WEEKREVUE.
DIERENBESCHERMING.
Dierenbescherming is heel erg mooi; be
handel de dieren mot zachtheidniet
waar, dat werd je vroeger onder een stevig
pak slaag al ingeprent, als je de poes bij
zijn staart in een bloeiende peerebom had
geslingerd.
Maar als het zóó gaat....
In Den Haag was er eens een dame (er
rijn een heeleboel „dames" in Den Haag)
ik bedoel hier een speciale dame, een dame.
die nou laat ik het maar zeggen een
mormeldier van een hond(je) aan baar
boezem koesterde.
Als zij thuiskwam en het hondje was
niet mee uitgeweest, omdat het zulk guur
weer was, dan begroette zij dat hondje
aldus:
„Dag mijn hoezele foezele, koezele, snoe-
zelc poezele manneke". (Dat zei ze ook als
die hond tot het vronwelijk geslacht be
hoorde en ik denk, dat zij dat zeide, omdat
zij een dame was).
„Dag bonneponnie, snoesje, suiker- en
kaneelstokkie" plus nóg een paar honderd
meter dergelijke gevoels-esperanto.
Een volledige beschrijving van de spc-
cialo verzorging en bewaking, die dat dier
„genoot" kan ik U ^besparen, want dat
weet u.
Maar als het zóó gaat.
In Zij taart, een nederzetting van op de
kop af 246 menschen, 8 kippen, dertien
lianen en nog eenig ander ongedierte, zou
een circus komen.
Dit kwam het hoofdkantoor van den
Middel-Europeeschen Bond tot bescher
ming van dieren ter oorc en aanstonds ac
tief, zond zij een schrijven aan de Zijtaart-
sche vroede vaderen met het verzoek, om
de grenzen hunner nederzetting voor een
diergelijk dieronteerend bedrijf gesloten te
houden, en zoo de besluurderen dier ge
meente daartoe niet konden besluiten dan
in allerlaatste instantie toch- goed toezicht
te houden op die schatjes van olifanten en
lijgors, te zorgen voor een zachte rustplaats,
goed toebereide maaltijden, tochllooze ver
blijfplaatsen enz.
Ja ziet u als het zóó gaat.
Li Parijs is een li on den kerk hof. Daar
„rusten" de na lange en liefderijke zorgen
toch nog overleden lievelingen der Parij-
eche dames, die (zoowel de lievelingen als
de dames) in hun leven het zoete der aar
de smaakten en dio (nu alleen de lievelin
gen en niet de dames) getooid gingen met
een halshand van licht blauwe, zijde en
een mooie, groote strik, van dezelfde kleur,
die op straat mee wandelden, aan de hand
dier dames, eveneens door middel van een
zijden lint in de kleur van den balsband.
De prachtigste zerken dekken die bon
dengraven, zerken waarop in de meest ont
roerende woorden, de liefde, de aanhanke
lijkheid en de trouw van de diep betreur
de en veel beweende viervoeter staan uit
gebeiteld.
Ja ziet u als liet zóó gaat.
Zoo zou ik met het grootste genoegen
•tog een beele poos kunnen doorgaan met
het geven van staaltjes uit bet leven der
dieren. Maar dan rijst de vraag dringend
en dreigend: Zijn die dames (ik geloof niet
dat er beoTen bestaan, die zich aan zooiets
bezondigen) eigenlijk wel heelemaal goed
snik.
Ik moet toegeven, dal deze vraag ietwat
oneerbiedig is. want dames, die zich de
dure weelde van zoo een hondje kunnen
veroorlooven, zijn meestal zeer rijk, maar
toch stel ik die vraag en ik zeg erbij:
Als liet zóó gaat.
Er was eens oen dame. ik ken haar
persoonlijk, maar ik noem natuurlijk geen
naam. Die dame bad een dienstbode. En
die dame èn die dienstbode laten we
zeggen: Keetje leefden beiden in een
zeer sterk ontwikkeld gevoel voor de dieren,
poogden zelfs daarin elkaar te overtreffen.
En zoo geschiedde het volgende!
Toen op oen regenachtige morgen Me
vrouw in ocbtendtoilet gekleed op haar
chaise longue te rusten lag, werd zij ge
plaagd, herhaaldelijk geplaagd, door een
vlieg.
Reeds meermalen bad zij dat dier zoo
niet verjaagd, maar dan toch te kennen
gegeven, dat zij van baar bezoek niet was
gediend. Edoch, dat hielp niets. Toen
ontbood zij Keetje, wie zdj opdroeg de vlieg
te vangen.
Keetje ging op jacht en ving de vlieg.
„Niet doodmaken Keetje' niet doodma
ken',, riep Mevrouw in doodsangst, „doe
liet raam maar open en laat ze maar naar
buiten vliegen".
Keetje opende het raam, maar met een
meewarig gezicht keerde zij zicli om naai
baar Mevrouw en zei: Och, Mevrouw, het
regent zoo!
Ja ziet u als het zóó gaat.dan zon
ik op die bovengestelde vraag bevestigend
moeten antwoorden.
Maar ik denk: een arend vangt nu een
maal geen vlicen, nietwaar?
me nog zoo angstig of er niets meer aan
te deen was. Aan je lichaam niet, zei ik
En nan m'n ziel dan, Jack"? Ik
raapte m'n laatste greintje geloof bijeen
en staple even op en'neer. terwijl ik Maria
bad, medelijden met hem te hebben. Toen
zei ik ferm weg: Ja. wel. Jan, God wil al
tijd vergeven, als wij spijt hebben. Hij ver
gaf ook den goeden moordenaar.
Wil ik een priester Toepen?" Hij was
blij en liet mij begaan. Een week later
stierf hij, nadat hij de Heilige Sacramen
ten bad ontvangen. Nu moet ik z'n laatste
wensch volbrengen, en z'n moeder uit zijn
raam vergiffenis vragen en haar zeggen,
dat bij haar in den hemel hoopt weer te
vinden. Och, hoe heel ze ook weer? Wacht,
daar heb ik het: ,3rigit(a Noonan". Jack's
zuster, de jonge Rosa, die mee bad staan
luisteren naar het verbaal, riep op eens:
die ken ik goed! Dat is bet oude moe
dertje, dat iedereen bier Rust-in-vrede
noemt. Wat zal dat arme schepsel blij zijn!"
Nog denzelfden avond ging Willem mee
met Michiel Dempsy, om het moedertje
nog voor den nacht gelukkig te maken. Dat
óóne woord: „bij, haar zoon Jan, stierf een
goeden dood", was de grootste blijdschap,
die men dat zwaargewonde moederhart kon
bezorgen. Men ging dien avond zeer laat
ter ruste en toen Bust-in-rede den volgen
den morgen nog niet opgestaan was, ter
wijl allen aan 't ontbijt zaten, ging vrouw
Dempsy eens kijken, of ze soms ziek was.
Daar lag de oude Brigitta, met een trek van
zalige vreugde op bet gelaat. Zij sliep den
eeuwigen slaap en waarschijnlijk genoot
haar ziel de eeuwige rust, die ze zoo dik
wijls voor anderen had afgebeden.
„Hsgz."
DE VIOOLTJES ONDER
HET KRUIS.
Het is al jaren geleden, dat de kleine,
blondgelokte Katy, een Jrind van twaalf ja
ren, en altijd even vroolijk en opgeruimd,
nog tot een van mijn beste en meest ge
liefde leerlingen behoorde. Ze was de lie
veling van hare ouders, de prettigste speel
genoot voor hare vriendinnen; op school
altijd ijverig, volgzaam en braaf, terwijl zij
in het huis des Hoeren steeds ieders aan
dacht trok door hare innige en kinderlijke
vroomheid.
Het ouderlijke bnis was door een groo-
ten tuin omgeven, waar crocussen, sneeuw
klokjes, violen cn vele andero lentebloemen
reeds het oog verlustigden., wanneer daar
ergens anders nog nauwelijks aan werd ge
dacht. Hier loefde Katy dan ook bet liefst.
Doch ook wendde zij gaarne hare schre
den naar het vrije veld. Bij liare vele wan
delingen in Gods schoone natuur kwam het
kind meestal voorhij een kruis, dat door
een hreede linde overschaduwd was. Nooit
verzuimde zij dan even neer te knielen voor
den Gekruiste en een kort maar aandach
tig gebedje te zeggen
Op zekeren keer, 't was een mooie April
dag, viel het de kleine op, dat cr op do
lente-groene graszoden, geen enkele bloem
stond. In haar kinderlijke eenvoud sprak
ze: „Wacht mijn goede Heiland, ik zal eens
wat mooie bloemen voor U halen. Ik geloof
zeker dat hun zoele geur U zal verblijden."
Vlug liep Katy heen en vertelde het aan
haar moeder. Deze was zeer verblijd met
LIED VAN DEZEN TIJD.
JUNI.
t Is nu Juni, dus.'t is zomer,
Hollanders bereidt u voor.
Strakjes breekt de zomerzonne
«tralende de wolken door.
Strakjes kunt u gaan genieten
van ^de bosschcn of de bei,
Als 't tenminste niet zulk weer is
Als t geweest is in de Mei.
t Is nu Juni, tijd van ijsco's,
T'jd van zwembroek en van strand;
legen zulke zomerweelde
Is geen Hollandsch hart bestand.
Hrachtig wit flanellen broeken,
Haait men lachend voor den dag,
hj gestemd, dal men weer van de
zomermaand genieten mag.
En nu gaan we plannen maken.
Nu wordt ernsLig overdacht,
Waar de zomersche vacantie
Deze keer -dient doorgebracht.
Met zeer voel enthousiasme
Deelt een elk zijn plannen mee.
En eenstemmig wordt besloten:
Veertien dagen naar de zee.
Alle zecbenoodigdheden
Zijn dan daad'lijk bij dc hand,
Emmers, schoppen en een badpak,
Een paar schoenen voor het strand.
Heele dunne zomerkleeren
Worden er bij aangedaan.
En daarna kan de familie
Opgewekt naar zee toegaan.
het deulbeeld van haar lieveling en.schonk'
haar cenïgc violenplontjcs, die het kind
naar bet kruis aan den weg bracht en be
hoedzaam er 'voor in den grond plantte.
Jaren zijn vervlogen sinds dezen lente
dag. Het lokkige blonde kind is een jonge
dame geworden. Schoon en lieftallig als
voorheen vinden wij haar terug. Toch heeft
er een verandering met haar plaats gegre
pen; haar kinderlijke vroomheid is ver
dwenen. Gelijk zoovele opgroeiende meis
jes is bet ook haar gegaan. Zij voelde zich
zoo zeer gestreeld door de van alle kanten
betoonde bewijzen van genegenheid, sinds
zij hare intrede in de wereld en in gezel
schappen had gedaan. Zij leerde den zoe
ten smaak van den giftdrank der vleierij
kennen en hield er van, zich met mooie
kleeren, kostbare ringen en allerlei opsmuk
te tooien.
Haar weliswaar door cn door goede cn
bezorgde moeder, dio echter zelf ook wat
ijdel was, dorst in hare blinde liefde geen
vermanende woorden tot haar verdwaasde
dochter spreken.
Maar de Goddelijke Heiland liet niet toe,
dat dit hart, dat eens zoo kinderlijk trouw
en warm voor Hem geklopt had, in de
vreugden en gevaren dezer wereld zou ten
onder gaan.
Weer scheen de Aprilzon warm en vroo
lijk en lokte de blijde menschen naar bui
ten in de pas uit den winterslaap ontwaakte
natuur.
In gezelschap van eenige meisjes van
haren leeftijd snelt Katy in luchthartige
stemming door de velden. Hare levendige
gesprekken gaan over de vele genoegens en
afwisselingen, die de afgeloopen winter
met zich bracht.
Ach, hoe heerlijk en mooi is toch het
leveu, roept Katy overmoedig uit; en wat
zijn wij meisjes toch gelukkig, dat wij al
les naar hartelust genieten kunnen!
Zij wil haar vreugde in nog meer begees
terdo woorden uiten, doch wordt onderbro
ken door een harer vriendinnen die jube
lend uitroept:
Viooltjes, viooltjes! Ziet eens, bet heelo
grasperk is er mede overdekt!
Allen loopen op de vriendin toe, welke
bij het om. bekende kruis aan den weg de
voor jaren door reine kinderhand geplante
bloemen heeft ontdekt: Zij plukken do geu
rende blauwe violen, en niemand van haar
ziet ook maar even op naar het beeld van
den Gekruiste.
Doch neen, één houdt zich afzijdig en
deelt niet in de algemeene vreugde. Het
is Katy.
Wat is er met haar gebeurd? Hoe ver
anderd staat zij daar opeens. Even gele
den sprong zij nog zoo dol en uitgelaten
rond, en nu staat zij daar zoo zwijgend en
verward.
Gelijk een waarschuwende bliksemstraal
uit den hemel trof haai bij den uit: p ha
rer vriendinnen de herinnering aan dien
gewijdon dag barer jeugd, toen zij in ge-
loovige liefde deze viooltjes had geplant
Gelijk een groet uit dien heerlijken tijd,
toen zij baren Heer en Heiland aan hei
kruis nog zoo innig cn oprecht beminde,
waait baar nu de geur van die blauwe
bloempjes tegemoet.
Een gloeiend rood overdekte hare wan
gen, nu zij denkt aan de dwaze woorden,
die zij zoo juist in haar lichtzinnigen over
moed heeft uitgesproken. Zij had naar
nieuwe genoegens gesmacht, cn gedorst
naar de verleidingen van deze verdorven
wereld. Och, ook de Heiland had eens in
diepe smart de woorden uitgeroepen: „Ik
heb dorst!" Maar Hij dorstte naar het heil
der menschen en naar hunne liefde. Katy's
blik valt op het door ouderdom verweerde
en haast onleesbare inschrift aan don voet
van het kruis:
„Slechts indien iemand u ooit meer lief
de betoonde, als Ik u betoon, dan pas
moogt gij hém meer liefhebben als Mij".
En nu vraagt zij zich af, of zij werke
lijk onder allen menschen die haar vereeren
en beminnen er één gevonden heeft, die bét
ernstiger en oprechter met haar en haar
geluk meende, als Dengene dien zij zoo
trouweloos verlaten en verraden heeft, en
die nu vanaf liet kruis vermanend cn waar
schuwend op haar nederblikt.
De plagende uitroepen harer vriendin
nen trekken Kaly nit haar overpeinzingen.
Hè Katy, wat scheelt jou? Ben je be
dwelmd door den geur der violen, of ben
je misschien wel in vrome overwegingen
verzonken?
Het jonge meisje geeft echter geen ant
woord op deze vragen; zij neemt oen aan
geboden bouquetje dankend in ontvangst en
gaat met do anderen samen voort, doch
voor vandaag is hare vroolijkbeid gewe
ken. Steeds komt haar weer het inschrift
van bet kruis voor den geest.
Toen Kaly huis gekomen was, legde zij
Toen Katy thuis gekomen was, legde zij
sinds langen tijd geen aandacht moer had
geschonken. Zij zinkt op haar knieën ne
der en bidt uit den grond van haar hart,
zooals voorheen in de schoone dagen der
jeugd.
Vanaf dit uur draagt zij geen overdre
ven opschik meer, zij vermijdt dc uitgela
ten genoegens.
Toch blijft zij steeds vroolijk en lieftal
lig, en do besten barer vriendinnen volgden
spoedig haar goedo voorbeeld.
„Kath. Missiën".
Aan liet zeestrand aangekomen
„Hé, kijk, nou betrekt de lucht",
't Regent, en heel de familie
Gaat in wanorde op de vlucht,
'n Parapluie werd er vergeten,
Vader liet zijn borstrok uit.
En gaat kwaad en nat naar huis 1
En.... met een verkonden snuit.
TROUBADOUR.
EEN JUBILEUM VAN DE
HARMONICA.
Dc zomer van het jaar 1927 brengt ons
een zeer bijzondere jubileum: De honderdste
verjaardag van de aardige, kleine mond
harmonica.
In bef kleine plaatsjs Trossingen, gele
gen in het Zwarte Woud, een hoofdzetel
van de Duitschc Harmonica-Industrie, is
men reeds sinds maanden bezig om te zor
gen dat de herdenking van de vervaardi
ging der eerste mondharmonica op waar
dige wijze gevierd zal worden.
Een sfeer van romantiek zweeft om het
ontstaan van dc mondharmonica. Honderd
jaren geleden woonde in Trossingen do la
kenwever Christian Messuer, een eenvou
dig en braaf man, die zich van zijn tijdge-
noolen onderscheidde door een drang naar
weten, welke gepaard ging met een niet
KALENDER DER WEEK.
N. B. In deze weri. iederen dag Gloria
en Credo; Sequens: ..Veni Sancle Spiritus";
Prefatie en de gebeden „Communicantes"
en „Hanc igitur" van Pinksteren. Klour:
Rood.
ZONDAG, 5 Juni. ,H o o gf e e s t van
Pinksteren. Mis: Spiritus.
Do beloofde H. Geest is ons geschonken.
De Geest des Heeren vervult geheel de aar
de! Alleluja (Introïtus). Moge Hij ook onze
harten vervullen en daarin ontvonken bel
vuur Zijner heilige liefde (Alleluja-vers).
Moge Hij ook zijn de zoete Gast onzer zie
len, aan wie in Hem geloovon geven Zijne
zevenvoudige gaven. (Sequens).
MAANDAG, 6 Juni. Tweede Pink
ster d a g. Dag van devotie, geen verplich
ting van Mishooren, doch op verlangen van
Paus en Bisschop te vieren als Zon
dag. Mis: Cibavi t.
Pinksteren is bet feest van de stichting
der Kerk. Het Epistel verhaalt ons van
den groei der Kerk in de eerste dagen.
(Petrus bezield door den H. Geest, bekeert
vele heidenen door zijne prediking tot
Christus' Kerk, welke ook nu nog leert en
zal blijven leeren: „Wie in Christus gelooft
zal niet verloren gaan, maar eeuwig lo
ven" (Evangelie).
DINSDAG, 7 Juni. Derde P i nk s t er-
dag. Dag van devotie. Mis: Accipite.
WOENSDAG, 8 Juni. Vierde dag v.
h. Pinkstoroctaaf. Quatertemper.
Geboden Vasten en onthoudingsdag. M i s:
De u s. 2e gebed voor Kerk of Paus.
DONDERDAG, 9 Juni. Vijfde dag v.
h. Pinksteroctaaf. Mis: Spiri-
t u s. 2e gebed v. d. H. Primus en Felicia-
nus, Martelaren.
VRIJDAG, 10 Juni Quatertemper.
Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Mis:
R e p 1 e a t u r. 2e gebed v. d. H. Margari
ta, koningin-weduwe.
Margarita stamde van vaders zijde af
van de Engelsche koningin, van moeders
zijde van de Romeinsche keizers. Zij werd
geboren in Hongarije, waar haar vader
toen als balling verbleef cn Margarita hare
kinderjaren heeft doorgebracht in gods
vrucht. Op 24-jarigen leeftijd trad zij in
het huwelijk met Malcolm, koning van
Schotland en werd in 1070 als koningin van
dat land gekroond. Een hcilzaamcn invloed
oefende zij uit op het barf van Malcolm en
zij wist hcn\ diè godsvrucht in te prenten,
welke hem heeft gemaakt lot een der
deugdzaamste koningen van Schotland.
Margarita's huwelijk werd gezegend met
acht kinderen. De koningin begreep bare
moederplichten en was voor alle christelij
ke moeders een voorbeeld. Zelf onderwees
zij hare kinderen in do grondbeginselen
van den godsdienst en in hunne kinderhar
ten wist zij te ontstoken diè liefde tot God,
waarvan zi' zelve ervuld was. Bijzonder
muntte zij ook uit in liefde tot do armen.
In hunne persoon eerbiedigde zij Jesus
Christus en van elke gelegenheid maakte zij
gebruik oir hen behulpzaam te zijn, to
troosten on in hunne behoeften to voorzien.
Margarita stierf den lOden November 1093.
Op dat oogenblik werd haar gelaat, dat
door langdurige ziekte vermagerd en lee-
lijk geworden was, onverwachts met bui
tengewone schoonheid overtrokken.
ZATERDAG, 11 Juni. Quatertem
per. Geboden Vasten en Onthoudingsdag.
Mis: Caritas. 2e gebed v. d H. Bar
nabas, Apostel.
N.B. Op dezen dag worden do nicuwo
priesters gewijd. Bidden wij dezen dag voor
lien, opdat de H. Geest in hen uitstorte het
liefdevuur, dat Christus is komen brengen
op aarde (Gebed na de le les) e.i zoo nood
zakelijk is voor een vruchtbaar priester
leven.
In de Kerken der E.E. P.P. Franciscanen.
Alles, als in bovenstaande kalender, be
halve:
WOENSDAG, 8 Juni. 2e gebed v. d. Z.
Pacificus van Cerano.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
allcdaagscbcn ondernemingsgeest.
De jonge Messner stelde zich de taak om
door een horizontale ligging van metalen
loontjes een goedkoop en bruikbaar mu
ziekinstrument voor dc brecde lagen der
volksklasse te vervaardigen.
Zijn vader, een handwerksman van den
ouden stempel, vond de pogingen van zijn
zoo slechts tijdverspilling en beuzelarij en
verbood hem tenslotte ermee verder te
gaan. De zoon was echter, wat meermalen
het geval is. verstandiger en meer vooruit
ziend dan de vader en zette zijn pogingen
in liet geheim voort. Als werkplaats diende
hem de voor nieuwsgierige blikken gevrij
waarde duiventil. Hij nam den muziek-
leeraar van het dorp in vertrouwen en deze
stond hem met raad en daad ter zijde.
En op zekeren dag was het pleit gewon
nen. De gelukkige uilvinder hield in zijn
bekwame en vlijtige handen do eerste
mondharmonica. Het was geen instrument
zoo volmaakt als de tegenwoordige mond
orgel. In ieder geval echter een instrument
dat de basis voor een mondharmonica
vormde en aan de toentertijd bescheiden
eischen voldeed.
Het bestond slechts uit 2 doelen: één
uit hout en verder de uit lood vervaardig
de s'lemplaten waarin de gleuven voor dc
toontjes gevijld waren.
Zonder dralen ging Messner ertoe over
van zijn uitvinding partij te trekken. Do
eerste instrumenten verkocht hij aan vrien
den en konnissen, op de kermis en hij fees
telijke gelegenheden. Door vele reizen in
Zuid-Duitschland, Oostenrijk en Zwitser
land verwierf het aardige instrument spoe
dig een groote vermaardheid en werd liet
vooruitzicht geopend op een omzet op
groote schaal.
Voor Trossingen was het een geluk dat
de jonge Messner in de duiventil van zijn
vader oen ongestoorde toevlucht gevouden
had. Honderd jaren geleden was Trossin-
gon een eenvoudig dorpje in hot. Zwarte.
Woud, waarvan de bewoners zich als klei
ne boeren en handwerkslieden door het
leven sloegen.
Tpgcnwoordig behoort Trossingen tot
de bloeiendsto industrieplaatsen van het
Zwarte Woud. De grondslag tot deze ver
bazingwekkende vlucht werd door het pio
nierswerk van den lakenwever Christian
Messner gelegd.
Men lette op de volgende cijfers:
Do Trossinger harmonica-industrie, die
sinds eenige tientallen van jaren ook de
vervaardiging van Accordeons in haar ar-
bcidsprogrnmmi opgenomen heeft, geeft
tegenwoordig aan 7000 arbeiders en arbeid
sters le Trossingen werk.
De jaarlijkscbe productie bereikte het
enorme getal van 30.000.000 instrumenten,
hetgeen golüksfnat met GO pet. der wereld
productie. De mond-harmonica heeft van
Trossingen uit de goheele wereld vproverd,
en is in alle werclddeelen ingeburgerd.
In New-York en Buenos-Aires is zij
evengoed thuis als in dc toovcrwercld van
Indische en Oost-Aziatische groote steden.
Ook do inboorlingen van Afrika zijn reeds
Jang onder de bekoring van dc mondhar
monica.
Vermeldenswaardig is nog dat een der
metgezellen van den Noordpoolvlicger Byrd
de Noordpool mot dc tonen uit een Troa-
singcr mondharmonica begroette.
Trossingen heeft het voornemen om dc
stichting van de harmonica-industrie fees
telijk te herdenken. Op den feestdag zelf
wordt de eerste steen voor een raadhuis
gelegd, dat de herinnering aan Christian
Messner levendig zal houden en als verza
melplaats zal dienen voor elk cultureel
streven van dc. gemeente. Dit gedenklccken
zal den schoenen naam van „Harmonica-
Laus" krijgen
ANECDOTEN.
Kindermond.
Moeder: Als jc zoo stout blijft, Maiielje
dan zal ik je legen een braaf kind om
ruilen.
Marietje: Dat kan je toch niet, moedor,
want wie zal nu ccn braaf kind voor ccn
stout kind geven.
Een uitvlucht.
„Zeg buurvrouw, gij bebt mij nog
steeds niet bet koffioservies teruggegeven,
dat ik u voor zes weken geleend heb!"
„Dat is zoo, maar intusschen heb ik bet
weer eenige malen noodig gehad, en ik
wou u liict zoo dikwijls lastig vallen!
In het restaurant.
„Kellner, gij zijt misschien wat tiard-
hoorig?"
„Neen mijnheer, waarom?''
„Ik dacht, dat gij mij misschien n et
goed verstaan hadf, ik heb namelijk kalfs
lever besteld en niet kalfsleder!''
Onder vriendinnen.
„Mijn Harrie is een goede jongen. J1 ij
zegt, dat ik bet aardigste meisje bent, dat
hij ooit ontmoet heeft
„En gij wilt voor je geheele leven een
man trouwen, dio reeds hij hel begin der
kennismaking zoo gruwelijk licgL'
Gefopt.
In een poelicrszaak kwam een vrouw
en wenkto den koopman cr zijde zei
zacht: „Ik zie, dat ge daar vijf ganzen
hebt. Zoek mij de drie taaiste en oudste
uit, ik houd namelijk pension."
De koopman knikte veelbcteekenend e:i
legde drie ganzen op de weegschaal.
Toen riep de vrouw: „Och, ik heb me
bedacht, ik wil toch liever de twen an
dere ganzen nemen!"
De weldoenster.
Mevrouw: „Wat zoudt gij doen, als ik
jo een kwartje gaf?"
Bedelaar: „Eerst zou ik in Kras goed
gaan dineoren, daarna naar de Riviera
vertrekken on ten slotte met den luxeireiu
terugkeeren/'
Troost.
„Heeft dc krant je artikel over Beet
hoven geweigerd?''
„Neen, volstrekt niet. Ik moet het over
honderd jaren maar inzenden!"
Niet zijn schuld.
„Schaamt gij jo niet op klaarlichten
dag dronken over dc straat te waggc-len?"
„Mijn schuld niet! Ik wou tot vanavond
blijven zitten, maar do kastelein heeft uw
cr uit gegooid!"
Geniale oplossing.
„Heb ik hier oven den tijd om een
glas bier te drinken?" vroeg een reiziger
aan den conducteur.
„Zeker, mijnheer!''
„Ben je zeker, dat dc trein niet zonder
mij vertrekken zal?''
„Heel zeker! Ik zal een glas met u
meedrinken."
Niet gauw tevreden.
„Neem een stoel!" zei dc artist tot zijn
onbekenden bezoeker.
„Ik zal niet alleen dezen .stoel ncraep,
maar ook al de andere, en do tafel bo
vendien", antwoordde de dcurwaardej-,
-die beslag kwam leggen.
Waarom overspannen?
Mevrouw: „Dokter, ik ben toch zoo
overspannen l''
Dokter: „Steek uw tong eens uil!''
„Hazepeper."
Dochtertje van den kastelein die voor-
haar vader do spijskaart schrijft: „Komt
achter hazepeper een punt, vader?''
Kastelein: „Nou, een vraagteckcn zuu
meer van pas zijn!"
Dc amateur-jager.
Vrouw: „Jan, je zegt, dat jc die base
zelf hebt geschoten, maar wat betcckent
dan dat briefje met 3.10 eraan?"
Man: „Hm.... ik had alleen willen
aangeven.... hm. om hoe Jaat ik de
Laas geschoten had.