'entaonstelling van fonische
Jeugdlectuur.
tweede BL&D
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 15 OCTCEE2?
II
"V\^elke nu zijn de beginselen, waarnaar
hoeken voor de Roomsche jeugd dienen be-
i oordeeld te worden? Fr. S. Rombouts noemt
b in'zijn brochure: „Wat laat ik mijn kind
lezen" en die ons bij 't behandelen van
deze stof tot leiddraad diende, de vol
gende:
1. Het godsdienstig-zedelijke is bij een
(jeugdboek steeds 't voornaamste.
i. To veroordeelen is ieder boek met heï-
'dunsche, anti- of onroomsche sfeer.
3, Een jeugdboek moet natuur en leven
geven en berekend zijn voor hen voor wie
k foei bestemd is.
In aansluiting met het bovenstaande
geeft de brochure dan de gevallen aan,
2:' waarin boeken voor de jeugd moeten wor-
Jen afgekeurd.
De genoemde drie beginselen eischen
to n3iuur]ijk een nadere omschrijving en ver-
or du;lelijking.
Laten wij beginnen met no. 1: Het gods-
'dienstig-zedelijke is bij een jeugdboek
steeds het „voornaamste". Hieruit volgt,
'ft dat het esthetische of 't kunstgehalte eerst
M ju de tweede plaats komt. Boven het
schoone gaat het goede en er bestaat geen
'hoogere kunst dan de levenskunst. We
vragen dus niet: ..Voldoet het boek aan
tooge esthetische eischen?" maar wel:
B „Zal het doör de kinderen met smaak en
vrucht worden gelezen?"
Voor echte taalkunst is 't jonge kind
nog 'niet vatbaar. Zelfs grooteren gaan
rü roor litterair sierwerk, mooie natuurbe
schrijvingen etc. handig uit den, weg.
t 't Is om 't verhaal te doen. En toch
ti wordt onder het lezen de woordenschat
aanhoudend vergroot en onze moedertaal
heter verstaan.
tn Moeten wij dan alle schoonheidseischen
en maar prijsgeven? Neen, want ook waar-
jji achtigo schoonheid is van groote zedelijk-
vormende waarde. Alleen maar wenschen
lef we te waarschuwen tegen den vooral in
l^t Duitschland geldenden uitspraak: „Een
11, 'jeugdwerk zij in de allereerste plaats een
kunstwerk".
ut Nogmaals dus: 't godsdienstig-zedelijke
b de eerste plaats. En dan dringt van-
Clf de vraag naar voren: „Moeten dan de
eken van een Jules Verne, een Karei
es' May, Abkoude, De Vletter, Kievit, van Ba
len absoluut voor onze jeugdbibliotheek
worden afgewezen?" Men ga ook in dezen
niet te ver. 't Zal onze kleine mannen en
op yronwen niet schaden, wanneer ze eens
ïid voor een enkele maal een werk van Jules
>mi feme, van May, van De Vletter lezen. Al-
leen: men zij met 't verschaffen van deze
lectuur zuinig. Zoudt ge meenen, dat een -
p jongen, die verlekkerd is geraakt op de
spannende verhalen van Jules Verne, May
en dergelijken. ooit talen zal naar „De
Zegepraal des Kruises" of naar de prach-
Vi ige missieverhalen: „De Blanke Medicijn-
g aan"; „De Blakende Oogst" o. a.? Neen
in hij haalt geblaseerd den neus op voor al
adi dat zoete en tamme.
e' Nog ernstiger diene gewaarschuwd te-
gen de Dik Trom's, de Wilde Boh's, de
i Pietje Bell's, de vlegeljaren van Henkie
ie f Snip e. d., in hoe prottigen vorm ze ook
9 geschreven zijn.
ui Het godsdienstig-zedelijk element is er
ori totaal in zoek. Onze jeugd is waarachtig
Baldadig genoeg, dan dat de vlegellectuur
t er nog een schepje behoeft hij te doen.
Is do Hollandsche spes patriae niet tot
H ze'k bi 't buitenland berucht?
Laat ons eens een gedeelte citeeren, wat
1 de bekende paedagoog, de stichter van de
Brinia-school, J. Kleefstra, daaromtrent
zegt:
„Dit soort lectuur is de doorloopende
Verheerlijking van allerlei snaakscbe kwa-
jongensstreken, bedreven door een model
guit, grootendeels ten koste van een ge
duldige, alles-voor-lief-nemende dorpsbe-
'Volking en waaruit de leesgrage jeugd, be-
halve veel vermaak ook nog de overmoedi
ge nieening put, alsof aan de jongens het
fiOnopolie van niets ontziende haldadig-
eid toekomt en alsof de gansche levende
U *natuur, de groote menschen incluis, er is,
om tot mikpunt van hunne streken te
dienen."
In zijne „Grondslagen voor Opvoeding
lisi .Onderwijs" zegt dezelfde schrijver: „Ach
p weet 't zoo goed als ik, ze kennen over
t algemeen geen verschil tusschen scherts
Oil leedvermaak en weten van geen ophou
den. als ze er iemand tusschen nemen."
En verder: „Bij kinderen van 1016
jaar komen deze grove eigenschappen dik-
vijls ongegeneerd te voorschijn, vooral
si huneer de hartstochten maar even begin-
lGn bruisen en 't vloekt dan toch tegen
rgt olie begrip van verstandig beleid, om dezen
al Kinderen de meening in te druppelen, als
of iedere rechtgeaarde jongen opslaat en
oaar bed gaat met bedenksels van streken
sl baldadigheden, waarvan gewoonlijk een
q( Eerloos medemensch 't heklagenswaar-
ug slachtoffer wordt."
li i Dit is de meening van een man, die door
jn ^n'ange ervaring de jeugd in haar vle
geljaren door en door kent, en waarmee de
uooTiing van paedagogen als Jan Ligthart,
f Gunning en Ida Heijermans volko-
l|. men overeenstemt.
JP v1' R°omsche ouders en opvoe-
rs kunnen en mogen geen genoegen ne
on met lectuur, waarover we zooeven de
Ge'011 hebben belicht. Maar wat we wel
fl ;|(Q .?n voor onze kinderen (en nu
8 i;;Ger Ye^6rom Frater Rombouts, waar
"J zoo juist en zoo raak zegt):
PfVo i 7^ "^enschen is dit: Door
pfnor .katholiek kinderboek moet waaien
Van katholiciteit. Dat wil niet
iPrfGn* or Seen andero dan Roomsche
pnf0nei1 ^ogen voorkomen. Het betee-
i« fn 1 eeny°U(Iif" dat de katholieke wereld-
e Ds^>eschouwing er in tot uiting dient
P7. GU en bet door de jonge
for'P n°°r loctuur bestemd is,
Diepen en doorvoeld. Alles moet
ioiioLU' J- een gezond en evenwichtig ka-
anS volSens z'n geloof leeft, het
■"nzeitsprekend vindt".
I uaiom, zoo waarschuwt hij, mag er de
moraal niet duimen dik zijn opgelegd.
Katholiek zijn beteekent in de allereer
ste plaats katholiek leven; ook door de
lectuur, die wij onze kinderen in handen
geven, moet deze idee doordringen in hun
hart en hun hoofd."
Tusschen geloof en leven is geen schei
dingslijn. 's Zondags een oogenblikje uit
rusten op het eilandje der godsdienstig
heid van de wereldsche beslommeringen
der week en onmiddellijk weer onderdui
ken in de zee van zorg en stof, om zeven
dagen lang niet meer boven te komen
dat is geen leven volgens het geloof. „Doe
alles ter eere Gods", dat is de plicht van
ieder Christen, ook van 't Roomsche kind
„Mocht deze eenvoudige waarheid door
alle Roomsche opvoeders scherp worden
ingezien! Dan zou het in niemands ge
dachte meer opkomen zich te verzetten te
gen den eisch, dat alle lectuur, die hot
kind binnenvoert in een louter natuurlijke
wereld en gedurende langen lijd daarin
doet vertoeven, moet worden afgewezen. Is
er al niet genoeg, dat ons omlaagkaalt en
God doet vergeten? En dit geldt nog meer
voor 't vluchtige, op het uiterlijk ingestelde
kind.
„Een Roomsch jeugdboek behoeft geen
specifiek godsdienstige onderwerpen te
behandelen, neen, 't geeft het leven zooals
't reilt en zeilt; het kan de gewoonste pro
fane dingen zeggen, maar dat alles moet
geplaatst worden in het bovennatuurlijk
licht; dat alles moet gedragen wonden door
het levende en bezielende Roomsche geloof
en do Roomsche levensbeschouwing. Een
katholiek leesboek, zooals ieder katholiek
kunstwerk, moet 'zijn een stuk beleefd ka
tholicisme".
Dit is 't oordeel van een man, die in de
paedagogische wereld een naam heeft als
weinig anderen. Die én door studie en
vooral door ervaring een kijk heeft gekre
gen op de kinderziel en de geestelijke be
hoeften van het Roomsche kind als wei
nigen vóór hem.
Katholiek Nederland en inzonderheid de
katholieke jeugd mag zich gelukkig prijzen
met een gids, die op de kronkelpaden in
den tuin der jeugdliteratuur zoo uitste
ken georiënteerd blijkt.
Laten wé hem volgen, waarheen zijn
hand ons wenkt.
En als over veertien dagen de Tentoon
stelling voor Jeugdlectuur geopend zal
zijn, laat dan de velen, die den weg zullen
inslaan naar het Rapenburg, er diep van
doordrongen zijn, dat de Commissie ook
haar zorgen en moeite gaarne gaf, om
Ouders, Opvoeders en Kinderen, met ernst
te wijzen op de waarschuwingsborden:
„Gevaarlijke bocht", „Kijk uit".
Een volgende maal iets over de z. g.
neutrale lectuur voor kinderen.
V. d. M.
BBWWEMLaWP
ZEVENJARIGE LEERPLICHT.
HERSTEL TEGEN 1 JULI 1928.
Na ingang van den maatregel moet gere
kend worden op toeneming van de
jaarlijksche Rijksuitgaven met
3Yi millioen.
Thans is ©en wetsontwerp ingediend tot
wijziging van de Leerplichtwet en van de
Lager-onderwij swet.
Aan de M. van T. wordt het volgende
ontleend: In de vergadering van de Twee
de Kamer van 17 Juni 1927 is de behande
ling van het ontwerp van wet tot wijziging
van artikel 3 der Leerplichtwet geschorst,
op verzoek van de regeering, ten einde zich
te kunnen beraden omtrent een wijziging,
die zij wellicht nog nader in dat ontwerp
zou willen aanbrengen.
Gelijk bekend, betrof dit do mogelijk
heid van een herstel van den zevenjarigen
leerplicht op een vroeger tijdstip dan 1
Januari 1930, zoodat thans in de wet van
30 Juni 1924 is bepaald.
De invoering op 1 Juli 1928.
Op gronden, die de minister van Finan
ciën daarvoor aanvoerde, meende de Re
geering toen, ofschoon nog geen bepaalde
toezegging kon worden gedaan, eventueel
het herstel van het 7de leerplichtjaar te
gen 1 Juli 1928 te kunnen aankondigen.
Het toen gemaakte voorbehoud kan
thans vervallen.
De kosten.
Ten aanzien van de kosten, welke het
herstel van den zevenjarigen leerplicht met
zich brengt, wordt het volgende opge
merkt.
Zooals bekend is, meent de Regeering,
dat voor de doorvoering van leerplicht
voor het zevende leerjaar gerekend moet
worden op een toeneming van de jaarlijk
sche Rijksuitgaven met 3}< millioen gul
den. Dit bedrag is verkregen door er van
uit te gaan, d uit het herstel van den ze
venjarigen leerplicht een toeneming van
de schoolbevolking met ong. 70.000 kinde
ren zal voortvloeien, dat daardoor het aan
tal leerkrachten, wier jaarwedden door het
Rijk vergoed wordt, met ongeveer 1750 zal
stijgen, en dat de gemiddelde jaarwedde
van het onderwijzend personeel zonder de
hoofden thans op f 2000 moet worden ge
steld.
Meer leerkrachten.
Bij de voorbereiding der wijzigingswet
van 30 Juni 1924, welke aan art. 28 der
Lager-onderwijswet zijn tegenwoordige re
dactie gaf, is gebleken, dat bij het daarin
neergelegde 48-stelsel het aantal leerlingen
per onderwijzer gemiddeld op 40 koont. Bij
een toeneming met ongeveer 70.000 leerlin
gen is dus op een stijging van het aantal
leerkrachten met 1750 te rekenen.
Voor land- en tuinbouw.
Do minister zegt voorts, dat de beteeke-
nis van heb zevende leerjaar voör do aan
komende land- en tuinbouwers vergroot zal
kunnen worden, indien bij het daarin te
geven onderwijs zooveel mogelijk rekening
gehouden wordt met de toekomst der leer
lingen, die het volgen. De Lageronderwijs-
wet opent daartoe de gelegenheid; en de
minister stelt zich voor, alles te doen wat
mogelijk is, om dit te bevorderen. Zoo zal
in land- en tuinbouwstreken het leerplan
voor het zevende leerjaar zoodanig kun
nen worden ingericht, dat heb voor de leer
lingen, die daarila eene lagere land- of
tuinbouwschool gaan Bezoeken, eeno goede
voorbereiding geeft voor het onderwijs op
die school. Het is zelfs niet uitgesloten,
dat aldus in bepaalde streken een prac-
tisch ingericht zevend© leerjaar van de ge
wone lagere school het eerste leerjaar der
thans bestaande lagere land- en tuinbouw
school zal kunnen vervangen. De minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
is bereid na to gaan of daar, waar zich die
omstandigheid voordoet, de normaio vier
jarige land- of tuinbouwschool kan worden
vervangen door eeno drie-jarige, al zou
daarmede ook het voordeel worden prijs
gegeven, dat dan met het eigenlijke vak
onderwijs niet op later leeftijd wordt be
gonnen dan thans het geval is.
Einde der leerverplichting.
Heb kopit den minister verder om twee
redenen gewenseht voor het laatste lid van
art. 3 der Leerplichtwet aldus to wijzigen,
dat de leerverplichting in elk geval zal
eindigen bij het bereiken van den veer
tienjarigen leeftijd.
Vooreerst is daarmede aansluiting vex*-
kregen tusschen het einde van den leeftijd
en den tijd, waarop het begin van den
maatschappelijken arbeid krachtens de Ar
beidswet mogelijk wordt.
Eeno tweede reden, van teclinischen en
practischen aard, is deze, dat, ongeacht of
de leeftijd op 13 of op 14 jaren wordt ge
steld, bij het stellen van den eisch, dat de
klasso moet zijn doorloopen, de leerver
plichting der laatste klassemaanden in
werkelijkheid minder sterk wordt gevóeld
dan de wettelijke bepaling zou doen ver
moeden. Immers, de ouder, wiens kind
kort voor het einde van zijn leertijd on
geoorloofd verzuim pleegt, is in vele ge
vallen practisch niet wel vervolgbaar, daar
tegen den tijd, dat heb vonnis kan zijn
uitgesproken, dikwerf de klasse, waarin
heb kind had gezeten, zal zijn afgeloopen.
zoodat eene herplaatsing op de school niet
meer mogelijk .is.
SOCIALE VERZEKERING.
Is vereenvoudiging en bezuiniging
mogelijk?
In „Het Volk" en „Voorwaarts" komt
een hoofdartikel voor van den heer E
Kupers, waarin wordt medegedeeld, dat
dezer dagen is vastgesteld het eindrapport
der oommissie van deskundigen onder voor
zitterschap van oud-minisler H. A. Yan
IJsselstein, met opdracht, gegevens te ver
zamelen, die zullen kunnen strekken om
na te gaan of, hetzij binnen het kader der
tegenwoordige sociale verzekeringswetten,
hetzij door een wijziging daarvan, blijvende
binnen de grenzen van een novelle, vereen
voudiging en daardoor bezuiniging in de
thans geldende wijze van uitvoering van
de beginselen dier wetten verkregen kan
worden.
De commissie zou daarbij tot de vol
gende conclusies zijn gekomen:
1. De Raden van. Arbeid moeten worden
opgeheven.
2. De bestaande kantoren van de Raden
van Arbeid worden bijkantoren van de
Rijksverzekeringsbank.
3. Aan het hoofd van de Rijksverzeke
ringsbank komt te staan een persoon, die
met de leiding wordt belast, en die geen
verantwoording schuldig is aan den mi
nister. Aan dezen persoon wordt toege
voegd een Raad van Toezicht, beslaande
uit onbezoldigde leden.
4. De Besturen van de Raden van Ar
beid worden gehandhaafd, doch alleen
met adviseerende bevoegdheid.
5. De Verzekeringsraad lo 's-Graven-
bage wordt opgeheven.
De voorzitter der commissie heeft 'de
„N. R. Gt." naar aanleiding van dit be
richt medegedeeld, dat het rapport nog
niet is vastgesteld.
RIJWIELBELASTING.
Men schrijft aan het „Hbld.": Als het
ontwerp tot verlaging en wijziging der rij-
wielhelasting wel wordt, dan zal het
eerstvolgende tijdvak van een jaar, een
jaar zijn met een verlengstuk van zeven
maanden. Het rijwielbelastingmerk uitge
geven in Januari 1928 zal namelijk geldig
blijven lot 1 Aug. 1929.
Voor do belastingplichtigen zal zulks
oen tijdelijke verlaging beteekenen, zegt de
Memorie van Toelichting. De schatkist
komt er niets door tekort. De plaatjes voor
1928 worden gekocht direct in Januari
on verder geleidelijk vóór het aanbreken
van den -zomer van 1928; dio voor 1929
moeten gekocht worden vóór 1 Augustus
1929.
Een vriendelijkheid je dus dat niets kost!
Maar wij, wielrijders, zijn niet vergeten,
dat wij hij de invoering van de rijwielbo-
lastingwet met ingang van 1 Augustus
1924 voor de resteerende 5 maanden van
1924 een belastingmerk moesten koopen
voor den vollen prijs van 3. Zoodat het
vriendelijklieidje van dit ontwerp precies
wordt opgewogen tegen 't kneepje van de
wet van 1924!
Uit het drukkersbsdrijf.
De opzegging van het contract.
In verband met de opzegging van het
typografenconract door de werkgevers
had het orgaan van den Nederl. R. K.
Grafischen Bond opgemerkt, „dat ons de
ppzeggiug niet onwelkom is".
Hierbij toekent thans de heer Bonfrert
in dat orgaan aan, dat het hoofdbestuur
de mentaliteit der leden zeer juist gepeild
heeft.
„Een advies, om het contract voor een
jaar te verlengen, zou ongetwijfeld dan ook
op heel veel tegenstand zijn gestuit. De
opzegging der patroons heeft ons echter
een beslissing gespaard en wellicht ook
moeilijkheden. Nu onder ons geen vóór-
of tegenstanders van opzegging. Nu is er
volkomen eenstemmigheid over deze ge
dachte: nu het contract eindigt, zal ons
werken gericht moeten zijn op vervolma
king onzer positie. De omstandigheden
dringen tot maatregelen, en maken ander
zijds mogelijk crisismaatregelen ongedaan
ie maken".
Gereaeraysï© Belichten.
ONGELUKKEN.
Door de tram gegrepen.
Toen gisterenavond omstreeks zeven uur
cp den grooten weg van 's-Hertogenbosch
naar "Waalwijk baron van Rijckevorsel van
ICessenich liep te wandelen, weid hij door
de tram gegrepen en ongeveer 35 passen
meegesleept.
Met een zware hoofdwonde werd het
slachtoffer opgenomen en per aulobran-
card naar het groote ziekenhuis vervoerd.
Zijn toestand is niet levensgevaarlijk.
De marechaussee heeft de zaak in on
derzoek. Gebleken is, dat de bestuurder,
toen hij het ongeval zag aankomen, met
alle macht heeft geremd.
Ernstig aulo-ongeval.
Gistermorgen om elf uur is nabij de sui
kerfabriek to Halfweg een wielrijder, zo-
kero Ferwerda, wonende Zaandammer
plein te Amsterdam, door een auto aange
reden. In bewusteloozen toestand werd hij
naar de Maria-stichting te Haarlem ver
voerd. Daar bleek, dat hij een zwaro her
senschudding bekomen had. Zijn toestand
is zeer ernstig.
Ongeval met doodelijken afloop.
Dinsdagmiddag werd in de van derTak_
straat te Rotterdam de 42-jarige kantoor
bediende D. W. E. aangereden door een
wielrijder. De heer E. viel en bekwam, be
halve gehavende kleeding, ook nog een
kleine hoofdwond. Hij begaf zich naar het
politiebureau aan de Nassaukade, om daar
met den dienstdoenden inspecteur te confe-
reeren over eventueelo schadevergoeding
voor zijn bedorven kleeding, bij welk on
derhoud niets bijzonders aan hem kon
worden opgemerkt.
Woensdag voelde hij zich echter, zoo
meldt het R. Nbl., onwel en eer te hulp
geroepen geneesheer constateerde, dat E.
een schedelbreuk had bekomen. Denzelfden
avond is hij overleden.
Mntordckschuit gezonken.
Door den mist zijn bij Empel, in de buurt
van den Bosch, op do Maas twee motor-
dekschuiten, de Adela II en de Bertus,
waarvan de eerste geladen met 22 stuw-
schuiven, van een gewicht van 40 ton, de
tweede met 2 locomotieven, nadat de eene
aan den grond was goloopen en do Adela
op de Bertus gevaren, omgeslagen. Do
Bertus is gezonken, de Adela heeft haar
lading verspeeld.
De Witt's Bergings- en Transportbedrijf
is belast met de berging van schip en la
dingen.
EEN INBREKER LAAT ZICH IN EEN
KERK INSLUITEN.
IN DEN TOREN GEVONDEN.
't Blijkt een berucht individu te zijn.
Gisterenavond is na een moeitevollen
onderzoekingstocht oen inbreker, die zich
in de St. Ignatiuskerk aan den Westzee
dijk te Rotterdam had laten insluiten, door
de politie gevat.
Donderdagavond, bij het begin van het
I.of. had een der koorzangers een hem on
bekend persoon den ingang van hot koor
achter in het portaal der kerk zien bin
nengaan. Boven gekomen vroeg hij zijn
reeds aanwezigen collega's of zij dien per
soon hadden gezien. Niemand had even
wel iets bemerkt, zoodat het geval van
geen heteekenis werd geacht.
Toen evenwel des avonds om half elf de
broeder-koster alles ging sluiten, hoorde
hij in de kerk een vreemd geluid. Het was
of een bank kraakte. De koster vertrouwde
de zaak niet, ging den anderen broeder
halen en met zijn tweern deden zij een
ronde door de kerk. Wijl de deur van het
koor gesloten werd gevonden, achtten zij
het overbodig boven nog een onderzoek in
te stellen. Alle hoeken en gaten der kerk
werden nagezocht. Doch niets verdachts
werd er meer gehoond en niets gevonden,
dat op de aanwezigheid van iemand kon
wijzen.
Gisteren zijn de werkvrouwen overdag
in de kerk bezig geweest. Ook zij hebben
niets verdachts gehoord of gezien.
Niemand dacht dan ook meer aan het
geval, tot de suisse voor het Lof gisteren
avond de deur van het koor opende en
naar boven ging om te luiden. Toen be
merkte hij, dat de binnenzijde van deze
zware eiken koordeur met hijtols en zagen
flink was bewerkt, teneinde de zich aan de
buitenzijde bevindende grendels te openen.
Het kon niet anders, of een inbreker had
zich hier laten insluiten en had vergeef-
sche pogingen in het werk gesteld om te
ontkomen. Daar do deur niet geforceerd
bleek, moest de inbreker zich nog op het
koor bevinden.
Dadelijk werd de politie met het geval
in kennis gesteld. Tijdens het Lof, dal ge
woon doorging, werd de ingang naar het
koor sterk bewaakt en na afloop van het
Lof togen tweo agenten met den broeder-
koster op onderzoek uit Op het koor en
de omgeving hiervan werd niets gevonden.
Doch van hot koor heeft men toegang tot
de gewelven der kerk. Met electrischen
lantaarns werden alle hoeken en gaten na
gezocht. Als do man zich nog in do kerk
bevond, dan kon dit alleen zijn in den
grooten toren. Nauwkeurig werd alles na
gezocht, doch aanvankelijk leidde hot on
derzoek nog niet tot een resultaat. Einde
lijk. na anderhalf uur, gekomen hij het
platvorm, waar de luidklokken hangen,
greep de koster bij het nasnuffelen in oude
lappen, plots op een been. De lappen wer
den opzij gehaald en daar vond men op
den grond een man liggen, die op somma
tie van de politie zich overgaf. Naast hem
vond men een pak met sleutels en inbraak-
werktuigen. De man werd geboeid en over
gebracht naar het politio-bur6au aan de
Witte do Withslraat. Het bleek, dat men
een in de inbrekerswereld berucht individu
in handen had gekregen. In verband met
een dadelijk daarop begonnen onderzoek
1 naar de relaties van dezen persoon, yer-
zocht de politie pns zijn naam nog niet te
publiceeren.
I-Iet is zoo goed als zeker, dat de inbre
ker gisteren den gehcelcn nacht cn dag op
het koor of in den toren van de kerk heeft
doorgebracht. Hij heeft geen kans gezien
om ongemerkt te ontsnappen. Waarschijn
lijk; is hij gisterenmiddag begonnen met
zijn poging om do deur te forceeren. En
dit leidde juist tot zijn arrestatie.
Naar wij vernemen is er ongeveer vier
maanden geleden ook ingebroken in deze
kerk. Toen werden eenigo offerbussen ge
ledigd. Maar de buit kan slechts zeer ge
ring geweest zijn. Sedert dien zijn op aan
raden van de politie allo deuren, ook aan
do buitenzijde, met grendels voorzien. Ware
dit niet geschied, dan zou het den inbro-
ker nu mogelijk geweest zijn om te ontko
men.
Het laat zich hegrijpen, dat men zich op
de pastorie aan do Van Vollenhovenstraat
gisterenavond opgelucht gevoelde, toen na
lang zoeken de inbreker eindelijk word ge
vonden. „Msb.
EEN BRUTALE ROOFOVERVAL.
F.en vrouw mishandeld en met een revolver
bedreigd.
Men meldt aan „Het Huisgezin" uit St.
Michiels-Gestcl:
Donderdagmiddag heeft ondor deze ge
meente een brutale roofoverval plaats ge
had.
Terwijl de man op eenigen afstand van
i.et huis op het veld aan liet werk was,
zag een tot nog toe onbekend mansper
soon kans binnen te dringen in de wouing
van den landbouwer P. van Schijndel,
welke woning geheel eenzaam is gelegen
to midden der heide.
Vrouw van Schijndel was alleen thuis
en schrok niet weinig, toen zij dien per
soon in haar huis zag. Do onverlaat wierp
zich op de vrouw, hield haar mond met
z'n vuist dicht en sleurde haar tot voor
de kast, waarin hij dacht, dat geld gebor
gen was. Hij dreigde haar met een revol
ver, maakte met de andere hand de kast
open en nam daaruit de aanwezigo geld
beurs.
Toen hij de beurs in den zak gesloken
had, dwong hij de vrouw, nog steeds met
den revolver dreigende, te zweren, dat zij
hem niet zou verraden en dat zij in een
half uur tijds haar woning niet zou verla
ten. waarna hij verdween.
Toen zij cenigszins van den schrik beko
men het veld iuüep naar haar man, was
do vogel natuurlijk gevlogen.
Al wat men van zijn signalement weet,
is, dat deze persoon een dun grijs versle
ten jasje droeg waarin een groote scheur
was. die met een speld was dichtgemaakt.
Het ontvreemde bedrag zou. naar de
vrouw zich herinneren kan, slechts een
luttel bedrag, een paar gulden bedragen
De inbraken Ie Kerkrade.
De politie te Herzogenrath heeft twee
mannen en tweo vrouwen gearresteerd,
onder wie de cchtgenoote van don reeds
aangehouden K, wiens arrestatie wij
reeds berichtten, verdacht van medeplich
tigheid aan de talrijke nachtelijke dief
stallen met hi-aak, gepleegd in Kerkraue
en Duitsche grensgemeenten.
Tv/ce beruchte inbrekers aangehouden.
In den nacht van Dinsdag op YVoonsdug
is, gelijk wij gemeld hebben, ingebroken
in de woning van mevr. K. aan de 2do v.
d Boschstraat te 's-Gravenhage. Er wer
den toen verschillende zilveren voorwer
pen en sieraden gestolen. De politie, dio
dadelijk een onderzoek instelde, vond in
de huiskamer een stuk enveloppe, waarop
zich aan de achterzijde een adres bevond.
Dit spoor leidde naar Amsterdam. Giste
ren werden daar dan ook aangehouden do
19-jarige bakker A. v. d. G., de 67-jarigo
G. P. uit de Oog in het Zeilstraal te Den
Haag, en de 45-jarige P. G. van het Java-
plein to Amsterdam, do laatste verdacht
van heling. De jongste dader heeft vollo-
dig hekend, de andere twee ontkenuon iels
met de inbraak uitslaande te hebben ge
had. v. d. G. heeft reeds een voorwaarde
lijke veroordeeling achter den rug, terwijl
P. twintig jaar al in de gevangenis heeft
doorgebracht voor verschillende inbraken.
Zij zijn naar den Haag overgebracht en
ter beschikking van den officier van Ju
stitie gestold.
Een zakkenroller geknipt.
Gistermorgen half elf kwam de 15-jarigr
kantoorbediende J. v. d. W., uit de Hon
drik Goslerstraat, van de kantoren dei
Nederl. Handelsmaatschappij te Rotterdam
waar hij voor ziju patroon, de firma C
een biljet van 1000 had gehaald. Hij
kwam langs de Vischmarkt, waar het ver
keer op dat oogenbilk gestremd was. Naast
den jongen stonden drie mannen, oogen-
schijnlijk eveneens te wachten, tot de ver
keersagent het teeken van doorloopen zou
geven. Een dezer mannen hield een zwaro
loeren tasch tegen den jongen aangedrukt,
die toen eenklaps voelde, dat zicb vingors
bewogen langs zijn borstzak, waarin hij
het biljet geborgen had. De jongen sloeg
de tasch weg, greep den pols van den man
en riep luidkeels: geef mij dat biljet van
1000 terug! De beide andere mannen
trachtten nog den jeugdigen kantoorbe
diende te overbluffen door op luiden toon
aan te bieden, mee naar de politie te gaan,
maar de jongen hield voet hij stuk, en de
zakkenroller gaf hem het gestolen biljet
terug. „En nu nog de 2, die los in mijn
zak zaten", riep do jongen, om tijd te
winnen on do aandacht to trekken, wat
hem ook gelukte.
Een vischbocr en andere omstanders
begonnen zich met bet geval to bemoeien,
en aangezien de drie mannen vreemdelin
gen bleken, die gebroken Duitsch spraken,
en de jongen een flinken en betrouwbaren
indruk maakte, begon het publiek er op
aan te dringen, dat klager en beschuldig
de naar de Paauwensteeg zouden gaan.
De man, die het biljet gestolen had, sprong
toen op het voorbalcon van een wagen
van tramlijn 7. De jongen, do vischbocr en
anderen brachten den verkeersagent ter
plaatso met een, paar woorden op, do