DE RIJNSTREEK
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Koninginnedag. Koninginnedag is ook
nier niet onopgemerkt voorbij gegaan. Van
alle openbare en particuliere gebouwen
wapperde, beschenen door het heerlijke
Oranjezonnetje de, nationale driekleur. De
iWilhelmina-vereeniging, dio zoo uitstekend
Koninginnefcesten weet te orgamseeren,
meende ook thans niet achterwogo te moe-
ton blijven. Gisteravond 8 uur werd op
haar feestterrein, door do bekende Har
monie Leo XIII oen zeer geslaagd concert
gegeven, dat door hondorden werd bijge
woond. Te 9 uur had een bioscoopvoorstel
ling plaats.
De Chr. Oranjc-vcrceniging herdacht
Koninginnedag met een concert in den
verlichten tuin dor Martha-Stichting, dat
met een vuurwerk werd besloten.
Personalia. Geslaagd voor het nota
rieel examen lo deel do heer J. v. d. Berg.
In de sloot getuimeld. Gisterenmid
dag is langs den Westkanaalweg alhier
een luxe auto, waarin drie personen geze
ten waren, in botsing gekomen met een
groentenwagen. Tengevolge daarvan raak
te de chauffeur het beheer over het stuur
kwijt, zoodat de auto tegen een telegraaf
paal aanreed, dio door midden brak, waar
na auto on inzittenden van den hoogen
dijk in don sloot tuimelden. Wonder goaoeg
kwr-men allen met schrik en wat natte
kleoren vrij. Met welk een kracht het
voertuig tegen den paal aanreed, blijkt
nog uit het feit, dat een steenen K.M.-
paal, die er vlak naast stond, uit den
grond werd gerukt.
Cioempjesdag. Do opbrengst der
bloempjcsdag ten bate der Vereen. „Pro
IIego" bedraagt f215.38.
HAZERSWOUDE.
De Koninginnefeesten.
Wanneer de Koningin verjaart, slaat
bijna heel Holland op stelten. Er zijn
plaatsen in het land, die, wegens bijzon
dere omstandigheden, do herdenking van
dien Oranjedag verschuiven voor of na
den eigenlijken datum, maar do echte dag
van feestvieren blijft toch den 31en Augus
tus. Dan blijkt, hoe alle Nederlanders nog
Oranjeklanten zijn.
Hazerswoude is bij do algemecnc feest
vreugde niet stil gebleven. Het ijverig
feestcomité had reeds lang to voren plan
nen beraamd voor een vroolijke viering
van Hare Majesteits verjaardag en
evenals vorige jaren zijn de boeren
daar weer uitstekend in geslaagd. Het
Hazerswoudsche comité krijgt routine in
bet plannen maken.
's Morgens vroeg was in iedere woning
de gehcele familie in de weer om de drie
kleur met de Oranje wimpel uit het raam
te steken een bezigheid die aan de
ouderen veel hoofdbrekens en aan de lieve
jeugd het -eerste pretje bezorgde.
Do kinderen vielen van do eene verma
kelijkheid in de andere. Want na het uit
steken van de vlag togen zij, gesierd met
oranje-sjerpen en petjes'naar de Toren
straat, waar zij een optocht vormden.
Alleen de leerlingen van de Katholieke en
do openbars school namen er aan deel.
Vóór dc kinderen uitlögen werden eerst
de feestelijkheden officieel geopend door
don voorzitter van het comité, den heer
G. de Boer.
In optocht gingen do kinderen door hel
dorp naar liet feestterrein, dat terzijde
van de katholieke kerk was gelegen, waar
zij den ge.heelon morgon werden zoet ge
houden met spelletjes en versnaperingen.
Het was nogal warm in do tont, maar zij
hebben zich toch kostelijk geamuseerd.
Tegelijkertijd werd met do volksspelen
begonnen do traditioueelo vermakelijk
heden van stoelendans en ringrijdon op
do fiets. Bij het eerste spel bleken N. v. d.
Werf0 M. Olierook en G. Louwcrs de han-
digslcn. Bij bet ringfielsen behaalde in
volgorde moj. M. Binnendijk, A. C. v. d.
Geest, G. D. v. d. Geest on mej. B. do
Boer de prijzen.
In do heete middaguren lagen de spelen
stil, maar het comité had toch voor af
wisseling gezorgd door liet organiseeren
van een reclame-optocht. Eon tiental
auto's namen er aan deel. Sommigen wa
ren van de wielen tot de kap met bloemen
en slingers versierd. Audoren voerden een
goede reclame mede, zooals de auto's mot
do waschmachine, en jaiet do kip, die
baar oi niet kwijt raakte. Er was voor een
vroolijke stoffeering gezorgd iu do vorm
van jongo dames. Do stoet trok van hel
dorp naar do Hoogo Rijndijk. Overal was
dc belangstelling zeer groot en menig
middagslaapje werd opgeofferd om do
optocht te zien.
Ilct muziekgezelschap „De Post" zorgde
voor vroolijke, foes lelijke muziek.
Toon do stoet waarbij zich do riug-
rijdonde tilbury's hadden aangesloten
op het feestterrein aankwamen word aï
spoedig begonnen met het ringrijdon,
zoowol mot de sjees als (hooi modern)
met de auto. Wij zouden echter niet graag
zien, dat het rijden mot de sjees werd
verdrongen.
Het is een spannend spel, dat veel be
langstelling trok. De dames, die het han
digste zijn met naalti en draad., zullen ook
wel het gelukkigst geweest zijn bij het ste
ken in het oog van den ring. De prijswin
naars waren: lo prijs J. v. Vliet Jz. en
Mej. J. Visser 40); 2e pr. A. Binnen
dijk en Mej. Binnendijk 25); 3e pr. W.
v. Volzen cn Mej. Got v. Volzen (f 15);
4c pr. Abr. Hoogondoorn en Mej. M.
Binnendijk 10); 5e pr. G. v. d. Lans
en Mej. Mina Zwetsloot 5).
Een andere vermakelijkheid was het
sprietloopen over een sloot. Voor het spel
officieel begonnen was, probeerden som-
migo waaghalzen reeds bun geluk. Al
spoedig lag er een in de sloot te sparte
len. De boste balancoorders en sprietdan-
sers waren: lo prijs Nico Loomans; 2o pr.
J. do Wit; 3e pr. Alm. Hoogondoorn; 4e
pr.' B. Pannebakker.
Toen dc volksspelen waren afgeloopen
begon pas goed de pret op het feestter
rein. Do^ tenten maakten goedo zaken on
do draaimolen niet minder. Er is echt
plezierig feestgevierd tot laat in don avond
Een mooi vuurwerk besloot het program
ma der feestelijkheden, maar nog lang
daarna bleef het op bet terrein woelig en
gezellig.
NIEUWKOOP.
Gevestigd: G. Klok uit Amsterdam.
N. van der Ster uit Ter Aar.
Vertrokken: G. J. H. Bekkering
naar Noordwijk. H. Wormser naar
Ogstgcest. G. G. van Vliet naar Vinke-
veen c.a. A. Knaap naar Nieuwveen.
A. M. de Jong naar Nijpiegen. A. van
Dam en gezin naar Utrecht. G. Ver
leun naar Lopik. E. M. van Leeuwen
naar Amsterdam. J. H. Merkx naar
Dreumel. L. Roseboom cn gezin naar
Ede, A. J. Koperdraad naar Nieuwer-
Amstel. R. M. van der Zee naar Hen
gelo. A. van de Kleut naar Ede.
Geboren: Alida Maria d. van P. J.
Pauëlsen en G. Dudink. Theodorus
Gornelis z. van W. van Beek en A. Loos.
VOOR E&3 HOF.
HET STEKKEN.
Nu de tijd van stekken van vele bloem
gewassen daar is en dio van vele heester
gewassen spoedig aanbreekt zal het niet
ondienstig zijn daar iets meer over mede
te deelen,
Reeds langen tijd weet men, dat de stof
fen welke do bloem moeten vormen, reeds
vóór de bloemvorming tot stand komt, in
de plant aanwezig zijn. En dit geldt voor
alle nieuwe deelen welke voor de ontwik
keling voor een plant dienen.
Hot zal aan alle plantenliefhebbers be
kend zijn, dat het hij de plant do bladeren
zijn, die, door hun bladgroen, in staat zijn
de organische stoffen in voor de plant
bruikbare voedingsstoffen om to zetten;
met een vreemd woord noemt men dit ver
schijnsel animilatie.
Van uit de bladeren moeten dus allo
nieuwe deelen hun voedsel, hun bouw
stoffen betrekken; boe beter liet blad dus
kan animileeren, hoe krachtiger de gehecle
plant dus zal gedijen. En dc mogelijkheid
van animilatie houdt verband met de meer
dere mate van licht, wat door het blad kan
worden opgevangen.
Een tweede reeds lang bekend feit is
het, dat men uit b'adercn, door doelmatige
behandeling, geheel normale planten kan
opkweeken; Begoniabladen bijv. zijn daar
voor zeer geschikt. Daar nu uit een en
kel zoodanig blad zich alle organen der
plant, zoowel andere bladeren als stengels
en bloemen kunnen ontwikkelen, moeten in
het blad dus noodzakelijk de kiemen aan
wezig zijn, waaruit later alle andere orga
nen voortkomen.
Nog een ander merkwaardig verschijn
sel neemt men waar, wanneer men planten
in een volkomen donkere ruimto laat
groeien. De reeds bestaande bladeren ver
liezen dan hun groene kleur cn de nieuwe
bladeren zijn eveneens geel, blijven klein,
terwijl de stengen bleek en tenger wordt.
Waren er reeds b'oemknoppcn aan dc
plant, dan zien wij dat deze zich vrijwel
normaal ontwikkelen. Ook do vruchtvor
ming zal een aanvang nemen, en de gc-
lieelc ontwikkeling der plant zal zoo'ang
blijven voortgaan, totdat al het in do plant
opgehoopte reserve materiaal verbruikt is.
Niéuwe materialen kunnen niet gevormd
worden; daarvoor is bladgroen noodig en
dat juist ontbreekt in zoodanig in duis
ter gehouden planten; wanneer do plant
lang in 't duister heeft doorgebracht, sterft
zij eindelijk aan uitputting, wij zouden
haast kunnen zeggen den hongerdood. En
op die wijze sterven een massa planton,
want het is niet een noodig dat do plant
in volkomen duister staat, ook bij onvol
doende belichting animileert zij slecht of
in 't geheel niet, cn na langeren tijd treedt
ook bij deze de dood iu. Hoevele der in
kamers gekweekte planten ondergaan niet
dit lot, ofschoon zij overigens goed ver
zorgd worden.
De stoffen door de plant uit de bodem
opgenomen worden eerst naar de bladeren
gebracht, waar zij door middel van de ani
milatie in plantenvoedende bestanddeelen
worden omgezet om van daaruit alle niewe
deelen, zooals bladen, bloemen, stengels
en wortels voort te brengen. Wanneer wij
dif nu weten, dan is het duidelijk, dat er
in de stncgel twee verschillende sapstroo-
men bestaan, n.l. een opgaande cn een
neergaando stroom en die beweging zal
blijven bestaan, ook wanneer men do sten
gel in stukken snijdt. Dit geeft ons do ver
klaring dat bij stekken dc nieuwe knoppen
steeds aan do oorspronkelijke bovenzijde
worden aangelegd; wortels aan de onder
zijde, aan dat gedeelte wat zicli oorspron
kelijk 't laagst aan de stengel bevond, ook
al zet men de stekken juist andersom.
Komen wij nu terug tot ons Begonia
blad dan kunnen we reeds vooruit zoggen
waar lüer de nieuwe knoppen zullen wor
den gevormd, namelijk dicht hij de plaats,
waar het blad gezeten heeft. Uit het blad
toch worden voortdurend alle hieuw ge
vormde stoffen langs de nerven en einde
lijk door de bladsteel weggevoerd naar die
plaatsen waar het organische voedsel be-
noodigd is; er is hier dus oen voortdu
rende strooming in twee bepaalde richtin
gen cn snijdt men nu oen stengel af, m. a.
w. onderbreekt men die stroom, dan zul
len zich dc voedingstoffen ophoopon bij de
plaats van stremming, En werkelijk zien
wij dan ook onder aan de stek nieuwe wor
tel ontstaan terwijl bovenaan nieuwe
knoppen to voorschijn komen.
Bij het stekken nu neemt men in den
regel stengeldeelen der plant, waaraan een
of meerdere knoppen, meestal oogen ge
noemd, zich bevind^"- in deze knoppen
bevind zich het door do bladeren ge
vormde voedsel. En als het er op aan
komt, heeft elke knop hét vermogen een
geheel zelfstandige plant te worden; dit te
helpen bewerken, noemt'men stokken.
M.
HET PLUKKEN VAN APPELS EN
PEREN.
Een steeds terugkeerendc vraag, voor
don liefhebber is: wanneer zullen wij
plukken? Vooral voor do vroege en middel-
vroego soorten is deze vraag van belang.
Te vroeg plukken geert ons schade in 't 1
gewicht en gevaar dat de vruchten niot
goed rijp worden. Te laat plukken gevaar
voor afvallen en melig worden. De juiste
datum voor elke soort afzonderlijk opge
ven is ook onmogelijk, mdat vele soorten
onder verschillende omstandigheden hun
rijptijd vervroegen of verlaten. Vruchten
kunnen „eetrijp", „boomrijp" en „plukrijp"
zijn.
„Eetrijp" zijn vruchten wanneer zij niet
langofr meer kunnen worden bewaard,
boomrijp wanneer de vruchten uitzichzelf
zonder schudden en zonder wind, van het
hout vallen; plnkrijp zijn de vruchten
vooral wat betreft de vroege cn middel-
vroege soorten ongeveer acht dagen
voor zij boomrijp zijn.
Do rijptijd is verder afhankelijk van:
lo. de standplaats van den boom; vruch
ten van leiboomen aan een Zuidelijke
muur zijn eerder rijp dan de zelfde soort
vruchten aati pyramide (vrijstaande hoo
rnen) of volle windleiding.
2o. De plaats waar de vruchten zich aan
bevinden. Vruchten aan de buitenkant en
de zonzijde van de boom zijn eerder rijp
dan do vruchten uit 't. midden en die welke
aan de noordelijke zijde zitten.
3o. De weersgesteldheid; warm droog
weer, vooral in Augustus, (waar wij iatus-
scheu geen last van hebben gehad) doet
evenzeer do vruchten spoediger rijp wor
den.
Uit bovenstaande kunnen wij dus reeds
leeren, dat liet verkeerd is alle vruchten
tegelijk te plukken. Eerst komen dan ook
de vruchten aan de beurt geoogst te wor
den, welke aan de buitenkant van de boom
het meest van de zon hebben geprofiteerd,
wanneer de andere dan nog een dag of
acht blijven hangen zullen ze zeker bedui
dend mooier en - grooter worden.
Wanneer er op een stille dag hier en
daar een gave peer van den boom valt,
kan er met het plukken van de - :oc_i en
middelvroege soorten dus worden begon
nen.
Voor dc latere soorten geldt deze voor
waarden niet als regel worden die zonder
uitzondering in de maand October binnen
gehaald. Door zo eenigen tijd te laten leg
gen worden ze voldoende rijp.
Een andere vraag, die nog wel van ceni-
ge betcekenis is luidt: hoe zullen wij pluk
ken?
Bij eenigc oplettendheid kunnen wij ge
makkelijk zien, dat elke vrucht op een be
paalde plaats en op een bepaalde wijze
aan het vruchthout zich verbonden. Aan
hot uiteinde van den steel en het vrucht
hout zien wji duidelijk een afscheiding.
En tijdens den groei vormt er zich op die
plaats een kurklaagje zoowel op het uit
einde van do vruchttwijg als op het einde
van den steel. Tégen den rijptijd wordt dat
kurldaagje voortdurend dikker, zoodat de
verbinding tusschen hout cn vrucht wordt
verbroken en dan valt de vrucht er af.
Als do vrucht op die plaats gemakkelijk
loslaat, is dit ook een aanwijzing, dat 't
tijd is cm te plukken.
Tijdens het plukken moeten wij met twee
zaken rekening houd én, n.l, met de waarde
van de vrucht als merktproduct cn met
het zorgvuldig behandelen van 't vrucht
hout; dat zijn de korte twijgjes waaraan
de vruchten bevestigd waren. Hoe waarde
voller de vruchten zijn, hoe meer zorg wij
aan hot plukken moeten besteden. Wij mo
gen daarom de vruchten niet knijpen,
wrijven of gooien. Appels met flinke stelen
en peren, worden door de plukker alleen
bij de 3tecl aangovat en vervolgens een
weinig naar boven gedrukt. Zonder
draaien of trekken moet de steel dan van
liet .vruchthout loslaten. 1
Appels met korter steel worden met de
volle hand cmvat zonder dat er plaatselijk
wordt gedrukt en vervolgens een halve slag
gedraaid.
Zooals wij weten is elke vrucht met een
dun waslaagje overtrokken, wat hen be
schermd tegen het uitdrogen en binnen
dringen van bacteriën. Beschadigen wij dit
■vyaslaagje door een ruwe behandeling, dan
wordt daardoor natuurlijk do houdbaar
heid van de vrucht verminderd.
Peren met beschadigde en gebroken ste-.
len hebben minder marktwaarde; ten eer
ste getuigt het van een slordige behande
ling en ten tweede vermoedt de koopman
dat het afval' is.
Wordt cr een gedeelte van het vrucht
hout mee afgenomen, wat voornamelijk bij
het schudden plaats heeft, dan wordt er,
zooa-ls wij een goed fruitkweeker hoorde
zeggen, voor twee jaar gelijk geplukt.
Op de plaats waar dc vrucht aan het
hout zit, bevindt zich een kort twijgje, wat
met een krans van blaadjes is omgeven.
De top van zulk een twijgje wordt „beurs"
genoemd. Immers zal de boom dan ook
juist op die plaatsen weer bloesemknop
pen vormen, waard oor dus de vruchtbaar
heid stand houdt. Worden deze deelen bij
bet plukken dus beschadigd dan benadee-
len wij de oogst voor een volgend jaar.
Over 't algemeen is het bekend dat wij
alleen vruchten plukken midden op den
dag als zij goed droog zijn. Ten slotte wij
zen wij- erop dat de vruchten stuk voor
stuk geplukt en neergelegd moeten wor
den; twee of drio vruchten tegelijk in de
hand te houden is verkeerd. M.
DE NACHTBKL.
In een polemiek met „De Residentie
bode" in zake het schelden tegen pries
ters op de openbare straat, keurde „Het
Tolk" dit schelden wel af, maar voegde
cr bij, dat de Haagsche priesters door zelf
dc oorzaak van waren, omdat nergens go-
meener en het blad sprak zelfs van
heestachtiger wijze tegen de sociaal
democratie werd opgetreden dan door
priesters in de Haagsche parochieblaad
jes.
Ter verantwoording geroepen om deze
zeer ernstige beschuldiging te bewijzen,
beroept het b'ad zich nu op een artikel
„De Nachtbei".
We hebben dit artikel opgeizocht en ge
vonden, schrijft de „Ros." Het stond
niet in een parochieblaadje, maar in het
weekblad „Rechtuit".
Het is van den hand van pater H. de
Greeve S.J.
Wij publiceeren nu dit artikel, dat die
nen moest om de schandelijke beleedi-
gingen tegen onze priesters te motiveeren,
hier voluit.
Aan de lezers de conclusie overlatend,
hoe groot de priesterhaat bij de sociaal
democraten wel moet zijn, dat men op
grond van dit artikel, waar geen enkel on
vertogen woord in staat, en voor geen en
kele sociaal-democraat als persoon iets bc-
leedigends bevat, onzo priesters op een
dergelijke meer dan schandelijke wijze
durft te belasteren. En een hetze tegen
hen durft op te zetten.
Hier volgt het artikel:
't Was in een vreemde pastorie van
een vreemde stad.
Aan de rand der buitenwijken stond
de kerk, de eenigo troost in de grauwe,
grijze volksbuurten, waar de arme ver
weerde tobbers hun vlak, egaal leven
leidden, opgezet tegen het bestaan door
de roode pers, waarvan de volgelogen
afzelsels eiken dag gratis onder de deur
geschoven werden.
Na een zwaren dag 't was erg laat
geworden lag ik in diepe rust toen ik
plotseling opgestooten werd uit een droom
door het geweldig gekef van den hond
ondor mijn venster.
Door heel het buis daverde de olectri-
sche met zware resonnans de bel opnieuw,
als een noodsignaal. Weer een korte pauze
en weer schoten angstige sidderingen
langs het plafond, dreunde het gebrom
van de bel door de nachtstille gangen. De
rauwe kreet van den hond sloeg tegen do
huizen in als waarschuwde hij tegen een
ontzettend gevaar.
In een kamer naast mij, waar de kape
laan sliep, die de weck had, hoorde ik het
knippen van een electrisch knopje, een
bonk op den grond, gepraat op den gang
cn, na eenige minutene geknars op het kie
zelpad.
Een bediening.
De hond zweeg en ik hoorde alleen den
storm aan mijn ramen rukken cn den re
gen in woedende striemen tegen de ruiten
kletteren.
Ik volgde hem in mijn verbeelding, ik
volgde hem met mijn hart, en ik wist,
hoe hij het kiezelpad zou afgaan, afslaan
de straat in naar links en naar rechts, met
de hand op zijn hart, waarna hij een kost
baren last droeg, om Dezen te brengen,
waar zich op een bovenverdieping het
drama van een triestig menschenleven
voortspeelde naar het einde toe.
Donker in den donkeren nacht ging hij
door in den geesel van den wind, in den
storm van de sneeuwvlokken, die zoo vroeg
in November neerjoegen uit den donkeren
hemel over de daken en de leege stra
ten.
Ik volgde hem, opgesprongen uit zijn
slaap, dien hij na een zwaren dag van
gesjouw zoo hard noodig had, hèm, den
zwijgenden drager van een mysterieuzen
Schat, en ik kon den slaap niet meer vat
ten hij het plotselinge helder worden van
de gedachte aan dit geheim in onze dui
stere Averclcl het geheimenis' van' de H.
Teerspijze, dat opgeborgen ligt in het ta-
bernaket en wacht om weggedragen te
worden in de holte van een mcnschen--
hand, die het grijpt en bergt achter zijn
jas en 't draagt zonder escort van gewa
pende macht, zonder proceësic Van fluister
biddende eerbiedige mensehen, die het
draagt in eenzame worsteling met weer en
wind, naar een stervend leven, om, als
daar met al'cs is afgerekend, als mensch
en ding machteloos staan, als alles en al
len van nul en geener waarde meer zijn
in 't aangezicht van den dood, a's alles
ontvallen on alles ijdel gebleken is, als
alles, wat 't leven mooi maakte en den
centonigen gang der dagen afwisselde met
blij verwachten, vaal en kleurloos gewor
den is, om dan het eenige waardevolle,
het eenig hoopvolle, het eenig beteekenis-
gevende te zijn aan het einde van dit ar
me. troostolooze, triestige leven.
Ik volgde hem met mijn hart naar het
kamertje, waar de stervende lag. Hij
kwam binnen en sprak: „Pax huic domui
Vrede zij dit huis!" en hij legde zijn
klein en immens-grooten Last op tafel
voor twee kaarsen.
Hij sprak1
en toen ging het door mijn hoofd,
wat er zou gebeuren als de nachtbei plot
seling zou rinkelen door de bourgeois-
I woning van een rijk-geworden S.D.A.P.-er-
wat cr zou geantwoord worden aan den
vreemdeling in de open deur, die aan
zijn onbekenden rijk geworden partijge
noot zou vragen, om 's nachts half twee
mee to gaan naar een stervenden makker
om dezen to troosten, een licht mee te
geven op zijn weg, een sterkte en een
steun te zijn.
Waarschijnlijk zou hij niet gaan. Hij
kent hem niet. Maar laat ik veronderstel
len, dat hij ging, wat zou hij daar moe
ten doen? Hij heeft er niets te doen en
hij heeft er niets te zeggen.geen troost
woord.... want 't is afgeloopen, 't is fi
naal uit, ei' komt niets meer; do sterven
de staat op 't punt te verdwijnen, hij
wordt uitgeworpen als een uitgediend ver
sleten werktuig, als een afgodragen kleed,
hij zal verzinken in de vage diepte, die
„Niet" heet, zijn lichaam verpoeierd en
een ziel had hij niet, hij gaat uit als een
kaars, hij is opgebrand, hij is geweest.
Maar de S.D.A.P.-er aan het ziekbed lü
zwijgen. Hij zal kijken naar zijn ledige
handen, en zijn brein afzoeken naar ■voor
den; maar wat, wat, wal kan hij zeggen!
Wat hij ook bedenkt het een is nog
troosteloozer dan het andere. Maar hij
moet iets zeggen, en hij zal eerlijk de
waarheid spreken en den stervenden mak
ker trachten te verzoenen met het feit, en
hij spreekt:
„Kameraad, 't is liard, dat ik '1 je zeg
gen moet, je leven is voorbij.... Een
weerzien is er niet. Je hebt hard geploe
terd, en toch armoo geleden. Je hebt 't be
roerd gehad in je leven, en je zult er ook
niet voor beloond worden.
Je bent benadeeld, bedrogen, bestolen,
terwijl je zolf eerlijk en goed geleefd hebt,
maar een vergoeding zul je er niet voor
krijgen. Van de partij heb jo nu ook juist
geen pleizier gehad; jo hebt je weekgeld
voor een groot gedeelte in onzo kas gestort
in de hoop, dat de klassenstrijd zou ont
branden en uitgevochten worden, maar je
hebt 't niet beleefd en 't zal nog wel eepige
jaren duren.
Je had ook illusies, zooals een ander,
maar ze zijn niet in vervulling gegaan,
't Zou wel aardig voor je zijn, als er nu
een andere wereld voor je, openging,
waar alles vergoed werd, maar die is
er nu eenmaal niet. Kijk me niet zoo
verdrietig aan, ik kan er ook niets aan
doen. Troost je met de gedachte, dat jo
gewerkt hebt voor de gemeenschap; en
dat je asch zich weer zal vermengen met
de aarde en ten goede zal komen aan
vruchten en planten, die het menschdom
weer zullen voeden. Zoo blijf je tenminste
iets voor de gemeenschap.. Ik zou graag
zeggen: „God zegens je!" maar ja, jo
weet dat die nu eenmaal niet bestaat.
Kom, kerel, schrei niet je hebt zoo
veel misère doorgemaakt, neem deze er
nog bij. Leg je d'r bij neer, kameraad.
Al krijg je dan ook niot voor jo levens
leed;; er komt toch vergetelheid. Eén
troost heb je toch, en die is, dat je zeker
niet meer hoeft te lijden; want je bestaan
neemt een einde. Kom, kerel, schrei
niet.
Maar toen de priester aankwam, ging
er een nieuw licht op als een kleine da
geraad, in de oogen van den. tobber, en do
priester sprak: „Vrede zij dit huist"
En na de biecht maakte hij een kruistee-
ken en een groote hand veegde met écn
veeg alles uit de ziel weg, wat verdrietige
herinneringen waren, en hij gaf de H.
Teerspijze. Twee wimpers sloten zich in
zalige rust cn berusting over twee rustige,
blijde oogen.
En de priester sprak: „Vertrek, chris
tenziel!" en liij voegde cr achter: „Heden
zij uw plaats in vrede en uw tehuis in het
Heilige Sion."
En hij fluisterde aan zijn ooren melo-
diën, waarin het ruischtc van palmge-
druisck uit een nieuw paradijs; in geheim
zinnige zegening gingen over het ster
vende hoofd vergezichten open cn verschie
ten bij menschelijk leed en onrecht ver
dween voor de zekerheid van mateloo-
ze vergoedingen. En hij zong over zijn
hoofd in zijn gebeden van wat oog te zien,
en wat oor te liooren zal krijgen, in do
schouwing, in den opgang van het hoog
ste geluk, het verzadigde leveu.
En toen de oogen zich sloten voor goed,
mocht dc priester met ontroering de laat
ste zegening uitspreken: „Zijne ziel" ruste
in vrede.
Als de Nachlbel gaat door de pastorie-
Als de Nachtbei gaat door hot huis van
don S.D.A.P.-er....
H. DE GREEVE S.J.
LEIDEN.
In Leiden gevestigd.
E. Pieper., dienstbode, St. Rijn 9a A.
van Rosse en fam., los werkman, Vesteslr.
70 H. J. S. Meijcrs, Haarl.str. 96 J.
G. Noestde "Wilde, H. Rijndijk 111
W. Ev' Raadsën, H. Rijndijk 14 V. L.
Stijza en fam., leidekker, Langebrug 69
J. Smid, Da Gostaslr. 38 P. A. v.
Beckum, radio-telegrafist, K. Diefslceg 6a
G. J. Brussee en fam., trambeamble,
Nie. Beetsstr. 3a A. T. L. Schaiz,
dienstbode,, Rijnsb.weg 96 G. Lüscbon
en lam., stucadoor, P. K. Choorslceg 4
E. A. v HalsemaKlinker t, Hooger-
beetsslr. 3 Wede. J. H. 'Har me ij er-
Srnol, Fagclstr. 38 A. Couveev. d.
Linden en fam., Seringenstr. 21 D. Ver
meerde Best, Rembrandtslr. 6 P.
J. dc Meulder, boekhouder, Witte Rozen
straat 4a. K. G. van den Boom on fain.,
katoendrukker, Heerengr. 45a P. Jas-
perse en fam., arts, Oude Vest 11a.
Uit Leiden vertrokken.
G. A. v. Houweninge, Oegslgeest., Leid-
scheweg 66 Tj. Hogendorf, den Haag,
Eschdoornstr. 37 M. v. d. Hoogt, Am
sterdam, v. Ostadestr. 257 II H. J. G.
Ooslerkolt, Schiedam, Damlaan 50 S.
G. Bunnik, Wassenaar, de Kievit W.
v. Roosendaal, den Haag, L. de Goligny-
straat 25 E. P. v. Veen, Nijmegen, Kol.
Reserve P. Rijnsburger., Amsterdam,
Vrolijkslr. 355 H, M. de Bruin-Kra^-
mers, Zwijndrecht, Jan Luykenstr. 22
L. Pret, Haarlem, Gberibonstr. 22 B.
G. Beulink, Amsterdam, Bloeuigr. 180
II. J. J. Koedijk, Haarlem, Thomsonlaan
70 J. H. Maartense, Heemstede, Zand-
voortscheiaan 142 A. Weulen Kronen-
barg, Vorden, Sclioolslr. J. J. G. Kuik,
Amsterdam., Pr. Hendrikkade 189 A. I.
dc Jong, Amsterdam, St. Nicolaasstr. 29
L. Fransman, Rotterdam, Diergaarde
laan 28a M. Prins, Maassluis, Hoog-
slr. bij L. Prins W. A. P. Smit, den
Haag, H. T. O. Rijswijkscheweg H.
Pieper, Hoensbroek, Akerstr. 300 W.
de Roode, den Haag, v. Assendelftstr. 24a
J. Th. M. v. d. Laan, Oosterhouh Abdij
St. Paul Joh. Buijs-Broekema, Amster
dam, IJselslr. 24 HI L. G. Betgen, den
Haag, Viljoenstr. 29 W. G. G. Bocrma,
Groningen, Steentelstr. 16 G. W. A.
Pruis, Vlaardingen, Verploeg Chaltelpl. 8
L. v. d. Linden, Amsterdam, Kallen-
burgerkade 59 III J. E. LI. Veeren,
den Haag, Jacob Marisstr. 91 M. Th.
Goddijn., idem Joh. Oostveen, den Haag
Hazebroekstr. 32 Cl. M. Ribbink, Am
sterdam, Apolollaan 85 L. Hollander,
den Haag, Scheveningscheweg 9 J. P.
y. d. Heijden, Delft, Pieterstr: 42 J. A.
Janssen, Hillegom, Leidsche straatweg
M. Labree, Rotterdam, Ziekenhuis Berg
weg E. Kloos, Alkmaar, Nieuwpoort-
laan 38 A. Boezaard, Zoelcrwoude,
Ulr. Jaagpad 197 M. L. v. d. Berg,
Voorschoten, Rijndijk 48 G. Schippers,
Voorschoten, Schoolstr. 29 Fr. J. v. Es,
den Haag, Musschcnbroekstr. 5 J.
Schenders, Haarlem, Riouwstr. 5 J.
A. Drcveldt, den Haag, Irisstr. 211 A.
M. Kools, den Haag, Berhorisstr. 61
W. G. Belinfante. deu Haag, Statenplein
12 P. y. Doorns, Baarn, Ecmstr. 12
W. A. A. Winterberg, Tilburg, Ko
ningsplein 186.