KLOKKEN,, PENDULES
H M PIERROT Bezicht'9 onze Specia,e ExP°8'tie van
INGEZONDEN MEDEDEELING
Na de pauze diende de zaak tegen den
30-jarigen schrijver, ook beschuldigd van
verdu'steringen, ten nadeel der Gemeen
telijke Vischvoorziening gepleegd.
De man, die niet is gedetineerd, bc-
k! ;it thans een positie van boekhouder
te Utrecht. Hij wordt er van beschuldigd,
in de jaren 1921, 1922 en de eerste drie
maanden van 1923, te zamen met den
kkrk- kassier, die des morgens had te
rechtgestaan en met den klerk en den
opz chter-afslager, die reeds zijn veroor
deeld, gelden, toebeboorende aan do ge
meente Amsterdam, verduisterd te heb
ben. De dagvaarding spreekt van duizend
gulden, althans eonige honderden guldens
<;f honderd gulden. Subsidiair was hem
hc'ing ten laste gelegd.
V'erd. bekende. Hij deelde mede, dat hij
zijn mededaders meermalen verzocht had
am.-i do knoeierijen op te houden, welke
verklaring door den vroegeren klerk
•werd bevestigd. Op een vraag van den
pres dent gaf verd. toe, dat het mogelijk
is, dat hij duizend gulden heeft verduis
terd.
De officier eischte zes maanden gevan
genisstraf.
\»OOrf Hols fc.N HOF.
1 OVER BEMESTING.
Veelvuldig komt het voor, dat een ze
ker gewas niet vooruit wil, niettegen-
s.aande het feit, dat men alles aan den
grond gedaan heeft, wat er redelijker
wijze aan gedaan kan worden. Het zaad
komt op (om te kiemen heeft het zaad
immers geen voedsel noodig), maar ver
eer blijft het kwijnen. Het meeste last
heeft men van dit verschijnsel in het
zeer vroege voorjaar, als de temperatuur
van den bodem door do vele regens nog
laag is en de zon nog niet veel kracht
heeft. Het kan heel goed zijn, dat er in
zoo'n geval wel genoeg voedende bestand
delen in den bodem aanwezig zijn, maar,
nat do koude oorzaak is, dat ze niet tot
hun recht komen. Hoofdzakelijk hebben
we hier hel oog op de stikstof, die in
natuurmeststoffen niet tot actie komen
kan, voor de bodemwarmte tot zekere
hoogte gekomen is, omdat er bij het
klaarmaken van die stikstof (organische
s.ikstof) bacteriën noodig zijn, die hun
werkzaamheid eerst bij een hoogere tem
peratuur aanvangen kjunnen. Ook komt
deze stikstof slechts gelijdedijk ter be
schikking van de planten, wat in de
meeste gevallen natuurlijk een verdienste
is, maar in zeer enkele gevallen dan
■toch weer niet, zooals nu. Natuurlijk kan
het ook voorkomen, dat men wel natuur-
xn.st (of andere) gegeven heeft, maar,
dat die mest niet genoeg, of heelemaal
geen stikstof bevat.
Dan moet men zoeken naar een ma
nier, oan de planten op do vlugst moge
lijke wijze aan de stikstof te helpen, zon
der welke zo niet vooruit kómen kunnen-
De wet van het minimum leert ons na
melijk, dat een gewas niet groeien kan
zoo het behoort, indien ook maar een
voedingsstof een tekort in den bodem
(voor het betrokken gewas) aanwijst. Het
as dus niet van invloed, al is van een
zekere voedingsstof een dubbele portie
aanwezig In geval dit tekort hij een van
de andere drie onmisbare voedingsstoffen
te zoeken is zal het euvel niet gemakke
lijk meer te verhelpen zijn tijdens den
groei van dit gewas, daar die (kalk, kali
en phosphor) in minder gemakkelijk op
losbare verbindingen voorkomen en dan
ook nooit als overbemesting gegeven wor
den.
Bij overbemesting maken we dus hoofd
zakelijk gebruik van de stikstofhoudendo
meststoffen en vooral de stikstofhoudendo
kunstmeststoffen. Nu is het stikstofpro
bleem altijd het belangrijkste en ook wel
het moeilijkste geweest voor diegenen, die
zich met tuin- of landbouw bezig houden,
maar sedert eenige jaren is het er nog
ingewikkelder op geworden, omdat we er
de opgebouwde of synthetische meststof
fen bijgekregen hebben. Vroeger hadden
we naast chilisalpeter alleen rekening te
houden met de zwavelzuren ammoniak,
die echter niet of zeer slecht te gebruiken
is voor overbemesting. Tegenwoordig heb
ben we een heel lijstje, o.a.: chili, zwavel
zuren ammoniak, zoutzure ammoniak,
kalksalpeter, ammonsulfaat-salpeter, kali-
ammonsalpeter, klakstikstof, ureum enz.
Nu zijn voor overbemesting alleen die
stoffen te gebruiken, die de stikstof in
den vorm van een salpeter bevatten en
wel, omdat die salpeterstikstof oogenblik-
iklijk ter beschikking van do planten
wat met de andere vormen van stikstof
niet het geval is. We geven toch im
mers een overbemesting om de planten
epoedig te holpen.
Van het opgesomde lijstje gebruike men
dus alleen do chili, kalksalpeter en kalk-
©tikstof voor overgemesting en die bevat
ten respectievelijk 15, 15 en 18 stik
stof. Betreft het gewassen, dio op rijen
geplant of gezaaid zijn, dan kan men
ook gebruik maken van stikstofhoudende
urine, l).v. menschenbeer, doch men moet
dan niet yenvachten, dat die zoo snel
werken zal als de salpetorhevattendo
kunstmeststoffen. Het gehalte van de
opgenoemde salpeterstikstoffen loopt niet
zoover uiteen, zoodat wo volstaan kunnen,
met een uniformo hoeveelheid op te ge-
■vcd, die dan zoowel voor de eene als
voor de andere stof geldig is. Men kan
Wel aannemen, dat men een goede stik-
stofbemcsling geeft, als men ongeveer
600 KG voor een volledig gewas aan
wendt per H.A. Deze hoeveelheid is er
dan op gebaseerd, dat men in den winter
geen of zeer weinig stikstofhoudendo na-
tuurmeststoffen heeft aangewend. De ge
noemde hoeveelheid stikstof geeft men
echter nooit in een keer, daar dit niet
rendabel zou zijn, en ook, daar dit het
zoogenaamde verbranden der gewassen
tengevolge zou hebben. VooTal dit ver
branden is een voor leeken in de eerste
daats gevaarlijk verschijnsel* dat zoo
INGEZONDEN MEDEDEELING.
10579 HORLOGEMAKER
Maarsinansst. 14, Tel. No. 1293
veel mogelijk moet voorkomen worden.
Het beste geeft men de genoemde hoe
veelheid in drie keer, vooral als het een
gewas betreft met een langen levensduur
(groeitijd).
Men geve direct na het ontkiemen van
het zaak b.v. 10 gram per vierkante me
ter en een maand later weer 30 gram en
even na het bloeien (van tarwe enz.) de
rest.
Do vlinderbloemige gewassen zorgen
zelf (met behulp van anderen) voor hun
stikstof, maar toch kan het geen kwaad,
ze in het begin, tegen het opkomen b.v.
ten kleine gift (30 gram per meter b.v.)
te geven om ze door het moeilijkste heen
te helpen.
De laatste gift moet men vooral nooit
te laat geven, daar stikstof de lengte-
groei in de hand werkt en het afrijpen
verlaat zou worden, wat soms zeer na-
deelig werken kan. Om dezelfde reden
werkt ook de stikstof het omvallen van do
gewassen in de hand (logeren) en moet
men er dus niet te kwistig mede omgaan,
ook al was het verder economisch. Bij
boomen heeft een late stikstofgift het
doorgroeien van de scheuten tengevolge
en vervolgens het afvriezen van de niet
goed afgerijpte scheuten.
Het uitstrooien van de stikstof, in wel
ken vorm dan ook, moet steeds zoo re
gelmatig mogelijk plaats vinden en men
doe het nooit, als do bladeren nog uat
zijn, wijl dit het vlekkig worden (verbran
den) ten gevolge heeft. De meeste stik
stofmeststoffen zijn voor dieren schadelijk
en chili en ook do zakken ervan zijn
zeer brandbaar; daar denke men dus
aan. v. H.
Vragen op het gebied van land- en
tuinbouw aan de Redactie van „De Leid-
sche Courant."
Letteren en Kunst
BIJ MARIE SLOOT.
Velen bebben gelezen de boeiende ro
mans van Mathilde en Melati van Java
de pseudoniemen van de schrijfster
Marie Sloot. Interesseeren zal daarom
ook velen het volgende artikel van den
heer J. R. v. d. Lans in „De Tijd".
Ik had het mij al lang voorgenomen,
maar het booze winterweer had me tot
dusver teruggehouden. Als men de grens
al gepasseerd is, die de H. Schrift als den
duur van een gewoon menschenleven aan
geeft, moet men zich wel een beetje in
acht nemen en gaat men niet lichtvaar
dig op reis als de onstuimige voorjaars
buien nog in de lucht hangen. Maar in
de laatste dagen was het Maartsche zon
netje toch al zoo glunder uitnoodigend
komen wenken, dat ik besloot het er maar
eens op te wagen.
Ja, ik moest toch eens gaan zien, hoe
zij het maakte, mijn goede, oude vrien
din Marie Sloot (Melati van Java), die de
zen winter ernstig ziek was geweest en
die nu herstellende, of, naar ik hoopte,
hersteld moest zijn.
Al van het jaar 1883 af stak ik met
haar in aangename collegiale relatie. Dat
was het jaar, dat in Amsterdam voor het
eerst een wereldtentoonstelling als ik me
den naam nog goed herinner (het was
toen nog niet gebruikelijk zulke lange na
men in één kort, nieuw gesmeed woord als
b.v. ENTOS samen tc vatten) gehouden
werd.
In opdracht van de „Katholieke Hlus-
tratie", waaraan ik sinds een jaar of vier
verbonden was, ging ik op die tentoonstel
ling een kijkje nemen, maar maakte tevens
gretig van die gelegenheid gebruik, om
kennis te maken met onze hooggewaardeer
de medewerkster Mathilde, die toen ook al,
als Melati van Java, het groote lezend pu
bliek aaustonds had ingepalmd met haar
eersten groeten roman: „De jonkvrouw van
Groenerodo".
Ik belde dus aan vóór in de P. C. Hooft-
straat, ten huize van haar vader, den heer
Sloot, oud-schoolopziener in Indië, met
wien ik bij die gelegenheid ook do eer zou
hebben kennis te maken.
Hoe heel anders was de verschijning
van zijn begaafde dochter dan ik mij had
voorgesteld I
Ik had gedacht een Indische dame te
zien, daarbij een romancière van reeds ge-
vestigden naam. die ik mij, zelf nog de ro
mantische jaren niet geheel te boven, niet
anders kon denken dan een wezen uit de
tooverwereld der romantiek.
En ik kreeg een blozend jong meisje voor
mij met niets Indisch dan het volle glan
zende zwarte haar en do levendige zwarte
oogen, met niets hijzonder opvallends, daar
hij zoo eenvoudig natuurlijk, zoo innemend
vriendelijk, zoo bescheiden en ongedwon
gen van optreden, dat ik mij tegenover
haar onmiddellijk op mijn gemak gevoelde
en gaarne aannam, dat men haar, zooals zij
terloops opmerkte, in Amsterdam alge
meen voor een pur sang Hollandsch meis
je aanzag.
"Wij waren al gauw in druk gesprek over
de „Katholieke Illustratie" en haar succes
volle medewerking, waarin ik ons tijd
schrift bij voortduring minzaam aanbeval.
Dat was de eersto ontmoeting en van dien
dag af zijn we steeds in zakelijke en aan
gename briefwisseling gebleven. Want niet
alleen als Mathilde en later ook onder an
dere schuilnamen, als Sijnon Lucas, bleef
zij een ijverige medewerkster van de „Kath.
Dlustratie" met novellen, historische ver
halen, schetsen, reisbeschrijvingen, enz.,
maar spoedig leverde zij. met do ondertee-
kening X2, geregeld bijdragen voor het
Dompertje van den Ouden Valentijn", pit
tige, geestige opstellen over aclueele onder
werpen van den dag. En zoo was er steeds
stof tot correspondentie.
Later, toen zij na baars vaders dood met
een nichtje samen leefde, heb ik haar nog
dikwijls in Amsterdam bezocht. Toen was
zij niet meer het eenvoudige anspruchlose
jonge meisje. In het bewustzijn van haar
zich breed ontwikkelende werkkracht en
van haar stijgend succes, toonde zij zich,
hij allen eenvoud en zonder eenigen zweem
van pose, met gerechtigde zelfvoldoening
de algemeen geëerde en gezochte schrijf
ster.
„Vroeger", zei ze, „moest ik hij de uitge
vers aankloppen; tegenwoordig komen ze
bij mij om mijn werk te vragen voor hun
uitgaven."
In dien tijd kon ze ook een prachtig al-
hum toonen, waarin de eerste helletristen
van dien tijd bijdragen in poëzie of proza
geschreven hadden, zooals ter inleiding
een gedicht van mr. Van Logchem (Fiorc
della Nsve) met den aanhef:
Nog moge 't U een weelde zijn,
Dit boek van goud en marokijn
In een ander vers werd zij gehuldigd
als:
Het beeld der kwistige Oost in Hollands
lettergaard.
Ook kunstenaars als Antoon Derkinde
ren en de Molkpnboer's hadden het rijke
boek met teokeningen verlucht.
Ik trof die artistcn te haren huize aan
als hoogschattende vrienden. Ja, den te-
een woord i gen Lector aan de Keizer Farel-
Universiteit. den geviorden redenaar Pater
Molkenhoer O Pheb ik daar het eerst rre-
boord als zevenjarige dreumes, preekende
op een stoel voor een gezelschap van aan
dachtige toehoorders, die, toen de predi
kant na afloop der preek als collectant
rondging, met dankbaren glimlach hun
cent in het zakje gooiden.
Ik zag daar ook de begaafde hand der
schrijfster, de pen omvattende, naar het
leven door kunstenaarshand geboetseerd
Al die herinneringen speelden mn door
het hoofd, terwijl ik mij op den buimm
Maartschen namiddag naar do Banstraat
spoedde.
Hoe zou ik haar terugzien? Ik dacht aan
de imnonecrende verschiining van liet por
tret, dat gemaakt werd ter gelegenheid van
haar gouden jnhilé als schrijfster, 'n paar
jaar geleden onder belangstelling van liet
heele land gevierd.
Wat zou de sloopende ziekte van deze
kloeke, fiere gestalte hebben overgelaten?
Op mijn grbruikeliiken nieuwjaarsgroet
hij de jongste jaarswisseling was een zoo
ontstellend, dien verslagen antwoord ge
komen: „de nrofundis", uit hot Maria-Pa-
viljoen der R, K. Ziekenverpleging, waar
zij, naar ze schrééf, „na een reeks van
kwalen, vernlegirtcr, misschien genèz'iv1
zocht. „In elk geval b»>n ik bereid voor tüd
en eeuwigheid", luidde in christelijke be
rusting het slot
Gelukkig, eenige weken later was er goe
de tijding gekomen in den vorm van het
bekende briefkaart-formulier om verande
ringen van adres mee te deel en: verhuisd
van Maria-Paviljoen naar Banstraat 17
huis, M S.
Zij was dus nu weer thuis, maar ook ge
nezen?
In angstige spanning schelde ik aan
Maar nu was ik ook gauw gerustgesteld
Met opgetogen gezicht vertelde mij de
bejaarde dipnstbode, dat de juffrouw we«r
heelemaal beter was. En onmiddoi'ük werd
mij dit door haar getrouwe gezellin, stra
lend van blijdschap, bevestigd.
Daar verscheen de gelukkig© herrezene
zelf, en op hetzelfde ooeenbl'k overstroom
de de plotseling door de welken brekende
zon de vriendelijke, gezellige huiskamer
met een vroolijk feestelijk licht
"Wel zag de herstelde nog wat bleek,
maar de donkere oogen flonkerden helder
en blij en levendige opgewektheid bezielde
het rustig-zekere gelaat.
Het weerzien was van heide zijden een
heerlijke verrassing. Ik verlustigde er mij
in, haar zoo welvarend te zien. Het was
weer de oude Marie Sloot, vol geest en le
ven, in haar rijke, veelzijdige menschen
en wereldkennis-, met haar fijne, schran
dere opmerkingsgave, vol belangstelling in
alles en allen.
Voor haar op tafel lag het jongste jaar
verslag der R. K. Meisjesbescherming,
waarvan het orgaan door haar geredigeerd
wordt. Van de ziekte was bijna geen sprake
meer; trouwens haar deelnemende gezellin
had daarvan tevoren de treurige hijzonder-
heden meegedeeld. De thans gelukkig her
stelde dacht nu aan andere dingen. Zij
vroeg naar Nijmegen, hoe het ging met de
Universiteit, besprak de ontslagname van
den bibliothecaris dr. Do Vries van Heeke-
len en merkte on. onlangs gehoord te heb
ben, dat prof. Van Giilncken zich in zijn
college sympathiek over haar werk had uit
gelaten.
Ik vertelde haar, dien morgen van een
Amsterdamsch uitgever gehoord te hebben,
dat haar boeken nog steeds graag worden
gelezen en verschillende deelen, die alweer
uitverkocht zijn, herdrukt zullen moeten
worden.
„Ja, Roelants, herdrukt mijn hoeken ook
maar hij maakt ze tc duur. Vroeger kost
ten ze 75 cents, en nu twee gulden."
„Een boekhandelaar", hernam ik, „heeft
mc eens gezegd, dat boeken, om succes to
hebben, niet te goedkoop moeten zijn. Dan
werken de boekhandelaars cr niet mee,
omdat er voor hen niets mee te verdienen
valt."
Zoo babbelden wij als oude vrienden, die
elkaar in lang niet gezien hadden, over
alles en nog wat, dat ons allebei interes
seerde. En toen ik eindelijk moest afscheid
r.emen want als je zoo gemoedelijk aan
't keuvelen bent, vliegen de uren snel heen
nam ik den indruk mee, dat de gelief
koosde schrijfster, die meer dan een halve
eeuw lang duizenden en tienduizenden
door haar onderhoudende en spannende
boeken, die nog in alle leesbibliotheken van
het land te vinden zijn, uren van aangena
me verpoozing en opwekkende ontspanning
heeft verschaft, nog lang niet oud is en er
nog menig jaar met welverdiende zelfvol
doening van zal kunnen genieten, nog
steeds graag gelezen te worden, de beste
hulde, die een schrijver verlangen kan.
Ik wensch het haar van harte toe en ge
loof dat al haar dankbare lezeressen en
lezers, oud of jong, daarmee zullen instem
men.
NIEUWE MOTORRIJTUIGEN DER
N. Z. H. T. M.
Een mooie proefrit.
Bij de Noord Zuid Hollandscho Tram
weg Mij. zijn sinds eenigen tijd een nieuw
type motorrijtuig in bezit, die hier ter
stede zoowel als te Haarlem op de lijn
SchotenHeemstede gebruikt zullen
worden.
De directie had gistermiddag een aan
tal journalisten uit Leiden en Den Haag
uitgenoodigd om dit nieuwe motorrijtuig
in oogenschouw te nemen en tevens om
een proefrit mede te maken. Tevens wa
ren hierbij uitgenoodigd de besturen der
vakorganisaties van het personeel,
door een achttal bestuursleden vertegen
woordigd was.
Ter ontvangst waren aanwezig ir.
Modderman, chef van exploitatie cn de
lieer M. D. v. d. Vijver, chef van dienst.
Het nieuwe motorrijtuig.
In de remise aan den Rijnsburgerweg
werd de nieuwe wagen allereerst bezich-
tigd.
De wagen onderscheidt zich zoowel wat
de inrichting als wat de aandrijvingsin
richting betreft, geheel van het tot heden
gebruikt materiaal.
Door de N.Z.H.T.M. zijn bij wijze van
proef 8 van deze wagens, een type dat in
Parijs veel in gebruik is, in dienst ge
steld, waarvan zes te Haarlem en twee
te Leiden. Zij zijn bestemd voor lokaal
vervoer en bereiken een snelheid van on
geveer 35 K.M. per uur.
De rijtuigen, wat de bak betreft, ge
bouwd door de firma „Allan'' (o Rotter
dam, zijn van het half „stalen" type. Het
onderraam (onderstel) is van prpfielijzer
evenals een ge zijwandstijlen, welke dee
len door middel van ijzeren platen con
structief met elkaar zijn verbonden.
Zij hebben een middeningang met ruim
middenbalcon, aan weerszijden biervan 6
zitplaatsen met rottan zittingen cn rug
leuningen en in totaal 16 veerende klap
bankjes.
Ze hebben geen schotten voor afschei
ding van de verschillende compartimen
ten, zoodat de bestuurder het iieele rij
tuig kan overzien. Het is mogelijk de rij
tuigen te gebruiken als éénmanswagen.
Hiervoor is rechts van den wagenvoer
der een deur aangebracht met automa
tisch op- en neerklappende treden.
De motoren zijn niet vecrend recht
streeks aan bet ijzeren onderraam van de
bak opgehangen en door een cardanin-
richting met de drijfassen verhouden.
De motoren zijn door middel van aan
de huizen aangegoten ooren op het onder
stel bevestigd, zij drijven do assen aan
door m ddel van een langsas, met flexible
(beweegbare) koppeling cn een paar co
nische tandwielen, die zijn opgesloten in
een geheel gesloten carter, dat olie-dicht
is en waarin de drijfas met kussenblok-
ken gelagerd is. De groote tandwielen
(kroomvielen) zitten in het midden van
de as.
De drijfkracht wordt door de druk- en
trekslangen van de drijfassen op het on-
dersiel overgebracht.
Elke as wordt geremd door middel van
remblokken, die grijpen op een trommel,
die vast met de cardanas is verbonden,
dus met dezelfde snelheid van den motor
ronddraait.
De verticale ophanging heeft plaats
door een combinatie van bladveercn en
spiraalvecren; de zijdebngsche uitwijkin
gen worden opgenomen door voerhangers
van veerenstaaL Hierdoor wordt op con
structief eenvoudige wijze, het voordeel
verkregen van een vrij uitsliugerende op-
hangibg.
De constructie van deze. cardanaandrij-
vingen is vervaardigd, door do Sociétó
S. G. E. M. I. A. te Parijs.
De voortbeweging wordt verkregen
door tweo afgescheiden eenheden, die elk
zijn samengesteld uit het volgende:
een motorbrug, bestaande uil: de drijf
as, de draagmetalen en de conische taml-
radaandrijving, die allen opgesloten zijn
in oen gietstalen carter; een electromotor,
die geheel aan bet rijtuigonderstel is op
gehangen: een koppelas met flexible ver
bindingen, die wel den motor aan de mo
torbrug koppelt, doch die de beweeglijk
heid van de wielas niet belommert; twee
druk-trekstangen, die de beweegkracht
van de motorbrug op het onderstel over
brengen.
De reminrichting is eveneens geheel af
wijkend van de normale. De remkrachl
wordt uitgeoefend op een trommel, die
direct bevestigd is aan de as van het co
nische rondsel; het remmen geschiedt
door middel van om die trommel grijpen
de remblokken.
Ter weerszijden van de remirommel is
een verticale remhouder aangebracht die
aan de onderzijde om een asje draait dat
aan het ondercarter is bevstigd. In elke
houder is een remschoen aangebracht
met een losse verwisselbare voering die
het eigenlijke remblok vormt. Do rem-
houders zijn aan de bovenzijde scharnie
rend aan een hefboom met drie draai
punten verbonden; wanneer door oen
stangenstelsel de lange arm van deze
hefboom omlaag wordt getrokken, worden
1 de remmen aangezet. Bovendien is aan
het bovencarter een stoel gegoten, waarop
een tuimelaar met asje is aangebracht;
de beide einden van den tuimelaar zijn
door stangen verbonden met de boven
einden van do remhouders. Deze construc
tie dient er voor om te verzekeren, dat
hij het aanzei ten van de remmen de beide
houders zicb gelijkmatig en evenveel t o.
van de remtrommel verplaatsen, maar
vooral ook om bij hei lossen van de rem
men te zorgen, dat beide remmen zich ge
lijktijdig en evenveel van de trommel
verwijderen. Zonder deze inrichting zou
men onder het rijden ongetwijfeld last
hebben dat door de eigen zwaarte de
remmen eenzijdig op de remtrommel gin
gen sleepen.
Door de remkraclit uil te oefenen op
gen trommel, die met een aanz enlijk
hoogere snelheid draait dan d wielen,
n.l gelijke snelheid van den motor, is een
nieuwe oplossing ingevoerd, die bet mo
gelijk maakte de remorgancn belangrijk
lichter te maken
Het nastellen van de rembiokhen ge
schiedt op een uiterst eenvoudige wijze
door het aandraaien van de stelmoeren
bij den tuimelaar. Door een luik, in het
rijtuig aangebracht vlak boven deze moe
ren, is dit werk in eenige oo--enblikken
te verrichten.
Naar de bollenvelden.
Nadat de wagen van binnen en zelfs
van onder bezichtigd was, om de af wij-
kendo constructie nader te beschouwen,
nood gde de beer Modderman zijn gasten
uit tot een tochtje naar de Noordwijkschc
bollenvelden
Nadat onderweg de constructie van den
wagen nog eens nader werd bekeken,
hetgeen door het wegnemen van enkele
luiken gemakkelijk kon geschieden, werd
er gewezen op de belangrijke verbeterin
gen, die de trambaan allengs ondergaat,
b.v. door het leggen van dubbel spoor
waar zulks mogelijk en niet te kostbaar is
en door het lasschen der rails, om hot
stooten te voorkomen
Maar voor al die dingen toonden de
gasten allengs minder belangstelling
naarmate de bollenvelden in het gez clil
kwamen.
En voor velen was liet een verrassing,
dat ook Noordwijk de laatste jaren in de
bloembollencultuur zoo sterk is vooruit
gegaan.
Ook hier zijn de bollenvelden op hun
schoonst, vooral wanneer men, zooals wij
op uitnoodiging van den heer Modder
man, een vergezicht beeft vanaf den
duinrand.
't Was treffend mooi en een dergelijk
ritje kunnen we in deze dagen sterk aan
bevelen.
BE RIJNSTREEK
WOERDEN.
R. I. A.-ienföonstelling. De R. I. A.
(reclame is al'es) Tentoonstelling voor
Handel en Nijverheid, welke gehouden
wordt van 20 tot en mat 23 April in cafo
Zomerlust, is Woensdagmiddag officieel
door den Burgemeester geopend.
Aanwezig waren alle exposanten, een
groot aantal, genoodigden cn verschillende
raadsleden.
Na ecu rondgang door de Tentoonstel
lingszaal, waarbij de verschillende stands
in bezichtiging werden genomen, werd do
Tentoonstelling voor het publiek openge*
steld..
Ofschoon do R. I. A natuurlijk lang mei
de groette heeft van do „Wolhit", is 't aan
tal deelnemers toch niet gering.
In totaal wordt door een 40-tal zaken ge
ëxposeerd, waaronder nog verschillen"6
uit andere plaatsen. -
Het bezoek op den eersten tentoons e
lingsdag was niet buitenmate groot, en
door de deelnemers gemaakte zaken wa
ren in evenredigheid. Door een caba
wordt voor de noodig opluistering gezorgd