TWEEDE MOEDER.
•fMfEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
WOENSDAG 26 OCTOBER
B8NWENLAND.
|0V. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
ne Voorzitter. t>aron Sweerts de
,nda3 Wyborg, opende gisteren te
our in naam der Koningin do najaars-
paarnn ging de voorzitter voor in liet
bruikelijke gebod.
vervolgens werd overgegaan bot neb
jkken dor afdeelingen.
toorts werden aan do orde gesteld op
November: de voortzetting van de be-
Indeling der Prov. begrooting 1928 en
ffing opcenten; overzicht ontwerp-be-
poting voor 1928 met statistische tabel-
i en het adres van den uitgever N. Sam-
p te Alphen aan den Rijn.
Het Provinciaal Wegenplan.
Aan de orde was daarna het voorstel
jn Ged. Staten tot vaststelling van een
ov. Wegenplan, als bedoeld in art. 34 der
sgenbelastingwet.
jé Voorzitter stelt voor dit onder-
rp in handen te stellen van een commis-
bestaande uit de leden W. Warnaar,
rgshoek, Brunt, Drees, v. Eeèteren, ten
,pe, ter Laan, Nivard, Trouw, Vlielan-
t Van Voorst, C. Warnaar, van Zadel-
f{ cn den gedeputeerde Von Fisenne.
)p heer Jansen Maneschijn is
i oordeel dat dit voorstel een breedere
jandeling verdient en spr. stelt voor.
t voorstel naar de afdeelingen te zenden.
)e heer v. Voorst tot Voorst ver-
art. zich tegen dit laatste voorstel.
)e heer Van Aal ten is eveneens van
lening, dat het onderwerp van zoo groot
[ang is, dat men eerst een onderzoek
or de commissie zou moeten hebben en
arna een behandeling in de afdeelingen.
st het oog op den door den minister ge
ilden termijn kunnen w© echter nijpt au
ra doen dan eerst, een behandeling in de
leelingen en daarna verdere behandeling
or een commissie.
)e heer De Kanter maakt eenige op-
irkingen in gelijken geest.
)e heer L. De Vieser dringt aan op
i zoo spoedig mogelijke behandeling in
afdeelingen, terwijl daarnaast ook een
omissie werkzaam zal kunnen zijn.
)e Voorzitter merkt op, dat het re-
ment een dergelijke dubbele behamdc-
g van een onderwerp niet toelaat.
h heer Ter Laan is van meening, dat
choon de voorzitter formeel gelijk kan
iben, we hier voor de eischen van de
iktijb moeten wijken. Spr. wensoht dat
i elke afdeeling een rapporteur in de
omissie zitting heeft.
)e heer Jansen Maneschijnis het
t den voorzitter eens, dat het formeel
t mogelijk is, dat de afdeelingen en een
imissie naast elkaar werkzarm zijn.
Bwel spr. gaarne een onderzoek in de
eelingen had gezien, is hij van mee-
jr, dat zijn voorstel geen meerderheid
verkrijgen, en trekt hij zijn voorstel in.
[et voorstel van den voorzitter wordt
irna. z. h. st. aangenomen.
)e vergadering wordt verdaagd, tot 16
«nber, 11 uur.
JIT HET BLOEMBQLLENBEDRIJF.
n wederwoord van den heer Loerakker
aan het Kweekersblad.
)e heer A. J. Loerakker schrijft in do
H. Crt.'' bet volgende:
Eet „Kweekersblad" was zoo welwillend
dge beschouwingen te wijden aan de
le door mij op 9 October j.l. te Lisse
iouden. Het kon ook welhaast niet an-
rs, want het betreft hier, naar het mij
voorkomen, een voor bet bedrijf
)§st belangrijke aangelegenheid.
W kan dus het „Kweekersblad" liet
I ééns zijn met mijn betoog; uit het
t, dat 't de betrekkelijke aangelegenheid
n ernstige besprekingen onderwerpt,
ikt andermaal, dat het volle aandacht
icnkt aan alles wat op bet terrein van
i bedrijfsleven in deze streek voorvalt,
laarvoor kan ik niet anders dan waar-
iring gevoelen, hetgeen niet wegneemt,
t ik het op mijn beurt niet ééns kan
i met betgeen bedoeld blad omtrent dat
lerwerp ten beste geelt,
ïiet onjuist, maar in dit verband to-
1 overbodig, is de bemerking, dat de
leiders er vaak weinig aan denken, dat
energie van de patroons op handels-
jed niet slechts aan hen zelf, maar
FEUSLLETOÉfê.,
Kaar het Fransch, v. H. GREVILLE
- Is uw keus gevallen op een man
r mij? was het bedaard-verwonderde
Koord, hetwelk de grootmoeder een wei-
uit het veld sloeg.
Jain die eobtvereeniging ligt al-
besloten: een mooio naam, een vermo-
1 dat je geen oneer aan doet, een beste
Di en daarenboven blijven we buren,
dat ik je 's zomers bij mij kan heb-
Bedoelt u mijnheer de Varcourt? vroeg
ïlina.
•e kalmte die zij voorgaf was zoo wei-
in harmonie met het groote nieuws,
de grootmoeder daar verbaasd over
Dd en bijna boos werd.
En wanneer het mijnheer de Varcourt
njn? vroeg zij met een vleugje ironie,
jïelrna bleef zwijgen en mevrouw de la
'veraye zette de lofprijzing van haar
ibermeling voort.
•Heb je daar niets op te zeggen? vroeg
eindelijk geprikkeld door Yvelina's sfcil-
'8 eerst een bewijs van eerbied en on-
^rpenheid scheen, maar spoedig angsfc-
'kcDcl werd.
Ik luister naar u, grootmama, ant-
het geslepen meisje.
Maar staat hij je aan?
jeliüa sloeg vrijmoedig haar blauwe
a op de oude dame en antwoordde
aard;
ook aan de duizenden arbeiders, in dat
bedrijf werkzaam, ten goede komt.
Dat is door mij uitdrukkelijk voorop
gesteld on wie twijfelt, kan hetzelfde lezen
in ,,de(n) R. K. Landarbeider" van 2 Sep
tember j.l.
Daarover bestaat dus tusschen ons
geen meeningsverschil.
Maar wèl over de za^ak zelf.
Het „Kweekersblad" geeft nu eenige
voorbeelden van bedrijven, doch heeft de
voorbeelden zóó gekozen, dat het daarin
steun vindt voor de ietwat verbijsterende
conclusie; hoe minder leeg land in den
winter, hoe meer vaste arbeiders. (Deze
voorbeelden zijn door ons niet uit het
Kweekersblad overgenomen. Red. L. Crt.)
Het zou mij weinig inspanning kosten,
om die bedrijven, of juister ondernemin
gen, als voorbeeld te nemen, waarop een
juist tegenovergestelde conclusie zou- pas
sen, en deze zou dan tevens heel wat be
ter den algemeenen toestand weergeven.
Doch zulke voorbeelden hebben altijd iets
willekeurigs, vooral in het bloembollenbo-
drijf, waar men nauwelijks enkele onder
nemingen kan aanwijzen, die onder gelijke
omstandigheden werken, zoodat men met
enkele voorbeelden te noemen, letterlijk
alles zou kunnen bewijzen.
We kunnen die voorbeelden dan ook
gevoeglijk laten voor wat ze zijn; iedereen,
die met den gang van zaken in de bloem
bollenstreek waarmede in dit verband
vooral het centrum daarvan bedoeld
wordt op de hoogte is, weet het, dat
mede door het volplanten van vrijwel al
het beschikbare teelland, de werkzaamhe
den verplaatst worden van den winter
naar den zomer. Dat is een waarheid, wel
ke men met geen duizend voorbeelden on
dersteboven kan stooten.
Daaruit volgt dan ook logisch en wie
niet blind is, kan elk jaar de fedten waar
nemen dat Ons bedrijf, hetwelk toch
reeds een seizoenhedrijf is, des zomers
nog meer belast wordt en allerhande
krachten naar de streek trekt, waarvoor
des winters, niet alleen in verhouding,
maar ook in absoluten zin, steeds minder
emplooi is te vinden.
Er komt inderdaad des zomers méér
werk, maar op een tijdstip, dat er toch
reeds drukte is en dat we aan dat meer
dere werk niet de minste behoefte hebben.
Dat trekt arbeiders, die in den winter het
toch al reeds groot getal werkloozen nog
komen aanvullen.
En nu kan men er over praten, zoolang
men wil, maar het is een door en door
ongezond verschijnsel, wanneer een ge
lukkig bloeiend bedrijf des winters zoo
veel mannen op de straat werpt, zonder
alle krachten mobiel te maken, om dat
aantal te beperken.
Zoo en niet anders zijn de feiten.
En nu de waarheid daarvan.
Het is of juister: bet schijnt voor-
deelig, om zooveel mogelijk het land vol te
planten. Men beeft dan voor een bepaal
de hoeveelheid Bloembollen minder land
noodig en dat is, op zichzelf beschouwd,
inderdaad een voordeel. Maar hoe bere
kent men de schade, veroorzaakt door 'n
steeds grooter wordende hoeveelheid meu-
schen, die des winters en steeds lang
duriger zonder werk loopen? Moeten
die des winters niet leven?
Zij zijn weliswaar niet productief; maar
staan daarom de behoeften stil?
Laten wij eens aannemen, dat de ge
meenten deze menschen aan hun lot over
lieten, dan zou dat niet alleen uiterst on
billijk zijn, maar wie gelooft dan, dat we
niet voor ongewenschter toestanden zou
den komen.
Maar ook de gemeenten hebben geen
geld van zich zelf en hoe men het ook
keert of draait: de onderhoudskosten van
die menschen moeten ten slotte toch weer
uit het overheerschend bedrijf komen, zij
't dan in den vorm van belastingen. Prac-
tisch komt de zaak dus zóó te staan, dat
het .bedrijf die menschen wel op straat
werpt, maar in den vorm van belastingen,
welke bovendien het levenspeil verhoogen,
toch weer, althans voor een belangrijk
deel, daarvoor zorgen moet.
En telt dan je winst maar eens!
Maar ik wil bet „Kweekersblad'' de
volle maat geven en nu maar eens als een
axioma aanvaarden, dat de maatregel
toch nog zeer voordeelig is, daarmede is
in geen enkel opzicht de kern van mijn
betoog aangetast, waarin ik vooral in het
licht stelde, dat oen steeds grooter wor
dend percentage losse arbeiders op den
duur de uitoefening van ons bedrijf schier
onmogelijk maakt.
Want werkloosheid op een zóó groote
schaal brengt niet alleen materieele, maar
minstens evenzeer moreele ellende en hoe
denkt men zich nu toch een rustig bedrijf
te kunnen houden, indien het moreel van
de arbeiders steeds minder zou worden?
Niet voor niets heb ik er op gewezen,
dat de werkgevers vooral de ongeor
ganiseerden niet dankbaar genoeg kun
nen zijn, dat de organisaties van patroons
en arbeiders reeds vroeg in het voorjaar
tot overeenstemming trachten te komen
omtrent de bepalingen van het coll. con
tract, waardoor alle patroons, niet alleen
in theorie maar ook practisch, gerust hun
reis kunnen ondernemen, zonder zelfs
aan eenige stoornis te denken.
Het feit, dat zulks ook den arbeiders
ten goede komt, verandert daaraan niets.
Hoe vaak ik ook met de vertegenwoor
digers van de werkgevers van meening
verschilde, heb ik toch respect voor hun
werk, dat door velen van hun collega's
niet eens begrepen en door een nog groo
ter deel niet gewaardeerd wordt.
En toch hangt van het al of niet tot
stand komen van het collectief contract de
rust in het bedrijf af, zelfs in die mate,
dat geen enkele werkgever er thans reke
ning mee houdt, dat er wel eens stagnatie
zou kunnen komen.
En zij hebben gelijk; zij mogen zoo den
ken, zoolang.er een voldoend aantal
arbeiders is, dat bij het contract geïnte
resseerd is, en zich daardoor gebonden
gevoelt.
Maar als straks in het centrum van de
streek de overgroot© meerderheid uit losse
arbeiders bestaat, die dus niet door het
contract gebonden zijn, die uiteraard ook
minder gevoelen voor een bedrijf, dat hen
periodiek in de narigheid stort, gelooft
men dan werkelijk, dat daarin geen ver
andering komt?
Er is, dunkt mij, al heel weinig sociaal
inzicht voor noodig, om te begrijpen, dat
zooiets ons tot den chaos zou voeren.
En ziedaar dan ook de groote grief van
het bestuur van „St. Deusdedit", waarvan
ik de vertolker mocht zijn: de patroons
in de bloembollenstreek zijn energieke
werkgevers en uit dien hoofde kunnen ook
de arbeiders hen stellig waardeeren, maar
in algemeenen zin gedacht, nemen zij te
weinig nota van het maatschappelijk ge
beuren; zij zijn sociaal gedacht niet „bij
den tijd''.
Dat moet zich op den duur wreken en
daartegen moest worden gewaarschuwd.
Nu de patroons zelf de gevaren niet zien,
moesten de arbeiders daarop wel de aan
dacht vestigen. Terecht merkt het „Kwee
kersblad" op dat de organisaties van de
arbeiders door moeizaam ijveren, zich me
dezeggenschap hebben veroverd bij het
vaststellen van de arbeidsvoorwaarden in
engeren zin. Maar het „Kweekersblad"
kan het niet vergeten zijn, dat zulks niet
van zelf gekomen is en dat dit onder lie
vig verzet van een groot aantal werkge
vers een feit geworden is.
Het is zelfs zeer de vraag, of er nog
niet een betrekkelijk groot aantal is, dat
slechts noode zich daarbij aanpast, of
schoon toch ieder weldenkend werkgever
zal moeten erkennen dat het collectief
contract voor de rustige ontwikkeling van
het bedrijf een zegen is geweest.
Niet om aan een luim le voldoen, maar
uit zelfbehoud hetwelk ook thans weer
samenvalt met het behoud van het bedrijf
verlangen de arbeiders, dat er meer re
kening zal worden gehouden ook met hun
belangen, en dat kón niet afdoende door
den individueelen werkgever geschieden.
Daarom verlangen zij een meer volledige
samenwerking, waarvoor noodig is een
meer volledige organisatie van het bedrijf,
waarin ook zij hun stem kunnen doen
hooren en hen dus de noodigo medezeg
genschap over de algemeene bedrijfsver-
houdingen wordt toegekend.
Het heeft thans geen zin, om over de
onderdeelen van een dergelijke organisa
tie te praten, maar voor die gedachte zul
len de arbeidersorganisaties met steeds
grooter kracht gaan ijveren, dat staat wel
vast.
Doen nu de werkgevers verstandig, door
zich andermaal onvrijwillig daartoe te la
ten brengen en de toch waarlijk niet on
rechtmatige verlangens van de arbeiders
maar naast zich neer te leggen? Mij dunkt
van niet. Zij zullen verstandig handelen,
Bijvoorbeeld zijn spraakvermogen!
Hij praat als een kip zondor kop!
Waarlijk m'n kind, ik weet niet wat
er met jou gebeurd is. maar je praat op
oen toon
Grootmama, hernam het meisje rood
van opwinding, ik herkon u niet meerl TJ
bent toch goed en verstandig en nu wilt
u dat ik mijn leven verbind met zoon
vreemden snaak. Hebt u hem dan nooit
goed aangekeken.
Het tooneel dat volgde was ongemeen
heftig. Mevrouw de la Rouveraye die nooit
driftig was, hield een ware parade van
kwetsende, tweesnijdige woorden, die onr
uitwischbare lidteekenen achter zouden la
ten.
Yveilina, het vanaf haar kinderjaren ver
wende meisje, opgegroeid als een kleine
egoïst zag zioh voor do eerste maal zóó
behandeld. Een oogenblik zag zij de wa
re genegenheid van haar grootmoeder over
het hoofd om alleen nog maar haar des
potisme te bemerken. Haar gemoed kwam
in opstand en zij toonde zich waarlijk on
dankbaar.
Na eenige schermutselingen stond de
•grootmoeder op.
Zeker, besloot zij, ik kan je er niet
toe dwingen mijnheer de Varcourt te trou
wen als hij je zoozeer tegenstaat, maar
mij dunkt dat mijn achttien jaren zorg en
genegenheid behalve dan nog do verplich
ting die de natuurwet jc oplegt, wat meer
onderwerping verdienen.
Ik eerbiedig u en houd van u groot
moeder, maar ik heb nooit gedacht dat
achttien jaar van uw moederlijke zorgen
vergeleken kon worden met het geluk van
mijn geheele leven- Wie ook de man mo-
indien zij zich daarover met de arbeiders
verstaan on al vast in eigen onderneming
probeeren de werkgelegenheid in den win
ter op te voeren.
Laten zij bedenken, dat hetgeen econo
misch juist schijnt, dit nog niet altijd is
en sociaal gedacht, de grootst mogelijke
ellende kan scheppen. Waarvoor in dit ge
val het gevaar al bijzonder groot is.
Het onderzoek naar de prijsvorming.
Plaatselijke enquête.
Men weet, dat do sub-oommissie uit de
Staatseommissio voor do Economische Po
litiek, in opdracht dor regeering een onder
zoek moet instellen naar do prijsvorming
in het midde nstandebedrij f
Wij vernemen thans, dat de sub-commis
sie twee „enquêteurs" heeft aangesteld
om, voorloopig alleen te 's-Gravenliage,
oen onderzoek te doen naar de prijsvor
ming in het kruideniers vak. Do sub-com
missie heeft het onderzoek voorshands tot
één vak en tot één gemeente beperkt, ten
einde in de praktijk te kunnen nagaan,
in hoever het met kans op een goed re
sultaat kan worden goliouden ook in de
andere gemeenten en uitgebreid tot an
dere .vakken.
Het onderzoek der enquêteurs loopt over
de tot standkóming van den eind prijs in
het kruideniers vak en van de winstmarge,
bruto en netto, op de verschillende wa
ren. „Hbld."
„De Telegraaf" en de zender te Huizen.
Het goede voorbeeld.
Een onzer lezers in de hoofdstad ver
zoekt ons te willen mededeelen, dat hij
als protest op de campagne van „De Tele
graaf" tegen de oprichting van het Radio
zendstation to Huizen, zijn abonnement
op dit blad heeft opgezegd, en tevens de
verplichting op zich neemt om voor den
K. R. O. oen flink aantal donateurs te
werven.
De schrijver van het stuk, die op ons
blad is geabonneerd, voegt er aan toe:
Ik hoop dat door de houding van „Do
Telegraaf" nog velen, die, helaas, even als
ik, tot heden doof bleven voor de roepstem
van den K. R. 0. thans duidelijk zal zijn
geworden waar hun plaats is.
U beleefd dankend. Geachte Redactie,
teeken ik
H. K.
Moge het voorbeeld van H. K. bij ve
len navolging vinden. „Tijd".
Katholieke solidariteit.
Men schrijft uit Bergorijk aan hot
„Hgz.": Dc heer W. L., meesterknecht aan
Van der Grint ens sigarenfabriek, werd de
zer dagen plotseling ziek. Zijn toestand
verergerde zoo, dat hem de laatste H.H.
Sacramenten moesten worden toegediend,
de werklieden der fabriek, die L. een groo
te achting toedragen, organ iseerer» spon
taan oen bedevaart voor de gene: *g van
hun baas. In den vroegen morgen trok men
haar de kapel van St.. Gerard its Majolla
to Weebosch. Hoewel verecheidc.no uren
ver moesten lcomcn, ontbrak er van do
45 werklieden niet één aan dc gezamenlij
ke H. Communie, waaraan eveneens do fa
brikant deelnam. Het gebeurde eveneens,
dat in d" schafttijd de Rozenkrans word
gebeden. Een prachtig voorbeeld van Ka
tholieke solidariteit!
_JLetteren PCtanst
ALGEMEENE R. K. KUNSTENAARS-
VERËENIGING.
Bezoek aan de kerk van de H. Thomas
aan de Rozenkranskerk en aan het klooster
van de H. Rita te Amsterdam.
Het persbureau Vaz Dias zendt ons het
volgende verslag:
Door de Afdeelingen Beeldhouwkunst,
schilderkunst en bouwkunst van bovenge
noemde veroeniging werd Zaterdag j.l. een
vergadering gehouden te Amsterdam.
Als gewoonlijk werd een belangrijk ge
deelte van den dag besteed aan enkele ex
cursies.
Eerst werd bezocht de kerk van de H.
Thomas van Aquinb in de Rijnstraat, welke
kerk gebouwd is door architect Jacq.
Duncker.
Aan dezo kerk, oorspronkelijk bedoeld
go zijn, welke" de hemel mij zal schenken,
ik wil hem in ieder geval achten en lief
hebben. zooals mijn vader moeder hoog
schatte
Je bent een dwaas kindzei de groot
moeder met ingehouden toorn. Ga naar je
kame en verlaat die niet dan om mij ver
giffenis te vragen.
Daarop ging zij heen, geheel ontdaan
ondanks haar kalm uiterlijk en zij vroeg
zich af wat de oorzaak was van de onbe
grijpelijke gesteltenis van Yvelina. Zij ver
moedde niet in 't minst dat die veront
waardiging zijn ooirspjrong vond in een
jonge, opkomende liefde, die meester wil
de blijven van de toekomst.
Naar haar kamer gaan? Daar voelde
Yvelina al heel weinig voor. Met haar
glooiende wangen en kokend bloed had zij
frissohe lucht en ruimte noodig. Ze be
sloot dus naar buiten in het park te gaan
en daar kwam haar opgewonden gemoed
een weinig tot rust.
Nadat haar zenuwen voldoende bekoeld
waren na een flinke wandeling zette zij
zich op een bank nader en begon vrijuit te
weenen. Men had. haar leven haar geluk
om persoonlijke belangen willen opofferen.
Anne Yvelina! Gelukkig had zij haar wil
getoond en men zou haar niet tegen dien
wil in kunnen uithuwelijken. En hij die
haar liefhad, wat zou hij wel gezegd heb
ben als hij wist dat men haar zoo ongeluk
kig wilde maken? Hoc graag was zij nu
naar de nederige woning der familie de
Présanccs gevlucht om daar haar hart
voor haar nicht uit te storten! Was het zoo
ver en zou zij er waarlijk niet naar toe
kunnen gaan?
Maar na ©enig nadenken kleurde zo van
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Di nderdag 27 October.
Hilversum, 1050 M.
12.Politieber.
12.352.Lunch muziek door het Trfa-
nontrio.
3 304.30 Uurtje voor woe** m .dekok
hui zen door mevr. Ant. y Dijk
5.6.45 Concert door hot Rlirvg etv.
semble.
6.457.15 lezing door den hoer J L
Schoeler v. h. dep. van Openb. Onderwijs
te Kaapstad, over: Zuid-Afrika.
7.157.45 Herhaling le Engelsche
proefles voor gevordorden, door Frod.
Fry.
10.30 Persber.
8.10 Operaconcert door hel ANRO-Or-
kest o.l.v. Nico Treep. Met medow. van
Greta Santhagens, sopraan. Chris de Vos,
tenor. Gerard Leenders, bas.
Huizen 1940 M.
12.301.30 N. C. R. V. Lunchmuzick
Mevr. Gantév. Amerongen, sopraan.
Mevr. Lies v. d. BrinkPrakkcr, fluit.
Pianobegel.
5-6.N. G. R. V. Orgelconcert door
den heer Smit Duyzentkunst.
7.7.30 Lessen van Instituut Schroc-
vers. Boekhouden.
7.308.Spreker: P. Offriugan, Ermo-
lo: Och, dat Ismaël mocht leven voor Uw
aangezicht
8.N. G. R. V. Amcrsfoortschc avond.
In de Nieuwe Kerk aldaar. G. v. d. Burg,
orgel en piano. Jac. J. v. d. Burg, piano.
J. B. Groo ten dorst, declamatie. Chr. Man
nenkoor „Jubal", dirig. Hr. G. v. d. Burg.
Toespraak van ds. K. den Hollander, Ned.
Herv. Pred.: Van Hooren en Zien. Slot
woord door ds. F. A. den Boeft,, Ger. Pre
dikant: Als ik.
D a v en t r y, 1600 M.
11.20 Daventry-kwartet en solisten.
1.202.20 Gramafoonmuzick.
2.50 Lezing The fall of the leaf, tho
work of the Earthworm.
3.20 Vesper in de Westminster Abbey.
■4.05 Causerie: A girl's school outfit.
4.20 Concerlorgelbespeling.
4.35 Lezing: Implements and ideas.
4.50 Concerlorgelbespeling.
5.20 Sopraanzang.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Landbouwber.
G.40 Dansmuziek.
6.50 Tijds., weerbcr., nieuws.
'7.05 Barilonzang.
7.20 Lezing: Music in the theatre.
7.35 Pianosonates van Haydn.
7.45 Lezing: Pioneers of astronomy
Newton.
8.05 Concert. Hallo-orkest o.bv. Sir. Ha
milton Harty. (Om 9.05 woerber.).
9.55 Lezing: Helsingfors and lbo pro-
gressise republic of Finland.
10.10 Plantageliedjes Orkest en
(bas-alt).
10.50—12.20 Dansmuziek.
Rad i o-P aris 1750 M.
10.50 Muziek.
12.502.10 Orkostconcert.
5.055.55 Kinderuurtje.
8.5010.50 Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 4G9 M.
Munster, 242 M., Dortmund, 283 M.
12.301.50 OrkeslconcerL
4.505.50 Vesperconcert
G.25 Orkostconcert.
8.30 Voorlezing door E. Borkman.
9.101.050 Lichte muziek door het We-
rag-orkost.
■Königs wufiterhauson 1250 M.
1.507.05 Lezingen en lessen.
7.50 Causerie over de operette. Zang en
muziek u. d. operette.
9.5010.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M.
4.20 Concert.
5,20 Vroolijk concert.
G.45 „Das Wunder der Heliane", opera
in 3 acten van H. Kallnoters en Korngold.
Daarna tot 11.10 Dansmuziek.
Brussel 5U9 M.
5.206.20 Kindcruurlje.
8 35 Concert.
9.30 Lezing.
10.1011.Dansmuziek.
garen ■iiHiiiii BI >iw MII w i iwiiiMirynrma-SE^
sGtiaamlc. A George thuis was, wat moest
hij dan wel denken? Geleek dat niet of zij
hom tegemoet kwam
Goed beschouwddacht zij verder,
wat verkeerds steekt daar eigenlijk in?
Was het vermogen dat zij bezat niet eer
der een reden oen stap to doen, waartoe
George in zijn fiere armoede, nooit zou
durven komen? Hoe zoet zou dat zij met
open armen op hem toe te treden cn dan
te zoggen: „Ik heb alles geraden!"
Mevrouw de la Rouveraye had tooh wel
gelijk gehad. Yvelina was een beetje ro
mantisch
Plotseling schrok zij; wat zou or van
haar worden als George koel mocht ant
woorden: ,.U hebt u vergist, ik voel niets
bijzonders voor u!" Hij had iminers niets
gezegd..*., dus kon zij zich vergissen. Ar
me Yvelina, wat. was hot leven wreed
Na rustig geschreid tc hebben keerde zij
naar 't kasteel terug. Het middagmaal, zou
weldra opgediend worden en zij wilde niet
op zich laten wachten, want het bevel tot
zelf opsluiting had zij niet voor ernstig ge
houden. Zij was nooit zeer gehoorzaam
geweest maar haar ongehoorzaamheid had
toch zoldcn tot oen botsing geleid. Trou
wens haar grootmoeder vond dat het beter
was de oogen te sluiten voor het verleden,
zoodra alles weer in orde was. Uitsteken
de grondstelling wanneer men den vrede
lief heeft, maar haar resultaten in de toe
komst reiken soms verder dan men had
kunnen vooTzien.
Op weg naar huis hoorde Yvelina de stem
van Piet.
(Wordt vervolgd.)
Neen grootmama!
Wat neen? En je laat mij praten, al-
leB uitleggen.Wat moet dat beteeke-
nen?
Mijnheer de Varcourt staat mij niet
aan, maar ik dacht dat het mijn plicht
was aan te hooren alles wat n van hem
weet te vertellen, misschien dat ik op die
ma-nier iets verneem wat mijn smaak kan
beïnvloeden, hetgeen tot nu toe niet het
geval is.
Beïnvloeden? Ik begrijp je niet m'n
kind. Wat verwijt je mijnheer de Varcourt
dan?
Ik verwijt hem niets! Alleen interes
seert hij mij niet.
De oude dame keek haar kleindochter
onderzoekend en scherp aan. Zoo'n taal
was beslist iets nieuws voor haar. Sinds
wanneer durfde men zoo lijnrecht ingaan
tegen den wijzen raad van een mensch met
zooveel ondervinding?
Je wilt misschien voor man een held,
een ridder uit den tijd der Kruistochten?
hernam zij met een flauw glimlachje; ik
wist niet dat je zóó romantisch was
Ik ben niet romantisch grootmama,
maar mijnheer de Varcourt vertoont
niets dat mijn aandacht trekt of mij be
lang inboezemt.
't Is een flinke, mooie jongen....
prees mevrouw de la Rouveraye.
't Lijkt wel een porceleine pop, zei
Yvelina plotseling geprikkeld, maar dan
een die om de andere minuut kleurt; neen
zoo'n zonderling wezen
Men trouwt niet alleen om den uiter-
1 ijken schijn, verdedigde mevrouw de la
Rouveraye haar stelling, mijnheer de Var
court heeft degelijke eigenschappen.