WEEKREVUE
TROUWLUSTIG.
Biecht eens eerlijk op, lezer, is u niet
Öoodelijk benieuwd naar wat er twee lan
ge weken met uw trouwe Daanlje is ge-
Jjeurd?
Klopt het hart u niet in de keel nu u
na een afwezigheid van twee weken weer
op dezelfde plaats zijn weekrevue ziet ge
publiceerd?
Laten wij veronderstellen van ja, dat is
voor ons beiden het prettigste nietwaar
en om u in 't kort te vertellen., wat er
met Daantje is gebeurd, wel, ik heb va-
'cantie gehad.
In die vacantie is mij iets overkomen,
luister!
Op een gezelligen avond, die ik bij ken
nissen doorbracht, ontmoette ik een mij
totaal onbekende jongedame.
U weet wel, zoo een met roodgeverfde
lipjes, knievrije rokjes, glimmende beenen
en een goed geplakte jongensscheiding,
van het soort, zooals ook u ze iederen
dag op straat ziet. We hadden gezamen
lijk en allen afzonderlijk zeer ons best
gedaan om den. avond zoo gezellig moge
lijk te doen zijn, totdathet tijd werd
om heen te gaan. U begrijpt, dat het voor
mij een eereplicht was, die jongedame in
den laten avond naar huis te begeleiden
en een voorstel in dien geest gedaan werd
aanstonds dankbaar aanvaard. Vanaf dat
oogenblik werd ik uiterst werkzaam; ik
snelde de gang in om haar mantel en
hoed te halen, was haar behulpzaam bij
het kleeden, hield alle deuren voor haar
open» liet haar voorgaan en bood haar
tenslotte mijn rechterarm tot steun en
stut.
Met één woord ik was galant, ridder
lijk galant.
Ik kan u natuurlijk niet alles mededce
len, wat wij onderweg bespraken, dat zou
ongalant, onridderlijk, unfair zijn, maar
feit is, dat zij mij op een onbewaakt
-oogenblik vroeg: Enne.... wanneer gaan
wij tróuwen? Dat viel mij op mijn dak
als een koudwaterstraal op een gloeiend
stuk ijzer, maar ik behield mijn tegen
woordigheid van geest en ontweek dp
vraag met een wedervraag.
Wat stelt u zich van het huwelijk voor,
vroeg ik.
O heerlijk, antwoordde zij; 's morgens
blijf ik natuurlijk wat lang slapen. Dan
ik mij als ik opsta in mijn
mooiste ochtendjapon en ga gezellig ont
bijten. Dan ga ik aan den arbeid, om liet
mijn mannetje (zij keek mij van terzijde
heel lief aan) zöo gezellig mogelijk te ma
ken. Ik koop wat bloemen en rangschik
die in mooie vazen en zeg de dienstboden,
wat wij 's middags zullen eten.
's Middags vraag ik eenigc vriendinnen
op de thee, of ik ga paardrijden, of in
mijn Rolls Roycp uit., want die geef je me
natuurlijk geeft hij je, verbeterde ik
en 's avonds gaan we naar de schouw
burg, opera of iets dergelijks.
Vindt je dat niet heerlijk, jubelde zij.
0, verschrikkelijk heerlijk, zei ik direct,
we gaan dan samen fijn dineeren, zoo nu
en dan maken we een buitenlandsche reis,
wc laten een mooie villa bouwen en je
krijgt van mij zeer kostbare juweelèh.
Dan gaan we 's avonds ook eens naar
een of andere chitquc dancing om ons
heel gezellig te amusecren,. je vraagt al je
vriendinnen en ik mijn vrienden eens op
visite en dan geven we een avond met
aristen, die we engageeren en een fijn
souper. Wat denk je daarvan? vroeg ik.
Zalig, jubelde zij en zij drong zich inni
ger tegen mij aan en terwijl zij mij zielvol
aankeek, vroeg zij nogmaals: Enne
wanneer gaan we nu trouwen. Beste meid,
ik vind je erg lief, zei ik loeit, maar ik
ben gelukkig al getrouwd.
Toen is ze nijdig weggeloopen. Snapt u
dat nou?
DEN WISSEL BETAALD.
door RenierNatzger.
't Was altijd best gegaan met de zaak:
„In den Rinck"; ze verdienden er, met
hard werken van hem en z'n vrouw,een fat
soenlijk burger-bestaan bij. Een heelen tijd
echter wilde het maar niet: tegenslag op
tegenslag had eindelijk stille armoe ge
bracht. En eerst toen klein Tieneke van al
't leed was gaan vertellen bij Onzen Lieven
Heer daar boven.... toen was weer het
zonnetje door den winkel komen schijnen.
Ook bij hen had de wissel van het noodlot
betaling 'geëischt.
Toen bet huishoudentje groofer was ge
worden. en grooter werd, hadden beider
ouwe lui zich „geplaneerd" in een eigen
zaak van gemaakte goederen, 't Was geen
groote zaak: „In de Rink". een eenvou
dig huisken aan de „aw Poort", waar, zoo
goed en kwaad als het kon. beneden de
winkel was ingericht; met daarachter huis
en keukenkamer en nog „e steiweegske
vaan 'ne sjolk groet"; daarboven dan de
slaapkamererf nog hooger ,,'t maga
zijn". Enfin zij konden er zich best in hel
pen. 't Voornaamste was, dat de zaak er
goed gelegen was. aan den ingang van de
staden ze of beter gezegd dan: „mc-
dam had er een heele specialiteit van
sjolken en sjolskes van weten te maken,
die ruim afzet vonden, ook engros aauwc-
derverkoopers op de dorpen.
't Was echter hard werken voor hen
beiden: „Medam" maakte heel wat goed
zelf en bad haar handen vol met 't stuk-
keren en sneije van 't werk, wat verder
door „hoe-nejeerse" wertl gemaakt....
En dan de drukke winkel; en 't huishouden;
al had zij een buitenmeisje in dienst ge-
r.omen voor de hulp. En „merihier" had
't ook druk met in- en uitpakken en van
heneden naar boven en van boven naar
beneden sjouwen van 't goed; met den win
kel zelf ook en dan de klanten op de dor
pen afloöpen en bedienen, en zoo tal van
dingen meer. Ze werkten hard in de zaak.
Maar ze verdiendener ook een goed stuk
brood in.konden zelfs nog wat over
sparen, voor de kinderen, later. Er waren
er nu vier, en spoedig zou het vijfde komen.
Tot er nieuwe zorg kwam.
't Husken „In den Rinck" werd verkocht,
en slechts aan héél hóogen prijs hadden zij
iiet kunnen inkoopen. Dat had gemoeten:
hun heele bestaan zat er immers aan vast.
Al hun spaarcenten waren er bij gevraagd
en er was nog- een heele hooge hypotheek
bij noodig geweest, zoo hoog. dat nu de
rente zelfs hooger was dan vroeger de
heele huur. Er waren ook nog-heel wat re
paraties noodig geweest aan 't huisken.,
en de winkel had, om den grooteren omzet,
ook heel wat verbetering en verruiming
geëischt. al was de huiskamer er niet
grooter bij geworden.
Dat alles gaf nieuwe, groolere zorgen.
Was vroeger alles meest maar „zoo-uit-'t-
laatjp" gegaan, alles betaald in contanten,
en wat cr overbleef naar de spaarbank ge
bracht.... nu was de zaak ingewikkelder
geworden.... waren er crediteuren en de-
hiteuren.... eisehte ze een heele boekhou
ding en was zelfs 't bankbedrijf er bij van
pas gekomen.
Maar 't ging toch goed met de zaken.,
en de luitjes waren gelukkig en heel tevre
den.
Bij al hun zwoegen en zorgen hadden zc
eigenlijk maar één leed gekend, en dat gaf
hun toch nog een aparte vreugde: Tieneke
namelijk was vanaf de kinderjaren „c
LIED VAN DEZEN TIJD.
VEREENVOUDIGDE SPELLING.
Hulde, brave Nederlanders
Voor wat nu gebeuren gaat,
Hulde, hulde, groote mannen
Voor die nationale daad.
Niet één Nederlandsclie leerling
Zal er zijn, die nu nog mort,
Haar do Nederlandsche spelling
Eind'lijk vereenvoudigd wordt.
Niemand zal zijn neus meer slooten
Aan het Nederlandsch geslacht
Niemand, die nu in de toekomst
Nog om onze fouten lacht.
Of je meester bent of leerling
Iedereen heeft nu een kans
Hal hij voortaan zonder fouten
Schrijven zal in 't Nederlandsch.
Jantje was de allerslechtste
Leerling van de heele klas
Haar hij nimmer met veel ijver
Hij zijn sludiearbeid was.
Naar wij vernemen ligt het in
de bedoeling van de regeering
binnenkort een vereenvoudigde
spelling in te voeren, waarbij de
naamvallen vervallen en voor
de e en o dezelfde regels zullen
gelden als voor de a en u. Dc
uitgang lijk blijft onveranderd en
wordt niet vervangen door lik.
(Courantenbericht)
Jantje kreeg veel slaag en straffen
Van den meester en van Pa
Want zoo slecht als Jantje leerde
Deed geen jongen Jantje na.
Als dan Jan schoorvoetend thuis kwam
Met zijn maandelijksch rapport
Zei zijn Pa, met strenge blikken
Wordt lijd, dat bet anders wordt.
Nimmer, .Jan, leer jij je lessen
Al je werk is even slecht
Van zoo'n domkop, Jantje, komt er
In de toekomst niks terecht.
Pa, zei Jantje, toen hij hoorde
Van die vereenvoudiging
'k Vind die allernieuwste spelling
Toch maar een reusachtig ding.
Want als ik mijn Hollandsch taalwerk
Nu maar maak net als voorheen,
Dan hen ik niet meer de laatste,
Van de klas, maar nummer één.
TROUBADOUR.
sukkelcerke" geweest: Engelsclie ziekte..
en haar arme beentjes waren gansch ver
kromd gegroeid. Alles hadden ze voor Tie
neke gedaan, zonder baat. te vinden. De
dokter en meer specialisten ook hadden
maar altijd gezegd, dat het kind meer ruim
te. meer buitenlucht moest hebben. Hun
woning, met al die sjolken voor de vitrine,
die de zonnestraaltjes beletten ook maar
even door te dringen tot daar binnen, en
zeker niet tot in die donkere huiskamer,
was te bedompt, te benauwd, niet geschikt
voor het kind. Maar wat konden ze er aan
rloen?.... aan dat huis was hun bestaan
verbonden. Ze deeën overigens alles voor
Tieneke. 't Ging vaak weken en maan
den lang soms bij bekenden op 't land
logeeren en kwam dan 's winters weer mot
nieuwe roode wangetjes en 'n gaDsch ge
bruind gezichtje thuis. Zelfs hadden ze,
eerst 'n goedkoope, en na eenige jaren een
heel dure piano voor haar gekocht., want
Tieneke, die gewoonlijk meest stil, heel stil
van natuur was, kende maar één plcizier
thuis: pianospelen. Dat was dan ook do
eenigc luxe, die ze zich in hun leven ver
oorloofd hadden., voor zich., doch meest
toch voor Tieneke. En zoo 's avonds als do
winkeldrukle gedaan was, en ze gezellig
samen konden zitten in de huiskamer.
dan dansten de eigenlijk te zwakke vinger
tjes van Tieneke over de witte en zwarte
toetsen en speelde ze haar niemvste inge
studeerde stukjes. Dat was hun gezelligheid
's avonds.en Tieneke was cr zelve heel
fier hij en wou wel méér spelen, en méér
nog studeeren. maar de dokter had dat
ook al niet goedgekeurd en tegen te veel
gewaarschuwd.
Toch ook had dat koopen van 't huis.
en die mooie verbouwing., en die piano.,
bij velen een verkeerden indruk gegeven:
„dat ze ,.In den Rinck" er warmpjes voor
zaten." Soms moesten ze wel opmerkin
gen hooren van koopsters die overigens
zelf zich meer luxe permitteerden dan zij:
dat ze te veel woueii verdienen en te gauw
rijk wilden zijn.en dan werd op den bil-
lijksten prijs nog maar steeds afgepingeld
Dat verdroot hen beiden dan wel, want dat
was toch niet zoo.
Al hadden ze niet te klagen, ze hadden
toch ruim huu zorgeu om elk ook 't zijne
te geven. Meest zeiden zij dan maar: ,/lat
cucb achter ene sjoenen winkel veul leid en
zorg kos zien". Wat begrepen die meeslo
opmerkers ook van zakenzorgen?
En de zorgen waren groot, grooter gewor
den; er kwamen stapels zorgen opdoemen
Meerdere groote firma's hadden zich in dn
stad gevestigd en delen hun zaakje groote
concurrentie aan., alleen, hun specialiteit
en soliditeit van gemaakte goederen won 't
nog lang op den elders lageren prijs. Tot
't niet meer kon, tegen al die concurr ntie.
eu ze ook meer en meer buitenklan, .1 ver
loren. En toen eindelijk dwaze mode.en
valuta-koopjes zich deden gelden., wen!
hun zaakje, langzaam aan, gansch ver
drongen.
Toch ploeterden zij voort., in schijn nog
welgesteld., maar achter den winkel daar
heerschten groote zorgen.. en eindelijk
stille armoe.
Troosteloos soms hadden ze den slinken-
uen voorraad goed al maar breed uit ge
ëtaleerd in de vitrine., de prijzen telkens
lager genoteerd.... zonder winst; einde
lijk zelfs heneden inkoop. Er moest geld
zijn voor de vervallende wissels.geld om
te leven. Op alles was al ingeteerd en bc-
zuinig'l.. zelfs 't eenvoudige buitenmeisje,
de hulp in de huishouding, was bedankt
Bij alles piekerde nu cene zorg meer., die
ééne wissel.... Hij had z'n moeielijkheid
bloot gelegd aan den fabrikant, en die was
hem ook al meermalen ter wille geweest;
?t zou wel terecht komen.Maar 't kwam
niet terecht.... niks kwam terecht.
Toen was 't plan bij hen gerijpt, de pia-
r.o van Tieneke te verkoopen. Dat zou dc
redding voorshands weer brengen kunnen.
De fabrikant had weer drie maanden uit
stel gegeven.... maar had toch gehoopt
,.voor 't laatst".
En zonder dat Tiene 't wist, was dc pia
no verkocht.... 't Kind bad er wel om
gehuildhad uiet begrepen, waarvoor,
waarom..,Er zou wel weer eens oen nieu
we komen", had moeder nog proheeren te
troosten. Maar er kwam geen nieuwe.
Sedert was 't stiller en nog stiUer gewor
den met de .zaken, en in 't huishoudentje
van „In den Rinck". En nu Tieneke geen
piano meer kon spelen, was hel kind ook
stiller, nog stiller geworden.zuchtte hot
vaker zwakjes. Eu moeder zuchtte zwaar
der en weende vaak zelfs. als ook nie
mand 't kon hooren of zien.
Tot de maat van 'l leed vol kwam.
Tieneke was ziek, zieker geworden. Dc
dokter had bedenkelijk gekeken.en een
morgen had de kapelaan Onze Lieve Heer
tje bij Tieneke op haar bedje gebracht. En
nog denzelfden avond had Tieneke haar
moedertje, die al dagen en nachten maar
steeds hij 't bedjen van ^Tiénoko zat en
waakte en stillekens had, gehéél zwalcskens
lot zich getrokken.... moeder nog eens
willen kussenEn (oen had Tieneke
r.og een lachje gegeven aan de broerkes en
zusje, die aan het voeteinde al maar ke
ken naar wat Tieneke tocli eigenlijk wilde.
en toen stillekens der hoofdje in liet kus
sen laten vallen.
Juist had vader 't gordijn voor afgola-
lon.. nog gauw 'n stuk verdriet er bij in
slikkende en met 'n vraag in z'n stomme
smartzieï: ..Zou bij 't morgenvroeg nog wel
weer ophalen? Zou Tieneke nog wel den
racht door halen? Toen hoorde li ij een gil
'n schreeuwenTieneke, Tiene
ke.Hij was naar binnen gevlogen om
ook op 't doodsbeddeken van Tieneke z'n
al zoolang overvolle hart uit te laten vie
ren.
Den volgenden dag was 't drukker, dan
het anders den laatsten tijd wel ..In den
Rinck" placht te zijn. Familie en bekenden
en buurkinderen kwamen nog eens naar
Tieneke kijken. Ook de wissellooper was
even aangekomen, vroeg bedeesd: of de
wissel, waarvan „zicht" vervallen was?.
Stil had vader toen maar betaald. En nog
stiller had hij legen zijn vrouw gezegd: „de
KALENDER DER WEEK.
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
heeft in deze week ieder H. Mis Gloria,
geen Credo en de gewone Prefatie. Kleur:
Wit.
ZONDAG, 17 Juli. Zesde Zondag
na Pinksteren. Mis: D 0 m i n u s. 2e
gebed v. d. H. Alexius, Belijder; 3e A Cunc-
lis; (ter eere v. d. Heiligen). Prefatie v. d.
Alierh. Prieëenheid. Kleur: Groen.
Bij ons H. Doopsel is in ons gestorven
de oude, zondige mensch, d. w. z. de toe
stand van zonde hield o^tn ons. wij ont
vingen een nieuw leven, hl. het leven der
heiligmakende genade, wij werden kinde
ren van God. De gevolgtrekking is: Dan ook
als kinderen van God leven voor God, in
gemeenschap met Jezus Christus onzen
Heer. (Epistel). Leven voor God is: Met
al onze vermogens en krachten Zijne hei
lige geboden onderhouden. Dat kost moeite,
dikwijls zware offers. Want wel ontvingen
wij hij ons H. Doopsel de heiligmakende
genade terug, doch niet de voorrechten van
rlen eersten geluksstaat; onze wil blijft ten
kwade geneigd. Doch de Heer is onze
kracht, onze toevlucht. Daarom roepen wij
tot Hem om liefde in onze harten, om
volharding in den dienst van God. Hij
moge ons helpen tegen onze vijanden. (In
troïtus; Gebed; Graduale; Alleluja-vers).
Evenals aan de menigte, die ilem tevoct
volgde, geeft Hij ook ons. die Hem zoo
graag willen volgen in Zijne levenswijze,
in Zijne kinderlijke gehoorzaamheid aan
den H. Wil van Zijnen en Onzen Vader oen
voedsel, n,l de H. Eucharistie (Evangelie).
Dat voedsel maakt ons krachtig en sterk
om voortdurend te gaan op de wegen des
Heeren, d. w. z. om steeds Zijne geboden
te onderhouden. (Offertorium; Postcom-
munio). De H. Eucharistie als ons Offer
en onze Spijze zal ons met Christus ver
eenigen voor altijd in den hemel om daar
een eeuwig danklied te zingen voor den
Heer (Communio).
MAANDAG, 18 Juli. Mis v. d. II. Ca
in i 11 u s de Lellis. Belijder: Majorem,
2o gebed v. d. H.H. Symphorosa en hare
zeven kinderen.
Na zijn militairen loophaan heeft de H.
Camillas zich bijzonder onderscheiden door
zijn liefdevol helpen der zieken, bijzon
der der stervenden. Tot dat doel heeft hij
een Congregatie gesticht van-priesters: De
Camillianen.
DINSDAG, 19 Juli. Mis v. il. H. Vin
een ti us a Paulo, Belijder: Justus ut
palma.
Vandaag viert de H. Kerk het feest van
den grooten en hekenden beoefenaar der
christelijke naastenliefde, de II. Vincentius
a Paulo. Zijne naastenliefde strekte zich
over allen uit, doch uitte zich vooral in
het geven van godsdienstonderricht aan-
en in de christelijke opvoeding van dc
arme en verlaten jeugd.
WOENSDAG, 20 Juli. M i s v. «1. H. H i e-
r 0 11 y m u s A e m i 1 i an u s, Belijder: Ef-
fusum est. 2e gebed v. d. H, Margarita,
Maagd en Martelares.
Evenals de H. Vincentius is ook de H.
Hieronymus ecu apostel van Naastenliefde,
Hij trok zich bijzonder het lot aan der wee
zen. die hij in door hem geslichte huizen
onderbracht en voor hen zorgde hij naar
lichaam en ziel.
DONDERDAG, 21 Juli. Mis v. d. H.
Frederic u's, Bisschop en Martelaar:
Sncerdotes Dei. (Zie in het Eigen der Hei
ligen van het Bisdom Haarlem). 2o gebed
v d. H. Praxedis, Maagd; 3e A Cunctis.
Kleur: Rood.
Fredericus, achtste bisschop van Utrecht,
Fries van geboorte, predikte het H. Evan
gelie onder de Friezen. Vooral trad hij mot
kracht op tegen de dwaling omtrent de H.
Drieëenheid. Op zekeren dag werd hij na
de iï. Mis doodelijk gewond. Grootmoedig
vergaf hij zijne moordenaars en spoorde
hen aan te vluchten. Zelf ging hij nog le
vend in zijn grafkelder binnen en na een
herhaalde aanbeveling zijner ziel aan God,
stierf hij 18 Juli 838.
VRIJDAG, 22 Juli. Mis v. d. H. Ma
ria M a g d a 1 e n a, Boetelinge: Me
c-xspèctaverunt. Credo. Door liefdo als
gewond ijlt Magdalena naai—het huis van
Simon, waar Jesus was om Zijne voeten te
zalven, met hare tranen te wasschen en
met hare haren af (e drogen en met haren
mond te kussen. Zij schrikt cr niet voor
terug om onder het kruis te slaan. Angstig
blijft zij bij hot graf, zonder vrees voor de
ruwe soldaten; hare liefde voor Christus
verdrijft alle vrees.
O Jesus, Heelmeester der zielewonden.
eenige hoop der boetelingen, wasch ons van
zonden rein door Magdalena's tranen
(Kerk. Get.).
ZATERDAG, 23 Juli. Vigiliedag
voor bet feest van den H. J a c'o -
b 11 s. Mis: v. d. H. A p 0 1 li 11 a r i s, Bis
schop en Martelaar; Sacordotes. 2o gebeA
v. d. Vigilie; 3e v. <1. H. Lizoriüs, Bisschop
en Belijder; 4e voor den Paus. Kleur
Rood.
Ook is geoorloofd de H. Mis v. d. Vigilie:
Ego autem. Geen Gloria; 2e gebed v. d. H.
Apollinaris; 3e v. d. II. Liborius'; 4e voor
den Paus. Kleur: Paars.
De heilige Apollinaris, tijdgenoot en
metgezel van den heiligen Petrus werd
door dezen tot Bisschop gewijd en aange
steld als Hoofd der Kerk van Ravenna.
Zijn apostolisch leven bekroonde hij met
den marteldood.
IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN
CISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender, be-
halve:
Donderdag. Mis v. d. Z. Angelina
van M a r s c i a n 0, weduwe: Cognovi2r*
gebed v. d. II. Praxedis; 3o v. d. octaafdag
v. d. H. Bonaventura.
Vrijdag. Mis v. d. n. L a u r e n t i 11 s
van R r i 11 d i s i, Belijder: In sermoni-
bus, 2e gebed v. d. H. Maria Magdalena co
laatste Evangelie. Credo.
Amsterdam.
ALBERT KOK, Pr
wissel is betaald". En toen, hadden ze sa-
mén nog eens lang hun verdriet maar uit
gehuild.
Tieneke was gisteren met blocmckes
w egged ragen. Juist wilde hij weer 't gor
dijn ophalen en 'n zonnekc goot nu werke
lijk straaltjes door de groolsehe ruimte
van do etaleering rlen winkel binnen. Do
post bracht zoo juist ook een brief van een
vroegeren goede klant, die gelezen had van
arme Tieneke, z'n meelij betuigde cn..
troostte. Wilde tevens vragen: of ze hem,
tegen laatste offerte, weer eens vijfhonderd
van die sokken, liefst spoedig: er was weer
vraag naar gekomen; naar 't solide goed:
de menschen kregen blijkbaar genoeg van
die gekke mode en valuta-prillen-koopjes.
Toen moest er weer hard.en spoedig
nog harder gewerkt worden „In den
Rinck". En bij al 't werken vonden ze troost
en opbeuring. En vaker zeiden ze tegen
elkaar in: „Tieneke heeft zeker van ons
leed gaan vertellen daar boven."
De wissel van 't noodlot, waaraan geen
menschenleven ontkomt, had ook bij hen
betaling geëischt.
„Limb. Koerier".
ANECDOTEN.
Kiespijn.
Jantje had kiespijn cn zijn gekreun hin
derde dc klas dusdanig, dat de school
meester wel gedwongen was hem naar
huis te sturen.
Vijf minuten later vertrok een van de
andere knapen zijn gezicht, als had hij
hevige pijn.
„Heb je ook kiespijn, Tommic?" vroeg
dc onderwijzer.
„Ja, meester", luidde het antwoord.
„Uitstekend", lachte de onderwijzer.
.,Dc school gaat over een uurtje uit cn dan
kun je naar huis gaan cn je bij Jantje
voegen."
„Maar liij is niet naar huis!", betoogde
Tommic. „Hij staat te wachten op mij om
te gaan visschcn!"
De hoogte!
Aspirant-huurder: Nou, met dezen
tuin kan ik niet dweepen! Hij is mij te
smal en te ondiep!
Eigenaar: Maar de hoogte, meneer,
dc hoogte!
Onvrijwillige humor.
Van Mei lot September van het vorige
jaar werden in dc D-trcinen 51.000 handdoe
ken gestolen. Dc spoorwegdirectie liet nu
in dc handdoeken de woorden weven:
„Gestolen, van de Spoorwegen."
Een verontschuldiging.
„Twintig gulden boete voor het stelen
van een paar schoenen 1"
„Ja, dat zei ik
„Maar, edelachtbare, ze passen niet
censl"
Het gehoorzame kind.
„Kind, hoeveel keer heb ik jc al niet ge
zegd, dat ge van dc suikerpot moet afblij
ven?"
„Zes maal, moeder!"
Ondeugend.
Eerste vriendin: „Ik ga de volgende
week trouwen, en nu ben ik zoo vreesdijk
zenuwachtig."
Tweede vriendin: „Ja, jc hebt altijd do
kans, dat een man op het laatste nippertjo
zich nog bedenkt!"
Uit de school.
Onderwijzer: „Hoeveel is de helft van
drie?"
Piet: „Precies weet ik het niet, mees
ter, maar veel kan het niet zijn!"
Modern.
„Kcm vrouwtje, wc zullen een stukje
gaan eten."
„Neen. ik ben te 1110c, laten wc liever
danken
Practische gemakzucht
Café-bediende belt aan een huis aan en
zegt tegen dc meid:
Compliment van Piet Rogge, den be
delaar, die hier eiken Vrijdag komt cn hij
iaal mevrouw verzoeken om zijn dubbeltje.
Meid: Maar waarom komt hij zelf
niet? Is hij ziek?
Café-bediende: Neen, maar hij heeft
geen tijd. Hij zit bij ons kaart tc spelen.
Niet vriendelijk.
De klant: Dunkt u niet,dat ik een
mooie baard zal krijgen?
Dc barbier: Ik vrees!van niet,
mijnheer.
De klant: Zoo?Mijn papa. had
anders een prachtigen baard, moet u we
ten.
Do barbier: Dat is mogelijk, maar..,
ilc geloof, dat mijnheer meer op zijn mama
lijkt.
Overdenkingen van zotte Janus.
Een mensch is en blijft altijd een
dwaas. Als hij nog jong is, zegt men:'
De wijsheid komt met de- jaren. Is hij
eenmaal zoo ver dan heet het: Hij is
oud genoeg 0111 bctor tc weten. En als hij
werkelijk oud is, dan zegt men: Hoo
ouder hoe gekker, 't Is nooit goed.
Het kan verkceren.
Een dikke dame, 't gebeurde in ons land,
Las eens dc volgende advertentie in do
courant:
„Een verstandige huisvrouw zendt haar
wasch
Naar de wassclierij van Sop cn van der
Plas".
Bij wijze van proef, zendt dc dikkerd hare
rok,
Maar stel je eens voor, hoc die dame
verschrok
Toen zij dc rok ongewasschen terug kreeg
met dc complimenten:
Wij wasschen alleen klecrcn, doch geer
strandtenten.