ARHSE FAfóEBLEE. TWEEDE BLAD ,DE LEIDSCHE COURANT' MAANDAG 24 JULI UIT DE PERS. DE GEMEENTELIJKE HUURVERORDENING. De schorsing der regeering. Wij onlleenien aan een beschouwing in het Katholiek weekblad De Nieuwe e u w: „Wat hebben we toch gevochten ez ge streden voor de gemeentelijke huurveror- deningen: en hoe hebben we de beste Ne derlanders zich daarvoor zien uitsloven. J)e Minister had immers zelf gezegd in de Tweede Kamer, toen hij de opheffing der huurwetten van het land er door moost halen, dat deze huurwetten zeer heilzaam hadden gewerkt, maar dat het nu tijd werd naar andere toestanden terug te keeren, dat de opheffing der huurwetten hier en daar wel een schok zou geven, maar dat dan de plaatselijke autoriteiten zich zouden moeten beijveren om dien schok op te vangen. Dat was tot geen doo- vemansooren gezegd. En spoedig zagen wij onze gemeenteraden bij bosjes er op uit trekken om die schokopvangende ver ordening vast te stellen. Maar in plaats van een schok op te vangen heeflj het er allen schijn van, dat deze verordeningen een schok zullen geven. En ik mag lijden dat deze schok zoo hevig is, dat er bier en daar eens eentje van overhoop tuimelt en zich op onzon drassigen politieleen bo dem zoo vuil maakt, dat hij er voorloopig genoeg aan heeft. Want dat is me nu toch te gek, dat de Minister eerst de gemeenteraden uitnoo- digt om den schok op te vangen en dan, als ze het doen, een paar maanden later aan die gemeentebesturen komt médedee- len, dat hij die verordeningen maar schorsen zal en over hun al- en niet- ;oedkeuring over een maand of drie zal beslissen, als de verordeningen zoo goed als nuttig effect meer kunnen sorteeren. 'Amsterdam en Rotterdam, waar de schok j nog al schijnt aan te komen, want men spreekt van huurverhoogingen van 30 tot 50 hebben dit bericht van den Mi nister al thuis; en wat dat voor de ande ren he teekent is zonder meer duidelijk. Alleen Leiden had er iets anders op ge vonden, waar de gemeenteraad besloot de I verordening onmiddellijk af te kondigen en in werking te stellen, zoodat men daar ten minste een verordening heeft al zal I het moeilijk zijn er een veroordeelend von nis op te krijgen; en al heeft de Burge- meester dan ook toegezegd, dat hij zou overwegen dit besluit niet uit te voeren en er zelf de vernietiging van te zullen aan vragen. Niet om de verordening op zich zelf, maar omdat dit besluit tot invoering is genomen op eene wijze, die naar zijne incenmg in strijd is met de wettelijke voorschriften. Maar de Minister slaat toch een raar figuur; en men had, dunkt mij, zoo heter gedaan, de zaak te doen uitmaken langs den gewonen juridischen weg, dan door nu langs den weg der nog altijd niet. be koorlijk geregèldc administratieve recht spraak deze beslissing te forceeren. Do wethouders voor de volkshuisvesting in de groote steden zijn buiten zich zeiven en hebben zoo iets nog nooit beleefd. En een beetje gelijk of minstens eenige aau- leiding daartoe hebben ze toch wel. Want do Minister nu zelf eerst verklaart, dat de zorg voor niet te hooge huren ligt binnen het domein van den gemeentelijken wetgever; hoe kan hij dan even later, als die gemeentelijke wetgever heeft gespro ken, zijn verordening schorsen en daar door dien wetgever dwarshoomen in het uitoefenen van deze hem toegedachte taak?'' BINNENLAND MGR. SEIPEL EN DE MODERNE DANSEN. Enkele weken geleden heeft er in Wee- nen een proefdansen plaats gehad, waar bij beslist moest worden, of de moderne dansen zoo onzedelijk zijn, als dikwijls wordt beweerd. Er was een 'groote aan drang van kijklustigen bij deze uitvoering. De jury bestond uit vaklieden en vertegen woordigers van verschillende corporaties. Do proefneming heeft niet tot een resul taat geleid, daar er heelemaal niet zoo gedanst werd, als gewoonlijk het geval is; de dansers hebben hun bewegingen gericht naar het kader van deze uitvoering, om de zedelijkhoid der moderne dansen te be wijzen. Daar kort te voren een herderlijke brief van Oostenrijksche bisschoppen, met den Kardinaal-Aartsbisschop van Wee- nen aan het hoofd, zekere moderne dan sen scherp had veroordeeld, wekte dit proefdansen natuurlijk bijzonder opzien. In de buitenlandsche pers werd verteld, dat hot zelfs een proefdanserij voor de Oostenrijksche geestelijkheid was geweest en dat de Kardinaal-Aartsbisschop van Weenen, Piffl, en de Bondskanselier Mon seigneur dr. Seipel deze opvoering hadden bijgewoond en de dansen goedgekeurd. Daarop heeft Pater Ambross Coleman O.P. Black Abbey Kilkenny (Ierland) aan den Bondskanselier een persoonlijk schrij ven gericht, waarin wordt medegedeeld, dat in de Iersche pers dergelijke berichten waren verschenen en er wordt oen verkla ring verzocht over de werkelijke toedracht der aangelegenheid voor dc Katholieken van Ierland en Engeland. Bondskanselier dr. .Seipel heeft Pater Coleman daarop o.m. geantwoord: „De mij toegezonden kran tenberichten, toonen aan, hoe gemakkelijk dwaze rnededeelingen in buitenlandsche kranten worden opgenomen en in vreemde landen worden geloofd. Het spreekt geheel van zelf, dat noch Zijne Eminentie de Kardinaal van Weenen, noch ik, ooit een proef voors* elling van moderne dansen hebben bijgewoond, of een gunstig oor deel er over hebben uitgesproken. Integen deel, do Oostenrijksche bisschoppen met den kardinaal van Weenen aan het hoofd, hebben zekere moderne dansen scherp ver oordeeld." Bondskanselier dr. Seipel deelt in zijn schrijven verder mee, dat wèl de eigenaars van Oostenrijksche dansscholen eens bij hem zijn verschenen, óm te verklaren, dat er in hun scholen geen onzedelijke dansen worden geleerd en de moderne dansen vol strekt decent worden gedanst. Daarente gen zijn er in openbare lokaliteiten zooge naamde „Eintanzer" en „Eintanzerinnen", die de voorkeur aan de veroordeelde mo derne dansen geven. Bij deze gelegenheid boden do dansmeesters aan, voor genoo- digde gasten het bewijs te leveren, dat de door hen geleerde dansen niet onfatsoen lijk zijn. Maar noch de Kardinaal, schrijft de Bondskanselier, noch ik, zijn daarbij tegenwoordig geweest. De Oostenrijksche wetten, zoo eindigt Mgr. Seipel zijn schrijven, zijn tegenover do dansscholen buitengewoon streng. Dr. Seipel heeft Pater Coleman volmacht gegeven, om van zijn brief naar goeddun ken gebruik te maken en deze verklaring ook den kranten ter beschikking te stel len. Wij maken van dit oordcel van mgr. Seipel over de moderne dansen melding onder deze rubriekOok tot ons land spreekt deze waarschuwende en veroor- deelende stem. CHRISTELIJKE BONDEN DER VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN- NIJVERHEID. Internationaal Congres. Op 19 en 20 Juli j.l. werd te Essen (Duitschland) het tweede congres gehou den van de Internationale Federatie van Christelijke Arbeidersbonden der Voe- dings- en Genotmiddelennijverheid. Het congres stond onder leiding van den heer Chr. Schmitz uit Dusseldorf, voorzitter der Duilsche organisatie. In zijn openingswoord richtte deze een bijzonder woord van welkom tot de vertegenwoordi gers der verschillende hij de Federatie aangesloten organisaties, alsmede tot den vertegenwoordiger van het gemeentebe stuur der stad Essen, Dr. Meurer. tot dien van het. Internationaal Christelijk Vak verbond, den heer H. Amelink uit Utrecht, en tot den afgevaardigde van het Duitsche Christelijke Vakverbond, den heer H. Gnegel uit Essen. De secretaris der Federatie, de heer S. P. van Tol uit Utrecht, bracht op het con gres een verslag uit over do werkzaamhe den der Federatie gedurende de periode na het eerste congres te Brussel, in hot jaar 1924, en waarin tevens een overzicht werd gegeven van den stand der arbeidsvoor waarden in de verschillende tot- het gebied i der Federatie behoorende bedrijven, met name het brood- en banketbakkersbedrijf, de cacao-, chocolade, en suikerwerkindus trie, de dranknijverheid, het slachtersbe- drijf en de margarine-industrie. Dit ver slag verwierf de goedkeuring van het con gres. j Door deskundigen uit de verschillende bedrijven en landen worden vervolgens re feraten gehouden over de sociale toestan den en over de maatregelen, welker door voering noodzakelijk wordt geacht. Tenslotte werd door den congresvoor zitter nog gesproken over de beteekenis eener cbristelijko internationale voor de voedings- en genotmiddelennijverheid en over de mogelijkheden, welke ten aanzien van de propaganda in aangesloten en nog niet aangesloten landen bestaan. In dit verband werd kennis gegeven van de tot stand gekomen aansluiting der Oos tenrijksche christelijke organisatie der voedings- en genotmiddelenarbeiders en van den Hongaarschen Slagersgezellen- bond. Met een Zwitsersche organisatie zul len de onderhandelingen over do aanslui ting nog worden voortgezet. Het congres nam met algemeene stemmen do heido volgende resoluties aan: Het vraagstuk van den arbeids tijd in het bakkersbedrijf. Het internationaal congres der christe lijke bonden van voedings- en genotmid delenarbeiders, op 19 en 20 Juli 1027 te Essen hijeen, bepaalt opnieuw zijn houding ten aanzien van 't door de Internationale Arheidsconferentie te Genèvo in het jaar 1925 aangenomen ontwcrp-conventie met betrekking tot do regeling van den nacht arbeid in bakkerijen. Op grond van de sociale, hygiënische en moreele motieven, welke tot de aanvaar ding der conventie hebben geleid, en met het oog op het feit, dat de conventie eerst na ratificatie door de regeeringen der ver schillende landen voor de bakkersgezellen wezenlijke beteekenis verkrijgt, richt het congres tot de regeeringen het verzoek, on verwijld alle noodig maatregelen te tref fen, om de ratificatie der conventio van Genèvo lot stand te doen komen. Het congres keert zich ten sterkste tegen de in verschillende landen aan den dag tredende pogingen om bij ratificatie der conventio do in deze landen reeds bestaan de verdergaande wettelijke maatregelen tot do minimum-bepalingen der conventie van Gèneve terug te brengen om zoodoende slechts de minimum-bepalingen van toe passing te doen zijn, bepalingen, welko uit den aard der zaak als zoodanig slechts van beteekenis zijn voor in sociaal opzicht achterlijko landen. Het congres is van meening gelijk ook op het congres to Brussel in het jaar 1925 naar voren werd gebracht dat de con ventie van Genève slechts een stap is in de richting van oen volkomen invoering van den dagarbeid in de betreffende bedrijven. Het congres acht do ratificatie der con ventie eveneens drinepjid nnn-^nlrDiiilc mm_ ^iciAen aan don arboid OT1 Zondag, welke in meerdere landen in do brood- en banketbakkerijen nog veelvuldig voorkomt. Het congres draagt aan het bestuur op, krachtig te ijveren naar het in toepassing brengen der in de conventie van Genève vastgelegde principieele bepalingen. Hei vraagstuk van het leer lingwezen. Het congres nam stelling ten aanzien van het vraagstuk der positie der bakkerij- arbeiders op de algemeene arbeidsmarkt. Overwegende, dat het aantal der liet be drijf onophoudelijk toegevoerde jeugdige arbeidskrachten( leerlingen) hijzonder groot is en dat het bakkersbedrijf met be trekking tot den verkoop zijner producten steeds slechts aan een beperkt gebied ge- honden en de productie aan een bepaalde beperking onderworpen is en dat dien overeenkomstig ook slechts voor een be paald aantal arbeiders werkgelegenheid bestaat, draagt het congres aan het be stuur der Internationale Federatie op, een nauwkeurig onderzoek in to stellen naar do in dit opzicht in de verschillende lan den bestaando verhoudingen en voorzoover mogelijk de maatregelen te treffen, om het leerlingental tot het noodzakelijk minimum te beperken, om zoodoende de bestaans mogelijkheid der in het bakkersbedrijf werkzamo arbeidskrachten (e verzekeren. Met congres ging een begroetingsavond gepaard, georganiseerd door do afdeeling Essen der Duitsche organisatie. Deze be groet ingsavond had een zeer geanimeerd verloop. R. K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN Jaarvergadering. (Van onzen specialen verslaggever). Eerste dag. In Hotel Riche te Tilburg had de jaar- lijksche Algemeene Vergadering van bo- vengenoomden Bond plaats, die Zaterdag te half vier door den Bondsvoorzitter, den heer van Meegeren, werd geopend met een toespraak, die een hartelijk welkom inhield en hulde bracht aan Tilburg, dat op zoo schitterende wijze deze vergade ring had voorbereid. Welkom werd toe geroepen aan den Wethouder van Til burg namens het Dag. Bestuur en het Eerste Kamerlid de Jong en de afgevaar digden van Duitschland en België. Spr. prijst den ijver, overal ontwikkeld, waar door reeds meer dan 50 afdeelingen zijn toegetreden. Spr. wekte op zoo voort te gaan, opdat alom de Bond afdeelingen verkrijgt. Bijna tienduizend leden zijn hij den Bond aangesloten. De Voorzitter me moreert do vele voordeëlen, vooral op het gebiod van belastingen verkregen, dank zij de voorlichting van het Hoofdhesluurs lid F. v. d. Ven, Inspecteur van do belas tingen te Heerlen. Tal van vraagstukken liggen nog braak en de Bond zal moeten blijven werken voor het groote ideaal. Dat de statuten van de Maltli. Bond niet wor den goedgekeurd is voor ons een aange name gedachte en vrucht van veel arbeid, aldus spr. De Bond is geen standsorgani- salie doch een instituut tot bescherming voor de gezinnen uit alle standen. Spr. wijst op het nut van oudersavonden en wekt op stelling to nemen tegen alles wat de groote gezinnen kan belagen. De Voorzitter protesteert tegen de ver dachtmakingen door Amsterdam tegen over het Hoofdbestuur. Do corresponden tie zal worden opengelegd en de verga dering kan dan oordeelen. Met een schoon gedicht op het groote gezin eindigt spr. zijn enthousiaste openingsrede. Alsnu volgen de rnededeelingen. De Secretaris leest het jaarverslag waaruit blijkt, dal do Bond in bloeienden toe stand verkeert en dat in officieole kringen de belangstelling voor alles wat de Bond voorstaat steeds groeit. Do samenwerking met het R. K. Werkliedenverbond is tot stand gekomen. De Bond is vertegenwoor digd in tal van landelijke bonden en do samenwerking met het buitenland is van zeer vriendschappelijken aard. Tal van verzoeken aan autoriteiten werden ver zonden en de werklust in de afdeelingen is zeer groot. Het in alle opzichten uit voerig en knap gesteld jaarverslag werd met warm applaus begroet. De Voorzitter geeft een overzicht van de kwestie Amsterdam, dat vervat is in een schrijvon, waarin het Hoofdbestuur geoefend op het orgaan. Amsterdam gaat de afdeelingen bewerken en tracht een motie tegen hot Hoofdbest. te doen aanne men. Do Voorzitter noemt de houding van Amsterdam ergerlijk. Amsterdam komt in debat en verdedigt liaar standpunt, waaruit blijkt, dat wel wat te veel het stoffelijke op den voor grond treedt. Verschillende afgevaardigden laken het geen Amsterdam heeft gedaan en cischen dat zij liet geinsinueerde zal bewijzen. Amsterdam zegt dat men voortaan met hel Hoofdbestuur in der minne wil sa menwerken, doch zich critiek voorbe houdt. Een motie ingediend van vertrou wen in het Hoofdbestuur wordt door Lei den en anderen bestreden, vooral om den toon van de motie. Een moer zachtere motie werd aangenomen. Do Penningmeester brengt nu vorslag uit. De ontvangsten waren 2991.14, do uitgaven bedroegen 3139.22 terwijl er 1048.08 nadoelig saldo is. Het verslag omtrent het orgaan was zeer bevredigend en over het algemeen was men tevreden met den inhoud. Ver slag van het fonds de dag van het Kind, steun Aan voor priester sludeerendo kin deren van de leden. De fondsen stegen tot het bedrag van 2214.25. Hierna ging men aan den gemeen- srhappclijkcn maaltijd en de avond werd UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Dinsdag 26 Juli. Hilversum 1050 M. 12.00 Politieberichten. 12.352.00 Lunchmuziek door het trio van het restaurant „De Rozenboom to Bussum, o. 1. v. Willem Lohoff. 6.008.00 Vooravondconcert door hot A.N.R.O.-orkest. Lilly Koekkoek, sopraan. 7.45 Politieberichten. 10.30 Persberichten. 8.10 Kath. R. O. Concert en lezing met medewerking van „Eindhovensch Vocaal Kwartet'', bestaando uit de hecren H. Notermans (le tenor), A. Zimmerman (2o tenor), E. Maas (lo bas) en F. Glaes (2o bas). Soliste mejuffrouw Toska v. d. Burg (alt-zaugeres to Amsterdam). Spre ker: Do Weleerw. hoor Dom. Constantinus Brosschaert Ü.S.R. 1. a) Geloof (Alice Nahon), J. P. J. Wierts. b) Avo Maris Stella, Ph. Tkielen. (Eindhovensch Vo caal Kwartet). 2. a) Lasciar d'aganti per non penar, Fr. Casparini. b) Sen core l'agnellatta, D. Sarri (mej. Toska v. d. Burg). 3. Spreker: Dom Constantinus Brosschaert O.S.B. Onderwerp: llereeni- ging der Kerken. 4. a) Matrosengrab, H. Sonnet, b) Wiegenlied, Joh. Brahms (Eindhovensch Vovaal Kwartot). 5. a) Go- heimnis, J. Brahnis. h) Immer leiser wird mein Schlummcr, J. Brahms (moj. Toska v. d. Burg). 6. a) Ave Maria, Hein- rich Bröll. b) Moispe, C. S. Adama v. Schcltema. (Eindhovensch Vocaal Kwar tel). 7. M'ba preso alia sua ragna, P. D. Paradies (mej. Toska v. d. Burg). 8. a) I.andknechtslandchen, Orlando di Lasso, h) Indisches Wiegenlied, Herm. Wesseler, (Eindhovensch Vocaal Kwartet). 0. Qucl- la Fiamma che m'accendg, B. Marcello. (Mej. Toska v. d. Burg). 10. a) Der lelzto Gruss, Alfr. Drogert. b) Kerstliedje (oud- Hollandsch)^ B. Diamant, c) Die Mühle im Thale, Émil Kraomer. (Eindhovensch Vocaal Kwartet). D a v e n t r y 1G00 M. '12.202.20 G. Windeatt's band en so listen. 3.20 Davontry-kwartet en solisten. 4.35 Orkestconcort. 5.20 Lezing: Recollections of Constan tinople. 5.35 Kindoruurtje. 0.20 Daventry-kwartet. 6.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws. 7.05 Daventrykwartet. 7.20 Lezing: Water divining. 7.35 Liederen van Rich. Strauss. 7.50 Her-uitzending van andere Engel- sche stations. 8.35 Plantage-liedjes. 9.20 Weerbericht, nieuws. 9.40 Lozing: Music and the ordinary lis toner. 10.00 E. Colombo's orkest. 11.0512.20 Dansmuziek. „R a d i o Paris" 1750 M. 10.5011.20 Concert. 12.502.10 Orkestconcert. §.86-4tfSï,rcBfie&t. Lange n berg 469 M., M ii n s l c r 242 M. en Dortmund 283 M. I.302.50 Orkestconcert. 5.506.50 Orkestconcort. 8.5010.50 Concert. Mannenkwartet. De vroegere militaire kapel. II.00 Sluiten. Königswustorhausen 1250 M. en B e r 1 ij u 484 o n 566 M. 12.208.05 Lezingen en lessen. 8.50 Uitzending van de muziekfeesten in Grefeld, Frankfurt en Raden-Baden. Hamburg 395 M. 4.35 Ouvertures van Adam. Orkest. 6.20 Vroolijk concert. 8.20 „Johannisfoucr", tooneclspel in 4 aden van H. Sudermann. Tot 11.10 Dansmuziek. Brussel 509 M. 5.20G.20 Dansmuziek. 8.2010.35 Galaconcert. FEUILLETON. 92) Romen door Compton Mackenzie. Vertaald door Ellen Russe. Dit was een vroolijk begin voor 'n on derhoud, dacht John, vooral in zijn tegen woordige stemming. Hij probeerde er be langstellend uit te zien, half verwonderd, waardig en vooral eerbiedig; maar daar hij geen tooneelspeler was, slaagde hij er Diet in al deze geestesuitdrukkingen ineens «it (e beelden; het gelukte hem alleen z'n handschoenen te laten vallen. ,,Tk haat 't" riep de actrice uit, „o! ik haat 't." „Nu, als U 't liever wilt uitstellen," be gon John. „Nee, nee. Het moet nu gezegd worden, t Is alleen maar dit!" Ze zweeg en keek den schrijver doordringender aan dan een slang 'n konijn aankijkt-, of een vrouw in omnibus, die probeert vast te stellen ai de vrouw tegenover haar al of niet haar oogharen verft. „Kan ik Jeanno d'Arc op- Z| voeren?" „Ik geloof dat die vraag door ons con tract beantwoord is," zei John, die aan toonoelsterren gewend was en wanneer ze op die manier begonnen, altijd onmiddel- hjk vol Zakelijkheid verder sprak. „Ja, maar mijn ongeschreven contract toet het publiek?" vroeg zij. „Daar weet ik niets vanaf," zei do 'drijver. „Bovendien zie ik niet in, hoe ongeschreven contract invloed kan hebben op ons geschreven contract." „John Touchwood, ik zal oprecht tegen U zijn, akelig oprecht. Ik kan onmogelijk een stuk van U met- een heldin als Jeanne d'Arc opvoeren, tenzij U onmiddellijk maatregelen neemt om alles in orde te brengen." „Als U wilt, dat ik het tooneel schrap over. „O, ik spreek niet over tooneelen, John Touchwood. Ik spreek over dio vreeselijke verhalen, die iedereen over U rondfluis- tert. Mij zelf kan 't niet schelen, wat U doet. M'n goeie hemel, ik ben toch een mo derne vrouw met ruime opvattingen; maar mijn publiek eischt iets speciaals in 't Par thenon. Heb nieuws, dat ik do Maagd van Orleans ga spelen, heeft het publiek ge weldig ontroerd; ik was geheel bereid U het succes van uw lieele loopbaan te ver zekeren, maardie praatjes! Dat meis je U weet toch, wat do menschen zeggen? U moet 't gehoord hebben. Hoe kan ik dan uw naam op het programma zetten, als den schrijver van Jeanne d'Arc? Hoe kan ik dat doen, John Touchwood?" Had John den vorigen avond het ge sprek in zijn socicteit niet afgeluisterd, dan had hij verondersteld, dat miss Bond krankzinnig was geworden. „Mag ik U precies vragen, wat U over mij en mijn privé leven gehoord hebt?" vroeg hij zoo kalm als hij maar kon. „Spaar me als 't U blieft en laat me die praatjes niet herhalen. Ik verzeker U eer lijk, dat ik ze niet geloof. Maar als man van de wereld weet U heel goed, van hoe weinig belang 't is, of een praatje al of niet waar is. Was U een schrijver van rea^ j listische tooneelstukken, die praatjes, hoe erg ook, zouden cr niets toe doen. Als uw volgend stuk in het Court Theater wordt opgevoerd, zouden die praatjes zelfs het succes bevorderenmaar in bet Porlhe- non „U spreekt onzin, miss Bond," viel John haar boos in de rede. „U verkeert meer in een toestand cm Ophelia te spelen, dan Jeanne d'Arc. Bovendien zult U Joanne d'Arc nu niet spelen. Al eenige weken spijt 't me, dat U het zou spelen, en ik ben blij thans de gelegenheid te hebben dit te ver hinderen. Ik weet niet naar wat voor ge klets U geluisterd hebt, dat kan me ook geen lor schelen. Uw dunk over uw eigen deugd mag volkomen gerechtvaardigd zijn, maar uw oordeel over die van andere men schen is plat cnmaar, laat ik U aan bevelen om een stuk van m'n zwager op te voeren, van den eerwaarden Laurence Armitage. Zelfs uw niet te verzadigen eer zucht kan bevredigd worden door de rol van de Maagd Maria, dio een van do hoofdfiguren is. Goeden morgen, miss Bond. Ik zal uitvoeriger met U onderhan delen door middel van mijn zaakgelas tigde." John stapte den schouwburg uit- en liep buiten op het trottoir tegen miss Ida Mcr- rilt aan. „U bent ten minste een verstandige vrouw," stotterde hij, zeer tob haar ver wondering. „Kom in Godsnaam met mij mee lunchen, dan kunnen wo alles bespre ken," In z'n opluchting haar te ontmoeten, had John miss Merritt vriendschappelijk oen arm gegeven cn hij loodste haar over het Strand naar binnen bij Romano, zonder er aan te denken een minder bekend tooneel- restaurant te kiezen. In z'n bezorgdheid hij alles, en pas toen hij zag hoe verschil lende menschen, aan de kleine tafeltjes gezeten, elkander aanstootten en met het hoofd knikten, besefte hij, dat hij miss Merritt nog steeds bij den arm had. Hij liet haar arm los, als ware het een vurig stuk steenkool en viel neer bij een tafeltje, waarop „Gereserveerd" stond. De ober snelde naar hem toe, om hem op z'n ver gissing to wijzen en John, dio zich nu vreeselijk verlegen gevoelde, verbeeldde zich dat het kleine voorval hot hoelo res taurant is beroering had gebracht. Tegen den avond zou het praatje ongetwijfeld door de heolo stad verspreid zijn, dat aan hem on zijn metgezellin bediening geweigerd was in elk Londensch restau rant." „Hoort U nu eens," zei John, toen zo eindelijk gezeten waren aan een tafeltje, akelig dicht bij de „grill", waarvan het sissen en spatten dc symboliek schoen der vijandige houding van de maatschappij. „Zegt U mij wat voor praatjes U over mij gehoord hebt? U bent journaliste. U schrijft praatjes van den dag. Vertel me in hemelsnaam het ergste." „O, ik heb niets gehoord, dat gedrukt kan worden," verzekerde miss Merritt hem lachende. John nam z'n hoofd tusschcn zijn han den cn steunde; do kellncr dacht, dat hij z'n haar in do hora d'ocuvrcs ging doopon en verplaatste haastig do schotels. „Nee, in vollen ernst, ik verzoek U mij mee tc deelcn, of U mijn naam op de een of andere onaangename wijze aan dien van miss Hamilton hebt hooren koppelen." „Nee, 't eenige, dat ik over Doris ge hoord heb, is, dat uw broer Hugh haar om zijn slechten naam tc herstellen, vergat voortdurend lastig valt met hofmakerij." „Wat?" schreeuwde John. ,,'k Kom dadolijk, mijnheer," riop do kellner en sprong als oen aap om de tafel heen. John wonktc hem om heen te gaan cn verzocht miss Merritt om een nadoro uit legging. „Waarom heeft zij zich niet tegen mij beklaagd?" vroeg hij, toen hij haar ver haal gehoord had. „Zij dacht waarschijnlijk, dat ze wel op zichzelf kon passen. Bovendien ging hij immers naar Britsoh Guyana." „Dat was ook zoo," antwoorddo John. „Ten minsto hij zou naar de een of andere tropische kolonie zijn gegaan. Ik heb cr zooveel hooren noemen, dat ik zelf begin te vergeten, welke 't eigenlijk was. Dus daarom is hij niet gegaan. Maar gaan zal hij. Al moest ik hem laten ontvoeren en al mijn Bpaarduiten besteden, om een par ticulier jacht to huren voor dat doel, gaan zat hij. Als hij verschroeit als een verbran de sausijs, op 't oogenblik dat hij voet aan wal zet, nou dan moet hij daar maar ver schroeien. Do schurk! Wanneer valt hij haar lastig? Waar?" „Wind U toch niet zoo op! Doris is best in staat, om voor zichzelf te zorgen. Trou wens, ik geloof dat zo hem in verschillen de opzichten wel lijden mag." „Nee," riep John. „Thee, mijnheer?" vroeg do goJicnstigc kellncr, dio weer plotseling tusschon John en miss Merritt opdook. John baldo zijn vuist tegen hom cn loun- do ernstig over do tafel heen, mob een alleboog in de boter. (Wordt vervolgd^»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3