\f ij f d e Blad.
Wonderen der Techniek.
Tentoonstelling Flores Verster
Sg»
Zaterdag 2 April 1927
HET ONZICHTBARE
ZICHTBAAR GEMAAKT.
Onbeweeglijk en toch snel draaiend.
Op de jongste Brusselsche automo
del-tentoonstelling was een wonderlijk
clectrisch apparaat te zien, dat met wci-
jjiig ophef en reclame werd gedomon-
iftreerd en daarom door oningewijden
niet werd opgemerkt. Toch was dit ap
paraat een wonderlijke uitvinding. De
twee Fransche constructeurs van dit
toestel, de gebroeders Seguin, noemden
[liet een „stroborama.''
In den helder rosen gloed van een
elcctrische lichtbron ontwaarde men op
een tafel een kleinen electromotor dio
door middel van een kettingtransmissie
verbonden was met de as van een twce-
liladige luchtscbroef. Aan oen der bladen
van deze luchtscbroef was een dun zij
den draadje van een paar decimeter long-
te bevestigd en als men goed toekeek
het „gedrag"' van het draadje
eenige argwaan wekken. Immers, de zij
den draad hing niet langs het bovenste
Wad van de luchtscbroef omlaag, zooals
do wet der zwaartekracht dat nadruk
kelijk gebiedt, maar deze draad stond
kaarsrecht overeind en zulks, nieltegen-
flaando de luchtscbroef onbeweeglijk stil-
tfond of zelfs langzaam heen- en terug-
draaide.
Aan welke kracht gehoorzaamde do
rijden dnaad, door rustig overeind te
Wijven staan, boven op den scherpen
rand van een houten schroefblad, waar
mede hij slechts door oen knoop in een
boor-raat je verbonden was?
Laten we u maar direct zeggen, dat
die draad niet rustig boven op het
Schroefblad stond te jongleeren, maar
integendeel met een snedheid van min-
filens 3000 omwentelingen per minuut
met de luchtschroef door de ruimte ge-
Wingerd werd! De gestrekte houding van
den draad was dus een gevolg van de
middelpuntvliedende kracht.
Maar hoe kwam hot dan, dat men
«e sneldraaiende luchtschroef duido-
lijk zag stilstaan, zóó duidelijk zelfs, dat
met de pen op de bladen geschreven
zinnen leesbaar waren en dat men van
het zijden koordje do dradenbundels kon
tellen?
Dat kwam omdat deze sneldraaiendo
luchtschroef beschenen werd door oen
lichtbron, welke telkens aan- en uit-
ng
Wanneer de schroef 3000 wentelingen
per minuut maakte, ging het eloctrische
licht eveneens 3000 maal per minuut
aan en uit. Voor een gewoon mensche-
iijk oog is dat niet te zien, maar een ge-
tolg hiervan is, dat telkens een lichtbuu-
del wordt geworpen op een bepaalden
Eland van de luchtscbroef.
Telkens wanneer hel zijden koordje
boven is, wordt het belicht, wanneer het
ouder of op zij is, ligt het in het duister
Wat wij dus zien, is slechts de stand
tan het draadje, op het oogenblik, dat
het belicht wordt. Door er voor te zorgen,
dat de lichtbron nauwkeurig is afge^
tlerad op de beweging van do lucht-
tchroef en het koord dus telkens precies
op dezelfde plaats wordt belicht, schijnt
v hei koord en do luchtschroef voor ons
hil te staan. Laat men de lichtbron iets
i weller aan- en uitgaan, dan wordt iede-
A ten keer het koordje iets vroeger belicht,
toodat het voor ons den schijn heeft, als
of liet koord met de luchtschroef lang-
i taain achteruit draait. Laat men do
lichtbron iets langzamer aan- en uit-
i pan, dan wordt het koordje telkens iets
liter belicht, waardoor het gevalletje
«ngzaam vooruit schijnt to draaien.
Nu zal men zeggen: dat is alles heel
jardig en wonderlijk, maar waarvoor
«iont deze spelerij? Deze spelerij kan
heel goed gebruikt worden in de industrie
Eigenlijk is het toestel van Seguin
tl Sten nieuwe uitvinding maar een nieuwe
a toepassing van oen aantal vrocgero uit-
f T'"dhigen. Ook do bioscoop berust o.a.
i [P hetzelfde princiep, n.l. het intermil-
p wrend belichten van bewegende foto-
plaatjes.
Het bovenbeschreven stroborama is
ttn verbetering van do vroegere strobo-
Dit instrument was een uitvin-
jjag van den Franschen natuurkuudigo
naleau, dio er proeven mee nam om
ii periodieke bewegingen, dio het oog niet
volgeu, te kunnen analyseeren.
Het bestond uit een ondoorzichtige
wijf, waarin, nabij den omtrok een
It jJJJio of oen verticale spleet was gc-
Door de schijf in een bepaaldo snelheid
een as te laten draaien vlak nabij
m oog van den waarnemer, krijgt deze,
.'anncor hij door de opening in de schijf
jjWJ", slechts eenmaal per omwenteling
W gezichtsindruk van het achter de
gelegen beeld. Is dit beeld in he
ffing (een tweede schijf bijvoorbeeld,
m dezelfde snelheid draait), dan
de waarnemer van hot bewegonde
oorwerp steeds hetzelfde punt te zien,
»tot de indruk wordt gewekt, of het
laat. Zijn do perioden der bewegende
yen daarentegen eenigszins verscbil-
liet waargenomen voor-
;P bij elke waarneming eenigszins
JT of achterloopen, waardoor de in-
wordt gewekt of hot langzaam
of achteruit draait.
stroboscoop van Plateau nu heef!,
van verbeteringen te hebben on
dergaan, toepassing gevonden in de m,
chanica voor de analyse van do bewe
gingen van snel bewegende machinedee-
len die men met het ongewapend oog
niet meer kan volgen. De bedoeling van
deze analyse is, do bewegingen die men
besludocren wil in haar verschillende
phascn te onleden om fouten in de be
weging to kunnen aantoonen. Do fout
die dit en dergelijke apparaten aankleef
de, was de beperkte omvang van het
gezichtsveld en de onduidelijkheid van
hot beeld, omdat het slechts door een
kleino opening en bij zwakke belichting
kon worden geobserveerd.
Later hebben Doppler en Mach dez*
bezwaren ten dcelo opgeheven door het
waar to nemen voorwerp in een regcl-
baro frequentie te belichten door middel
van een intermitteerende lichtbron. De
waarnemer bevond zich daarbij echter
nog steeds in 't donker en was genood
zaakt door do smalle spleet van een
draaiende schijf te kijken.
De gebrs. Seguin hebben op dit laatsto
voortgebouwd en hebben thans bereikt,
dat het lichteffect tot elke gewenschto
sterkte kan worden opgevoerd en dat
zelfs op klaarlichten dag voor een grooto
zaal iu liét licht van neon-buizen de
wonderen der stroboscopie aan hen
groot aantal toeschouwers kunnen wor
den geopenbaard.
In de hedendaagsche mechanica is dit
hulpmiddel van grooto beteekenis. Im
mers de omwentelingsmethodon van lal
van machines hebben een hoogte bereikt
dio do breukgrens van het materiaal ge
vaarlijk dicht nadert. Het is dus van be-
teuff, gedurendo de werking van een raa-
chiuo direct te kunnen- nagaan hoo de
verschillende bewegende onderdeelen zich
onder maximum-belasting gedragen
Door middel van de intermitteerende be
lichting zijn al heel wat curieuze ver
schijnselen aan bet licht gekomen. Kruk
assen van enorme afmetingen zag men
bij groote omwentelingssnelheden golf-
vormige bewegingen maken alsof ze van
blik gemaakt waren. In het licht van het
stroborama kon men zelfs de bewegingen
van den stoom in turbines, die met een
snelheid van 10.000 omwentelingen per
minuut liepen, even gemakkelijk volgen
als waren het do rookwolkjes van oen
sigaar. Curieus was het, dat een met
enorme snelheid uitstroomende stoom-
straal in dit licht ontleed werd tot een
bundel langzaam voorbijtrekkende wa
terdroppels, waarvan men zelfs den vorm
kon onderscheiden. In kogellagers, waar
in een as met enorme snelheid rondwen
telde, zag men de kogels stuk voor stuk
langzaam draaien en zelfs de vorm van
het smeerolie-vhesje, dat elke kogel op
zijn rondwenteling meevoerde, was dui
delijk to onderscheiden. In spinnerijen
waar weefspoelen met een snelheid van
10.000 omwentelingon per minuut draaien
bleek het mogelijk, de to langzaam loo-
pendo spoelen aan to wijzen, dank zij
het feit, dat dezé in het intermitteerende
licht langzaam achteruit leken te draaien
BiüMEüLfflüD
De R. K. Vakbeweging.
Aspirantleden.
Het aantal aspirantledon dor katholieko
p vakbeweging beweegt zich in stijgende
lijn. Bedroe-g dit aantal op 1 Jan. 1926:
2381, op J Jan. 1927 was dit geslegen tot
3339, alzoo een aanwinst van 955, of bijna
duizend.
Meerdere bonden hadden een flinte
winst-, waartegenover slechts enkele met
A'crliezen staan.
Zoo kwam do Tabaksbewerkersbond van
28G tot 691; do Grafische Bond van 420
op^ 605, en de Mijnwerkersbond van 42 tot
Indien do stijging zich aldus cenigen
tijd blijft handhaven, en dat moet omdat
liet gemakkelijk kan, dan zijn ze binnen
korten tijd eer op het oude cijfer, dat
ze in 1920 bereikt hadden.
Arbeider-ren-.mer bij de spoor en
cabaret-humorist.
Dezer dagen heeft het scheidsgerecht
bij de Nederlandsche Spoorwegen een be
roepszaak behandeld van een arbeider
remmer,- die door de directie was gestraft
met een boete van drie dagloonen wegens
overtreding van het verbod, bedoeld in
art. 28 R.D.V. 1926, ml. het nitoefenen van
een bedrijf zonder daarvoor vergunning
te hebben.
Do directie had dio straf opgelegd na
ontvangst van eon anoniemen brief, waar
in die overtreding werd meegedeeld, n.l.
dat bedoelde persoon optrad als caba ret
en karakter-humorist.
Bij de behandeling voor het scheidsge
recht bleek, dat de gestrafte bij voorko
mende gelegenheden werkelijk als zooda
nig optreedt; dat hij meermalen op feest
jes oil gezellige avonden van vereenigin-
gen m opgetreden zoowel voor liefdadige
instellingen, als togen vooraf bepaalde
vorgoedmg in geltl. Voorts bleek het
scheidsgerecht, dat, behalve wanneer hij
geheel k. eloos werkte, de- bedongen ver
goeding na aftrek van onkosten geen over
schot van eenige beteekenis gaf, zoodat
van het uitoefenen van een bedrijf uit
winstbejag niet ton worden gesproken.
Hot scheidsgerecht vernietigde daarom dc
3 ra en bepaalde, dat geenerlei «ndere
straf zal worden opgelegd.
Het scheidsgerecht bestond uit oen ver
tegen»-, -rdiger van de Hederlandscho
Spoorwegen, een van de Nederlandsche
verecmging van Bpoor- en tramwegperso
neel en oud-minister mr. p. de Yrics -ils
voorzitter.
LAKENHAL TE LEIDEN
De opening.
Hedenmiddag is in het stedelijk Museum
Do Lakenhal de cere tentoonstelling ge
opend van werken van den onlangs op
zoo noodlottige wijze om het leven geko
men Leidschen schilder, Floris Verster.
Behalve verschillende gemeentelijke
autoriteiten waren bij de opening aan
wezig deputaties vau verschillende kunst-
vereenigingen en tal van kunstbroeders
van don schilder.
Do hoogleeraar, prof. Albert Ver we ij
een der oudste vrienden van Verstor,
opende de tentoonstelling met de vol-
i gendo redo:
Nu dezo keus uit Verster's voltooide
levenswerk de wanden vult in het museum
van zijn vaderstad, gaan mijn gedachten
vanzelf terug naar dat Groenoord, waar ik
hom zoo lang gekend heb, naar hot stem
mige huis, welks achtergevel in het water
staat, en dat zijn ingang heeft in do tuin
met zijn oude boomen, zijn volière, zijn
moesgrond en zijn overgroeide paden. Er
zijn uit den eersten tijd dat hij daar woon
de verschillende kunstwerken ovor, maar,
behalve do herinneringen van zijn vrien
den, zoo goed als géén getuigenissen be
treffende de stemming waarin hij zo
maakte. Verster was geen schrijver, ook
geen briefschrijver. Destemeer moeten we
ons gelukkig prijzen al3 een brief uit die
jaren ons in handen Vomt en we zien dat
hij daar werkelijk, in een oogenblik van
ontspanning en vooruitzicht, iets zei over
zichzelf. Ik ken er "en, uit het jaar 1895,
geschreven aan een van zijn vertrouwdste
stadgenoeten, een jong geleerde, die een
reis naar het Oosten maakte en op dat
oogenblik te Boedapest vertoefde. „We zit
ten hier" lees ik daar „mijn vrouw en
ik, samen te schrijven in den tuin, ons
altijd door verheugende in een heerlijken
prachtigen zomer, en, bij ons een zeldzaam
heid, zomeravond."
Hij vertelt dan vorder van de pas-geëin-
digdo Lustrum-feesten: „prachtig ge
slaagd, en wc hrbben er ook aau deelge
nomen: we hebben gedanst." Dan komt er
evenwel op eens: „Ik dank den hemel dat
't over is. Prins Maurits en consorten be
gonnen mij danig te vervelen." Maar, nu
eenmaal aan 't schrijven, gaat hij door,
en zegt ons, wat we wenschten te weten:
„In den laatsten tijd heb ik weer wat t-ot
stand kunnen brengen, na veel gewurm en
getob, want het wilde maar niet zooals ik
wilde, en dat maakt zoo afgemat; maar ik
ben weer beter en heb weer moed; ik ben
voor mijzelf zoo gelukkig dat ik weinig af
leiding noodig heb buitenaf, en om te
kunnen werken zou ik ooit cosmopolite
kunnen zijn; ik bodoel reizen en trekken;
mijn aard is to drootnerig daartoe, ik kan
onder een Hollandschen hemel nog zooveel
moois zien dat ik nooit tevoren ontdekt
had, dat 't mij hier altijd nog nieuw lijkt
en onontgonnen,". Hoe ongewoon het voor
Vorster was, zoo opzettelijk over zichzelf
te spreken, blijkt uit het zinnetje dat hij
erop volgen laat: „Vergeef die kleine ont
boezeming in de late avondlucht." Toen
hij dezen brief schreef was hij in hot tijd
perk van wat ik zijn bekeering zou willen
noemen. De tijd van anders willen cn nog
niet anders kunnen, van vallen laten en
weer opvatten, van hopen en wanhopen.
Inplnats van in dc vlucht de kortoanhou-
dendo vlagen van verrukking te grijpen,
die ge in zijn vroegere werk kunt bewon
deren, trachtte hij de ontroering waarmee
een blik op de omringende wereld hem
vervulde, lang vast te houden, zijn visie
uitvoerig en nauwkeurig, in al haar on
derdeelen, uit te beelden. Hij bleef wel
een colorist, maar wie ontroering zegt,
zegt niet colorist, maar luminist. Dat de
wereld onder een Hollandsche hemel hem
nog altijd onontgonnen voorkwam, wou
zeggen dat hij, bij dieper aandacht, er
iets belangrijkers dan de kleur, namelijk
het wonder van do lichtspiegeling ontdekt
had. Hij werd de droomer droomerig
van aard noemde hij zich de droomer
van het licht zooals dat in het oppervlak
van de dingen leefde en spiegelde. En
hier moeten wc dadelijk opmerken dat hij
voor het waarnemen van dit lichtleven,
vau deze lichtspiegclingen, veel meer be
hoefte voelde aan kleine, lichtvattende
voorwerpen, dan aan landschaopcn of be
wegonde lichamen. Het wonder van het
licht, op een bepaalde wijs zich openba
rend aan de gebondenheid van naar keus
geschikte voorwerpen, zoodat het dag aan
dag voor hem stil bleef staan en aandach
tig kon waargenomen, dat was wat hij
noodig had. Dat bepaalde, duidelük te
volgen lichtbeeld, werd als 't waro vereen
zelvigd met het voorwerp, het leek er dc
ziel en het wezen vau. Jaren lang heeft
hij zich, door het gebruik van waskrijt,
getucht tot heb schoppen van de-rn nieuwe
kunstsoort. Eerst toen hij zijn hand vol
komen zeker, zijii geest volkomen vast
voelde, vcroorloofdo hij zich weer de vrij
heid van de olieverf. Hoe langer hoo meer
kon hij toen al de ontroeringen, waarmoe
dit wonder van het licht hem aandeed, de
fijnste cn de felste, de zilverigste en de
stralendste, evenzoowel plotseling en on
middellijk, als in uitvoerige schakeerin
gen, die nochtans de volle grootheid van
zijn opvatting behielden, weergeven. In
zijn laatsten tijd, toen de Judaspenningen
hier al in dc Lakcihal geplaatst waren, zei
hij mij, bijna meer met een gebaar dan
met een woord, wat hij levenslang bedoeld
heeft: zuiver aandachtig zijn, cn toch be
wogen.
Als nu evenwel Uw blikken laat rus
ten op de werken die hier zijn tentoonge
steld. dan zult U wel merken dat daar
nog iets anders is dan aandacht, cn nog
iels meer zelfs dan innerlijke bewogen
heid. Verster verwijderd" zich nooit van
de werkelijkheid: hij heeft nooit getracht
iets lo schilderen, wat hij niet me" zijn
lichamelijke oogen zf Nochtans was zijn
zien niet het Uwe cn het mijne. Niet al
leen zijn gevoel, maar ook zijn verbeel
ding nam deel eraan. Hij zag het „ding",
maar hij zag het tegelijk als een beeld
van wat hem bewoog, als een symbool
waarvan hij dc zin in woorden nvsschieu
niet zeggen kon. Maar in kleuren kon hij
zich uitdrukken en als hét schilderij op
het doek stond, dan was daar moer dan
het met aandacht, meer ook dan heb met
ontroering waargenomene, dan was daar
een levend en bloeiend zinnebeokl, waar
in do man dio heb schilderde een van zijn
eigen gemoedstoestanden herkende. We
kunnen er zeker van zijn: al wat er in
hem omging, het smartelijke zoowel als
liet vreugdevolle, heeft hij op dozo wijs,
d.w.z. langs den weg van de werkelijkheids
schildering, in zijn werken uitgebeeld. Als
wij ze langs gaan, dan zien wij niet enkel
eon in lioogeie potentie weorgegoven
uiterlijke werkelijkheid, maar wij zien en
beloven tevens de diepst-doorleefde oogen-
blikken van Verster zelf.
Wij staan nog niet ver genoeg van hem
af om deze beteekenis van zijn werk ge
heel in te zien. Het is voor ons nog te zeer
hot werk van oen tijdgenoot. Maar er zal
eon tijd komen dab deze kunstwerken als
stillo tijdolooze verschijningen zullen gaan
spreken van een monsch en kunstenaar die
lang gestorven is. Dan ik twijfel niet
eraan zal men hc. gaan konnon zooals
nu alleen zijn vrienden vermoeden
neen, weten dab hij geweest is: niet al
leen een talent, maar ook een gemoed, een
geest en een karakter van ongewone
waarde. De teedorheid waarmede hij elk
levensverschijnsel ontzag en eerbiedigde,
de mannelijkheid van een zelfboheorsching,
die hem iedero levensnoodzaak aanvaarden
deed en ook de pijnlijkste enkel deed om
zetten ia het werk waardoor hij zich uitte,
de eerlijkheid tegenover zichzelf die hem
van iedere mooidoenerij afkeorig maakte,
de nauwheid van zijn geweten dio hem
noodzaakte net zoo lang met zichzelf te
worstelen tot hij het rechte trof, al dezo
eigenschappen, gebonden aan een frisscho
natuurlijkheid, een spcelsche bevalligheid
en do zeldzame bescheidenheid van een
wijze, zullen dan uit zijn werk duidelijk
worden en de kluizenaar van Groenoord
zal dan, zonder twijfel, nog anders dan al
leen als schilder, in do gedachtenis van
do menschen voortleven.
Ik hoop dat ik U niet te lang s'- o
hield. Maar ik wilde U niet loslaten vóór
ik. al was het maar één oogenblik, den ma
ker van dit werk, in zijn heele me^sche-
lijko volledigheid, voor U had opgeroe
pen. Men zegt, en terecht, dat het goed is
altijd door eigen oogen to zien. Doch
kunstenaars zijn menschen die ons nood
zaken te zien door hun oogen. Ik geloof
dat we er niet door verliezen zullen als
wo bij do bezichtiging v- dozo tentoon
stelling ons oen korte poos met Verster
vereenzelvigen en do schoonheid van de
wereld zion zooals h ij ze 7" c.
De tentoonstelling.
Versier is niet wat men noemt een mo
derne, in d® beteekenis, die men heden ten
dage aan dat woord hecht. Hij heeft ech
ter een groolo verdienste. Dit mo;,ui ue
jongeren wel zeer waardeereu in hem.
Floor Verster behoort tot degenen, dio do
stervende kunst dor achttiende eeuw van
den ondergang gered hebben.
Toen do juisto waardebepaling van het
begrip kunst in die ziel- en futlooze eeuw
hopeloos dreigde verloren te gaan, kwamen
de jongeren der 19e eeuw met hun geheel
nieuwe inzichten. In" hunne harten brand-
do do hevige begeerte naar schoonheid,
welke de grooto meesters van vroeger in
hun beste oogcnblikken bezielde. Die vlam
van passie is altijd blijven branden in het
kunstenaarsremocd van Verster Wel niet
steeds met dezelfde felheid. Zoo wa3 het
laaiende vuur aan 't einde v. zijn leven ge-
winden tot een stille v.arn, maar waarin
toch nog gestaag do vonken der zeer zui
vere inspiratie zinderden.
Een gang door de tentoonstellingszalen
geven u de overtuiging, dat hij een kunste
naar was m^t oen ede'e visie op der din
gen wezen. Hij bepaalde zich niet tot uiter
*ijb icden, doe.i i-ung cour tot üo kern der
zaak. Hij schilderde met een concentratie
en hevige aen'.achf van binnen-uit, zoo
dat het schijnbaar onbelangrijkste onder
werp, door de kracht van zijn zeer oor
spronkelijke ziening, verheven werd boven
do alledaagsheid der dingen (zie b.v. no.
136). In Floor Verster leefde een bran
denden drang om te uiten wat er woelde
en gistte diep in zijn kunsteuaarsgemoed
Kunstenaar bij uo gratie Uods ouuergiug
hij hevig de emotie van het schoone, zoo
dat hij uitbarstend soms in extatische ver
rukking, zich uitte in een gloeiende weelde
van verven. In die oogenblikken, waarin
hij- zich liet gaan, was hij als een klaur-
dronkene, die zich bedwelmde aan de weel
den van het barnendo rood, het juichen
de blauw en het stervende paars, (no.'s
42, 39, 46, 52. 29). Doch deze uitbundig
heid bracht uitputting. Daarom dwong hij
zich tot zellbcheersching en scnildoruc dan
met een gespannon aandacht on dwingen
de natuurgetrouwheid de tinnen kannen
(no.'s 74, 76) cn dc eieren (no.'s 118 e.a.)
In die oogenblikken van verinniging ver
mocht hij den ijlen zilverglans vast to hou
den, welke spetterde uit kristal en glas
(no. 120 e.a.). Waarnemer van den licht
val op bloem en blad schilderde hij vol
oroomende overgave. In die oogenblikken
schilderde hij ook dc bokkingen (no.'s 63,
64) waar de gloed van de kleur wel inge
houden is, maar toch zijn hevig leven niet
verloor. Zoo ook zijn de groote paneelen
(no's 22, 19), waar alle kleur verinnigd
is, toch vol stille contemplatie. En dit is
wel een dor markante trekken van den
grooten schilder, ziju zin voor stille over
peinzing cn liefdevolle overweging. In het
parelmoeren licht van een zondoorwaasde
zomerochtend of in den laten lichtval van
den stervenden dag, bloeide zijn hart open
en ontstond die wondere vereenigincr van
's kunstenaars ziel met de onstoffelijke
schoonheid, waarvan de aardsche dingen
slechts een flauwen afglans zijn. In zoo'c
oogenblik, waarin allo leven in hom ver
stild vras tot zuivere contemplatie, moe',
een dook als no. 32 zijn ontstaan, waar
alles in een ijlbeid van licht en lucht als
in biddende aandacht verinnigd is.
Floor Vers ter tfas een edel en waar
achtig kunstenaar, die vele werken van
zeer zuivere schoonheid heeft voortge
bracht. Tot dio overtuiging moet iedereen
komen, die deze tentoonstelling zal bezoe
ken. Wij hopen, dat het zeer velen zullcm
zijn, want een bezoek aan dezo oxposilio
zal een hoog geestelijk genot zijn.
Gemengde Berichten
ONGELUKKEN.
Door een motor overreden.
Op den straatweg tusschen Leeuwarden
en Hoerenveen heeft gisterenmiddag een
ernstig ongeluk plaats gehad. Do 70-jarigo
arbeider Oosterbof word aangereden door
een motorrijwiel, waarop als bestuurd or
de veldwachter van Oudehaske gezeten
was. Oosterhof bekwam zeer ernstige hoofd
wonden en werd in bewusteloozon toestand
opgenomen. Hij is aan do bekomen ver
wondingen in den loop van don dag bezwe
ken.
Onder den trein.
Per auto van den O. G. en G. D te Am
sterdam is naar het O. L. V. Gasthuis ver
voerd een 10-jarige jongen, die op den
Kramatweg op een rdenden trein der Am-
sterd. Ballast Mij. was geklommen, daar
van was afgevallen en met zijn linkervoet
onder den trein geraakt was. De groote
teen waso geheol afgereden, terwijl do
voet over de geheele lengte open lag.
Aanrijdingen.
Op do St.-Annastraat te Nijmegen zijd
Donderdagavond twee fietsers door een
auto aangereden, doordat ze, achter een
passecrenden tramwagen den weg dwars
overrijdende, plotseling voor do auto kwa
men Een hunner kreeg geen letsel, doch
hij den 20-jarigen fabrieksarbeider G. J.
S. werden hersenschudding en een ge
broken been geconstateerd. Hij is per
autobrancard naar het Wilhclmina Zie
kenhuis vervoerd.
Op den Berg- en Dalschen weg te
Nijmegen is Donderdagavond een achtja
rig knaapje G. van P. door een au:o aan
gereden, doordat hij achter langs een
tramwagen den weg wilde oversteken Met
gebroken bcenen is hij per brancard naor
het Canisius-ziekenhuis vervoerd
Zandtrein omlaag gestort.
Dondordag is in do buitenhaven to
IJmuiden, op het terrein van de Amst.
Ballast Mijeen zandtrein omlaag ge
stort. Deze trein liep uit de rails en viel
daarna van de glooiing af. De machinist
cn de stoker kregen lichte kneuzingen.
Lijk opycvischL
Uit do Kólk bij het Merwedekanaal to
Gorinchem is opgevischt het lijk van den
40-jarigen A. W uit Amsterdam, Het lijk,
dat reeds in staat van ontbinding ver
keerde is naar do Algcmeeno Bogrnaf-
plaals overgebracht.
Twee internationale opiichtsters.
In den zomer van 1926 vestigden zich
to 's-Gravenhage 2 Duitsche dames, 32 en
28 jaar oud, die voordien geruimon tijd
te Kiol, Berlijn, Wiesbaden en andere
groote Duitsche steden verb'ijf hadden ge
houden.
Zij lieten eenige vvrirekkcn in een der
voornaamste hotels reserveeren en leef
den op zeer grooten voet, meldt het „Vad."
Bij hun vertrek betaalden zij de reke
ning. welke de hoteleigenaar presenteer
de zonder eenige opmerking.
Zij berichtten, dat hun nieuw adres
was: Scheveningsche weg
Inderdaad hadden de beide dames daar
oen riante villa gehuurd cn wilden dezo
nu gohecl naar de eischen des tijds la
ten inrichten
Zij hestelden bij de grootste zaken in
Den Haag ameublementen, gordijnen, klce
den cn wat voorts bij do inrichting van
een nieuwe, deftige villa behoort
Daar zij, als haar naar informaties ge
vraagd werd. verwezen naar het hotel,
waar zij geruimon lijd verblijf gehouden
hadden en daar zij voorts steeds een zeer
klein gedeelte der gekochte goederen con
tant btaa'den, wekte dit bij de leveran
ciers vertrouwen
Daar komt nog bij, dat deze dames
zich dikwijls vertoonden in het gezel
schap van to goeder naam en faam be
kend staande lieeren. Den vorigen zomer
kon men ze dikwijls In hot gezelschap van
enkele bekende Hagenaars op den boule
vard te Schcveningcn zien wandelen en
zelfs is het meermalen gebeurd, dal een
der dames in eon modemagazijn inkoo-
pen dood, vergezeld van een dezer heo-
ren.
Voorts gaven zij voor van oen adellijke
Duitscho familie te zijn en groolo land
goederen in Pruisen te bezitten Op deze
wijze slaagdon zij er in voor aanzienlijke
bedragen aan goederen van verschillende
zaken los te krijgen
Voor verscheidene duizenden guldens
schaften zij zich van meubilair aan. voorts
voor groote bedragen aan modieuse toilet
ten, bontmantels, enz. Do dames leefden
op een vroolijke wijze voort, zonder zich
in het minst tc bekommeren om betalingen
te doen Wel gaven zij chèques af op en
kele bankinstellingen, maar als-do verval
dag aangebroken was, bleef betaling al-
tijd achterwege.
Eindelijk begonnen verschillende groolo
fabrikanten te twijfelen aan de soliditeit
van de beide vreemdelingen.
Zij zochten contact met elkaar en toen
b'eek, dat de totale schuld van c-nkele le
veranciers daar ter stede ongeveer ze
ventig duizend gulden bedroeg.
Do fabrikanten begonnen toen op beta
ling aan te dringen, daar zij bevreesd wa
ren, dat van bun vordering niet veel te
recht zou komen, to meer daar ondertus-