UIT DE PERS „PROTESTANTSCHE" VLUGSCHRIFTEN. Het Geert Grooto Genootschap heeft ■wederom, als nr. 215 in do reeks zijner uitgaven, een „Protestantsch Vlugschrift'' gepubliceerd. „Wat van Petrus geschreven staat" is de titel van dit hoekje dat geschreven is door een predikant, die alleen uit do Schrift argumenteert en daarmede, zeker voor Protestantsche lezers, een methode volgt, die indruk moet maken. Men heeft het 't G. G. G. nog al kwa lijk genomen, dat het deze geschriftjes uitgeeft. Dr. van Koevorden, de secretaris van het G. G. G. schrijft nu, naar aanleiding der uitgave van deze Protestantsche vlug schriften in de laatsto aflevering van II e t Schild. „Naar aanleiding van de G. G. G.-bro- chure nr. 181 Gor Meerens: „Do Voorbid ding van Maria'', zijn in verschillende niet-Katholieke bladen en tijdschriften protesten van recensenten verschenen. Het komt allemaal hierop neer: do methode om zich als Protestant voor le doen, en dan zich als zoodanig voordoende een Roomsehc brochure te schrijven, dat is een beslist unfaire methode. Wat moeten we aan zoo'n recensent zeggen? U hebt groot gelijk, mijnheer! Zulk een methode is unfair. U hebt gelijk, dit boekje ziet er heelemaal uit, als door een Protestant geschreven; niels wijst op een gewonen doorzichtigen litterairen vorm. U hebt ge lijk af te keuren een „slinksche poging om onder Protestantsche vlag bekeeringen voor Rome te maken'. (Nieuwe Courant). Prof. v. V.(cldhuijzen) heeft groot gelijk dergelijke geschriften te „srignaleeren", en do „Nederlander" vindt zooicts terecht een „laffe taktiek" waarover „zeer zeker Geert Groote zich zou schamen.' Maar de vraag is of dit boekje van Cor Meerens door een Katholiek is geschre ven. Ze zullen zoggen: 't is zuiver Roomsch van leer; het beste bewijs daar voor is, dat je het uitgeeft. Hier moeten we zeggen: U hoeft alweer gelijk: 't is zuiver Roomsch van leer, anders hadden wij het niet uitgegeven. En nu geef ik hun niet gelijk. Een Roomscho beroept zich voor zijn leer op Schrift, traditie, kerkva ders, conciliedecreten: dat is Roomscho methode. Welnu, Cor Meerens beroept zich alleen op de Schrift: en dat is niet Katholiek, dat is Protestantsch. En een Protestant heeft toch het recht om de Schrift uit te leggen zonder leergezag? Dat hij zonder leergezag en zonder voor opgezette meeningen tot de Roomsche leer komt, verwondert ons niet; dat wisten we le over al als wij de mogelijkheid zouden erkennen, dat een schrijver zuiver weten schappelijk redeneerde, zonder vooropge zette meeningen of vcforoordeelen, tot een Protestantsche leer zou komen in zijn Schriftstudie, dan zouden we al niet meer Roomsch zijn. Zeer opmerkelijk is ook, dat gewaar schuwd wordt van Protestantsche zijde voor dat „gevaarlijk'' boekje; dat men bang is (fat „menige eenvoudige" er in kan loopen. Ik moet toogeven, dat die waarschuwing gerond is van hun kant. Maar dan twee vragen: wat blijft er over van het vrije onderzoek? en waarom mo gen de Roomsche „consulcs'' dan niet op treden met 'n index? Ik schrijf hierover expres, omdat dezer dagen weer zoo'n protestantsch vlug schrift verschijnt: „Wat van Petrus ge schreven staat", door Lodewijk v. Mechel- rode, G.G.G., nr. 215. Do schrijver is Protestant." RECHTZAKEN KANTONGERECHT HAARL.MEER. Tramwagen afgekoppeld. O. S., los arbeider te H i 11 e g o m, had te Hillegom, een tramwagen afgekoppeld, waardoor gevaar of nadeel kon ontstaan. Verd. bekent. Hij had dit met meerdere anderen gedaan. Eisch f 8 of 8 dagen voor deze baldighcid; uitspr. conform. Zonderling. H. V., los arbeider had te H i 11 e g o m, op een avond zijn rijwiel voor een rijden de auto gegooid, waardoor deze moest stoppen, om schade of ongelukken te voor komen. Verd. bekende. Eisch f 15 ofl5 da gen; uitspr. conform. De kippen van z'n zuster. G. O., arbeider te Alkemade, had zijn kippen laten losloopen op een anders land. Verd. ontkende. Het waren niet zijn kippen maar die van zijn zuster, bij wie hij in de kost is. Dc zaak wordt aangehou den om getuigen te hoorenn. Boertje, houd je kippen vast. J. O. te Leimuiden, had zich niet aan het spreekwoord gehouden: „Boertje, houd je kippen vast, dan krijg je met je buur geen last". Hij had zich te verant woorden, dat hij op 18 April zijn kippen had laten losloopen op buurmans land, dat voor bezaaiing gereed lag, en waarvoor hij geen vergunning had. Bovendien was hij op verschillende tijden gewaarschuwd. Eisch 3 X f 1 of 3 X 1 dag; uitspr. con form. Mest aan de Ringvaart. A. G., koopman te Haarl.meer, had in Maart 1.1. aan zijn zoon opdracht gege ven mest le storten aan een steiger van de Ringvaart van den Haarl.mecrpolcer, zon der daartoe gerechtigd te zijn. Verd. be kende het feit. Verd. heeft misbruik van gezag gemaakt door zijn zoon een verbo den opdracht te geven. Eisch f5 of 5 da gen; uitspr. conform. Uitspraken: G. R» Lissc, Art. 424, aangehouden; W. B, Lisse, idem; J. O., Lisse, idemJ. R., Lisse, idem, zonder straf aan ziin ouders teruggegeven; C. P., Bloc- mendaal, motorreglement, aangehouden; A. K., Haarl.meer, idem f2 of 1 weck t.s.; J. 6., Hillegom, idem; A. v. N., Haarl. meer, idem; M. v. A., idem; M. S., Haarl. meer f 2 of 2 d.; P. V., Haarl.meer idem f4 of 4 d.; C. K., Haarl.meer, idem f4 of 4 d.; P. v. B., Haarl.meer, idem; A. v. E., Aalsmeer, idem f4 of 4 d.; C. v. d. S., Haarl.meer, idem; J. J., Haarhmeer, idem f2 of 2 d.; M. G., Haarl.meer, idem f 4 of 4 d.; J. K., Haarl.meer, idem f3 of 3 d.; M. W., Amsterdam, motor- en rijwielwet f 8 of 8 d.; J. M., Hoofddorp, idem f 4 of 4 d.; A. P., Haarl.meer, idem f5 of 5 d.; J. P., Beverwijk, motorlicnteekenbesluit f5 of 5 d.; J. 8., Beverwijk, idem f8 of 8 d.; J. V., Haarl.meer, Art. 453, idem f8 of 8 d.; J. v. V., Hoofddorp, arbeidswet f 5 of 5 d.; J. B., Lisse, idem; D. do G., Haarlmeer, idem; W. H., Hillegom, Leerplichtwet f3 of 3 d.; J. B., Hillegom, Leerplichtwet f3 of 3d.; W. B., Hillegom, Lereplichtwet f5 of 5 d.; A. v. d. Z., Hillegom, idem f4 of 4 d.; J. K., Hillegom, idem f3 of 3 d.; A. Ph., Hillegom, A. P. V., Hillegom, A. P. V., Hillegom f 4 of 4 d.; A. v. d. A., Hillegom, idem f3 of 3 d.; J. v. d. M., Hillegom, over. A. P. V., Hillegom f3 of 3 d.; H. v. H., Lisse, idem f 10 of 10 d.O. B., Sassen- heim, idem f8 of 8 d.; T. de H., Aalsmeer, A. P. V., Aalsmeer f8 of 8 d.; J. K„ Lis se, verkeersverordening Alkemado f 5 of 5 d.; H. S„ Keur Haarl.meerpolder f5 of 5 d.; C. D., Haarl.meer, Bijz. Visscherijwet f 2 of 2 d. Na de relletjes te Assen. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft ka pitein J. M. Glasius van het le Reg. Infan terie te Assen, schuldig verklaard aan het bij het militair oproer van 20 September j.l. te Assen nalaten van het nemen van do door den toestand gevorderde maatre gelen van geweld. Het Hof heeft hem des wege veroordeeld tot drie dagen gevange nisstraf. Do Krijgsraad te 's-Hertogenbosch had den kapitein vrijgesproken. Het smokkelgeval te Sluys. De rechtbank te Middelburg heeft heden uitspraak gedaan in de zaak tegen L. en P. die op 2 April te Sluys een automobiel met 5 vaten gedistilleerd trachtten binnen te smokkelen, waarbij 'n opperwachtmees ter der marechaussee werd gedood. De rechtbank veroordeelde beiden wegens heb in gevaar brengen van de veiligheid van het verkeer tot 1 maand gevangenisstraf. Bekl. P. werd bovendien tot 14 dagen ge vangenisstraf veroordeeld wegens het niet voldoen aan een bevel tot stoppen door de politie en tot 14 dagen hechtenis wegens te hard rijden in de gemeente Sluys. Tegen beiden werd bevel gegeven tot onmiddel lijk in hechtenis neming. DE WATESSTAAT. DE FUNCTIE VAN HET WATERSCHAP De Waterstaat is een onderwerp» dat heel oud is, en al in de vroegste tijden ten onzent geregeld is geweest. In 'n lijd., dat do overheid zich nog niet ophield met publieke belangen, was de waterstaat reeds een vrij ontwikkeld thema van overheidszorg. Ons waterschapsrecht be hoort dan ook tot die deelen van ons staatsrecht, waarin het Nederlandsche volk het meest zelfstandig vormend is werkzaam geweest. De stammen, die in deze landen zijn neergestreken, zullen vóór dien tijd al, zij het een zwakke, or ganisatie gehad hebben. Want het ge meenschappelijk gevaar, 't welke hen van den kant van de zee en van de groote ri vieren bedreigde moot hen wel lot sa menwerking, dus tot organisatie hebben gedwongen. De geschiedenis van ons dijk en poldewezen is daarom zoo inte ressant, omdat daarin de meest typee- rende eigenschappen van ons volk, de gunstige zoowel als de ongunstige, sterk uitkomen. Om ons polderrecht goed te begrijpen, moeten wij ons voorstellen, hoe die pol ders werden gemaakt. Ons land bestond aanvankelijk, vóór de eerste groolere be dijking, voor een deel uit een menigte grootere en kleinere eilanden of schorren van aangeslibd en grond, die van elkan der waren gescheiden door kleine kust- riviertjes, waarvan sommige, althans hij vloed, een vrij groote breedte hadden. Bij hoogloopende vloeden werden die^ zooal niet geheel, dan toch voor een groot deel onder water gezet, zoowel door het water, dat direct uit de wadden ovm* de kwel ders streek, maar ook door het water, dat de opgevulde, huiten haar oevers treden- dè, slenken of kustriviertjes bij vloed uit de wadden aanvoerden. Men kwam er al vroeg aan toe, het land bruikbaar en be woonbaar te maken, door het water door opgeworpen hoogten, dijken, zoo goed en zoo kwaad het ging, te keeren. Men legde de dijken aan de waterzijde, dempten de kleine killen of slenken» en liet de dijken bij groolere binnenwaarts loopen. Zoo ontstonden de polders. Maar nu moesten de ingedijkte polders het binnen hun dijken verzamelde water op de een of an dere wijze kunnen loozen. Men deed dit door zeer eenvoudige sluisjes do z.g. keer- sluisjes, waarvan de deuren bij het op komen van den vloed door den druk van het buitenwater zich sloten en bij ebbe door den druk van liet poldenvatcr van binnen uit zich openden en het water doorlieten. Hierin lag dus opgesloten, welke punten noodzakelijk regeling be hoefden Dit waren o.a.: le. wie zoo'n dijk en sluis hebben te maken en onder houden; 2e. welke maatstaf moest daarbij worden aangelegd, en 3e op welke wijze zal het toezicht op het onderhoud wor den uitgeoefend? le. De belanghebbenden moeten de dij ken cn sluizen maken en onderhouden: 2o. die belanghebbenden moeten dat doen naar mate van hun belang, en ten 3e. toezicht moet worden gehouden door een orgaan. Ad lc. Belanghebbenden zijn zij, die land in den polder hebben liggen en wier land door den dijk tegen het water wordt beschermd cn door do sluis van water wordt ontlast. Dit zijn dus de „Ingelan den" of „gecerfdoa". Ad 2e. Hun belang kan worden afge meten door de oppervlakte van hun land, Ad 3e. Er wordt een bestuur aangewe zen., dat in verschillende streken (ver schillend wordt genoemd, b.v. Heem (d. i. heim) af erfraden in Holland en Gelderland, „dijkrechters" in Groningen, of soms ook Hoofdingelanden. Dat is het begrijpelijke grondschema van onze waterschappen of polders, dat over ons geheele land wordt teruggevon den. Toon verschillende ingedijkte en aan elkaar grenzende polders hun bestaan verkregen hadden, besloot men de dijken te doen aaneensluiten. Daarvoor werden dan verschillende kleine waterschappen. die soms vroeger onderscheiden belan gen hadden en daardoor dan min of meer vijandig tegen over elkaar stonden, aan eengevoegd. Dat was dan voo ralle par tijen voordeeliger. In de grootere rijzen of killen, waarvan de mond tot dusver nog niet gesloten was, werd dan zooveel mo gelijk een behoorlijke sluis gelegd; een kost baar en moeilijk werka dat echter door de combinatie van krachten mogelijk werd. Daardoor had men dan het voordeel, dat het binnenstroomen van zeewater kon worden voorkomen, waardoor de dijken langs die vroegere open killen, de z. g. „leidijken", grootendeels hun belang ver loren en de ingelanden dan van het kost bare onderhoud van die leidijken werden bevrijd. De organisatie, de combinatie van krachten, had hier belangrijke besparing van kosten en moeite, dus voordeeliger ar beid, ten gevolg. Doch dit alles ging niet altijd van 'n leien dakje. Die belangen ge meenschap werd niet overal ingezien want gebrek aan inzicht, domheid en be houdzucht hebben dikwijlt dat vormings- en organisatieproces tegengehouden. Hoe meer nu de bevolking toenam,, en hare deelen zich aaneensloten, hoe meer zag men nu, dat hetgeen door bijzondere personen of gemeenten tot waterkeerin^ werd ondernomen meer of minder direct het belang van het geheele land betrof, dus wetgeving van hooger hand eisch te. Daarin begonnen die gedeelten van ons land, waar het landsheerlijk gezag rela tief sterk was, want de landsheerlijke verordeningen begonnen in de 13e eeuw daarin te voorzien. In de 13e eeuw heston den er reeds keuren van Rijnland, waar uit volgt, dat de waterstaat van ouds ge decentraliseerd is. De waterstaat is ook sterk locaal gedifferentieerd. Dit heeft zijn stempel op den waterstaat gedrukt tot in den nieuwsten tijd, immers, omdat men te doen kreeg met zeer oude toestanden, heeft men hiermede niet willen breken, daarom heeft de centrale wetgever de waterstaat zooveel mogelijk overgelaten aan den loca len wetgever, d. i. do provinciale staten. Terwijl de inrichting van provincie en ge meenten steunt op de wet, steunt de in richting van de waterschappen op regle menten, die de provinciale staten maken krachtens art. 192 v. d. grondwet. Het hoofdstuk „Waterstaat'', komt 't eerst voor in de grondwet van 1914, terwijl de staatsregeling van 1798 zich ook met de waterstaat inliet, want art. 92 staatscr. 1798 zegt: dat het Uitvoerend Bewind zich bedient van verschillende agenten, terwijl onder die agenfeif ook een agent voor dij ken en wegen wordt genoemd, d. i. de Mi nister van waterstaat. (Wordt vervolgd) STADSNIEUWS JAARVERSLAG KAMER VAN KOOPHANDEL. Overzicht van handel en industrie ever 1926 L Dezer dagen ontvingen wc het jaarver slag over 1926 der Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland. Dit jaarverslag is grooter nog dan de vorige, het is uitgegroeid tot een lijvig boekdeel, dat een juist beeld van en een helder in zicht geeft in hetgeen door de Kamer in het afgeloopcn jaar is verricht, doch daar naast 'n belangwekkend overzicht van den toestand van handel en industrie in het afgeloopen jaar. We zullen bij gedeelten hiervan een en ander publiceeren. Bankwezen. In vergelijking met het boekjaar 1925'26'zullen do resulta ten over het boekjaar 1926—'27 niet te genvallen. Hiermede is echter niet gezegd, dat de algemeene toestand gunstig is te noemen. Door de ruimte op de geldmarkt toch werd er van de gelegenheid tot disconteering van handels- en credietpapier zoo goed als geen gebruik gemaakt. Bovendien is de algemeene indruk, dat de toestanden op handelsgebied nog verre van normaal zijn, zoodat van eenige bui tengewone drukte in dit bedrijf geen spra ke is. Bloembolle n bedrijf. Een te rugblik op het afgeloopeu jaar leert ons, dat de export ondanks de invoerbelemme- ringen met een paar millioen Kg. is toe genomen. Werd in 1925 ruim 31.000 000 Kg. ge ëxporteerd, over 1926 bedraagt dit ruim 33.000.000 Kg. Ondanks dezen verhoogden export in aantal Kg. verminderde ten ge volge van prijsdaling de totale geëxpor teerde waarde van 45 tot 39 mill. Hoewel hieruit blijkt, dat do topjaren voorbij zijn, stemt de algemeene toestand in dit bedrijf tot tevredenheid. Bij de prijsdaling waren het vooral de late tulpen, welke het moesten ontgelden. Van deze tulpen wor den er spoedig te veel opgeplant, zoodat wel steeds gevaar voor overproductie zal blijven. De prijs, welke voor narcissen bedongen kon worden, was loonend. In hoofdzaak is dit toe te schrijven aan het feit, dat Ame rika in 1925 als kopper van veel plantgoed optrad, hetwelk bij special permit inge voerd mag worden. Dit verschijnsel is ech ter tijdelijk, zoodat er geen verwachtingen op kunnen worden gebouwd. De prijzen der vroege tulpen waren goed, terwijl de prijzen, welke voor hyacin then bedongen konden worden, hooger wa ren dan ooit te voren. Hot zoozeer ge vreesde geelziek, dat vele hyacinthen aan tastte, boinvloedde deze prijsverhooging. De phytopathologische dienst en in het bijzonder Prof. Van Slogleren, beijvert zich cm deze ziekte te overwinnen. Met het on langs uitgevaardigde verbod tot vervoer van aan geelziek lijdende hyacinthen, hoopt men deze ziekte spoedig te bedwingen. Bloemenhandel. De resultaten van het forceeren (hier meestal genoemd „broeien of trekken") van tulpen- en an dere bloembollen te Rijnsburg het cen trum van dit bedrijf voor de provincie Zuid- Holland en omgeving, zijn vanaf het be gin tot het einde, in doorsnee niet bevredi gend geweest en heeft den broeiers geld gekost. De kwaliteit der gelrokken tulpen-bloe men viel gemiddeld niet mee, wat vooral het geval was met de bloemen der La Reine soorten. Het aantal getrokken bloembollen, hoofdzakelijk tulpen, was wederom grooter dan in het voorgaande seizoen: er werden in 1926 minstens 30 millioen bloembollen gebroeid. De slechte uitkomsten in dit seizoen, evenals in sommige der voorgaan de jaren ten spijt, breidt zich deze trekke- rij jaarlijks nog gestadig uit. De uitkomsten der kweekerij van, en den kandel in zomerbloemen, die niet, of hoe genaamd niet geëxporteerd worden, vielen eveneens tegen en waren niet bevredigend te noemen. Niettegenstaande dit, werd cr aan de veiling „Flora" alléén toch nog voor 650.000 gulden in het jaar 1926 geveild aan bloemen. De handel en export was evenmin goed te noemen; wel werd er veel naar het bui tenland verzonden, hoofdzakelijk in con signatie naar Engeland. De resultaten wa ren voor de verzenders echter allesbehalve bevredigend en is er, in doorsnee aan den exporlhandel geld verloren. Hoewel de uitkomsten der trekkerij en handel in bloemen in het jaar 1926 gemid deld slecht waren moet er toch opgemerkt worden, dat er veel toekomst voor dit be drijf is, dat zich jaarlijks gestadig uit breidt. Boomkweekerij. De uitvoer naar Engeland was vrijwel gelijk in hoe veelheid en hoewel iets minder ook in waarde aan dien van het vorige jaar, doch leed in het najaar onder de stakingen daar te lande. De handel op Scandinavië in ruimeren zin, bleef vrijwel stationair. Duitschland nam heter dan men verwachtte en de af wikkeling ging in het najaar vlotter dan in het voorjaar. Toch bleef do afzet naar Duitschland heneden dien van het vori;_ jaar. De afname van Zwitserland leed on der de industrieele concurrentie van Oos tenrijk en onder valuta-concurrentie van kweekerijen in Luxemburg en Frankrijk. België en Frankrijk importeerden weinig, Canada hield zich normaal. De export van rozenonderlagen naar do Vereenigde Sta ten nam met 25 pet. toe. Bloemkweekerij. De handel in perkplanten was goed, al ondervinden de ze steeds meer concurrentie van vaste planten, daar deze voor tuinversiering niet jaarlijks opnieuw aangeschaft behoeven te worden. De handel in kamerplanten was goed, die in 's winters bloeiende kamer planten zelfs best, een en ander ondanks de aanzienlijke aanvoeren van Gentsche artikelen ten gevolge van de lage Belgi sche valuta. De handel in jonge bloemisterij-artike len als varens, geworteld stek van Chry santhen, Dahlia's, enz. was goed. De afzet van vaste planten en snijbloe men was goed. Vooral in het najaar was er veel vraag naar snijbloemen als rozen, chrysanten, enz. niet alleen door de was sende vraag van Duitschland en Engeland, doch ook door minder goeden oogst in de Riviera. B o u w b e d r ij f. De algemeene toe stand in het bedrijf in 1926 was bevredi gend. In het laatst van het jaar echter was er beduidend minder werk. Het in die periode aanbestede werk werd voor een zoodanig lagen prijs aangeboden, dat van verdienste geen sprak© kon zijn. (N.A.B.). Bouwmaterialen. De toestand in het baksteenbedrijf was in het algemeen niet ongunstig. Vergeleken hij het vorige jaar viel zelfs eenige vooruitgang te he speuren. De lage prijzen welke voor kalksteen be dongen werden in deze industrie konden veelal moeilijk loonende fabricage moge lijk maken. Do toestand in dakpannen enz. was gunstig te noemen. Naast een vermeerde ring van export, vooral naar Engeland, was de vraag in4het binnenland goed, zoo dat de zeer lage prijzen konden oploopen. De-meeste fabrieken hadden volop werk. De omzet in beton was onbevredigend en de prijzen waren slecht. In het begin van 1926 kwamen voor ba- saltine-togelfabrieken voldoende orders binnen tegen loonende prijzen; langzaam aan echter werd deze vraag minder en konden de prijzen niet worden gehand haafd. Dc algemeene toestand in het schelp- brandersbedrijf in 1926 was, niettegen staande de groote import van cencurree- rende huitenlandsche kalksoorten tegen la ge prijzen, bevredigender dan in het jaar 1925. De toestand van den houthandel in het algemeen kan voor het afgeloopen jaar weinig bevredigend worden genoemd. Vooral gedurende het eerste halfjaar verkeerde de handel onder sterke depres sie tengevolge van de algemeene verwach tingen eener prijsdaling in de exportlan- den. EEN ZEER ONGEWENSCHTE TOESTAND. Verbetering noodig en mogelijk. Als wo hier vandaag op een onge- wenschten toestand willen wijzen dan is het of> dien, welke bij een zeer voorna men tak van dienst der posterijen heerscht. Het betreft hier n.1. den post-chèque- en girodienst. Degenen, die voor zichzelf of voor hun kantoor met dezen dienst meermalen in contact komen kunnen tel kenmale de droeve ervaring opdoen, dat wachten, eindeloos wachten somtijds hun lot is. 't Is een bekend feil, dat er veelvuldig an den post-cheque- en girodienst ge bruik wordt gemaakt. We zouden bijna GEMEENTELIJKE AAKKONPjjp^ B. en W. van Leiden brengen ter i meene kennis, dat L. Verwoerd jr Leiden, een verzoek heeft ingediend hekoming van verlof voor den vwJ* van alcoliolhoudenden, anderen dan i ken drank voor gebruik ter plaatse verkoop in het perceel Hoogewoerd m, gj Katholieke Agenda LEIDEN. Vrijdag, R. K. Vereen, v. Hand*»! zigere. Den Burcht, 8.30 urn Algemeene Agenda LEIDEN. Wcsnsdag. Zitting Adviesbureau voorTu' bouwaangelegenhedcn in de t stuurskamer van de bouwtera? ging „Ons Belang", MolcnsZ "s avonds 89 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst dn apotheken wondt van Maanlagl Jn a s. tot en met Zondag 1 0 Juli genomen door de apotheken van de HU G F. Reijst, Sleenstraat 35, telefoon li en A. J. Donk. Douzastraat 31, telef. m zeggen, dat het gireeren nog bijna (U. lijks toeneemt', gezien de lange files mensehen die voor de loketten... pardon voor bet loket van dezen dienst, geduldi- hun beurt staan af te wachten. Wat dat zeggen wil moet ieder belan», stellende maar eens in oogenschouw gaj nemen. Als men zoo ongelukkig is om ca twintigtal gireorders voor zich te hebben, kan men er verzekerd van zijn, dat m binnen de drie kwartier niet aan de beurt komt, want hebben gelukkig - de meesten in 1 of 1% minuut hun zaken al- gedaan, er zijn er ook, die wel 3 of 4 nj. nuten moeten wachten alvorens de nïv geregeld zijn, om nog niet te spreken raj de mogelijkheid, dat er geen geld genoeg aanwezig is, als men eens wat veel te Tor- deren heeft. Dat is een ongezonde, een ongewenscliie toestand, die dringend verbetering eisch Oorspronkelijk waren er bovendien t*» loketten voor dezen dienst, voor uitbelt len n.l. en storten. Daarmee is destijds bij de inwendige verbouwing rekening gehos- den. Plotseling werd, nu al lang geleden, één loket gesloten en alles hoopte zich of voor het nu nog eenige loket. Intusschen breidde de dienst zich men en meer uit, zoo zelfs dat de postwissels!, deeling veel minder te doen had. Voor de genen, die van dezen dienst gebruik maat ten, was zulks al zeer gelukkig te noe- men zij loeh werden spoedig geholpet, totdat ook hieraan een einde werd ge maakt wegens de sluiting van lie-, lokt', „uitbetalen". Ook hier dus vereenvoudig^ van den dienst indien er tenminste per soneel ontslagen is ten koste van het publiek, dat zijn duren t-ijd met wacht» voor de loketten moet slijten. Wij vragen ons af, of zulks economise werken is, uf zulks mag! Niemand zal daarop een bevestig»! antwoord kunnen geven. Maar dan mot! er ook verandering koipen en spoedig. Btl algemeen belang dergenen, die van deia staatsdienst gebruik maken en hem hl- pen in stand houden, eischt zulks. Belangrijke treinvertraging. Electrische bovenleiding gebroken. Toen de electrische trein 873 welke gis terenavond 18.26 uur uit Amsterdam m den Haag was vertrokken, zich tussck Vogelenzang en Hillegom bevond, brak ttr plaatso de electrische bovenleiding, wmi- door de trein niet verder kon en het spa:: in de richting Amsterdam—Rotleidu werd versperd. De vermoedelijke oor/aak is, dat de bliksem op de leiding is gc gen waardoor de draad doorbrandde. Trein 229, die om 18.45 uur, de electa sche trein 231 welke te 19.09 uur en treil 15 van Amsterdam naar Parijs, welke 1 19.41 uit Amsterdam naar Rotterdam ren vertrokken, konden daardoor niet vei- der dan Vogelenzang. Toen uit Haarlem een montage-Mga was gekomen en de leiding was hersteli konden, nadat de electrische locaaltrca 873 op een zijspoor was gezet de drie at- dere treinen de reis voortzetten. De vertraging welke ze daardoor onaf: vonden bedraagt voor trein 229 ongew? 1% uur en voor de beide daaropvolgend treinen ongeveer drie kwartier. Trein 873 welke anders 19.24 uit •ertrekt kwam met zeven kwartier vertra ging te Leiden aan en vertrok vad»»' derhalve eerst te 21.05 uur. Trein 1077, welke te 20.22 uit- Amsterdam was vertrokken moest tengevolge van de storing ongeveer G minuten te Haartco wachten. Chr. H. B. S. Gistermorgen had de uilslag der over gangsexamens plaats. Bevorderd naar de 2de klasse: A. Bol, P. H. G. Budke, L. v. Dujrff- dijk, A. v. Gessel, L. C. A. v. d. Harst,!* do Jonge, A. J. Kromhout, A. W. Timmer mans, J. v. d. Vijver, J. H. Zorab, G. j v. Zwieten, J. Jansen Schoonhoven, J- v. Arkel, Annie C. Bakker, Henny C. Bij® E. B. Bosschieter, J. Burgerhout, P- tein, R. Kuipers, W. F. Matthijs, Aar" Ouwehand, W. Ouwehand, Leuntje P®™" vliet, Levicua de Reede, D. Taat, L ser, Anna J. Voorsteegh, E. v. "Wijhe, Veldhuijzen. Afgewezen 9. Naar de 3de klasse: J. Ph. Booth, C. v. d. Brink, W. L f Buys, C. v. Cuilenburg, W. Dubbeldam. F. Egging, J. L. Hamel. Sophie M. J ncman, Alida Huurman, J. H. Kasten, A. W. v. Limburg Stirum, G. v. d. i*3 O. Mieog, C. Mieog, J. Pluimgr^"' orka mm an. Afgewezen 4. Naar de 4de klasse: r t, J. W. Bakker, F. W. Buurman, B. u"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 2