WEEKREVUE.
BESCHAVING.
Wij dienen op staanden voet ouzo mec-
uing Le herzien over hen, die wij onbe
schaafde negers noemen, en uitdrukkingen
als „grasneger" en „Zoeloekaffer", welke
tot heden somtijds gebruikt werden om
onze minachting te kennen te geven, zul
len van u af aan als eeretitels dienen te
worden beschouwd.
De boschnegers van de Boven-Suriname,
do Saramaccanen, hebbnTi door den mond
van hun opperhoofd Adjankoeso, zetelend
in zijn wigwam te Asidrmhopo, ons, be
schaafde Europeanen wakker geschud.
Hoort, wat Adjankoeso, Groot-opper
hoofd der Saramaccanor Boschnegers, zegt
aan Europa:
ASIDOMHOPO, 23 Nov. 192G.
'Aan den Secretaris van den Volkenbond
to Genève.
Wij, de Saramaccanen (Boschnegers
aan de Boven Suriname) hebben van den
grooten oorlog gehoord, dien de men-
schen ginds aan den overkant van den
grooten Oceaan hebben gestreden. Wij
hebben ook den grooten nood gezien,
dien deze oorlog heeft gebracht, zelfs tot
ons.
Nu zend ik, Adjankoeso, Groot-opper
hoofd der Saramaecaner Boschnegers te
Asictemhopo, dezo boodschap aan U:
Wij zijn blijde, dat dc groote oorlog
tot een eind is gekomen en dat er nu
vredo is. Doodt elkander niet meer!
Leeft in vrede met elkaar.
Zoo spreken wij, niet ons verheffende,
maar "it ootmoedige liefde.
Ik groet u allen met een sterken
groet uit den naam van de kapiteins en
van geheel mijn volk.
(w.g.) ADJANKOESO te Asidomhopo,
Suriname (Holl. Guyana).
Zoo schreef Adjankoeso, ons vragend
den strijdbijl te begraven en tevens daar
mee aantoonend, dat de beschaving van
zi.in volk do onze verre overtreft.
Is er ook tevens geen bewijs van hun
hcogere beschaving te vinden in hun hof
felijke wijze van spreken, zelfs bij 'bet on
derhandelen met hun tegenstanders? Zoo
iets doen zij niet kort en krachtig in een
streng gesteld ultimatum of diplomatieke
nota's.
O, neen, Adjankoeso zou .gezegd hebben:
„Wil onzé zeergeliefde, blanke broeder,
niet wonen in onze „wigwams" bij onze
ij,squaws" - cn-^papeee", den ^temahawk"
begraven en met ons de vredespijp
tooken?"
Welk „bleekgezicht" zou zulk een vrien
delijk aanbod dan durven weigeren?
Bezie ve der het groote verschil in wijze
van oorlog voeren.
In ons „beschaafd" Europa zou men een
♦gevangene, om hem een geheim te ontlok
ken, dreigen met den dood cn hem bij
weigering op sta ancien voet fusilleercn.
Al zoo niet Adjankoeso! Hij zou zeggen:
„Mijn blanke broeder schijnt te aarzelen"
en hij zou hem dan het nemen van een
besluit zelfs vergemakkelijken door het
touw dat over een sterke boomtak* hing
cn aan welks einde zijn hals zat vastge
knoopt, eenvoudig wat hooger op te trek
ken of door andere zachte en liefelijke
wenken van dat soort, maar nimmer zou
hij je a bout portant naar dc zalige jaeli-
velden sturen.
Dat is hoffelijk.
Spreken bovendien hun namen niet
een dicliterlijker en bloemrijker taal dan
dc onze?
Klinkt het niet veel liefelijker tc lioo-
ren spreken van: het „Witte Hert", de
„Blauwe Vogel", de „Ranko Hinde", de
„Blanke Bloem", de „Geurende Lotus" cn
de „Blauwe Arend", dan van Jansen, Pio-
tersen, Gerritsen, Klaassen cn Wiilemsen?
Daar geen politieke verdeeldheid, geen
ontelbare vereenigingen, geen belasting
op allerlei gebied, geen standenvcrschil
cn geen zorg voor de toekomst.
Slechts een opperhoofd Adjangkoeso,
dien men hoogstens zal kunnen herkennen
De wetenschap is het produet
Van een verlichten tijd;
Al is je toekomst ook mislukt
Al ben je alles kwijt;
Al ben je ook analphaboet
En daarbij nog failliet,
'Dan hindert 't is goed dat U 't weet,
Zorg ook, dat U het niet vergeet
Die onkunde U niet.
(i\Vant heel do wereld spant zich in
En geeft U onderwijs
^In wat U wilt juist naar Uw zin
Op heel bijzond're wijs.
iÜ kreeg nog nooit of nimmer les
Op d' universiteit,
En het genot der H. B. S.
Zoo ied'ren dag een uur of zes,
Onthield men u altijd.
aan het dragen van een roestige wekker
op zijn .glimmende buik.
En deze Adjankoeso vroeg ons, be
schaafde Europeanen uit nanm van zijn
kapiteins en zijn volk, den strijdbijl te
begraven.
Nu is er geen oorlog en toch v ..it. nog
nog do krijgsbijl, want dagelijks lezen wij
berichten van hen, dio de krijgsbijl han-
tcorden en dezen met een doodelijken slag
op liet licofd van hun tegenstander de
den neerkomen.
Dat is onze beschaving, die wel droe
vig afsteekt bij die van Adjankoeso en alle
Samaraccaner Boschnegers aan de Bo-
ven-Suriname.
LATEN WE OP ZIJN
GEZONDHEID DRINKEN.
door Pierre 1' E r m i t o.
Het was ccn van die voorsteden: gis
teren nog n ets dan open terrein, groeven
vol pleisterkalk, kerkhof van doode hon
den, van oesterschelpen en verroeste ke
tels; hier cn daar bewoond door ccnigo
uitgehongerde zoekers van oude rommel
en cenige philosofisch aangelegde ver-
koopers van konijnenvellen; thans een
bevolkte volksbuurt, wcanelend van men-
schen, zwart van werkvolk, met groote
fabrieken, lange straten met steegjes cn
boulevards. Met singels waaraan groote
gebouwen; met oen nieuw stadhuis..en
nieuwe scholen.... nieuwe tramaanleg.
En to midden van dat all s een armza-
1 ge constructie met gescheurde muren,
die slechts ruimte kon bicden voor 300
personen in een wijk van 50.000 zielen!
Dat was de kerk!....
Als Zondags de Parijsche wandelaar
den Boulevard langskwam, stond hij een
oogénblik stil voor die verweefde muren
voor die vensters die er bijna uithingen,
voor dien havenloozen klokkentoren,
waarop boven op half vergane balken
nog een baan stond, beroofd van drie
kwart van zijn voeren en wijzend 't Noor
den naar 't Zuiden cn 'l Zuiden naar 'l
Noorden.
Is dat de Kerk....?
Ja..
Welnu!....
Welnu, wat was er aan te doen?
Geen centnauwelijks was er ge
noeg om een magere pot te bereiden vóór
de drie magere kapelaans en een pastoor
nog magerder dan zijn kapelaans.
Toch een keer, op Allerheiligen, toen
do geloovigcn zoo dicht opeen zaten, dat
er stoelen braken en een deur van den
biechtstoel was losgewrongen, besteeg de
pastoor den predikstoel;
Dierbaro Geloovigen-
We hebben een kerk noodig
Alle fabrieken van die van do klink-
houlen tot aan die van schoensmeer,
hebben hun plaats gevondenHet is
schandelijk dat God dc Zijne niet bezit.
Maar Hij zal ze hebben!Zou ik er
zelfs mijn toog voor naar den lommerd
moeten brengen!.... ,Z'n toog....-? Ze
was nog geen vijf centen waard
Hij hield een preek zoo meesleepend,
zoo vol bitterheid en zoo vol hoop, dat
na do H. Mis een oude jonge juffrouw
zich hij hem vervoegde en hem 4000
francs Ier hand steldeVier prachti
ge briefjes van 1000 op eens; al haar
bezit!.
Maar de pastoor wilde deze gave niet
aanvaarden.
Zij drong aan. dreigde ze te zullen,
verscheuren' en* won haar pleit.
Noch de kapelaans, noch het kerkbe
stuur, nocr de stoelenzetsler, noch de
koster, noch de hoefsmid, dio suisse was,
hadden ooit een briefje van 1000 frahes
gezien.
Men bekeek ze, men bevoelde ze, ze
waren zoo groot!...', en zoo lang en zoo
prachtig blauwen die briefjes hiel
den zooveel inWat zou men voor
d e som steenen kunnen koopen. Vier
duizend stukken van twintig sous.
Wal waren ze opgewonden in do pas
torie. Dienzelfden avond nog ging dc
pastoor naar een vriend van hem, een
architect, die hem dadelijk een bestek
De studie is nu algemeen
Of erger: fanatiek,
Want handarbeid leert menigeen,
Maar niet op de fabriek.
Je gaat nu naar een vakschool toe,
Doorworstelt boek na bock,
Je hersens worden suf en moe,
Je moppert: wat een saai gedoe,
En je verstand raakt zoek.
Wio overdag nog werken gaan
Het zijn er lieusch niet veel
Studeeren bij het licht der maan
Zich 's avonds bijna scheel.
Zij krijgen op gezetten tijd
Per brief hun onderricht
In gas of clectriciteit,
Zij lee n dan met heel veel vlijt
En voelen zich „verlicht".
maakte, dat hij berekening 250.000 francs
zou kosten.
Dus nog 216.000 francs..,.
Maar een kleinigheid, hé....
Welnu, weet u niet waar die 246.000
francs te vinden?
Iedereen spande zicb er voor. De werk
lieden collecteerden op de fabriek, dc
oudjes gaven 'l geld dat ze tinders voor
tabak zouden besteden. Kraters en zusters
spraken er over op school.do vrouwen
oilerd.zelfs hun trouwring, de klein
tjes hadden allen op zak een stuk kar
ton, voor twee sous lieten ze e* een gaatje
rin prikken.
Bedenk eens dat, als 246.000 francs,
stuiver voor stuiver, hij elkaar gebedeld
moet worden, wat dat een werk en of
fers vertegenwoordigt.
Up een dag lecnuo (lo. pastoor een
paar halfzijden handschoenen bij zijn
oudsten kapelaan en begaf zicb naar 't
min. sier ie van Eercdienst.
Excellentie, ik vind 't vreeselijk dat
een kerk boven 't hoofd van de parochia
nen ineenstort, ik kom u eens mededee-
len dat ik uauroin het plan heb gemaakt
een nieuwe te bouwen; en nu kom ik
daarvoor"verlof vragen.
Hoeveel hebt ge bij elkaar?
Tweehonderdvijftig
duizend franken, zegt do pastoor met een
plechtige stem alsof hij de mill arden van
Bolschild opsomde;
Dat is niet genoeg.
Niet genoeg, goede hemel.
Niet genoeg. Excellentie.Men
ziet dat u ze niet bij elkaar hebt behoe
ven te scharrelenin ieder geval, het
bestek van den architect gaat die som
niet te boven.
De goede pr esters haalt zijn teekenin-
gen te voorschijn dio do gedecoreerde
hoeren door hun lorgnetten bekijken.
Een kerk van 25U.UÜ0 francs met
een gevel op den Voornaamsten boule
vard is niet mooi genoeg en daarom kan
ik u geen toeslemming geven de oude af
te breken.
Het is een arbeidersbuurt. 80 pet.
van de begrafenissen moeten voor niets
gebeuren, de menschen betalen niet meer
huur dan 400 francs.
Dat doet er niet toe; wij eischen
iets dat er meer decorat.cf uitziet. Ver
dubbel uw bestek en dan zullen we ver
der zien.
Het moest opklimmen, bet ongelukkig
bestek tot 550.000 franken. De pastoor
deed evenzoo cn beklom opnieuw de
preekstoel.
„Mijn arme parochianen.. -
Jullie hebben niets gedaan. Gc bent
nog niet aan de helft. Er zijn nog noo-
dig, 300.000 franken. De Staat legt 't ons
op. Het schijnt dat onze kerk niet mooi
genoeg zou zijn voor den boulevard.
En die ongelukkige fabr.cksstokors,
leertouwers, poetsers van tramrails, win
kelbedienden, glasblazers, jonge Breton-
sche meisjes, voddenrapers, groentehoe-
ren, zetten groote oogen op. 300.000 frau-
ken. 30Ö maal (luizend stukken van twin
tig sous. Wat een som.
Welnu, we zullen opnieuw weer ons
best doen, zeiden ze.
En opnieuw begonnen ze zich van al
les te ontzeggen.
Na verloop van vier jaar was einde
lijk de dag aangebroken waarop de ar
chitect de aannemers kon bestellen en
den bouw beginnen van do kerk, van dc
dierbare kerk, waarvan elke ri^een zou
spreken van geloof, van offervaardigheid
van liefdo. de steenen bijeengebracht
enkel en alleen door Róomsch geld.
De misdienaars streelden de paarden
van de poldergasten; de pastoorsmeid gaf
ze suiker. reeds van lo voren genoot
men van :t gebouw..en 's Zondags
kwamen ze in grooten getale rondloopen
om het terrein heen of de putten, m den
kelder van dc verwarm'ng.in de
cryptenen eindelijk in het schip....
Men besprak dc kapellen, dc ramen, de
altaren; men hielp de biechtstoelen ver
voeren. De Congregatie borduurde de
ornamenten; liet werkvolk kwam, na vol
brachten dagtaak, de schilders helpen
met do ruwe schets op do muren; een fa
milie nam het hcelo orgel voor haar re
kening, enz. enz.
En tegen Paschen do kerk, zoo niet
beekinaaJ klaar een kerk is nooit vol
tooid dan toch zoover dat ze in ge
bruik kon worden genomen.
Toon begaf zich de Pastoor mot een
hart van vreugde en daukbaarheid op
nieuw naar het ministerie om verlof to
gaan vragen de dierbare kerk voor hel
publiek te openen.
Ja, mijnheer Pastoor, wij geven U
on zo toestemming maar onder uitdrukke
lijke voorwaarde, dat u alle eigendoms
recht op die kerk zult afstaan en haar
aan het gemeentebestuur overdragen.
Aan het gemeentebestuur, dat
geen penning er voor heeft bijgedragen
en tot de vrijmetselarij behoortMaar
dat zou verraad zijn en heiligschennis.
Doen of niet doen?....
De pastoor weifelde, bedacht zich.
•Waarvoor een parochiekerk houwen
als ze niet kon dienenKort en goed,
hijteckendo de schenking.
En het gemeentebestuur verwaardigde
zich, na eenige beraadslaging, het vorste
lijk cadeau te aanvaarden van 500.000
franken, afgestaan door een pastoor, ma
ger en afgetobt, die door dc straatjeugd
soms na schooltijd werd achtervolgd en
nagejouwd; weg met de zwartrokken
Zes maanden later.
Het gebeurde dat een plaatselijke gym
nastiek vereeniging bestaaudo uit een der
tigtal jongelui niet blauwe broeken en
roode ceintuur beraadslagend over den
aankoop van ccn garage van fietsen en
auto's constateerden dat overal op den
boulevard het terrein zoo duur geworden
was.
KALENDER
N B Als niet anders wordt aangege
ven mist in deze week iedere H. Mis Glo
ria en Credo. Prefatie v. d. Vasten. Kleur
Paars.
ZONDAG 27 Maart. Vierde Zon
dag v. d Vasten. Mis: La e tare.
2o gebod v. d. H, Joannes Damascenus.
Credo. Kleur Paars.
I Is half-Vaslcn. De verlossing is in 't
zicht! Bij voorbaat verheugt zich de II
Kerk daarover (Introïtus). Van deze
"vreugdestemming is geheel do liturgie
van (Lzen dag doordrongen. Wij zijn
geen slaven meer van Satan, maar, dank
zij Christus' kru sdood, vrije kinderen
Gods (Epistel). God is onze Vader.- Op
Ilcin is onze hoop. Hij voedt Zijne kin
deren met eenc allerzuiverste Spijze, ccn
voedzaam Brood, dat ons een. onderpand
is voor onze toekomstige heerlijkheid
(Evangelie), voortdurend genieten wij
Zijne bescherming en wij mogen vast
vertrouwen na dit leven in tc gaan in
den hemel, waar ware vredo aller over
vloedig deel is en wij Zijn H. Naam zul
len loven (Tractus: Graduale Communio)
Ja waarlijk Irct is passend in heilige
blijdschap den heer tc loven, Zijn 11.
Naam te prijzen, want Hij is goed! (Of
fertorium).
MAANDAG 28 Maart. Mis v. d. H.
Joannes van Capislrano, Belij
der: Ego autcm Gloria. 2e gebed en laat
ste Evangel o v. d. dag, 3e gebed A Cunc
tis (ter eerc van de heiligen).
Do H. Mis v. d. dag: Deus. 2c gebed v.
d. H. Joannes van Papistranus; So A
Cunctis.
DINSDAG 29 Maart. Mis v. d. dag
Eraudi. 2e gebed A Cunctis; 3e Omnipo
tent (voor levenden en dooden).
WOENSDAG 80 Maart. Mis v. d. dag
Cum sanctifieatus. 2e en 3e gebed als
Dinsdag
DONDERDAG 31 Maart Mis v. d.
d a g: Laetetur. 2c en 3e gebed als Dins
dag.
VRIJDAG 1 April. Mis v. cl. dag:
Meditatio 2e en 8c gebed als Dinsdag.
Vandaag is geoorloofd de Votiefmis v.
h. H. Hart van Jesus: Miserebitur.
Gloria. 2e gebod cn laatste Evangelie v
d. dag. Credo. Prefatie v. b. H. Kruis.
Kleur: W i f.
ZATERDAG 2 April Mis v. d. II.
Fran ci sc us van Paula, Belijder:
Justus. Gloria. 2o gebed eu laatste Evan
gelie v. d. dag; 3o voor den Paus. Kleur:
W i t.
De H. Mis v. d. dag: Silientcs. 2e go-
Toen verhief zich de voorzitter cn zei-
do met vaderlijke stem:
Ik geloof, heeren, dat wo niet lang
behoeven te pralen óver deze zaak, want
ik heb eenige redenen om mo voor le
stellen cn terwijl hij dit zegde krulde
zijn lippen tot een boosaardigen glimlach
dat na scheiding van Kerk en Slaat
de nieuwe bouw vau den pastoor, ont
daan van het altaar, de'biechtstoclen en
andere bijkomstigheden, ons, en nog wel
gratis, een hcerbjko garage zal bieden,
goed bevloerd, met vestiaire, massage-
kamer en een mooi entróe op de Boule
vard. Wat dunkt u er van heeren?
Dadelijk kru sten zich do antwoorden.
Dat zou goed zijn
Maar, hoe heeft men daar niet eer
der aan gedacht?
Pardon, vriendlief, in de Loge heb
ben wo er al een jaar lang 't oog op doen
vallen.
En de pastoor? Wat zal die raar
op zijn neus kijkenDie leelijkc kerk
rat.
En zonder hun sigaretten uit den mond
te nemen, kwamen de handen van die
jongens uit hun zakken to voorschijn en
gaven zo bun goedkeuring te kennen
door handgeklap waaraan geen einde
scheen te zullen komen, zingend:
Laten we op zijn gezondheid drinken,
Want hij beeft zeer goed gesproken.
„Geld."
ANECDOTEN.
NiU heel erg lui.
De bedelaar kwam op do hoeve werk
vragen.
'k Heb amper werk genoeg voor
mijn e gen volk, zegt do boer.
Hm! kuchte dc bedelaar. Hebt ge
soms ratten?
Met honderden.
Ik zal ze dood doen.
Zoo, hoeveel moet ge daarvoor
hebben?
Niels dan een goed maal en een
stoop bier.
Aangenomen, zei do boer, en do
bedelaar kreeg zijn buik vol. Als li ij ge
daan had légde hij zijn voeten mei wei
behagen op tafel.
Awel, vroeg dc boor, wanneer begint
gc de rallen dood lo doen?
Breng ze hier, zei de bedelaar, ik
zal zc dood nijpen.
Averechtsch resultaat.
Een landloopcr komt voorbij een pre
tigc villa inct grooten tuin. Hij ziet in dc
verte een klein meisje spelen cn wetende,
dat dc villa-bewoners bekend staan om
hun milddadigheid, denkt hij hier iets
„los" te krijgen.
Hij stapt het hek binnen, gaat languit
op een ,Tasveld liggen en begint grus uit
to trékken.
Spoedig heeft het meisje den man in do
gaten en komt naderbij.
Wat coct jij daar? vraagt z: verwon
derd.
Ik ben een arme man, dio 14 dagen
niets te eten gehad -heeft, en die nu gras
eet om niet van honger te sterven.
Och beste man, zei het meisje mede
lijdend, kom dan maar met me mee. Ach
ter liet huis is het gras veel langer.
DER WEEK.
bed v. d. H. Franciseus; 3e voor don
Paus.
Omtrent bet jaar ÜJ0 werd do Jf.
Franciseus geboren in Paula, een stadje
in Calabriö, uit 'arme, xuaar zeer deugd
zame ouders. Vanaf zijne vroegste jaren'
werd hij in godsvrucht opgevoed on op
dertienjarige leeftijd gesteld onder leiding
der Franciscanen. Ofschoon door den
kloosterregel niet verbonden, volgde hij
den strengen regel van Franciseus in allo
gestrengheid en was een voorbeeld voor
do kloosterlingen. Na ccn jaar daar to
hebben doorgebracht koos hij met goed
vinden zijner ouders een eenzaam ver
blijf in een grot bij Reggio. Een pyar jaar-
later voegden z.ch anderen bij hem en.
Franciseus vereonigdc hen in een Orde,
waaraan hij den regel van branciscu?
gaf, en wier devies de liefdé was. Aan
den Regel van Franciseus voegde de liei-
ligc zelf nog andere strenge voorschrif
ten toe. Zijne kloosterlingen moesten zich
doemen: „De Min.inen" (dc minsten) om
voortdurend zich te herinneren, dat zij
de jGcringsten" waren in liet liuhs des
Hoeren.
2 April 1508 stierf Franciseus cn word
begraven in liet klooster van Pies ris
(Frankrijk) waarheen bodewijk XI hem
ontboden had in de hoop door oen won
der van den Heilige de gezondheid terug
te krijgen. Tot in 1562 bleef het lijk van
Franciseus ongeschonden. In dat jaar
hebben do Hugenoten Franciseus* lijk uit
liet graf gesleurd en aan een groot hou
ten kruisbeeld verbrand.
In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen:
.Als in bovenstaande Kalender, behalve;
MAANDAG. Geen 3c Gebed.
DINSDAG. Mis v d. Z. Joanna-
Maria van M a i 11 Weduwe: Cog-
novi. Gloria. 2e gebed en laatste Evan
gelie v. d dag; 3c A Cunctis. Kleur:
W i f.
VRIJDAG. De H. Mis v. d. H. Hart
van J ez u s: Egredim ni.
ZATERDAG. Mis v. d. Z. Leopol
ei u s van Caichis, Belijder: Os Justi.
Gloria, 2e gebed v. d. H. Franciseus van
Paula. 3o gebed en laatste Evangelie v.
d. dag. (Naar verkiezing 4o van de On
bevlekte Ontvangenis) 5c voor den Pan.
De H. Mi.s v. d. dag: Si.ienlos. (Na-u-
verk czing 2o gebed v. d. Onbevlekte
Ontvangenis); 3o v. d. Z. Leopold; 4u
van den 11 Franciseus; 5e voor den
Paus.
Amsterdam ALD. 51 KOK,»pr.
Lief.
Aansluiten, jongens, aansluiten, zei
de kolonel tot z'u regiment. Als de vijand
op jullie zou vuren, wanneer go ip zoo'n
ongeregelde orde loopt als thans, -jjou hij
niemand .ken]
Niet vriendelijk.
Een Zwitser zit te vissclicn in den Rijn,
waar deze do grens vormt tusschcn Zwit
serland cn Duitsclilaud.
Duitscher (aan den anderen kant):
Ilola, Zwitser! ..c mag niet vissclicn in
den Rijn; dat is onze rivier.
Zwitser: Nu wees maar stil; ik worp
alle Duitscho viaschen weer in 't. water.
Duitsche.: Hoe kun jo die dan ki n-
non?
Zwitser: Aun hun grooto bekjeen!
't Bleef in de familie.
Moeder: En baby heeft 't haar van
z'n vader.
Gast (naar den gladden schedel van. den
vader kijkend): Prettig (lat 't in de fa
milie blijft!
Gemeen!
Annette: Vind jo het niet aanlig
van AT cc dat zij je op haar partijlju
w heeft uilgenoodigd?
Nannette: Neen. Ik had haar pas ver
teld, dat ik nog irt minstens een maand
geen nieuw costuum kon koopen!
Slagvaardig.
Rechter: „lk go'oof, dat de verdachte is
Ingedommeld! Dat gaat toch tc ver!"
Verdediger: „Nu ziet gij zolf, edelacht
bare: zoo sluimert alleen ccn goed gewe
ten''.
Overdreven.
„Nou, dat is-ook een klein portie ijs
voor 2 kwartjes!"
„Ja, gij wi't zeker voor 2 kwartjes een
portie ijs hebben, waarop ge kunt schaat
senrijden?"
Tegenbewijs.
„Met je tante valt niet to praten. Z"
overdrijft verschrikkelijk
„Dat kan ik niet inzien. Laatst vroeg ik
naar haar leeftijd en zo was werkelijk zen;
bescheiden'.
Nieuwsgierig.
„Ik zou graag een jumper van mijn
grootte zien", zei de koloiossale dame.
„Ik ook!" flapte de winkeljuf er uilv
Te baaf genomen.
„Verschrikkelijk, zooals mijn geheugen
me tegenwoordig in den steek laat!"
„Leen me even tien pop!"
Hij had nog meer troost!
Dom'neo tot weduwnaar, wiens vrouw
voor acht dagen gestorven is: „En is dozo
fleseh jenever do eenige troost in droef
heid?"
„O, neen, dominee, ik bel) er nog tweo
in de kast!"
Versproken.
Bezoeker: (op een tapijt wijzend); „En
hebt ti den tijger zelf geschoten? In IndiJ)
of Afrika?"
IIccs des huizes: „Hm, dat kan ik mij
nou niet precies meer berin neren. Waa r
is-ie ook weer van daan gekomen, JanV"
Bediende; „Uit dc bazaar op do Markt!"
't Gevr'g is: van die dubb'lc taak
Komt net glad niks terecht,
.Want zij studeeren maar lukraak
En al hun werk Ï3 slecht.
Zij raken hun betrekking kwijt,
Daar men niets aan hen heeft,
En dan: dan wordt het noodig tijd
Dat hij zijn wetenschap ten spijt
Van ondersteuning leeft.
TROUBADOUR.
LIED VAN DEZEN TIJD.
wetin^chap voor iedereen.