INGEZONDEN MEDEDEELING fant gisterennacht te l uur heeft een te Deventer studeerend jongmensch, zekere Bijdendijk, het hout met benzine begoten en in brand gestoken, zoodat de mijt vrij val geheel is vernield. Bijdendijk was met een kano er heen gegaan en werd, toen hij terugkeerde aan den rivieroever, door do politie gepakt. iuitenl. Berichten ONGELUKKEN. DE OVERSTROOMING IN DE V. S. Eerst over een week zal men den geheelen toestand kunnen overzien. Geen vrees voor nieuw verlies aan me n s c b c 11 levens. Minister Hoover heeft in zijn rapport aan president Coolidge aangaande do overstroomingen van den Mississippi me degedeeld, dat het hoogste deel der over- etrooming nog zeven dagen van zijn uit laai in de golf van Mexico is verwijderd. Nog meer doorbraken van dijken zijn niet uitgesloten,zoodat men eerst over een week den geheelen toestand kan overzien De arbeid der gezondheidsdiensten moet volgens Hoover nog 46 weken, na dat do overstrooming baar hoogste punt bereikt heeft, voortgezet worden. Als de bevolking weer is teruggekeerd, zal men haar moeten voorzien van gereedschap pen, vee, voedsel, etc., terwijl eenigen tijd toezicht zal moeten worden gehouden bij den wederopbouw. Het reddingswerk is thans zoo goed georganiseerd, dat verder verlies van menschenlevens niet behoeft te worden gevreesd. Er bestaat nog gevaar voor een door braak op het deltapunt tegenover Vicks- burg, evenals op een punt 5 mijl ten zui den van Vidalia tegenover Natchez. Gisteravond werd gemeld, dat modderig water door den dijk sijpelt, hetgeen als een voorbode van een doorbraak wordt beschouwd. Twee nieuwe dijkbreuken. Nader wordt uit New-York geseind. Er zullen nog twaalf watervliegtuigen uit Florida naar do overstroomde gebieden worden gezouden. Twee nieuwe dijkbreu ken hebben plaats gehad tusschen Nat chez en Baton Rouge, waardoor de on middellijke komst van een escadrille wa tervliegtuigen voor hulpverleening aan de vluchtelingen noodzakelijk wordt. Er zijn reeds vijftien watervliegtuigen te Baton Rouge. Uitbreiding der overstrooming. Uit Toronto meldt de „Times": De over- etrooming van de Assinboine-rivier heeft de tijdelijke dijken te Brandon en Mani toba weggespoeld en 400 huizen zijn door het water omgeven. Een groot aantal in gezetenen heeft de waarschuwing der regeering opgevolgd en verlaat de hui zen. Het water is in 24 uur 40 c.M. geste gen. Er worden nu nooddijken aangelegd om de voornaamste straten der stad te beschermen, terwijl maatregelen worden genomen om hulp te kunnen bieden aan degenen, die door de overstrooming van hun land van hun middelen van bestaan zijn beroofd. Ook Noor d-L o u i s i a n a overstroomd. Do overstrooming van de Mississippi heeft zich thans ook uitgebreid tot het dichtbevolkte Noord-Louisina. De bewo ners veria ten do boerderijen en trekken naar hooger geiegen gedeelten van het land. Aardbeving te Johannesburg. Uit Johannesburg wordt gemeld: In de geheele stad werd een aardbeving waar genomen, die een halve minuut aanhield. Tegelijkertijd had een aardstorting plaats in het dorp Deep, waardoor twee inlan ders werden gedood en vijf gewond. Het banderollen-proces. Een der beklaagden verdwenen. Te Berlijn is Maandag het geding be gonnen tegen de 14 daders van en mede plichtigen aan de inbraak in het to Dah- lem gelegen magazijn van 't ministerie v. financiën, waarin de banderolles van si garetten en sigaren zijn opgeslagen. Deze Inbraak is op 5 Dec. 1926 gepleegd er zijn voor 400,000 mark aan banderolles gestol- len. Een groot deel was reeds verdwenen toen de politie in het begin van dit jaar de verdachten arresteerde. Waarschijnlijk zijn er heel wat in handen geraakt van do 1 bende, die zich later heeft schuldig ge maakt aan de banderollen-vervalsching op groote schaal, welke onlangs is ontdekt. De voornaamste beklaagden in dit pro ces zijn de slotemakcr Fritz Marschal, de veehandelaar Otto Müller, de mechaniciëu Karl Spag en de kellner Richard Enders. Laatstgenoemde staat terecht wegens he ling. Hij heeft voor den verkoop van den buit gezorgd en daarvoor 18,000 mark ge kregen. Marschall en Müller bekennen; Spang verklaarde van niets te weten en Enders beweerde, dat hij niet heeft vermoed met gestolen goed te doen le hebben. Gisterochtend, bij de voorzetting van 't proces, werd de eenigszins sensationeelo mededeeling gedaan, dat Spang in den afgeloopen nacht spoorloos uit het huis v. bewaring verdwenen was. Hij is blijkbaar ontsnapt. De verdediger van S. trachtte de ver dwijning van zijn cliënt te verontschuldi gen en vroeg scheiding van diens zaak van de overige, doch de rechtbank wees dit verzoek af en zette de behandeling in afwezigheid van Spang voort. Vrijheidsberooving. De heer Friedrich Gunter, eigenaar van een gTOote Berlijnsche melkerij werd Zaterdagavond per brief ontboden door den direcetur van het particuliere ge sticht voor zenuwlijders, die naar hij be weerde met Gunter wilde onderhandelen over de levering van melk aan zijn ge sticht. Toen de heer Gunter ter plaatse verscheen werd hij door twee verplegers ontvangen; deze kleedden hem uit en in terneerden hem, ondanks zijn protest, in een slaapzaal, waarin zich drie krankzin nigen bevonden. Den volgenden dag werd de heer Gunter onderzocht door den lei denden geneesheer van het gesticht; toen die constateerde, dat hij geheel normaal was liet mon hem weer gaan. Toen de heer Gunter naar zijn woning terugkeerde bleek dat tijdens zijn afwezigheid het geheele huis was leeggeplunderd. Terwijl Gunter namelijk werd vastgehouden in het sana torium verschenen in zijn woning zijn van hem gescheiden levende vrouw met haar zoon die alles ontvreemdden wat van hun gading was. Uit het onderzoek is ge bleken, dat de vrouw van Gunter zich Za terdagochtend bij den directeur van het gesticht had vervoegd en beweerde dat de geestestoestand van haar man veel te wen- schen overliet. Om nu den man, zonder achterdocht op te wekken, naar het ge sticht te lokken werd een gefingeerde brief geschreven betreffende de levering van melk. De heer Gunter heeft bij de poitie een klacht ingediend tegen de in deze zaak betrokken personen. Een vorstelijke gift. Baron Edmond Rothschild heeft een gift verstrekt van 30 millioen francs voor de oprichting van een biologisch insti tuut, dat zich in het bijzonder zal bezig houden met de bestudeering van de che- misch-physikalische functies van het menischelijk lichaam en in het bijzonder van de functies van de klieren. Vermindering in het rooken van sigaren. Op het congres van tabakshandelaren Maandag te Londen gehouden deelde de voorzitter mee, dat het rooken van siga ren de laatste vijf en twintig jaar in En geland een voortdurende vermindering vertoont. De Amerikanen rooken een sigaar op 14 sigaretten, de Franschen een op 40, doch de Engelschen een op 400. Ih Ame rika is in de laatste tien jaar het ver bruik van sigaren verminderd van 8 mil liard op 700 millioen. Bij het diner, dat na het congres werd gehouden, werd den eere-voorzitter, lord Birkenhead een sigaar aangeboden van een halven meter. Toen ging hij naar het ziekenhuis. Uit Elizabeth (New-Jersey) wordt ge meld: Om een weddenschap van twee dui zend dollar te winnen heeft George Hughes uit Elizabeth honderdzeven uur zonder te stoppen in een auto rondgetold. Toen ging hij naar het ziekenhuis. FINANCIËN EH 0EC0N0MIE. DE INTERNATIONALE ECONOMISCHE CONFERENTIE VAN 1927. Naar handelsvrede. Vandaag wordt 'n internationale econo mische conferentie, bijeengeroepen door II UW KINDERWAGENS I Deze wagen in zes kleuren voorradig #27.50 den volkenhond, to Genève geopend. De heer Loucheur heeft namens Frankrijk aan de assemblée van 1925 voorgesteld deze conferentie te houden. Het plan werd aan genomen en de voorbereidingscommissie, belast met de samenstelling van het pro gramma, heeft haar taak volbracht. Dit besluit beantwoordt aan de inter nationale economische belangstelling, doch bovendien aan een politieke ge dachte. Het voornaamste doel van den volkenhond is den vrede onder de volken te organiseeren, en, aangezien in de moes te gevallen oorlogen ontstaan door econo- mischen wedijver, was men van meening, dat naast de regeling van arbitrage, vei ligheid en beperking der bewapening, eveneens het economische wereldleven in harmonische banen geleid moet worden. Dit is van het meest dringende belang, want do chaotische toestand, waarin de wereld sinds den oorlog geraakt is, kan nieuwe conflicten in het leven roepen. Het voorbereidingscomité, samengesteld in 1925, bestond uit mannen met een per soonlijke ervaring op industrieel, com mercieel eh landbouwkundig gebied; deels zijn zij zeer deskundig in economische vraagstukken, deels vertegenwoordigen zij het standpunt der arbeidersklasse en der verbruikers. Do comité-leden moesten niet als regeerings-afgevaardigden, doch als experts to werk gaan. Hun taak be stond in het afbakenen van internationale »- rcLictionisme. Na den oorlog maken we een ware ont ketening van het protectionisme mee. De Vereenigde Staten, die door hun gesloten markten zelf in al hun waren voorzien, laten we buiten beschouwing; in Europa evenwel, zooals in de landen van Cen traal Europa, die economisch van hun buren afhankelijk zijn, is het gemiddelde tarief gestegen tot een heffingsrecht, dat vóór den oorlog zou zijn doorgegaan voor een economische oorlogsbelasting. Zelfs gaat het tarief geheven op wijn vaak tot het drievoud der waarde. Handelsverdra gen staan hier machteloos tegenover. Sommige staten hebben een vast tarief, dat door speciale overeenkomsten ver laagd kan worden, doch het grondtarief gaat soms tot het vijfvoud of het tienvoud der waarde. Zoo kan een handelsverdrag geen werkelijke concessies in zich sluiten. Het drakonische tariefstelsel wordt dik wijls onmiddellijk in werking gesteld, en wel, voordat men tijd heeft gehad het door conventies te verzachten. Tengevolge van een dergelijke handelwijze wordt soms het handelsverkeer óf sterk beperkt, óf voor eenigen tijd geheel opgeheven. Ande re staten hebben een dubbel maximum en minimum tarief en trachten door plooi baarheid him tarief-vrijheid to behouden. De eerste taak is dus om overal billijke en gematigde tarieven te verkrijgen. Het is aan do regeeringen hieraan te voldoen. Productie-organisatie. De internationale organisatie der pro ductie betreft meer in het hijzonder de particuliere groepen. Het staatkartel is hiervan een goed voorbeeld. De kartelpo- litiek is een veelbesproken onderwerp, en men ziet hierin zoowel een politiek als een sociaal gevaar. Een politiek gevaar, omdat elk land er naar streeft op te wer ken tot een autonome markt en beducht is voor afhankelijkheid van buitenland- schc industrie. Een sociaal gevaar, omdat men vreest, dat de in een kartel verhon den producenten onderling te hooge prij zen aan de verbruikers opleggen. Toch moet er gekozen worden tusschen con currentie- en entente-politiek, die alleen tot vrede kan leiden; tusschen het systeem waarin de industrie werkt voor een be perkte markt tegen hooge algemeene kos ten of de Amerikaansche methode, die aan de industrie een ruim afzetgebied laat, zoodat het seriewerk kan worden toegepast en tengevolge daarvan de in koopsprijs verlaagd en de loonen ver hoogd kunnen worden. De industrie-kar- teUiseering kan gunstig werken op voor waarde, dat zij onder toezicht staat; dit toezicht nu zal het onderwerp van een der besprekingen der conferentie moeten worden. GELDKWESTIES. ni. Geldmachines. Den vorigen keer zijn wij in vluchtig contact geweest met een circulatiebank, u weet wel zoo'n bank, die almaar papier tjes van 25, 100 en 1000 uitgeeft. Jammer dat het contact zoo uiterst vluchtig geweest is, anders was er allicht kans geweest, dat deze machtige bank, bij wie do biljetjes zoo maar op den rug schij nen to groeien, eens genadig een slordig handjevol van die vodjes had uitgedeeld. Wie in het veen zit, kijkt immers niet op een turfje en wie zoo dik in de papieren zit, kan er best een paar missen. Als de Ned. Bank biljetten te kort komt, laat zij eenvoudig de bankbiljettenpers even draaien en de bankjes van duizend komen eruit, net als bij ons de kranten, wanneer de rotatiepers aan 't draaien is. 't Is toch maar heerlijk; je moest zoo'n machientje bij jo thuis hebben. Als dan de huisbaas op visite komt of de deurwaarder met een dwangbevelletje en je hebt geen roode cent in je portemonnaie, dan trek je geen huil- gezicht, dan vloek je niet noch heraam je zelfmoord-plannen, maar je daalt eenvou dig af in den kelder of jo stijgt naar den zolder of waar dat geldmachientje staat, je doet een paar slagen aan den slinger en je duwt den verbluften meneer een dui- ■ïend-guldenbiljet onder z'n neus. „Meneer, hebt u daarvan terug?" Zouden wij dien geldpers niet eens een paar dagen van de Ned. Bank kunnen leenen? Waarschijnlijk is de bank daar voor niet to vinden, maar als ze het doen zou, zou zij er toch een waarschuwing aan toe voegen: „Wees voorzichtig met dat ding. Want je kunt er maar niet op los draaien". Dat kan niet eens zoo'n machtig instituut als de Ned. Bank. Als die maar zooveel papier geld kon uitgeven als zo wilde, dan had ze het allang gedaan. Teveel deugt niet. Wat zouden wij een volk van geldmag naten zijn, als de Bank haar pers maar liet doordraaien en met volle handen haar briefjes onder het volk uitdeelde. Wij zou den erger zijn dan de Amerikanen. Waarom zou de Bank niet zoo royaal kunnen zijn? Ze zou ons in korten tijd radicaal op de flesch hel* en! In plaats van een volk van louter geldmagnaten zouden wij een volk van louter armoedzaaiers worden. Tewei- nig geld hebben is lastig, maar als een volk teveel geld heeft, is dat ook lastig; cn als het teveel papiergeld heeft wordt het zelfs critiek. Herinnert u zich maar eens, hoe eenige jaren geleden de Duitschers rondliepen niet met duizenden, qiet met millioenen, niet met milliard^, maar met billioenen en trillioen»» marken in hun zakken. En to oh waren wij Hollanders met één briefje van 'f 10 rijker dan de Duit schers, wier zakken uitpuilden van de bankbiljetten. Daar draaide toenmaals de hiljettenpers dag en nacht. Het was de be kende inflatie-tijd. Rusland, Oostenrijk, België, Frankrijk en nog meer landen heb ben dezen tijd meegemaakt. Ze hadden teveel geld, d.w.z. teveel papiergeld. En het vertrouwen, dat men dat papier tegen goudgeld zuu kunnen inwisselen was niet alleen in sommige landen verdwenen, maar had zelfs plaats gemaakt voor de toene mende zekerheid, dat men ze nooit meer zou kimnen inwisselen. Toen daalde de waarde natuurlijk tot op de waarde aan papier, d.i. vrijwel niets. Het gaat met dit geld als met allo andere goederen; hoe meer men van iets heeft, des te lager wordt het geschat. Dat de waarde van het papiergeld sterk kan dalen, weten wij allen. Dat hebben de meesten van ons die nog met „goed- kpope" marken en kronen zitten aan den lijve ondervonden. Maar ook het me- taalgeld is aan dezelfde wetten van vraag en aanbod onderworpen. Hoe meer geld iemand heeft, des te gemakkelijker geeft hij het uit (afgezien van de abnormale be geerlijkheid van vrekken). Wanneer een arme drommel van het cone einde van de stad moet loopen naar het andere einde en hij zou graag met de tram gaan, dan be denkt hij zich nog wel eens, want trammen kost oen dubbeltje. Terwijl een millionair gemakkelijker een taxi betaalt voor het zelfde stukje afstand. vraagstukken, waarvoor evenlueele prak- 1 tischo oplossingen mogelijk zouden zijn. Terstond werd een aantal problemen ter zijde gesteld, die te sterk politiek ge kleurd waren, zooals het Dawes-plan, de onderlinge schulden der geallieerden, de emigratie-vraagstukken, de economische gevolgen van verschoven grenzen, en ko- lonialo mandaten. Het programma. Een tamelijk groot aantal bleef op het programma: 1. Problemen op het gebied van de 1/ landbouwkunde, 2/ muntwezen en finan ciën, 31 bevolking, 4/ industrie, 5/ handel en markten. Een eerste enquête over deze punten, die vijf maanden duurde, stelde de verhouding der onderlinge belangrijk heid vast en in November 1926 bepaalde het comité eindelijk zijn keus op een be perkt programma: 1/ vraagstukken be treffende algemeene handelspolitiek en de regeling van het wereldruilverkeer; 2/ in ternationale organisatie der industriële productie; 3/ landbouwkundige vraag stukken. Het kwam het comité nutteloos voor het muntwezen en de financiün, on danks hun zeer groote belangrijkheid, te behandelen, daar dit onderwerp reeds in 1920 op de financieele conferentie te Brussel en in 1922 op de conferentie te Genua besproken was. Bovendien gaat het financieele wereld-saneeringsproces in goede richting. Eveneens wordt het be- volkings-vraagstuk ter zijde gelaten, om geen gevaar to loopen in het moeras van politieke discussies te geraken. De'keer D. Serruys, directeur der han dels-verdragen aan het Fransche minis terie van handel, merkt terecht op in een artikel van de „Reforme Economique", dat de voorwaarden van het economische herstel van Europa min of meer afhan gen van twee factoren: de internationale regeling van den handel en de internatio nale organisatie der productie. Met een volk in het groot gaat het pre cies zoo. Hoe meer geld er in omloop is, des te lager wordt het geschat. En het on middellijk gevolg is, dat de prijzen van alle goederen gaan oploopen. Dat wil dan niet zeggen, dat de goederen duurder zijn geworden, maar dat het geld goedkooper is geworden. Wat practisck evenwel op hetzelfde neerkomt. De rijke Amerikaan. Een mooi voorbeeld om dat te illustree- ren hebben wij in den Amerikaan. Wan neer je aan een Amerikaan vraagt, hoeveel hij verdient en je rekent dat om in guldens, dan kom je tot de slotsom, dat hij een rij ke kerel is. Wanneer een Amerikaan 1000 dollars verdient, denk je: dat is 2500 gulden. Maar Amerika is nu eenmaal rijk en de waarde van het geld is voor don Amerikaan minder dan voor ons, zoodat een salaris van 1000 dollars ongeveer ge lijk staat met een salaris 1000 hier. En dat is niet veel. De geheele levensstandaard is zooveel hooger. Net als bij ons de le vensstandaard hooger is geworden verge leken bij den toestand vóór den oorlog. Er is veel meer geld gekomen, maar de prij zen zijn ook omhoog geloopen. Vroeger meende men, dat een volk rijk en machtig zou zijn, als het maar veel geld had. Daar toe werd een heel systeem uitgedacht van uitvoer- en invoermaatregelen, dat er op bedacht was om zooveel mogelijk geld in Niet alles ineens. Als de conferentie er in slaagt een sa menhangend stelsel te vormen betreffende deze twee essenlieele punten, en als zij voor den dag kan komen met praktische aanbevelingen, zullen de andere industrie en landbouwvraagstukken gemakkelijk kunnen worden opgelost en van verstrek kend gevolg zijn. De economische wereld organisatie zal evenwel niet het werk van één dag zijn. Men moet dus niet' spreken van de internationale economi-- sche conferentie, maar van de eerste con ferentie op dit gebied. Andere zullen volgen en slechts langzamerhand zal men. van een werkelijk succes kunnen spre ken. De eerste voorwaarde voor oen gun stig resultaat is, dat er onder de verte genwoordigers der verschillende staten een ernstige bereidwilligheid heerscht, om tot een compromis te geraken. Dc con ferentie zal menschen van verschillendo afkomst en cultuur met elkaar in contact brengen en hun er langzamerhand aan gewennen internationaal te denken: dit zal misschien wel de belangrijkste dienst zijn, die deze samenkomst aan de mensch- heid zal bewijzen. Aan Frankrijk komt de xïer hiertoe het initiatief genomen te hebben. BINNENLAND. Maatschappij „De Katholieke Illustratie-** In de Zaterdag gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders werd met algemeene stemmen de Balans en de Winst- en Verliesrekening goedgekurd en het dividend bepaald op 6 (v. j. 52). Als Commissaris werd herkozen de heer Mr. P. J. M. Aalberse, die aan de beurt van aftreding was. De Directeur maakte van deze gelegen heid gebruik de aandacht der algemeene vergadering er op te vestigen, dat de Maatschappij haar 50-jarig bestaan mocht herdenken. De Coöp. Levensverzekeringmaatschappij „Concordia." Zaterdag had in het St. Josephgebouw te Utrecht de negentiende Jaarvergade ring plaats van bovengenoemde Levens- venzekerings-jnaatschappij instelling van het R. K. Werkliedenverbond De Balans, Winst- en Verliesrekening werd met algemeene stemmen goedgekeurd Uit het rapport van den accountant ver melden wij het volgende: De vereischte kasgelden, fondsen en hypotheekbewijzen bevonden wij aanwe zig. De afschrijving op vaste goederen bleek voldoende, de uitbreidingskoslen van het kantoorgebouw werden geheel afgeschreven. Do waardeherekening der fondsen tegen de officieele noteeringen per 31 December 1926 geeft een ruim surplus hoven do balans waar de; bovendien werd de reserve voor beleggingen ten bedrage van 12.000 op de balans per ultimo 1926 overgenomen. Ons mede refereerende aan hei rap port Yan den wiskundige met betrekking tot de Premie-Reserve, verklaren wij ons overtuigd, dat de financieele toestand van „Goncordia" beduidend gunstiger is, dan door de balans per 31 December 1926 werd aangewezen. Bij de behandeling van liet organisa torisch verslag wordt aangedrongen op krachtige medewerking der Volksbonden en Werkliedenvereenigingen. In het Aartsbisdom Utrecht beslaan in 110 plaatsen agentschappen, er kunnen door 35 plaatselijke \VerkIiedenvereeni- gingen nog agentschappen worden opge richt. Zoo is het ook in de anuere Bis dommen. Er zijn pl.m. 550 plaats. Volks honden en Werkliedenvereenigingen. In 350 plaatsen is Goncordia gevestigd, in 200 kan nog een agentschap worden op gericht. De voorzitter wekt op hieraan de volle aandacht te schenken. De voorwaarden, waarop door de ver zekerden van de Voorzorgskas kan wor den gebruik gemaakt, wordt tot de vol gende jaarvergadering ongewijzigd vast gesteld. Hierna werden de statuten-wijzigingen behandeld. De statuten-wijziging was noodig, le. omdat de wet op de Goöpera- tieve Vereenigingen dit noodig maakt; 2e. om de gewijzigde verhoudingen in de kath. arbeidersbeweging bij de tot stand- kom ing van het Ned. Werkliedenverbond, en 3e. om de mogelijkheid le openen dat Goncordia de arbeidersbeweging nog meer van dienst kan zijn. Do verschillen de wijzigingen werden met algemeene stemmen aangenomen, waarbij de vast stelling der aansprakelijkheid, tot het bedrag van het aandeel, zijnde 5 gulden en de winsverdeeling, waarvan 10 pet het land te doen stroomen, en het geld in het land te houden. Deze opvatting heeft men laten varen, omdat men is gaan inzien, dat niet een overvloed van geld een volk rijker maakt, doch wel een overvloed van goederen. Daarom zal een land, dat veel geld bezit erop uit zijn om dat geld niet in circula tie te brengen, doch het om to zetten in productie. Wanneer landen groote leenin gen sluiten, doen zij dat ook niet in geld, maar in goederen. Als Engeland bijv. aan Nederland zooveel millioen leent, dan stuurt het geen zakken met gouden souvereigns, maar geeft het aan Nederland permissie om op crediet zooveel locomotieven bijv. ta bestellen, hij een Engelsche firma. Maar wij dwalen af. Wij hadden bet over teveel geld. In normale lijden zal een volk niet spoedig te voel geld voor zijn da- gelijksck gebruik krijgen. Want dan zorgt de „natuur" zelf voor 't noodigc evenwicht Komt er n.l. teveel geld bij ons in omloop, dan daalt het geld in waarde; daardoor stijgen de prijzen der goederen. Voor de nabuurstaten wordt het dan voordeelig om liun waren op onze markt te brengen, want ze krijgen er hooge prijzen voor. Dat geld stroomt evenwel uit het land weg, do bui tenlanders nemen het mee. En dat proces duurt net zoo lang totdal èn door vermeer derd aanbod van goederen èn door minder (dus duurder) geld het evenwicht weer is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 4