Onderofficieren Schietvereniging „Generaal Snijders". In een der zalen van het Café Restau rant Zomerzorg heeft gisterenavond de prijsuitreiking plaats gc&ad van de reeds eerder door ons gepubliceerde onderlinge schietwedstrijden der Onderofficieren Schietvereniging „Generaal Snijders". Een groot aantal genoodigden met hunne Dames waren aanwezig, terwijl ook eenige Officieren blijk gaven van hunne belang stelling. De voorzitter der vereeniging, de heer Kuhne, opende met een kort woord dezen feestavond, waarhij hij in het bijzonder wees op het aangename verloop van deze onderlinge wedstrijden. Hij bracht dank aan allen, die belangloos de fraaie prijzen beschikbaar hadden gesteld en verzocht hierna deu eere-voorzitter, len luitenant Sfocnhauer, de prijzen uit te reiken. I)eze voldeed hieraan met genoegen en zei de geconstateerd te hebben welke spor tieve geest gedurende de wedstrijden heerschte. SpT. merkte op, dat er een stij gende lijn is en het 2-jarig bestaan geeft hoop op de toekomst. Nadat de prijzen onder een toepasselijk woord waren uitgereikt volgde hierna een zeer geanimeerd bal. Rest ons nog een woord van dank aan het uitstekende muziekgezelschap het Jazz- Band orkest „Het grijsgroene zoodje" dat op voortreffelijke wijze de stemming er in gehouden heeft. Wedstrijden te Rotterdam. Door de scherpschuttersvereeniging „Rotterdam" werden goedgeslaagde schiet wedstrijden gehouden op buks en marga- goweer. Verschillende vereenigingen uit Leiden en omgeving namen daaraan, niet zonder succes deel. De dóór haar behaalde resul taten luiden als volgt: Afd. I, buks, korpswedstrijd, max. 250 aantal deelgenomen korpsen 28: 7. Wil lem Teil, Leiden, 208 (38). Afd. II. buks, personeele wedstrijd max. 60; 23, A. C. Mijs, Alphen, 45—39. Afd. III, bulcs, vaste-baan-wedstrijd, max. 150.: 13, W. Werkhoven, Voorschoten 135. Afd. IV, buks, vrije-baan-wedstrijd, max 90.: 23, W. Werkhoven Voorschoten, 88, 4 x 29; 24 A. C. Mijs, Alphen 88, 3 x 29; 28. Th. Barthen, Leiden, 88, 6 x 28. Afd. V, buks, Julianawedstrijd, max. 50 2. W. Werkhoven, Voorschoten, 49; 8. J. Worst Leiden, 46. Afd. VIII Buks, Aan den eerewedstrijd, die op 15 dezer gehouden wordt nemen W. Werkhoven en J. Worst deel. aan den Juliana-wedstrijd. Afd. I, marga, korpswedstrijd, max. 300 pnt.; aantal deelgenomen korpsen 29. 4. Willem Teil, Bodegraven, 284 (55). 6. Ne derland en Oranje, Alphen, 283; 8. Willem Teil, Leiden, 279. Afd. II, marga, personeele wedstrijd, max. 60.: 9. A. C. Mijs Alphen, 5955; 15. N. C. A. van der Linden, idem, 5857; 23. J. Worst, Leiden, 5758. Afd. III, Marga, vaste-baan-wedstrijd, max. 180; 6. A. C. Mijs, Alphen, 175. Afd. IV, marga, vrije-baan-wedstrijd, max. 108; 2. A. C. Mijs, Alphen 108, 26 X 36; 4. J. Worst, Leiden, 108, 14 X 36; 9. E. Boersma, Leiden, 108, 5 X 36; 23. G. Klein, Leiden, 108, 1 X 36; 37. W. B. Kroon, Alphen 106, 38; 39. J. Eisvogel, Lei den 100. Afd. V. Marga. Julianawedstrijd, max. 60: 4. W. Werkhoven, Voorschoten, 59; 7. Th. G. Barthen, Leiden, 58; 15. C. A. A. Servais, Rotterdam, na loting o.m. met N. C. A. van der Linden (Alphen), G. Klein (Leiden) en L. C. Jongenburger (Alphen), allen met 5710. In den eerewedstrijd op 15 Mei zullen o.m. uitkomen: in den vaste-baan-wed strijd: A. C. Mijs, te Alphen: in den vrije- baan-wedstrijd: J. Worst, Leiden, en in den Julianawedstrijd: W. Werkhoven, Voorschoten en Th. G. Barthen, Leiden. DAMMEN. Het kampioenschap van Leiden. De uitslagen der gespeelde partijen uit de 8ste ronde zijn: le klasse: B. Slegtenhorst 20 P. v. d. Stel, O. G. v. Veen 20 J. Bórnsen, J. eVrmeulen 2—0 H. de Water, M. Sweris 2—0 I. Teleng, B. Slegtenhorst 20 O. G. v. Veen. 2e klasse: A. v. As 2—0 G. Brugman, 'A. Marck 20 A. v. Lie, J. Scheen 20 O. Klinkenberg. Do 9e en laatste ronde vindt plaats op 11 Mei met de partijen: le klasse: J. Bernsen—A. v. d. Stel, 'I. Teleng—J. Vermeulen, J. Kleer—M. Sweris. 2o klasse: P. MarckG. Brugman. Wint in deze klasse P. Marck van G. Brugman, zoo zal een beslissingspartij J. ScheenP. Marck noodig zijn voor het winnen van het 2e kl. kampioenschap, daar beiden dan 11 punten hebben behaald. DE RIJNSTREEK i UIT NIEUWKOOP EN NOORDEN. 'Hg XXXV. Pf LANDBEHANDELING MET STADSVUIL. Een stedeling is moeilijk te overtuigen, waar het gaat over zuiver plattelandsbc- langen. Dat de afvalstoffen het huis- en fltraatvuil wonderen uitricht op den akker bij een stelselmatige en landbouw kundige behandeling, toont de practijk alom aan. Voorbeelden zijn in groote massa aanwezig. Men ga zien te Brecht in België, in ons land bij Hilversum, Arnhem. Mid delburg en last not least te Aalsmeer. Met het vuil uit Amsterdam is aldaar fóór enkele jaren 'n 20 H.A. water een voudig geplempt, en afgedekt met bagger is het thans land, dat de schoonste vruch ten voortbrengt. Zeker van niet minder kwaliteit dan het van ouds bestaande land, overtreft het zelfs naar de meening van sommigen dit laatste. Seringen moeten er bijv. bijzonder welig op groeien. Trouwens koopprijs zegt dit reeds voldoende. In den oorlogstijd werd het verkocht voor 36000 per H. A. en nog het vorig jaar 400 roeden voor 12000, derhalve naar een prijs van 21000 per H.A. Deze exor bitante prijzen zullen niet weinig reden n bestaan vinden in het aanwezig gebrek aan land, geschikt voQr de Aalsmeersche cultures, doch zij illustreeren toch ook in bijzondere mate de superioriteit. Hier staat tegenover, dat niemand weet, wat de toekomst brengen zal. Steeds meer wordt Nederland in een gordel geplaatst van uitvoerrechten. Het buitenland streeft er naar zooveel mogelijk in de eigen behoef ten te voorzien door alles wat van elders komt zoo hoog mogelijk te belasten of ge heel te verbieden, eensdeels als bron van belastingopbrengst, anderdeels om de producten van eigen industrie en van land en tuinbouw te beschermen. België bijvoorbeeld verhoogde op 2 No vember van het vorig jaar zijn invoerrech ten op versche groenten met niet minder dan 100 procet en die op versch fruit met 50 procent, om daardoor onze groenten te weren en de eigen tuinders tegemoet te bomen. Nu roept men hier wel, Nederland moet ïepressaille maatregelen nemen, doch als dit zoo eenvoudig was als het leek, zou men daar niet lang over aarzelen. Minister De Geer zei het nog vóór 'n paar weken in dc Kamer, dat Nederland een exportland is, zooals er nauwelijks een tweede is, d. w. z. zonder uitvoer is ons land eenvoudig ver loren, zoodat als het hard tegen hard moet gaan, wij steeds èn geheel het onderspit moeten delven. Van den menschelijken kant bezien wekt een en ander inderdaad bezorgdheid. Moet men daarom bij de pakken blijven neerzitten? Men wil den bodem in onze dorpen meer productief maken door het opbrengen van stadsvuil. Moet men nu, omdat de toekomst zulke duistere perspec tieven vertoont, alles maar op z'n beloop laten? In het geheel niet. Hier zou nog reden voor zijn, indien aan de beraamde plannen geweldige risico's kleefden. Den Haag moet haar afvalstoffen kwijt. Moet het verbrandingssysteem gehandhaald blij ven. dan gaat haar dit 660.000 per jaar kosten, welnu indien zij den Polder Nieuw koop en Noorden 400.000 per jaar uitbe taald, dan wil weze aldus werd in be ginsel besloten het vuil vanaf een gc- chikte laadplaats te 's-Gravenhage weg halen en het brengen op de riet- en laag gelegen grasvelden in deze omgeving, mits het Rijk liet verlies dekt, dat in eenig jaar mocht optreden, waartegenover het Rijk voor de helft deelt in de winst en een volledig controle-recht verkrijgt. Niemand wordt verplicht zijn land be schikbaar te stellen; indien hij derhalve meent voordeeliger zijn bedrijf te kunnen exploiteeren in den huidigen vorm. Wel nu, hij doe dit en niemand zal hem dit euvel duiden. Want inderdaad is op heden nog wel rietland aanwezig, waarvan het jammer zou zijn, indien het een andere bestemming kreeg, in aanmerking nemen de tevens, dat o.a. over den Noordeinder- plas een groote oppervlakte als het ware braak ligt en meerdere jaren gelegenheid biedt tot cultiveering. Intusschen zal het de andere eigenaren vrij staan om koste loos van een gunstig gelegen punt vuil te komen afhalen om daarmede hun riet- of grasvelden te bemesten. En al moge nu de toekomst voor den afvoer van onze land- en tuinbouwproduc- ;en nog zoo weinig bemoedigend zijn, de eigenaar zal vrij blijven met zijn opge maakt land te doen wat hij verkiest. Des kundigen op land- en tuinbouwgebied heb ben uitgemaakt en de ervaring op tal van plaatsen bewijs het, dat men hier op de voorgenomen wijze land kan verkrijgen, dat zich leenen zal voor teelt van groente-, heester, bloem- en/of bolgewassen. Het moet dan toch al gek loopen, indien geen dezer vier cultures in de toekomst loonend zal zijn. En al zou dit nog het geval zijn, gras groeit er ook uitstekend op en in ver gelijking met nu, bal het land dan toch ze ker in waarde stijgen. Het is dan ook geen wonder, dat ieder grondbezitter, die met open oogen cn nucb tere blik het plan bekijkt, daarmede in stemt. Zien wij thans de vraag eens onder de oogen of van algemeen plaatselijk stand punt geen bezwaren gelden, zich geen moeilijkheden zullen kunnen voordoen in de toekomst welke een schaduwbeeld kun nen werpen op de onderneming. Niet alleen toch mag rekening gehouden worden met de grondbezitters, die hiervan kunnen pro- fileeren, doch kunnen hieruit geen gevol gen voortvloeien voor andere categorieën of personen die ook recht van bestaan en dus recht van meespreken hebben. Eerst zullen wij een paar bezwaren be zien, welke geopperd zijn met het oog op de uitvoering. In de polderrapporten is een en ander uitvoerig behandeld. Het opbrengen zal moeten geschieden met veldspoor. Schijnt het nu niet aan eenigen twijfel onderhevig of geladen wa gens over dezen slappen grond, die nauwe lijks in staat is grootvee te dragen ver voerd kunnen worden? En is die vrees in niet nog ruimer mate aanwezig te achten voor de plaatsen van opslag, waarop een druk verkeer te vreezen is en die vlak aan don waterkant liggen? Het ligt natuurlijk uiet in de bedoeling do wagens steeds op de op te hoogen riet velden te doen rijden, dit toch zou al zeer onpractisch zijn, want dan zou men tegen de ophooging moeten aanstorten Slechts voor de eerste storting zal dit noodig zijn en nog alleen vanaf de opslagplaats. Hei is voorts geheel iets anders of bijv. een koe op dit land loopt of dat er rails liggen, waarover hel vervoer met kipkarren geschiedt. Bij laatste is de druk gelijkma tig, wat bij eerste niet het geval is. Zouden er slappe plaatsen voorkomen, welke voor de eerste storting niet te vermijden zijn, dan kan gebruik gemaakt worden van stophout, waarvoor een ruime raming aan wezig is. Ook bij het land maken te Aals meer met het vuil uit Amsterdam werd met veldspoor gewerkt, zonder dat dit tot moeilijkheden aanleiding gaf en dat, ter wijl het een demping betrof ter diepte van tot zelfs 6 Meter. De eerste ophooging wordt, ter breedte an 10 Meter, rechtstreeks aangebracht door middel van kranen. Als tweede bezwaar, dat geopperd wordt, noemen we de scherven, welke in het on gesorteerd vuil voorkomen, indien de grond althans voor tuinderij wordt aange wend, waarin veel met de hand gewerkt moet worden. Bij de landbehandeling in engeren zin (als op de heide) blijven alle scherven en andere niet oxydeerende voorwerpen in den houwvoor cn iedere 10 jaar komt er een nieuwe voorraad bij, zoodat daar der gelijk bezwaar van groot belang wordt ge acht. doch bij kleinbedrijf wordt de grond niet geploegd, doch gespit en kunnen de cherven worden weggeraapt, voorts wordt de vuillaag bedekt met een laag bag ger en alvorens deze wordt opgebracht, kunnen de boven liggende scherven e. d. worden opgeraapt of weggeharkt. Van veel grooter belang is echter, dat Den Haag het huis- en straalvuil gescheiden ophaalt en dus ook gescheiden levert; indien het schip in twee vakken is verdeeld kan ook de in leiding gescheiden plaats hebben en de uitlossing eveneens. En in het straatvuil, waarin mede voorkomt het afval van de markten, rioolmodder, beer, enz. en dat tevens de meeste voedingswaarde bezit, komen geen scherven voor. Indien dit bo venop gebracht wordt, lijkt het bezwaar wel geheel ondervangen. Als derde en laatste bezwaar willen we i.oemen de waterverontreiniging. Hierover kunnen we kort zijn. De Gezondheidscom missie van het District heeft een zeer mini- ieus onderzoek ingesteld en de voorzorgen, welke men zich indenkt, overwogen en van alle kanten bekeken, en, hen ik goed inge licht, dan is reeds in beginsel volledige overeenstemming bereikt. De Hoofdinspec teur van den volksgezondheid moet zich eveneens in gunstigen zin hebben uitge sproken. De groote zaak schijnt te zijn, dat men geen water afsluit; doorstraling moet aan wezig blijven. Dit is de ondervinding van Aalsmeer, dit is ook de ondervinding van den heer Serné aan het Woerdensch Ver laat, die reeds 7 jaren het stadsvuil van Haarlem afneemt. Laatste heeft dan ook erklaard, dat, indien afdamming of om- kisting plaats heeft, zooals men hier voor nemens is, indien de ondervinding de noodzakelijkheid daarvan zou aanloonen, vau verontreiniging in 't geheel geen sprake kon zijn. Sommige visschers schijnen zich onge rust te maken, dat de visch in groote hoe veelheden van het te vervuilen water, zal dood gaan. Zonder afdamming en in afge sloten poldertjes lijkt deze vrees gegrond, doch in de gunstige omstandigheden, v aar- in de Polder Nieuwkoop en Noordon ver keert, lijkt deze vrees ongegrond. De leiding blijft voorts berusten in handen van een bestuur, dat verantwoordelijk is voor al ijn daden, dat ten slotte heeft uit te voe ren, wat ingelanden in vergadering beslui ten en het gaat ten slotte niet allereerst uit winstbejag, gelijk dit bij particulieren het geval zou zijn, zoodat allerhande maatre gelen ten allen tijde te nemen zijn. Het is een grootsch plan waarvoor te recht het Rijk gevraagd is zich aanspra kelijk te stellen voor het verlies; de verant woordelijkheid in allerlei onvoorziene om standigheden zou inderdaad te bezwarend zijn. Een groote werkverruiming zou hiervan het gevolg zijn, 70 a 80 menschen zouden in vasten dienst bij het bedrijf werkzaam gesteld moeten worden, sluis, bruggen en vaarten moeten vernieuwd of gemaakt worden, de grond levert nieuwe en betere bestaansmogelijkheid, huizen zullen dus gebouwd moeten worden, deze menschen moeten leven, waarvan weer winkelier en bakker profiteert, kortom het zou een vooruitgang beduiden van buitengewone beteekenis. Ten slotte nog dit. De Redactie van de Leidsche Courant vroeg mij onlangs een beschouwing over de plannen te leveren. Ik heb dit gaarne gedaan en mijn meening daarover ten boste gegeven. Wat ik echter graag zou willen? Dat wie het niet met mij eens is, of die tegen hoofdzaak of onderdeelen bezwaar gevoelt, of die graag wat nader zou worden inge licht, dat hij daarover een brief schrijft naar het Bureau van dit blad. Zoo vaak hoort men, dat menschen op vergaderingen met een mond vol tanden zitten en hem niet open doen en na afloop hebben zij het grootste woord en weten zij bet veel beter. Dit wordt afgekeurd. Hier is echter nog een verklaring voor. Ieder kan niet in het openhaar spreken, men vreest te worden uitgelachen en wat al niet meer. Een zij het nog zoo gebrekkige brief schrijven kan tegenwoordig toch een ieder wel, welnu men kan dit thuis rustig doen, en de naam blijft geheim. Helaas wordt over zooveel, vooral wan neer het daden van een bestuur betreft, zoo geweldig veel kwaad gesproken en af brekend gecritiseerd, vooral in kleine dor pen. Het zijn van die betweters, die zelf niets tot stand brengen, die in geen enkel bestuur willen zitten, doch die niet anders doen dan afbreken. Het is bij die men schen een tweede natuur geworden, ze kunnen het niet nalaten, iedereen kent ze, doch het jammerste is vooral, dat zooveel eenvoudige menschen vaak daaraan geloof hechten. Reeds meermalen heb ik gevraagd, en ik herhaal liet: informeer nader. Weet ik het antwoord niet, dan zal ik trachten het elders te vinden. Die zoogenaamde betwe ters doen dat niet, die weten het alleen, doch degenen, bij wie bovendrijft liet ver langen naar de eerlijke waarheid, li ei vooral vraag ik, en zeer hijzonder omtn i het behandeld onderwerp, breng do op- ei aanmerkingen, welke gij hebt of hoort, op schrift en gaarne zal daaraan de noodige aandacht geschonken worden. CRITICUS. -t*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 9