Tweede Blad. arme familie. Dinsdag 31 Mei 1927 ^STADSNIEUWS ü1tDELe,dsche vroedschap. Werklooren-steun. Leiden en het bijzonder onderwijs. De Haarlemmerweg Men had niet verwacht, dat de Raads vergadering tot kwart voor zes zou duren; maar drio punten cn een zitting met ge sloten deuren hebben den tijd gerekt. Na een vrij korte zitting met gesloten deuren werd besloten tot aankoop van bet pand op do Vischmarkt no. 14, grenzende achter het Stadhuis. Do heer Bergers mèrkto op, dat hij het niet gewenscht acht, dit perceel te bestemmen voor ge- meenteburcaü; wat toch klaarblijkelijk in do bedoeling ligt. Intusschen, het blijft voorloopig winkelpand, en later zal mis schien kunnen worden overwogen, boven bureaux te maken en beneden winkel te houden. De heer Knuttel hield een interpellatie over het niet-verleenen van steun aan z.g. uitgetrokken transportarbeiders door het Burgerlijk Armbestuur; hij had daarbij cen&vijftal speciale gevallen op het oog, waarvan hij de wethouder te voren had in kennis gesteld. Wethouder Sanders, die, wat men noemt, de zaak weer onder de knie had, erkende, dat in het voorjaar het Burgerlijk Armbestuur er o.a. transportar beiders, land- en tuinbouwarbeiders, kell- ners aan herinnert, dat de tijd gunstig is, om werk te zoeken. Dat wil niet zeg gen, dat deze werkloozen dan per se van verdoren steun worden uitgesloten, zooals ook de heer Heemskerk later opmerkte. Wel wordt blijkbaar meermalen, ook al hebben zij nog geen werk, de steun ont zegd, opdat de prikkel, om werk te zoe ken en te aanvaarden, grooter zij. Wij kre gen zelfs den indruk, dat zulks algemeene regel is, en dat alleen iets speciaals in een geval, zooals ziekte, daarop een uitzonde ring doet maken. De kwestie is een zeer moeilijke. Men moét 6oms zoo handelen; do ondervinding, aan het Steuncomité opgedaan, bewijst, dat er menschen zijn, die lang werkloos zijn, en die, zoo gauw de steunverleening wordt stopgezet, werk hebben aldufc merkte de heer Wilbrink op, die het soc. dcraocr. Raadslid Baart daarvoor tot ge tuige riep; en laatstgenoemde heer weer sprak dit niet. Met voorzichtigheid en wijsheid zal moeten worden opgetreden, om niet te goed en om niet hardvochtig te zijn. Want het laatste is al minstens even verkeerd als het eerste. Intusschen bleek uit do door don heer Knuttel speciaal genoemde gevallen, dat het Burgerlijk Armbestuur daarin niet slecht had gehandeld; zeer kort na de stopzetting van den steun hadden al deze menschen werk, eenige zelfs heel goed werk. Wéér een meeningsverschil tusschen een bestuur van een bijz. school en de afd. On derwijs met wethouder Meynen aan het hoofd! Het hoeveelste? Do kwestie is deze. De wet zegt, dat, als een gemeente voor het openbaar on derwijs boventallige onderwijzers aan stelt, het bijzonder onderwijs zulks ook kan doen op kosten van de gemeente. Wanneer de gemeente voor het openbaar onderwijs zulk een boventallige onder wijzer niet meer in dienst heeft, kan het bijzonder onderwijs niet langer dan twee jaar nadien deze plaats op kosten der ge meente bezet houden. Zoo gauw echter de boventallige onder wijzer om een of andere reden hij be hoeft, zooals gezegd, binnen de tweo jaar met ontslagen te worden heengaat, dan kan het bestuur van de bijz. school niet voor den nog overblijvenden tijd van die twee jaar een .andere in diens plaats aanstellen; aldus interpelleert de heer Meynen de wet. Maar het bestuur van de Gcref. Schoolvereeniging ver klaart de wet aldus, dat o o k in zulk 'n geval de genoemde -termijn van twee jaar van kracht is. Wij zijn er om meer dan één reden van overtuigd, dat het gelijk in deze aan het schoolbestuur is. Wet houder Moijnen hield echter vol. En tegen een amendement van do Antirev. Raadsle den, om aan genoemd bestuur de door hem uitbetaalde 860 gulden voor een over- tallige onderwijskracht, die in de plaats van een andere was gekomen, te geven, stemde met den wethouder van Onder wijs de andere wethouders collegiaal I plus heel de rechterzijde en één Chr. Hist, raadslid. Tegen stemden de R.K., de A.R. en 2 Chr. Hist. Nu zal het bestuur van de Geref. School vereeniging wel in hooger beroep gaan en o.i. zal dan voor de zooveelste maal vsn uit Leiden worden geprocedeerd over een kwestie waaromtrent men het overal elders eens wordt en ook voor de zooveel- sto maal het Gemeentebestuur in het on gelijk wordt gesteld. Ten slotte, nog een discussie over den Haarlemmerweg. Daarvan was hot slot: dat B. en W. een grondige verbetering niet wilden, omdat naar verwacht wordt althans! binnen enkele jaren (het Rijk wenscht binnen twee jaar zelfs) toch de weg zal moeten worden veranderd, als daar do veemarkt komt; dat de wethou der van fabricage echter toezegde om, zeer noodige, en niet zoo kostbare, tijde lijke verbeteringen in den weg aan te brengen (de heer v. Tol had daarvoor een krachtig pleidooi gehouden); dat do heer v. Stralen een motie, strekkende tot dieper ingaande verbeteringen introk. Do randvraag was goed bezet. De heer Spendel wees op een zeer gowenschte verkeersregeling op de Mare en kon daar bij wijzen op een ongeval, dat pas had plaats gegrepen acj-ueel! GEMEENTERAAD. (Vervolg). Interpellatie over werkloozen-sfeun. 12o. Beantwoording van de interpellatie van den heer Knuttel inzake het niet ver leenen van steun door het Burgerlijk Arm bestuur aan uitgetrokken arbeiders. Wethouder Sanders begint met vast te stellen, dat over deze kwestie B. en W. niet interpellabel zijn. Het Burgerl. Arm- Lestuur handelt zonder beroep. Do heer Knuttel meent, dat er arbeiders van steun zijn uitgesloten zonder geldigo reden. In 't algemeen is er sinds kort een storing m het Burgerl. Armbestuur om voor be paalde vakken, waarin de werkloosheid vermindert geen steun te verleenen, om er zoodoende op aan te dringen, dat de men schen naar werk zullen zoeken, o.a. is dat het geval bij de transportarbeiders. Er zijn echter uitzonderingen, waarnaar steeds een serieus onderzoek wordt in gesteld. De heer Knuttel heeft eenige voor beelden genoemd, waarop spr. nader in gaat. Een nader onderzoek heeft uitgewe zen dat verscheidene van do uitgeslotenen thans aan het werk zijn, zoodat het Bur gerl. Armbestuur blijkt juist gezien te hebben en er dus wel degelijk werk te vin den was. Nu is het vak van transportar beiders moeilijk te controleeren, doch spr haalt eenige bedragen aan, welke de door den heer Knuttel als voorbeeld gestelde personen in dien tusschentijd hebben ver diend. Dat is spr.'s antwoord op de vraag: Hoe moeten die menschen in hun onder houd voorzien? Door zelf te werken! Wan neer deze menschen thans willen werken, hebben zij de gelegenheid daartoe. Het Burgerl. Armbestuur treft in deze geen blaam integendeel, het zou onverantwoor delijk zijn, wanneer het anders had ge handeld. De heer Knuttel constateert, dat er een streving is om bepaalde vakken van steun uit te sluiten. De één mag gelukki ger zijn in het vinden van werk dan do ander, maar in 't algemeen acht spr. do methode van het werken met de honger- zweep uit den booze een immoreel. Ver schillende personen moeten nu gaan wer ken tegen loonen ver onder de markt. Het is een schandaal, iemand uit te sluiten, voordat hij werk heeft. Achter de cijfers, welke de wethouder genoemd heeft, wil spr. een vraagteeken zetten. Spr. zal te nog nader onderzoeken. Dat de menschen werk gevonden hebben, zegt niets. Dat had den ze toch gevonden, want er blijft geen werk liggen. Doch het onjuiste is hier, dat dc menschen zonder steun moeten rond- loopen, voordat ze werk hebben. 'Aanmoe diging om werk te zaken hebben ze toch, daar de steun zeer minimaal is De heer v. Stralen keurt eveneens het systeem van het Burgerl. Armbestuur af. Wanneer werkloozen door de gemeento van de crisissteun worden uitgesloten na een jaar. komen zij bij het Burgel. Armbe stuur en deze weigert aan dezulken stelsel matig elke steun Dat systeem heeft reeds dikwijls groote ellende in de gezinnen ge bracht. Wethouder Sanders: Door het Bur gerlijk Armbestuur? De heer v. Stralen: Door het ver keerde optreden van het Burgerl. Armbe stuur. Men meent maar, dat deze werkloo zen allen arbeidschuw zijn en houdt geen rekening met de gezinnen. Spr. meent, dat in de branche der transportarbeiders nog veel werkloosheid is. Wanneer men in uitzonderingsgevallen nog steun toekent, dan is dat nog zoo miniem dat het de naam van steun niet dragen mag. Het bedrag van de crisisondersteuning wordt eenvoudig gehalveerd. De heer Heemskerk weet niet, welke conclusie te trekken. Do wethouder zegt, dat er in dezen tijd genoeg werk te vinden is, doch dat er na grondig onderzoek soms toch steun gegeven wordt. Daaruit blijkt, dat ieder geval afzonderlijk onderzocht wordt. Het is volkomen juist, dat men ook rekening moet houden mot de gezinnon, doch inen moet niet vergeten, dat ten slotte het hoofd van het gezin de verantwoorde lijke man is. Zoo is spr. een geval bekend, waarvan de man werkelijk schuld had aan het niet verleenen van steun. De heer Baart haalt eveneens een voorbeeld aan, waarin zeer armzalig is ondersteund. Bij een ongeval, waarbij de man gestorven is, werd slechts 5daar na 10.per week uitgekeerd. De heer Heemskerk Heeft de werk gever dan niets uitgekeerd? De heer Baart: Ja, daar moet je we zen! Wethouder Sanders ontkent, dat de methode van hot Burgerlijk Armbestuur er toe leiden zou, dat de menschen elk werk zouden moeten aanvaarden. Voorzoover controleerbaar, hebben de menschen. die werk hebben gevonden, heek behoorlijke loonen gekregen. Van een ellende in do ge zinnen, zooals pathetisch wordt gezegd, is niets te bespeuren. De heer v Stralen is bezijden de waar heid. De menschen worden niet aan hun lot overgelaten en met de nositie der gezin nen wordt wel degelijk rekening gehouden, zelfs al pleegt de man fraude. Het Burger lijk Armbestuur heeft een juist inzicht in do zaak gehad en de practijk heeft de juistheid daarvan bewezen. De heer K n u 11 e 1 stelt nogmaals vast, dat aan werkloozen steun wordt onthou den voordat zij werk hebben. Dat is een smaad van het Burgerlijk Armbestuur op een serieuzen arbeider. Meer dan ergerlijk! Het is een toeval, dat de genoemde perso nen werk hebben gevonden. Het had nog erger kunnen zijn, doch dat is de schuld van het Burgerlijk Armbestuur niet. De heer Wilbrink vindt het optreden van den heer Knuttel zeer eigenaardig. De practijk heeft het Burgerlijk Armbestuur in het gelijk gesteld. Het is wel toevallig, dat de genoemde voorbeelden werk hebben gevonden. Het komt voor. dat men men schen moet dwingen om aan het werk te gaan. De heer Knuttel: Deze menschen niet! De heer Wilbrink: Het is moeilijk te schiften. In ieder geval is het bewijs niet geleverd, dat het Burgerlijk Armbestuur beeft misgetast. De heer Baart zegt, dat de wethouder niet gereageerd heeft op zijn voorbeeld. Wethouder Sanders zegt, dat hij niet op elk geval dadelijk kan ingaan. Boven dien behoort de familie ook te steunen als zij kan (de weduwe heeft nog ouders). De Interpellatie wordt daarna gesloten. 13o. Voorstel inzake nadere vaststel ling van het voorschot op de vergooding voor 1927, bedoeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, aan de besturen van verschillende bijzondere scholen. Aangenomen. Een onderwijs-geschil. 14o. Voorstel tot het verleenen van oen vergoeding, krachtens art. 100 der Lager Onderwijswet 1920, over 1925, aan de be sturen van verschillende bijzondere scho len voor lager en uitgebre:d lager onder wijs. Art. 100 der Lager Onderwijswet 1920 bepaalt, dat. indien in eene gemeente aan een onenhare schoei meer onderwijzers UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Woensdag 1 Juni. Hilversum 1050 M. 12.00 Politieber. 12.352.00 Lunchmuziek door het Trio J. Castrelli. 2.003.00 Engelsche lea voor kinderen. 3.004.00 Concert door het A.N.R.O.- meisjeskoor. Frau Sjouwk Gesterkamp: zang. Dirigent: Willem van Warmelo. 5.306.15 Vooravondconcert door het A.N.It.O.-orkest, o. 1. v. Nico'{Treep. Mevr. Truus Berkhout-Scheepers: mezzo so praan. 6.156.45 Lezing door den heer Dr. M. Amir, over: Pelgrimstocht naar Mekka. 6.457.45 (Vervolg) Vooravondcon^ert. 7.45 Politieber. 8.10 Christel. Radio-avond. Uitzending uit de Oude Kerk te Vlaardingen. 10.30 c.a. Persber. 10.3512.00 Dansmuziek. Daventry 1600 M. 11.20 Daventry-kwartot cn solisten /con tra alt, tenor, piano). 12.05 Pianoconcert door R. Silvester. 12.20 (vervolg) Concert. 1.20—2.20 Orkcstconccrt. 2.50 Verloop van de Dorby-paardcnren- nen in Epsom. 4.05 Lezing: Health and commonscnse. 4.20 Daventry-kwartet, en solisten (viool, piano). 4.50 Voorlezing van gedichten van J. Braddock. 5.05 (vervolg) Concert. 5.35 Kinderuurtje. C.20 Orgelbespeling. 6.40 Tuinpraatje. 6.50 Tijds., weerb., nieuws. 7.05 (vervolg) Orgelbespeling. 7.20 Lezing: Insects and disease. 7.35 Werken van Bach. Pianomuziek. 7.45 Lezing: Plant communities. 8.05 Militair concert. Band, trommelsla gers, pijpers on hoornblazers. 9.20 Weerb., nieuws. 9.40 Causerie. 9.55 E. Bartlett: sopraan. 10.00 „The Princo of Court painters", schets 10.20 E. Bartlett: sopraan. 10.3012.20 Dansmuziok. „Radio Paris" 1750 M. 10.50—11.20 Concert. 12.502.10 Orkestconcert. 5.055.55 Trioconcert (piano, viool, cello). 9.0511.00 „Faust", opcrafragmenten van Gounod. Orkest, koor en solisten. Langenberg 469 M. 1.50—2.50 Orkestconcert. 5.506.50 Operetteconcert. Orkest en so listen (piano, sopraan, tenor). 8.359.20 Vroolijk concert. 9.20 Nederlandsche composities door het Wcrag-orkest. Daarna tot 12.20 Dansmu ziek. Königswusterhausen 1250 M. 12.208.05 Lezingen en lessen. 8.20 Feestconcort ter gelegenheid van do opening van de vergadering „Reichs- verbandes Deutscher Orchester und Or- chest-Musiker in Maagdeburg. Daarna tot 12.10 Dansmuziek. Hamburg 394.7 M. 2.503.50 Feest ter gelegenh. v. d. ope ning van den Spoorweg naar het eiland Sylt, bijgewoond door den Rijkspresident. 5.205.50 Dansmuziek. 7.207.50 Orkestconcert. 8.2012.10 Feestconcort in Maardeburg. Daarna tot 12.10 Dansmuziek. Brussel 509 M. 5.206.20 Concert. Orkest en Mme. Cambier: harp. 8.2012.10 Feestconcert in Maagdeburg. comique in 2 acten van Gounod. werkzaam zijn dan het aantal, waarvan de jaarwedden door het Rijk aan de gemeen te worden vergoed, het bestuur eener, naar de onderscheidingen van art. 3, tweede en vierde lid van genoemde wet, overeenkom stige bijzondere school in die gemeente aanspraak heeft op vergoeding uit de ge meentekas van de jaarwedden en wedden van een, met betrek' :ng tot het aantal leer lingen aan elke dier scholen, evenredig DE AETHERBODE. Gisteren verschenen. Hot oontract met de „Eenheid". Gisteren verscheen het eerste nummer van „De Aetherbode", het officieel orgaan van den Algemeenen Nodorlandechen Ra dio Omroep, oqder redactie van Willem Vogl. Daarin wordt o.m. gepubliceerd heb contract gesloten tusschen de N.V. „De Eenheid" en de N.V. „Do Radio-Omroep", waarvan alle aandeelen in hot bezit zijn van den A. N. R. O. en welko N.V. is op gericht met het doel do exploitatie van het eigen orgaan ter hand te nemen. Wegens den strijd, dio om do exploita tie van het radio-tijdschrift Do Luister- gids is ontstaan, publiceeren wij het con tract van do A. N. R. O. met do „Een heid". Artikel 1. „De Eenheid" zal ten behoe ve van do „N.V. Do Radio Omroep", met uitsluiting van ieder ander, oxploiteeron cn uitgeven hot programma van den Al gemeenen Ncderlandschcn Radio Omroep, zoowel in als buiten Nederland, alsmede het orgaan van den A. N. R. O. en do bui- tcnlandscho programma's over alle waar van de A. N. R. O. do beschikking krijgt of kan verkrijgen. Voor zoover daardoor niet geschaad wordt de in art. 3 door „De Eenheid" tegenover de „N.V. Do Radio Omroep" aangegane financieele verplich tingen", zal de A. N. R. O. gerechtigd zijn, uittreksels van zijn programma's aan anderen dan „De Eenheid" ter publicatie af te staan. Artikel 2. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 Juni 1927 en blijft van kracht, zoolang do A. N. R. O. beschikt over een aantal zenduren, ten minste ge lijk aan die van den huidigen omroep en deze zenduren nuttig worden geëxploiteerd door den A. N. R. O., alles met een maxi mum termijn van 5 (vijf) jaren. Binnen dezen termijn heeft de „N.V, De Radio Omroep" het recht op iedei door haar gewenscht. oogenblik zelf do ex ploitatie als in artikel 1' ontschreven, ter hand te nemen, mits daarvan drie maan- .den te voren „Do Eenheid" wordt konnis gegeven en aan „De Eenheid" het zetten en drukken van programma's en orgaan, tob den laagst mogelijken prijs opgedra gen blijft. Mocht de in artikel 1 als basis van deze overeenkomst, omschreven toe stand fundamenteele wijziging ondergaan, dan zal op verzoek van een der partijen do „N.V. Do Radio Omroep" eveneens na drie maanden zelf de exploitatie ter hand nemen, terwijl aan „De Eenheid" slechts zal overblijven het zetten en drukken van programma's en orgaan tot den laagst mo- gelijken prijs. Artikel 3. „De Eenheid" zal aan de „N. V. Do Radio Omroep" uitkooren, zoolang zii de programma's en het orgaan van den A. N. R. O. als in artikel 1 omschreven, in vollen omvang ter exploitatie ontvangt cn bedrag van tweo honderd duizend gul den Js jaars, to betalen in vior gelijke ter mijnen van vijftig duizend gulden elk. Bovendien zal, wanneer do notto-op- brongst van voonneldo exploitatierechten da twee honderd duizend gulden mocht te boven gaan, van het meerdere aan de „N.V Do Radio Omroep" worden uitgo keerd vijftig procent. Do „N.V. De Radio Omroep" heeft hot reent, de voorgelegde rekening door een onpa»tijdigen deskundigo te doen veri fied cn. Artikel 4. De A. N. R. O. zal zijn uit- zendprogramma's brengen en handhaven op het niveau van dat der huidige om roeporganisatie en alles doen wat in zijn macht is om do aantrekkelijkheid van het programma zoo groot mogelijk te doen zijn. Ten aanzien der programma's van bui- tonlandsche stations zal hij zooveel zulks mogelijk is, zich van het recht van publi catie verzekeren. Do art. 5, 6 en 7 handelen over het re dacteurschap en over het beslechten van geschillen door arbiters. aantal aan die scholen verbonden onderwij zers boven het aantal, waarvan de jaar wedden en wedden door het Rijk aan dat bestuur worden vergoed. Grondslag der berekening is het gCru.d- deld aantal leerlingen per onderwijzer aan de gezamenlijke overeenkomstige openbaro scholen Het tweede lid van genoemd art. 100 be paalt verder, dat boven lied oelde vergoeding FEU8LLETON. bomen door Compton Mackenzie. Vertaald door Ellen Russe. 46) t Wat 'n omgeving om uit te kiezen voor n oplichterij, mompelde hij verwijtend en trachtte z'n gedachten af te leiden door zich lo herinneren, dat dr. Johnson hier lenigen tijd gewoond had. Net was hij be zig over dien grooten man na to denken, of hij vroeg zich af, of hij zich niet ver giste in de veronderstelling, dat hij hier gewoond had, en hij keek rond of er iemand was, dio hem kon inlichten. De Kannen mot de versleten laarzen waren aucen maar bezig de langzaam voorbij- fiaando minuten te tellen, tot de kerk af- geloopen zou zijn en de kroegen geopend ^erden: van den lexicograaf wisten zij 'iets af. Maar de gedachte aan oplichting "°n nu eenmaal niet verdreven worden voor herinneringen aan dr. Johnson, want Zijn vriend dr. Dodd schoot hem opeens au do gedachte, en het was onmogelijk de aatsto reis van dien armen geleerde naar Ll j1 k° vergeten, en niet te bedenken, at de getraliede vensters aan den Hol- ornkant van het gebouw dezelfde waren 3 toen, en dr. Dodd in den vlecsche voor- rlk .?'en Saan- J°hn had 't dikwijls egnjpelijk gevonden, dat nog geen euw geleden menschen werden opgehan- V00r het plegen van misdaden als 't p L,cn e<?n valsche handtcekcning. Nu tnnrlKV ï-hfm "li beBrijpelijk. Na- Jk zou hij t niet prettig vinden te weten, dat z'n broer zou worden opgehan gen; maar met 't oog op zijn toekomst zou 't uitstekend zijn als de doodstraf opnieuw voor kleino vergrijpen werd ingevoerd. Hij zou er plezier in scheppen, eenmaal dat deze onverkwikkelijke geschiedenis in orde was gebracht, tot z'n broer te kun nen zeggen: O zeg, Hugh, ik heb neb ver nomen, dat er een nieuwe wet door is, waarbij op 't zetten van 'n valsclio hancl- teekening weer de doodstraf staat. Ik denk dat je wel zult voelen voor 't plan ten van mahonie-boomen. Maar zou de angst voor den dood wel afschrikkend genoeg zijn voor iemand als Hugh, die, nadat hij een dergelijke or.t- eerendo daad gepleegd had, niet eens 't fatspen had ze nuchter te bekennen? Het viel zeer te betwijfelen: Hugh ontbrak 't aan alle schaamtegevoel. In zijn heclo leven, van z'n jongensjaren af, had hij geen enkele behoorlijke daad verricht; in tegendeel het was een onafgebroken reeks van ondeugden en dwaasheden vanaf het oogenblik dat hij een ongebruikte verza meling Britsch Noord-Borncosche postze gels uit 't kastje van z'n beste school vriend stal tot dit afschuwelijk toppunt toe. 'n Valsche handtcckening! Goeie he mel, had hij zich al ingedacht, hoe Hugh verslagen (of erger nog brutaal) naar de zinspelingen van een hoonenden rechter zou moeten luisteren? Had hij zich al do opschriften in do bladen voorgesteld? „Broer van bekenden tooneelschrijver tot dwangarbeid veroordeeld. "Scherpe opmer kingen van den rechter. De heer Touch wood zakt in elkaar in Gerechtshof. Miss Janet Bond's voorstelling voor onbepaal- den tijd uitgesteld." Maar Stephen zou toch niet tot uiterste maatregelen over gaan, doch terwille van hun levenslange genegenheid z'n ouden vriend die verne dering besparen. Terwijl John tot die overtuiging kwam, klonk evénwel het getjilp-tjip der mus- schen in den plataanboom als 't gerinkel der kettingen van de gevangenis. Hugh 'n galeiboef! Het zou wel eens zoo kunnen uitvallen, als z'n brutaal gedrag Ste phen's gemoed verhard had. Gesteld dat Stephen juist een van dio moreelo crisis sen doormaakte, dio alleen opgelost kun nen worden door iemand aan de kaak to stellen? Zou 't maar niet 't voorzichtig ste zijn, terstond naar z'n buitenverblijf te gaan cn probeeren do zaak in orde to brengen, zonder acht te slaan op Hugh's brutaal gebrek aan berouw? Of was 't reeds to laat? John kon zich de mogelijk heid niet indenken, dat z'n oude vriend de politie er in zou mengen, zonder hem vooraf to waarschuwen. Stephen had al tijd een edelmoedige natuur gehad cn het Iron best, dat bij besloten had niets to zeggen en Hugh nog een kans te geven, zonder John's trots to krenken door hem z'n broer's gedrag onder do oogen to brengen: dat zou net iets voor Stephen zijn. Neo, hij zou z'n week-end niet «to ren; maar hoe hij ooit door dezen langen Zondag heen zou komen, tenzij hij zich met iets vroolijkers bozig hield, dan met z'n eigen gedachten, wist liij niet.. Zou hij James en Beatrice gaan opzoeken, ergens met ze gaan lunchen, en daarna naar een SymphonieconcertNee, want hij zou 'n geheim van Hugh's misdaad niet vóór zich kunnen houden en James zou ongetwijfeld een eind aan 't gesprek maken, door te doen, alsof het heelemaal John's schuld was. Zou hij Goorgo opzoeken en hem waarschuwen, dat hoo minder hij met Hugh uit te staan had, hoo beter, ja, en dan terloops aan George zeggen, dat hij hem kwalijk nam, dat hij zich onder zijn naam aan mevrouw Fcnton had voorge steld? Nee, George's gozelschap zou even onuitstaanbaar zijn als z'n port. En de kinderen? Nee, nee, laten die zich maar verkleeden, met een rustig gemoed, onbewust van hun oom Hugh's Bcliandc; laat hen Robinson Crusoë spelen en als ze er plezier in hebben, Halma House af branden tot *den laatsten steen toe. Wat had brandstichting zonder voorbedachten rade to beteekencn in vergelijking met een valsche handtcckening te zetten? Maar als er een werkelijk misdadige streep door do Touchwood's heenliep, hoe zou hij zich dan nog ooit gerust kunnen voelen ten aanzien van de eer zijner fami lie? Morgen kon hij wel eens vernemen, dat James Beatrice, vermoord had, omdat ze geslapen had onder de eerste hoofd stukken van Lord Ormont and his Arnin- ta. Morgen kon hij vernemen, dat George een bij verstek vcroordeeldo bookmaker was, dat Hilda het heclo bedrag van Lau rence z'n pensiongeld verduisterd had, en dat Harold vervolgd zou worden door do Vereeniging tot Bestrijding van Wreed heid tegenover Dieren. Zijn eigen moodcr kon wel eens in de nachtelijke uren aan de jenever zijn verslaafd. „God vergeve 't me," zei John. „Tk ben bezig mijn vertrouwen in de menschen te •verliezen en mijn eerbied voor m'n moe der. En dan zijn er nog stommelingen, die beweren, dat de misdaad romantisch is." John voelde, dat als hij hier nog langer bleef zitten piekeren over z'n familie, hij gevaar zou loopen de een of andere onbe zonnen daad to doen, bijvoorbeeld in het Leger des Hcils te gaan: hij herinnerd© zich, hoo een tooneelspclcr in do Val van Babylon was gaan tobben over dc onmo gelijkheid om z'n verzen met den juisten nadruk voor te dragen, zooals do schrijver dat wcnschte, en hoo hij toen op den avond vóór do première don schouwburg verlaten had en Heilsoldaat was gewor den. Een van dc leegloopcrs op het plein slenterde naar John too en vroeg om een lucifer; toen John hem do lucifer gaf, vroeg hij om iets, om ze voor te gebrui ken, en John was zoo treurig getroffen door de vage gelijkenis tusschen den man cn zijn oudsten broer, dat hij hem eon sigaar gaf. „Zonder mij zouden ze er allemaal zoo aan toe zijn, allemaal, James, Gcorgo en Iiugh," dacht hij. „Maar als ik geeu ge luk gehad had, was ik net zoo," vocgdo hij er bij, zichzelf berispend, „ofschoon ik toch in ieder geval geprobeerd zou heb ben desnoods werk in een tuchthuis to vinden inplaats van te slaan schooieren in Slapie Inn om lucifers." John had geen klaar begrip omtrent tuchthuizen, hij had het schrijven van rca- listischo romans opgegeven, voordat hij het tuchtliuisleven naar do workelijkheid bestudeerd had. (Wordt verrolgd). 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3