VRIJDAG 24 JUNI 1927
BERICHT.
buitenland
binnenland
18e Jaargang
No. 5600
3)e £ciobdve (Sou^cmt
ABONNEMENTSPRIJS bodraagt bl) vooruitbetaling
Leldea 19 cent Pe' week 12.50 per kwartaal
lh»n» Agenten 20 oent pet week 12.60 pet kwertaaL
Leo pet P°9t 1 2'95 Pe' kwartaal
r j Qeülufltreerd Zondagsblad la voor de Abonné's ver-
Kflgbaai te8eD betoog van 50 ot per kwartaal, by voor-
,Jng. Afzonderlijke nnmmers 5 cL. met Geïllustreerd
blad 9 ct
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen 1.
Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. II
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT!
O a wo no ndvortentlën 30 cent por regel
Voor Ingesonden Mededeelingen wordt het
s dubbele van het tarief berekend r
Kleine advertentlën, van ten hoogste 80 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, buur eo ver
buur, koop en verkoop 10.50.
Ill HOMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN.
Zij, die zich met I JULI op
De Leidsche Courant" wenschen
te Abonneeren, ontvangen tot dien
datum de Courant gpatis.
DE STORMRAMP.
Vorig bedrag 1255.87
V»n N. N. 5.—
Uil de spaarpot van H. R.
en W. 0.75
A. S. 1
Totaal: 1262.63
V Over de coalitie.
De meesten onzer zijn er van overtuigd,
dat de coalitie de beste samenwerking kan
njn in de politiek de beste, omdat zij
door innerlijke kracht, voortkomend uit
ïeenschappelijke beginselen en strevin-
vruchtbaar kan zijn; de beste, omdat
lij de coalitie elk der samenwerkende par
tijen erkent de souvereiniteit Gods t
schrijven, dat de coalitie de beste
umenwerking kan zijn om het inder-
diad te wezen, moeten de in de coalitie
jpeD partijen alle drie willen, ern-
itig willen samenwerken.
in deze is, helaas, nog steeds een
hil op te merken tusschen Antirev.
en Chr. Hist.
„Het Huisgezin" wijst in dit verband op
twee aotueele feitenhet optreden van het
Eerste Kamerlid Anema (A.-R.), om te
pleiten voor de Katholieke scholen in Cu-
wpo, deze week in de Eerste Kamer, en
de vragen van het Tweede Kamerlid Krij
ger (Chr. H.) over een processie.
Eet blad schrijft o.m.:
„Professor Anema sprak toch, ofschoon
het katholieken, ofschoon het Broeders en
Zusters gold, omdat hij wat in zijn oog
recht was, ook recht wilde heeten en als
recht bepleiten.
Een liberaal doet dit nooit, een sociaal
democraat evenmin.
Deze hoogleeraar komt op voor het reoht
dersgezinden dan hij en bekreunt er
zich niet om, dat kleingeestigen en anti
papisten de begrippen zijn wel syno
niem hem zijn houding kwalijk züllen
nemen.
professor Anema is de gesteltenis
aanwezig, die voor een eerlijke, loyale sa
menwerking een noodzakelijk en eerste
-o—zijn optreden met dat van den
Krijger b.v. inzake de Steenbergsche
Deze christelijk-bistori8che volksverte
genwoordiger was er in de feiten naast;
maar wie kan, afgezien daarvan, in zijn
Tragen-stellen iets andere constateeren
dan een zucht om den heer Lingbeek of
den heer Kersten een vlieg af te vangen en
„volksdeel" van zijn stevige anti-
Boomsohe gezindheid een nieuw bewijs te
gevent
Professor Anema opkomend voor het
fteht, de heer Krijger op zijn manier ge
ëigend voor de Grondwet, welk een te
genstelling en welk een afstand.
Men kan den heer Krijger niet vragen,
m dozen van den eenen kant onzekeren,
den anderen geweldigen tijd geen
pootecher problemen do aandacht van den
^ëman opeischen dan de Steenberg-
K e Sacramentsprocessie; hij verstaat
meë omdat hij gevangen zit in den
nvan zijn anti-papisme, dat zijn blik
°P hot groote geheel benevelt.
och zal bij hem en zijn geestverwan-
r nJpe n6v©l moeten zijn weggetrokken,
°ordat aan het herstel eener vruchtbare
enwerking ook met zijn fraotie kan
*°"den gedacht,
f Professor Anema zou men zóó in
gaan» bever, het geestelijk
wet tusschen hem en ons is nimmer
«'broken geweest."
er moet in de Obr. Hist,
ij wat veranderen; er moet met name
,n8©y op het doel: de coalitie aan-
wpnr r..6 leidinS komen, wil de coalitie
orden wat zij geweest ia.
Een historisch document.
isch verweerstuk in de
De B- c,lu^dkw08ti e".
Khe S?cbe minister van Buitenland-
b? bu Ha 'T'-1Telde, heeft gistermid-
•K-amer bet eerste gedeelte in-
aQ net antwoord der Belgische
regeering op het rapport der Duitache
Rijksdagcommissie, inzake de schuld aan
den oorlog.
De Belgische regeering antwoordt op de
Duitsche beschuldigingen, volgens welke
België voor den oorlog de uit zijn neutra^
liteit voortvloeiende verplichtingen zou
hebben geschonden, met name door het
construeeren der vestingwerken aan de
Maas en zoodoende, aldus 't rapport,
Frankrijk steunde tegen Duitschland
Naar aanleiding hiervan publiceert Van-
dervelde diplomatieke documenten ter
verdediging van België, met name de brie
ven van Wilhelm I aan Leopold II, waar
uit blijkt, dat het Duitschland zelf was,
dat om den aanleg dezer vestingwerken
heeft verzocht.
Deze brief dateert van Juni 1887 en
werd door Leopold ter kennis gebracht
van Beernaert, die toen eerste minister
was, eenige dagen voordat bij de Belgi
sche Kamer de aanvrage om crediet voor
den bouw van de Maasforten werd inge
diend. Deze brief werd nooit gepubliceerd,
doch uit den inhoud blijkt, dat Wilhelm I
het plan voor den bouw goedkeurde en er
den nadruk op legde, dat de vestingwer
ken aan de Maas een barrière vormden
tusschen Frankrijk en Duitschland Dit
historische document zal thans binnen en
kele dagen worden gepubliceerd.
Duitschland
REDE VAN STRESEMANN.
Teleurstelling over Genève.
De ontruiming van het
bezette gebied.
Geheel Duitschland is ontevreden en te
leurgesteld over het verloop der jongste
besprekingen te Genève, welke ontevreden
heid en teleurstelling een ventiel vonden
in de gister begonnen Rijksdagdebatten
over de buitenlandsche politiek.
Het was het gewone beeld van een z.g.
„grooten dag" in bet Duitsche parlement.
Zoo goed als het gebee'e corps diplomati
que was aanwezig en ook de nieuwe Ne-
derlandsche gezant, graaf Van Limburg
Stirum, woonde voor het eerst de debat
ten in den Rijksdag bij.
Stresemann, die een vermoeienden in
druk maakte en zich bovendien moest hou
den aan een door het rijkskabinet goedge-
keurden tekst voor zijn rede, stond voor
een uiterst moeilijke taak Een half jaar
geleden had hij te kennen gegeven, dat hij
bij den Volkenhond den eisch zou stellen,
dat het Rijnland moest worden ontruimd,
daar Duitschland alle door het vredesver
drag van Versailles gestelde voorwaarden
voor het verkrijgen van een vervroegde
ontruiming, had vervuld.
Deze eisch tot ontruiming van het be
zette gebied is te Genève nu zelfs niet in
gediend, want men wist, dat men op on-
overkomenlijke moeilijkheden zou stuiten,
en gaf er de voorkeur aan zich niet aan
een openlijk échec bloot te stellen Een te
vroeg gekoesterde verwachting is niet in
vervulling gegaan en vandaar de teleur-
De tegenstanders der z.g. „vervullings-
politiek" roepen thans luide: „Wat heeft
het ons gebaat, dat wij door het Dawesp'an
te aanvaarden, jaarlijks zwaarder wor
dende lasten op ons hebben genomen?
Welk voordeel heeft het ons opgeleverd,
dat wij uit eigen beweging Frankrijks Wes
telijke grenzen hebben gegarandeerd? Dat
wij naar Genève en Locarno zijn gegaan?"
Deze tegenstanders zitten in de regeering
en zij hebben zelfs geweigerd, de door Stre
semann te Genève aangenomen houding
goed te keuren. Men heeft den minister
uitsluitend bedankt, omdat hij zijn werk
heeft gedaanI
Aan de overzijde, onder de partijen van
links, heerscht een even groote ontevre
denheid. Daar verwijt men Streseman,
dat hij, door de Duitsch-nationalen in de
regeering op te nemen, zijn eigen werk
heeft gesaboteerd. Doordien de Duitsch-
nationalen tot het rijkskabinel zijn toege
treden, zegt links, is Duitschlans buiten
landsche politiek tot volkomen onvrucht
baarheid gedoemd; het nieuwe kabinet is
er niet in geslaagd, op diplomatiek terrein
een stap verder te komen. Poincaré spreekt
weer, zooals hij ten tijde van de Roerbezet
ting sprak en het is voor een groot deel
de schuld der Duitsch-nationalen, dat de
Fransch-Duitsche betrekkingen weer alles
te wenschen overlaten.
In deze atmosfeer opende Stresemann
de debatten met een zorgvuldig voorbe
reide rede. In het kort kan men deze als
volgt samenvatten:
Duitschland zit weder tijdelijk in den
put. Stresemann wist dat, toen hij naar
Genève ging en hij heeft dat ook zeer dui
delijk vóór zijn vertrek uitgesproken.
Voor de groote mogendheden is het
Duitsche probleem niet actueel. Londen
heeft zorgen over Rusland, China en Egyp
te en kan den toestand niet nog moeilij
ker maken, door thans ook het Rijnland,
Danzig en het Memelgebied ter sprake te
brengen. Ook uit Rome was geen hulp te
verwachten, want men is er daar niet
over te sreken, dat Duitschland tot behoud
van den Europeeschen vrede zich in het
ItaliaanschJoegoslavisch conflict heeft
gemengd. Het centrum der moeilijkheden
ligt te Parijs, waar, volgens Stresemann, 1
Poincaré het veld beheerscht. Do Rijn
(Stresemann zei de dit niet met ronde
woorden, maar het is zijn meening) is voor
de Franse hen oen compensatie-object ge
worden. In de eerste plaats willen zij geld
en vervolgens verlangen zij, dat Duitsch
land evenals het vrijwilig zijn Weste
lijke gTens heeft gegarandeerd, zich ook
met zijn grenzen in het Oosten tevreden
zal verklaren. Duitschland wil zulk een
„Locarno van het Oosten" evenwel niet.
De houding tegenover Rusland.
Wat Rusland aangaat, weigert Duitsch
land zoowel toe te treden tot een gemeen
schappelijk anti-Russisch front als werke
loos toe te zien, dat Moskou door zijn com
munistische propaganda overal onrust ver-
wekt. Voorzichtige bemiddeling is in deze
cie rol, die Duitschland moet spelen. Het
langdurige onderhoud, dat Stresemann,
alvorens naar Genève te vertrekken, te Ba
den-Baden met den Russischen volkscom
missaris van Buitenlandsche Zaken, Tsjit-
sjerin had, vond een tegenhanger in een
even langdurige bespreking te Genève met
Chamberlain.
Overigens heeft Duitschland er groot be
lang bij, dat de vrede in Europa gehand
haafd blijft, zoowel met Rusland als op
den Balkan. Dit is in groote lijnen het pro
gram der huidige Duitsche buitenland
sche buitenlandsche politiek.
Antwoord aan Poincaré.
Het geheele tweede gedeelte van Stre-
temann's verklaring was een antwoord
op de rede van Poincaré te Lunéville.
Hij zeide, dat zoowel de toon als de in
houd van Pioncaró's rede een pijnlijken
indruk had gemaakt. Spr. wil niet in
gaan op de beschouwingen, welke in deze
rede gewijd zijn aan de details der Duit
sche oorlogsvoering. Ik kan mij de weer
legging der tegen Duitschland geuite ver
wijten besparen aldus spr., daar de wereld
reeds te goed Is ingelicht om te kunnen
veronderstellen, dat dergelijke beweringen
nog geloor zouden vinden.
Belangrijker is echter, wat de heer Pion-
caré over do thans nog' uangendo kwesties
neeft gezegd. Hij verklaart, de goede be
trekkingen met Duitschland niet in het ge
ringste te willen verstoren, doch hij schijnt
de meening toegedaan te zijn, dat Duitsch
land zich nog geheel anders zal moeten
oriënteeren op politiek gebied om tot die
goede betrekkingen te kunnen komen. Hij
heeft gewezen op het feit, dat een Duitsch
oorlogsschip nog den naam „Elsass"
draagt. Dit schip is echter reeds in 1903
gebouwd en heeft toen zijn naam ge
kregen.
Pioncaré heeft in vollen ernst beweerd,
ging Stresemann voort, dat ik geen op
recht aanhanger van de Locarno-politiek
zou zijn. Waarom verwijst de heer Pion
caré echter niet naar de regeeringsver-
klaring, welke rijkskanselier Marx na de
vorming van het tegenwoordige kabinet
Ir, den Rijksdag heeft afgelegd? Daarin
zeide hij uitdrukkelijk, dat de tot dusver
gevoerde buitenlandsche politiek op de ba
sis van het verdrag van Locarno zal wor
den toegeschreven, dat hij ten gevolge van
zijn ambtsverwisseling niet voldoende in
gelicht was omtrent de voorgevallen ge
beurtenissen.
Op 12 December 1926 Is door de mogend
heden van den Gezantenraad te Genève met
\oldoening geconstateerd, dat omtrent het
grootste deel der meer dan 100 hangende
kwesties overeenstemming was verkregen.
Slechts twee waren nog onopgelost: in
zake de vestingen in het Oosten en de
Pruisische politie. Met het vervullen der
desbetreffende eischen is men thans bezig.
De bonden, die in strijd waren met de wet
telijke voorschriften en zich met militaire
aangelegenheden bezighielden, zijn ont
bonden.
Op grond van dit alles is het onmoge
lijk, Duitschlands goede trouw bij het ver
vullen der verdragsverplichtingen in twij
fel te trekken. Het zou beter zijn, wanneer
Poincaré zijn grooten persoonlijken in
vloed had aangewend om overeenstemming
te verkrijgen in zake de verminde 'ng der
Rijnlandbezetting.
Frankrijk.
Mislukte stormloop.
De socialisten hadden gehoopt fn de rede
voering van Poincaré, te Lunéville uitge
sproken, een middel te vinden om het kar
tel te herstellen. De Herriotistische radi
calen deden daaraan mee. Ze zijn echter
r.iet talrijk genoeg geweest en een voor
stel van den radicaal Bastid £n de com
missie voor buitenlandsche aangelegenhe
den om over de rede van Lunéville een
openbaar debat in de kamer te doen hou
den, werd met groote meerderheid ver
worpen, daar men zulk een debat uit di
plomatiek oogpunt ontijdig en gevaarlijk
achtte. Men gelooft, dat de socialisten nu
er van af zullen zien een interpellatie in
(e dienen, die toch geen succes kan hebben.
Engeland
De vakvereenigingswet.
Do vakvereenigingswet is in derde le
zing met 354 tegen 139 stemmen door het
Lagerhuis aangenomen.
Cosgrave herkozen.
Het Ierecho parlement heeft Cosgrave
tot president der regeering van den Vrij
staat herkozen.
Albanië
Het conflict met Joego-Slavië.
Do tolk binnenkort vrij?
De „Grazer Tagespost'' verneemt uit
Belgrado, dat Achmed Zogoe volgens een
bericht uit Tirana den vertegenwoordi
gers der groote mogendheden heeft mede
gedeeld, dat de Albaneosche regeering
besloten heeft den gearresteerden tolk
in vrijheid te stellen. De Albaneescho re
geering verbindt hieraan de voorwaarde,
dat de Joegoslavische regeering haar
protestnota intrekt en een nieuwe, in
zachteren toon gestelde nota verzendt.
Rusland
KINDERELLENDE.
Aan een correspondentie in de „Libre
Belgiquo'' uit Moskou ontleenen we het
volgende:
Twee jaar geleden werd te Moskou een
vereeniging van kindervrienden opge-
richt, die in bijua alle groote centra van
het land onderaf deelingen vormde. Het
doel der vereeniging was strijd tegen de
toen reeds groote kinderellende te voeren.
Zij genoot van de regeering een officieele
subsidie. De „Pnawda" en de „Iswestia"
hadden voor haar een inzameling georga
niseerd.
Thans is deze vereeniging weer opge
heven, daar verreweg het grootste deel van
het door de regeering uitgegeven geld
niet den kinderen, maar den ambtenaren
ten goede is gekomen. De Russische be
volking schijnt geheel aan het zien van
de verwaarloosde kinderen gewend te zijn.
Men is zelfs niet meer verwonderd, wan
neer men hen in troepen ziet oprukken
om geheele dorpen te overvallen en uit te
plunderen. Dit is voor hen namelijk het
eenigfc middel om hun honger te stillen
en zich kleeding te verschaffen.
Men ontmoet geheele troepen kinderen,
die in spoorwagens of op de trottoirs sla
pen. Deze verwaarloosde kinderen heb
ben dikwijls bonden gesticht om zich door
georganiseerde roofpartijen, diefstallen en
inbraken, van voedsel en kleeding te voor
zien. Op honderd kinderen komt men er
nauwelijks twee tegen, die niet rooken,
drinken of cocaïne gebruiken. De helft
van deze kinderen gaat ten gronde door
alcohol en tabak.
In de bonden valt aan een scheiding
van beide geslachten niet te denken. Do
zedenverwildering van de meisjes is dan
ook bijna nog beklagenswaardiger dan, uie
van de jongens.
Eenogen tijd geleden zocht de sovjet-
regeering dit euvel krachtig te bestrijden.
Het gelukte op één dag in Moskou 3000
van zulke rondzwervende kinderen bijeen
te brengen. Deze werden toen naar do
Zuidelijke districten vervoerd en in spe
ciaal daarvoor ingerichte kolonies on in
gebracht. Maar ook in deze kolonies leef
den de kinderen in de grootste ellende. Zij
liepen den geheelcn winter op blooto voe
ten rond, hun kleeren zijn niet meer dan
een paar oude lompen en zelfs de meest
elementaire begrippen van zindelijkheid
werden verwaarloosd.
In de kolonie Vorowsky, een vroegere
bezitting van een vorst, met een paviljoen
van 44 kamers zijn 350 kinderen onder
gebracht. Onder deze 350 kinderen kwa
men binnen zes maanden 3096 ziektege
vallen voor. Minstens 10 pet. van do kin
deren is tuberculeus.
Maar ook onder de oogen van de cen
trale regeering in Moskou zijn de toe
standen niets beter dan in de districten.
In Moskou bestaat een inrichting waar
verwaarloosde, rondzwervende kinderen,
die door de politie worden Opgepakt, on
dergebracht worden. Bij deze inrichting
worden tot 820 jongens en 250 meisjes
per dag. aangebracht.
Het zijn waarlijk troostelooae toestan
den.
Rooverbende veroordeeld.
Tien leden ter dood gebracht.
De arrondissementsrechtbank ie Ko-
resten in de Oekraine heeft uitspraak ge
daan in het proces tegen een bende, die
plunderde en moordde in het aan Polen
grenzende gebied en na elke in Sovjet-
Rusland gepleegde misdaad do wijk nam
naar Polen. Tien der bendeleden werden
ter dood veroordeeld, negentien anderen
tot gevangenisstraffen van verschillenden
duur. De doodvonnissen zijn reeds vol
trokken.
China.
Tsingtau in hanen der Zui^ens*"**?
Volgens oen te Sjanghai verschijnend
blad zou keneraa! Bed-Bau-san, een ou
derbevelhebber van Soen Tsjoean-fang,
die te Tsingtau gedetacheerd was, in op
stand zijn gekomen en Tsingtau aan
Tsjang Kai-ejek hebben overgegeven.
Een afstraffing van Ningpo?
Twaalf beulen gearriveerd.
De nationalistische generaal Yang hoe,
commandant van het district Sjanghai, is
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Rede van Stresemann in den Rijksdag.
Geen interpellaties in de Fransche Ka
mer inzake Poincaré's rede te Lunéville.
Kinderellende in Rusland.
De Indië-vliegers zouden heden naar
Allahabad vertrekken. (Luchtvaart, 2de
blad).
BINNENLAND.
Promotie van pater S. Bernsen O.F.M.
(Wetenschappelijke Berichten, 2de blad).
Overleden is Pater Joachim v. d. Poel
O.F.M.( Kerknieuws, 3de b'ad).
De a.s. zonsverduistering, (lste blad).
Een ernstige dorpsruzie voor de recht
bank te Haarlem, (Rechtzaken, lste blad).
Onze Geïllustreerde Pagina
Do photo-pagina geeft o.m.: do Lind-
bergh-huldiging in Amerika; jaarvergade
ring Ned. Blindenbond; wegwedstrijd door
Frankrijk; rennen te Auteuil.
met een wacht van 200 man en 12 beulen
naar Ningpo vertrokken.
Hij zou van plan zijn, aan de commu
nistische praktijken aldaar een einde te
maken.
Men verwacht bloedige représailles.
ZONSVERDUISTERING.
29 Juni zullen we, als reeds gemold, een
zonsverduistering beleven, die hier in Ne
derland wel niet totaal, maar toch bijna
totaal is. Ze begint heel vroeg en „men"
zal dus extra maatregelen moetx nemen,
als men er ie-te van merken wil.
Het eerste spoor van de verduistering
zal hier zichtbaar zijn te 5 11. 45 m. zomer
tijd, de grootste phase wordt bereikt te 0
u. 40 m. als wanneer bijna de geheele zon,
nL 92 pCt., door de maan bedekt wordt,
het laatste punt der verduistering is te 7
u. 39 nu, alles in den morgen van Woens
dag 29 Juni.
De centrale lijn, waarop een oogenblik
algeheele verduistering zal zijn, loopt dan
van Southport (aan de Iorsche zee) tot
Hartlepool (aan de Noordzee). Van Enge
land steekt de centrale lijn do Noordzee
over om in Stavajiger Noorwegen te berei
ken; dwars door Noorwegen en Zweden
loopt zij naar de Noordelijke IJszee. Of
eigenlijk, alles precies omgekeerd.
Op de centrale lijn, zoowel in de buurt
van Oslo als Noordelijker zijn verschillen
de expedities, een Nederlandsche zit in het
Noorden van Zweden bij de Russische
grens in Gcllivara, iets ten Noorden van
den poolcirkel, het gebied der midder-
nacbtszon dus.
Promotie dr. J. van den Tempel.
Aan de Handelahoogeschool te Rotter
dam is gisteren met lof gepromoveerd tot
doctor in do handelswetenschap het so
ciaal-democratische lid van de Tweede Ka-
pier, de heer J. v. d. Tempel, op een proef
schrift: Macht en economische wet, een
onderzoek naar de botcekenis van econo
mische macht voor do inkomensvorming,
in het bijzonder ten aanzien van het ar
beidsloon.
Nadat do rector magnificus in de se
naatskamer den jongen doctor modego-
deeld had, dat hij het predicaat met lof
had gekregen, heeft do promotor, prof. mr.
F. de Vries in een vaji veel waardeering
getuigend speechje zijn gelukwenschen
aangeboden. Hij zeide deze promotie om
twee redenen van bijzondere beteekenis te
achten, en wel om don persoon van den
promovendus en om diens proefschrift. Hij
ging den levensloop van dr. van den Tem
pel na, die al heel jong in het schildersvak
zijn brood moest verdienen, maar elke ge
legenheid om te studeeren beeft aangegre
pen.
Prof. de Vries memoreerde dan, dat de
heer van den Tempel eerst de middelbare
acte staathuishoudkunde en staatsinrich
ting heeft behaald, daarna zich opmaakte
om Latijn te gaan studeeren ten einde ge
rechtigd te zijn het hooger onderwijs te
gaan volgen, maar dank zij een ruime en
verstandige wetsbepaling dat niet noodig
heeft gehad.
Prof. de Vries prees den heer van den
Tempel dan, dat hij voor zijn proefschrift
zulk een diepgaande studie van de theo
retische economie heeft gemaakt.
De ex-Keizer op bezoek te Heemstede.
De ex-keizer van Duitschland werd gis
teren te Haarlem gezien, terwijl hij peC
auto door de stad reed.
Hij heeft een bezoek gebracht aan me
vrouw O. O. F. G. Pannwitz op de Har
tenkamp to Heemstede, waar bij de lunch
gebruikte.