TWEEDE MOEDER.
viërpe blad
,de leidsche courant'
zaterdag 24 september
iuitenl. Weekoverzicht.
Valentino heeft gesproken. Rudolpho
lentino!
(X )j6 filmarlist, die eenigen tijd geleden
aardsche gewesten heeft verloten?
Juist, dezelfde. Hij heeft iets verteld
>r zijn leven in het hiernamaals. Zijn
3ede vrouw Natacha Ramhova heeft
mededeelingen gekregen uit de an-
wereld en ze natuurlijk wereldkun-
gemaakt. Zij heeft een boek vol daar-
geschreven, om vooreerst de mensch-
met deze interessante mededeelingen
ukkig te maken en ten tweede een
4je geld in het'laadje te krijgen.
,n Valentino blijkt niet heelemaal van de
jj r(io te zijn gescheiden. Hij loopt nog als
lim ongezien rond door de straten van
•York en probeert met- zijn ex-colle-
op deze were'd in contact te komen
lukt hem echter maar half. Ziehier
hij dat vertelt.
Ik kwam in botsing met een vrouw, die
ht op mij aanliep. Zij huiverde, greep
t arm van haar gezellin en riep uit:
/aar komt die koude wind plotseling
idaan?"
,Dit maakte mij woedend. De dood had
in een kouden windstroom veran-
d? Ik liep naar eenige acteurs toe, die
het Paleis Theater op Broadway
elkander stonden te praten. Ik greep
van de lui bij zijn jas en riep zoo hard
ik kon: „Ik ben Rudolph Valentino!"
«imaar hij nam niet de minste notitie van
en praatte en lachte gewoon door
Iet is eenigszins huiveringwekkend, te
ken, dat het misschien Valentino zijn
's wij komende rond den hoek van
straat opeens een koude windvlaag
len. Juist dezer dagen is de lucht vol
zulke windvlagen Wie weet, welke
schimmen dat allemaal zijn. En wei
geest zou er wel gescru'ld hebben in de
tdhoos, we'ke Leiderdorp en Zoeter-
ude Donderdag te pakken heeft gehad?
Valentino is unheimisch met z'n ont
togen. Wist u. dat er in die andere
•eld ook schouwburgen waren? Niet?
is het zoo, luister maar:
2 Mijn vrienden hebben mij medegeno
om de schouwburgen te zien. Zij zijn
iengewoon groot en mooi en zijn opge-
wd uit gedachten-substantie zooals al
hier. maar uit een gedachte-substan-
welke ontsproten is uit de idealen van
te dichtersw
unt u zich dat voorstellen? Mooi zal
wezen. Overigens wilde ik, dat Va -
jino eens wat verte'len wilde over de
;omst van den Volkenbond, die im-
ook is opgebouwd uit gedack te-sub-
es. gesproten uit de idealen van
mlte dichters
1 had hij alleen maar voorspeld wie
bokswedstrijd TunneyDempsey zou
nen!
olkenbond. Het is een eïgen-
'el lige associatie van gedachten om een
;wodstrijd in één adem te noemen met
^o'kenbondsvergadering, maar iets van
bokswedstrijd reeft zoo'n vergadering
k' aar boksen de „gedachte-substanties"
dei diplomaten met elkaar. Soms wordt
I' len knock-out geslagen, maar meestal
en zij het op een accoordje. Zoo zijn
de iok op deze 8ste vergadering van den
di ;enbond weer eenige accoordjes ont-
n
bokswedstrijd heeft zoo'n vergadering
verigens niet onbevredigend. Dank zij
initiatief van de Nedertondsche dele
een nieuw program opgesteld in
rw ist van het vredeswerk, dat den afge-
rto ken draad van het protocol van Genève
heeft opgevat.
door minister Beelaerts ingediende
stel om tot nieuwe overweging van dit
igstuk over te gaan heeft de Fransche
Duitsche delegaties er toe geleid hun
ningen te dezer zake in eigen voor
reen te belichamen, waarbij uit den aard
zaak het ontwapende Duitschland
infwapeningskwestie op den voorgrond
le, en van Fransche zijde de kwestie
veiligheid als van overwegend belang
tj de oplossing van het ontwapenings-
0! >'eem naar voren werd gebracht. En
ijk den „choc des opinions" is nu ten
e in do Derde Commissie der Vergade-
yÉ een gemeenschappelijke- Fransch-
sci sch-Nederlandsche motie voortgeko-
j i waartegen zelfs van Britsche zijde
geen bezwaren meer bestonden en welke
eenstemmige aanvaarding in do Commis
sie de bijeenroeping van de voorbereiden
de ontwapeningscommissie verzekert
die na de discussiën in de laatste bijeen
komst der commssie, na de mislukking
van de maritieme driemogendheden-con-
ferentie eenigszins twijfelachtig was ge
worden.
Deze motie komt hierop neer, dat de
ontwapeningscommissie haar arbeid op
den ouden grondslag zal voortzetten en dat
naast haar een tweede commissie wordt
ingesteld, die zich in het bijzonder met
het veiligheidsvraagstuk zal bemoeien, dat
men arbitrage- en veiligheidsverdragen zal
bevorderen en deze zooveel mogelijk met
elkaar in verband zal traerten te brengen
en dat de omvang van de militaire hulp
door de verschillende staten in 'geval van
conf'ict te verleenen, zal worden vastge
steld.
Vervolgens heeft men nog een voorstel
van Finland aangenomen, om aangevallen
staten financieel to steunen. Een aanvals
oorlog is trouwens verboden, aldus het
door de derde commissie aangenomen Pool-
sche voorstel.
Het klinkt heel mooi, als het nu in de
practijk maar helpt. Want het is niet zoo
heel gemakkelijk om te zeggen, wie de
aanvaller is. De Volkenhnndsraad moet dat
uitmaken, maar.... Wij weten, dat dit
lichaam zich niet graag in r-en wespennest
steekt. Bovendien is de V. B-raad een po
litiek lichaam en niet altijd onbevooroor
deeld. Dat heeft graaf Apponyi dezer da
gen ook nog in het licht gesteld, toen hij
Hongarije's belangen verdedigde tegen
de Roemenen. De Roemeensch-Hongiar-
sche kwestie komt in 't kort hierop neer,
dat Roemenië tegen het verdrag van Tria
non in. de eigendommen van Hongaren, ge
logen in het ftan Roemenië toegewezen
vroeger OostenrijkschHongaarsche ge
bied. zonder voldoende schadeloosstelling
hoeft onteigend. Graaf Apponyi wilde zeer
terecht dit geschil onderwerpen aan een
uitsTiraak van hot Hof van Internationale
Justitie te Den Haag. Men werd het niet
eens en de zaak is uitgesteld tot Decem
ber.
Steekspel. Hoe moeilijk bet in
do practijk is om nit te maken, wie nu het
eerst begonnen is met vechten, wie m. a.
w. de schuld van den oorlog draagt, moge
het steekspel bewijzen, dat de Fransche
minister-president Poincaró en de .rijks-
president von Hindenburg met elkaar
hebben gehouden vorige Zondag.
De Fransche Tegeering heeft Zondag in
het Palais d'Orsay aan 800 Amerikaan-
sche legioensoldaton een banket aangebo
den. Minister-president Poincaró heeft de
gelegenheid aangegrepen om, gelijk La Vo-
lonté het uitdrukt, „een requisitoir tegen
Duitschland uit te spreken."
Wat dat requisitoir inhield, kan men
wel begrijpen.
De Fransehpn haddpn. gebolnen door
de Amerikanen, den aanval van bet Duit
sche imperialisme op de beschaving weer
staan.
Dienzelfden Zondag hield de Duitsche
Rijksnresident een rede bij de onthulling
van het gedenkleeken, dat in Tannenherg
is opgericht ter herdenking van de over
winning op de Russen en de bevrijding
van Oost-Duitschland.
Hu verklaarde daarbij o.a.: „De bewering
dat Duitschland schuldig zou zijn geweest
aan dezen grootsten aller oorlogen wijzen
wij hier af het geheele Duitsche volk
wijst haar eensgezind van de hand. Niet
haat of lust tot veroveren hebben ons de
wapens doen opnemen. De oorlog met de
verschrikkelijke opofferingen die hij eisch-
te, was voor ons het uiterste middel om
ons bestaan te verdedigen tegen een we
reld van vijanden. Met een zuiver hart zijn
wij ter verdediging van het vaderland ten
strijde getrokken. Met zuivere handen ge
bruikte het Duitsche leger het zwaard.
Duitschland is te allen tijde bereid dit te
bewijzen voor een onpartijdig rechter".
Ierland. Ten slotte nog een klein
woordje over het boks wedstrijd je Cosirave
de Valera in Ierland. Cosgrave oftewel
de regeeringspartij heeft op punten ge
wonnen en wel met een kleine meerder
heid.
Wij hebben in een vorig weekoverzicht
de vrees "onïf. dat het ontreden van de
Valera, weieens bet aftreden van de Ier-
sche regeering tengevolge kon hebben,
doch deze vrees is vooralsnog niet be
waarheid. De regeering blijft aan, want
zij heeft bij de jongste verkiezingen haar
aanvankelijke minderheid in oen klein
meerderheidje weten om te zetten. Doch
zij zal een harden dobber hebben, want
ook de oppositie-partij van de Valera is
zeer vooruitgegaan (57 zetels tegen 44 in
de vorige Kamer). De kleine partijen heb
ben het loodje moeten leggen.
Naar het land der Dayakkers.
Op 6 October aal ondergeteekend© de
reis naar het donkere Borneo aanvaarden.
Van Leiden zal de reis naar Parijs en van
Parijs naar Lourdes worden gemaakt, om,
na onze reis aan de „Sterre der Zee" t©
hebben aanbevolen, vandaar te vertrekken
naar Marseille, waar 12 October de groot©
reis zal beginnen.
Borneo is een dor Insulinde-eilanden.
Het geheefe eiland is ongeveer 22 maal Ne
derland. Het noordelijke gedeelte van het
eiland is Engelsch gebied en werd in 1880
door de II. Stoel toevertrouwd aan de nog
jeugdige Congregatie van Mill Hill.
Den lien April 1881 vertrokken drie jon
ge priesters van Rome, waar zij den Apos-
tolisehon zegen ontvangen hadden, naar
Borneo. Deze drie missionarissen waren
Fathers Edmund Dunn, nu Apostolisch
prefect, van Sarawak, Jos. Kilty en Aloy-
sius Goossens van Geldrop, die nu nog
leeft en sinds 30 jaar te Papas missio
neert. In Mei 1881 kwamen de drie jonge
missionarissen te Singapore aan, waar zij
hartelijk verwelkomd werden door de wel
bekende Paters der „Missions Etra-ngères"
van Parijs. Men ried hen aan, eerst naar
Koetjing (Kuching) te gaan, de hoofdplaats
van Sarawak en tevens de tegenwoordige
hoofdstatie. Een Franscho pater die het
Chmecsch goed machtig was vergezelde
hen.
Onmiddelliik werd een aanvang gemaakt
met taalstudie en bouwen. Een huis van
ruwe ongeschaafde planken werd gebouwd
dat als kapel,, woonhuis en school dienst
deed. Om met succes te kunnen werken
moest een school gebouwd worden, waar
do kinderen konden worden opgevoed die
later do christengemeenten zouden vor
men. Men begon met een dagschool, doch
de ondervinding leerde spoedig dat de kin
deren in hun heidensche huizen vergaten,
wat hen op de school geleerd werd. Het
was noodzakelijk dat zij met den missio
naris op de missie woonden. Een paar jon
gens werden aangenomen en de eerst©
kostschool was gesticht. Deze armoedig
begonnen school is een succes geworden.
Tegenwoordig mag het internaat van
Koetjing er zijn: een hoog, ruim, eteenen
gebouw aan den hoofdweg waarin ruim 200
jongens dagelijks de lessen bijwonen. Do
grootste helft zijn kostjongens.
Sinds dien is er onnoemelijk veel goeds
gedaan door de missionarissen en missie
zusters in Borneo. Dohis het wonder
dat er nog zooveel onbeschaafdheid
hcerscht in Borneo? Groot toch is het
land, weinig de werkers. Wat zijn 14 h. 15
priesters voor een district van vier maal
Nederland? Alleen hier en daar in de wil
dernis van het heidendom bevinden zich
oasen van Christengemeenten.
De Dayakkers, die van een zeer rusteloo-
ze natuur zijn, zijn het gelukkigst als zij
door de maagdelijke wouden kunnen trek
ken, hier en daar vertoevend. Om aan de
geestelijke behoeften van dit zwervend
volk te voldoen zou Borneo als 't ware
zooveel missiestaties moeten tellen als er
plaatsen en dorpen in Borneo zijn, opdat
zij op zoek naar goede natte rijstvelden
ook tevens daar het best© voor hun zielen
vinden. Vele staties moeten nu nog opge
richt worden. Het valt lioht te begrijpen
dat een jong missionaris zich liefst aan
zulk werk wijden zou. De wil van mijn
overste in Sarawak daaromtrent is mij
onbekend. Een ding weet ik en dat is dat
mijn kerkje arm is, een wensoh van mijn
Overste is mij bekend nJ. dat ik mijn best
doe om geldelijken steun voor die moeilij
ke missie. Mijn hartelijkon dank zij dan
gebracht aan de parochianen van de Mon
Père die 11 Sept. 1.1 in milddadigheid heb
ben uitgeschitterd. Van hun goedheid zou
ik geen misbruik willen maken en daarom
is mijn bodelwoord niet tot hen gericht;
doch ook hunne aalmoezen blijven, zooals
van zelf spreekt, steeds welkom 1 Nu doe
ik echter in 't bijzonder een beroep op de
edelmoedigheid van mijn andere stadge-
nooten en ook tevens op do milddadigheid
der Katholieke lezers van de omliggende
gemeenten, die ook steeds him belangstel
ling in het missiewerk op zulk een uitmun
tende wijze getoond hebben. Wio helpt
door een kleine aalmoes den missionaris
aan een harmonium voor zijn kerkje. Het
is me door ervaren missionarissen op 't
hart gedrukt ook daar mijn best voor te
doen. De kerkjes in Borneo zijn arm en
zeer primitief. Prachtige altaren, verlich
ting, keurige misgewaden en sieraden, wel
ke onze godsdienstzin zoo verhoogen, ont
breken daar. Hoe heerlijk zou het dan zijn
om door eenvoudige muziek tot den luister
van het H. Misoffer bij te dragen en die
armen tot den H. Dienst te trekken. Een
harmonium bestemd voor do tropen ver-
eischt speciale fabricatie. Lijmwerk mag
er niet in voorkomen, alles moet ge
schroefd zijn. Derhalve zijn zo nogal kos
telijk. Geacht© lezersBij U ligt het suc
ces van mijn poging. Wil dan nog eens uw
goedheid toonen door oen kleine aalmoes
te sturen voor het harmonium van den
missionaris. Wie helpt? Giften kunnen be
zorgd worden aan het bureau van de Leid-
sche Couratn en ook aan adres Yestcstr.
74 en zullen vermeld worden in dit blad.
Wat zal ik den weldoeners wedergeven?
Een hartelijk gebed!
Father J. BUIS, pr. miss.,
Ves test raat 74, Leiden.
STAD§f3flEUWS
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
XVTII.
Mijn twee laatste brieven zijn zoo waar
meer uitgegroeid tot „studeerkamcr"-brie-
von, dan wandelbrieven. Dat komt zoo: als
je veel wandelt wordt je moe, als je moe
wordt ga je rusten en als jo rustig zit,
denk jc veel en zoo ging het ook den Wan
delaar, die zoodoende een beetje zwaar
op de hand werd en is gaan neerpenr'm
een paar vruchten van dat rustend-denkeu.
Men duide hem dat niet ten kwade, daar
de stoffe, welke hij heeft behandelt, niet
zonder beduidenis was. Als mijn 'szers en
lezeressen wat ik sohrccf in zich hebben
opgenomen en bij ernstig nadenken ei pro
fijt van hebben getrokken, dan Ï3 dc inkt
niet t© vergeefsch aan de vulpen ontvioeit
en hebben die brieven toch een snippertje
nut gesticht. Als men, zooals wij, nvdden
in het leven staan, dingen en vooral men-
schen in den kring van onze belang&tellïug
betrekt, dan zouden wij wel don ganschen
dag kunnen neerschrijven onze indrukken
en do daaruit voortvloeiende combinatiën,
die een enorme dosis materiaal leveren
voot de verwerking van de grondstoffen,
waaruit een wandelbrief is op tc bouwen.
Dnar is geen bijzondere opmerkingsgave
voor noodig, och neen, de dingen komen
zich zelve prcsentceren en men heeft al
leen maar een deel van het denkvermogen
te reserveeren om conclusiën te trekken;
er is heusch geen bijzondere vaardigheid
noodig om wat is gcconstateert om t© zet
ten in oen wandelbrief. Alleen do lust en
de durf om anderen een spiegel voor tc
houden is misschien pedant, toch, aan don
anderen kant ook weer nuttig. En men ziet
de dingen als van zelve.
Luister! Op ©en wandeling door Leidens
straten loopt een couranten man, bladen in
de bus te stoppen en uw geest zegt: wat
is dat voor een blad, en mét die vraag
denkt u aan dc richting van het blad en
ook van hem die do courant ontvangt. En
de conclusie volgt als van zelve. Ziet ge,
zooals wij dat in tal van brievenbussen
van R. K. liberale-, neutrale-, of wel schun-
nig-geïllustreerde tijdschriften of couran
ten worden binnengeloodst, dan vraagt
ge u zelve toch afis dat wel in don haak?
is er dan geen beter geestesvoedsel dan
deze producten van oen geestesrichting die
toch de hunne niet kan zijn? En ge rede
neert door: begrijpen die menschon dan
niet, dat in de kolommen van dat perspro
duct dingen worden bezien in hot licht
van een reflex die niet strookt met de
godsdienstige- en zedelijke begrippen van
hem, den R. K. lezer? Of, vraagt men zich
af, lapt die mensoh allo .waarschuwingen
tegen de lectuur, maar aan z'n laars en
laat hij het doodend gif druppelsgewijs zijn
betere- en godsdienstige gevoelens vergif
tigen? Blijft de man dan maar toezien als
in dio bladen dingen staan die alles wat
naar God en Godsdienst zweemt doodzwij
gen niet alleen, doch vaak in hatelijke ter
men bestoken. En die lezer, hij bergt het
veege lijf niet voor die striemslagenhij
laat zijn ziel martelen en tot dorheid ver-
li chxompelen; hij onderscheidt ten leste
niet meer en slikt alles wat men hem ge
lieft in to lepelen. Zoo kwamen er velen
tot twijfel, tot het overboord gooien van
dat goede en edele wat hun op de levenszee
tot stut en steun zou kunnen zijn.
't Is toch zoo! Hot is niet overdreven en
er zijn, helaas, personen genoeg die door
het papieren gevaar zijn opgeslokt; door
het drinken van wat uit dio troebele bron
opspuit als het ware hebben weggespoeld
de kostelijke kennis van hot onderscheid
tusschen goed en kwaad. Vrucht van het
lezen van niet goede, kwade en vaak slech
te lectuur! Want het is ook hier als in
andere kwade dingen: dc drinker wil
steeds meer prikkeling en zoo 'ri lezer komt
ook van kwaad tot erger.
Kan mon zich soms beroepen op een lo
kort aan de zijde van de R. K. loctuur?
Men gebruikt dit argument, doch dat is
niets als een nabouwen van wat anderen
zoggen om zich to dekken. Hebben wij te
genwoordig niet een R. K. groolpcrs die
den toets der vergelijking met do liberale
dito's glansrijk kan doorstaan? Lezen zelfs
niet R. K. firma's en personen onze groo-
t© bladen, juist om hun vlugge reportage
en wolverzorgdo beurs-, handels- en
scheepvaartdiensten? Hebben wij niet e«n
plaatselijke pers die toch zeker niet be
hoeft onder t© doen voor haar zusteren,
zoo niet daarboven staat, zeker voor ons
R. K„ dio daarin rubrieken vinden, die ons
tot leering en steun verstrekken bij wat
onze geest aan geestelijk en versterkend
voedsel vraagt? Er zijn er helaas, nog zoo
velen, die op eigen pers hot stigma druk
ken van achterlijkheid en onvoldragenheid
en daarin een motief suggerceren om aan
andere organen hun liefde en gold t© ver
panden! Wij kennen dat praatje, wat niets
anders is dan een zich verschuilen binnen
de muren van een neutraal gedoe, waar
men geen kleur behoeft to bekennen en
reeds tc voren prijst eiken regel druks, dio
den Godsdienst buitensluit. Ja, dat is nog
voor velen een heclo stap, den zich op-
dringenden huisvriend al» ongenoode gast
buiten de deur te zetten cn een nieuwen
vriend binnen to halen die door dagcli'k-
schen omgang, door het toedienen van
door den waren geest doordecscmd voedsel,
mee helpt bouwen aan do vervolmaking
van den geestelijken mensch, die tot taak
heeft allo middelen te benutten die hom
kunnen dienen om den strijd des levens te
strijden. Zou hij oen zoo krachtig middel
onbenut laten, opzettelijk of uit sleur, dan
zal hij hot aan zich zelve t© danken heb
ben, als zijn weg niet zoo reent, als ziin
stap niet zoo vast is. Want om tot dc
meest mogelijke volmaaktheid to komc,
zal men nooit of t© nimmer eenige steun
putten uit geestesvoedsel, dat is pospecm
van elk greintje hooger besef van het uil
eindelijko deel van dit leven.
Erger is het in de gezinnen waar no..
zooveel koren te veld staat, waar nog zo
vaak do jeugd hunkerd naar weten en sen
satie. Hot gevaar van verkeerde loctui.
ri hier groot en de verantwoordelijkhoic
van do ouders neemt grootcr proportie
aan, naar mat© men nonchalant is in het'
laten slingeron van die lectuur. Hot is nu
eenmaal zoo, dat het der jeugd eigen is
gaarno naar het verboden© do hand uit to
steken. Observeer ze maar oens langs don
weg hoe of elk plaatje hun is en de be
langstelling volop geniet. En in huis zal
die trek naar het verbodene niet minder
zijn, vooral als het vaak voor het grijpen
ligt, door do achteloosheid van do huis-
genooten. Als u meent, dat ik overdrijf;
het experiment is t© gevaarlijk, anders zou
ik zeggen neem de proef op de som!
Helaas, or is in dit opzicht in vele R. K.
huisgezinnen nog een groot to kort. Er is
slechts een radicaal middel om het gevaar
voor do kinderen weg te nemen. Gooi al
dat papieren gedoe buiten do deur! Steun
eigen pers en lectuur; laat die beiden zich
feuilleton.
faar het Fransch, v. H. GREVILLE
Dr loopt van avond geen trein meer,
lrs zou ik mevrouw begeleid hebben
Dan zullen wij morgen met den eer-
j trein vertrekken en ik zal een woord-
'or mijn ma.n achterlaten.
en een slapeloozen nacht, waarin het ge-
van allerlei dingen op haar woog,
öt zij.
kis '?a<^ 'let rijtuig voor mijnheer aan
'tation laten staan, en de groom door
telegram gewaarschuwd, wachtte hen
j >P-
ïgc j Weg sc^een eindeloos. Eindelijk
poe het kasteel les Pignms op en
later ging Odilia daar voor de eerste
alleen het hek binnen,
o1 geratel van het rijtuig was me-
t Brice op de stoep gekomen, doch
ra zij alleen haar schoondochter be
te toonde zij zich onaangenaam ver
aar houding en koele blik schenen
ggen„Wat komt u hier doen
i0, man i3 afwezig, zei Odilia hij
ets '.eerder dan over een paar uur liier
ik ben in allerhaast gekomen.
is heel aardig van u, antwoord-
evrouw Brice op een toon die beter
öit ^,®I10YerS^sfcelclo had kunnen uitdruk-
id i V ^er echter weer rustig. Wilt
li Zl.c" gemakkelijk maken door uw
«ut te doen.
ontdeed zich van hoed en reis-
Ui
mantel en had den indruk dat zij een fla
ter 6loeg en wel zoo'n grooten, dat zij er
geheel onthutst van was en neg lang na
dien bij de gedacht© aan deze ontvangst
rood werd van schaamte en vernedering.
Nadat ze haar mantel en hoed aan de
dienstbode afgegeven had, wist zij niet
wat te doen.
Mevrouw Bric© liep eenige malen op en
neer en schikt© enkele dingen en veront
schuldigde zich vervolgens om naar boven
te gaan, zonder Odilia uit te noodigen de
kamer te betrekken waar zij gewoonlijk
tijdens haar verblijf met Richard verbleef.
Die vreemde handelwijze, welk© mis
schien t© verontschuldigen was door de in
wendige opgewondenheid der bejaarde da
me, braoht Odilia nog meer in verlegen
heid. Als een hulpeloos kind keek zij rond
om zich en bedacht dat haar man nog op
z'n minst eenige uren zou wegblijven. De
morgen was nog niet ver genoeg gevor
derd om t© rekenen op het diner dat den
tijd zou verkorten, en het speet de jonge
vrouw, dat zij gehoor gegeven had aan
haar edelmoedig© ingeving om naar 't kas
teel les Pignons te ijlen.
Om den tijd te dooden ging zij den tuin
in waar zij na eenige oogenblikken den
huisknecht ontmoette. Deze was haar te
gemoet gegaan zoodra hij haar ontwaarde
en zei fluisterend:
Alles is in ordeKarei is tegen negen
uur in den avond in zoo'n vasten slaap ge
vallen dat men het slot heeft kunnen for-
ceeren; bij zijn ontwaken vond hij zijn
grootmoeder aan zijn bed zitten en zij
hebben elkander hartelijk omhelsd; die
zaak behoort al weer tot het verloden. Ik
geloof dat mevrouw er spijt van lxeeft dat
zij mijnheer Richard heeft laten roepen,
en nog meer....
Meer zei hij niet.hij was er zeker
van dat zij hem begrepen had.
Piet, zei Odilia, waarschuw den koet
sier, want ik wil mijn man te gemoet gaan.
Wat zal mevrouw Brice dan wel zeg
gen? opperde de knecht.
Mijn man zal haar wel een uitleg ge
ven. Wilt u mijn mantel en hoed in de
vestibule gaan halen?
Piet verdween en kwam eenige oogen
blikken later terug.
Zeg maar aan mevrouw Brice dat ik
mijn man te gemoet ben gegaan, zei Odilia
terwijl zij haar mantel aantrok.
Piet riep daarop den stalknecht:
Zeg aan mevrouw dat mevrouw Ri
chard haar man gaat afhalen, sprak hij,
en ik rijd haar.
Goed, beaamde Odilia.
Een paar minuten later reed het rijtuig
op den weg die naar Larochc leidde.
Odilia dacht nu over de gevaren die
somimgo liefdadige ondernemingen met
zich brengen.
Noch de een noch de ander sprak een
woord. Eindelijk begon Piet:
't Spijt me dat ik mevrouw gevraagd
heb hier te komen. Als ik liad. kunnen
voorzien da|t alles zoo kalm afliep, dan zou
ik movrouw niet gestoord hebben. Ook
dacht ik niet dat mevrouw Brice u niet
tot Karei zou toelaten. Daar had. ik eerder
aan moeten denken, want ik ken voldoen
de
Hij zei niet wat hij voldoende kende,
maar bleef een wijle zwijgen, terwijl Odi
lia het vervolg afwachtte.
Ik heb hem vanaf zijn eerste dagen
gekend, dien jongen en weet dus wat cr in
zit/ veel goede eigenschappen, maar....
ook veel kwade. Hij is vooral, zooals men
zegt, gauw aangebrand, zooals trouwens
mevrouw Brice zelf ook is. Daarbij vergeet
hij niet licht iets, zooals mijnheer Richard
die de beste man ter wereld is. Ik was
bang dat die opstand van Karei dezen
koer lang zou duren maar ik heb mij ver
gist.
Odilia zei niets; voor niets ter wereld
zou zij Piet ondervraagd hebben en toch
beschouwde zij het bijna als haar plicht
naar hem te luisteren.
Mevrouw Brice heeft ten slotte toege
geven, hernam Piot, anders zou die zaak
neg niet afgeloopen zijn; wanneer de jon
geheer boudeert is het steeds zijn groot
moeder die 't eerst den strijd opgeeft
Als men mij dat gezegd had in den tijd
dat zij Richard opvoedde dan zou ik
vreemd opgezien hebben. Toen moeot hij
altijd onderdoen. Nu is zij echter bejaard
en verdergrootmoeder.
Piet liet de zweep op het linkorpaard
vallen dat zich door het andere liet voort
trokken.
Enfin, besloot hij ik geloof dat het
mevrouw Brice erg spijt dat zij mijnheer
Richard heeft laten komen; zij zou nu heel
wat geven om te voorkomen dat hij iets
weetDaar is het station en de trein is
al aangekomen. Zou mijnheer er zijn?....
Zonder onbescheiden te zijn.... zou ik
willen vragen wat mevrouw aan mijnheer
zal zeggen.
Zijn blik trachtte het antwoord van haar
gesloten lippen te lezen.
Na een korte stilte antwoordde zijf
Als hij uw zoon was, wat zou u n
doen?
Alles zoggen! antwoordde hij zonder
aarzelen, maarDaar is mijnheer!
Richard verscheen in do deur mei ledi
ge handen, als iemand die in aller haast
van huis is gegaan. Odilia klom uit het
rijtuig on snelde haar man tegemoet.
Alles gaat naar wcnschl zei ze hem,
terwijl zij. hem koortsachtig bij den arm
nam.
Wat is er gebeurd? vroeg haar man.
Dat is te veel om in enkoio woorden
te zeggen. Uw moedor en Karei maken het
goed.
Toen zij het rijtuig naderden sprak Piet
die naast de paarden stond:
Als mijnheer misschien eerst een
wandolingetjo wil maken met mevrouw,
dan kunnen do paarden wat op adem ko
men, of als u beiden den weg op wilt gaan?
Ik zal u spoedig ingehaald hebben.
Dat kicQche voorstel, 't welk men van
een knecht niet zou verwachten, stond,
mijnheer aan en met Odilia aan zijn arm
nam hij den weg naar 't kasteel los Pig
nons.
Nadat zij tieii minuten gewandeld had
don was Richard van alles op do hoogte»
daarbij inbegrepen de zonderlinge ont
vangst welke zijn moeder Odilia bereid
had.
Ik begrijp haar verlegenheid wel, zei
ze in haar verlangen om haar schoonmoe
der te verontschuldigen, want zij bevond
zich in een vreemden toestand. Ik was on
gevraagd gekomen en uw moeder wil na
tuurlijk do gebreken van haar kleinzootf
vooral yoor mij verbergen.
(Wordt vervolgd).