voorstel een breedere jandeling verdient en spr. stelt voor. t voorstel naar de afdeelingen te zenden. )e heer v. Voorst tot Voorst ver- art. zich tegen dit laatste voorstel. )e heer Van Aal ten is eveneens van lening, dat het onderwerp van zoo groot [ang is, dat men eerst een onderzoek or de commissie zou moeten hebben en arna een behandeling in de afdeelingen. st het oog op den door den minister ge ilden termijn kunnen w© echter nijpt au ra doen dan eerst, een behandeling in de leelingen en daarna verdere behandeling or een commissie. )e heer De Kanter maakt eenige op- irkingen in gelijken geest. )e heer L. De Vieser dringt aan op i zoo spoedig mogelijke behandeling in afdeelingen, terwijl daarnaast ook een omissie werkzaam zal kunnen zijn. )e Voorzitter merkt op, dat het re- ment een dergelijke dubbele behamdc- g van een onderwerp niet toelaat. h heer Ter Laan is van meening, dat choon de voorzitter formeel gelijk kan iben, we hier voor de eischen van de iktijb moeten wijken. Spr. wensoht dat i elke afdeeling een rapporteur in de omissie zitting heeft. )e heer Jansen Maneschijnis het t den voorzitter eens, dat het formeel t mogelijk is, dat de afdeelingen en een imissie naast elkaar werkzarm zijn. Bwel spr. gaarne een onderzoek in de eelingen had gezien, is hij van mee- jr, dat zijn voorstel geen meerderheid verkrijgen, en trekt hij zijn voorstel in. [et voorstel van den voorzitter wordt irna. z. h. st. aangenomen. )e vergadering wordt verdaagd, tot 16 «nber, 11 uur. JIT HET BLOEMBQLLENBEDRIJF. n wederwoord van den heer Loerakker aan het Kweekersblad. )e heer A. J. Loerakker schrijft in do H. Crt.'' bet volgende: Eet „Kweekersblad" was zoo welwillend dge beschouwingen te wijden aan de le door mij op 9 October j.l. te Lisse iouden. Het kon ook welhaast niet an- rs, want het betreft hier, naar het mij voorkomen, een voor bet bedrijf )§st belangrijke aangelegenheid. W kan dus het „Kweekersblad" liet I ééns zijn met mijn betoog; uit het t, dat 't de betrekkelijke aangelegenheid n ernstige besprekingen onderwerpt, ikt andermaal, dat het volle aandacht icnkt aan alles wat op bet terrein van i bedrijfsleven in deze streek voorvalt, laarvoor kan ik niet anders dan waar- iring gevoelen, hetgeen niet wegneemt, t ik het op mijn beurt niet ééns kan i met betgeen bedoeld blad omtrent dat lerwerp ten beste geelt, ïiet onjuist, maar in dit verband to- 1 overbodig, is de bemerking, dat de leiders er vaak weinig aan denken, dat energie van de patroons op handels- jed niet slechts aan hen zelf, maar FEUSLLETOÉfê., Kaar het Fransch, v. H. GREVILLE - Is uw keus gevallen op een man r mij? was het bedaard-verwonderde Koord, hetwelk de grootmoeder een wei- uit het veld sloeg. Jain die eobtvereeniging ligt al- besloten: een mooio naam, een vermo- 1 dat je geen oneer aan doet, een beste Di en daarenboven blijven we buren, dat ik je 's zomers bij mij kan heb- Bedoelt u mijnheer de Varcourt? vroeg ïlina. •e kalmte die zij voorgaf was zoo wei- in harmonie met het groote nieuws, de grootmoeder daar verbaasd over Dd en bijna boos werd. En wanneer het mijnheer de Varcourt njn? vroeg zij met een vleugje ironie, jïelrna bleef zwijgen en mevrouw de la 'veraye zette de lofprijzing van haar ibermeling voort. •Heb je daar niets op te zeggen? vroeg eindelijk geprikkeld door Yvelina's sfcil- '8 eerst een bewijs van eerbied en on- ^rpenheid scheen, maar spoedig angsfc- 'kcDcl werd. Ik luister naar u, grootmama, ant- het geslepen meisje. Maar staat hij je aan? jeliüa sloeg vrijmoedig haar blauwe a op de oude dame en antwoordde aard; ook aan de duizenden arbeiders, in dat bedrijf werkzaam, ten goede komt. Dat is door mij uitdrukkelijk voorop gesteld on wie twijfelt, kan hetzelfde lezen in ,,de(n) R. K. Landarbeider" van 2 Sep tember j.l. Daarover bestaat dus tusschen ons geen meeningsverschil. Maar wèl over de za^ak zelf. Het „Kweekersblad" geeft nu eenige voorbeelden van bedrijven, doch heeft de voorbeelden zóó gekozen, dat het daarin steun vindt voor de ietwat verbijsterende conclusie; hoe minder leeg land in den winter, hoe meer vaste arbeiders. (Deze voorbeelden zijn door ons niet uit het Kweekersblad overgenomen. Red. L. Crt.) Het zou mij weinig inspanning kosten, om die bedrijven, of juister ondernemin gen, als voorbeeld te nemen, waarop een juist tegenovergestelde conclusie zou- pas sen, en deze zou dan tevens heel wat be ter den algemeenen toestand weergeven. Doch zulke voorbeelden hebben altijd iets willekeurigs, vooral in het bloembollenbo- drijf, waar men nauwelijks enkele onder nemingen kan aanwijzen, die onder gelijke omstandigheden werken, zoodat men met enkele voorbeelden te noemen, letterlijk alles zou kunnen bewijzen. We kunnen die voorbeelden dan ook gevoeglijk laten voor wat ze zijn; iedereen, die met den gang van zaken in de bloem bollenstreek waarmede in dit verband vooral het centrum daarvan bedoeld wordt op de hoogte is, weet het, dat mede door het volplanten van vrijwel al het beschikbare teelland, de werkzaamhe den verplaatst worden van den winter naar den zomer. Dat is een waarheid, wel ke men met geen duizend voorbeelden on dersteboven kan stooten. Daaruit volgt dan ook logisch en wie niet blind is, kan elk jaar de fedten waar nemen dat Ons bedrijf, hetwelk toch reeds een seizoenhedrijf is, des zomers nog meer belast wordt en allerhande krachten naar de streek trekt, waarvoor des winters, niet alleen in verhouding, maar ook in absoluten zin, steeds minder emplooi is te vinden. Er komt inderdaad des zomers méér werk, maar op een tijdstip, dat er toch reeds drukte is en dat we aan dat meer dere werk niet de minste behoefte hebben. Dat trekt arbeiders, die in den winter het toch al reeds groot getal werkloozen nog komen aanvullen. En nu kan men er over praten, zoolang men wil, maar het is een door en door ongezond verschijnsel, wanneer een ge lukkig bloeiend bedrijf des winters zoo veel mannen op de straat werpt, zonder alle krachten mobiel te maken, om dat aantal te beperken. Zoo en niet anders zijn de feiten. En nu de waarheid daarvan. Het is of juister: bet schijnt voor- deelig, om zooveel mogelijk het land vol te planten. Men beeft dan voor een bepaal de hoeveelheid Bloembollen minder land noodig en dat is, op zichzelf beschouwd, inderdaad een voordeel. Maar hoe bere kent men de schade, veroorzaakt door 'n steeds grooter wordende hoeveelheid meu- schen, die des winters en steeds lang duriger zonder werk loopen? Moeten die des winters niet leven? Zij zijn weliswaar niet productief; maar staan daarom de behoeften stil? Laten wij eens aannemen, dat de ge meenten deze menschen aan hun lot over lieten, dan zou dat niet alleen uiterst on billijk zijn, maar wie gelooft dan, dat we niet voor ongewenschter toestanden zou den komen. Maar ook de gemeenten hebben geen geld van zich zelf en hoe men het ook keert of draait: de onderhoudskosten van die menschen moeten ten slotte toch weer uit het overheerschend bedrijf komen, zij 't dan in den vorm van belastingen. Prac- tisch komt de zaak dus zóó te staan, dat het .bedrijf die menschen wel op straat werpt, maar in den vorm van belastingen, welke bovendien het levenspeil verhoogen, toch weer, althans voor een belangrijk deel, daarvoor zorgen moet. En telt dan je winst maar eens! Maar ik wil bet „Kweekersblad'' de volle maat geven en nu maar eens als een axioma aanvaarden, dat de maatregel toch nog zeer voordeelig is, daarmede is in geen enkel opzicht de kern van mijn betoog aangetast, waarin ik vooral in het licht stelde, dat oen steeds grooter wor dend percentage losse arbeiders op den duur de uitoefening van ons bedrijf schier onmogelijk maakt. Want werkloosheid op een zóó groote schaal brengt niet alleen materieele, maar minstens evenzeer moreele ellende en hoe denkt men zich nu toch een rustig bedrijf te kunnen houden, indien het moreel van de arbeiders steeds minder zou worden? Niet voor niets heb ik er op gewezen, dat de werkgevers vooral de ongeor ganiseerden niet dankbaar genoeg kun nen zijn, dat de organisaties van patroons en arbeiders reeds vroeg in het voorjaar tot overeenstemming trachten te komen omtrent de bepalingen van het coll. con tract, waardoor alle patroons, niet alleen in theorie maar ook practisch, gerust hun reis kunnen ondernemen, zonder zelfs aan eenige stoornis te denken. Het feit, dat zulks ook den arbeiders ten goede komt, verandert daaraan niets. Hoe vaak ik ook met de vertegenwoor digers van de werkgevers van meening verschilde, heb ik toch respect voor hun werk, dat door velen van hun collega's niet eens begrepen en door een nog groo ter deel niet gewaardeerd wordt. En toch hangt van het al of niet tot stand komen van het collectief contract de rust in het bedrijf af, zelfs in die mate, dat geen enkele werkgever er thans reke ning mee houdt, dat er wel eens stagnatie zou kunnen komen. En zij hebben gelijk; zij mogen zoo den ken, zoolang.er een voldoend aantal arbeiders is, dat bij het contract geïnte resseerd is, en zich daardoor gebonden gevoelt. Maar als straks in het centrum van de streek de overgroot© meerderheid uit losse arbeiders bestaat, die dus niet door het contract gebonden zijn, die uiteraard ook minder gevoelen voor een bedrijf, dat hen periodiek in de narigheid stort, gelooft men dan werkelijk, dat daarin geen ver andering komt? Er is, dunkt mij, al heel weinig sociaal inzicht voor noodig, om te begrijpen, dat zooiets ons tot den chaos zou voeren. En ziedaar dan ook de groote grief van het bestuur van „St. Deusdedit", waarvan ik de vertolker mocht zijn: de patroons in de bloembollenstreek zijn energieke werkgevers en uit dien hoofde kunnen ook de arbeiders hen stellig waardeeren, maar in algemeenen zin gedacht, nemen zij te weinig nota van het maatschappelijk ge beuren; zij zijn sociaal gedacht niet „bij den tijd''. Dat moet zich op den duur wreken en daartegen moest worden gewaarschuwd. Nu de patroons zelf de gevaren niet zien, moesten de arbeiders daarop wel de aan dacht vestigen. Terecht merkt het „Kwee kersblad" op dat de organisaties van de arbeiders door moeizaam ijveren, zich me dezeggenschap hebben veroverd bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden in engeren zin. Maar het „Kweekersblad" kan het niet vergeten zijn, dat zulks niet van zelf gekomen is en dat dit onder lie vig verzet van een groot aantal werkge vers een feit geworden is. Het is zelfs zeer de vraag, of er nog niet een betrekkelijk groot aantal is, dat slechts noode zich daarbij aanpast, of schoon toch ieder weldenkend werkgever zal moeten erkennen dat het collectief contract voor de rustige ontwikkeling van het bedrijf een zegen is geweest. Niet om aan een luim le voldoen, maar uit zelfbehoud hetwelk ook thans weer samenvalt met het behoud van het bedrijf verlangen de arbeiders, dat er meer re kening zal worden gehouden ook met hun belangen, en dat kón niet afdoende door den individueelen werkgever geschieden. Daarom verlangen zij een meer volledige samenwerking, waarvoor noodig is een meer volledige organisatie van het bedrijf, waarin ook zij hun stem kunnen doen hooren en hen dus de noodigo medezeg genschap over de algemeene bedrijfsver- houdingen wordt toegekend. Het heeft thans geen zin, om over de onderdeelen van een dergelijke organisa tie te praten, maar voor die gedachte zul len de arbeidersorganisaties met steeds grooter kracht gaan ijveren, dat staat wel vast. Doen nu de werkgevers verstandig, door zich andermaal onvrijwillig daartoe te la ten brengen en de toch waarlijk niet on rechtmatige verlangens van de arbeiders maar naast zich neer te leggen? Mij dunkt van niet. Zij zullen verstandig handelen, Bijvoorbeeld zijn spraakvermogen! Hij praat als een kip zondor kop! Waarlijk m'n kind, ik weet niet wat er met jou gebeurd is. maar je praat op oen toon Grootmama, hernam het meisje rood van opwinding, ik herkon u niet meerl TJ bent toch goed en verstandig en nu wilt u dat ik mijn leven verbind met zoon vreemden snaak. Hebt u hem dan nooit goed aangekeken. Het tooneel dat volgde was ongemeen heftig. Mevrouw de la Rouveraye die nooit driftig was, hield een ware parade van kwetsende, tweesnijdige woorden, die onr uitwischbare lidteekenen achter zouden la ten. Yveilina, het vanaf haar kinderjaren ver wende meisje, opgegroeid als een kleine egoïst zag zioh voor do eerste maal zóó behandeld. Een oogenblik zag zij de wa re genegenheid van haar grootmoeder over het hoofd om alleen nog maar haar des potisme te bemerken. Haar gemoed kwam in opstand en zij toonde zich waarlijk on dankbaar. Na eenige schermutselingen stond de •grootmoeder op. Zeker, besloot zij, ik kan je er niet toe dwingen mijnheer de Varcourt te trou wen als hij je zoozeer tegenstaat, maar mij dunkt dat mijn achttien jaren zorg en genegenheid behalve dan nog do verplich ting die de natuurwet jc oplegt, wat meer onderwerping verdienen. Ik eerbiedig u en houd van u groot moeder, maar ik heb nooit gedacht dat achttien jaar van uw moederlijke zorgen vergeleken kon worden met het geluk van mijn geheele leven- Wie ook de man mo- indien zij zich daarover met de arbeiders verstaan on al vast in eigen onderneming probeeren de werkgelegenheid in den win ter op te voeren. Laten zij bedenken, dat hetgeen econo misch juist schijnt, dit nog niet altijd is en sociaal gedacht, de grootst mogelijke ellende kan scheppen. Waarvoor in dit ge val het gevaar al bijzonder groot is. Het onderzoek naar de prijsvorming. Plaatselijke enquête. Men weet, dat do sub-oommissie uit de Staatseommissio voor do Economische Po litiek, in opdracht dor regeering een onder zoek moet instellen naar do prijsvorming in het midde nstandebedrij f Wij vernemen thans, dat de sub-commis sie twee „enquêteurs" heeft aangesteld om, voorloopig alleen te 's-Gravenliage, oen onderzoek te doen naar de prijsvor ming in het kruideniers vak. Do sub-com missie heeft het onderzoek voorshands tot één vak en tot één gemeente beperkt, ten einde in de praktijk te kunnen nagaan, in hoever het met kans op een goed re sultaat kan worden goliouden ook in de andere gemeenten en uitgebreid tot an dere .vakken. Het onderzoek der enquêteurs loopt over de tot standkóming van den eind prijs in het kruideniers vak en van de winstmarge, bruto en netto, op de verschillende wa ren. „Hbld." „De Telegraaf" en de zender te Huizen. Het goede voorbeeld. Een onzer lezers in de hoofdstad ver zoekt ons te willen mededeelen, dat hij als protest op de campagne van „De Tele graaf" tegen de oprichting van het Radio zendstation to Huizen, zijn abonnement op dit blad heeft opgezegd, en tevens de verplichting op zich neemt om voor den K. R. O. oen flink aantal donateurs te werven. De schrijver van het stuk, die op ons blad is geabonneerd, voegt er aan toe: Ik hoop dat door de houding van „Do Telegraaf" nog velen, die, helaas, even als ik, tot heden doof bleven voor de roepstem van den K. R. 0. thans duidelijk zal zijn geworden waar hun plaats is. U beleefd dankend. Geachte Redactie, teeken ik H. K. Moge het voorbeeld van H. K. bij ve len navolging vinden. „Tijd". Katholieke solidariteit. Men schrijft uit Bergorijk aan hot „Hgz.": Dc heer W. L., meesterknecht aan Van der Grint ens sigarenfabriek, werd de zer dagen plotseling ziek. Zijn toestand verergerde zoo, dat hem de laatste H.H. Sacramenten moesten worden toegediend, de werklieden der fabriek, die L. een groo te achting toedragen, organ iseerer» spon taan oen bedevaart voor de gene: *g van hun baas. In den vroegen morgen trok men haar de kapel van St.. Gerard its Majolla to Weebosch. Hoewel verecheidc.no uren ver moesten lcomcn, ontbrak er van do 45 werklieden niet één aan dc gezamenlij ke H. Communie, waaraan eveneens do fa brikant deelnam. Het gebeurde eveneens, dat in d" schafttijd de Rozenkrans word gebeden. Een prachtig voorbeeld van Ka tholieke solidariteit! _JLetteren PCtanst ALGEMEENE R. K. KUNSTENAARS- VERËENIGING. Bezoek aan de kerk van de H. Thomas aan de Rozenkranskerk en aan het klooster van de H. Rita te Amsterdam. Het persbureau Vaz Dias zendt ons het volgende verslag: Door de Afdeelingen Beeldhouwkunst, schilderkunst en bouwkunst van bovenge noemde veroeniging werd Zaterdag j.l. een vergadering gehouden te Amsterdam. Als gewoonlijk werd een belangrijk ge deelte van den dag besteed aan enkele ex cursies. Eerst werd bezocht de kerk van de H. Thomas van Aquinb in de Rijnstraat, welke kerk gebouwd is door architect Jacq. Duncker. Aan dezo kerk, oorspronkelijk bedoeld go zijn, welke" de hemel mij zal schenken, ik wil hem in ieder geval achten en lief hebben. zooals mijn vader moeder hoog schatte Je bent een dwaas kindzei de groot moeder met ingehouden toorn. Ga naar je kame en verlaat die niet dan om mij ver giffenis te vragen. Daarop ging zij heen, geheel ontdaan ondanks haar kalm uiterlijk en zij vroeg zich af wat de oorzaak was van de onbe grijpelijke gesteltenis van Yvelina. Zij ver moedde niet in 't minst dat die veront waardiging zijn ooirspjrong vond in een jonge, opkomende liefde, die meester wil de blijven van de toekomst. Naar haar kamer gaan? Daar voelde Yvelina al heel weinig voor. Met haar glooiende wangen en kokend bloed had zij frissohe lucht en ruimte noodig. Ze be sloot dus naar buiten in het park te gaan en daar kwam haar opgewonden gemoed een weinig tot rust. Nadat haar zenuwen voldoende bekoeld waren na een flinke wandeling zette zij zich op een bank nader en begon vrijuit te weenen. Men had. haar leven haar geluk om persoonlijke belangen willen opofferen. Anne Yvelina! Gelukkig had zij haar wil getoond en men zou haar niet tegen dien wil in kunnen uithuwelijken. En hij die haar liefhad, wat zou hij wel gezegd heb ben als hij wist dat men haar zoo ongeluk kig wilde maken? Hoc graag was zij nu naar de nederige woning der familie de Présanccs gevlucht om daar haar hart voor haar nicht uit te storten! Was het zoo ver en zou zij er waarlijk niet naar toe kunnen gaan? Maar na ©enig nadenken kleurde zo van UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Di nderdag 27 October. Hilversum, 1050 M. 12.Politieber. 12.352.Lunch muziek door het Trfa- nontrio. 3 304.30 Uurtje voor woe** m .dekok hui zen door mevr. Ant. y Dijk 5.6.45 Concert door hot Rlirvg etv. semble. 6.457.15 lezing door den hoer J L Schoeler v. h. dep. van Openb. Onderwijs te Kaapstad, over: Zuid-Afrika. 7.157.45 Herhaling le Engelsche proefles voor gevordorden, door Frod. Fry. 10.30 Persber. 8.10 Operaconcert door hel ANRO-Or- kest o.l.v. Nico Treep. Met medow. van Greta Santhagens, sopraan. Chris de Vos, tenor. Gerard Leenders, bas. Huizen 1940 M. 12.301.30 N. C. R. V. Lunchmuzick Mevr. Gantév. Amerongen, sopraan. Mevr. Lies v. d. BrinkPrakkcr, fluit. Pianobegel. 5-6.N. G. R. V. Orgelconcert door den heer Smit Duyzentkunst. 7.7.30 Lessen van Instituut Schroc- vers. Boekhouden. 7.308.Spreker: P. Offriugan, Ermo- lo: Och, dat Ismaël mocht leven voor Uw aangezicht 8.N. G. R. V. Amcrsfoortschc avond. In de Nieuwe Kerk aldaar. G. v. d. Burg, orgel en piano. Jac. J. v. d. Burg, piano. J. B. Groo ten dorst, declamatie. Chr. Man nenkoor „Jubal", dirig. Hr. G. v. d. Burg. Toespraak van ds. K. den Hollander, Ned. Herv. Pred.: Van Hooren en Zien. Slot woord door ds. F. A. den Boeft,, Ger. Pre dikant: Als ik. D a v en t r y, 1600 M. 11.20 Daventry-kwartet en solisten. 1.202.20 Gramafoonmuzick. 2.50 Lezing The fall of the leaf, tho work of the Earthworm. 3.20 Vesper in de Westminster Abbey. ■4.05 Causerie: A girl's school outfit. 4.20 Concerlorgelbespeling. 4.35 Lezing: Implements and ideas. 4.50 Concerlorgelbespeling. 5.20 Sopraanzang. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Landbouwber. G.40 Dansmuziek. 6.50 Tijds., weerbcr., nieuws. '7.05 Barilonzang. 7.20 Lezing: Music in the theatre. 7.35 Pianosonates van Haydn. 7.45 Lezing: Pioneers of astronomy Newton. 8.05 Concert. Hallo-orkest o.bv. Sir. Ha milton Harty. (Om 9.05 woerber.). 9.55 Lezing: Helsingfors and lbo pro- gressise republic of Finland. 10.10 Plantageliedjes Orkest en (bas-alt). 10.50—12.20 Dansmuziek. Rad i o-P aris 1750 M. 10.50 Muziek. 12.502.10 Orkostconcert. 5.055.55 Kinderuurtje. 8.5010.50 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 4G9 M. Munster, 242 M., Dortmund, 283 M. 12.301.50 OrkeslconcerL 4.505.50 Vesperconcert G.25 Orkostconcert. 8.30 Voorlezing door E. Borkman. 9.101.050 Lichte muziek door het We- rag-orkost. ■Königs wufiterhauson 1250 M. 1.507.05 Lezingen en lessen. 7.50 Causerie over de operette. Zang en muziek u. d. operette. 9.5010.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 4.20 Concert. 5,20 Vroolijk concert. G.45 „Das Wunder der Heliane", opera in 3 acten van H. Kallnoters en Korngold. Daarna tot 11.10 Dansmuziek. Brussel 5U9 M. 5.206.20 Kindcruurlje. 8 35 Concert. 9.30 Lezing. 10.1011.Dansmuziek. garen ■iiHiiiii BI >iw MII w i iwiiiMirynrma-SE^ sGtiaamlc. A George thuis was, wat moest hij dan wel denken? Geleek dat niet of zij hom tegemoet kwam Goed beschouwddacht zij verder, wat verkeerds steekt daar eigenlijk in? Was het vermogen dat zij bezat niet eer der een reden oen stap to doen, waartoe George in zijn fiere armoede, nooit zou durven komen? Hoe zoet zou dat zij met open armen op hem toe te treden cn dan te zoggen: „Ik heb alles geraden!" Mevrouw de la Rouveraye had tooh wel gelijk gehad. Yvelina was een beetje ro mantisch Plotseling schrok zij; wat zou or van haar worden als George koel mocht ant woorden: ,.U hebt u vergist, ik voel niets bijzonders voor u!" Hij had iminers niets gezegd..*., dus kon zij zich vergissen. Ar me Yvelina, wat. was hot leven wreed Na rustig geschreid tc hebben keerde zij naar 't kasteel terug. Het middagmaal, zou weldra opgediend worden en zij wilde niet op zich laten wachten, want het bevel tot zelf opsluiting had zij niet voor ernstig ge houden. Zij was nooit zeer gehoorzaam geweest maar haar ongehoorzaamheid had toch zoldcn tot oen botsing geleid. Trou wens haar grootmoeder vond dat het beter was de oogen te sluiten voor het verleden, zoodra alles weer in orde was. Uitsteken de grondstelling wanneer men den vrede lief heeft, maar haar resultaten in de toe komst reiken soms verder dan men had kunnen vooTzien. Op weg naar huis hoorde Yvelina de stem van Piet. (Wordt vervolgd.) Neen grootmama! Wat neen? En je laat mij praten, al- leB uitleggen.Wat moet dat beteeke- nen? Mijnheer de Varcourt staat mij niet aan, maar ik dacht dat het mijn plicht was aan te hooren alles wat n van hem weet te vertellen, misschien dat ik op die ma-nier iets verneem wat mijn smaak kan beïnvloeden, hetgeen tot nu toe niet het geval is. Beïnvloeden? Ik begrijp je niet m'n kind. Wat verwijt je mijnheer de Varcourt dan? Ik verwijt hem niets! Alleen interes seert hij mij niet. De oude dame keek haar kleindochter onderzoekend en scherp aan. Zoo'n taal was beslist iets nieuws voor haar. Sinds wanneer durfde men zoo lijnrecht ingaan tegen den wijzen raad van een mensch met zooveel ondervinding? Je wilt misschien voor man een held, een ridder uit den tijd der Kruistochten? hernam zij met een flauw glimlachje; ik wist niet dat je zóó romantisch was Ik ben niet romantisch grootmama, maar mijnheer de Varcourt vertoont niets dat mijn aandacht trekt of mij be lang inboezemt. 't Is een flinke, mooie jongen.... prees mevrouw de la Rouveraye. 't Lijkt wel een porceleine pop, zei Yvelina plotseling geprikkeld, maar dan een die om de andere minuut kleurt; neen zoo'n zonderling wezen Men trouwt niet alleen om den uiter- 1 ijken schijn, verdedigde mevrouw de la Rouveraye haar stelling, mijnheer de Var court heeft degelijke eigenschappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3