WAALS INGEZONDEN NIEDEDEELING rwil is. Spr. verdedigt zijn houding in zake de aankoop van grond voor markt terrein. Verder merkt spr. op dat het on der houd van een wandelbosch schatten geld zal kosten, terwijl niemand in den raad volkomen op do hoogte was van de lasten welke de gemeente op zich nam. Wanneer er een commissie van bijstand geweest was, zou dat anders geweest zijn. Wanneer er een voorstel van B. en W. komt, kan een gewoon raadslid niet over- z'.cn wat de financieele gevolgen zullen zijn en hoe dat past in het algemeene fi- n.ii icieele kader. Wanneer zoo'n commis- s'e van bijstand er komt, moeten daarin natuurlijk financieele specialiteiten zit- 1"ng hebben. Inzake een marktterrein b.v. kan de commissie van het marktwezen zich uitspreken over de technische zijde en de financieele commissie over de finan- c'.eele zijde. Geen van beide commissies is dan overbodig Over kleine dingen be hoeft de commissie niet gehoord te wor th 11, daarvoor zijn wel maatregelen te treffen. 13e Voorzitter merkt op, dat de verplichting inzake de LeicLscbe Hout van de gemeente anders is dan de heer Wilbrink zich voorstelt. Het is de bedoe ling, dat zoowel de aanlegkosten, als de onderhoudskosten zullen worden bestre den uit geld docr particulieren samen gebracht. Wat de gemeente gedaan heeft, is alleen het prijsgeven van een zekere winst, wat misschien later ook nog terecht komt door het aanleggen van een villa park Wethouder Sanders zegt, dat de nieu we voorstellen van B en W. de bezwaren van den heer Wilbrink geheel ondeiwan- gen. De lieer v. Eek maakte het bezwaar, dat B. en W. tot taak hebben de begroo ting sluitend te maken. De heer v. Eek heeft een vergelijking gemaakt met Am sterdam, maar Leiden is niet mei Am sterdam* te vergelijken. Verder zegt epr. dat verreweg het grootste deel van de voorstellen van B. en W. van betrekkelijk ondergeschikt belang zijn. Daarover kan niet altijd de commissie van financiën ge hoord worden. Voor de grootere zaken is dat anders, maar dat wordt ook door B. en W. voorgesteld. Spr. kan zjcb aanslui ten bij het betoog van den heer Wilmer Iedere commissie moet de financieele zijde van haar voorstellen bekijken. Daarna wordt tot stemming overge gaan. Het eerst wordt de motie-v. Eek in stemming gebracht en verworpen met 10 12 stemmen. Vóór stemden de S.D.A.P, mevr. Dietrichde Rooy en de heeren Wilbrink, Eerdmans en Sijtsma. Bij artikel 2 waren twee amendemen ten ingediend, n.l. van den heer v. Eek, om de commissie ook de bevoegdheid te geven omtrent aan- en verkoop van on roerend goed, welk amendement verwor pen werd met 1612 stemmen (S.D.A.P mevr. Dietrichs—de Rooy en ,de heeren v. Hamel, Eerdmans en Sijtsma) en een amendement-Eerdmans om uit art. 2 sub 8 achter de financieele onderwerpen de woorden „welke aan haar oordeel zullen worden onderworpen" te schrappen. De heer Eerdmans licht zijn amen dement nader toe. Wanneer de redactie blijft zoo zij is, kan een toekomstige wei houder daaruit afleiden, dat het van hem alleen afhangt, of hij de commissie zal hooren ja dan neen. Wethouder Sanders gelooft, dat de heer Eerdmans te donker ziet. Schrapt men bovengenoemde woorden, dan moet eigenlijk ieder onderwei-p hoe klein ook aan het oordeel der commsisie worden on derworpen. Bij de stemming over dit amendement staakten de stemmen, zoodat dit punt tot de volgende vergadering wordt aangehou den. (Vóór stemden de S. D. A. P., mevr. Dietrichsde Rooy en de heeren v. Ha mel, Eerdmans, Sijtsma, Wilbrink en v. Tol). De benoeming van een klerk aan den Geneeskundigen Dienst. Geen Leidsche sollicitant! Aan de orde is een interpellatie van mevr. Dietrichde Rooy. Mevr. D i e t r i c hd e Rooy leest allo vragen van de interpellatie nog eens voor, ouidat het reeds zoo lang geleden is dat do aanvrage door den heer Wit- mans is ingediend. Het komt hierop neer, dat gevraagd wordt, waarom zoo vele geschikte Leidsche krachten zijn ge- Wethouder M e ij n e n zegt, dat do omstandigheden deze interpellatie niet gunstig gezind zijn geweest, omstandig heden die herinneren aan de broosheid van het aardsche bestaan. Spr. merkt op, dat deze benoeming volkomen ligt bin nen de bevoegdheid van B. en W. Onder de ingekomen sollicitaties waren zoovele goede krachen, dat de directeur van den geneeskundigen dienst het niet noodig achtte een oproeping in de bladen te plaatsen. Op aandringen van de com missie van den geneeskundigen dienst werd echter toch een oproep geplaatst en van de sollicitanten werdjen eenigen er uitgekozen. Van allen werd mej. van Slijpe door den directeur en ook door de conunissie het meest geschikt geacht, hoewel zij niet uit deze gemeente was. B. en W. hebben zich aangesloten bij het advies en hebben den voorrang toegekend aan meerdere geschiktheid boven afkomst uit Leiden. Mevr. D i e t r i c hd o Rooy merkt op, dat op het advies van do commissie de benoemde als nummer 3 stond. Zij dient een motie in, waarbij de wensche- lijkiheid wordt uitgesproken, om bij be noemingen in gemeentelijke functies die genen in aanmerking te doen komen, die geschikt zijn èn in de gemeente woon achtig zijn. Do heer Wilmor constateert ook, dat hier door B. en W. is afgeweken van liet advies van een raadscommissie. Om dat te doen, moeten B. en W. een dege- Jjjko roden hebben. Spr. gaat dikwijls mee met B. en W. en dat doet spr. zoo lang spr. geen gegronde reden heeft om van liet advies van B. en W. af te wij den. Hetzelfde standpunt moet B. en W. ook op huil beurt innemen. Volgens spr.'s overtuiging was er geen gegronde reden voor B. en W. aanwezig, om af te •wijken van het advies van de commissie. Het was de meening van de commissie, dat voor deze eenvoudige betrekking (sa laris 600) een Leidsche ingezetene moest worden benoemd. Het is spr.'s in druk, dat de directeur ook niet was te gen de benoeming van no. 1 of no. 2 van de voordracht. De wethouder heeft de heele discussie in de commissie een voudig naast zich neergelegd. Andere, Leidsche sollicitanten voor deze eenvou dige betrekking waren ook volkomen ge schikt. De heer Huurman merkt op, dat de commissie mot de kleinst mogelijke meerderheid de voordracht heeft opge steld. Wanneer de commissie zooveel waarde hechtte aan het Leidsch ingeze tenschap, dan had zij er voor moeten zorgen, dat ook no. 3 een Leidsche was. Als B. en W. nog niet eens de vrijheid hebben om uit 3 personen de meest ge schikte te nemen, dan worden B. en W. heelemaal marionetten. Dan moet men voortaan voor elke benoeming uitsluitend Leidenaans voorstellen. De heer Groeneveld acht het on juist, dat de directeur van den genees kundigen dienst genoemde juffrouw aan den wethouder heeft aanbevolen. Integen deel heeft de wethouder die juffrouw aan den directeur aanbevolen. Spr. wil dB grenzen niet sluiten voor krachten buiten Leiden, doch de betrekking is een zeer ondergeschikte en voor die betrek king zijn er in Leiden tientallen geschik te personen, daarvoor hoeft men niet naar Doorn te gaan. Stemmen: De ex-keizer. De heer Groeneveld: Die is ook zonder werk. Het gaat liier niet om de persoon. Maar het schijnt wel een sys teem bij B. en W. om steeds de Leidsche ingezetenen to passeeren, 't is of Leiden een stad is van 70.000 sufferds. Verder meent spr. dat een acte van klerk aan een ministerie minder is, dan een acte boekhouden. Vele andere sollicitanten hadden deze laatste acte. Dat er zoo'n kleine meerderheid in de commissie was, zegt niets, als men bedenkt, dat de com missie slechts uit 5 personen beslaat. Spr. meent, dat er geen enkele reden was om af te wijken van het advies van de commissie. Het maakt op spr. een onaangenamen indruk, dat de wethouder toch zijn zin heeft doorgedreven. Wethouder M e ij n o n meent, dat men niet kan spreken van afwijken van een advies, als er op het advies meerdere personen voorkomen. Waarom staan er anders meerdere personen op? De raad handelt evenzoo. Omtrent de geschikt heid spreekt spr. zich niet uit, dat moest de directeur weten. Spr. is het met den heer Huurman eens, dat de commissie zich niet zoo heel sterk heeft uitgespro ken, anders had zij wel kunnen zorgen, dat no. 3 ook een Leidsche ingezetene was. Tegen de opmerking van den heer Groeneveld dat spr. de aanbeveling aan den directeur heeft gedaan, zpgt spr. dat dit niet de domineerende kwestie is. De heer Dubbeldeman: Hij hoeft boter op zijn hoofd. Wethouder Meyn.en: Hoofzaak is, dat de dircteur een schriftelijke aanbeve ling heeft ingediend. Wat daaran vooraf is gegaan. De lieer Groenoveld: dat komt er natuurlijk niet op aan. Wethouder Meynon: dit is niet het belangrijkste. De directeur is een zelf standig man. Hij zou de aanbeveling niet gedaan hebben, als dat zijn overtuiging niet was. Spr. ontkent, dat B. en V,7. de zaak heben willen doordrijven. Hij ont raadt de motie van mevr. Dietrichs ten sterkste, zij is te algemeen. De heer Kooistra wil de gren zen van Leiden niet sluiten, maar spr. heeft den indruk dat aan deze benoe ming protectie niet nieuw is. En, als B.1 en W. dat voor hun rekening nemen, da/i betreuTt spr. dat ten zeerste. Protectie is hier zeer duidelijk in het spel. B. en W. beschouwen- den raad teveel als een zij- wagen. Desniettemin zal spr. stemmen tegen de motie van mevr. Ditrich; Zij is te algemeen. De heer W i 1 m e r zegt, dat er om standigheden zijn, waaruit duidelijk blijkt, dat de adviseerenden er op gesteld zijn, dat no. 1 van het advies wordt ge kozen. Indertijd heeft benoeming van no. 2 van een voordracht, n.l. in een vacature bij de lichtfabrieken, geleid tot een wet houdercrisis. Hier is nu duidelijk, dat de commissie voor de geneeskundige dienst no. 1 of no. 2 wilde benoemd zien, en niet no. 3. De heer Venvey meent, dat de raad bij aanneming van dergelijke moties als van mevr. Dietrich de gemeente geen dienst bewijst. Want andere gemeenten zouden eveneens zoo kunnen gaan han delen. Mevr. D i e t r i c hd e Rooy trekt haar motie in. De ongemakkelijke overweg aan den Rijnsburgerweg. Aan de orde is vervolgens een inter pellatie van den heer Sijtsma. De heer S ij t s m a. bespreekt daarna zijn interpellatie omtrent den toestand aan den spoorwegovergang hij het sta tion in verband met den in te voeren kwartierdienst na elektrificatie der spoor wegen. Spr. zou gaarne weten, of B. en W. in deze diligent zijn geweest en of zij plannen hebben ontworpen om overleg te pleaen met de spoorwegmaatschappij. Als de electrische treinen loopen, zal practisch deze overweg vöor het niet on belangrijke verkeer wordenafgesloten. Do Voorz. antwoordt, dat de directie van de Ned. Spoorwegen zich niet heb ben gewend tot B. en W. Evenmin heb ben B. en W. zich tot nu toe gewend tot de spoorwegen, zij waren niet op de hoogte van de voorgenomen regeling. Wel meenen B. en W. dat er maaregelen zul len moeten worden genomen. De verkeers 1 moeilijkheden zullen daar zeer groot worden; dat moet eens rustig onder do oogen worden gezien. Zoodra B. en W. meenen een oplossing te hebben gevon den, zullen zij zich wenden tot de be langhebbende lichamen. Spr. kan nog niet zeggen, welke de meest aannemelijke oplossing zal zijn. Do .heer S ij t s m a wilde de definitieve plannen nog niet hooren. Hij begrijpt, dat dit moeilijk is. De heer Huurman vindt de zaak niet zoo onhoudbaar. De boomen gaan thans minder dicht dan een paar jaar geleden. En toch gaan er thans meer treinen langs dan bij de kwartierdienst. Als er ieder kwartier een trein langs komt, is dat niet ei*g, als de boo-men maar niet t© lang gesloten zijn. De heer Dubbeldeman meent, dat de heer Huurman beter gedaan had, die opmerking niet te maken. Spreekt u eens met practisch personeel van de spoorwegen. Partijdigheid van den Direc teur Gcneesk. Dienst? Laksheid van den wethouder? Ten slotte nog een interpellatie van den heer Groeneveld. De heer Groeneveld leest daarop zijn vraag voor, hoe het komt, dat op een subsidie-aanvrage van de coöperatie „Vooruit" voor haar afd. „Verplegings- fonds" thans na li jaar nog geen prae- advies is gekomen. Spr. keilt al reeds het vermoedelijk antwoord van den wet houder. De zaak schiet zoo slecht op, dat het nog wel eenigen tijd zal duren voordat het praeadvies er komt. De com missie voor dten geneeskundigen dienst vergadert zeer zelden. In de verordening staat wel, dat de oommissie als regel eens per maand vergadert, doch de wei- houder houdt zich niet aan de wet. De zaken worden zoo lang uitgesteld, dat het een marteling is om lid van deze commissie te zijn. Dit geval staat niet op zichzelf, ook bij andere commissies komt dat voor. Zoodra de raad een besluit aanneemt, om meerdere malen te verga deren, schijnt zoo'n commissie heelemaal niet meer le worden bijeengeroepen. Zoo bijv. met de commissie ovor de markt en havendienst. Zoo ziet 6pr. ook deze subsidie-aan vrage nog lang niet behandeld. De wet houder schijnt te meenen: tijd gewounen is veel gewonnen. Wethouder M e ij n e n geeft den inter- peliant gelijk, dat meerdere spoed wel gewensciit zou zijn. Doch de heer Groene veld fantaseert, dat epr. bij zich zeiven denken zou: tijd gewonnen is veel ge wonnen. Spr. gaat dan de geschiedenis van deze subsidie-aanvrage na. De be handel: n'g had aanvankelijk een heel normaal en vlot verloop, doch daarna kwamen allerlei strubbelingen, omdat dr. Horstuitstel verlangde ooii een andere regeling te treffen in verband met het gewijzigde ziekenhuis tarief, waarna de vraag zich voordeed of subsidie nog wel noodig was. Nit© eerder dan Donderdag 21 April a.s. 'kavh daarover gesproken worden, tegen weiken datum de commis sie is bijeengeroepen. De heer Groeneveld meent, dat de vertraging do ecb.uld is van den directeur van den geneeskundigen dienst, ilie de oprichting van dit „Verplegingsfonds" niet gaarne zag en zich nu van den klei nen kant heeft laten zien. In den breede critiseert spr. dan het antwoord van den wethouder. Hij wordt zoo wijdloopig, dat de voorzitter hem aan den inhoud van zijn interpellatie moet herinneren. (Het is intusschen reeds even vóór twaalf). Spr. meent, dat de wethouder de zaak traineert, omdat de financieele pos. tie van de vereeniging voortdurend beter wordt en hij dus met wachten van deze subsidie kan afkomen. Geroep: 'n Drama in 12 bedrijven. Aan het hoeveelste bedrijf zijn wij nu toe. Wanneer is er pauze. De heer Groeneveld praat maar steeds door. De heer Wilmer: Wat heeft het nu voor nut om door te praten. De heer Groeneveld: Nut heeft het niet, want de vereeniging krijgt toch geen cent. Spr. gaat door met praten over do neutraliteit van de vereeniging en over de onbegrijpelijke tegenwerking. Hij eindigt met een aansporing tot wet houder Meijnen om spoed te maken. De heer Wilmer verklaart namens de commissie voor den geneeskundigen dienst, dat do commissie overtuigd is, dat de directeur niet zoo'n slim bereke nende partijdige houding heeft aangeno men, als do heer Groeneveld heeft ge tracht aan te toonen. De heer Kooistra constateert ook hier weer bevoorrechting; dat ligt er dik op. De „Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging,' kreeg direct eenige duizenden guldens. Wethouder M e ij n e n constateert, dat 95 pet. van hetgeen de heer Groeneveld heeft gezegd, thuis behoort in de a.s. vergadering van de commissie. Wethouder Reimeringer protes teert er tegen, dat hij geen vergadering van een commissie van het Marktwezen, zou wenschen. Spr. is te practisch om de liecren bijeen te roepen als er absoluut niets is, Is er wel iets, dan schroomt spr. niet een vergadering bijeen te roepen. De heer Groeneveld acht deze op vatting van wethouder Reimeringer niet de juiste. Er is wel degelijk wat te be spreken en do wethouder heeft niet al len uit te maken, wat hij daarin wil la ten behandelen. Al heeft do voorzitter niets, dan heeft een lid nog wel eens wat. Spr. komt nog eens op tegen de achter stelling van een instelling van sociaal democraten, die beschouwd worden als tweede-rangs ingezetenen. De heer Schoneveld betreurt met den directeur vau den geneeskundigen dienst, de oprichting van dit „Verple gingsfonds". In do „Onderlinge" was plaats voor allen. De heer Wilmer: Hokjes-zetterij! De heer Schoneveld constateert, dat hier de splijtzwam wordt gebruikt, juist door die kringen, die ons, aldus spr., altijd hokjes-zetterij verwijten. Spr. meent, dat het voor een deel ook de schuld van den heer Groeneveld is, dat de zaak zoo getraineerd is. Hij is lid van de commissie voor den geneeskundigen dienst en ieder lid kan een vergadering doen uitschrijven. De heer Groeneveld: Men bereikt niets, als men een vergadering wil for- ceeren tegen den zin van den voorzitter. De heer Wilmer: U is maar aan 't insinueeren. De heer Groeneveld gaat er ver der op in, dat de „Onderlinge" eigenlijk niet geschikt was voor de arbeiders. De discussies worden daarna gesloten. Rondvraag. De heer S ij t s m a ziet af van zijn in terpellatie inzake de boekhoudershenoe- ming bij de bank van leening, wegens het vergevorderde uur (half één); De heer Dubbeldeman vestigt de aandacht op het verval van de enkele molens, welke wij nog hebben. Dat zijn monumenten, welke door vreemdelingen en door ingezetenen gaarne worden ge zien. De Voorz.: Het college van B. en W. is reeds geruimen tijd bezig met deze zaak te behandelen. De heer Kooistra vraagt wanneer do badinrichting in de Kooi tot ©tand zal komen. Wethouder Splinter: Deze week zijn pas de voorstellen ingekomen. De heer Eerdmans verzoekt tijdig aan den raad voorstellen te dóén inzake de benoeming van tijdelijke leeraren aan het gymnasium. Daarna sluiting. SPORT VOETBAL. B.-K. FEDERATIE. Concordia—„Leiden" 2—0. Op een voor voetbal ongeschikt terrein, wat op de Leiden-spelers zichtbaar werk te, is het Concordia gelukt een kleine overwinning op „Leiden" uit het vuur te sleepen. De stand had ook net zoo goed an dersom kunnen zijn, daar „Leiden" nage noeg den geheelen wedstrijd in de meer derheid ia geweest, maar door het slechte voorhoede-spel, plus het taaie verdédigen van Concordia, waarbij het geluk aan haar kant was, bleven doelpunten uit. Concor dia kreeg beide doelpunten cadeau. Het eerste ontstond voor de rust. Toen de linkshalf van Leiden in het nauw gedre ven- werd, zette hij mooi voor eigen doel, de rechtshalf (invaller) stond toe te zien, waarop de linksbinnen van Concordia van diehtbij maar voor het intrappen had. (1-0). Het Concordia-doel is voor rust een keer of drie aan een doorboring ontsnapt* waar bij J. Bekkering en S. Brakel, met alleen den keeper voor zich, faalden door in zijn handen te schieten. Een vrije schop even buiten het beruchtte gebied werd rake lings naast geschoten. Na rust was Ledden steeds in de meer derheid. Er werd alleen op Concordia's helft gespeeld, maar door kunst en vlieg werk, waarbij van- de zijde der gastheeren nog wel eens te forsch werd gespeeld, bleef het Concordia-doel schoon. Een kwartier voor het einde ontstond het tweede doel punt voor Concordia. Bij een der enkele uitvallen schoot de midvoor van grooten afstand op doel, de doelverdediger stopte den bal, wat in een rolletje wa? overge gaan, maar vergat hem op te rapen, waar op de toestormende linksbinnen het leer in het net deponeerde. (20). De laatste minuten verloopen met een taai verdedigen van Concordia, die dan ook bij het eindsignaal de overwinning uit het vuur gesleept heeft, welke wij haar van hart© gunnen, daar het weer eens nieuw leven in hun gelederen brengt, wat wei noodig blijkt. „Leiden" speelde een lakscheri en slech ten wedstrijd. Scheidsrechter Piët leidde correct. „Leiden" speelde met invallers voor F. Kerstens en H, Goddijn. DI0G. HAARL. BOND. R.-K. Sportvcreeniging A. V. V. Zondag trok A. V. V. II naar Naaldwijk om daar te 2.30 uur Westlandia II te be kampen. Ondanks den velen regen der laatste dagen verkeerde het Westl.-terrein in uitstékende conditie. Onder leiding van den heer Jansen stelde A. V. V. zich op met 1 invaller, ter wijl Westl. een 4-tal invallers had, die echter een uitstekenden wedstrijd speel den. Het begin is voor A. V. V., dat al spoedig voor het Westl.-doel zit, doch de verdediging geeft voorloopig niet thuis; ook "Westl. doet eenige uitvallen, doch kan het niet verder dan de backs bren gen; A.V.V. komt dan goedkoop aan een doelpunt, als de A.V.V.-linksbinnen een mooi schot op doel lost, dat even mooi door den Westl.-spil in eigen doel wordt gekopt; spoedig daarop vergroot de A.V. V.-midvoor uit een goed genomen corner van links met een mooien kopbal den voorsprong. Langen tijd gaat de strijd dan gelijk op. Kort voor rust weet de A.V.V.- linksbinnen met een hard schot wederom te doelpunten, zoodat rust ingaat met 30 voor A.V.V. Na rust gaat de étrijd gelijk op, waarhij Westl. echter gevaarlijker is dan A. V. V. De A.V.V.-verdediging geeft echter geen krimp en retourneert alles; ook de A.V.V.- aanvallen worden afgeslagen, ofschoon het Westl.-doel enkele malen op onbe grijpelijke wijze aan doorboring ontkomt. Als er ongeveer 25 minuten gespeeld is; krijgt Westl. een zeer dubieuse penalty te nemen. De scheidsrechter wist niet juist wat te doen, doch de Westl.-grensrechter verklaarde, dat een penalty moest geno men worden, hetgeen ook gebeurde en welke in een doelpunt word omgezet; de resteerende tijd verstreek met nu Westl. dan A.V.V. in den aanval. Gedoelpunt KINDERHOEDERS witte bol, gekleurde rand en pompoen, j in vele kleuren jjj 7272 c e n t jjj tantasie-stroo, in gemeleerde kleuren 90 cent CHIQUE In schildpadzijde, vele modekleuren 275 cent 1 HAARLEMMERSTRAAT 130-136 werd er echter niet moer, zoodat A V. V. II met 31 de overwinning behaalde en daardoor de kans op de le plaats be hield; het was een aardige en prettig speelden wedstrijd. Het 3e elftal trok met 10 man naar D. H L. I te Delft en speelde een aardigen wedstrijd, waarin D H.L. niet over on,, fortuin te klagen had, terwijl A.V.V. min der fortuinlijk was. De uitslag werd een 11 gelijk spel, hetgeen zeker een goed resultaat is; alzoo werden er van de 4 te behalen punten 3 punten binnengehaald. Leiden Jun.—V.V.L. Jun. V.V.L. wint den toss, Leiden trapt le gen wind af en gaat direct ten aanval over, doch een der backs stuit den aan val eri V.V.L. gaat 't Leiden-doel verken nen, doch Hakkaart geeft niet thuis. Lei den wordt een beetje ingesloten doch de keeper houdt alles goed, totdat de thuis club het heele spel in handen neemt en schot op schpt wordt op het doel gelost, zonder resultaat evenwel. Als een V.V.L.- speler hands maakt in het beruchte ge bied wordt een penalty toegekend, die door Verhoog sportief wordt naast geschoten. Leiden sluit V.V.L. geheel in en de voor spelers krijgen kans op kans, doch door de gladheid van bet terrein wordt veol gemist, totdat Pont een keihard schot lost. dat voor den keeper onhoudbaar was (10), waarmee de rust komt. Na de rust is V.V.L. sterker, waardoor Leiden zich meer op verdedigen gaat toe leggen. 't Einde komt met onveranderden stand en Leidon heeft haar laatsten wed strijd in een overwinning weten om te zetten. Scheidsrechter Hora leidde naar aller genoegen. Leiden IV heeft een verdienstelijken wedstrijd gespeeld en aan 't mooie spel der halflinie heeft Leiden haar overwin ning te danken. KORFBAL. Samenstelling Leidsche XIl-tal. Het Leidsch 12-tal der 2e klassers, het welk 2en Paaschdag de Leidsche kleuren zal moeten verdedigen tegen de 12-tallen van Dordrecht, Rotterdam en Den Haag, op het Schuttersveld te Rotterdam, is sa mengesteld als volgt: Dames: Jutte, Leras, Bonnet, Ensink Ha verkor» en Upwich. Heeren: Tuk, Marck, Lente, Staaij, Keij en v. Weesel. Reserves: Mej. Wacs en de heer Ken ning. SCHAKEN. Competitie 3e klasse groep A. De scheidsrechter besliste de afgebro ken partijen van den wedstrijd: Voorscho ten—Leidsch Schaakgen. II aldus: le bord gewonnen voor Leiden, 9e bord, gewonnen voor Voorschoten. De eindstand is daar door een gelijk spel (55) geworden. I3e stand dezer groep luidt nu: aantal pnt. gesp. gew. gel. verl. v.t put Voorschoten 5 3 2 2854-21^8 Leiderdorp 4 2 2 25 -15 G L. Schgen. II 5 2 1 1 1834-2114 5 "Wassenaar 4 1 1 2 20^-19?"» 3 Philidor" 5 1 1 3 23 -27 3 „Steinitz" 4 13 1434-25/4 1 Voorschoten is thans zeker van den len of 2en prijs. Hedenavond speelt Leiderdorp te Wassenaar. VOOi HUIS EN HOF. HET BROEDEN. Nuttige wenken voor kippenhouders. Voor beroepsfokkers, die de eieren hn honderdallen gelijk in de broedapparal® laten uitkomen, is het onderstaande »!C geschreven. Wel echter is het van belang voor iederen liefhebber van kippen, en die op de ouderwetscbe, maar natuurlijke ®a' nier de k i p op broedeieren zet, wat vooi alsnog over het algemeen veel meer voo komt, dan het gebruik voor broed appa raten. Deze laatste zijn hij den particulio dan ook minder noodig. Bij het houden en fokken van kipp zouden veel teleurstellingen vevmcü

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 4