'entaonstelling van fonische Jeugdlectuur. tweede BL&D „DE LEIDSCHE COURANT" ZATERDAG 15 OCTCEE2? II "V\^elke nu zijn de beginselen, waarnaar hoeken voor de Roomsche jeugd dienen be- i oordeeld te worden? Fr. S. Rombouts noemt b in'zijn brochure: „Wat laat ik mijn kind lezen" en die ons bij 't behandelen van deze stof tot leiddraad diende, de vol gende: 1. Het godsdienstig-zedelijke is bij een (jeugdboek steeds 't voornaamste. i. To veroordeelen is ieder boek met heï- 'dunsche, anti- of onroomsche sfeer. 3, Een jeugdboek moet natuur en leven geven en berekend zijn voor hen voor wie k foei bestemd is. In aansluiting met het bovenstaande geeft de brochure dan de gevallen aan, 2:' waarin boeken voor de jeugd moeten wor- Jen afgekeurd. De genoemde drie beginselen eischen to n3iuur]ijk een nadere omschrijving en ver- or du;lelijking. Laten wij beginnen met no. 1: Het gods- 'dienstig-zedelijke is bij een jeugdboek steeds het „voornaamste". Hieruit volgt, 'ft dat het esthetische of 't kunstgehalte eerst M ju de tweede plaats komt. Boven het schoone gaat het goede en er bestaat geen 'hoogere kunst dan de levenskunst. We vragen dus niet: ..Voldoet het boek aan tooge esthetische eischen?" maar wel: B „Zal het doör de kinderen met smaak en vrucht worden gelezen?" Voor echte taalkunst is 't jonge kind nog 'niet vatbaar. Zelfs grooteren gaan rü roor litterair sierwerk, mooie natuurbe schrijvingen etc. handig uit den, weg. t 't Is om 't verhaal te doen. En toch ti wordt onder het lezen de woordenschat aanhoudend vergroot en onze moedertaal heter verstaan. tn Moeten wij dan alle schoonheidseischen en maar prijsgeven? Neen, want ook waar- jji achtigo schoonheid is van groote zedelijk- vormende waarde. Alleen maar wenschen lef we te waarschuwen tegen den vooral in l^t Duitschland geldenden uitspraak: „Een 11, 'jeugdwerk zij in de allereerste plaats een kunstwerk". ut Nogmaals dus: 't godsdienstig-zedelijke b de eerste plaats. En dan dringt van- Clf de vraag naar voren: „Moeten dan de eken van een Jules Verne, een Karei es' May, Abkoude, De Vletter, Kievit, van Ba len absoluut voor onze jeugdbibliotheek worden afgewezen?" Men ga ook in dezen niet te ver. 't Zal onze kleine mannen en op yronwen niet schaden, wanneer ze eens ïid voor een enkele maal een werk van Jules >mi feme, van May, van De Vletter lezen. Al- leen: men zij met 't verschaffen van deze lectuur zuinig. Zoudt ge meenen, dat een - p jongen, die verlekkerd is geraakt op de spannende verhalen van Jules Verne, May en dergelijken. ooit talen zal naar „De Zegepraal des Kruises" of naar de prach- Vi ige missieverhalen: „De Blanke Medicijn- g aan"; „De Blakende Oogst" o. a.? Neen in hij haalt geblaseerd den neus op voor al adi dat zoete en tamme. e' Nog ernstiger diene gewaarschuwd te- gen de Dik Trom's, de Wilde Boh's, de i Pietje Bell's, de vlegeljaren van Henkie ie f Snip e. d., in hoe prottigen vorm ze ook 9 geschreven zijn. ui Het godsdienstig-zedelijk element is er ori totaal in zoek. Onze jeugd is waarachtig Baldadig genoeg, dan dat de vlegellectuur t er nog een schepje behoeft hij te doen. Is do Hollandsche spes patriae niet tot H ze'k bi 't buitenland berucht? Laat ons eens een gedeelte citeeren, wat 1 de bekende paedagoog, de stichter van de Brinia-school, J. Kleefstra, daaromtrent zegt: „Dit soort lectuur is de doorloopende Verheerlijking van allerlei snaakscbe kwa- jongensstreken, bedreven door een model guit, grootendeels ten koste van een ge duldige, alles-voor-lief-nemende dorpsbe- 'Volking en waaruit de leesgrage jeugd, be- halve veel vermaak ook nog de overmoedi ge nieening put, alsof aan de jongens het fiOnopolie van niets ontziende haldadig- eid toekomt en alsof de gansche levende U *natuur, de groote menschen incluis, er is, om tot mikpunt van hunne streken te dienen." In zijne „Grondslagen voor Opvoeding lisi .Onderwijs" zegt dezelfde schrijver: „Ach p weet 't zoo goed als ik, ze kennen over t algemeen geen verschil tusschen scherts Oil leedvermaak en weten van geen ophou den. als ze er iemand tusschen nemen." En verder: „Bij kinderen van 1016 jaar komen deze grove eigenschappen dik- vijls ongegeneerd te voorschijn, vooral si huneer de hartstochten maar even begin- lGn bruisen en 't vloekt dan toch tegen rgt olie begrip van verstandig beleid, om dezen al Kinderen de meening in te druppelen, als of iedere rechtgeaarde jongen opslaat en oaar bed gaat met bedenksels van streken sl baldadigheden, waarvan gewoonlijk een q( Eerloos medemensch 't heklagenswaar- ug slachtoffer wordt." li i Dit is de meening van een man, die door jn ^n'ange ervaring de jeugd in haar vle geljaren door en door kent, en waarmee de uooTiing van paedagogen als Jan Ligthart, f Gunning en Ida Heijermans volko- l|. men overeenstemt. JP v1' R°omsche ouders en opvoe- rs kunnen en mogen geen genoegen ne on met lectuur, waarover we zooeven de Ge'011 hebben belicht. Maar wat we wel fl ;|(Q .?n voor onze kinderen (en nu 8 i;;Ger Ye^6rom Frater Rombouts, waar "J zoo juist en zoo raak zegt): PfVo i 7^ "^enschen is dit: Door pfnor .katholiek kinderboek moet waaien Van katholiciteit. Dat wil niet iPrfGn* or Seen andero dan Roomsche pnf0nei1 ^ogen voorkomen. Het betee- i« fn 1 eeny°U(Iif" dat de katholieke wereld- e Ds^>eschouwing er in tot uiting dient P7. GU en bet door de jonge for'P n°°r loctuur bestemd is, Diepen en doorvoeld. Alles moet ioiioLU' J- een gezond en evenwichtig ka- anS volSens z'n geloof leeft, het ■"nzeitsprekend vindt". I uaiom, zoo waarschuwt hij, mag er de moraal niet duimen dik zijn opgelegd. Katholiek zijn beteekent in de allereer ste plaats katholiek leven; ook door de lectuur, die wij onze kinderen in handen geven, moet deze idee doordringen in hun hart en hun hoofd." Tusschen geloof en leven is geen schei dingslijn. 's Zondags een oogenblikje uit rusten op het eilandje der godsdienstig heid van de wereldsche beslommeringen der week en onmiddellijk weer onderdui ken in de zee van zorg en stof, om zeven dagen lang niet meer boven te komen dat is geen leven volgens het geloof. „Doe alles ter eere Gods", dat is de plicht van ieder Christen, ook van 't Roomsche kind „Mocht deze eenvoudige waarheid door alle Roomsche opvoeders scherp worden ingezien! Dan zou het in niemands ge dachte meer opkomen zich te verzetten te gen den eisch, dat alle lectuur, die hot kind binnenvoert in een louter natuurlijke wereld en gedurende langen lijd daarin doet vertoeven, moet worden afgewezen. Is er al niet genoeg, dat ons omlaagkaalt en God doet vergeten? En dit geldt nog meer voor 't vluchtige, op het uiterlijk ingestelde kind. „Een Roomsch jeugdboek behoeft geen specifiek godsdienstige onderwerpen te behandelen, neen, 't geeft het leven zooals 't reilt en zeilt; het kan de gewoonste pro fane dingen zeggen, maar dat alles moet geplaatst worden in het bovennatuurlijk licht; dat alles moet gedragen wonden door het levende en bezielende Roomsche geloof en do Roomsche levensbeschouwing. Een katholiek leesboek, zooals ieder katholiek kunstwerk, moet 'zijn een stuk beleefd ka tholicisme". Dit is 't oordeel van een man, die in de paedagogische wereld een naam heeft als weinig anderen. Die én door studie en vooral door ervaring een kijk heeft gekre gen op de kinderziel en de geestelijke be hoeften van het Roomsche kind als wei nigen vóór hem. Katholiek Nederland en inzonderheid de katholieke jeugd mag zich gelukkig prijzen met een gids, die op de kronkelpaden in den tuin der jeugdliteratuur zoo uitste ken georiënteerd blijkt. Laten wé hem volgen, waarheen zijn hand ons wenkt. En als over veertien dagen de Tentoon stelling voor Jeugdlectuur geopend zal zijn, laat dan de velen, die den weg zullen inslaan naar het Rapenburg, er diep van doordrongen zijn, dat de Commissie ook haar zorgen en moeite gaarne gaf, om Ouders, Opvoeders en Kinderen, met ernst te wijzen op de waarschuwingsborden: „Gevaarlijke bocht", „Kijk uit". Een volgende maal iets over de z. g. neutrale lectuur voor kinderen. V. d. M. BBWWEMLaWP ZEVENJARIGE LEERPLICHT. HERSTEL TEGEN 1 JULI 1928. Na ingang van den maatregel moet gere kend worden op toeneming van de jaarlijksche Rijksuitgaven met 3Yi millioen. Thans is ©en wetsontwerp ingediend tot wijziging van de Leerplichtwet en van de Lager-onderwij swet. Aan de M. van T. wordt het volgende ontleend: In de vergadering van de Twee de Kamer van 17 Juni 1927 is de behande ling van het ontwerp van wet tot wijziging van artikel 3 der Leerplichtwet geschorst, op verzoek van de regeering, ten einde zich te kunnen beraden omtrent een wijziging, die zij wellicht nog nader in dat ontwerp zou willen aanbrengen. Gelijk bekend, betrof dit do mogelijk heid van een herstel van den zevenjarigen leerplicht op een vroeger tijdstip dan 1 Januari 1930, zoodat thans in de wet van 30 Juni 1924 is bepaald. De invoering op 1 Juli 1928. Op gronden, die de minister van Finan ciën daarvoor aanvoerde, meende de Re geering toen, ofschoon nog geen bepaalde toezegging kon worden gedaan, eventueel het herstel van het 7de leerplichtjaar te gen 1 Juli 1928 te kunnen aankondigen. Het toen gemaakte voorbehoud kan thans vervallen. De kosten. Ten aanzien van de kosten, welke het herstel van den zevenjarigen leerplicht met zich brengt, wordt het volgende opge merkt. Zooals bekend is, meent de Regeering, dat voor de doorvoering van leerplicht voor het zevende leerjaar gerekend moet worden op een toeneming van de jaarlijk sche Rijksuitgaven met 3}< millioen gul den. Dit bedrag is verkregen door er van uit te gaan, d uit het herstel van den ze venjarigen leerplicht een toeneming van de schoolbevolking met ong. 70.000 kinde ren zal voortvloeien, dat daardoor het aan tal leerkrachten, wier jaarwedden door het Rijk vergoed wordt, met ongeveer 1750 zal stijgen, en dat de gemiddelde jaarwedde van het onderwijzend personeel zonder de hoofden thans op f 2000 moet worden ge steld. Meer leerkrachten. Bij de voorbereiding der wijzigingswet van 30 Juni 1924, welke aan art. 28 der Lager-onderwijswet zijn tegenwoordige re dactie gaf, is gebleken, dat bij het daarin neergelegde 48-stelsel het aantal leerlingen per onderwijzer gemiddeld op 40 koont. Bij een toeneming met ongeveer 70.000 leerlin gen is dus op een stijging van het aantal leerkrachten met 1750 te rekenen. Voor land- en tuinbouw. Do minister zegt voorts, dat de beteeke- nis van heb zevende leerjaar voör do aan komende land- en tuinbouwers vergroot zal kunnen worden, indien bij het daarin te geven onderwijs zooveel mogelijk rekening gehouden wordt met de toekomst der leer lingen, die het volgen. De Lageronderwijs- wet opent daartoe de gelegenheid; en de minister stelt zich voor, alles te doen wat mogelijk is, om dit te bevorderen. Zoo zal in land- en tuinbouwstreken het leerplan voor het zevende leerjaar zoodanig kun nen worden ingericht, dat heb voor de leer lingen, die daarila eene lagere land- of tuinbouwschool gaan Bezoeken, eeno goede voorbereiding geeft voor het onderwijs op die school. Het is zelfs niet uitgesloten, dat aldus in bepaalde streken een prac- tisch ingericht zevend© leerjaar van de ge wone lagere school het eerste leerjaar der thans bestaande lagere land- en tuinbouw school zal kunnen vervangen. De minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is bereid na to gaan of daar, waar zich die omstandigheid voordoet, de normaio vier jarige land- of tuinbouwschool kan worden vervangen door eeno drie-jarige, al zou daarmede ook het voordeel worden prijs gegeven, dat dan met het eigenlijke vak onderwijs niet op later leeftijd wordt be gonnen dan thans het geval is. Einde der leerverplichting. Heb kopit den minister verder om twee redenen gewenseht voor het laatste lid van art. 3 der Leerplichtwet aldus to wijzigen, dat de leerverplichting in elk geval zal eindigen bij het bereiken van den veer tienjarigen leeftijd. Vooreerst is daarmede aansluiting vex*- kregen tusschen het einde van den leeftijd en den tijd, waarop het begin van den maatschappelijken arbeid krachtens de Ar beidswet mogelijk wordt. Eeno tweede reden, van teclinischen en practischen aard, is deze, dat, ongeacht of de leeftijd op 13 of op 14 jaren wordt ge steld, bij het stellen van den eisch, dat de klasso moet zijn doorloopen, de leerver plichting der laatste klassemaanden in werkelijkheid minder sterk wordt gevóeld dan de wettelijke bepaling zou doen ver moeden. Immers, de ouder, wiens kind kort voor het einde van zijn leertijd on geoorloofd verzuim pleegt, is in vele ge vallen practisch niet wel vervolgbaar, daar tegen den tijd, dat heb vonnis kan zijn uitgesproken, dikwerf de klasse, waarin heb kind had gezeten, zal zijn afgeloopen. zoodat eene herplaatsing op de school niet meer mogelijk .is. SOCIALE VERZEKERING. Is vereenvoudiging en bezuiniging mogelijk? In „Het Volk" en „Voorwaarts" komt een hoofdartikel voor van den heer E Kupers, waarin wordt medegedeeld, dat dezer dagen is vastgesteld het eindrapport der oommissie van deskundigen onder voor zitterschap van oud-minisler H. A. Yan IJsselstein, met opdracht, gegevens te ver zamelen, die zullen kunnen strekken om na te gaan of, hetzij binnen het kader der tegenwoordige sociale verzekeringswetten, hetzij door een wijziging daarvan, blijvende binnen de grenzen van een novelle, vereen voudiging en daardoor bezuiniging in de thans geldende wijze van uitvoering van de beginselen dier wetten verkregen kan worden. De commissie zou daarbij tot de vol gende conclusies zijn gekomen: 1. De Raden van. Arbeid moeten worden opgeheven. 2. De bestaande kantoren van de Raden van Arbeid worden bijkantoren van de Rijksverzekeringsbank. 3. Aan het hoofd van de Rijksverzeke ringsbank komt te staan een persoon, die met de leiding wordt belast, en die geen verantwoording schuldig is aan den mi nister. Aan dezen persoon wordt toege voegd een Raad van Toezicht, beslaande uit onbezoldigde leden. 4. De Besturen van de Raden van Ar beid worden gehandhaafd, doch alleen met adviseerende bevoegdheid. 5. De Verzekeringsraad lo 's-Graven- bage wordt opgeheven. De voorzitter der commissie heeft 'de „N. R. Gt." naar aanleiding van dit be richt medegedeeld, dat het rapport nog niet is vastgesteld. RIJWIELBELASTING. Men schrijft aan het „Hbld.": Als het ontwerp tot verlaging en wijziging der rij- wielhelasting wel wordt, dan zal het eerstvolgende tijdvak van een jaar, een jaar zijn met een verlengstuk van zeven maanden. Het rijwielbelastingmerk uitge geven in Januari 1928 zal namelijk geldig blijven lot 1 Aug. 1929. Voor do belastingplichtigen zal zulks oen tijdelijke verlaging beteekenen, zegt de Memorie van Toelichting. De schatkist komt er niets door tekort. De plaatjes voor 1928 worden gekocht direct in Januari on verder geleidelijk vóór het aanbreken van den -zomer van 1928; dio voor 1929 moeten gekocht worden vóór 1 Augustus 1929. Een vriendelijkheid je dus dat niets kost! Maar wij, wielrijders, zijn niet vergeten, dat wij hij de invoering van de rijwielbo- lastingwet met ingang van 1 Augustus 1924 voor de resteerende 5 maanden van 1924 een belastingmerk moesten koopen voor den vollen prijs van 3. Zoodat het vriendelijklieidje van dit ontwerp precies wordt opgewogen tegen 't kneepje van de wet van 1924! Uit het drukkersbsdrijf. De opzegging van het contract. In verband met de opzegging van het typografenconract door de werkgevers had het orgaan van den Nederl. R. K. Grafischen Bond opgemerkt, „dat ons de ppzeggiug niet onwelkom is". Hierbij toekent thans de heer Bonfrert in dat orgaan aan, dat het hoofdbestuur de mentaliteit der leden zeer juist gepeild heeft. „Een advies, om het contract voor een jaar te verlengen, zou ongetwijfeld dan ook op heel veel tegenstand zijn gestuit. De opzegging der patroons heeft ons echter een beslissing gespaard en wellicht ook moeilijkheden. Nu onder ons geen vóór- of tegenstanders van opzegging. Nu is er volkomen eenstemmigheid over deze ge dachte: nu het contract eindigt, zal ons werken gericht moeten zijn op vervolma king onzer positie. De omstandigheden dringen tot maatregelen, en maken ander zijds mogelijk crisismaatregelen ongedaan ie maken". Gereaeraysï© Belichten. ONGELUKKEN. Door de tram gegrepen. Toen gisterenavond omstreeks zeven uur cp den grooten weg van 's-Hertogenbosch naar "Waalwijk baron van Rijckevorsel van ICessenich liep te wandelen, weid hij door de tram gegrepen en ongeveer 35 passen meegesleept. Met een zware hoofdwonde werd het slachtoffer opgenomen en per aulobran- card naar het groote ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand is niet levensgevaarlijk. De marechaussee heeft de zaak in on derzoek. Gebleken is, dat de bestuurder, toen hij het ongeval zag aankomen, met alle macht heeft geremd. Ernstig aulo-ongeval. Gistermorgen om elf uur is nabij de sui kerfabriek to Halfweg een wielrijder, zo- kero Ferwerda, wonende Zaandammer plein te Amsterdam, door een auto aange reden. In bewusteloozen toestand werd hij naar de Maria-stichting te Haarlem ver voerd. Daar bleek, dat hij een zwaro her senschudding bekomen had. Zijn toestand is zeer ernstig. Ongeval met doodelijken afloop. Dinsdagmiddag werd in de van derTak_ straat te Rotterdam de 42-jarige kantoor bediende D. W. E. aangereden door een wielrijder. De heer E. viel en bekwam, be halve gehavende kleeding, ook nog een kleine hoofdwond. Hij begaf zich naar het politiebureau aan de Nassaukade, om daar met den dienstdoenden inspecteur te confe- reeren over eventueelo schadevergoeding voor zijn bedorven kleeding, bij welk on derhoud niets bijzonders aan hem kon worden opgemerkt. Woensdag voelde hij zich echter, zoo meldt het R. Nbl., onwel en eer te hulp geroepen geneesheer constateerde, dat E. een schedelbreuk had bekomen. Denzelfden avond is hij overleden. Mntordckschuit gezonken. Door den mist zijn bij Empel, in de buurt van den Bosch, op do Maas twee motor- dekschuiten, de Adela II en de Bertus, waarvan de eerste geladen met 22 stuw- schuiven, van een gewicht van 40 ton, de tweede met 2 locomotieven, nadat de eene aan den grond was goloopen en do Adela op de Bertus gevaren, omgeslagen. Do Bertus is gezonken, de Adela heeft haar lading verspeeld. De Witt's Bergings- en Transportbedrijf is belast met de berging van schip en la dingen. EEN INBREKER LAAT ZICH IN EEN KERK INSLUITEN. IN DEN TOREN GEVONDEN. 't Blijkt een berucht individu te zijn. Gisterenavond is na een moeitevollen onderzoekingstocht oen inbreker, die zich in de St. Ignatiuskerk aan den Westzee dijk te Rotterdam had laten insluiten, door de politie gevat. Donderdagavond, bij het begin van het I.of. had een der koorzangers een hem on bekend persoon den ingang van hot koor achter in het portaal der kerk zien bin nengaan. Boven gekomen vroeg hij zijn reeds aanwezigen collega's of zij dien per soon hadden gezien. Niemand had even wel iets bemerkt, zoodat het geval van geen heteekenis werd geacht. Toen evenwel des avonds om half elf de broeder-koster alles ging sluiten, hoorde hij in de kerk een vreemd geluid. Het was of een bank kraakte. De koster vertrouwde de zaak niet, ging den anderen broeder halen en met zijn tweern deden zij een ronde door de kerk. Wijl de deur van het koor gesloten werd gevonden, achtten zij het overbodig boven nog een onderzoek in te stellen. Alle hoeken en gaten der kerk werden nagezocht. Doch niets verdachts werd er meer gehoond en niets gevonden, dat op de aanwezigheid van iemand kon wijzen. Gisteren zijn de werkvrouwen overdag in de kerk bezig geweest. Ook zij hebben niets verdachts gehoord of gezien. Niemand dacht dan ook meer aan het geval, tot de suisse voor het Lof gisteren avond de deur van het koor opende en naar boven ging om te luiden. Toen be merkte hij, dat de binnenzijde van deze zware eiken koordeur met hijtols en zagen flink was bewerkt, teneinde de zich aan de buitenzijde bevindende grendels te openen. Het kon niet anders, of een inbreker had zich hier laten insluiten en had vergeef- sche pogingen in het werk gesteld om te ontkomen. Daar do deur niet geforceerd bleek, moest de inbreker zich nog op het koor bevinden. Dadelijk werd de politie met het geval in kennis gesteld. Tijdens het Lof, dal ge woon doorging, werd de ingang naar het koor sterk bewaakt en na afloop van het Lof togen tweo agenten met den broeder- koster op onderzoek uit Op het koor en de omgeving hiervan werd niets gevonden. Doch van hot koor heeft men toegang tot de gewelven der kerk. Met electrischen lantaarns werden alle hoeken en gaten na gezocht. Als do man zich nog in do kerk bevond, dan kon dit alleen zijn in den grooten toren. Nauwkeurig werd alles na gezocht, doch aanvankelijk leidde hot on derzoek nog niet tot een resultaat. Einde lijk. na anderhalf uur, gekomen hij het platvorm, waar de luidklokken hangen, greep de koster bij het nasnuffelen in oude lappen, plots op een been. De lappen wer den opzij gehaald en daar vond men op den grond een man liggen, die op somma tie van de politie zich overgaf. Naast hem vond men een pak met sleutels en inbraak- werktuigen. De man werd geboeid en over gebracht naar het politio-bur6au aan de Witte do Withslraat. Het bleek, dat men een in de inbrekerswereld berucht individu in handen had gekregen. In verband met een dadelijk daarop begonnen onderzoek 1 naar de relaties van dezen persoon, yer- zocht de politie pns zijn naam nog niet te publiceeren. I-Iet is zoo goed als zeker, dat de inbre ker gisteren den gehcelcn nacht cn dag op het koor of in den toren van de kerk heeft doorgebracht. Hij heeft geen kans gezien om ongemerkt te ontsnappen. Waarschijn lijk; is hij gisterenmiddag begonnen met zijn poging om do deur te forceeren. En dit leidde juist tot zijn arrestatie. Naar wij vernemen is er ongeveer vier maanden geleden ook ingebroken in deze kerk. Toen werden eenigo offerbussen ge ledigd. Maar de buit kan slechts zeer ge ring geweest zijn. Sedert dien zijn op aan raden van de politie allo deuren, ook aan do buitenzijde, met grendels voorzien. Ware dit niet geschied, dan zou het den inbro- ker nu mogelijk geweest zijn om te ontko men. Het laat zich hegrijpen, dat men zich op de pastorie aan do Van Vollenhovenstraat gisterenavond opgelucht gevoelde, toen na lang zoeken de inbreker eindelijk word ge vonden. „Msb. EEN BRUTALE ROOFOVERVAL. F.en vrouw mishandeld en met een revolver bedreigd. Men meldt aan „Het Huisgezin" uit St. Michiels-Gestcl: Donderdagmiddag heeft ondor deze ge meente een brutale roofoverval plaats ge had. Terwijl de man op eenigen afstand van i.et huis op het veld aan liet werk was, zag een tot nog toe onbekend mansper soon kans binnen te dringen in de wouing van den landbouwer P. van Schijndel, welke woning geheel eenzaam is gelegen to midden der heide. Vrouw van Schijndel was alleen thuis en schrok niet weinig, toen zij dien per soon in haar huis zag. Do onverlaat wierp zich op de vrouw, hield haar mond met z'n vuist dicht en sleurde haar tot voor de kast, waarin hij dacht, dat geld gebor gen was. Hij dreigde haar met een revol ver, maakte met de andere hand de kast open en nam daaruit de aanwezigo geld beurs. Toen hij de beurs in den zak gesloken had, dwong hij de vrouw, nog steeds met den revolver dreigende, te zweren, dat zij hem niet zou verraden en dat zij in een half uur tijds haar woning niet zou verla ten. waarna hij verdween. Toen zij cenigszins van den schrik beko men het veld iuüep naar haar man, was do vogel natuurlijk gevlogen. Al wat men van zijn signalement weet, is, dat deze persoon een dun grijs versle ten jasje droeg waarin een groote scheur was. die met een speld was dichtgemaakt. Het ontvreemde bedrag zou. naar de vrouw zich herinneren kan, slechts een luttel bedrag, een paar gulden bedragen De inbraken Ie Kerkrade. De politie te Herzogenrath heeft twee mannen en tweo vrouwen gearresteerd, onder wie de cchtgenoote van don reeds aangehouden K, wiens arrestatie wij reeds berichtten, verdacht van medeplich tigheid aan de talrijke nachtelijke dief stallen met hi-aak, gepleegd in Kerkraue en Duitsche grensgemeenten. Tv/ce beruchte inbrekers aangehouden. In den nacht van Dinsdag op YVoonsdug is, gelijk wij gemeld hebben, ingebroken in de woning van mevr. K. aan de 2do v. d Boschstraat te 's-Gravenhage. Er wer den toen verschillende zilveren voorwer pen en sieraden gestolen. De politie, dio dadelijk een onderzoek instelde, vond in de huiskamer een stuk enveloppe, waarop zich aan de achterzijde een adres bevond. Dit spoor leidde naar Amsterdam. Giste ren werden daar dan ook aangehouden do 19-jarige bakker A. v. d. G., de 67-jarigo G. P. uit de Oog in het Zeilstraal te Den Haag, en de 45-jarige P. G. van het Java- plein to Amsterdam, do laatste verdacht van heling. De jongste dader heeft vollo- dig hekend, de andere twee ontkenuon iels met de inbraak uitslaande te hebben ge had. v. d. G. heeft reeds een voorwaarde lijke veroordeeling achter den rug, terwijl P. twintig jaar al in de gevangenis heeft doorgebracht voor verschillende inbraken. Zij zijn naar den Haag overgebracht en ter beschikking van den officier van Ju stitie gestold. Een zakkenroller geknipt. Gistermorgen half elf kwam de 15-jarigr kantoorbediende J. v. d. W., uit de Hon drik Goslerstraat, van de kantoren dei Nederl. Handelsmaatschappij te Rotterdam waar hij voor ziju patroon, de firma C een biljet van 1000 had gehaald. Hij kwam langs de Vischmarkt, waar het ver keer op dat oogenbilk gestremd was. Naast den jongen stonden drie mannen, oogen- schijnlijk eveneens te wachten, tot de ver keersagent het teeken van doorloopen zou geven. Een dezer mannen hield een zwaro loeren tasch tegen den jongen aangedrukt, die toen eenklaps voelde, dat zicb vingors bewogen langs zijn borstzak, waarin hij het biljet geborgen had. De jongen sloeg de tasch weg, greep den pols van den man en riep luidkeels: geef mij dat biljet van 1000 terug! De beide andere mannen trachtten nog den jeugdigen kantoorbe diende te overbluffen door op luiden toon aan te bieden, mee naar de politie te gaan, maar de jongen hield voet hij stuk, en de zakkenroller gaf hem het gestolen biljet terug. „En nu nog de 2, die los in mijn zak zaten", riep do jongen, om tijd te winnen on do aandacht to trekken, wat hem ook gelukte. Een vischbocr en andere omstanders begonnen zich met bet geval to bemoeien, en aangezien de drie mannen vreemdelin gen bleken, die gebroken Duitsch spraken, en de jongen een flinken en betrouwbaren indruk maakte, begon het publiek er op aan te dringen, dat klager en beschuldig de naar de Paauwensteeg zouden gaan. De man, die het biljet gestolen had, sprong toen op het voorbalcon van een wagen van tramlijn 7. De jongen, do vischbocr en anderen brachten den verkeersagent ter plaatso met een, paar woorden op, do

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3