INGEZONDEN MEDEDEELING H AROL - Reuklocs Haarwater Later ia ook het. vliegtuig „Miss Doran", id at eerst moest terugkeeren, opnieuw ge- Itart. Jtct stoomschip „Willielmina" meldt, dat liet om 2.15 n.m. (Pacifictijd) op ca» 70 K.M. .van Sail Francisco gepasseerd word door <lc „Aloha". Om 4 uur n.m. meldde hetzelf de schip het passeeren vaji de „Wool lAraoo", welk vliegtuig seinde, dat het de jiavigatie-signalen, die door de legerauto- ai teilen worden uitgezonden uitstekend ontvangt. üm 7.30, Dinsdagavond (Pacifictijd) (werd uit Honoloeloe gemeld, dat de vlieg tuigen op 1000 3LM. van San Francisco zijn gezien. Uitgebreide maatregelen wor den voor de aankomst der vliegtuigen op liet Wheelcrfield, op viel mijl van Hono loeloe, genomen. Nabij het vliegveld is een parkeerplaats voor tienduizend automo bielen ingericht. DE GROOTE VLUCHTEN. Zal Könnecke spoedig vertrekken? Uit Keulen wordt gemeldKönnecke liccft gisteren met zijn vliegtuig „Germa- nia" zijn proefvluchten voortgezet. Wan neer de weersomstandigheden gunstig worden, kan zijn vertrek in de naaste toe komst verwacht worden. De „Old Glory" naar Rome? Uit New York wordt gemeld: De een- dekker „Old Glory" wordt met grooten 6pocd gereed gemaakt voor dc non stop- vlucht New YorkRome. Dit vliegtuig zal .worden bestuurd door Lloyd Berta-ud en James de Witt Hill. HOE IK TOT DE WAARHEID KWAM In de volgende beschrijving kunnen we onzen lezers en lezeressen het treffend ver haal aanbieden van den overgang tot het ware geloof van een Pmtestantsch meisje. Wij doen het met do wooTden der geluk kige bekeerlinge zelve. Eerst moet ik teruggaan tot den tijd, waarop ik nog heel vorkeerde gedachten had over het katholiek geloof, zelfs anti katholiek was met sterke vooroordeelen. Alles, wat ik in den loop der jaren tegen den roomschen godsdienst gehoord had, nam ik aan, zonder ooit moeite to doen eens na te gaan, of dat alles wel waar heid bevatte. Met een Katholiek had ik nog nooit over ïftjn geloof gesproken. In 1915 zou er in 't ziekenhuis, waar ik werkzaam was, een leerling verpleegster bij mij op de afdeeling komen, van wie me al vooruit gezegd werd, dat ze streng katholiek was. Als verpleegster moest ze vele goede hoedanigheden bezitten, maar dat zij katholiek was.... Zij kwam; niet heel jong meer; vroolijk, verstandig, ontwikkeld. Niet icmamd, om streng roomsch te zijn, vond ik. Toch was y.ij het: ze kwam flink voor haar geloof uit; maakte aan tafel altijd eerbiedig een kruisteeken, stond 's morgens vroeg op om naar de H. Mis te gaan. In één woord, ik vond haar een persoonlijkheid, dio me eerbied inboezemde. Tevens prikkelde haar gedrag mijn nieuwsgierigheid om eens met haar te praten en iets te vernemen van haar geloof. Ik zelf geloofde in dien tijd niets meer. Dat ik het Remenstrantsche geloof had verloren, vond ik mijn eigen schuld, om dat ik er me van had afgewend. Het kwam nog niet in me op, to gaan denken, of de vrijzinnig-godsdienstige beginselen wel de juiste zouden zijn. Hoe meer vragen ik echter stelde over den katholieken godsdienst hoe meer ik wilde weten. Natuurlijk kwam ik in de ge- spre"kkcn met dc nieuwe verpleegster nog al eens in botsing, vooral als ik haar mijn vooroordeelen tegen het roomsche geloof meedeelde. Toch kwam ik langzamerhand tot do ontdekking, dat het Katholicisme heel iels anders was, dan ik altijd ge nieend had cn dat mijn anti-katholieke ge zindheid slechts berustte op mijn eigen verkeerde inzichten. Ofschoon ik dit al vrij spoedig inzag, heeft 't mij nog heel wat moeite gekost, dc vele vooroordeelen geheel uit te roeien. Later heeft de pater, met wien ik me in verbinding stelde, me aangeraden te bid den, dat zo van me mochten worden weg genomen. Toen zijn zo verdwenen. In dezen tijd werd ik plotseling ernstig ziek. Als verpleegster wist ik mijn toe stand gevaarlijk. Vrceselijk bang was ik om te sterven; soms bad ik even uit angst» Ik was zóó ontevreden over me zelf: ook omdat ik niet méér getracht ha-d God te zoeken en een godsdienstig leven te lei den. Een der verpleegsters, die vermoedde, dat ik behoefte kon hebben aan godsdiens tige lectuur, gaf me 'n boek: „Christusbe schouwingen", waariu cenige moderne theologen hun opvatting over Christus' Persoon gaven. Ik las hier en daar een eindje, maar legde hot boek geheel onbe vredigd weer wog. Wat was nu de ware opvatting? Ik bestelde toen zelf oen toon pas verschenen boekje mot preeken van prof. H. Tic las ze door, vond do taal mooi, maar verder liet ook dit mij geheel onbe vredigd. Vroeger had ik het misschien an ders beoordeeld; nu ik ziek was, gaf hot ine niets. Op een avond kwam mijn vriendin, de verpleegster, bij mij en zei: „Ik ben in de kerk geweest en heb ge beden, dat als 't je nuttig en zalig is, je dan. weer beter mag worden. Even schrok ik. omdat ik begreop. dat zij ook er aan twijfelde, of ik weer beter zou worden. Maar de gedachte, dat ze voor me bad, maakte mij zoo ru3tig en veilig. Evon kreog ik het verlangen te gelooven als zij. Door mijn riekte had ik begrepen, dat ak geloof moest trachten te verkrijgen, maar hoe cn waar moc3t ik zoeken? Ka tholiek worden wilde ik niet en kon ik ook niet, want wat geloofde ik cr eigenlijk van? Toen begon ik steeds weer mijn vriendin te ondervragen over haar gods dienst. Ik kwam veel in haar kamar, waar een Maria-beeldje stond. Ik hield niet van beelden en katholieke voorstellingen, maar dit toch trok me erg aan. Soms zette zij er oen paar bloemen voor, en eens, toen deze verwelkt waren, deed ik nieuwe in het vaasje. Later was ook het armpje van hot- beeld je gebroken. Ik lijmde het er voorzichtig op mijn eigen kamer weer aan. „De men- schen zullen wel denken, dat ik katholiek wordt, als ze me hier bezig zien", dacht ik. Maar ik vond het een bijzondere vol doening, toen het beeldje weer klaar en bij mijn radiator gedroogd was. Tegenover de Moeder Gods heb ik ge lukkig nooit vooroordeelen gehad. Waarom sommige Protestanten Haar niet bemin nen, begrijp ik niet. De vrijzinnige gods dienstige predikanten heb ik trouwens nooit anders dan met eerbied over Maria hooren spreken. Ongeveer omtrent dezen tijd herinner ik me een preek van Ds. Prof. G. uit A., die veel indruk op me maakte. Hierin werden zeer geroemd do katholieke retrai tes; hoe deze voorzagen in een behoefte der menschen en getuigden van de groote menschenkenuis der Katholieke Kerk. De dame, met wie ik dien Zondagmorgen naar de ReinonsIronische kerk was gegaan, vond het „bespottelijk", dat in eeu preek voor protestanten iets van den katholie ken godsdienst zóó geprezen werd. Ik was eigenlijk blij en mij gaf het steun van protcstantsche zijde die waar- deerende woorden gehoord te hebben. Met mijn vriendin had ik al heel wat geloofskwesties besproken. Eens vroeg ik haar naar de beteekenis van af laten". „Dat zal ik voor je aan den Pater vra gen," zei ze. Korten tijd later kreeg zij een brief terug, waarin een antwoord voor mij met uitlegging van „Aflaten". Ik be dankte den Pater en stelde in dien brief weer cenige andere vragen. Zoo was do correspondentie begonnen, maar nog lang duurde het, eer ik den moed had, den Pater persoonlijk iets te gaan vragen. Eens had ik weer geschre ven en 't een en ander gevraagd over het bidden. In antwoord schreef do Pater: „Ten slotte durf ik uw gebed vragen voor mij. Ik ga een tiendaagsche retraite begin nen, bid nu en dan een weinig voor mijn intentie." Dio woorden maakten zoo'n in druk op me; ik was er een beetje door in de war: dit was iets, wat ik heelemaal niet verwacht had. Ik kreeg den brief 'e mid dags vóór het eten uitdeelen aan de pa tiënten: een heel druk moment, waar ik altijd heelemaal in was. Nu niet, ik kan er niet bij blijven met mijn gedachten en liet de verpleegsters haar gang maar gaan, die me verwonderd aankeken Aan mijn vriendin vroeg ik, wat ik nu wel moe6t bidden: „Eiken dag één Onze Vader b.v.", zei ze en dat deed ik. Op een Zondagmiddag gingen we samen voor 't eerst eens naar een katholieke kerk, om die van binnen te bekijken. Voor het Maria-altanr stonden we even stil. Mijn vriendin vertelde me later, dat zc ge zegd had: „Hier, Maria, dat is zo nu." In do kerk waren een paar menschen, die eerbiedig geknield baden, een jongo man met een rozenkrans in de hand; een land, dat even bad bij de Moeder Gods. "Wat een verschil met cuze protestantsche kerken, vond ik. Een paar weken later wilde ik ook wel eens een preek hooren in een katholieke kerk en op een Zondagavond gingen wc er heen. Mijn oude huiverigheid voor wat katholiek was kwam boven en ik beefde een beetje, toen wo uit de tram stapten. Mijn vriendin bemerkte het. Als je zoo zenuwachtig bent gaan we niet, hoor; je moet 't geheel uit vrijen wil doen. Ik ging, maar toen alle menschen tege lijk den Rozenkrans begonnen te bidden, had ik het liefst weg willen gaan. Zoo „griezelig" vond ik het. Opstaan durfde ik ook niet goed, maar ik besloot, nooit weer zóó vooraan te gaan zitten. En vele vol gende Zondagen zaten we een uur, vóór het Lof begon, achter in do armenbahken; anders kregen we daar geen plaats meer. Mijn vriendin knielde meest ik bleef zitten; bidden deed ik niet; maar ik ver veelde me er nooit. Eindelijk preekte tot mijn verrassing eens de Pater, met wien ik correspondeer de. Toen ik hem zag, kreeg ik moed hem eens persoonlijk iets te gaan vragen. Ik schreef Z.Eerw., kreeg een briefje te rug met een paar datums, waarop de Pa ter thuis was. Ik liet zo alle voorbijgaan, en toen do laatste datum aangebroken was, schreef ik, dat ik niet kon besluiten, maar liever een poosje wilde wachten. Den 2en Kerstdag 1918 had ik weer moed en belde s' avonds aan 't klooster om den Pater te spreken. Zenuwachtig was ik: mijn hart bonsde. Eerst'sprak Z.Eerw. over onverschillige dingen met me en vroeg toen langzamerhand, wat ik geloofde. Eigenlijk niets, zei ik. Bidt wel? Neen. Do Pater legde me uit, dat alle men schen moesten bidden cn dat ieder, die zooals ik, naar de waarheid zocht, daar voor moest bidden. Ik zei: dan word ik misschien wol orthodox of nog iets anders. Bid u maar om de Waarheid; dan zult u wel zien wat u wordt. Bij het weggaan, de Pater had den deurknop al in de hand zei Z.Eerw.: Kunt u het Wees Gegroet bidden? De woorden ken ik wel, maar geloo ven doo ik het niet; dus kan ik het ook niet bidden. Zeg u dan maar: Maria, indien Gij Gods Moeder zijt, help me dan. Dit is neu traal, dus dit kunt u wel bidden. Dien avond bad ik voor liet eerst tot de Moeder Gods. Allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, gedoog, dat, ik even schrijve, hoe zeer ik steeds uwe liefdevolle, moederlijke hulp heb ondervonden, zóó dat mijn on wil, mijn vooroordoelen, mijn verkeerd menschelijk opzicht ten slotte moesten wij ken. Gelukkig, dat ik dadelijk tot TJ leer de bidden, en van 't begin af aan van U mocht houden. Meestal viel 't me gemakkelijk tot de Moeder Gods te bidden; al heel gauw bad. ik oen Weesgegroet en ook zooals de Pater me gezegd had bad ik om de waarheid. Als er in de kerk over de H. Maagd gesproken werd, was ik blij en voelde me een beetje thuis. Vaak, wan neer ik hoorde spreken over de hel, do erfzonde en andere punten, waarvan ik niets geloofde, dan dacht ik dikwijls: „Waarom ga ik hier toch altijd heen?" Maar dan keek ik eens naar 't Maria-al- taar en ik dacht: „in een andere kerk be hoor ik toch ook niet." Toch besloot ik ecne op een Zaterdag, den volgenden morgen naar de „Vrije Ge meente" te gaan. Ik keek na, wie er preek te en besloot me er heen to begeven. Toen ik 's Zondagsmorgens wakker werd, moest ik dadelijk aan Maria denken; de gedachte aan die lieve Moeder liet me niet los. Ik begreep, dat ik nu kiezen moest: ging ik naar de Vrije Gemeente, hoe kon ik daar tot Maria bidden. Gelukkig koos ik de Moeder Gods en ging 's avonds mee naar de preek en het Lof, dat ik alleen bijwoonde om de muziek en de eerbiedige stemming, die er altijd heerschte. Op Goeden Vrijdag onder het bidden van den Kruisweg, terwijl ik aandachtig volgde hetgeen de Pater telkens las van den lijdensweg, begon ik voor 't eerst tc gelooven aan de Godheid van Christus. Het was, alsof ik toen ongemerkt een an der inzicht hierin kreeg. Toen ik uit do kerk kwam en verder den geheelen dag moest ik steeds weer tot me zelve zeggen: „Christus kan geen gewoon mensch ge weest zijn dat kan niet." Later, toen ik weer om de Waarhekl bad, heb ik dat ge loof nog duidelijker gekregen. Trouw bleef ik bidden, vooral tot do Moeder Gods en ik begon tc verlangen een rozenkrans te hebben. Aan mijn vriendin behoefclo ik steeds heel weinig te zeggen; zij begreep me meestal goed. Eens in do kerk bood ze me haar rozenkrans aan en nu bad ik dezen voor Veerst met de ge- loovigen mee. Kort daarna bracht ze me een rozenkrans mee, dien de Pater haar voor inij gegeven had. Lees ik later deze bladzijden nog eens over dan zou ik haast vergeten, dat ik lang niet altijd zoo ge stemd \va6. Tijdeu had ik, dat ik heel vaag geloofde, me zelfs van het geloof afwend de. Katholiek worden wilde ik eigenlijk nog niet. Voor me zelf begreep ik, dat ik het op den duur toch werd; toch gaf ik me nog niet gewonnen. Een groote rol speelde het menschelijk opzicht. Wat zou mijn familie er wol van zeggen, mijn moeder, broers en zusters? Zouden zo me verstooten? Zij zouden toch nog over het katholiek geloof denken, zoo als ik vroeger, dus er hevig tegen zijn! Was ik een paar dagen thuis geweest, dan was 't, alsof ik veel verder van 't geloof afstond. Pas langzaam aan kwam 't weer in orde. In dezen tijd had ik een grooten steun aan de boeken van Jörgensen: „Naar het Licht" cn vooral: „Toen ik Christen werd". Het laatste kende ik zoo goed. Pre cies wist ik, wat er op een volgende blad zijde stond; dikwijls zelfs, hoe een zin eindigde, dien ik toevallig opsloeg. Ik denk, dat ik voor den Pater moei lijk was, omdat ik nooit precies zei, wat ik geloofde. Z.Eerw. spoorde me altijd aan veel te bidden en altijd om de waarheid te blijven vragen, maar dan ten slotte ook aan te nemen, wat de waarheid bleek te zijn. Dat ik niet katholiek wilde zijn, moest ik van me af zetien. Een brief, een gesprek met den Pater bracht me immer meer ijver cn meer zekerheid. In een der vele kerken te Azou een triduum gegeven worden ter eeTc van het Heilig Sacrament des Altaars. Onder het Lof had ik, sinds ik in Christus geloof de, vaak gebeden: „Als Gij, o Heer, in het H. Sacrament werkelijk tegenwoordig zijt, leer het mij dan gelooven." Bij de sluiting van 't Triduum zou er processie zijn. Dien avond preekte do Pater cn zei ongeveer het volgende: „Als Jezus straks tussehen u rondgaat, wat hebt ge Hem dan te zeg gen? Misschien hebt ge u wel iets te ver wijten"En ik dacht: Van alle men schen zou ik me wel het meest te verwij ten hebben. Allemaal zullen ze wel eons iets -voor Hem gedaan hebben en ik heb Hem al die jaren niet eens gezocht. Toen het H. Sacrament langs me kwam, geloofde ik plotseling, dat het Jesus was.. Over zoo'n oogenblik kan ik verder niet schrijven; ik zou zoo tc kort schieten, dat ik er niet aan bogiu. Dc volgende dagen had ik maar één ver langen: weer in een kerk te zijn, omdat ik nu wist, dat Jesus daar steeds woont. Toen ik weer een paar dagen later weer gelegenheid had te gaan, knielde, ik voor 't eerst voor het H. Sacrament des Altaars. Ik* had wel niet die devotie van den eersten keer, maar toch, ik geloofde. Kwam ik later met mijn vriendin in de kerk, dan maakte ik geen kniebuiging, om dat zij nog niet wist, dat ik aan de waar achtige tegenwoordigheid geloofde en het haar vertellen deed ik niet. Toch was ik niet tevreden over me zelf, dat ik de knie buiging naliet en vroeg haar eens, of 't zonde was, als de menschen niet knielden voor het Heilig Sacrament en haar ant woord stelde me genist, ten minste gedeel telijk- Zoo was ik al een heel eind gevorderd op den weg naar do Katholieke Kerk. Van een enkel geloofspunt wist ik precies, wan neer ik het geloofd had; andere nam ik aan, omdat ik inzag, dat ik moest geloo ven. Soms ook had ik langen tijd niet over een bepaald punt nagedacht. Dan kwam het weer in mijn gedachten en merkte ik, dat ik er anders tegenover stond en ik het nu veel gemakkelijker kon gelooven. Den zomer van 1920 brachten mijn vriendin en ik een gedeelte van onze va- cantie door in een hotel bij A.Dc Pa ter wist dat wc gingen en had ons uitge- noodigd in dien tijd het Rctraitenhuis al daar eens te komen bekijken. Toen we van uit den trein de torentjes zagen van dat VERSTANDIGE MOEDERS reinigen het hoofd hunner kin deren op geregelde tijden met Flacons 30 en 45 ct. - Alom verkrijgbaar. Voor engros: 8346 Firma F.VAftl DORP, LEIDEN huis, vond ik het nog even griezelig er heen te gaan. Maar zoodra we er waren, kreeg ik al verlangen er in te zijn en eene retraite mee te maken. Het meest trokken me aan die eenvou dige kamertjes met kruisbeeld en bidstoel. En dan.te zijn in hetzelfde huis, waar Jesus woont! Durfde ik het maar zeggen! Overmorgen begint er een retraite voor dames, zei de Pater. Ik zei niets. Ook nog niet den volgenden morgen, toen we een groote katholieke school gingen bezichtigen, die er vlak bij lag. Mijn vriendin vroeg of, we een preek mochten komen hooren voor de retraitanten Het -mocht, als we boven bij 't orgel gin gen zitten- 's Avonds zei ik aan mijn vrien din, dat. ik wel zin had een retraite mee te maken. Als jij gaat, wil ik wel mee, zei ze. 's Morgens was 't vreeselijk weer; het goot uit de lucht. Ik ga niet naar het retraitenhuis, zei mijn vriendin, 't is mij te mooi weer. Dus ik ging alleen op weg. Vóór de preek sprak ik den Pater even en toen kwam 't hooge woord er uit, dat ik zoo graag da retraite had willen meemaken. Nu kan het zeker niet meer? zei ik. Ja, dat zou wel gaan, maar als u straks naar het hotel teruggewandeld is, heeft u misschien geen zin meer. Blijft u er bij, helt u dc n maar even op, dan kunt u komen. Die retraite heb ik zoo prachtig gevon den! 's Avonds op mijn kamertje zei ik maar tot mij zelf: Wat hen ik hier geluk kig! Ik zag alle geloofswaarheden zóó duide lijk, begreep het groote belang, het ware Geloof te bezitten en het te belijden. Mijn eigen belangetjes zag ik zoo klein, het menschelijk opzicht zoo van geen betee kenis, zelfs heel verkeerd. Toen de Pater in een van de preeken zei, dat we allen een vast besluit moesten maken voor het vol gend gedeelte van ons leven, hoefde ik me niet lang tc bedenken. Ik wist het- Nog even bad ik tot de Moeder Gods en toen kon ik tot nie zelf zeggen: Nu word ik ka tholiek. Eindelijk kon ik den laatsten stap doen. Daags na de retraite ging ik nog eens naar den Pater, maar dezen keer met de tijding: Ik wil nu katholiek Avorden! Goddank, Avas liet antwoord. 16 October 1924. Vandaag is het een fcrsJdag aroor ra— a'andaag is het drie jaar geleden, dat ik te A.in het Retraiten huis het H. Doopsel mocht ontvangen. Drie jaar katholiek! Ik denk terug aan vroeger, toen ik protestant was, vol van dwaze vooroordeelen legen het R. K. Ge loof. Ik denk terug aan mijn eerste bezoek aan een katholieke kerk met mijn vrien- din, toen ik nog zoover ervan verwijderd Avas, maar in mijn hart reeds verlangend Ik denk vooral aan mijn lieve Moeder, do Allerzaligste Maagd Maria, hoe Zij me zacht geleidde en hoe ook hij moeilijk heden do gedachte aan Haar mo gelukkig maakte en moed gaf vercler te gaan. Vóór ik het H. Doopsel ontving, had ik te A. Catechismusonderricht gehad a an een Zuster, die reeds heel veel bekeer lingen "geholpen had op don Aveg naar de Katholieke Kerk- Heerlijke uren bracht ik bij haar door, dio ik steeds verlangend tegemoet zag. Werd toen het a'erlangcn in me gewekt, dat nu over eenige weken verwezenlijkt zal Avorden, ook religieüse te worden, als zij? Drie jaar kajholiek! Maar één ding is er, dat me spijt, n.l. dat ik niet altijd ka tholiek geweest ben. Zeker ben ik dank baar voor liet Geloof: maar wat moet het veel heerlijker zijn, reeds als kind, Jesus in de H. Communie te mogen ontvangen en dan reeds Maria als onze Hemelsche Moeder lief te hebben! „Volksmissionaris" UIT OE PERS ONBEREDENEERD BIJGELOOF. De heer Vliegen heeft een boek over de S. D. A. P. geschreven en de heer A.(lbar- da) heeft er in liet „Volk" over geschre ven. Hij vergelijkt het nieuwe werk van den heer Vliegen met diens bombasti- schen eersteling „De Dageraad der Volks bevrijding" en concludeert: „Wel een gansch ander boek is het ge worden dan ,.De dageraad der volksbe vrijding". Dat stak vol romantiek, vol onstuimige Avoclingen cn felle vervolgin gen, vol ongeduldige hoop op een nabijen dag Avaariu alles eensklaps totaal zou veranderen, vol onberedeneerd bijgeloof dn een plotselingen overgang van de huidige hel in den hemel van morgen". De Tijd schrijft hierbij: „Onberedeneerd bijgeloof, dat was inderdaad de socialistische dwaalleer, die do arbeiders in den nabijzijnden toekomst staat deed gelooven, waarin de „hel" van liet kapitalisme vervangen zou zijn door den „hémel van morgen". Als onberedeneerd bijgeloof wordt nu de groote belofte van het socialisme er- kond, waaraan zich zooveel millioenen hebben vergaapt. In één land hebben de Marxisten hun toekomststaat kunnen verwezenlijken, maar „Het Volk'' zelf heeft dezen hemel in Sevjet-Rusland nog erger dan de kapi talistische hel vervloekt. En wat het so cialisme voor de rest op de wereld heeft gewrocht, toonde dezer dagen le Parijs het roode I. V. V., door „Het Volk" uit organisatorisch oogpunt als „een bende" betiteld, en waar het hoofd van den lei der Oudegeest is geëischl en gevallen al3 het offer Aan den haat en nijd, die in verdeeldheid de beweging uiteen doet vallen, welke een betere samenleving Avilde brengen, ver van egoïsme en na tionalisme!" Personen in Leiden gevestigd. M. G. A. ReeuwijkVos Evertsenstr. 38a. G. H. Parijs Heerenstr. 94. H. Gastreich Plantsoen 69. J. F. A. van der Schoor Middelweg la. J. J. M. A. Snijers monteur Apoth.dijk 3. G. do Vaal Acad. Ziekenhuis. H. J. Meeuwis cn fam. logementhouder Janvossensteeg 44. W. Katochwil ondcrAvijzer Oude Rijn 2 A. G. van L'unsen reiziger Evert senstr. 7a. F. Brier verpleger Hansen- str. 28. G. de Pree verpleegster Ka- stanjekade 15. M. M. G. Arends Oude \est 147. F. L. H. v. d. Heyden Apoth. dijk 34 T. Jousina, koushoudsfer, H. Rijndijk 144. M. P. J. v. Dijk machine teekenaar Zoeterw.singel 45. G. P. G. v. d. Velde Medusastr. 9a. A. Stipdonk Monteur Hooigr. 98a. M. ZAvanenburg en fam. leeraar H. B. S. J. de Witslr. 31. F. G. A Kuipers en fam. off. v. gezond heid Oegstg.laan 37. Adr. Janmaat dienstbode Plantsoen 19. J. Jansen verpleegster Diaconessenhuis. J. H. de Winter en fam. vuurwerker Sophiastr. 70a J. H. Spaanbroek Uiterslegr. 95 W. F. van Romburgh en fam. Hoogl.kerk- gr. 95. H. Overdijk Oranjestr. 3. G. Bronmeycr en fam. L. Agnielenstr. 9. G. H. Bresser en fam adj. commies D. B. Hoogerbeetsstr. 25 J. Wolters, huis knecht Ververstr. 14a. F. O. IV. Ko- wall, kellner Haverzaklaan 10 H. Donk dienstbode Breestr. 84. W. M. v. d. Oetelaar dienstbode Hooigr. 53. E. J. v. d. Burg dienstbode H. de Grootstr. 3. - D. de Mooy kellner Mandenmakersl. 8a. H. J. Hoogenstraaten Remhrandslr. 25 M. v. Beilen, chauffeur, Evertsen str. 20. G. M. OuwerkerkSchenk en fam. Gasstraat 78. J. H. MensMan- goed Haarl.str. 53. J. D. Manders Bil- derdijkstr". 4. C. A. Cornelkssen-v. d. Hoeven v. Speijkstr. 6. E. M. Schepper- Wolf Hooigr. 55. A. Wollerhoff-v. d. Burg Papengr. 8. G. Schreuder en fam. rijtuigschilder Merelstr. 22. A. B. G. M. Bruijns, kok. Rapenburg 22 G. Bruné, fabr.arb. Duivenbodestr. 14. J. Noppen en fam. fabr.arb. Duivenbodestr. 14. H. J. W. Bourgonje brievenbesteller Klok- steek 14. Personen uit Leiden vertrekken. J. Fr. v. d. Kwartel Alkmaar Baansin- gel Alkmaar. Glir. Wassink Dorpstr. 122 Leiderdorp J. R. H. Sehaank, Provinciaal Ziekenhuis, MedemLlik W. H. Taffijn, Merwcdestraat 64, Utrecht. E. E. Syriër Thomsonlaan 88 Den Haag. F. Voorzaat handelsagent Weltevreden. F. H. Moorhoff Keizer straat 22, Alkmaar r Pb. A. Waarden burg, v. Boetselaerstraat 58, Den Haag C. A. J. van der Laan, Bijleveklsingel 80, Nijmegen J. B Bouwman, v. Ra- vestijnstraat CO, Den Haag J. Th. Munster van Heuven, LeuvehaA;en 89a, Rotterdam A. J. Kerkvliet, bij de firma Brenxs, Hoogstr. Schiedam D. A. Th. do Groot Rijndijk 8 Voorschoten. G. Homoet, Wilh. Gasthuis, Amsterdam M. dc Niet Keizerstr. fiö Den Haag. A. v. Rhijn Pastoriestr. 19 Hengelo O.). Wed. T. Schouten-v. d. Woude, Duiven- a-oordestr. 72, Oegstgeesl G. M. Hitz, v. Boelselaeilaan 120, Den Haag J. Scliietvaer, Riouwstr. 60 Den Haag H. Steenbergen, Zuideinde E 76, Delft M. E. v. d. Heuvel, Julianal. 8 Oegstgeesfc H. D. v. Ommen, Gr. Marktstr. 5, Schie dam A. G. Boelimer Singel 385b A'dam G. H. L. Kemperman Voor^tr. b. d. Yperlaan Voorschoten. J. G. v. Nicu- wenhoven Hobbemaplein 33 Den Haag. J. J. Verberg Nijverheidschool Voorhout. H. Segaar Valkenburgerweg 9 Voor scholen. G. M. Angevaren Heilige Geest Aveg 19 Noordwijk J. Scbarloo, zee hospitium, KatAvijk G. G. de. Goede, Nijverheidsschool Voorhout Geisel Hcodemakers, Utrechtschestr. 30, Arnster- sterdam J. Mulder., v. d. Heijdenlaan 18 Zeist A. F. Tuk Bilderdijkslr. -1, Enschede J. P. Appelman, Holedrcch:- straat 26 I Amsterdam J. A. Houniet, Lauriergr. 41 Amsterdam E. G. I.asch bij B. v. Dalen, Hoenderparkstr., Wage- ningen J. E. Stoeke, Honthorststraat 119, Den Haag cle Zwart v. Heerde, Acblerkerkstr. F 149, Vecnendaal IHflRKTBEBICHTEii LEIDSCHENDAM, 17 Aug. Vrije Vei- ling. Aangevoerd: 174G kippeneieren 7.157.90 per 100 stuks, 119 eendeneieren 6.55 per 100 stuks, kippen 11.50 konijnen 0.251.60, eenden 0.501.05, duiven 0.15— 0.25 per stuk, LeidBche kaas 0.300.50 per pondj, Zoete kaas (Rijksmerk) 0.400.52 per pond. VEUR, 16 Aug. Veilng, Groeniten. Eng. komkommers le soort 3.50, 2o soort 1.50, 3e soort 0.50, stek 0.10, Gele komkom mers le soort 10.2e soort 7.50, 3e soort 3.stek 0.40, Kropsla 2.2e soort 0.80, Stoofsla 1.Peen 12.Andijvie 2.50, Spi nazie 8.Postelein 3.Rabarber 6. Bloemkool 11.50, 2e soort 4.uitschot 1. Tomaten (mid) 10.gr. ronde 9.50, se soort 9.20, 3e soort 7.bonte 4.uitschot 1.rijp 6. KOUDEKERK, 16 Aug. Veiling. Eieren. Aanvoer 1150 eieren; kip peneieren 6.807.20, eendeneieren 6.80, per 100 stuks; kippen 0.75— 1.10, konijnen f 0.85, per stuk; peren 4 5 cent per pond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6