IKOn MEDËOEELIHB
Voldoende wegnemen. Het recht van de
wenschen op schoonheid blijft bestaan.
Zoo'n etoomleiding acht spr. heel gevaar
lijk, die kan best onder den grond gelegd
[worden.
Wethouder Splinter: Dan moet dat
aouet een duiker onder het water door
De heer S c h 11 e r Dan moet de firma
dat er maar voor over hebben. De bewo
ners mogen daarvan niet de dupe worden.
Spreker acht zijn voorstel zoo soepel moge
lijk. Wij stemmen niets af, doch geven B.
en W. gelegenheid lot nadere onderhande
ling.
De heer Baart meent, dat ook de be
woners van de Waardgracht last zullen
hebben van deze luchtbrug. De huizen
daar komen totaal in de schaduw te staan.
Op de plaatsen, waar andere luchtbruggen
zijn. is de toestand geheel anders. De brug
van Leenibrugge is 13>* M. hoog. De stoora-
leiding kan best anders worden aange
bracht, terwijl ook het transport best an
ders kan worden geregeld.
Wethouder Splinter neemt, gezien de
te berde gebrachte bezwaren en de reeds
gekregen toezeggingen van do firma, het
voorstel van don lieer Scluiller over. Het
punt wordt daarna van do agenda afge
voerd.
20. Verordening, houdende wijziging
van do verordening van den 22en Janu
ari 1923 (Gemeenteblad No. 4), regelendo
do heffing van belastingen voor het ge
bruik van hol Openhaar Slachthuis te I.ci-
dcri
.tangen om en.
21. Vaststelling van het vermenigvuldi
gd) gscijf er, bedoeld in de verordening op
do heffing eener plaatselijke belasting naar
het inkomen te loeiden, voor liet belasting
jaar Mei 1927—Mei 1928.
Z. h. stemming goedgekeurd.
Werk'cczc transportarbeiders.
Daarna komt aan de orde de interpella
tie-Knuttel inzake het intrekken van steun
dnor het Burgcrl. Armbestuur aan sommi
ge „uitgetrokken" wcrkloozen.
De lieer Knuttel constateert oen stre
ven hij het Burgcrl. Armbestuur om zich de
wcrkloozen van den hals te schuiven. Hier
gaat het voornamelijk om de transport
arbeiders. Men heeft aan vele ondersteun
den zonder geldige redenen hun congé ge
geven. kien beweert dat de transportarbei
ders en bloc van steun zullen worden uit
gesloten, evenals de tuinlui.
Spreker zijn zelf vijf gevallen hekend
van uitgetrokken werkloozen, aan wie ver
dere steun is ontzegd. „Ga maar werk i&c-
ken", luidde de boodschap, 't Werk is er
evenwel niet.
Hot gaat er bij liet Burgcrl. Armbestuur
Bonis wonderlijk toe, hetgeen spreker met
aoorbeelden toelicht. Het Burgerl. Armbe
stuur oefent een zoo sterke controle uit,
dat het soms verdienste ontdekt welke niet
b estaan en dan is 't zeer lastig, het Armbe
stuur tot andere gedachten to brengen. En
dan nog zegt het Armbestuur: zoek maar
werk. Hoe moeten die menschen in het
leven blijven?
De Voorzitter zegt, dat beantwoor
ding dezer vragen in een volgende vergade
ring zal geschieden.
Dc heer Knuttel protesteert. Waar
moeten die menschen in dien tusschentijd
van leven, vraagt spreker.
De Voorzitter: Dc kwestie moet na
der worden onderzocht.
Wethouder Sanders zegt, dat de vra
gen van den heer Knuttel Donderdagavond
in zijn bezit zijn gekomen. Bij eerste on
derzoek bleek er reeds een foutieve opgave
te zijn. Spreker is nog niet klaar met het
verdere onderzoek.
De heer Knuttel protesteert nogmaals
De zaak is zeer urgent.
Wethouder Sanders zegt, dat hij de
door den heer Knuttel aangehaalde feiten
moet onderzoeken. De heer Knuttel heeft
dingen verteld, die niet juist zijn.
De discussies worden daarna gesloten.
Benoeming Bank van Leening.
Aan de orde is daarna do interpellatie
vau den heer Sijtsma, over dc benoeming
Aan een boekhouder hij de Bank van Lee
ning, Avclke interpellatie in een vorige
vergadering wegens het vergevorderde uur
was uitgesteld.
De heer S ij t s m a brengt de feiten nog
maals in herinnering.
Commissarissen van de Bank van Lee
ning hebben sollicitanten opgeroepen voor
de bctreking van boekhouder. Desniettemin
benoemde men goen boekhouder doch een
reiziger, terwijl men menschen met boek
houders-diploma afwees, hoewel cr Leid-
eche krachten bij waren en do benoemde
niet meer in Leiden woonachtig Avas.
.Achten B. en W. hel niet gewenscht, dat
zulke benoemingen Avorden gedaan door
den Raad?
De Voorzitter antwoordt, dat do
Loer Sijtsma aan het verkeerde adres is.
B en W. hebben inzake deze benoeming
geen zoggenskracht. Zoolang de verordening
door den raad zelf zoo vastgesteld, aldus
blijft, hebben B. en W. er niets mee to ma
ken. Wil men het anders, dan moet do
raad de verordening wijzigen. B en W.
zien trouwens het nut van zulk een Avijzi-
ging niet in.
De heer Sijtsma meent, dat B. en W
oen onderzoek hadden moeten instellen
raar het beleid van do commissarissen van
tic Bank De Bank is toch een gemeentclijko
instelling. Spr had meer inlichtingen ver-
Aver-ht. dan zulk een antAVOord.
Be heer Kooi s tra meent, dat het
goed zou zijn als het raadslid-commissie
lid van do Bank a'an Lecning een uiteen
zetting zou willen geven
Do Voorzitter merkt op. dat de
heer Wilmcr die het bedoelde commis-
Jid is, niet verplicht is, op deze uitnoodi-
ging in te gaan.
De heer Wilmcr was eerst van plan
niets fc zeggen. Spr. vertegenwoordigt hier
niet de commissie en heeft zijn persoonlij
ke mooning. Spr. kan echter getuigen, dat
or naar aanleiding van dit geval veel on
waars is geschreven. Commissarissen van
de Bank hebben inderdaad iemand be
noemd met boekhoudersdiploma's, die bij
de firma, waarvoor hij de laatste jaren
reiziger is geweest, voor dien tijd boek
houder was. Meer Avenscht spr. er niet
yan to zeggen.
De heer E h h i n k vraagt of die com
missarissen aan niemand verantwoording
schuldig zijn.
De Voorzitter: Als ze niet vol
doen, dan kan de raad ze niet herkiezen.
De heer Ebb ink: Als ze niet verant
woordelijk zijn, dan moet dat veranderd
worden.
De 1 Mei-cpSacht ep Zondag.
Daarna komt do rondvraag aan de or
de, Avaarbij den heer Wilbrink gelegenheid
gegeven Avordt tot het doen van (Je vol
gende vragen:
1. We ke zijn de motieven geweest, dia
Burgemeester en Wethouders hebben ge
noopt om in strijd met den geest van do
Zondagswet op Zondag 1 Mei vergunning
te geven tot het houden van een optocht
met muziek en banieren, waardoor da
Zondagsrust in onze stad werd verstoord
en zeer vele inwoners in hun godsdien
stige overtuiging Averden gekrenkt?
2. Is het juist, dat het verzoek om ver
gunning voor dezen optocht niet in de ver
gadering van Burgemeester en Wethou
ders is besproken en zij dus persoonlijk
door den Burgemeester zonder vooraf de
Wethouders er in te erkennen, is ver
leend?
.3 Zoo vraag 2 bevestigend mocht Avor-
den beantwoord, is het dan niet wenschc-
schelijk te achten, dat beslissingen, die
namens Burgemeester en Wethouders
worden genomen en v. zoo principieel© be-
teckcnis zijn, eerst in het Co'lege worden
besproken, opdat de gekozen vertegemvoor
digers der burgerij van hun zienswijze
kunnen doen blijken?
Spr. meent, dat B. en W. in deze niet
hebben gehande'd in den geest van de
ZondagsAvet, zeker niet zooa's deze Avordt
opgevat door zeer velen in de stad.
Verder heeft spr vernomen, dat de ver
gunning verleend is, zonder dat de wet
houders daarvan wisten Hoe valt dat te
rijmen met het feit dat de vergunning is
verleend door B. en W.?
In verband daarmee hoeft spr. zijn der
de vraag gesteld.
De V o o r z i 11 o r geeft op deze vragen
het volgende antwoord:
Het College kan do vragen niet aan
vaarden of beschouwen a's een interpella
tie. De heer Wilbrink meent dat het Col
lege gehandeld heeft in strijd met art. 4
der Zondagswet, doeh het College is aan
den Raad geenerlei vcrantwording schul
dig over zijn beleid hij de toepassing dier
wet.
Hoe toch is dc toestand? Artikel 4 van
do Zondagswet verbiedt openbaro verma
kelijkheden, concerten etc. op Zondagen,
maar laat daarop uitzonderingen toe en
zegt dat bet Plaatselijk Bestuur, d.i. het
Co'lege van Burgemeester en Wethouders
vergunning kan verleenen mits na afloop
Aan al'c godsdienstoefeningen. Burge
meester cn Wethouders zijn hier dus door
de wet (niet een gemeentelijke verorde
ning) geroepen hunne medewerking te ver
leenen bij do uitA'oering daarvan. De wet
had ook den Raad, een Comm., den Mi
nister of ecu andere autoriteit daarvoor
kunnen aanwijzen, maar zij deed het n i e t
en wees het College van Burgemeester cn
Wethouders aan.
Verantwoording voor zijn beleid te de
zer zake is het College aan niemand schul
dig
Indien de heer Wilbrink voor oogen ge
had heeft art. 183 der Gemeentewet lui
dende:
„De Burgemeester en Wethouders zijn
„wegens het dagelijkse!) bestuur aan den
„Raad verantAvoording schuldig, en geven
„te dien aanzien alle door den Raad ver
langde inlichtingen."
Dan vergist hij zich, want art. 183 zegt
dat Burgemeester en Wethouders aan den
Raad verantwoording schuldig zijn we
gens het dagelijksch bestuur, waaron
der zeker niet valt de medewerking die
Burgemeester en Wethouders krachtens
art. 125 verleenen waar de w e t dit ver
langt.
Terwijl dus het College met uadruk een
interpellatie afwijst en zich in geen enkel
opzicht verplicht acht op dc vragen a'an
den lieer Wilbrink te antwoorden, is het
bereid eenigc in'icbtingen te verstrekken,
alleen omdat op onverantwoordelijke wijze
hij een deel der bevolking een onjuiste mee
ning gewekt is, die tot onjuiste en onbil
lijke gevolgtrekkingen geleid heeft.
Over de motieven waardoor het Col
lege zich laat leiden bij de bepaling van
zijn gedragslijn, waarop do eerste vraag
doelt, wénsebt het College zich niet uit
te laten. Zooa's reeds gezegd, kan liet Col
lege den Raad niet het recht toekennen,
daarover mede te spreken, deze staan en
blijven huilen 'sRaads bemoeienis.
Wie over de Zondagswet en baar toe-
passrng niet tevreden is, wendt zich tot do
Landsregcering en hare organen en zoeke
daar redres. Het. Gemeentebestuur als zoo
danig beeft met art. 4 der Zondagswet
niets te maken.
De tweede vraag is een feitelijke en naar
aanleiding daarvan is het College bereid
mede te deo'cn, dat het a'erzoek tot het
houden van den optocht op 1 Mei j.l. niet
in het College ter sprake gekomen is vóór
deze verleend was. De vergunning is door
den Burgemeester verleent namens het
College
Toen die aanvraag bij mij inkwam en
ik voor het eerst geroepen werd aan de
toepassing der Zondagswet mede to avci-
ken, heb ik mijzclve do vraag geste'd, wcl-
ko te dier zake mijne houding moest zijn'
en heb ik gemeend hel beste te handelen
door zóó lang aan het tot nu toe gevoerde
beleid vast te houden, totdat .mij overtui
gend zou blijken, dat een andere gedrags
lijn verkieselijk was. Mij is toen hij na
vraag gebleken, dat het Collego sinds om
trent dertig jaren eenzelfde gedrags'ijn
consequent gevolgd had en mijn besluit,
daarbij te volharden, werd voor mij daar
door wel zeer aannemelijk.
Mij bleek verder dat, hoewel de sinds
jaar en dag gevolgde gedragslijn geduren
de dien tijd meerdere malen in het Colle
go Avas ter sprake geweest,* de aanvragen
om vergunning niet in het College wer
den ter tafel gebracht, doch door den Bur
gemeester afgedaan overeenkomstig do op
dat punt bestaande gewoonte, zooals in
talloozo andere gevallen geschiedt en ge
schieden moet.
Nadat de vergunning gcloekcnd was,
doch vóórdat de optocht plaats had, is
do zaak intussclien wèl ter sprake goAveest
in liet Co'lege, doch is dienaangaande geen
beslissing genomen, omdat dc vergun
ning reeds overeenkomstig de beslaande
traditie verleend was.
Gegeven de sinds zooveel jaren bestaan
de gewoonte, zou er voor mij alleen dan
aanleiding geweest zijn om de vraag van
het verleenen der vergunning in hot Col
lege ter sprake te brengen, indien ik een
verandering van gedragslijn had
wil'en bepleiten. Waar ik dat niet wil
de, lag het niet op mijn weg een nieuAve
uitspraak van het College te vragen, doch
was het mijn plicht om de politiek, die
naar mijn weten in de laatste 30 jaren in
het College tot geen critiek heeft aanlei
ding gegeven, onpartijdig toe te passen.
Hiermede zoude ik kunnen volstaan,
doch ik v;il hier persoonlijk nog iets aan
toevoegen.
Iedere optocht, hetzij op weekdag ol
Zondag kan door mij worden verboden. Ik
kan het doen als hoofd der politie, omdat
ik vrees dat de openbare orde verstoord
zal Avorden. Over mijn houd'ng als zooda
nig ben ik aan don Raad geener'ei verant
woording schuldig. Ik zou ook misschien
in uitvoering van de verordening op ver
makelijkheden een door Burgemeester en
Wethouders tocgestanen optocht kunnen
verh eden en had dus ook uit dien hoofde
dc 1 Moi-bctooging kunnen verhinderen.
Dat ik dat niet deed, komt omdat ik, ge
steld, dat ik den 1 Mei-optocht als 'n feest
of vermakelijkheid zou wil'en beschomven,
ook in dti opzicht aan de bestaande tradi
tie niet Avildo raken, omdat ik ook in dit
opzicht, meende veilig te gaan ind'en ik
handelde als mijn voorganger, als burge
meester de Ridder en als burgemeester
Was en die allen vo'gden diezelfde poli
tiek.
Het heeft mij gegriefd, dat bij velen de
gedachte gewekt is, dat ik hier, zoo kort
na mijn optreden, A'ordacht moest Avorden
een aanslag gepleegd te hebben op de ge
voelens van velen ten aanzien van de hei
liging van den Zondag.
Het heeft mij verbaasd dat, waar ik
juist dezelfde gedragslijn wi'de volgen,
die onder drie mijner voorgangers be
proefd was gebleken, mij verweten werd
daarvan te zijn afgeweken en ik vraag mij
af of men dan wilde dat ik partijdig te
werk zou gaan. dat ik voor den eenen zou
doen Avat ik den ander Aveigerde. Ik vraag
mij af waarom, toen nog in 1924 op een
Zondag aan dezelfde bevolkingsgroep een
vergunning voor een optocht met muziek
banieren en verlichting verleend was,
daarover geen woord van protest viel, dat
nu wel geschieden moest
Wenscht men nu p'otseling een stren
gere toepassing der Zondagswet? Zij die
dat wenschen, zij mogen zich nog wel eens
ter dege bedenken alvorens zij zich wen
den tot de organen die daarvoor compe
tent zijn Indien zij zich de moeite willen
getroosten dit eens na te gaan, zullen 2ij
denk ik tot de slotsom komen, dat de toe
passing der Zondagswet te Leiden stren
ger is dan in welke andere groote ge
meente ook, zij mogen bedenken, dat die
toepassing dezelfde gebleven is of het Co'
lege een linksche of een rechtscho samen
stelling had en dus geworden is een soort
traditie, zij mogen bedenken, dat in een
gemeente, samengesteld als Leiden, niet
éóno richting haar zienswijze kan door
drijven. Zij mogen zich eindelijk afvra
gen of zij hun beginsel, dat door anderen
wel geëerbiedigd, doch niet gedeeld wordt,
zoo moeten wi'len handhaven, dat daar
door andersdenkenden belemmerd
Avorden.
Zij mogen zich eindelijk afvragen of het
politiek verstandig is een s'nds jaren goed
werkende toepassing der Zondagswet te
gaan wijzigen.
(De socialisten applaudisseeren).
Wat de laatsto vraag betreft, meent
dc voorzitter dat principicele beslissin
gen wel degelijk in het college van B. en
W. ter sprake moeten worden gebracht.
De heer Wilbrink bekijkt de zaak
A'an een anderen kant. Spr. protesteert
tegen het woord „onverantwoordelijke
agitatie3'. Die is niet gevoerd. Eén partij
meent aldus den Zondag te moeten ge
bruiken, een andere partij meent van
niet. Beide hebben het recht zich te
uiten. Spr. gelooft niet dat de burge
meester gebleven is in den traditioneelen
lijn. Telkens wordt er in den raad gepleit
voor toestemming lot het houden van op
tochten op Zondag. Een vorig jaar is
toegestaan, dat een stel partijgenoolen
van de S. D. A. P. in optocht van het
station de stad in trok. Dat is geheel iets
anders dan dit geA*al.
Het is nooit voorgekomen, dat men in
Leiden op Zondag zoo'n groolscben optocht
organiseerde zooals nu, met het doel om
propaganda to maken voor een speciale
partij.
Do Voorz. zegt, dat dc meerderheid
niet over de minderheid moet heerschen
Wij Avillen ook niet hcerschzuchtig zijn,
doch ons beginsel komt er tegen op, dat
de Zondag wordt misbruikt.
Als de gemeente meent, dat er een col
lege moet zijn, dat gekozen is uit hun
vertegenwoordigers, die een bepaalde
meerderheid vormen, dan verwacht zij
ook, dat die meerderheid in de practijk
tot uiting komt.
Als B. en W. in zulk een principieele
aangelegenheid moeten heslissen, dan
mag men verwachten dat zij zullen be
slissen volgens hun princiepen, die zij i:i
het dagelijksch leven belijden.
Dat is niet gebeurd.
Do heer S ij t s m a: Dan moet je het
college wegsturen.
De heer Wilbrink: Daarover gaat
het niet. Wat de voorzitter inziet als een
belemmering ziet spr. in als een afwij
king van de beginselen. Dat er A'oorheen
misschien aycI eens een optocht van stu
denten op Zondag is toegestaan, is geen
precedent.
Spr. spreekt zijn leedwezen uit over de
houding van het college van B. en W„
Avaarin nog Avel 2 Christ. Historische le
den zitting hebben. De burgemeester
heeft zelf gezegd, dat hij do Christ. His
torische beginselen is toegedaan, doch
het gebeurde is een afwijking van die be
ginselen.
Do heer E o r d m a n b maakt een op-
marking, dat de Zondag niet te luilcn is
uit Gods woord.
üc heer Elkcrhoul: „Ach man, jij
bent afgedAvaald."
Do heer E e r d m a n s: U is knap, als
u uit Gods Woord den Zondag kunt
halen.
De heer Wilbrink verdedigt nog
maals zijn recht cm B. en W. in deze ma
terie te interpelloeren.
De heer Ei kor bout wenscht ook
enkele dingen in 't midden te brengen.
(Het wordt rumoerig. Geroep: Dc ver
kiezingen!)
Spr. ziet nic-t in dat de burgemeester
met deze beslissing het voetspoor heeft
gevolgd van zijn voorgangers. Als vroe
ger is toegestaan een sociaüstenoplocLl
vanaf het station, dan Avas dat heel wat
anders. Dat was om zoo te zeggen: een
demonstratio begraven. Deze beslissing
van den burgemeester is een novum cn
dat heeft een groot gedeelte van het
Le dscho publiek leed gedaan.
(Het regent interrupties).
De heele gevoerde actie waarhij spr.
o.a. memoreert hoe de Oranje-vereeni-
ging weigerde te applaudisseren voor
den burgemeester, toen deze haar gast
was was een uiting van leed.
(Interrupties: Het was een af
spraakje!)
Houdt toch je kakel dicht, a'oegt spr.
de S. D. A. P. toe. Zich Avendend lot den
burgemeester, gaat spr. voort: De burge
rij had een andere houding van u ver
wacht. Wij zouden gaarne zien, dat u op
nieuw uw houding in het college van B.
en W. ter sprake bracht. Volgens de Zon
dagswet behoeft u geen medewerking te
verleenen, u kunt het Avel, maar is er niet
toe verplicht.
U hebt trouwens de S. D. A. P. geen lol
gedaan. Deze had Lever een weigering
gewild, daar had zij meer propaganda
mee kunnen maken (De socialisten joelen)
Om Aville van den tijd heeft men zooge
naamde praalwagens achterwege gelalen.
De avond was er niet geschikt voor.
De kwestie is: het gaat hier om de vrij
heid van den Zondag. Een Christelijke
overheid moet het voorbeeld a'olgen van de
koningin, d e zelfs bij gelegenheid a'an
een verjaardag geen vlagvertoon op Zon
dag Avenscht.
Dc heer Wilmcr wenscht, om mis
verstand te voorkomen, de houding der
Katholieken in 't kort uileen te zetten.
(Geroep: Olie op de golven!)
De Katholieken erkenen de Zondags
heiliging als een Goddelijk en ook als ker
kelijk gebod; de Katholieken beschouwen
de ZondagT-J als een vere.scht en voor
geschreven middel om den Zondag te hei
ligen.
Wolko consequenties hebben dc Katho
lieken uit het beginsel van de Zondags
heiliging in verband met het houden van
«jptochten op den Zondag?
Het houden, d. av. z. het organisee-
r e li, van optochten, dio niet di
rect ol indirect beoogen don dienst
van God, op den Zondag beschouwen de
Katholieken als niet in overeenstemming
met of in mindere of meerdere male in
strijd met de Zondagsheiliging.
Over het houden, d. a\'. z. liet t o e 1 a-
t e n door de overheid, van dergelijke op
tochten op den Zondag zullen niet aiie
Katholieken in alle gevallen op dezeli'tio
wijze oordeelen ook al plaatsen zij
zich allen op het standpunt, üat Neder
land is een pariteits-staat, dat dus alle
geestesrichtingen onder de bevolking dooi
de overheid op voet van pariteit, van ge
lijkheid, moeten Avorden behandeld, in zoo
verre het algemeen belang, gelijk wij dat
in een pariteits-staat moeien opvatten,
zulks toelaat.
In de 2e Kamer, toen in '1921 een
motie-Duys de wenscheüjkheid uitsprak,
dat do burgemeesters als regel op Zon
dagen optochten zouden toestaan, waren
do Katholieken verdeeld; 13 stemden
vóór de motie, de anderen tegen.
Uok over den socialislischen optocht
op Zondag 1 Mei j.l. zal er onder de
Katholieken verschil \'an opvatting zijn.
Doch ook zij, d e meenen, dat de Over
heid beter bad gedaan, als zij dezen op
tocht niet had toegestaan, zullen hij hun
critiek in 't oog houden, dat een beslis
sing in zaken als deze niet zoo vanzelf
sprekend en gemakkelijk is.
Do heer v. E c k komt er legen op, dat
gepoogd wordt om de rechten der socia
listen nog meer te beknibbelen. Spr. is
het niet met den burgemeester eens, als
hij zegt, Diet verantwoordelijk te zijn aan
den raad. De democratie eischt dat, ook
al verplicht de wet hem daartoe niet.
Doch spr. is het met den burgemeester
wel eens, als hij zegt, niet van de be
staande gedragslijn te zijn afgeweken.
Princ.pieei is er geen onderscheid tus-
sdhen een optocht van het station naar
hc-t Volkshuis en dezen optocht. Bij heide
was het doel propaganda maken, en bur
gemeester de Gijselaar stond dat toe. Wij
hebben niet gauw gebruik gemaakt van
een nieuwen burgemeester, want de re
geling Avas al ontAvorpen, voordat wij
wisten, dat burgemeester de Gijselaar
zou heengaan. Laten wij ons niet begeven
in een discussie over den geest van de
Zondagswet. Nergens wordt die in z'n
geheel toegepast. In Amsterdam, waar
een Christel. Historische burgemeester is,
worden optochten op Zondag toegestaan,
zelfs overdag. Die acht dat dus wel in
overeenstemming met do Christ. Hist, be
ginselen.
Be heer El kerb out: Dacht u, dat ik
het daarmee cods Avas.
Do heer v. Eek: Als men spreekt van
krenken van andermans gevoelens, dan
kunnen wij ons eerder gegr'efd gevoelen,
Avanneer ons verboden wordt onze rus-
tigo optochten te houden. Zoodoende
maakt men ons tot tweede rangs-burgers
en daartegen zullen wij blijven opkomen.
Wanneer men leeft in oen gemengde
bevolking, moet de overheid voorgaan in
verdraagzaamheid. Niemand mag een
ander dwingen den Zondag door le bren
gen, zooals hij dat zelf doel.
De heer Baart haalt als voorbeeld
aan, dat de Katholieken op een Zondag
in Juli a.s. te Nijmegen een arbeiders
beweging organiseeren.
De beer Dubbel de man maakt «e
opmerk.ng, uai - i,J
en A. Rcv. spreken van Zondagsoutheiii
ging, doch dat de socialisten ook begin,
seicn hebben, die hun heilig zijn en dij
zij naar huiten wenschen uit te dragen
Spr. heeft op 1 Mei in de Pieterskerk ces
preek bijgewoond, welke niets meer was
dan een politieke redevoering. Ontheilig,
men daarmee den Zondag niet?
De Voorz. zegt, zich op neutraal
standpunt te willen stellen. Hij heeft go-
meend een jarenlang gevolgde gedrags
lijn te volgen. Dat er hierin verschil van
meening in het college van B. cn W. was,
daarvan was spr. niets gebleken. Ut
practijk van B. cn W. zal niet altijd de
resultante zijn van C. H. plus A. R. Dik-
Avijls zullen B. en W. niet kunnen han
delen zooals zij wenschen, maar zullen
zij een compromis moeten treffen Spr.
ontkent, dat zijn toestemming een novum
was. In 1919 viel 1 Mei ook op Zondag,
toen is geen vergunning gevraagd, doch
indien dat gedaan was, zou cr zeker toe
stemming zijn verleend. Dat de Oranje-
verecniging spr. niet hoeft willen toe
juichen, laat spr. geheel voor rekening
van de heeren, Avier gast hij was.
Wethouder Mcijnen wijst er op, dal
de burgemeester heeft gezegd, dat zij*
beslissing in het college van B. on YV.
wel ter sprake is gebracht, doch dat et
geen besluit is genomen. Daaruit volgt,
dat de Avethouders geen verantwoorde
lijkheid dragon.
De heer Wilbrink zegt, dat de
Christ. H'st. de socialisten niet als min
derwaardige burgers beschouwt, maar
wij leven nu eenmaal in een Christelijk
land, met een Christelijke overheid.
Iedereen ondervindt wel eens belemme
ring ter wille a'an anderen. Over het „hei
lige'' zal spr steeds mot S. B. A. P van
meening blijven verschillen.
De lieer Deumcr vraagt het woord
voor een „persoonlijk" feit.. Hij protes
teert tegen de ongepaste kwal ficatm van
den heer Dubbeldcmnn, die de predicalic
in de Pieterskerk eer politieke rede
noemde
;.<3dee>i»Q. I
De Voorz. ckG' mede, dat do
Schrijversbrug waarschijnlijk o;» Hemel
vaartsdag zal worden geopend. Jndcrdjl
heeft do raad niet een kleine meerder
heid een motie aangenomen, waarin del
wenschol ijk beid werd uitgesproken oiu
die brug op Zon- cn Feestdagen dicht
te laten. Dat B. en W. thans besloten
hebben om de brug te openen vindt zij:i
grond in het feit, dat den daarop vol
genden Vrijdag een gvootc lammermarkt
Avordt gehouden, waardoor er een grootl
toevoer van lammeren zal zijn Wordt de
brug niet geopend, dan zal er een op
stopping ontstaan cn zullen minstens -l
havenrecbercheurs dienst moeten doen.
Wordt de brug geopend, dan zal allcefl
één brugwachter dienst hebben.
De Voorz. deelde verder mode, da!
de heer Bergers ecu voorstel heeft inge
diend, om het bestuur van da Bank van
Leening uit tc breiden met twee Raads
leden.
Rondvraag.
Mevr. v. Itallie-v Embdon wijs!
op dc vprontre'niging van het water van
Levendaal en Nieuwe Rijn. Als de politie
niet daartegen kan Avaken, kan althans
de reinigingsdienst den rommel er uit ba
len.
Mevr. D i o l r i c h-d o R o o y vestigt cr
nog eens de aandacht op, dat op som-
mi ee plaatsen stationeerende auto's hd
verkeer belemmeren, zooals op do Brce-
straat voor de „Turk."
Daarna sluiting. Het i.- half zeven.
KERKNIEUWS
Frater Eustachius. f
Men schrijft uit Reuscl aan „Dc Tijd":
Hedenmorgen ontvingen we het telefo
nisch bericht, dat Frater Eustachiua (in
de wereld W. Martens) vannacht cm 12
uur in het Groet Ziekenhuis tc Den Bosch
was overleden. Zijn Eerw. was den laat
st en tijd sukkelend, stelde zich derden
Paaschdag onder geneeskundige behande
ling, maar voor zijn kwaal was geen ge
nezing.
Dit. bericht zal de vele vrienden van den
goeden frater Eustachius cn dc vele oud*
leerlingen van „Ruwenberg", waar hij
ruim twiotig jaren verbleef, van Tilburg
(Hasselt), waar hij enkele jaren hoofd der
school en van het Patronaat was cn van
het Pensionaat „St. Cornelius" alhier,
waar hij dc laatste zestien jaren door
bracht, treffen.
Gewis zullen de oud-leerlingen on vrien
den den dierbaren overledene in hunne ge
beden gedenken, want met hem is een va
derlijk vriend, een goed onderwijzer, een
degelijk opvoeder cn een opgewekte vroo*
lijke frater heengegaan. God moge hem om
zijn arbeidzaam leven dc eeuwige kroon
schenken.
De overledene werd geboren 17 Ap*a
1S05 tc Udenhont en bcrcikto dus den
ouderdom van G2 jaar, waarvan bij cr 43
in het klooster heeft doorgebracht. Zijn
uitvaart cn begrafenis zal plaats hebben
op Hui'/.c „Steenwijk" onder Vnght, a*-
Woensdag om 9 uur.