ftVEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 17 SEPTEMBER
Letteren en Kaast.
herman GORTER, t
Op 63-jarigen leeftijd is Herman Gorter
te Brussel overleden. Weer een van de
garde der Tachtigers!
Bij het groot rumoer, dat in de letter
kundige wereld vooral na den oorlog door
vele jongeren gemaakt wordt, is de naam
van Gorter bijna een verre klank gewor
den. Maar wanneer men een oogenblik
neerzit en niet denkt aan die kolommen
vrije verzen" en zwaarwichtige betoogen,
hce de dichtkunst eigenlijk wel behoort te
zijn, dan krijgt de klank van Gorter's
naam weer beteekenis en men is zich dui
delijk bewust, dat de resonans van zijn
Meizang nog vele geslachten zal worden
gehoord, zoolang er waarachtige schoon
heidsminnaars zijn.
Men weet dat hij in 18G4 geboren werd
en zoon was van den letterkundige Simon
Gorter. Hij studeerde klassieke talen, werd
leeraar te Amersfoort en vestigde zich in
het Gooi. Jaren heeft hij hier gewoond,
aanvankelijk gedicht en geschreven voor
het socialisme en later voor het commu
nisme. De laatste jaren vertoefde hij te
Brussel, terwijl hij als dichter weinig meer
van zich liet hooren.
Gorter is in den aanvang do zuiverste
vertegenwoordiger van de Nieuwe Gidsbe
weging. Kloos had betoogd, dat de poëzie
moest zijn „allerindividueelste expressie
van de allerindividueelste emotie". De
dichter moest subjectief zijn; zijn onder
werpen zoeken de diepste aandoeningen
van zijn zieleleven, ongeacht of anderen
daarmee in konden stemmen. Zijn eigen
zieleleven moest hij uitstorten in zijn
eigen taal- en woordgebruik, al was dia
taal, al waren die woorden niet algemeen
gangbaar. Kloos, Verwey van Eeden
maakten volkomen ernst met dit beginsel.
Maar Gorter voerde het het verste door.
Op 't oogenblik zou het ons te ver voeren,
er op te wijzen, dat dit kunstprincipe be
schouwd moet worden in 't licht van den
tijd. Wij bespraken het voor een paar ja
ren in onze opstellen over „Sociale Lyriek".
Een der schoonste vruchten van dit in
dividualisme in do litteratuur ia Gorter's
„Mei". Hierin is inderdaad de allerper
soonlijkste uitdrukking van het allerper
soonlijkst gevoel, een zuiver heidensch le
vensgevoel. Maar de jonge dichters, die
breken wilden met de dichterlijk en rheto-
rische-traditie, welke sinds Bilderdijk de
19de eeuw had beheerscht en de 'kunst
vormen verstard, wierpen met den dreun
ook de oude onderwerpen weg. Zij zochten
een nieuwen inhoud. Naar woordgebruik,
klankgehalte en rhythmenweelde heeft
Gorter in „Mei" iets van zeldzame schoon
heid voortgebracht. Dit was uit zuiver
dichterlijk oogpunt beschouwd „een nieu
we lente en een nieuw geluid". Het scheen
waarheid te zullen worden, wat Van
Deyssel met overmoed voorspelde: „Wij
zullen Holland hoog opvoeren middeu in
de vaart der volkeren."
„Mei van Gorter" zegt Albert Verwey,
„is het verhaal van hoe de vergankelijke
Meischoonheid zich vereeuwigen wilde
door te huwen met den blinden God
"Balder, de wereldziel, die in de muziek het
neest onmiddellijk zich uitstort, maar in-
lerdaad door niets kan worden afgebeeld.
Mei is de vol zinnelijke bekoring van zee
en land, water en hemel, bloemen, vlinde
ren en vogels, van alle jeugd en van allo
schoonheid. Tevens leeft er in het gedicht
het geloof aan een Wezen, dat niets is dan
zielbeweging.
Pech, Kloos en Verwey gewild is voQr
Gorter de vergoddelijking van zijn ziel tot
wereldziel en zoo trad Balder, blind, in de
muziek zijn eerste beeld hebbend, Mei te
gemoet."
„Moi" is dus naar inhoud en gedachten-
gang zuiver heidensch. Afgezien daarvan
is het gedicht als wrochtsel van schoon
heid tot op den huidigen dag niet overtrof
fen.
De woordkunst is muziek geworden.
Als Gorter in „Mei" zijn heidensche le
vensvreugde heeft uitgezongen, meent hij
nog niet ver genoeg te zijn gegaan. Hij
heeft in de poëzie nog niet de uiterste con
sequentie van 't individualisme getrokken.
Dat tracht hij te bereiken in zijn „Verzen"
(1892). Het is zijn bedoeling, nu ook de na
tuur, ook de buitenwereld buiten zijn dich
terschap te sluiten. Een in objectieven zin
onderwerp-looze kunst dus. Hoogste
schoonheid zou zijn, geheel op te gaan in
eigen zielsverrukkingen. Resultaat van dit
opperst egocentrisch stemmingsleven is
©en wonderlijke uitstalling van verzen,
soms subliem, soms een onverstaanbare
taalrazernij.
Het einde van zoo'n levenshouding kan
slechts zijn een volslagen ommekeer, een
inslaan van volkomen tegengestelde banen
of
waanzin.
Gorter koos het eerste. Trouwens ook
Verwey en Van Eeden hadden zich reeds
naar de gemeenschap gekeerd. Uitsluitend
uit litterair-historisch standpunt gezien,
had het individualisme zijn noodzakelijk
heid; maar het kon niet anders zijn dan
een moment in de beweging der geesten.
Men moest zich vrij maken, om bevrijd
weer in den band der gemeenschap terug
te keeren. Gorter wendde zich af van den
afgrond, deed afstand van zijn fatale le
vensleed en keerde tot den mensch. Hij
wilde zijn eigen Ik weer zien in de alge
meenheid van het leven, in het groot ver
band der menschheid, in het cosmisch ver
band der wereld. Nu wendt hij zich tot
den wijsgeer Spinoza en diens pantheïme.
Een nieuwe bundel „Verzen" verschijnt in
1903. Gorter is bevrijd van het individua
lisme en socialist geworden. Toch is een
typische trek overgebleven. Zonder een
Lnristclijke belijdenis is het hem toch
noodig een Godheid te zien en nu vergod-
elijkt hij in plaats van de Poëzie het
roletariaat. Mooie verzen schrijft hij ook
°u somtijds, al gaat het ethisch oordeel
met hand aan hand met de a esthetische
waarde er ing.
ijn „Mei" verloochent liij als product van
burgerlijke ideologie. Hij wil pionier zijn
van do socialistische, de proletarische
kunst, wat hem als „bourgeois" natuurlijk
nooit gelukken zou. In diepste wezen is
het proletarisch sentiment hem vreemd.
Resultaat van zijn streven is „Een klein
Heldendicht" waarin verteld wordt, hoe
twee jonge menschen tot het. socialisme
komen en waarin reeds tamelijk veel histo-
risch-matorialisme verwerkt is. Veel ster
ker is dit nog het geval in „Pan" een lij
vig boek, dat we indertijd uitvoerig be
sproken hebben. Gorter mag hierin socia
list zijn, hij geeft blijk met zijn ziel buiten
het werkelijke leven te staan.
„Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o
Morgenster", schreef wijlen Dr. De Moor
na de verschijning van dit werk en Posthu
mus Meyers noemde het in „Onze Eeuw"
„een enorme vergissing", „een onzettende
misgreep", „een tragisch geval", „een
rampzalig gedicht".
De dichter Gorter bleek in „Pan" dood
gegaan to zijn aan de leerstelligheid van
het Marxisme.
Geheel anders was het bij Mevr. Poland
Holst, Bij Gorter de opzettelijke leerstel
ligheid, waaraan de vrije ontplooiing van
zijn dichterziel wordt opgeofferd; bij Po
land Holst ondanks beleden leerstelligheid
de vreugden en de klachten van het diepst
menschelijke. Gorter wil overtuigen door
zijn overtuiging betoogend in versvorm te
zetten en schept een werk van hybridisch
karakter, dat geen gedicht en geen uiteen
zetting van een wereldbeschouwing is, om
dat men zelden een klank hoort van de
muziek van zijn eigen ziel. Het is leer
met mooio woorden niets meer cn niets
minder. Roland Holst wilde evei\eens lee-
ren, maar haar lezend denkt men niet aan
haar leer, het is ons onverschillig of zij
socialisme of comunisme belijdt, men hoort
slechts de diepstmenschelijke belijdenis
sen van oen inenschenziel voortgestuwd
door donkere zware rhythmen en zij over
weldigt ons door de grootsche statie van
haar dichterschap.
Voor onzen tijd was Gorter geen dichter
meer. Hij was de propagandist voor een
bepaalde maatschappelijke overtuiging,
waaraan hij de glorie van zijn dichterschap
heeft opgeofferd.
Deze overtuiging moge de onze niet zijn,
nu hij verscheiden is, moge de erkentenis
worden geuit, dat hij een fijne geest was
en dat in hem mogen worden geprezen de
eerlijkheid, de trouw en de consequentie,
waarmee hij zijn leerstelligheid heeft ge
diend.
Want wel vrij van alle ijdelheid moet
deze man geweest zijn en wel groot zijn
trouw als hij de schoonste mogelijkheden
zijner ziel zijn waarachtig dichterschap
prijs gaf voor het zich verdiepen in
Marxistische studiën. Hij wijst op een
grootheid van karakter, die wc moeten
eeren al staat hij ver van ons.
Gorter's socialistische verzen moet men
meer zien als symptoom van den tijd waar
in hij ze, schreef, dan als schoonheidspro
ducten. Dit is hun beteekenis, dat zij wij
zen op een kentering der geesten naar de
gemeenschapskunst, die thans door alle
dichters, niet het minst door de Katholie
ke, wordt gezocht. Van het streven
om uit de eenzaamheid te komen tot
een samenleven is Gorter een der tolken
geweest. Maar in den grond is hij even
eenzaam gestorven als hij in zijn jeugd is
begonnen. S.
Do Brusselsche correspondent van de
„Msbd." seint d.d. gisteren:
In verband met het overlijden van Hor
man Gorter vernemen wij nog de volgende
bijzonderheden Gorter was Woensdag
avond uit Zwitserland komend, in hotel
Terminus afgestapt. Hij was toen reeds
lijdende aan borstbeldemming en ontving
de geneeskundige zorgen van dr. Leclere.
Hij overleed om half drie iu den nacht van
Woensdag op Donderdag.
In zijn hoedanigheid van executeur tes-
tamenteur is gisteren dr. Scheltema uit
Den Haag het lijk komen zien.
Gistermiddag om half vier werd onder
toezicht van een Haagschen begrafenis
ondernemer het stoffelijk overschot gekist,
eerst in een zinken en daarna in een met
nikkelen schroeven gesloten eiken lost.
Deze werd dan in den lijkwagen naar het
Zuidstation gebracht waar zij om half zoven
arriveerde en onmiddellijk op het negen
tiende spoor in den specialen spoorweglijk
wagen van den Belgischen Staat werd .ge
plaatst, Dit is hetzelfde rijtuig, waarmede
het vorig jaar het stoffelijk overschot van
Puccini uit Brussel naar Italië werd ge
bracht.
Namens de verc-eniging van Vlaamsche
letterkundigen werd een bouquet Chrysan
ten op de kist neergelegd.
Het stoffelijk Qversohot zou hedenoch
tend met don trein van 7.05 Zuid vertrek
ken naar Den Haag, waar het om half
twaalf zou aankomen.
KERKNIEUWS
Afkondigingsdecreet van de besluiten van
het Provinciaal Concilie te Utrecht.
Aan de Geestelijkheid en de Geloo-
vigen der Utrechtsohe Kerkprovincie,
Zaligheid in den Heer.
Na de afkondiging van het Wetboek van
het Kerkelijk Recht in het jaar 1917, bleek
het noodzakelijk, de besluiten van het
Provinciaal Concilie van Utrecht geheel
te herzien cn aan een nauwkeurig onder
zoek te onderwerpen.
Immers, om in overeenstemming te zijn
met heb Wetboek van het Kerkelijk Recht,
moesten vorschillende besluiten van het
Provinciaal Concilie veranderd of verbe
terd, andere, als zijnde afgeschaft, daar
uit weggelaten worden.
Uit elk Bisdom werd één consultor aan
gewezen met opdracht, het Provinciaal
Concilie voor te bereiden en een ontwerp
samen te stellen, beantwoordend aan do
bepalingen van het Wetboek van het
Kerkelijk Recht.
Toen dit werk gereed was, konden Wij
in het jaar 1924 in de Metropolitaankerlc
te Utrecht een nieuw Concilie houden,
welks besluiten aanstonds aan de H. Con
gregatie van hot Concilie ter bekrachti
ging gezonden zijn.
Het goedkeuringsdecreet hebben Wij
thans ontvangen. En krachtens Ons gezag
kondigen Wij derhalve de besluiten van
het Provinciaal Concilie bij deze af en
stellen Wij vast, dat zij vanaf 1 Januari
1928 verplichtend zullen zijn.
Wij hopen in den Hoor, dat geestelijk
heid en geloovigen, gelijk het geweten
voorschrijft, de afgekondigde besluiten
mot grooten eerbied zullen aanvaarden
en deze mot nouwgezetheid zullen onder
houden. Zoo velen dezen regel gevolgd zul
len hebben, vrede en barmhartigheid over
hen. (Gal. 6, 16).
Gegeven te Utrecht, op den feestdag,
van O. L. Vr. van den Berg Karmel 1927.
f II. YAN DE WETERING,
Aartsbisschop van Utrecht,
t A. J. CALLIER,
Bisschop van Haarlem,
t L. SCHRIJNEN,
Bisschop van Roermond,
t P. HOPMANS,
Bisschop van Breda,
t A. F. DIEPEN,
Bisschop van 's-Bo6ch.
Vergadering Doorluchtig Episcopaat.
Vrijdag 30 September zullen de Hoogw.
Bisschoppen in vergadering bijeenkomen
to Breda. „S. M.'*
Het proces der Zaligverklaring van
Frederic Ozanam.
In de laatste algemeene vergadering
van het Ierlandsche comité der Confe
rentie van den H. Vincentius a Paulo, die
in Dublin is gehouden, werd het verzoek
schrift om do zaak der zaligverklaring
van Frédéric Ozanam in te leiden, voor
gelezen. Dit verzoekschrift was ondertce-
kend door het gezamenlijk episcopaat van
Ierland. De tekst van dit document werd
reeds in September 1926 vastgesteld, maar
werd lot nu toe nog niet gepubliceerd.
Fauselijke ondersclieiding van een
Franciscaan.
De H. Vader heeft Pater Paschalis Ro
binson O.F.M. beloond voor de groote
diensten, door hem aan do Kerk bewezen
als Apostolisch Visitator van Palestina,
door hem te benoemen tot aartsbisschop
van.Tiana. Ofschoon zijn benoeming tot
Apostolisch Dclegaat van Egypte en Ara-
bid officieel nog niet bekend is, wordt zij
toch algemeen verwacht. Overigens zal
deze onderscheiding den nieuwen prelaat
niet beletten zijn zegenrijke werkzaamheid
voort te zetten.
Te Dublin in 1870 geboren, betrad hij
de journalistieke loopbaan,, na eerst zijn
rechtskundige studicln voltooid te hebben.
Hij was lid van het „Archivium francis-
canum hisloricum" te Guarracchi. Later
doceerde hij als professor aan de Katho
lieke Universiteit van Washington de ge
schiedenis der Middeleeuwen. Hij maakte
ook deel uit van de vredesconferentie te
Parijs in 1919. Van zijn hand verschenen
verschillende bijdragen over het H. Land.
BINNENLAND
Vragen van Kamerleden.
Hot Rijkswegenreglement en
d e L and bouw.
Het Tweede Kamerlid de heer Weitkamp
heeft aan den Minister van Waterstaat de
volgende schriftelijke vragen gesteld:
1. Is het den Minister bekend, dat de
bepaling in art. 11 lid 2, van hot nieuwe
Itijkswegenreglenient een groote ongerust
heid heeft gebracht onder de landbouwers,
die van den Rijksweg gebruik moeten ma
ken?
2. Welke motieven hebben den Minister
er toegeleid om zonder vergunning hot
rijden of laten rijden op den Rijksweg met
twee of meer aaneengekoppelde voertuigen
te verbieden?
3. Ligt het in de bedoeling om de ver
gunning onder beperkende voorwaarden te
vorleenen
4. Zoo ja, welke voorwaarden zullen dat
zijn- en zullen deze zoo zijn gesteld, dat
practisoh iedere wegverbruiker er aan zal
kunnen voldoen?
5. Is de Minister bereid in een dergelij
ke voor den landbouw gewichtige aangele
genheid in het vervolg eerst met de land
bouworganisaties overleg te plegen?
In antwoord op de vragen van <den lieer
Van der Sluis ie dezer zake deelt de Min.
intusisohen het volgende mede:
Hot is den ondergeteekend© bekend, dat
tegen het bepaalde bij artikel 11, onder b,
van het bij het Kon. Besluit van 4 Juli
1927 (Staatsblad No. 240) vastgestelde
Rijkswegenreglement, vooral van de zijde
van den landbouw, bezwaren zijn gerezen,
Intusschen meent hij aan die bezwaren
grootendeels tegemoet te zijn gekomen
door do opdracht oju. aan de betrokken
hoofdambtenaren van den Rijkswaterstaat
verstrekt, om, geheel in den geest der rc-
glcmentsbepaling, van zijnentwege dc bij
die bepaling bedoelde vergunningen in
ruime mate te vorleenen.
In afwachting van de uitkomsten van
do bovenvermelde wijze van handelen moet
hij bezwaar maken, om reeds tkaiu te be
vorderen, dat de bepaling, die zoowel met
het oog op het vrijheid en de veiligheid
van het verkeer op de Rijkswegen als in
verband met de zorg voor do instandhou
ding cn de bruikbaarheid dier wegoa. in
het leven is geroepen, zoude worden -ian-
vaard, dat belangrijk afwijkt van dat het
welk in de mcervermelde bepaling is ver
vat.
Hij kan hieraan nog toevoegen, dat do
regeling nopens het vervoer van vrachten
met andere dan mechanisch voortbewogen
voertuigen een voorwerp van onderzoek
uitmaakt bij de commissie in zake het ver
voer van zware vrachten over de wegen.
Aan de hand van hot rapport, dat ter
zake van die commissie zal warden ont
vangen, zal aan de onderhavige aangele
genheid bijzondere aandacht "worden ge
schonken; de commissie wordt door den
ondergeteckende inmiddels uitgenoodigd,
omtrent dit punt spoedig, zoo noodig bij
afzonderlijke nota, haar meening te doen
kennen.
Forensenbelasting.
Do voor ge stelde wijziging.
Wij hebben gisteren een en ander mode-
godeeld aangaande de voorgeste do wij
ziging in de gemeentewet betredende de
plaatselijke belastingen.
Waar deze gemeentebesturen en velm
belangstelenden interesseeren, laten wij
hier nog volgen een vervolledigde samen
vatting, ontleend aan het „Hsgz.":
Do meeste wijzigingen betreffen de fo-
ïenscnbclastingen. De voornaamste is die,
volgens welke de belasting det woonfo-
renscn (buitenplaats bezitters) wordt los
gemaakt van de plaatselijke .rkomsten-
belasting, en tot eeno afzondc.lijko, facul
tatieve belasting verheven. Dc belasting
kan worden geheven naar den duur van
het verblijf, naar de huurwaard© der ge
meubileerde woning of naar anclaro bij de
verordening vast te stellen giond*-lagen.
Voorts is het noodzakeli^K wetsbepaling
verpleegden in een kra ikzinmgengeslicht
of ziekenhuis aan de heffing vran do be
lasting te onttrekken
Maakt men do belasting der woonrurun-
sen los van de plaatselijke inkomstenbe
lasting, dan kan men aan de gemeenten
overlaten te beoordeelen of zij .lie belas
ting moeten heffen. Ook do heffing zelve
van de bolasting kan dan a in de gemeen
ten worden overgelaten.
Een bron van bezwaren der tegenwroi-
digo regeling is voorts gcleg.-n ui de om
standigheid, dat reeds de enkele aanwe
zigheid tot vervulling van eme betrekking
belastingplicht doet ontslaan. Dcz© bezwa
ren zullen worden ondervangen, indien ten
aanzien van een betrokking, evenals reeds
thans ten aanzien van een bedrijf cn van
oen beroep het geval is, de eiseh, wordt
gesteld, dat de uitoefening plaats heeft
in een vaste richting. Niet nis forens kan
worden beschouwd iemand die op meer
dan 90 dagen in een beursgebouw aanwe
zig is als beursbezoeker en nic', do be
schikking heeft over een in het bi] onder
voor hem bestemde uit eene of andere be
paaldelijk voor hem gereserveerde ruimte.
Een verdere bepaling wil voorkomen, Jat
openbare ambtenaren wier werkkring zich
over meer dan één gemeente uitstrekt in
de gemeenten buiten hun standplaats als
forens belastingsplichtig zijn.
De bij artikel 224c der Gemeen-av/et ver
leende vrijstelling van belastingplicht
hangt onmiddellijk samen met hol feit, dat
in het algemeen do wegens hoofdverblijf
in oen gemeente eenmaal ontstane belas
tingplicht, ook na het vertrek uit die go-
meento blijft voortduren. Voor de vrijstel
ling bestaat mitsdien geen' reden in net
bijzondero geval, dat iemand na de ge
meente -van hoofdverblijf en tevens (iet
Rijk te hebben verlaten, zich opnieuw in
een gemeente des Rijks vestigt, daar in
dit geval, in verband met artikel 2G5f der
Gemeentewet de belastingplicht wegens
het vroegere hoofdverblijf geac-bt kan wor
den bij het verlaten des Rijks te zijn ge
ëindigd. Dit vast te leggen, naast verdui
delijking van de redactie is do strekking
van een voorgestelde wijziging.
Op grond van de wenschelijkhcid, dege
nen met lage inkomens tegemoet te Ko
men is in het ontwerp bepaald, dat werk-
forensen wier inkomen blijft beneden
f 2000 in de forensaal-gemeen te slechts een
derde zullen hebben te betalen van wat zij
schuldig zouden zijn als zij in die gemeen
te hoofdverblijf hadden zonde." elders
workforens te zijn.
Goederenvervoer deer de A. T. 0.
Plannen in verband met de
voorgenomen overname van
den dienst van Van Gend
en Loos.
In verband met de voorgenomen overna
me van don goederendienst van Van Gend
en Loos door de A. T. 0. zullen in iedere
plaats van beteekenis Ford-chassis ge
plaatst worden, die van gelijke afmetin
gen zullen zijn. Bij deze chassis passen
gelijksoortige hakken, die elk voor een be
paalde gemeente bestemd zijn. De goede-
Ten van die plaats worden in dien bak
geladen; de bak wordt dan naar het sta
tion gebracht en in haar geheel met den
trein naar de plaats van beslemming ge
bracht. Daar wacht dan een Ford-chassis
die do heele zaak naar het magazijn ver
voert.
Men rekent er op, dat de bestelling op
deze wijze wol 24 uur sneller kan plaats
hebben.
In verband hiermede vraagt men zich af
of het personeel van Van Gend en Loos
raar de A. T. O. zal overgaan. Met eenige
zekerheid is dit nog niet te zeggen. Wel
weten wij, dat dit punt zeer de aandacht
heeft, ook van de directie der A. T. 0. Het
zal een belangrijken factor vormen bij do
beprekingen tusschen Van Gend en Loos
en de Spoorwegen. „Tel."
Sluiting der Jaarbeurs.
Reeds belangrijk©
i n s c h r ij v i n g e n voor 1928.
Tot het einde is het druk geweest op de
Jaarbeurs Jammer was het, dat het juist
den laatsten dag zulk slecht weer moest
zijn, wat zeker velen weerhouden heeft de
beurs to gaan bezoeken. Er zijn echter goe
de zaken gedaan. Over het geheel zijn do
standhouders zeer tevreden. Vooral hot
buitenland heeft zich voor dezo beurs meer
geinteresseend dan in vorige jaren. Een
bewijs van vooruitgang was, dat het aan
tal zakenmenschen, dat een bezoek bracht,
sterk vermeerderd is.
Reeds nu is de datum van do volgende
Voorjaarsbeurs vastgesteld. Deze zal van
21 Februari tot 1 Maart 1928 gehouden
worden.
Wij vernamen, dat tal van standhouders
besloten hebben, om niet alleen terug to
keeren, maar ook om hun stands uit lo
breiden. Het secretariaat der Jaarbeurs
is nu reeds vezekerd van,oen groot aantal
bchngijke inschijvingen.
Dc opening van de Staten-Goneraal.
Bij do opening van het nieuwe zittings
jaar yao de Stalen-Genoraal zullen do mi
litairen, bereden zoowel als onberedenen,
de veldtenue dragon.
De Koninklijke stoot zal w.rden geopend
door een detachement, sterk pl.m. 50 rui
ters van het He regiment huzaren, onder
bevel van een ritmeester, waarbij de stan
daard en de trompetters van het korps.
Bij dit detachement bevinden zich de regi
ments-commandant en adjudant.
De stoet zal worden gesloten door een
detachement sterk pl.m 40 ruiters, ondei
bevel van een ritmeester.
Een compagnie van liet regiment jagers,
ter sterkte van 100 hoofden, onder bovol
van oen kapitein, met liet vaandel van het
regiment, en de Koninklijke Militaire Ka
pel. wordt a^s eerewacht opgosteld aan
het paleis van de Koningin. Bij deze com
pagnie bevindt zich de commandant van
het regiment jagers met zijn adjudant.
Een afdeeling van het regiment jager*
tor sterkte van 80 hoofden, onder bevel
van een kapitein, stelt zich als eerewacht
op aan do Ridderzaal
De rest van het regiment jagers wordt
aan weerszijden van hot schelppad in het
Lange Voorhout opgesteld, te beginnen
tegenover dc Parkstraat tot aan hei Tour-
nooiveld, aansluitende respectievelijk bij
de bereden gemeentepolitie en de bereden
afdeeling van de cavalerie.
Zoo spoedig mogelijk na hot vertrek
van den stoet van het paleis marcheert
de Koninklijke Militaire Kapel af langs
NoordeindeP'aatsGevangenpoortBui
tenhofBinnenhof en stolt zich tijdig vóór
de aankomst van de stoet aldaar op vóói
en met den rug zoo dicht mogelijk naar
den Noordertoren van de Ridderzaal
In omgekeerden zin wordt gehandeld
na vertrek van den stoet van de Ridder
zaal naar het paleis.
Een onbereden detachement van de trein
afdeeling der le artil'erie-brigade van plm.
20 hoofden, onder commando van een lui
tenant, stelt zich op in liet Noordeinde,
langs het gebouw van de Nedcrlandsche
Bank tot aan de Heulstraat.
Een bereden detachement van liet 2e re
giment veldartil'eric sluit het Noordeinde
af ter hoogte van dc Heulstraat.
Een onbereden detachement van pl in
50 hoofden, onder commando van een lui
tenant, zal zich bevinden san weerszijden
van de Heulstraat
Een detachement ter sterkte van p'.m 60
ruiters van het ne regiment huzaren on-
dfr commando van een ritmeester zet
het Tournooiveld af en stelt zich op, aan
sluitende aan weerszijden van de gelederen
der daar opgestelde troepen tot aan den
hoek Korte Vijverberg.
Een onbereden detachement ter sterkte
van pl.m. 100 hoofden onder commando
van een ritmeester, steil zich op aan weert
zijden van den Korte Vijverborg, aans'ui-
lende aan de bereden detachementen
Een detachement van pl.m. 90 hoofden
der politietroepen onder commando van
een officier zal het Binnenhof afzetten.
De gedeelten van den door den stoet te
volgen weg, alwaar geen troepen worden
opgesteld, zullen worden afgezet door do
gemeentepolitie in aansluiting aan de door
de troepen bezetten gedeelten
Het afgeven van mii.uutschoton tu
rende den duur der plechtigheid zal ge
schieden uit geschut der le artillerie-bri
gade van uit het Malieveld
Bond van Neder.'andsche Schilders-
patroons.
Bij de voortzetting van het te Groningen
gehouden congres van den Bond van Nod.
Schilderspatroons werd o m. het jaarver
slag behandeld.
Hierna werd medegedeeld, dat de bond
zitting heeft gekregen in de nationale com
missie, benoemd om dc fouten in het aan
bestedingswezen onder do oogen te zien,
door samenwerking te hebben gezocht met
de middenstandsorganisatie.
Het H. B. zal het pogen der commissie
tot regularisatie van het bedrijf krachtig
steunen. Als men zal kunnen bereiken,
dat op die wijze in het winterseizoen do
werkloosheid zeer kan worden bestreden,
dan zijn de gelden aan die commissie niet
vruchteloos ten koste gelegd.
Bussum vroeg, of sommige afdcelingen
succes hebben gehad met de regularisatie
der behangse'papierprijzcn.
De heer Bruis anlwoordc dat een uni
forme regeling nog niet is bereikt, maar
aan vele wenschcn is tegemoet gekomen.
De winstmarge van duurdere en goed-,
koopero soorten is gelijk gesteld.
Op een tweede vraag werd opgemerkt,
dat het H. B. een uitkeering bij overlij
den onuitvoerbaar acht.
Als plaats voor de volgende algemccno
vergadering werden Leiden, Middelburg en
Deventer genoemd.
Het H. B. zal do beslissing later be
kend maken.
Twee en een half mil ioen rijwielen in
Nederland.
Volgens do ingekomen belastinggelden
waren er op 1 Augustus in ons land
2.234.039 belastingplaatjes voor rijwielen
verkocht. Dat wil nog niet zeggen, dat er
in ons land per 1 Aug. maar ruim 2%
millioen rijwielen waren, daar er rekening
gehouden moet worden, dat voor ver
schillende rijwielen vrijstelling is verleend
en bovendien wel aangenomen kan wor
den, dat in ons land liet aatal rijwielen
grooter is dan het aantal verkochle plaat
jes. Er zijn verschillende gezinnen, waar
men van elkander een plaatje leent en
moet men bij bijzondero gelegenheden al
eens allen op het rijwiel weg dan wordt
I bij buur of kennis het plaatje ter leen ge
vraagd.
Er zal dan ook gerust wel aangenomen
mogen worden, dat hot aantal rijwielen in
ons land minstens 2'A millioen bedraac(