FINANCIËN EN DECUNUMIE. REDE VAN DR. ZIMMERMAN. Op de economische conferentie. Het Amerikaansche voorbeeld He Nederlandsclio afgevaardigde dr. A. H Zimmerman beeft, gisteren als eerste spreker bij do algemeene beschouwingen ter Economische Conferentie een belang rijke rede gehouden. He conferentie aldus spr. heeft haar oorsprong gevonden in den weinig be vredigenden toestand van het economisch leven in Europa. Men heeft geconstateerd, dat ons continent in zijn geheel niet meer dezelfde plaats als vóór den oorlog in de wereldproductie inneemt, dat zijn relatieve economische beleekenis is gedaald. Men heeft geconstateerd, dat terwijl wij ten achter bleven, anderen met groote schre den vooruit gingen. Wij hebben allen den blik gericht op de Vereenigde Stalen, en wij hebben ons af gevraagd aan welke oozaken dit land ziju schitterenden toestand dankt in vergelij king met de oude wereld. Spreker heeft <le oorzaken van het verschil het econo misch leven daarginds en dat in Europa nagegaan, en is in de eerste plaats getrof fen door den bijzonder heilzamen invloed uitgeoefend door de grootheid van de een heid van productie en consumptie, door do krachtige organisatie der monetaire en financieele stelsels der verkeerswegen en vervoermiddelen. Op een gebied dat zich uitstrekt tusschen twee Oceanen op een afstand van 5000 K. M., vinden industrie en landbouw een nationale markt van 120 millioen inwoners. Deze markt is niet verdeeld door grenzen; menschen en goe deren circuleeren er vrijelijk. Men spreekt er dezelfde taal, heeft dezelfde gewoon ten en dezelfde behoeften. Het bank systeem werkt er over heel de uitgestrek te oppervlakte van het grondgebied en de economische activiteit wordt er gestimu leerd door een net van verkeerswegen, dat geconstrueerd is en dat wordt uitge breid naar de behoeften van het enorme geheel. Het ligt voor de hand, dat wij Europea nen niet kunnen hopen, dat soortgelijke voorwaarden zich ooit op ons continent zullen realiseeren. Alles wat wij doen kun nen is, nooit het Amerikaansche voorbeeld uit het oog te verliezen, het altijd voor oogen te hebben als een ideaal, dat ons moet inspireeren en leiden. Geen modern mensch zal tegenspreken, dat goede sociale wetten een heilzamen in vloed kunnen uitoefenen, voor zoover zij den socialen vrede consolidecren, maar hier bevindt men zich op een terrein, waar de juiste grenzen gemakkelijk over schreden worden en in dat geval schaden de wetten de klassen, voor wier welzijn zij werden gemaakt, méér dan dat deze er baat bij vinden. Te zware fiscale lasten en te ver ge vorderde sociale wetgeving hebben een gemeenschappelijke eigenschap, n.l. beide leiden óf tot betaling voor te weinig pro ductieven arbeid, zooals het geval is, wan neer het staatspersoneel te talrijk of zijn arbeid onvoldoende is, ofwel zij leiden tot betalingen zonder arbeidsprestatie. Op die wijze beïnvloeden zij de productieve kracht van een land en zij verplichten den pro ductieven arbeid een deel van de vruch ten van zijn inspanning af te staan aan elementen, die niet genoeg arbeiden. Beide scheppen koopkracht zonder gelijktijdig rijkdom te scheppen en daardoor vermin dert de consumptie-mogelijkheid. Toenemende industrialisatie Men kan dit vraagstuk nog van een anderen kant bezien door nogmaals den blik naar den Atlantischen- Oceaan te richten. Iedereen weet, dat de hechte basis der Amerikaansche industrie bestaat in de zoo uitgebreide en welvarende natio nale markt, in Europa zoekt men zij a heil vooral in den uitvoer en in den tegen woordigen toestand heeft men gelijk zulks te doen. Maar men dient niet uit het oog te verliezen, dat de hedeendaag- scho economische ontwikkeling van dien aard is, dat de landen zich steeds meer induslrialiseeren, niet alleen de landen van ons continent, maar ook die van Aziü, Oceanië, Zuid-Afrika en Zuid-Ame rika, waar men zich er op voorbereidt, de grondstoffen to behandelen in het land van voortbrenging in plaats van z.e naar Europa te zenden om daarna weer ge ëxporteerd te worden in den vorm van afgewerkte producten. Indien deze ont wikkeling voortgaat, en waarom zou dit niet het geval zijn, moet Europa er in be rusten, dat zijn uitvoer teruggaat en dat naar verhouding het belang van de na tionale markt toeneemt. Overheid werkt productie tegen. Niets stimuleert nu die markt meer dan het bestaan van een welvarende arbei dersklasse met booger levensstandaard. Dit niveau hangt veel minder af van het niveau der loonen dan van den overvloed der productie. Hoe meer er ter markt komt, des Ie meer kan men er vandaan halen, hetgeen beteekent, dat het mate- rieele peil van een bevolking slechts kan worden opgevoerd door het aanmoedigen der productie en door intensiever arbeid. Te talrijke openbare diensten, zoowel als <en wetgeving, die den prikkel tot arbei den verzwakt, werken in do tegenoverge- 3telde richting. Zij beïnvloeden ongusiig de productieve kracht der natie, de na tionale markt, de consumptie-capaciteit 3n het materieele peil der massa's. Het ligt voor do hand, dat spreker hier een materie hoeft aangeroerd, die theo retisch tot het nationaal domein behoort, en die niet tot het aannemen van resolu ties door deze conferentie kan leiden. Maar bet verschijnsel is zóó universeel in Europa, dat het in bijna alle landen op de agenda geplaatst zal moeten worden. Spreker heeft deze zaak behandeld, omdat hij het zou betreuren, als zij, dio later kennis zullen nemen van de be sprekingen, er niets in zouden vinden be treffende een probleem., dat niet zal na laten meer en meer de aandacht to trek- ben van hen, die den oorsprong van de economische malaise nagaan. De toestand van Centraal Europa. Onder die oorzaken bevindt zich een andere, waarmee spreker in direct con tact is geweest tijdens de uitoefening vau zijn functie van Commissaris-Generaal van den Volkenbond voor Oostenrijk. Men weet, dat de financieele wederopbouw van Oostenrijk een voldongen feit is. Maar uit de medcdeeling, die van de Oosten- rijksche regeering is ontvangen, blijkt dal de economische toestand lang niet zoo gunstig is als de monetaire en finan cieele toestand. Niet alleen Oostenrijk lijdt, maar alle landen van Midden-Europa. Deze monar chie vormde bijna een ideale economische eenheid. Op politiek terrein waren er veel verschillen.en was er zelfs vijand schap, maar op economisch gebied gaf do monarchie een beeld van harmonie en samenwerking, die haar wortels vonden in een samenwerking van meerdere eeuwen en die schenen voorgeschreven door de geografische ligging. Alle doelen van het Keizerrijk stonden in onderling contact en de rijkdommen van den bodem en den ondergrond waren zoo groot, dat de eenheid in groote male in eigen behoeften kon voorzien, hetgeen wordt weerspiegeld door statistieken van voor den oorlog. Dit gebied dat een productie-eenheid vormde, werd bediend door een uitste kend spoorwegnet en door een schitte renden stroom die het hart van Europa met de Zwarte zee verbindt. De eenheid is verbroken en het oude gebied is thans verdeeld in zeven staten. De economische betrekkingen, in den loop der eeuwen aangeknoopt, zijn vernietigd. De indus trieën die waren gevestigd voor de be hoeften der nationale markt en die hun grondstof en brandstof uit het binnen land betrokken stooten zich overal aan nieuwe grenzen die hun scheidden van oudo klanten en vroegere leveranciers. Het spoorwegstelsel werd aan reglemen ten, tarieven en formaliteiten van zeven verschillende administraties onderworpen. Alle successiestaten, de een meer de ander minder, lijden van deze economi sche omverwerping. Daaronder lijden Oostenrijk in de eerste plaats, omdat de binnenlandsche markt beperkt en weinig ontwikkeld is en omdat voornamelijk op het territoir van het nieuwe Oostenrijk een groot deel van de industrie van het oude keizerrijk was gevestigd. Deze toe stand is niets nieuws en nog onlangs is hij uiteengezet in een memorandum over economische problemen van centraal Europa dat bij de conferentie is inge diend. Maar het belang is zoo groot en het beheerscht dermate de materieele^m- standigheden der bevolkingen van dit deel van Europa, dat spreker het zijn plicht oordeelde dit nog eens te onder strepen. Krachtens zijn Volkenbondsfuncties is spreker in nauw contact geweest met het economisch leven van centraal Europa en meent de ziekte waaraan het lijdt te kennen. Spreker weet dat het geneesmid del niet gemakkelijk te vinden is en dat het slechts langzaam en geleidelijk zijn resultaat zal voortbrengen. In deze phase zou het voorbarig zijn in bijzonderheden te treden. De economische samenwerking tusschen de landen van centraal Europa is essentieel voor de wederopheffing van ons continent en deze conferentie zal recht hebben op de dankbaarheid van al len, indien zij een etappe tot dit doel kam vormen. Te hooge last en. Er zijn echter nog andere verschillen tusschen de oude en -de nieuwe wereld. Indien wij ons afvragen, wat na den oorlog bijna alle staten gemeen hebben, dan kunnen wij in de eerste plaats con- stateeren de booge belastingen, en in de tweede plaats de belangrijke beperkingen van de vrijheid der bedrijven. Wat de fis cale gasten betreft, deze worden in de eer ste plaats veroorzaakt door delging en rentebetaling op de oorlogsschulden, door herstelschulden, en door betaling van pen sioenen. Voorzoover die lasten uit die oorzaken voortkomen, zijn zij op het oogenblik on vermijdelijk en spreker laat ze terzijde. Waar iedereen weet, dat zij ook voort komen uit bet feit, dat bijna overal de openbare diensten, die van staat zoowel als van gemeenten, zich belangrijk hebben ontwikkeld en op grooter voet zijn geor ganiseerd dan vroeger. Al die kosten moe ten gedragen worden door de gemeen schap van ben, die rijkdom scheppen en aldus vormen zij een zwaren last voor de productie. Indien wij den blik naar Ame rika richten, constateeren wij: beperkte publieke administratie en particuliere ex ploitatie van diensten, die men zich in Europa slechts kan voorstellen in han den van staat of .gemeenten. Wat de beroepsvrijheid in Europa be treft, deze is bijna overal beperkt en men gaat nog steeds voort met beperken. Meer en meer zijn langs wettelijken weg do be trekkingen tusschen patroons en arbei ders geregeld, en daarin is men veel ver der gegaan dan in Amerika, waar die betrekkingen in hoofdzaak berusten op contractvrijheid. BINNENLAND. Kerkelijke leeningen. Het R. K. Kerkbestuur der Parochie van den H. Franciscus van Assisiö te Amsterdam gaat over tot de uitgifte cener 5 geldleening groot f 75.000 in stuk ken van 1000 en 500. De koers van uitgifte bedraagt 100 c'°. Holl. Kunstzijde-Industrie. Naar wij vernemen bedraagt het winst cijfer der N. V. Hollandsche Kunstzijde Industrie te Breda vóór afschrijvingen 1.298.159 (v. j. 1.460.644). Na gewone en buitengewone afschrij vingen tot een totaal bedrag van 794.853 (v. j. 785.303) en overboeking naar de reserverekening van 'J 100.000 (onv.) wordt, zooals reeds eerder gemeld, een dividend voorgesteld van 6 pet. (v. j. 8 pet.) Handelsvereeniging „Amsterdam.'' Naar wij vernemen zal aan de in Juni te houden algemeene vergadering worden voorgesteld het dividend over het boek jaar 1926 te bepalen op 80 waarvan reeds 15 als interim-dividend werd uil- gekeerd. Voorts ligt het in de bedoeling aan bovenbedoelde vergadering het voor stel te doen tot uitgifte, uilsluitend aan aandeelhouders, van 5.000.000 nieuwe aandeden tot pari ten volle deelendc in de winst van het loopende boekjaar. Industrieele Disconto-maatschappij. In een buitengewone algemeene verga dering van aandeelhouders der Indus trieele Disconto-Maatschappij is benoemd tot Commissaris do heer Dr. A. R. Zim merman. Voorts is de winstverdeeling ge wijzigd ten gunste van aandeelhouders. Waar tot nu toe, na een primair dividend van 7 aan aandeelhouders 48 werd uitgekeerd, wordt voortaan na een pri mair dividend van 7 aan aandeelhou ders 61 uitgekeerd. KERK£3EUWS Nationale novene ter eere van de H. Theresia. Naar ons vanwege de Eerw. Zusters Carmeli'tessen te Schiedam wordt meege deeld zal er op algemeen verlangen der Theresia-vereerders(sters) weer een natio nale novene ter eere van de H. Theresia gehouden worden, te beginnen 17 Mei a.s. den verjaardag van Hare Heiligverklaring. Voortaan zal een paar maal 's jaars een nationale novene worden gehouden en wel in 't voorjaar omtrent den datum der Hei ligverklaring en het najaar omstreeks den Kerkelijken feestdag van de H. Theresia van Lisioux. Voor alle correspondentie is het adres Eerw. Zusters Carmel, Waranda 125, Schie dam. De Missie der Paters Carmelieten op Java. Uit Rome mochten we de verblijdende tijding vernemen, dat bovengenoemde mis sie, waar, zooals men weet sinds eenige ja ren de Nederlandsche Carmelieten werk zaam zijn, door den H. Stoel tot Aposto lisch Prefectuur is verheven. De benoe ming van den Apostolischen Prefect mag binnen afzienbaren tijd worden tegemoet gezien. „Hsgz." St. Canisius-standbeeld te Nijmegen. De onthulling van het standbeeld ter eero van den II. Petrus Canisius te Nij megen zal plaats hebben op den tweeden Pinksterdag door Z. D. H. Mgr. Arnoldus Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch, meldt de „Geld." Op den vooravond zal in „De Vereeni- ging" een groote vergadering worden ge houden met Prof. Molkenboer als spreker. Pater Borromaeus De Greeve zal bij.de onthulling het woord voeren. Toediening van het H. Vormsel. In 1927 zal Z. D. H. de Bisschop van Haarlem het H. Vormsel toedienen: 4 Mei in de stad Schiedam; 19 Mei in de stad Leiden; 1 Juni tot en met 3 Juni in het dekenaat Delft; 21 Juni tot en met 23 Juni in het dekenaat Poeldijk. In het na jaar in Den Haag en Amsterdam. (St. Bavo). Nederlandsche pelgrims te Rome. Men eint uit Rome d.d. 6 dezer aan de „Msbd.": Z. H. de Paus ontving hedenmorgen in bijzondere audiëntie de pelgrims, die on der leiding van den zeereerw. heer Am. Suys, vicaris van de H. Landstichting en den heer Piet Gerrits die het H. Land hebben bezocht. Ook werden in bijzondere audiëntie ontvangen 25 Nederlandsche spoorwegbeambten. RECHTZAKEN KANTONGERECHT HAARL.MEER. Spetterende auto's. G. V., koopman te Amsterdam, niet ver schenen, beeft bet motor- en rijwielregle- ment overtreden. Verd. heeft over liet rij wielpad gereden, op zoodanige wijze dat de spetters uit de plassen getuige Gerard Naberhuis te Hillegom met modder besmeurden. Getuige heeft opgemeten dat verd. 60 cM. buiten de straat was, en er om lachte dat bij getuige onderspet- terde. Getuige Teunis Vinké te Hillegom .bevestigt deze uiteenzetting en zeide, dat verd. opzettelijk door een plas zwaaide. Eisch legen verd. 15 of 15 dagen, uit spraak conform. De verantwoordelijke man. J. C. H., schipper te Hillegom, beeft (,1e keur va; de Haar; meerpolder overtreden. Verd. treft zelf geen schuld. Zijn knecht had te hard gevaren, en was toen tegen de brug aangekomen. Veel averij was er niet geweest. Get. Adriaan Jansen, brugwachter, bevestigt, dat verd. wel alles gedaan heeft wat hem nog mo gelijk was om averij te voorkomen, maar verd. was gezagvoerder en daardoor schuldig. Eisch 8 of 8 d.; uitspraak conform. Zonder bel. II. II te O u d e W e l e r i n g beeft ge reden zonder bel op de fiets. Verd. bekent; hij had geen 40 centen, door werkloos heid, om een bel te koopen. Zoodra iemand hem 40 ct. bad gegeven, heeft bij er een gekocht Eisch 2 of 2 d.; uitspraak con form. De harmonica-speler. L. W uit A m s t c r d a m, heeft de politieverordening te Haarl.meer overtre den met harmonica-spelen op 14 Apil j.l. Verd. wil nog wel een mop geven. Het spijt verd dat bij hem nici bij zich beeft, liij had verzuimd achter de buizen te spe len; was nu maar.'ns in den voortuin ge gaan. Eiscli 2 of 2 d., uitspraak conform. Te hard gevaren. J. v. S., te Oude Wetering, beeft te snel gevaren door de Leimuiderbrug te Haarl.meer. Verd. bekent, bij kon niet anders door den sterkon wind. Hij voer halve kracht, anders was bij op de brug geloopen Eisch 3 of 3 d., uitspraak con form. Zonder licht. J. V., landbouwer te A 1 k e m a d e, heeft gereden zonder liebt op zijn rijwiel in Oud-Ade. Verd. bekent; zijn lantaarn was uitgegaan. Eisch 4 of 4 d., uitspraak conform. Uitspraken: J. K., Aalsmeer, mo- torregl. 6 of 6 d.; H. v. H., Alkemade, motorregl. 10 of 10 d.; I. v. d. V. Haarl. meer, rijwiel- en motorregl. 2 of 2 d.; S. V., Haarl.meer id. 2 of 2 d.; L. A., Aalsmeer, rijwiel- en motrwet 4 of 4 d. L. K Aalsmeer, id. 4 of 4 d.; S. K., Aalsmeer, id. ƒ24 of d.; T. B., Aalsmeer, id 4 of 4 d.; J. v. d. B., Hillegom idem ƒ4 of 4 d.; K. v. d. B., Haarl.meer, id. ƒ4 of 4 d.; F. S., Haarl.meer id. 4 of 4 d.; R. v. D., Haarl.meer, id. 4 of 4 d.; G. V., Haarl.meer, id. 4 of 4 d.; J. B. Haarl.meer, id. 4 of 4 d.; P. K., Haarl. meer, id ƒ4 of 4 d H. N., Haarl.meer, id. 4 of 4 d.; P. K. Alkemade, id. 4 of 4 d.; G. P., Haarl.meer, id. 4 of 4 d.; G. A,, Lisse, id. 4 of 4 d.; G. v. D., Haarl.meer, id. ƒ4 of 4 d.; K. E., Aals meer, id. 4 of 4 d.; P. Z., Hillegom, id. 4 of 4 d.; J. K., Aalsmeer, id. 4 of 4 d.; J V., Haarl.meer, id. f 4 of 4 d.; H W., Hillegom, id. 4 of 4 d.; D. B., Hillegom 4 of 4 d.; J. K., Haarl.meer, id. ƒ4 of 4 d.; G. S. Amsterdam, motor en rijwielwet ƒ8 of 8 d.; A. M., Haarl. meer, motor- en rijwielwet ƒ5 of 5 d.; M. L., Haarl.meer, Art. 456 5 of 5 d. FAiLLISSESRENTEK Opgeheven: W. A. Wernecke, Woerden. Van nrs'n Boekentafel TIJDSCHRIFTEN. Het Schild, Apologetisch Tijd schrift. Uitgave „Petrus Cani sius". Mei-aflevering. Admi nistratie-adres: DiederichsLaan 7, Rijsenburg. Fr. A. Metz O. Gist. geeft een vertaling van het boek van den Protestantschen Zweedschen domino Beskow, „Voor het aanschijn van God", onder den titel „An gelus". De dominé beschrijft hierin, welk een indruk op hem gemaakt neeft het lui den van den angelus op een schoonen len te-avond, waarop hij met den gardiaan op het terras stond van 'u Franciscanerkloos ter to Tiberias. „Wij, Zweden, hebben geen Angelus", zegt nij. En de dominé be sluit: „De Angelusklok opent den hemel voor de ziel en de ziel voor den hemel. Dan wordt liet feest." Hierop volgt een artikel: „Hilaire Belloc over Kerk en Geschiedenis" van Ellen Russe. Deze katholieke Engelsche historicus Hilaire Belloc wijst er o.m. op, dat het z.g. neutrale geschiedenis-onder richt niet neutraal is. En Ellen Russe voegt hier, zeer terecht, aan toe: Wat Belloc zeido omtrent Engeland en Frankrijk, kan men van Nederland eveneens zeggen Wie op een neutrale school werd opgevoed weet om maar een enkel voorbeeld te noemen dat heel het bestaan en de lotgevallen der Gorcumsche martelaren bij het ge schiedenisonderwijs on een hoogere burgerschool wordt overgeslagen; hun namen komen ecnvoudig-weg niet voor in de Vaderlandsche geschiede nis, terwijl er toch heusch lang ge noeg stil wordt gestaan bij de begin periode van den tachtigjarigen oor log, om niet van een oppervlakkig, vluchtig overheen-wippe.i te kunnen spreken. De gruwelen dor Spaansche Inquisitie vergeet men niet. maar do gruweldaden der Geuzen wol. Rector A. Roozcn uit Warmond geeft een tweede en slot-artikel over de Adven tisten. L. besluit de geschiedenis van een zelf- doorleefd bekecringsproces, onder den titel „Van dolen, wanhoop en rust" in een zesde artikel. „Prof. Noordlzij over het probleem van 'l Oude Testament" Dit is do titel van een klaar geschreven artikel van Piet Kasteel. Dan de gewone rubrieken Op den Uitkijk en Vragenbus. Als proeva van wat er ongetwijfeld ook voor vele Katholieken te leeren valt uit de Vragenbus willen wij hier eens overdruk- naar aanleiding van een vraag over het scapulier van den Carmel. De geschiedenis verhaalt, dat de H. Ma ria is verschenen in 1251 aan don II. Si mon Stock, toenmaals Generaal der Car melieten, en dat zij hem het scapulier der Orde overreikte met deze woorden: „Ont vang, mijn dierbare zoon, dit scapulier Uwer Orde als de livrei mijner broeder schap. 't Is het bewijs van het voorrecht, dat ik voor U en al de kinderen van den Carmel verworven heb: wie in dit gleed sterft, zal van liet eeuwig vuur bevrijd blijven. Het is een leeken van zaligheid, een behoedmid del in gevaren, een onderpand van vrede en eeuwig verbond". Reeds de geleerde Paus Bcnediclus XIV schreef over deze verschijning (in „De Festis 13. V." cap. 6): „Wij beschouwen deze verschijning als werkelijk gebeurd, en meenen, dat een ieder ze als zoodanig moet „aannemen". Er is dan ook geen enkele ernstige reden aan te voeren, waardoor een redelijke twijfel aan de authenticiteit zou gewettigd zijn Omstreeks 70 jaar na bovengenoemde gebeurtenis verscheen Maria nogmaals, nu aan Kardinaal Jakobus van Osa, die kort daarop als Paus Joannes XXII regeerde. Maria beloofde bem (aldus deelt hij zelf mede), dat zij ben, die met het scapulier van den Carmel bekleed sterven, op den (eersten) Zaterdag na hun dood uit de louteringsplaats (vagevuur) zal verlossen. Paus Benedictus XIV en vele andere Pau sen hebben deze voorrechten verdedigd. verkondigd en bevorderd. Er is dus goon enkele ernstige reden, om aan deze privi lege's te twijfelen. Toch meenen wij drie noodzakelijke be merkingen te moeten maken. Vooreerst die privilege's moeten redelijk verstaan wor den, d.w.z. zo ontslaan ons niet van de verplichting? om goed te leven en de zon den te vluchten; want zij, die, vermetel en vertrouwend op hun scapulier, een zondig leven leiden, zullen hun zaligheid evengoed in groot gevaar brengen. Ten tweede mer ken wij op, dat een christen, dio deugdzaam leeft, ook zonder scapulier zalig kan wor den. De beleekenis van bet dragen van liet scapulier ligt in de bijzondere bescher ming, die Maria ons beeft toegezegd Ten slotte doet bet Leergezag der Kerk nimmer een beslissende uitspraak over dergelijke privato openbaringen. Do goedkeuring der Pausen als zoodanig gaat niet verder dan een oordeel, dal deze privato openbaringen niet in strijd zijn met de katholieke ge- loofs- en zedenleer en dat de argumenten voor do historische waarheid van bet ge beuren van dien aard zijn, dat dergelijke openbaringen menscholijkerwijze volkomen geloofwaardig zijn. Ofschoon dus dergelij ke openbaringen geen object zijn van de verplichte katholieke geloofs- en zeden leer. zou iemand toch zeker verkeerd han delen, die dergelijke gegarandeerde rovala-' ties en devoties zou minachten Desnietto- min blijft het aan ernstige geschicdvor- schers toegestaan, om de historische gron den op ernstige en wetenschappelijke wijzo aan een critisch onderzoek Ie onderwer pen." Boekzaal der geheele wereld. Mei-aflevering. Het Nedor- landscho Boekhuis, Tilburg. Anton van Duinkerken opent bet Mei nummer. Er zijn er niet velen, die zoo vol menschelijk mededoogen en zoo diep- be grijpend zouden kunnen schrijven over een figuur als Francois Villon, als bij dit doet in zijn korte schets van dien dich- ter-roover, naar aanleiding van Francis Carco's boek „Le Roman de Fraiiyois Villon". Hij is weinig luidruchtig, maar de stille woorden treffon diep en or is een trillend leven in die zinnen. In een gecamoufleerd sermoen, dat Knuveider houdt naar aanleiding van Wouter Lut- kio's „Hetzij Koopman of Kunstenaar'' voorspelt de recensent eigenlijk meer de ontvangst, die dit boek zal ten deel val len van „ons fiere, vrije volk', dat „niet opgejaagd is als do vossen uit hunno ho len", dat „er te warmpjes in en bij zit., indommelt bij Daventry een geurig oud wijntje op tafel en om de Valen cia brult", dan dat hij ons zijn kijk op het nieuwe boek geeft. Leo Fens betnu.t, dat van Heyermans na „Droomkoninkje" en „Vuurvlindertje'' nog „Duczika" post- huuin is verschenen. Het valt zwaar te gelooven, dat dezo herdruk oen zijuer liefste wenscben geweest is. W. v. d. Griendt vertelt in 'l kort iets van Gogol en over diens meest bekenden roman, zijn meesterwerk „Doodo Zielen". Everwijn beschouwt do verschijning van „De schal- meiende Dood" van den journalist Theo Bogaerts, als literaire en cullureele winst. Do Russische redacteur vervolgt zijn in teressant artikel over de „Nieuwste ver schijnselen in de Sovjet-Literatuur"; we krijgen 'n beknopt, pittig ovcrzicln v.ui ue meest karakteristieke figuren Het is prettig do serieuze kritiek le lezen van Hein Hoeben over een film als „Metropo lis", wanneer men bedenkt, hoe de artis tieke beteekenis van de film in cr.oscen- do-lijnen vorleopt en wanneer men ziet wat do builenlandscbe regisseurs berei ken met do film. Wij vreezen te uitvoerig te worden, indien wij alles wilden aan stippen, wat do als steeds interessante rubrieken „Uit Boek en Blad'' en „Ver scheidenheden" bevatten ,maar we willen alleen nog de aandacht vest.gen op liet buitenkansje, dat do abonné'(s) ten d< el valt in een gratis polis bij ongelukken, bij overlijden of bij geheele of gedeelte lijke invaliditeit, respectievelijk 30uü, 5000 en 1000. Het tijdschrift is we derom rijk geillustroerd en bi d t veel voor weinig geld S J. \:J--u..rnt voor R. K. Ouders en Opvoeders. April-aflevering. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg. Een tweede practiscli artikel over „Un- ze kinderen op straat" geeft eenige wen ken, boe onze kinderen zich le gedragen hebben op straat, hoe ze moeten zorgen voor hun veiligheid en hoe zo aan d be koring en verleiding der straat weer-land moeten bieden. Dut alles moet men <io kinderen leoren. Men kan ze immers niet overal en altijd vergezellen; er komt ion tijd, dat ze alleen op straat moeten ko men. Dal er op straat veel aan onze kin deren ontbreekt toont de schrijver aan uit eenige rapporten der „Tuchl-Ume" 1926. Eenige uitvoerbare voorslellcn voor 't verbeteren van 't gedrag onzer kinderen op straat, worden in dit artikel bespro ken. Anny Berkvens-IIulsmans hooft 't over levensdurf, gepaslcn durf om 't kou de harde leven mol al z'n kruisjes en vreugden en genietingen te leven, durf om al do uren in plicht en trouw door te brengen. Dat moet do kinderen geleerd worden. In den regel zijn ze veel te be scheiden. We moeten zc aanwakkeren. Vooral niet neerdrukken: do moed er in houden! Dikwijls zal de owermoed meer moeten bedwongen worden; aangetoond moet worden, dat men niet dan door ar beid door '1 leven komt Overmoed moet men zien om te zetten in rnoed. Om le vensdurf aan lo kweeken, wordt nog een. zeer praclische raad gegeven. Laat bij do beroepskeuze de meer of mindere eapaci* teit van 't kind do meest doorslaande ro den zijn. Dr. Deelen behandelt dozen keer de zoo dikwijls voorkomendo brandwon den. De gewone behandelingen, die allo boeken aangeven, beschrijft bij eerst. Daarna vraagt li ij do aandacht voor cno totaal andere behandeling van pas-ont-i etane brandwonden, die iedereen kan tow passen. Over keuze van speelgoed voor do kindoren schrijft Sylvain de Rouck. oor- logsspeelgoed, misje-spelen, enz. Ami t slot wordt o.a. besproken 't geruchlm ikeiv, de boek „Vom Leben gelölct." v. L,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 13