VRIJDAG 24 JUNI 1927 BERICHT. buitenland binnenland 18e Jaargang No. 5600 3)e £ciobdve (Sou^cmt ABONNEMENTSPRIJS bodraagt bl) vooruitbetaling Leldea 19 cent Pe' week 12.50 per kwartaal lh»n» Agenten 20 oent pet week 12.60 pet kwertaaL Leo pet P°9t 1 2'95 Pe' kwartaal r j Qeülufltreerd Zondagsblad la voor de Abonné's ver- Kflgbaai te8eD betoog van 50 ot per kwartaal, by voor- ,Jng. Afzonderlijke nnmmers 5 cL. met Geïllustreerd blad 9 ct Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen 1. Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. II DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT! O a wo no ndvortentlën 30 cent por regel Voor Ingesonden Mededeelingen wordt het s dubbele van het tarief berekend r Kleine advertentlën, van ten hoogste 80 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, buur eo ver buur, koop en verkoop 10.50. Ill HOMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Zij, die zich met I JULI op De Leidsche Courant" wenschen te Abonneeren, ontvangen tot dien datum de Courant gpatis. DE STORMRAMP. Vorig bedrag 1255.87 V»n N. N. 5.— Uil de spaarpot van H. R. en W. 0.75 A. S. 1 Totaal: 1262.63 V Over de coalitie. De meesten onzer zijn er van overtuigd, dat de coalitie de beste samenwerking kan njn in de politiek de beste, omdat zij door innerlijke kracht, voortkomend uit ïeenschappelijke beginselen en strevin- vruchtbaar kan zijn; de beste, omdat lij de coalitie elk der samenwerkende par tijen erkent de souvereiniteit Gods t schrijven, dat de coalitie de beste umenwerking kan zijn om het inder- diad te wezen, moeten de in de coalitie jpeD partijen alle drie willen, ern- itig willen samenwerken. in deze is, helaas, nog steeds een hil op te merken tusschen Antirev. en Chr. Hist. „Het Huisgezin" wijst in dit verband op twee aotueele feitenhet optreden van het Eerste Kamerlid Anema (A.-R.), om te pleiten voor de Katholieke scholen in Cu- wpo, deze week in de Eerste Kamer, en de vragen van het Tweede Kamerlid Krij ger (Chr. H.) over een processie. Eet blad schrijft o.m.: „Professor Anema sprak toch, ofschoon het katholieken, ofschoon het Broeders en Zusters gold, omdat hij wat in zijn oog recht was, ook recht wilde heeten en als recht bepleiten. Een liberaal doet dit nooit, een sociaal democraat evenmin. Deze hoogleeraar komt op voor het reoht dersgezinden dan hij en bekreunt er zich niet om, dat kleingeestigen en anti papisten de begrippen zijn wel syno niem hem zijn houding kwalijk züllen nemen. professor Anema is de gesteltenis aanwezig, die voor een eerlijke, loyale sa menwerking een noodzakelijk en eerste -o—zijn optreden met dat van den Krijger b.v. inzake de Steenbergsche Deze christelijk-bistori8che volksverte genwoordiger was er in de feiten naast; maar wie kan, afgezien daarvan, in zijn Tragen-stellen iets andere constateeren dan een zucht om den heer Lingbeek of den heer Kersten een vlieg af te vangen en „volksdeel" van zijn stevige anti- Boomsohe gezindheid een nieuw bewijs te gevent Professor Anema opkomend voor het fteht, de heer Krijger op zijn manier ge ëigend voor de Grondwet, welk een te genstelling en welk een afstand. Men kan den heer Krijger niet vragen, m dozen van den eenen kant onzekeren, den anderen geweldigen tijd geen pootecher problemen do aandacht van den ^ëman opeischen dan de Steenberg- K e Sacramentsprocessie; hij verstaat meë omdat hij gevangen zit in den nvan zijn anti-papisme, dat zijn blik °P hot groote geheel benevelt. och zal bij hem en zijn geestverwan- r nJpe n6v©l moeten zijn weggetrokken, °ordat aan het herstel eener vruchtbare enwerking ook met zijn fraotie kan *°"den gedacht, f Professor Anema zou men zóó in gaan» bever, het geestelijk wet tusschen hem en ons is nimmer «'broken geweest." er moet in de Obr. Hist, ij wat veranderen; er moet met name ,n8©y op het doel: de coalitie aan- wpnr r..6 leidinS komen, wil de coalitie orden wat zij geweest ia. Een historisch document. isch verweerstuk in de De B- c,lu^dkw08ti e". Khe S?cbe minister van Buitenland- b? bu Ha 'T'-1Telde, heeft gistermid- •K-amer bet eerste gedeelte in- aQ net antwoord der Belgische regeering op het rapport der Duitache Rijksdagcommissie, inzake de schuld aan den oorlog. De Belgische regeering antwoordt op de Duitsche beschuldigingen, volgens welke België voor den oorlog de uit zijn neutra^ liteit voortvloeiende verplichtingen zou hebben geschonden, met name door het construeeren der vestingwerken aan de Maas en zoodoende, aldus 't rapport, Frankrijk steunde tegen Duitschland Naar aanleiding hiervan publiceert Van- dervelde diplomatieke documenten ter verdediging van België, met name de brie ven van Wilhelm I aan Leopold II, waar uit blijkt, dat het Duitschland zelf was, dat om den aanleg dezer vestingwerken heeft verzocht. Deze brief dateert van Juni 1887 en werd door Leopold ter kennis gebracht van Beernaert, die toen eerste minister was, eenige dagen voordat bij de Belgi sche Kamer de aanvrage om crediet voor den bouw van de Maasforten werd inge diend. Deze brief werd nooit gepubliceerd, doch uit den inhoud blijkt, dat Wilhelm I het plan voor den bouw goedkeurde en er den nadruk op legde, dat de vestingwer ken aan de Maas een barrière vormden tusschen Frankrijk en Duitschland Dit historische document zal thans binnen en kele dagen worden gepubliceerd. Duitschland REDE VAN STRESEMANN. Teleurstelling over Genève. De ontruiming van het bezette gebied. Geheel Duitschland is ontevreden en te leurgesteld over het verloop der jongste besprekingen te Genève, welke ontevreden heid en teleurstelling een ventiel vonden in de gister begonnen Rijksdagdebatten over de buitenlandsche politiek. Het was het gewone beeld van een z.g. „grooten dag" in bet Duitsche parlement. Zoo goed als het gebee'e corps diplomati que was aanwezig en ook de nieuwe Ne- derlandsche gezant, graaf Van Limburg Stirum, woonde voor het eerst de debat ten in den Rijksdag bij. Stresemann, die een vermoeienden in druk maakte en zich bovendien moest hou den aan een door het rijkskabinet goedge- keurden tekst voor zijn rede, stond voor een uiterst moeilijke taak Een half jaar geleden had hij te kennen gegeven, dat hij bij den Volkenhond den eisch zou stellen, dat het Rijnland moest worden ontruimd, daar Duitschland alle door het vredesver drag van Versailles gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een vervroegde ontruiming, had vervuld. Deze eisch tot ontruiming van het be zette gebied is te Genève nu zelfs niet in gediend, want men wist, dat men op on- overkomenlijke moeilijkheden zou stuiten, en gaf er de voorkeur aan zich niet aan een openlijk échec bloot te stellen Een te vroeg gekoesterde verwachting is niet in vervulling gegaan en vandaar de teleur- De tegenstanders der z.g. „vervullings- politiek" roepen thans luide: „Wat heeft het ons gebaat, dat wij door het Dawesp'an te aanvaarden, jaarlijks zwaarder wor dende lasten op ons hebben genomen? Welk voordeel heeft het ons opgeleverd, dat wij uit eigen beweging Frankrijks Wes telijke grenzen hebben gegarandeerd? Dat wij naar Genève en Locarno zijn gegaan?" Deze tegenstanders zitten in de regeering en zij hebben zelfs geweigerd, de door Stre semann te Genève aangenomen houding goed te keuren. Men heeft den minister uitsluitend bedankt, omdat hij zijn werk heeft gedaanI Aan de overzijde, onder de partijen van links, heerscht een even groote ontevre denheid. Daar verwijt men Streseman, dat hij, door de Duitsch-nationalen in de regeering op te nemen, zijn eigen werk heeft gesaboteerd. Doordien de Duitsch- nationalen tot het rijkskabinel zijn toege treden, zegt links, is Duitschlans buiten landsche politiek tot volkomen onvrucht baarheid gedoemd; het nieuwe kabinet is er niet in geslaagd, op diplomatiek terrein een stap verder te komen. Poincaré spreekt weer, zooals hij ten tijde van de Roerbezet ting sprak en het is voor een groot deel de schuld der Duitsch-nationalen, dat de Fransch-Duitsche betrekkingen weer alles te wenschen overlaten. In deze atmosfeer opende Stresemann de debatten met een zorgvuldig voorbe reide rede. In het kort kan men deze als volgt samenvatten: Duitschland zit weder tijdelijk in den put. Stresemann wist dat, toen hij naar Genève ging en hij heeft dat ook zeer dui delijk vóór zijn vertrek uitgesproken. Voor de groote mogendheden is het Duitsche probleem niet actueel. Londen heeft zorgen over Rusland, China en Egyp te en kan den toestand niet nog moeilij ker maken, door thans ook het Rijnland, Danzig en het Memelgebied ter sprake te brengen. Ook uit Rome was geen hulp te verwachten, want men is er daar niet over te sreken, dat Duitschland tot behoud van den Europeeschen vrede zich in het ItaliaanschJoegoslavisch conflict heeft gemengd. Het centrum der moeilijkheden ligt te Parijs, waar, volgens Stresemann, 1 Poincaré het veld beheerscht. Do Rijn (Stresemann zei de dit niet met ronde woorden, maar het is zijn meening) is voor de Franse hen oen compensatie-object ge worden. In de eerste plaats willen zij geld en vervolgens verlangen zij, dat Duitsch land evenals het vrijwilig zijn Weste lijke gTens heeft gegarandeerd, zich ook met zijn grenzen in het Oosten tevreden zal verklaren. Duitschland wil zulk een „Locarno van het Oosten" evenwel niet. De houding tegenover Rusland. Wat Rusland aangaat, weigert Duitsch land zoowel toe te treden tot een gemeen schappelijk anti-Russisch front als werke loos toe te zien, dat Moskou door zijn com munistische propaganda overal onrust ver- wekt. Voorzichtige bemiddeling is in deze cie rol, die Duitschland moet spelen. Het langdurige onderhoud, dat Stresemann, alvorens naar Genève te vertrekken, te Ba den-Baden met den Russischen volkscom missaris van Buitenlandsche Zaken, Tsjit- sjerin had, vond een tegenhanger in een even langdurige bespreking te Genève met Chamberlain. Overigens heeft Duitschland er groot be lang bij, dat de vrede in Europa gehand haafd blijft, zoowel met Rusland als op den Balkan. Dit is in groote lijnen het pro gram der huidige Duitsche buitenland sche buitenlandsche politiek. Antwoord aan Poincaré. Het geheele tweede gedeelte van Stre- temann's verklaring was een antwoord op de rede van Poincaré te Lunéville. Hij zeide, dat zoowel de toon als de in houd van Pioncaró's rede een pijnlijken indruk had gemaakt. Spr. wil niet in gaan op de beschouwingen, welke in deze rede gewijd zijn aan de details der Duit sche oorlogsvoering. Ik kan mij de weer legging der tegen Duitschland geuite ver wijten besparen aldus spr., daar de wereld reeds te goed Is ingelicht om te kunnen veronderstellen, dat dergelijke beweringen nog geloor zouden vinden. Belangrijker is echter, wat de heer Pion- caré over do thans nog' uangendo kwesties neeft gezegd. Hij verklaart, de goede be trekkingen met Duitschland niet in het ge ringste te willen verstoren, doch hij schijnt de meening toegedaan te zijn, dat Duitsch land zich nog geheel anders zal moeten oriënteeren op politiek gebied om tot die goede betrekkingen te kunnen komen. Hij heeft gewezen op het feit, dat een Duitsch oorlogsschip nog den naam „Elsass" draagt. Dit schip is echter reeds in 1903 gebouwd en heeft toen zijn naam ge kregen. Pioncaré heeft in vollen ernst beweerd, ging Stresemann voort, dat ik geen op recht aanhanger van de Locarno-politiek zou zijn. Waarom verwijst de heer Pion caré echter niet naar de regeeringsver- klaring, welke rijkskanselier Marx na de vorming van het tegenwoordige kabinet Ir, den Rijksdag heeft afgelegd? Daarin zeide hij uitdrukkelijk, dat de tot dusver gevoerde buitenlandsche politiek op de ba sis van het verdrag van Locarno zal wor den toegeschreven, dat hij ten gevolge van zijn ambtsverwisseling niet voldoende in gelicht was omtrent de voorgevallen ge beurtenissen. Op 12 December 1926 Is door de mogend heden van den Gezantenraad te Genève met \oldoening geconstateerd, dat omtrent het grootste deel der meer dan 100 hangende kwesties overeenstemming was verkregen. Slechts twee waren nog onopgelost: in zake de vestingen in het Oosten en de Pruisische politie. Met het vervullen der desbetreffende eischen is men thans bezig. De bonden, die in strijd waren met de wet telijke voorschriften en zich met militaire aangelegenheden bezighielden, zijn ont bonden. Op grond van dit alles is het onmoge lijk, Duitschlands goede trouw bij het ver vullen der verdragsverplichtingen in twij fel te trekken. Het zou beter zijn, wanneer Poincaré zijn grooten persoonlijken in vloed had aangewend om overeenstemming te verkrijgen in zake de verminde 'ng der Rijnlandbezetting. Frankrijk. Mislukte stormloop. De socialisten hadden gehoopt fn de rede voering van Poincaré, te Lunéville uitge sproken, een middel te vinden om het kar tel te herstellen. De Herriotistische radi calen deden daaraan mee. Ze zijn echter r.iet talrijk genoeg geweest en een voor stel van den radicaal Bastid £n de com missie voor buitenlandsche aangelegenhe den om over de rede van Lunéville een openbaar debat in de kamer te doen hou den, werd met groote meerderheid ver worpen, daar men zulk een debat uit di plomatiek oogpunt ontijdig en gevaarlijk achtte. Men gelooft, dat de socialisten nu er van af zullen zien een interpellatie in (e dienen, die toch geen succes kan hebben. Engeland De vakvereenigingswet. Do vakvereenigingswet is in derde le zing met 354 tegen 139 stemmen door het Lagerhuis aangenomen. Cosgrave herkozen. Het Ierecho parlement heeft Cosgrave tot president der regeering van den Vrij staat herkozen. Albanië Het conflict met Joego-Slavië. Do tolk binnenkort vrij? De „Grazer Tagespost'' verneemt uit Belgrado, dat Achmed Zogoe volgens een bericht uit Tirana den vertegenwoordi gers der groote mogendheden heeft mede gedeeld, dat de Albaneosche regeering besloten heeft den gearresteerden tolk in vrijheid te stellen. De Albaneescho re geering verbindt hieraan de voorwaarde, dat de Joegoslavische regeering haar protestnota intrekt en een nieuwe, in zachteren toon gestelde nota verzendt. Rusland KINDERELLENDE. Aan een correspondentie in de „Libre Belgiquo'' uit Moskou ontleenen we het volgende: Twee jaar geleden werd te Moskou een vereeniging van kindervrienden opge- richt, die in bijua alle groote centra van het land onderaf deelingen vormde. Het doel der vereeniging was strijd tegen de toen reeds groote kinderellende te voeren. Zij genoot van de regeering een officieele subsidie. De „Pnawda" en de „Iswestia" hadden voor haar een inzameling georga niseerd. Thans is deze vereeniging weer opge heven, daar verreweg het grootste deel van het door de regeering uitgegeven geld niet den kinderen, maar den ambtenaren ten goede is gekomen. De Russische be volking schijnt geheel aan het zien van de verwaarloosde kinderen gewend te zijn. Men is zelfs niet meer verwonderd, wan neer men hen in troepen ziet oprukken om geheele dorpen te overvallen en uit te plunderen. Dit is voor hen namelijk het eenigfc middel om hun honger te stillen en zich kleeding te verschaffen. Men ontmoet geheele troepen kinderen, die in spoorwagens of op de trottoirs sla pen. Deze verwaarloosde kinderen heb ben dikwijls bonden gesticht om zich door georganiseerde roofpartijen, diefstallen en inbraken, van voedsel en kleeding te voor zien. Op honderd kinderen komt men er nauwelijks twee tegen, die niet rooken, drinken of cocaïne gebruiken. De helft van deze kinderen gaat ten gronde door alcohol en tabak. In de bonden valt aan een scheiding van beide geslachten niet te denken. Do zedenverwildering van de meisjes is dan ook bijna nog beklagenswaardiger dan, uie van de jongens. Eenogen tijd geleden zocht de sovjet- regeering dit euvel krachtig te bestrijden. Het gelukte op één dag in Moskou 3000 van zulke rondzwervende kinderen bijeen te brengen. Deze werden toen naar do Zuidelijke districten vervoerd en in spe ciaal daarvoor ingerichte kolonies on in gebracht. Maar ook in deze kolonies leef den de kinderen in de grootste ellende. Zij liepen den geheelcn winter op blooto voe ten rond, hun kleeren zijn niet meer dan een paar oude lompen en zelfs de meest elementaire begrippen van zindelijkheid werden verwaarloosd. In de kolonie Vorowsky, een vroegere bezitting van een vorst, met een paviljoen van 44 kamers zijn 350 kinderen onder gebracht. Onder deze 350 kinderen kwa men binnen zes maanden 3096 ziektege vallen voor. Minstens 10 pet. van do kin deren is tuberculeus. Maar ook onder de oogen van de cen trale regeering in Moskou zijn de toe standen niets beter dan in de districten. In Moskou bestaat een inrichting waar verwaarloosde, rondzwervende kinderen, die door de politie worden Opgepakt, on dergebracht worden. Bij deze inrichting worden tot 820 jongens en 250 meisjes per dag. aangebracht. Het zijn waarlijk troostelooae toestan den. Rooverbende veroordeeld. Tien leden ter dood gebracht. De arrondissementsrechtbank ie Ko- resten in de Oekraine heeft uitspraak ge daan in het proces tegen een bende, die plunderde en moordde in het aan Polen grenzende gebied en na elke in Sovjet- Rusland gepleegde misdaad do wijk nam naar Polen. Tien der bendeleden werden ter dood veroordeeld, negentien anderen tot gevangenisstraffen van verschillenden duur. De doodvonnissen zijn reeds vol trokken. China. Tsingtau in hanen der Zui^ens*"**? Volgens oen te Sjanghai verschijnend blad zou keneraa! Bed-Bau-san, een ou derbevelhebber van Soen Tsjoean-fang, die te Tsingtau gedetacheerd was, in op stand zijn gekomen en Tsingtau aan Tsjang Kai-ejek hebben overgegeven. Een afstraffing van Ningpo? Twaalf beulen gearriveerd. De nationalistische generaal Yang hoe, commandant van het district Sjanghai, is HET VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Rede van Stresemann in den Rijksdag. Geen interpellaties in de Fransche Ka mer inzake Poincaré's rede te Lunéville. Kinderellende in Rusland. De Indië-vliegers zouden heden naar Allahabad vertrekken. (Luchtvaart, 2de blad). BINNENLAND. Promotie van pater S. Bernsen O.F.M. (Wetenschappelijke Berichten, 2de blad). Overleden is Pater Joachim v. d. Poel O.F.M.( Kerknieuws, 3de b'ad). De a.s. zonsverduistering, (lste blad). Een ernstige dorpsruzie voor de recht bank te Haarlem, (Rechtzaken, lste blad). Onze Geïllustreerde Pagina Do photo-pagina geeft o.m.: do Lind- bergh-huldiging in Amerika; jaarvergade ring Ned. Blindenbond; wegwedstrijd door Frankrijk; rennen te Auteuil. met een wacht van 200 man en 12 beulen naar Ningpo vertrokken. Hij zou van plan zijn, aan de commu nistische praktijken aldaar een einde te maken. Men verwacht bloedige représailles. ZONSVERDUISTERING. 29 Juni zullen we, als reeds gemold, een zonsverduistering beleven, die hier in Ne derland wel niet totaal, maar toch bijna totaal is. Ze begint heel vroeg en „men" zal dus extra maatregelen moetx nemen, als men er ie-te van merken wil. Het eerste spoor van de verduistering zal hier zichtbaar zijn te 5 11. 45 m. zomer tijd, de grootste phase wordt bereikt te 0 u. 40 m. als wanneer bijna de geheele zon, nL 92 pCt., door de maan bedekt wordt, het laatste punt der verduistering is te 7 u. 39 nu, alles in den morgen van Woens dag 29 Juni. De centrale lijn, waarop een oogenblik algeheele verduistering zal zijn, loopt dan van Southport (aan de Iorsche zee) tot Hartlepool (aan de Noordzee). Van Enge land steekt de centrale lijn do Noordzee over om in Stavajiger Noorwegen te berei ken; dwars door Noorwegen en Zweden loopt zij naar de Noordelijke IJszee. Of eigenlijk, alles precies omgekeerd. Op de centrale lijn, zoowel in de buurt van Oslo als Noordelijker zijn verschillen de expedities, een Nederlandsche zit in het Noorden van Zweden bij de Russische grens in Gcllivara, iets ten Noorden van den poolcirkel, het gebied der midder- nacbtszon dus. Promotie dr. J. van den Tempel. Aan de Handelahoogeschool te Rotter dam is gisteren met lof gepromoveerd tot doctor in do handelswetenschap het so ciaal-democratische lid van de Tweede Ka- pier, de heer J. v. d. Tempel, op een proef schrift: Macht en economische wet, een onderzoek naar de botcekenis van econo mische macht voor do inkomensvorming, in het bijzonder ten aanzien van het ar beidsloon. Nadat do rector magnificus in de se naatskamer den jongen doctor modego- deeld had, dat hij het predicaat met lof had gekregen, heeft do promotor, prof. mr. F. de Vries in een vaji veel waardeering getuigend speechje zijn gelukwenschen aangeboden. Hij zeide deze promotie om twee redenen van bijzondere beteekenis te achten, en wel om don persoon van den promovendus en om diens proefschrift. Hij ging den levensloop van dr. van den Tem pel na, die al heel jong in het schildersvak zijn brood moest verdienen, maar elke ge legenheid om te studeeren beeft aangegre pen. Prof. de Vries memoreerde dan, dat de heer van den Tempel eerst de middelbare acte staathuishoudkunde en staatsinrich ting heeft behaald, daarna zich opmaakte om Latijn te gaan studeeren ten einde ge rechtigd te zijn het hooger onderwijs te gaan volgen, maar dank zij een ruime en verstandige wetsbepaling dat niet noodig heeft gehad. Prof. de Vries prees den heer van den Tempel dan, dat hij voor zijn proefschrift zulk een diepgaande studie van de theo retische economie heeft gemaakt. De ex-Keizer op bezoek te Heemstede. De ex-keizer van Duitschland werd gis teren te Haarlem gezien, terwijl hij peC auto door de stad reed. Hij heeft een bezoek gebracht aan me vrouw O. O. F. G. Pannwitz op de Har tenkamp to Heemstede, waar bij de lunch gebruikte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1