INGEZONDEN MEDEDEELING
H AROL - Reuklocs Haarwater
Later ia ook het. vliegtuig „Miss Doran",
id at eerst moest terugkeeren, opnieuw ge-
Itart.
Jtct stoomschip „Willielmina" meldt, dat
liet om 2.15 n.m. (Pacifictijd) op ca» 70 K.M.
.van Sail Francisco gepasseerd word door
<lc „Aloha". Om 4 uur n.m. meldde hetzelf
de schip het passeeren vaji de „Wool
lAraoo", welk vliegtuig seinde, dat het de
jiavigatie-signalen, die door de legerauto-
ai teilen worden uitgezonden uitstekend
ontvangt.
üm 7.30, Dinsdagavond (Pacifictijd)
(werd uit Honoloeloe gemeld, dat de vlieg
tuigen op 1000 3LM. van San Francisco
zijn gezien. Uitgebreide maatregelen wor
den voor de aankomst der vliegtuigen op
liet Wheelcrfield, op viel mijl van Hono
loeloe, genomen. Nabij het vliegveld is een
parkeerplaats voor tienduizend automo
bielen ingericht.
DE GROOTE VLUCHTEN.
Zal Könnecke spoedig vertrekken?
Uit Keulen wordt gemeldKönnecke
liccft gisteren met zijn vliegtuig „Germa-
nia" zijn proefvluchten voortgezet. Wan
neer de weersomstandigheden gunstig
worden, kan zijn vertrek in de naaste toe
komst verwacht worden.
De „Old Glory" naar Rome?
Uit New York wordt gemeld: De een-
dekker „Old Glory" wordt met grooten
6pocd gereed gemaakt voor dc non stop-
vlucht New YorkRome. Dit vliegtuig zal
.worden bestuurd door Lloyd Berta-ud en
James de Witt Hill.
HOE IK TOT DE WAARHEID KWAM
In de volgende beschrijving kunnen we
onzen lezers en lezeressen het treffend ver
haal aanbieden van den overgang tot het
ware geloof van een Pmtestantsch meisje.
Wij doen het met do wooTden der geluk
kige bekeerlinge zelve.
Eerst moet ik teruggaan tot den tijd,
waarop ik nog heel vorkeerde gedachten
had over het katholiek geloof, zelfs anti
katholiek was met sterke vooroordeelen.
Alles, wat ik in den loop der jaren tegen
den roomschen godsdienst gehoord had,
nam ik aan, zonder ooit moeite to doen
eens na te gaan, of dat alles wel waar
heid bevatte. Met een Katholiek had ik
nog nooit over ïftjn geloof gesproken.
In 1915 zou er in 't ziekenhuis, waar ik
werkzaam was, een leerling verpleegster
bij mij op de afdeeling komen, van wie
me al vooruit gezegd werd, dat ze streng
katholiek was. Als verpleegster moest ze
vele goede hoedanigheden bezitten, maar
dat zij katholiek was....
Zij kwam; niet heel jong meer; vroolijk,
verstandig, ontwikkeld. Niet icmamd, om
streng roomsch te zijn, vond ik. Toch was
y.ij het: ze kwam flink voor haar geloof
uit; maakte aan tafel altijd eerbiedig een
kruisteeken, stond 's morgens vroeg op
om naar de H. Mis te gaan. In één woord,
ik vond haar een persoonlijkheid, dio me
eerbied inboezemde. Tevens prikkelde haar
gedrag mijn nieuwsgierigheid om eens met
haar te praten en iets te vernemen van
haar geloof.
Ik zelf geloofde in dien tijd niets meer.
Dat ik het Remenstrantsche geloof had
verloren, vond ik mijn eigen schuld, om
dat ik er me van had afgewend. Het kwam
nog niet in me op, to gaan denken, of de
vrijzinnig-godsdienstige beginselen wel de
juiste zouden zijn.
Hoe meer vragen ik echter stelde over
den katholieken godsdienst hoe meer ik
wilde weten. Natuurlijk kwam ik in de ge-
spre"kkcn met dc nieuwe verpleegster nog
al eens in botsing, vooral als ik haar mijn
vooroordeelen tegen het roomsche geloof
meedeelde. Toch kwam ik langzamerhand
tot do ontdekking, dat het Katholicisme
heel iels anders was, dan ik altijd ge
nieend had cn dat mijn anti-katholieke ge
zindheid slechts berustte op mijn eigen
verkeerde inzichten.
Ofschoon ik dit al vrij spoedig inzag,
heeft 't mij nog heel wat moeite gekost,
dc vele vooroordeelen geheel uit te roeien.
Later heeft de pater, met wien ik me in
verbinding stelde, me aangeraden te bid
den, dat zo van me mochten worden weg
genomen. Toen zijn zo verdwenen.
In dezen tijd werd ik plotseling ernstig
ziek. Als verpleegster wist ik mijn toe
stand gevaarlijk. Vrceselijk bang was ik
om te sterven; soms bad ik even uit angst»
Ik was zóó ontevreden over me zelf: ook
omdat ik niet méér getracht ha-d God te
zoeken en een godsdienstig leven te lei
den.
Een der verpleegsters, die vermoedde,
dat ik behoefte kon hebben aan godsdiens
tige lectuur, gaf me 'n boek: „Christusbe
schouwingen", waariu cenige moderne
theologen hun opvatting over Christus'
Persoon gaven. Ik las hier en daar een
eindje, maar legde hot boek geheel onbe
vredigd weer wog. Wat was nu de ware
opvatting? Ik bestelde toen zelf oen toon
pas verschenen boekje mot preeken van
prof. H. Tic las ze door, vond do taal mooi,
maar verder liet ook dit mij geheel onbe
vredigd. Vroeger had ik het misschien an
ders beoordeeld; nu ik ziek was, gaf hot
ine niets.
Op een avond kwam mijn vriendin, de
verpleegster, bij mij en zei:
„Ik ben in de kerk geweest en heb ge
beden, dat als 't je nuttig en zalig is, je
dan. weer beter mag worden.
Even schrok ik. omdat ik begreop. dat
zij ook er aan twijfelde, of ik weer beter
zou worden.
Maar de gedachte, dat ze voor me bad,
maakte mij zoo ru3tig en veilig. Evon
kreog ik het verlangen te gelooven als zij.
Door mijn riekte had ik begrepen, dat
ak geloof moest trachten te verkrijgen,
maar hoe cn waar moc3t ik zoeken? Ka
tholiek worden wilde ik niet en kon ik ook
niet, want wat geloofde ik cr eigenlijk
van? Toen begon ik steeds weer mijn
vriendin te ondervragen over haar gods
dienst. Ik kwam veel in haar kamar, waar
een Maria-beeldje stond.
Ik hield niet van beelden en katholieke
voorstellingen, maar dit toch trok me erg
aan. Soms zette zij er oen paar bloemen
voor, en eens, toen deze verwelkt waren,
deed ik nieuwe in het vaasje.
Later was ook het armpje van hot- beeld
je gebroken. Ik lijmde het er voorzichtig
op mijn eigen kamer weer aan. „De men-
schen zullen wel denken, dat ik katholiek
wordt, als ze me hier bezig zien", dacht
ik. Maar ik vond het een bijzondere vol
doening, toen het beeldje weer klaar en
bij mijn radiator gedroogd was.
Tegenover de Moeder Gods heb ik ge
lukkig nooit vooroordeelen gehad. Waarom
sommige Protestanten Haar niet bemin
nen, begrijp ik niet. De vrijzinnige gods
dienstige predikanten heb ik trouwens
nooit anders dan met eerbied over Maria
hooren spreken.
Ongeveer omtrent dezen tijd herinner
ik me een preek van Ds. Prof. G. uit A.,
die veel indruk op me maakte. Hierin
werden zeer geroemd do katholieke retrai
tes; hoe deze voorzagen in een behoefte
der menschen en getuigden van de groote
menschenkenuis der Katholieke Kerk. De
dame, met wie ik dien Zondagmorgen naar
de ReinonsIronische kerk was gegaan,
vond het „bespottelijk", dat in eeu preek
voor protestanten iets van den katholie
ken godsdienst zóó geprezen werd.
Ik was eigenlijk blij en mij gaf het
steun van protcstantsche zijde die waar-
deerende woorden gehoord te hebben.
Met mijn vriendin had ik al heel wat
geloofskwesties besproken. Eens vroeg ik
haar naar de beteekenis van af laten".
„Dat zal ik voor je aan den Pater vra
gen," zei ze. Korten tijd later kreeg zij
een brief terug, waarin een antwoord voor
mij met uitlegging van „Aflaten". Ik be
dankte den Pater en stelde in dien brief
weer cenige andere vragen.
Zoo was do correspondentie begonnen,
maar nog lang duurde het, eer ik den
moed had, den Pater persoonlijk iets te
gaan vragen. Eens had ik weer geschre
ven en 't een en ander gevraagd over het
bidden. In antwoord schreef do Pater:
„Ten slotte durf ik uw gebed vragen voor
mij. Ik ga een tiendaagsche retraite begin
nen, bid nu en dan een weinig voor mijn
intentie." Dio woorden maakten zoo'n in
druk op me; ik was er een beetje door in
de war: dit was iets, wat ik heelemaal niet
verwacht had. Ik kreeg den brief 'e mid
dags vóór het eten uitdeelen aan de pa
tiënten: een heel druk moment, waar ik
altijd heelemaal in was. Nu niet, ik kan
er niet bij blijven met mijn gedachten en
liet de verpleegsters haar gang maar gaan,
die me verwonderd aankeken
Aan mijn vriendin vroeg ik, wat ik nu
wel moe6t bidden: „Eiken dag één Onze
Vader b.v.", zei ze en dat deed ik.
Op een Zondagmiddag gingen we samen
voor 't eerst eens naar een katholieke
kerk, om die van binnen te bekijken. Voor
het Maria-altanr stonden we even stil.
Mijn vriendin vertelde me later, dat zc ge
zegd had: „Hier, Maria, dat is zo nu." In
do kerk waren een paar menschen, die
eerbiedig geknield baden, een jongo man
met een rozenkrans in de hand; een land,
dat even bad bij de Moeder Gods. "Wat een
verschil met cuze protestantsche kerken,
vond ik.
Een paar weken later wilde ik ook wel
eens een preek hooren in een katholieke
kerk en op een Zondagavond gingen wc
er heen. Mijn oude huiverigheid voor wat
katholiek was kwam boven en ik beefde
een beetje, toen wo uit de tram stapten.
Mijn vriendin bemerkte het.
Als je zoo zenuwachtig bent gaan we
niet, hoor; je moet 't geheel uit vrijen wil
doen.
Ik ging, maar toen alle menschen tege
lijk den Rozenkrans begonnen te bidden,
had ik het liefst weg willen gaan. Zoo
„griezelig" vond ik het. Opstaan durfde ik
ook niet goed, maar ik besloot, nooit weer
zóó vooraan te gaan zitten. En vele vol
gende Zondagen zaten we een uur, vóór
het Lof begon, achter in do armenbahken;
anders kregen we daar geen plaats meer.
Mijn vriendin knielde meest ik bleef
zitten; bidden deed ik niet; maar ik ver
veelde me er nooit.
Eindelijk preekte tot mijn verrassing
eens de Pater, met wien ik correspondeer
de. Toen ik hem zag, kreeg ik moed hem
eens persoonlijk iets te gaan vragen.
Ik schreef Z.Eerw., kreeg een briefje te
rug met een paar datums, waarop de Pa
ter thuis was. Ik liet zo alle voorbijgaan,
en toen do laatste datum aangebroken
was, schreef ik, dat ik niet kon besluiten,
maar liever een poosje wilde wachten.
Den 2en Kerstdag 1918 had ik weer moed
en belde s' avonds aan 't klooster om den
Pater te spreken. Zenuwachtig was ik:
mijn hart bonsde. Eerst'sprak Z.Eerw.
over onverschillige dingen met me en vroeg
toen langzamerhand, wat ik geloofde.
Eigenlijk niets, zei ik.
Bidt wel?
Neen.
Do Pater legde me uit, dat alle men
schen moesten bidden cn dat ieder, die
zooals ik, naar de waarheid zocht, daar
voor moest bidden.
Ik zei: dan word ik misschien wol
orthodox of nog iets anders.
Bid u maar om de Waarheid; dan
zult u wel zien wat u wordt.
Bij het weggaan, de Pater had den
deurknop al in de hand zei Z.Eerw.:
Kunt u het Wees Gegroet bidden?
De woorden ken ik wel, maar geloo
ven doo ik het niet; dus kan ik het ook
niet bidden.
Zeg u dan maar: Maria, indien Gij
Gods Moeder zijt, help me dan. Dit is neu
traal, dus dit kunt u wel bidden.
Dien avond bad ik voor liet eerst tot
de Moeder Gods.
Allerheiligste Maagd en Moeder Gods
Maria, gedoog, dat, ik even schrijve, hoe
zeer ik steeds uwe liefdevolle, moederlijke
hulp heb ondervonden, zóó dat mijn on
wil, mijn vooroordoelen, mijn verkeerd
menschelijk opzicht ten slotte moesten wij
ken. Gelukkig, dat ik dadelijk tot TJ leer
de bidden, en van 't begin af aan van U
mocht houden.
Meestal viel 't me gemakkelijk tot de
Moeder Gods te bidden; al heel gauw bad.
ik oen Weesgegroet en ook zooals de
Pater me gezegd had bad ik om de
waarheid. Als er in de kerk over de H.
Maagd gesproken werd, was ik blij en
voelde me een beetje thuis. Vaak, wan
neer ik hoorde spreken over de hel, do
erfzonde en andere punten, waarvan ik
niets geloofde, dan dacht ik dikwijls:
„Waarom ga ik hier toch altijd heen?"
Maar dan keek ik eens naar 't Maria-al-
taar en ik dacht: „in een andere kerk be
hoor ik toch ook niet."
Toch besloot ik ecne op een Zaterdag,
den volgenden morgen naar de „Vrije Ge
meente" te gaan. Ik keek na, wie er preek
te en besloot me er heen to begeven.
Toen ik 's Zondagsmorgens wakker werd,
moest ik dadelijk aan Maria denken; de
gedachte aan die lieve Moeder liet me
niet los.
Ik begreep, dat ik nu kiezen moest:
ging ik naar de Vrije Gemeente, hoe kon
ik daar tot Maria bidden. Gelukkig koos
ik de Moeder Gods en ging 's avonds mee
naar de preek en het Lof, dat ik alleen
bijwoonde om de muziek en de eerbiedige
stemming, die er altijd heerschte.
Op Goeden Vrijdag onder het bidden
van den Kruisweg, terwijl ik aandachtig
volgde hetgeen de Pater telkens las van
den lijdensweg, begon ik voor 't eerst tc
gelooven aan de Godheid van Christus.
Het was, alsof ik toen ongemerkt een an
der inzicht hierin kreeg. Toen ik uit do
kerk kwam en verder den geheelen dag
moest ik steeds weer tot me zelve zeggen:
„Christus kan geen gewoon mensch ge
weest zijn dat kan niet." Later, toen ik
weer om de Waarhekl bad, heb ik dat ge
loof nog duidelijker gekregen.
Trouw bleef ik bidden, vooral tot do
Moeder Gods en ik begon tc verlangen een
rozenkrans te hebben. Aan mijn vriendin
behoefclo ik steeds heel weinig te zeggen;
zij begreep me meestal goed. Eens in do
kerk bood ze me haar rozenkrans aan en
nu bad ik dezen voor Veerst met de ge-
loovigen mee. Kort daarna bracht ze me
een rozenkrans mee, dien de Pater haar
voor inij gegeven had. Lees ik later deze
bladzijden nog eens over dan zou ik haast
vergeten, dat ik lang niet altijd zoo ge
stemd \va6. Tijdeu had ik, dat ik heel vaag
geloofde, me zelfs van het geloof afwend
de.
Katholiek worden wilde ik eigenlijk nog
niet. Voor me zelf begreep ik, dat ik het
op den duur toch werd; toch gaf ik me nog
niet gewonnen.
Een groote rol speelde het menschelijk
opzicht. Wat zou mijn familie er wol van
zeggen, mijn moeder, broers en zusters?
Zouden zo me verstooten? Zij zouden toch
nog over het katholiek geloof denken, zoo
als ik vroeger, dus er hevig tegen zijn!
Was ik een paar dagen thuis geweest, dan
was 't, alsof ik veel verder van 't geloof
afstond. Pas langzaam aan kwam 't weer
in orde.
In dezen tijd had ik een grooten steun
aan de boeken van Jörgensen: „Naar het
Licht" cn vooral: „Toen ik Christen
werd". Het laatste kende ik zoo goed. Pre
cies wist ik, wat er op een volgende blad
zijde stond; dikwijls zelfs, hoe een zin
eindigde, dien ik toevallig opsloeg.
Ik denk, dat ik voor den Pater moei
lijk was, omdat ik nooit precies zei, wat
ik geloofde. Z.Eerw. spoorde me altijd aan
veel te bidden en altijd om de waarheid
te blijven vragen, maar dan ten slotte ook
aan te nemen, wat de waarheid bleek te
zijn. Dat ik niet katholiek wilde zijn,
moest ik van me af zetien. Een brief, een
gesprek met den Pater bracht me immer
meer ijver cn meer zekerheid.
In een der vele kerken te Azou een
triduum gegeven worden ter eeTc van het
Heilig Sacrament des Altaars. Onder het
Lof had ik, sinds ik in Christus geloof
de, vaak gebeden: „Als Gij, o Heer, in het
H. Sacrament werkelijk tegenwoordig zijt,
leer het mij dan gelooven." Bij de sluiting
van 't Triduum zou er processie zijn. Dien
avond preekte do Pater cn zei ongeveer
het volgende: „Als Jezus straks tussehen
u rondgaat, wat hebt ge Hem dan te zeg
gen? Misschien hebt ge u wel iets te ver
wijten"En ik dacht: Van alle men
schen zou ik me wel het meest te verwij
ten hebben. Allemaal zullen ze wel eons
iets -voor Hem gedaan hebben en ik heb
Hem al die jaren niet eens gezocht.
Toen het H. Sacrament langs me kwam,
geloofde ik plotseling, dat het Jesus was..
Over zoo'n oogenblik kan ik verder niet
schrijven; ik zou zoo tc kort schieten, dat
ik er niet aan bogiu.
Dc volgende dagen had ik maar één ver
langen: weer in een kerk te zijn, omdat ik
nu wist, dat Jesus daar steeds woont.
Toen ik weer een paar dagen later weer
gelegenheid had te gaan, knielde, ik voor
't eerst voor het H. Sacrament des Altaars.
Ik* had wel niet die devotie van den
eersten keer, maar toch, ik geloofde.
Kwam ik later met mijn vriendin in de
kerk, dan maakte ik geen kniebuiging, om
dat zij nog niet wist, dat ik aan de waar
achtige tegenwoordigheid geloofde en het
haar vertellen deed ik niet. Toch was ik
niet tevreden over me zelf, dat ik de knie
buiging naliet en vroeg haar eens, of 't
zonde was, als de menschen niet knielden
voor het Heilig Sacrament en haar ant
woord stelde me genist, ten minste gedeel
telijk-
Zoo was ik al een heel eind gevorderd
op den weg naar do Katholieke Kerk. Van
een enkel geloofspunt wist ik precies, wan
neer ik het geloofd had; andere nam ik
aan, omdat ik inzag, dat ik moest geloo
ven. Soms ook had ik langen tijd niet over
een bepaald punt nagedacht. Dan kwam
het weer in mijn gedachten en merkte ik,
dat ik er anders tegenover stond en ik het
nu veel gemakkelijker kon gelooven.
Den zomer van 1920 brachten mijn
vriendin en ik een gedeelte van onze va-
cantie door in een hotel bij A.Dc Pa
ter wist dat wc gingen en had ons uitge-
noodigd in dien tijd het Rctraitenhuis al
daar eens te komen bekijken. Toen we van
uit den trein de torentjes zagen van dat
VERSTANDIGE MOEDERS
reinigen het hoofd hunner kin
deren op geregelde tijden met
Flacons 30 en 45 ct. - Alom verkrijgbaar.
Voor engros: 8346
Firma F.VAftl DORP, LEIDEN
huis, vond ik het nog even griezelig er
heen te gaan. Maar zoodra we er waren,
kreeg ik al verlangen er in te zijn en eene
retraite mee te maken.
Het meest trokken me aan die eenvou
dige kamertjes met kruisbeeld en bidstoel.
En dan.te zijn in hetzelfde huis, waar
Jesus woont!
Durfde ik het maar zeggen!
Overmorgen begint er een retraite
voor dames, zei de Pater.
Ik zei niets. Ook nog niet den volgenden
morgen, toen we een groote katholieke
school gingen bezichtigen, die er vlak bij
lag.
Mijn vriendin vroeg of, we een preek
mochten komen hooren voor de retraitanten
Het -mocht, als we boven bij 't orgel gin
gen zitten- 's Avonds zei ik aan mijn vrien
din, dat. ik wel zin had een retraite mee te
maken.
Als jij gaat, wil ik wel mee, zei ze.
's Morgens was 't vreeselijk weer; het
goot uit de lucht.
Ik ga niet naar het retraitenhuis, zei
mijn vriendin, 't is mij te mooi weer.
Dus ik ging alleen op weg. Vóór de
preek sprak ik den Pater even en toen
kwam 't hooge woord er uit, dat ik zoo
graag da retraite had willen meemaken.
Nu kan het zeker niet meer? zei ik.
Ja, dat zou wel gaan, maar als u
straks naar het hotel teruggewandeld is,
heeft u misschien geen zin meer. Blijft u
er bij, helt u dc n maar even op, dan kunt
u komen.
Die retraite heb ik zoo prachtig gevon
den! 's Avonds op mijn kamertje zei ik
maar tot mij zelf: Wat hen ik hier geluk
kig!
Ik zag alle geloofswaarheden zóó duide
lijk, begreep het groote belang, het ware
Geloof te bezitten en het te belijden. Mijn
eigen belangetjes zag ik zoo klein, het
menschelijk opzicht zoo van geen betee
kenis, zelfs heel verkeerd. Toen de Pater
in een van de preeken zei, dat we allen een
vast besluit moesten maken voor het vol
gend gedeelte van ons leven, hoefde ik me
niet lang tc bedenken. Ik wist het- Nog
even bad ik tot de Moeder Gods en toen
kon ik tot nie zelf zeggen: Nu word ik ka
tholiek. Eindelijk kon ik den laatsten stap
doen.
Daags na de retraite ging ik nog eens
naar den Pater, maar dezen keer met de
tijding:
Ik wil nu katholiek Avorden!
Goddank, Avas liet antwoord.
16 October 1924. Vandaag is het een
fcrsJdag aroor ra— a'andaag is het drie jaar
geleden, dat ik te A.in het Retraiten
huis het H. Doopsel mocht ontvangen.
Drie jaar katholiek! Ik denk terug aan
vroeger, toen ik protestant was, vol van
dwaze vooroordeelen legen het R. K. Ge
loof. Ik denk terug aan mijn eerste bezoek
aan een katholieke kerk met mijn vrien-
din, toen ik nog zoover ervan verwijderd
Avas, maar in mijn hart reeds verlangend
Ik denk vooral aan mijn lieve Moeder,
do Allerzaligste Maagd Maria, hoe Zij me
zacht geleidde en hoe ook hij moeilijk
heden do gedachte aan Haar mo gelukkig
maakte en moed gaf vercler te gaan.
Vóór ik het H. Doopsel ontving, had ik
te A. Catechismusonderricht gehad
a an een Zuster, die reeds heel veel bekeer
lingen "geholpen had op don Aveg naar de
Katholieke Kerk-
Heerlijke uren bracht ik bij haar door,
dio ik steeds verlangend tegemoet zag.
Werd toen het a'erlangcn in me gewekt, dat
nu over eenige weken verwezenlijkt zal
Avorden, ook religieüse te worden, als zij?
Drie jaar kajholiek! Maar één ding is
er, dat me spijt, n.l. dat ik niet altijd ka
tholiek geweest ben. Zeker ben ik dank
baar voor liet Geloof: maar wat moet het
veel heerlijker zijn, reeds als kind, Jesus
in de H. Communie te mogen ontvangen
en dan reeds Maria als onze Hemelsche
Moeder lief te hebben!
„Volksmissionaris"
UIT OE PERS
ONBEREDENEERD BIJGELOOF.
De heer Vliegen heeft een boek over de
S. D. A. P. geschreven en de heer A.(lbar-
da) heeft er in liet „Volk" over geschre
ven. Hij vergelijkt het nieuwe werk van
den heer Vliegen met diens bombasti-
schen eersteling „De Dageraad der Volks
bevrijding" en concludeert:
„Wel een gansch ander boek is het ge
worden dan ,.De dageraad der volksbe
vrijding". Dat stak vol romantiek, vol
onstuimige Avoclingen cn felle vervolgin
gen, vol ongeduldige hoop op een nabijen
dag Avaariu alles eensklaps totaal zou
veranderen, vol onberedeneerd bijgeloof
dn een plotselingen overgang van de
huidige hel in den hemel van morgen".
De Tijd schrijft hierbij:
„Onberedeneerd bijgeloof, dat was
inderdaad de socialistische dwaalleer, die
do arbeiders in den nabijzijnden toekomst
staat deed gelooven, waarin de „hel" van
liet kapitalisme vervangen zou zijn door
den „hémel van morgen".
Als onberedeneerd bijgeloof wordt nu
de groote belofte van het socialisme er-
kond, waaraan zich zooveel millioenen
hebben vergaapt.
In één land hebben de Marxisten hun
toekomststaat kunnen verwezenlijken,
maar „Het Volk'' zelf heeft dezen hemel
in Sevjet-Rusland nog erger dan de kapi
talistische hel vervloekt. En wat het so
cialisme voor de rest op de wereld heeft
gewrocht, toonde dezer dagen le Parijs
het roode I. V. V., door „Het Volk" uit
organisatorisch oogpunt als „een bende"
betiteld, en waar het hoofd van den lei
der Oudegeest is geëischl en gevallen al3
het offer Aan den haat en nijd, die in
verdeeldheid de beweging uiteen doet
vallen, welke een betere samenleving
Avilde brengen, ver van egoïsme en na
tionalisme!"
Personen in Leiden gevestigd.
M. G. A. ReeuwijkVos Evertsenstr.
38a. G. H. Parijs Heerenstr. 94. H.
Gastreich Plantsoen 69. J. F. A. van
der Schoor Middelweg la. J. J. M. A.
Snijers monteur Apoth.dijk 3. G. do
Vaal Acad. Ziekenhuis. H. J. Meeuwis
cn fam. logementhouder Janvossensteeg
44. W. Katochwil ondcrAvijzer Oude
Rijn 2 A. G. van L'unsen reiziger Evert
senstr. 7a. F. Brier verpleger Hansen-
str. 28. G. de Pree verpleegster Ka-
stanjekade 15. M. M. G. Arends Oude
\est 147. F. L. H. v. d. Heyden Apoth.
dijk 34 T. Jousina, koushoudsfer, H.
Rijndijk 144. M. P. J. v. Dijk machine
teekenaar Zoeterw.singel 45. G. P. G.
v. d. Velde Medusastr. 9a. A. Stipdonk
Monteur Hooigr. 98a. M. ZAvanenburg
en fam. leeraar H. B. S. J. de Witslr. 31.
F. G. A Kuipers en fam. off. v. gezond
heid Oegstg.laan 37. Adr. Janmaat
dienstbode Plantsoen 19. J. Jansen
verpleegster Diaconessenhuis. J. H. de
Winter en fam. vuurwerker Sophiastr.
70a J. H. Spaanbroek Uiterslegr. 95
W. F. van Romburgh en fam. Hoogl.kerk-
gr. 95. H. Overdijk Oranjestr. 3. G.
Bronmeycr en fam. L. Agnielenstr. 9.
G. H. Bresser en fam adj. commies D. B.
Hoogerbeetsstr. 25 J. Wolters, huis
knecht Ververstr. 14a. F. O. IV. Ko-
wall, kellner Haverzaklaan 10 H. Donk
dienstbode Breestr. 84. W. M. v. d.
Oetelaar dienstbode Hooigr. 53. E. J.
v. d. Burg dienstbode H. de Grootstr. 3. -
D. de Mooy kellner Mandenmakersl. 8a.
H. J. Hoogenstraaten Remhrandslr.
25 M. v. Beilen, chauffeur, Evertsen
str. 20. G. M. OuwerkerkSchenk en
fam. Gasstraat 78. J. H. MensMan-
goed Haarl.str. 53. J. D. Manders Bil-
derdijkstr". 4. C. A. Cornelkssen-v. d.
Hoeven v. Speijkstr. 6. E. M. Schepper-
Wolf Hooigr. 55. A. Wollerhoff-v. d.
Burg Papengr. 8. G. Schreuder en fam.
rijtuigschilder Merelstr. 22. A. B. G. M.
Bruijns, kok. Rapenburg 22 G. Bruné,
fabr.arb. Duivenbodestr. 14. J. Noppen
en fam. fabr.arb. Duivenbodestr. 14.
H. J. W. Bourgonje brievenbesteller Klok-
steek 14.
Personen uit Leiden vertrekken.
J. Fr. v. d. Kwartel Alkmaar Baansin-
gel Alkmaar. Glir. Wassink Dorpstr.
122 Leiderdorp J. R. H. Sehaank,
Provinciaal Ziekenhuis, MedemLlik
W. H. Taffijn, Merwcdestraat 64,
Utrecht. E. E. Syriër Thomsonlaan 88
Den Haag. F. Voorzaat handelsagent
Weltevreden. F. H. Moorhoff Keizer
straat 22, Alkmaar r Pb. A. Waarden
burg, v. Boetselaerstraat 58, Den Haag
C. A. J. van der Laan, Bijleveklsingel
80, Nijmegen J. B Bouwman, v. Ra-
vestijnstraat CO, Den Haag J. Th.
Munster van Heuven, LeuvehaA;en 89a,
Rotterdam A. J. Kerkvliet, bij de
firma Brenxs, Hoogstr. Schiedam D. A.
Th. do Groot Rijndijk 8 Voorschoten.
G. Homoet, Wilh. Gasthuis, Amsterdam
M. dc Niet Keizerstr. fiö Den Haag.
A. v. Rhijn Pastoriestr. 19 Hengelo O.).
Wed. T. Schouten-v. d. Woude, Duiven-
a-oordestr. 72, Oegstgeesl G. M. Hitz,
v. Boelselaeilaan 120, Den Haag J.
Scliietvaer, Riouwstr. 60 Den Haag
H. Steenbergen, Zuideinde E 76, Delft
M. E. v. d. Heuvel, Julianal. 8 Oegstgeesfc
H. D. v. Ommen, Gr. Marktstr. 5, Schie
dam A. G. Boelimer Singel 385b A'dam
G. H. L. Kemperman Voor^tr. b. d.
Yperlaan Voorschoten. J. G. v. Nicu-
wenhoven Hobbemaplein 33 Den Haag.
J. J. Verberg Nijverheidschool Voorhout.
H. Segaar Valkenburgerweg 9 Voor
scholen. G. M. Angevaren Heilige Geest
Aveg 19 Noordwijk J. Scbarloo, zee
hospitium, KatAvijk G. G. de. Goede,
Nijverheidsschool Voorhout Geisel
Hcodemakers, Utrechtschestr. 30, Arnster-
sterdam J. Mulder., v. d. Heijdenlaan
18 Zeist A. F. Tuk Bilderdijkslr. -1,
Enschede J. P. Appelman, Holedrcch:-
straat 26 I Amsterdam J. A. Houniet,
Lauriergr. 41 Amsterdam E. G. I.asch
bij B. v. Dalen, Hoenderparkstr., Wage-
ningen J. E. Stoeke, Honthorststraat
119, Den Haag cle Zwart v. Heerde,
Acblerkerkstr. F 149, Vecnendaal
IHflRKTBEBICHTEii
LEIDSCHENDAM, 17 Aug. Vrije Vei-
ling. Aangevoerd: 174G kippeneieren
7.157.90 per 100 stuks, 119 eendeneieren
6.55 per 100 stuks, kippen 11.50 konijnen
0.251.60, eenden 0.501.05, duiven 0.15—
0.25 per stuk, LeidBche kaas 0.300.50 per
pondj, Zoete kaas (Rijksmerk) 0.400.52
per pond.
VEUR, 16 Aug. Veilng, Groeniten.
Eng. komkommers le soort 3.50, 2o soort
1.50, 3e soort 0.50, stek 0.10, Gele komkom
mers le soort 10.2e soort 7.50, 3e soort
3.stek 0.40, Kropsla 2.2e soort 0.80,
Stoofsla 1.Peen 12.Andijvie 2.50, Spi
nazie 8.Postelein 3.Rabarber 6.
Bloemkool 11.50, 2e soort 4.uitschot 1.
Tomaten (mid) 10.gr. ronde 9.50, se
soort 9.20, 3e soort 7.bonte 4.uitschot
1.rijp 6.
KOUDEKERK, 16 Aug. Veiling.
Eieren. Aanvoer 1150 eieren; kip
peneieren 6.807.20, eendeneieren
6.80, per 100 stuks; kippen 0.75—
1.10, konijnen f 0.85, per stuk; peren 4
5 cent per pond.