i §p|pisi
!I)^É
3»AME5 RÜBR
^yjj
PARASOL OF PARAPLUIE?
De modellen der nieuwe voorjaars
parasols dienen rekening te houden
met den algemeen heerschenden stijl.
Gold het volgen der mode vroeger,
alleen ten opzichte van het costuum.j
'thans heeft de invloed der mode zich'
[gaandeweg op alle overige mode-details!
doen gevoelen, waaronder „last not;
least" de parapluies en parasols een
.voorname plaats innemen.
Wist de zwarte parapluie zich ook
.jaar aan jaar staande te houden, thans
is zij vrijwel algemeen vervangen door
'de zoogenaamde „encas" die in don
kere kleuren: zooals bruin, blauw, grijs,
zoowel voor zon- als voor regenscherm
'dienst doet. Het is wel aan te nemen
dat deze encas op den duur zal blijven
yoldoen, in aanmerking genomen het
groote gemak om voor twee verschil
lende doeleinden één scherm noodig te
hebben. Voor de reis zijn deze encas
bijzonder geschikt; vooral dan vormen
ze een voornaam en onafscheidelijk
deel van het toliet eener vrouw.
De handvatten zijn veelal in amber-,
of schildpadeffecten, meestal in futu
ristische uitvoering. Deze handvatten
zijn klein en vertoonen vaak uitsnij-
werk, zooals: gegroefde randen, kar-,
tels of ingezette motieven van ivoor of
metaal. Heel nieuw zijn de bamboe-
wandelstokken voor dames, bevattende;
een kleine parasol. Deze wandelstok
ken worden door een koord met een
flinke kwast in de hand vast gehouden,
'Andere zijn in overeenstemming met
'de regenmantels van rubberstof. Ze zijn
van hetzelfde materiaal en hebben een,
klein nikkelen handvat.
Men kan niet spreken van een voor
keur in kleuren, daar alle kleuren wor
den getoond. Donkergroen, blauw,
bruin, rood en tête de nègre worden wel
het meest gezien, soms in contrast
effect. Wat de handvatten betreft*
kan nog worden gezegd, dat de variatie
zich beweegt tusschen vogelkoppen en
die, met insijwerk en metaaleffecten. I
W- PATTY.
MARINE BLAUW-
ENSEMBLE.
No 897.
Nog ren voorbeeld voor een aardig
complet voor meisjes. In het lento- en
zomerseizoen verwacht do „Haute Cou
ture'' groote populariteit van dit ldceding-
sluk, zooals ik u hierboven reeds zcide.
Wanneer u naar een geschikt model voor
oen jurk zoekl, bestemd voor uw kleine
meisje, kan bijgaande tcekening u mis
schien van dienst ziju
Als stof is een marine-blauw rips
uiterst geschikt. Het kleedt uw blondje
uitstekend. Mocht uw meisje van een
donker type zijn, dan is rood in do nieuw
ste vindingen, aan te bevelen. Het lijfje
is recht, met op taille-hoogte eenige rug
versieringen aangebracht door stiksels in
een opstekende kleur. Een eenvoudige
matrozen-kraag van dezelfde stof, afgezet
met een biesje van de afstekende kleur,
waarin ook de lint-slippen gekozen zijn,
staat lief en sober. Het rokje bestaat ge
heel uit stolpplooien. Aller-guitigst komt
het pantalonnetje van dezelfde stof er
onder uit Het geheel is unickl
ELEGANT NEGLIGcE.
kunt dan do festonneering in een afste
kende kleur aanbrengen. Zoo zijn b.v.
rose en blauw, blauw en geel, lila en
paars zeer gewilde combinaties, die ook
werkelijk het effect niet missen.
Onze teekening geeft U een goed over
zicht van het model, zoodat U zonder
veel aanwijzing aan het werk kunt gaan.
De mouwen zijn kimono en hebben van
onderen een klein split. De festonneering
loopt rondom, ook langs de shawlkraag en
het voorpand. Een groote knoop in do
kleur van het feston maakt de gehecle
sluiting uit.
AARDIGE SPORTBLOUSE,
No. 899.
Niets is zoo gemakkelijk op bet
sportveld dan een goed-zittende sport-
blouse. Het is dan ook een feit dat
deze blouse steeds populair blijft, daar
er altijd genoeg dames zijn, die het
aangename en het gemak van een
eenvoudige sportblouse kennen en
waardeeren.
No. 898. Onzo teekening laat U een
voorbeeld zien van een bekoorlijk negligee,
die ge makkelijk zelf kunt maken.
Een soepele, zijde-achtigo stof in een
zachte klenr is het meest geschikt. Ge
Dit modelletje is van witte zephir
De das en de knoopjes zijn van gera-
nium-roode kleur. Deze kleur vindt
men terug in het hoedje en bij de ge
nuanceerde ceintuur.
De rug dezer blouse is recht, met
eenige ruimte bij de taille. De sluiting
wordt gevormd door een smal front
stuk met knoopje. De mouwen zijn
glad ingezet en worden beneden de
elleboog wijder- Ze zijn aan een smalle
manchet gezet met eenzelfde Icnoop-
garneering, waarmede ook het borst
zakje versierd is.
DE SLAAPKAMER VAN BABY.
irtlOIr" 1
Een der vriendelijlfslo vertrekken van
het huis is do slaapkamer van het kind.
Daar is alles licht en vrooüjk! Tenminste
dat moet zoo zijn. Nu is het geen kunst
om oen binnenhuisarchitect te ontbieden
en to zeggen: „maak iets moois, iels ge
zelligs van deze kinderkamer''1 Nu, in de
meeste gevallen zult U tevreden zijn, want
op dat gebied wordt er heel wat gepres
teerd. Maar nie.t iedereen convenieert hef,
op deze manier het huis in te richten. En
zeg eens eerlijk, schenkt liet een vrouw
soms niet veel moer voldoening dagelijks
naar iets to kunnen kijken wat zo zelf
eigenaardig heeft gemaakt en wat tot
haar volle tevredenheid tot stand is geko
men?
Een wieg maken is iets, wat door vele
jonge moederjes wordt gedaan. Ik bedoel
natuurlijk het overtrekken van de romp.
Wie nu iets zeer aparts wil bereiken,
neme een voorbeeld aan het interieurtje,
wat wo U bier bieden. De breede wieg-
strook, do gordijntjes en het bed-scherin
zijn met appliqué-werk versierd. Heel
aardig en guitig doen de figuren van ko
nijntjes, hondjes, bloemen en eendjes.
De wieg-strook en do gordijntjes zijn
met geborduurde moesjes bewerkt.
Do stof, dienende voor het scherm,
wordt eerst geborduurd en daarna strak
over het geraamte getrokken.
De aandacht verdient ook, do groote
strik boven de kap van de wieg, welke in
de kleur van de geapplieeerde silhouetten
moet gehouden worden.
DE GEEST, DIE VOORT-
WERKTE
door Th. v. Tichelen.
't Was hard werk, waar Jesus die twaalf
apostelen mee belast had, in 't eigen land
en daarbuiten, aan vrienden en vreemden,
aan Joden en beidenen te gaan zeggen,
dat Jesus God was, dat Hij verrezen was
en zij zelf Hem gezien hadden, dat ieder
een moest gedoopt worden cn leven 'lijk
Jesus bet wilde, in vriendschap met God
cn de menschen.
Als zij geleerd of rijk geweest waren,
dan had dat gemakkelijker gegaan. Want
als ge geleerd zijt, kunt go klappen; en
als ge rijk zijt, luisteren de lieden gewil
lig naar u.
Maar zij!.... De meesten hadden pas
over eenige maanden hun vischnetten vol
wier en schelpen in hun boot laten liggen;
een paar hadden hun ploeg op den hoek
van het veld in de voor laten steken en
hun os uitgespannen; één had in bet ont
vangershuisje naast de baan zijn reken
boek toegeslagen en de sleutels van do
kast afgegeven....
Sinds tien dagen zitten ze daar nu bij
een, en praten over bet gebod van Jesus:
„Gaat en onderwijst.Gaat maar, en ge
durft niet!.. Want de menschen zullen
hen vierkant uitlachen, de Joden met
steenen naar hunnen kop gooien, de hei
denen op den vreemd© hen minstens bont
en blauw ranselen of doodbeulen: dat is
immers vechtachtig volk
Maar al met eens, op Sinxendag in den
morgen, daar huilt de wind dat het huis
er van davert. Tongen van vuur flikkeren
boven hun hoofden; ze worden iets ge
waar in hun binnenste, alsof het 't onder
ste boven gezet wordt.. Ze hooren geloop
buiten op straat, en geroep en gewoel; ze
trekken het venster open, gaan allen sa
men op het balkon staan, en van daar af
spreekt Petrus het volk toe. De straat ziet
zwart en wemelt van koppen. Maar loof
stil is het, als Petrus zegt: „Bekeert u en
late ieder uwer zich doopen in den naam
van Jesus-Christus'.
En ongeveer drie duizend man lieten
zich dien dag doopen.
Dat had de herligo Geest gedaan: de
heilige Geest had aan de apostelen durf en
iever in hun lijf gestoken.
En dat doet diezelfde heilige Geest nog,
den dag van vandaag.
Keilt gij hein niet? Een flink opgescho
ten kerel, met blozende kaken, vranke
oogen, blonden knevel, en handen om ijzer
te breken! Altijd goed gezind; als hij op
het veld staat, fluit hij tegen de leeuwe
riken op, en als hij op de hoeve is, zingt
hij dat ge geen haan meer hoort kraaien.
Moeder vertelt gaarne uit zijn jongen
tijd. Toen hij nog naar de Nonnekens-
sckool ging, had hij eens heel de klas door
op een Zaterdag achternoen, op zijn scha
lie aan 't uitrekenen geweest, hoe dik
wijls in zijn leven Fonsken van den bakker
gelogen bad. Fonsken was zijn kameraad
en zat in do school naast hem. Maar
Fonsken kon hard liegen, zeker tien kee-
ren per dag. En hij wilde hem toen te
Biechto gaan, anders mocht Fonsken niet
met hem in den Hemel komen.
Als de school uit was, truggelde hij
Fonsken mee naar de kerk. Maar het
ventje kreeg liet benauwd, wilde in de kerk
iuet binnen, en klampte zich vast aan het
ijzeren hekken van 't kerkhof, Dan pakte
hij hem hij zijnen kraag, sleurde hem er af;
en toen de kleine tegenspartelde, begon
hij op hem to kloppen.Gelukkig dat de
Onderpastoor daar juist aankwam en do
vechters vaneen trok. Zóó deed hij als
hij klein was.
Nu is hij soldaat moeten worden.
Den eersten Zaterdag avond, op do
slaapkamer in de kazerne, riep hij rond:
„Mannen, wie gaat er morgen mee naar
do Mis?" Ze verschoten danig.." „Ik!
zei er eene, schuchter.„En gij, Piet?
ge gingt eiken Zondag als ge thuis waart.
Niet hang zijn, jongen!" ,,'k Ga ook
mee", zei Piot.En gij daar?.en gij.
Ze zouden op den duur allemaal gegaan
zijn.
Maar ééne, een magere, bleeke Brusse-
lcer, schoot nijdig in 'non lach: „Hee! zee
vereer!" Dat was te veel gezegd: „Uwen
mond houden, kameraad! Ieder doet wat
hij wil!".De Brusseleer gaf uiet af:
„Begijn!"
Nu schoot het hem omhoog. Over 'tbed
weg sprong hij naar den Brusseleer toe.
Die ging achteruit, cn gooido met 'nen
schoen.
Maar hij pakte hem bij zijn borst, legde
hem ruggelings op clen vloer tusschen de
bedden, en knutste hem eens duchtig op do
planken.
Sindsdien is er nooit meer gelachen, en
gaan al de jongens 's Zondags naar de
Mis.
Dit jaar hebben ze bunnen Paschen ge
houden, allemaal. Ook do magere Brusse
leer! Die is zijn vriend geworden. Hij heeft
hem eerst de gebeden opnieuw aangeleerd
en is dan met hem bij den aalmoezenier
gegaan.
De Geest werkt voort.
Dat was jaarin, jaaruit, dezelfde gang
geweest: op do zes Hoogdagen in 't jaar,
on op eiken eersten Zondag van de maand
trok zij met zeven van haar acht kinderen
naar de vroegmis, en allemaal te Commu
nie.
Vader met de oudste dochter bleven
thuis om den koffie op te schenken, en
spoedden daarna naar de tweedo Mis.
Tegen de Hoogdagen bakte zij dan lek
ker brood, krentenbrood of kramik, met
eieren en boter in; na den noen werd een
dikke koffie gezet, en bleven al de kinde
ren thuis. Dat waren verzettelijke dagen.
Nu zijn zij getrouwd, allemaal, en heb
ben kinderen. Maar op de zos Hoogdagen
komen zij 's namiddags bij Grootmoeder,
juist 'lijk in hun jongen tijd. Behalve dat
zij al hun kinderen meebrengen. Dan is
het buis zóó vol als een kerk, dan worden
al de tafels tegeneen geschoven, en dan
wordt er gesnaterd en gekwetterd en ge
lachen.
Grootmoeder heeft weer van flati'
brood gebakken, dat altijd betc-r'
dan thuis, en een dikken koffie oDfcJS
ken. pS
En als de twee kleinsten luidop
derons en den Wees Gegroet gelcrJ
ben, loert Grootmoeder vriendelijk
over de tafels, en vraagt, eer zij aari
eten mogen aan: „Wio is er dezen
gen te Communie geweest? en wie m
De grooten steken hun vinger op
kleintjes kijken knorrig in hun kom-
mag nog niet!"
Dit jaar, op Sinxcn, zullen er al j,
veertig vingers omhoog gaan.
De heilige Geest werkt nog, den dn»
vandaag.
„RUST IN VREDE"
(Naar het Engolsch
Met dezen vreemd voor li gen bpnau
titelde men gewoonlijk oon klein,
vrouwtje, dat in den omtrek van het'.»
P... dikwijls te zien was. Ze had a]|,i,j
vriendelijken blik en een geed wond
iedereen gereed en zelden werd zij a[«
zen, wanneer het op bescheiden toont
„Och, een kleinigheid voor er-u
vrouw, ter liefde Gods". Soms za?
haar aan de deur, haar ouden wens!
voor zich hoen fluisteren: „Dat d«i
zielen, die dit huis verlaten hebben, n
in vrede". Niemand wist, vanwaji
kwam.
Eens, op oen herfstavond versé»!
weer in R.Ze zag er afgemat ui;e
goedhartige boer, Hugh Dcmpsy, t
haar, of ze niet in zijn schuur wild*
slapen. „Mag ik", zei het oudje. .Gt
er u voor zegenen."
„Gerust", zei de boer: „or ist
stroo en de meid zal u een deken
De vrouw van boer D. gaf haar «i
warme melk en een boterham Help
tje wist niet, hoe ze haar dankl»>
zou uiten. Bij elk harer volgende h
kondigde zij zich aan door den oigpt>
gen wensch: „Mogen de arme zieh
dit huis verlaten hebben, rusten inn
zoodat zij na eenigen tijd ook in B
bijnaam kreeg van „Rust in vrede".
„Op'een avond in Juni, toen de
maan do bloeiende apnelboomnn bw
kwam het arme oude besje juist aai
deur van Dempsy's boerderij en fin!
den bekenden groet „Moeder", zei e
ge man, die daar stond te fluiten,
komt „Rust in vrede" weer aan". Ec
het vrouwtje ging hij snottend voorl:
beeld ge u misschipn, dat d:^ wwa
jouw de dooden helpen zal?" .Jh
om niet? Hoopt fii dan ook niet. i
later voor u zullen bidden, als pe
meer hier zijt?" Nou ja, ir^ar zrn'
gebedje wat geeft dat?" „Dat M
want het vraagt Gods barrp^artH
zijt toch wol katholiek?"
floot, weer door en zei toen: „NielHi
als een ander hoor! Maar ilc komrc
over zee; en daarginder weten zh'.yj
den weinig te vertellen
Juist kwam vrouw Demos-" aan di
„Zijt ge daar, moedertje? Wat eon
avond breng je mee! Kom maar earn
nen. Weer klonk de stem van Apr-
boerenzoon: „Moeder, ik ga waf rw>
m'n vriend Suliva, om 10 uur kom ikt
„Och jongen, wat. komt er dam
rozenhoedje? Zoo lang go thuis ?.rl
go het nog niet met. ons gebeden
moeder, wat zou dal? Ik ben in
vacantie en dan hoeft men niet i
bidden. Hier, dit oude groot ie bidt
mij mee, en voor mijn lmkeeT>'r,
waar?" „Zeker doo ik dat", h~«r
terwijl hij al fluitende wegging Zi
der keek hem angstig na Hef
zag dit en zei deelnemend: ,.Oh ff'
derbart heeft soms veel to Inden, id
deren groot worden „Ja", znrtt
duel's moeder, „ge moogt God wpH
dat Hij u dat leed bespaarde" -
zacht zei het oudje: „Tk hob ook eei
gehad: hij is in 't leger gseaan eniü
gedood, en ik weet niet, of ik hemr
rug vinden bij O. L. Heer
Vrouw D keek haar verbaasd nj:
troostte haar op hare beurt. „Als il
wist, klaagde het oud ie, „dot hij ec
gestorven was! Maar ik weet er nroK
van. Gij hebt een moederhart on f
mij begrijpen." „Zijt ge al land
rondzwerven, zeg?" „Toen ik m'n
verloren had en tijding kreeg, dat
jongen dood was, ben ik begonnen
overal rond to trekken en bij elk
ik voor de overledenen, in de hoop,
goede God ook voor mijn zoon eenrm
hemelnoort zal openen. Maar oclvÜ
dikwijls zoo-, bang, als ik' aan kom
Hij bad zoo weinig in dien tijd en (k
slecht z'n plichtenl"
„Kom, houd moed", sprak de
boerin. „O. L. Heer is zoo goed, BÜ
nog wel medelijden hebben met u cn
Eet nu je boterham en beveel hemr.o:
aan Maria, de Moeder van barmharli!1
Ik zal ook voor uw zoon bidden".
zegene u voor uw goedheid", klont
dankbaar en getroost; Hij moge uw!
ren in Zijne liefde on genade be«
Ondertusschen was Mich iel, al fh
bij zijn vriend, Jack Sullivan, aanftck
Daar ontmoette hij oon dorden ka^
Willem Donhoe, die hij sinds jar01
meer gezien had. Twee dagen gclco®
deze uit Oost-Indië teruggekeerd,
in het leger gediend had.
„Verbeeld je", zoi de jolige
„daar durft een oud besje, jo wed
Jack, Rust in vrede, die dun',
vragen, of ik katholiek ben? Ben
soms ook heidenen geworden?"
begrijpen", zei Willem, „maar het
daar ginder in de Oost soms wel Taz!
gaan. We hadden een gezellige clufl.
maal goede Iersche jongens. Een
was een leuke kerel; jammer, dat
jong stierf. Och ja, hij heeft me
boodschap meegegeven, om aan z n
over te brengen. Waar zal ik dio
mels naam vinden?"
„Hoe is dio kameraad van jet
getrokken, zeg?" „Ach! die awto
Jan! Wat had hij toch 'n bitter heron
bij vroeger z'n moeder zoo'n veraf'
i aangedaan, met haar te verlaten.