\f ij f d e Blad. Wonderen der Techniek. Tentoonstelling Flores Verster Sg» Zaterdag 2 April 1927 HET ONZICHTBARE ZICHTBAAR GEMAAKT. Onbeweeglijk en toch snel draaiend. Op de jongste Brusselsche automo del-tentoonstelling was een wonderlijk clectrisch apparaat te zien, dat met wci- jjiig ophef en reclame werd gedomon- iftreerd en daarom door oningewijden niet werd opgemerkt. Toch was dit ap paraat een wonderlijke uitvinding. De twee Fransche constructeurs van dit toestel, de gebroeders Seguin, noemden [liet een „stroborama.'' In den helder rosen gloed van een elcctrische lichtbron ontwaarde men op een tafel een kleinen electromotor dio door middel van een kettingtransmissie verbonden was met de as van een twce- liladige luchtscbroef. Aan oen der bladen van deze luchtscbroef was een dun zij den draadje van een paar decimeter long- te bevestigd en als men goed toekeek het „gedrag"' van het draadje eenige argwaan wekken. Immers, de zij den draad hing niet langs het bovenste Wad van de luchtscbroef omlaag, zooals do wet der zwaartekracht dat nadruk kelijk gebiedt, maar deze draad stond kaarsrecht overeind en zulks, nieltegen- flaando de luchtscbroef onbeweeglijk stil- tfond of zelfs langzaam heen- en terug- draaide. Aan welke kracht gehoorzaamde do rijden dnaad, door rustig overeind te Wijven staan, boven op den scherpen rand van een houten schroefblad, waar mede hij slechts door oen knoop in een boor-raat je verbonden was? Laten we u maar direct zeggen, dat die draad niet rustig boven op het Schroefblad stond te jongleeren, maar integendeel met een snedheid van min- filens 3000 omwentelingen per minuut met de luchtschroef door de ruimte ge- Wingerd werd! De gestrekte houding van den draad was dus een gevolg van de middelpuntvliedende kracht. Maar hoe kwam hot dan, dat men «e sneldraaiende luchtschroef duido- lijk zag stilstaan, zóó duidelijk zelfs, dat met de pen op de bladen geschreven zinnen leesbaar waren en dat men van het zijden koordje do dradenbundels kon tellen? Dat kwam omdat deze sneldraaiendo luchtschroef beschenen werd door oen lichtbron, welke telkens aan- en uit- ng Wanneer de schroef 3000 wentelingen per minuut maakte, ging het eloctrische licht eveneens 3000 maal per minuut aan en uit. Voor een gewoon mensche- iijk oog is dat niet te zien, maar een ge- tolg hiervan is, dat telkens een lichtbuu- del wordt geworpen op een bepaalden Eland van de luchtscbroef. Telkens wanneer hel zijden koordje boven is, wordt het belicht, wanneer het ouder of op zij is, ligt het in het duister Wat wij dus zien, is slechts de stand tan het draadje, op het oogenblik, dat het belicht wordt. Door er voor te zorgen, dat de lichtbron nauwkeurig is afge^ tlerad op de beweging van do lucht- tchroef en het koord dus telkens precies op dezelfde plaats wordt belicht, schijnt v hei koord en do luchtschroef voor ons hil te staan. Laat men de lichtbron iets i weller aan- en uitgaan, dan wordt iede- A ten keer het koordje iets vroeger belicht, toodat het voor ons den schijn heeft, als of liet koord met de luchtschroef lang- i taain achteruit draait. Laat men do lichtbron iets langzamer aan- en uit- i pan, dan wordt het koordje telkens iets liter belicht, waardoor het gevalletje «ngzaam vooruit schijnt to draaien. Nu zal men zeggen: dat is alles heel jardig en wonderlijk, maar waarvoor «iont deze spelerij? Deze spelerij kan heel goed gebruikt worden in de industrie Eigenlijk is het toestel van Seguin tl Sten nieuwe uitvinding maar een nieuwe a toepassing van oen aantal vrocgero uit- f T'"dhigen. Ook do bioscoop berust o.a. i [P hetzelfde princiep, n.l. het intermil- p wrend belichten van bewegende foto- plaatjes. Het bovenbeschreven stroborama is ttn verbetering van do vroegere strobo- Dit instrument was een uitvin- jjag van den Franschen natuurkuudigo naleau, dio er proeven mee nam om ii periodieke bewegingen, dio het oog niet volgeu, te kunnen analyseeren. Het bestond uit een ondoorzichtige wijf, waarin, nabij den omtrok een It jJJJio of oen verticale spleet was gc- Door de schijf in een bepaaldo snelheid een as te laten draaien vlak nabij m oog van den waarnemer, krijgt deze, .'anncor hij door de opening in de schijf jjWJ", slechts eenmaal per omwenteling W gezichtsindruk van het achter de gelegen beeld. Is dit beeld in he ffing (een tweede schijf bijvoorbeeld, m dezelfde snelheid draait), dan de waarnemer van hot bewegonde oorwerp steeds hetzelfde punt te zien, »tot de indruk wordt gewekt, of het laat. Zijn do perioden der bewegende yen daarentegen eenigszins verscbil- liet waargenomen voor- ;P bij elke waarneming eenigszins JT of achterloopen, waardoor de in- wordt gewekt of hot langzaam of achteruit draait. stroboscoop van Plateau nu heef!, van verbeteringen te hebben on dergaan, toepassing gevonden in de m, chanica voor de analyse van do bewe gingen van snel bewegende machinedee- len die men met het ongewapend oog niet meer kan volgen. De bedoeling van deze analyse is, do bewegingen die men besludocren wil in haar verschillende phascn te onleden om fouten in de be weging to kunnen aantoonen. Do fout die dit en dergelijke apparaten aankleef de, was de beperkte omvang van het gezichtsveld en de onduidelijkheid van hot beeld, omdat het slechts door een kleino opening en bij zwakke belichting kon worden geobserveerd. Later hebben Doppler en Mach dez* bezwaren ten dcelo opgeheven door het waar to nemen voorwerp in een regcl- baro frequentie te belichten door middel van een intermitteerende lichtbron. De waarnemer bevond zich daarbij echter nog steeds in 't donker en was genood zaakt door do smalle spleet van een draaiende schijf te kijken. De gebrs. Seguin hebben op dit laatsto voortgebouwd en hebben thans bereikt, dat het lichteffect tot elke gewenschto sterkte kan worden opgevoerd en dat zelfs op klaarlichten dag voor een grooto zaal iu liét licht van neon-buizen de wonderen der stroboscopie aan hen groot aantal toeschouwers kunnen wor den geopenbaard. In de hedendaagsche mechanica is dit hulpmiddel van grooto beteekenis. Im mers de omwentelingsmethodon van lal van machines hebben een hoogte bereikt dio do breukgrens van het materiaal ge vaarlijk dicht nadert. Het is dus van be- teuff, gedurendo de werking van een raa- chiuo direct te kunnen- nagaan hoo de verschillende bewegende onderdeelen zich onder maximum-belasting gedragen Door middel van de intermitteerende be lichting zijn al heel wat curieuze ver schijnselen aan bet licht gekomen. Kruk assen van enorme afmetingen zag men bij groote omwentelingssnelheden golf- vormige bewegingen maken alsof ze van blik gemaakt waren. In het licht van het stroborama kon men zelfs de bewegingen van den stoom in turbines, die met een snelheid van 10.000 omwentelingen per minuut liepen, even gemakkelijk volgen als waren het do rookwolkjes van oen sigaar. Curieus was het, dat een met enorme snelheid uitstroomende stoom- straal in dit licht ontleed werd tot een bundel langzaam voorbijtrekkende wa terdroppels, waarvan men zelfs den vorm kon onderscheiden. In kogellagers, waar in een as met enorme snelheid rondwen telde, zag men de kogels stuk voor stuk langzaam draaien en zelfs de vorm van het smeerolie-vhesje, dat elke kogel op zijn rondwenteling meevoerde, was dui delijk to onderscheiden. In spinnerijen waar weefspoelen met een snelheid van 10.000 omwentelingon per minuut draaien bleek het mogelijk, de to langzaam loo- pendo spoelen aan to wijzen, dank zij het feit, dat dezé in het intermitteerende licht langzaam achteruit leken te draaien BiüMEüLfflüD De R. K. Vakbeweging. Aspirantleden. Het aantal aspirantledon dor katholieko p vakbeweging beweegt zich in stijgende lijn. Bedroe-g dit aantal op 1 Jan. 1926: 2381, op J Jan. 1927 was dit geslegen tot 3339, alzoo een aanwinst van 955, of bijna duizend. Meerdere bonden hadden een flinte winst-, waartegenover slechts enkele met A'crliezen staan. Zoo kwam do Tabaksbewerkersbond van 28G tot 691; do Grafische Bond van 420 op^ 605, en de Mijnwerkersbond van 42 tot Indien do stijging zich aldus cenigen tijd blijft handhaven, en dat moet omdat liet gemakkelijk kan, dan zijn ze binnen korten tijd eer op het oude cijfer, dat ze in 1920 bereikt hadden. Arbeider-ren-.mer bij de spoor en cabaret-humorist. Dezer dagen heeft het scheidsgerecht bij de Nederlandsche Spoorwegen een be roepszaak behandeld van een arbeider remmer,- die door de directie was gestraft met een boete van drie dagloonen wegens overtreding van het verbod, bedoeld in art. 28 R.D.V. 1926, ml. het nitoefenen van een bedrijf zonder daarvoor vergunning te hebben. Do directie had dio straf opgelegd na ontvangst van eon anoniemen brief, waar in die overtreding werd meegedeeld, n.l. dat bedoelde persoon optrad als caba ret en karakter-humorist. Bij de behandeling voor het scheidsge recht bleek, dat de gestrafte bij voorko mende gelegenheden werkelijk als zooda nig optreedt; dat hij meermalen op feest jes oil gezellige avonden van vereenigin- gen m opgetreden zoowel voor liefdadige instellingen, als togen vooraf bepaalde vorgoedmg in geltl. Voorts bleek het scheidsgerecht, dat, behalve wanneer hij geheel k. eloos werkte, de- bedongen ver goeding na aftrek van onkosten geen over schot van eenige beteekenis gaf, zoodat van het uitoefenen van een bedrijf uit winstbejag niet ton worden gesproken. Hot scheidsgerecht vernietigde daarom dc 3 ra en bepaalde, dat geenerlei «ndere straf zal worden opgelegd. Het scheidsgerecht bestond uit oen ver tegen»-, -rdiger van de Hederlandscho Spoorwegen, een van de Nederlandsche verecmging van Bpoor- en tramwegperso neel en oud-minister mr. p. de Yrics -ils voorzitter. LAKENHAL TE LEIDEN De opening. Hedenmiddag is in het stedelijk Museum Do Lakenhal de cere tentoonstelling ge opend van werken van den onlangs op zoo noodlottige wijze om het leven geko men Leidschen schilder, Floris Verster. Behalve verschillende gemeentelijke autoriteiten waren bij de opening aan wezig deputaties vau verschillende kunst- vereenigingen en tal van kunstbroeders van don schilder. Do hoogleeraar, prof. Albert Ver we ij een der oudste vrienden van Verstor, opende de tentoonstelling met de vol- i gendo redo: Nu dezo keus uit Verster's voltooide levenswerk de wanden vult in het museum van zijn vaderstad, gaan mijn gedachten vanzelf terug naar dat Groenoord, waar ik hom zoo lang gekend heb, naar hot stem mige huis, welks achtergevel in het water staat, en dat zijn ingang heeft in do tuin met zijn oude boomen, zijn volière, zijn moesgrond en zijn overgroeide paden. Er zijn uit den eersten tijd dat hij daar woon de verschillende kunstwerken ovor, maar, behalve do herinneringen van zijn vrien den, zoo goed als géén getuigenissen be treffende de stemming waarin hij zo maakte. Verster was geen schrijver, ook geen briefschrijver. Destemeer moeten we ons gelukkig prijzen al3 een brief uit die jaren ons in handen Vomt en we zien dat hij daar werkelijk, in een oogenblik van ontspanning en vooruitzicht, iets zei over zichzelf. Ik ken er "en, uit het jaar 1895, geschreven aan een van zijn vertrouwdste stadgenoeten, een jong geleerde, die een reis naar het Oosten maakte en op dat oogenblik te Boedapest vertoefde. „We zit ten hier" lees ik daar „mijn vrouw en ik, samen te schrijven in den tuin, ons altijd door verheugende in een heerlijken prachtigen zomer, en, bij ons een zeldzaam heid, zomeravond." Hij vertelt dan vorder van de pas-geëin- digdo Lustrum-feesten: „prachtig ge slaagd, en wc hrbben er ook aau deelge nomen: we hebben gedanst." Dan komt er evenwel op eens: „Ik dank den hemel dat 't over is. Prins Maurits en consorten be gonnen mij danig te vervelen." Maar, nu eenmaal aan 't schrijven, gaat hij door, en zegt ons, wat we wenschten te weten: „In den laatsten tijd heb ik weer wat t-ot stand kunnen brengen, na veel gewurm en getob, want het wilde maar niet zooals ik wilde, en dat maakt zoo afgemat; maar ik ben weer beter en heb weer moed; ik ben voor mijzelf zoo gelukkig dat ik weinig af leiding noodig heb buitenaf, en om te kunnen werken zou ik ooit cosmopolite kunnen zijn; ik bodoel reizen en trekken; mijn aard is to drootnerig daartoe, ik kan onder een Hollandschen hemel nog zooveel moois zien dat ik nooit tevoren ontdekt had, dat 't mij hier altijd nog nieuw lijkt en onontgonnen,". Hoe ongewoon het voor Vorster was, zoo opzettelijk over zichzelf te spreken, blijkt uit het zinnetje dat hij erop volgen laat: „Vergeef die kleine ont boezeming in de late avondlucht." Toen hij dezen brief schreef was hij in hot tijd perk van wat ik zijn bekeering zou willen noemen. De tijd van anders willen cn nog niet anders kunnen, van vallen laten en weer opvatten, van hopen en wanhopen. Inplnats van in dc vlucht de kortoanhou- dendo vlagen van verrukking te grijpen, die ge in zijn vroegere werk kunt bewon deren, trachtte hij de ontroering waarmee een blik op de omringende wereld hem vervulde, lang vast te houden, zijn visie uitvoerig en nauwkeurig, in al haar on derdeelen, uit te beelden. Hij bleef wel een colorist, maar wie ontroering zegt, zegt niet colorist, maar luminist. Dat de wereld onder een Hollandsche hemel hem nog altijd onontgonnen voorkwam, wou zeggen dat hij, bij dieper aandacht, er iets belangrijkers dan de kleur, namelijk het wonder van do lichtspiegeling ontdekt had. Hij werd de droomer droomerig van aard noemde hij zich de droomer van het licht zooals dat in het oppervlak van de dingen leefde en spiegelde. En hier moeten wc dadelijk opmerken dat hij voor het waarnemen van dit lichtleven, vau deze lichtspiegclingen, veel meer be hoefte voelde aan kleine, lichtvattende voorwerpen, dan aan landschaopcn of be wegonde lichamen. Het wonder van het licht, op een bepaalde wijs zich openba rend aan de gebondenheid van naar keus geschikte voorwerpen, zoodat het dag aan dag voor hem stil bleef staan en aandach tig kon waargenomen, dat was wat hij noodig had. Dat bepaalde, duidelük te volgen lichtbeeld, werd als 't waro vereen zelvigd met het voorwerp, het leek er dc ziel en het wezen vau. Jaren lang heeft hij zich, door het gebruik van waskrijt, getucht tot heb schoppen van de-rn nieuwe kunstsoort. Eerst toen hij zijn hand vol komen zeker, zijii geest volkomen vast voelde, vcroorloofdo hij zich weer de vrij heid van de olieverf. Hoe langer hoo meer kon hij toen al de ontroeringen, waarmoe dit wonder van het licht hem aandeed, de fijnste cn de felste, de zilverigste en de stralendste, evenzoowel plotseling en on middellijk, als in uitvoerige schakeerin gen, die nochtans de volle grootheid van zijn opvatting behielden, weergeven. In zijn laatsten tijd, toen de Judaspenningen hier al in dc Lakcihal geplaatst waren, zei hij mij, bijna meer met een gebaar dan met een woord, wat hij levenslang bedoeld heeft: zuiver aandachtig zijn, cn toch be wogen. Als nu evenwel Uw blikken laat rus ten op de werken die hier zijn tentoonge steld. dan zult U wel merken dat daar nog iets anders is dan aandacht, cn nog iels meer zelfs dan innerlijke bewogen heid. Verster verwijderd" zich nooit van de werkelijkheid: hij heeft nooit getracht iets lo schilderen, wat hij niet me" zijn lichamelijke oogen zf Nochtans was zijn zien niet het Uwe cn het mijne. Niet al leen zijn gevoel, maar ook zijn verbeel ding nam deel eraan. Hij zag het „ding", maar hij zag het tegelijk als een beeld van wat hem bewoog, als een symbool waarvan hij dc zin in woorden nvsschieu niet zeggen kon. Maar in kleuren kon hij zich uitdrukken en als hét schilderij op het doek stond, dan was daar moer dan het met aandacht, meer ook dan heb met ontroering waargenomene, dan was daar een levend en bloeiend zinnebeokl, waar in do man dio heb schilderde een van zijn eigen gemoedstoestanden herkende. We kunnen er zeker van zijn: al wat er in hem omging, het smartelijke zoowel als liet vreugdevolle, heeft hij op dozo wijs, d.w.z. langs den weg van de werkelijkheids schildering, in zijn werken uitgebeeld. Als wij ze langs gaan, dan zien wij niet enkel eon in lioogeie potentie weorgegoven uiterlijke werkelijkheid, maar wij zien en beloven tevens de diepst-doorleefde oogen- blikken van Verster zelf. Wij staan nog niet ver genoeg van hem af om deze beteekenis van zijn werk ge heel in te zien. Het is voor ons nog te zeer hot werk van oen tijdgenoot. Maar er zal eon tijd komen dab deze kunstwerken als stillo tijdolooze verschijningen zullen gaan spreken van een monsch en kunstenaar die lang gestorven is. Dan ik twijfel niet eraan zal men hc. gaan konnon zooals nu alleen zijn vrienden vermoeden neen, weten dab hij geweest is: niet al leen een talent, maar ook een gemoed, een geest en een karakter van ongewone waarde. De teedorheid waarmede hij elk levensverschijnsel ontzag en eerbiedigde, de mannelijkheid van een zelfboheorsching, die hem iedero levensnoodzaak aanvaarden deed en ook de pijnlijkste enkel deed om zetten ia het werk waardoor hij zich uitte, de eerlijkheid tegenover zichzelf die hem van iedere mooidoenerij afkeorig maakte, de nauwheid van zijn geweten dio hem noodzaakte net zoo lang met zichzelf te worstelen tot hij het rechte trof, al dezo eigenschappen, gebonden aan een frisscho natuurlijkheid, een spcelsche bevalligheid en do zeldzame bescheidenheid van een wijze, zullen dan uit zijn werk duidelijk worden en de kluizenaar van Groenoord zal dan, zonder twijfel, nog anders dan al leen als schilder, in do gedachtenis van do menschen voortleven. Ik hoop dat ik U niet te lang s'- o hield. Maar ik wilde U niet loslaten vóór ik. al was het maar één oogenblik, den ma ker van dit werk, in zijn heele me^sche- lijko volledigheid, voor U had opgeroe pen. Men zegt, en terecht, dat het goed is altijd door eigen oogen to zien. Doch kunstenaars zijn menschen die ons nood zaken te zien door hun oogen. Ik geloof dat we er niet door verliezen zullen als wo bij do bezichtiging v- dozo tentoon stelling ons oen korte poos met Verster vereenzelvigen en do schoonheid van de wereld zion zooals h ij ze 7" c. De tentoonstelling. Versier is niet wat men noemt een mo derne, in d® beteekenis, die men heden ten dage aan dat woord hecht. Hij heeft ech ter een groolo verdienste. Dit mo;,ui ue jongeren wel zeer waardeereu in hem. Floor Verster behoort tot degenen, dio do stervende kunst dor achttiende eeuw van den ondergang gered hebben. Toen do juisto waardebepaling van het begrip kunst in die ziel- en futlooze eeuw hopeloos dreigde verloren te gaan, kwamen de jongeren der 19e eeuw met hun geheel nieuwe inzichten. In" hunne harten brand- do do hevige begeerte naar schoonheid, welke de grooto meesters van vroeger in hun beste oogcnblikken bezielde. Die vlam van passie is altijd blijven branden in het kunstenaarsremocd van Verster Wel niet steeds met dezelfde felheid. Zoo wa3 het laaiende vuur aan 't einde v. zijn leven ge- winden tot een stille v.arn, maar waarin toch nog gestaag do vonken der zeer zui vere inspiratie zinderden. Een gang door de tentoonstellingszalen geven u de overtuiging, dat hij een kunste naar was m^t oen ede'e visie op der din gen wezen. Hij bepaalde zich niet tot uiter *ijb icden, doe.i i-ung cour tot üo kern der zaak. Hij schilderde met een concentratie en hevige aen'.achf van binnen-uit, zoo dat het schijnbaar onbelangrijkste onder werp, door de kracht van zijn zeer oor spronkelijke ziening, verheven werd boven do alledaagsheid der dingen (zie b.v. no. 136). In Floor Verster leefde een bran denden drang om te uiten wat er woelde en gistte diep in zijn kunsteuaarsgemoed Kunstenaar bij uo gratie Uods ouuergiug hij hevig de emotie van het schoone, zoo dat hij uitbarstend soms in extatische ver rukking, zich uitte in een gloeiende weelde van verven. In die oogenblikken, waarin hij- zich liet gaan, was hij als een klaur- dronkene, die zich bedwelmde aan de weel den van het barnendo rood, het juichen de blauw en het stervende paars, (no.'s 42, 39, 46, 52. 29). Doch deze uitbundig heid bracht uitputting. Daarom dwong hij zich tot zellbcheersching en scnildoruc dan met een gespannon aandacht on dwingen de natuurgetrouwheid de tinnen kannen (no.'s 74, 76) cn dc eieren (no.'s 118 e.a.) In die oogenblikken van verinniging ver mocht hij den ijlen zilverglans vast to hou den, welke spetterde uit kristal en glas (no. 120 e.a.). Waarnemer van den licht val op bloem en blad schilderde hij vol oroomende overgave. In die oogenblikken schilderde hij ook dc bokkingen (no.'s 63, 64) waar de gloed van de kleur wel inge houden is, maar toch zijn hevig leven niet verloor. Zoo ook zijn de groote paneelen (no's 22, 19), waar alle kleur verinnigd is, toch vol stille contemplatie. En dit is wel een dor markante trekken van den grooten schilder, ziju zin voor stille over peinzing cn liefdevolle overweging. In het parelmoeren licht van een zondoorwaasde zomerochtend of in den laten lichtval van den stervenden dag, bloeide zijn hart open en ontstond die wondere vereenigincr van 's kunstenaars ziel met de onstoffelijke schoonheid, waarvan de aardsche dingen slechts een flauwen afglans zijn. In zoo'c oogenblik, waarin allo leven in hom ver stild vras tot zuivere contemplatie, moe', een dook als no. 32 zijn ontstaan, waar alles in een ijlbeid van licht en lucht als in biddende aandacht verinnigd is. Floor Vers ter tfas een edel en waar achtig kunstenaar, die vele werken van zeer zuivere schoonheid heeft voortge bracht. Tot dio overtuiging moet iedereen komen, die deze tentoonstelling zal bezoe ken. Wij hopen, dat het zeer velen zullcm zijn, want een bezoek aan dezo oxposilio zal een hoog geestelijk genot zijn. Gemengde Berichten ONGELUKKEN. Door een motor overreden. Op den straatweg tusschen Leeuwarden en Hoerenveen heeft gisterenmiddag een ernstig ongeluk plaats gehad. Do 70-jarigo arbeider Oosterbof word aangereden door een motorrijwiel, waarop als bestuurd or de veldwachter van Oudehaske gezeten was. Oosterhof bekwam zeer ernstige hoofd wonden en werd in bewusteloozon toestand opgenomen. Hij is aan do bekomen ver wondingen in den loop van don dag bezwe ken. Onder den trein. Per auto van den O. G. en G. D te Am sterdam is naar het O. L. V. Gasthuis ver voerd een 10-jarige jongen, die op den Kramatweg op een rdenden trein der Am- sterd. Ballast Mij. was geklommen, daar van was afgevallen en met zijn linkervoet onder den trein geraakt was. De groote teen waso geheol afgereden, terwijl do voet over de geheele lengte open lag. Aanrijdingen. Op do St.-Annastraat te Nijmegen zijd Donderdagavond twee fietsers door een auto aangereden, doordat ze, achter een passecrenden tramwagen den weg dwars overrijdende, plotseling voor do auto kwa men Een hunner kreeg geen letsel, doch hij den 20-jarigen fabrieksarbeider G. J. S. werden hersenschudding en een ge broken been geconstateerd. Hij is per autobrancard naar het Wilhclmina Zie kenhuis vervoerd. Op den Berg- en Dalschen weg te Nijmegen is Donderdagavond een achtja rig knaapje G. van P. door een au:o aan gereden, doordat hij achter langs een tramwagen den weg wilde oversteken Met gebroken bcenen is hij per brancard naor het Canisius-ziekenhuis vervoerd Zandtrein omlaag gestort. Dondordag is in do buitenhaven to IJmuiden, op het terrein van de Amst. Ballast Mijeen zandtrein omlaag ge stort. Deze trein liep uit de rails en viel daarna van de glooiing af. De machinist cn de stoker kregen lichte kneuzingen. Lijk opycvischL Uit do Kólk bij het Merwedekanaal to Gorinchem is opgevischt het lijk van den 40-jarigen A. W uit Amsterdam, Het lijk, dat reeds in staat van ontbinding ver keerde is naar do Algcmeeno Bogrnaf- plaals overgebracht. Twee internationale opiichtsters. In den zomer van 1926 vestigden zich to 's-Gravenhage 2 Duitsche dames, 32 en 28 jaar oud, die voordien geruimon tijd te Kiol, Berlijn, Wiesbaden en andere groote Duitsche steden verb'ijf hadden ge houden. Zij lieten eenige vvrirekkcn in een der voornaamste hotels reserveeren en leef den op zeer grooten voet, meldt het „Vad." Bij hun vertrek betaalden zij de reke ning. welke de hoteleigenaar presenteer de zonder eenige opmerking. Zij berichtten, dat hun nieuw adres was: Scheveningsche weg Inderdaad hadden de beide dames daar oen riante villa gehuurd cn wilden dezo nu gohecl naar de eischen des tijds la ten inrichten Zij hestelden bij de grootste zaken in Den Haag ameublementen, gordijnen, klce den cn wat voorts bij do inrichting van een nieuwe, deftige villa behoort Daar zij, als haar naar informaties ge vraagd werd. verwezen naar het hotel, waar zij geruimon lijd verblijf gehouden hadden en daar zij voorts steeds een zeer klein gedeelte der gekochte goederen con tant btaa'den, wekte dit bij de leveran ciers vertrouwen Daar komt nog bij, dat deze dames zich dikwijls vertoonden in het gezel schap van to goeder naam en faam be kend staande lieeren. Den vorigen zomer kon men ze dikwijls In hot gezelschap van enkele bekende Hagenaars op den boule vard te Schcveningcn zien wandelen en zelfs is het meermalen gebeurd, dal een der dames in eon modemagazijn inkoo- pen dood, vergezeld van een dezer heo- ren. Voorts gaven zij voor van oen adellijke Duitscho familie te zijn en groolo land goederen in Pruisen te bezitten Op deze wijze slaagdon zij er in voor aanzienlijke bedragen aan goederen van verschillende zaken los te krijgen Voor verscheidene duizenden guldens schaften zij zich van meubilair aan. voorts voor groote bedragen aan modieuse toilet ten, bontmantels, enz. Do dames leefden op een vroolijke wijze voort, zonder zich in het minst tc bekommeren om betalingen te doen Wel gaven zij chèques af op en kele bankinstellingen, maar als-do verval dag aangebroken was, bleef betaling al- tijd achterwege. Eindelijk begonnen verschillende groolo fabrikanten te twijfelen aan de soliditeit van de beide vreemdelingen. Zij zochten contact met elkaar en toen b'eek, dat de totale schuld van c-nkele le veranciers daar ter stede ongeveer ze ventig duizend gulden bedroeg. Do fabrikanten begonnen toen op beta ling aan te dringen, daar zij bevreesd wa ren, dat van bun vordering niet veel te recht zou komen, to meer daar ondertus-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 15