WEEKREVUE. BESCHAVING. Wij dienen op staanden voet ouzo mec- uing Le herzien over hen, die wij onbe schaafde negers noemen, en uitdrukkingen als „grasneger" en „Zoeloekaffer", welke tot heden somtijds gebruikt werden om onze minachting te kennen te geven, zul len van u af aan als eeretitels dienen te worden beschouwd. De boschnegers van de Boven-Suriname, do Saramaccanen, hebbnTi door den mond van hun opperhoofd Adjankoeso, zetelend in zijn wigwam te Asidrmhopo, ons, be schaafde Europeanen wakker geschud. Hoort, wat Adjankoeso, Groot-opper hoofd der Saramaccanor Boschnegers, zegt aan Europa: ASIDOMHOPO, 23 Nov. 192G. 'Aan den Secretaris van den Volkenbond to Genève. Wij, de Saramaccanen (Boschnegers aan de Boven Suriname) hebben van den grooten oorlog gehoord, dien de men- schen ginds aan den overkant van den grooten Oceaan hebben gestreden. Wij hebben ook den grooten nood gezien, dien deze oorlog heeft gebracht, zelfs tot ons. Nu zend ik, Adjankoeso, Groot-opper hoofd der Saramaecaner Boschnegers te Asictemhopo, dezo boodschap aan U: Wij zijn blijde, dat dc groote oorlog tot een eind is gekomen en dat er nu vredo is. Doodt elkander niet meer! Leeft in vrede met elkaar. Zoo spreken wij, niet ons verheffende, maar "it ootmoedige liefde. Ik groet u allen met een sterken groet uit den naam van de kapiteins en van geheel mijn volk. (w.g.) ADJANKOESO te Asidomhopo, Suriname (Holl. Guyana). Zoo schreef Adjankoeso, ons vragend den strijdbijl te begraven en tevens daar mee aantoonend, dat de beschaving van zi.in volk do onze verre overtreft. Is er ook tevens geen bewijs van hun hcogere beschaving te vinden in hun hof felijke wijze van spreken, zelfs bij 'bet on derhandelen met hun tegenstanders? Zoo iets doen zij niet kort en krachtig in een streng gesteld ultimatum of diplomatieke nota's. O, neen, Adjankoeso zou .gezegd hebben: „Wil onzé zeergeliefde, blanke broeder, niet wonen in onze „wigwams" bij onze ij,squaws" - cn-^papeee", den ^temahawk" begraven en met ons de vredespijp tooken?" Welk „bleekgezicht" zou zulk een vrien delijk aanbod dan durven weigeren? Bezie ve der het groote verschil in wijze van oorlog voeren. In ons „beschaafd" Europa zou men een ♦gevangene, om hem een geheim te ontlok ken, dreigen met den dood cn hem bij weigering op sta ancien voet fusilleercn. Al zoo niet Adjankoeso! Hij zou zeggen: „Mijn blanke broeder schijnt te aarzelen" en hij zou hem dan het nemen van een besluit zelfs vergemakkelijken door het touw dat over een sterke boomtak* hing cn aan welks einde zijn hals zat vastge knoopt, eenvoudig wat hooger op te trek ken of door andere zachte en liefelijke wenken van dat soort, maar nimmer zou hij je a bout portant naar dc zalige jaeli- velden sturen. Dat is hoffelijk. Spreken bovendien hun namen niet een dicliterlijker en bloemrijker taal dan dc onze? Klinkt het niet veel liefelijker tc lioo- ren spreken van: het „Witte Hert", de „Blauwe Vogel", de „Ranko Hinde", de „Blanke Bloem", de „Geurende Lotus" cn de „Blauwe Arend", dan van Jansen, Pio- tersen, Gerritsen, Klaassen cn Wiilemsen? Daar geen politieke verdeeldheid, geen ontelbare vereenigingen, geen belasting op allerlei gebied, geen standenvcrschil cn geen zorg voor de toekomst. Slechts een opperhoofd Adjangkoeso, dien men hoogstens zal kunnen herkennen De wetenschap is het produet Van een verlichten tijd; Al is je toekomst ook mislukt Al ben je alles kwijt; Al ben je ook analphaboet En daarbij nog failliet, 'Dan hindert 't is goed dat U 't weet, Zorg ook, dat U het niet vergeet Die onkunde U niet. (i\Vant heel do wereld spant zich in En geeft U onderwijs ^In wat U wilt juist naar Uw zin Op heel bijzond're wijs. iÜ kreeg nog nooit of nimmer les Op d' universiteit, En het genot der H. B. S. Zoo ied'ren dag een uur of zes, Onthield men u altijd. aan het dragen van een roestige wekker op zijn .glimmende buik. En deze Adjankoeso vroeg ons, be schaafde Europeanen uit nanm van zijn kapiteins en zijn volk, den strijdbijl te begraven. Nu is er geen oorlog en toch v ..it. nog nog do krijgsbijl, want dagelijks lezen wij berichten van hen, dio de krijgsbijl han- tcorden en dezen met een doodelijken slag op liet licofd van hun tegenstander de den neerkomen. Dat is onze beschaving, die wel droe vig afsteekt bij die van Adjankoeso en alle Samaraccaner Boschnegers aan de Bo- ven-Suriname. LATEN WE OP ZIJN GEZONDHEID DRINKEN. door Pierre 1' E r m i t o. Het was ccn van die voorsteden: gis teren nog n ets dan open terrein, groeven vol pleisterkalk, kerkhof van doode hon den, van oesterschelpen en verroeste ke tels; hier cn daar bewoond door ccnigo uitgehongerde zoekers van oude rommel en cenige philosofisch aangelegde ver- koopers van konijnenvellen; thans een bevolkte volksbuurt, wcanelend van men- schen, zwart van werkvolk, met groote fabrieken, lange straten met steegjes cn boulevards. Met singels waaraan groote gebouwen; met oen nieuw stadhuis..en nieuwe scholen.... nieuwe tramaanleg. En to midden van dat all s een armza- 1 ge constructie met gescheurde muren, die slechts ruimte kon bicden voor 300 personen in een wijk van 50.000 zielen! Dat was de kerk!.... Als Zondags de Parijsche wandelaar den Boulevard langskwam, stond hij een oogénblik stil voor die verweefde muren voor die vensters die er bijna uithingen, voor dien havenloozen klokkentoren, waarop boven op half vergane balken nog een baan stond, beroofd van drie kwart van zijn voeren en wijzend 't Noor den naar 't Zuiden cn 'l Zuiden naar 'l Noorden. Is dat de Kerk....? Ja.. Welnu!.... Welnu, wat was er aan te doen? Geen centnauwelijks was er ge noeg om een magere pot te bereiden vóór de drie magere kapelaans en een pastoor nog magerder dan zijn kapelaans. Toch een keer, op Allerheiligen, toen do geloovigcn zoo dicht opeen zaten, dat er stoelen braken en een deur van den biechtstoel was losgewrongen, besteeg de pastoor den predikstoel; Dierbaro Geloovigen- We hebben een kerk noodig Alle fabrieken van die van do klink- houlen tot aan die van schoensmeer, hebben hun plaats gevondenHet is schandelijk dat God dc Zijne niet bezit. Maar Hij zal ze hebben!Zou ik er zelfs mijn toog voor naar den lommerd moeten brengen!.... ,Z'n toog....-? Ze was nog geen vijf centen waard Hij hield een preek zoo meesleepend, zoo vol bitterheid en zoo vol hoop, dat na do H. Mis een oude jonge juffrouw zich hij hem vervoegde en hem 4000 francs Ier hand steldeVier prachti ge briefjes van 1000 op eens; al haar bezit!. Maar de pastoor wilde deze gave niet aanvaarden. Zij drong aan. dreigde ze te zullen, verscheuren' en* won haar pleit. Noch de kapelaans, noch het kerkbe stuur, nocr de stoelenzetsler, noch de koster, noch de hoefsmid, dio suisse was, hadden ooit een briefje van 1000 frahes gezien. Men bekeek ze, men bevoelde ze, ze waren zoo groot!...', en zoo lang en zoo prachtig blauwen die briefjes hiel den zooveel inWat zou men voor d e som steenen kunnen koopen. Vier duizend stukken van twintig sous. Wal waren ze opgewonden in do pas torie. Dienzelfden avond nog ging dc pastoor naar een vriend van hem, een architect, die hem dadelijk een bestek De studie is nu algemeen Of erger: fanatiek, Want handarbeid leert menigeen, Maar niet op de fabriek. Je gaat nu naar een vakschool toe, Doorworstelt boek na bock, Je hersens worden suf en moe, Je moppert: wat een saai gedoe, En je verstand raakt zoek. Wio overdag nog werken gaan Het zijn er lieusch niet veel Studeeren bij het licht der maan Zich 's avonds bijna scheel. Zij krijgen op gezetten tijd Per brief hun onderricht In gas of clectriciteit, Zij lee n dan met heel veel vlijt En voelen zich „verlicht". maakte, dat hij berekening 250.000 francs zou kosten. Dus nog 216.000 francs..,. Maar een kleinigheid, hé.... Welnu, weet u niet waar die 246.000 francs te vinden? Iedereen spande zicb er voor. De werk lieden collecteerden op de fabriek, dc oudjes gaven 'l geld dat ze tinders voor tabak zouden besteden. Kraters en zusters spraken er over op school.do vrouwen oilerd.zelfs hun trouwring, de klein tjes hadden allen op zak een stuk kar ton, voor twee sous lieten ze e* een gaatje rin prikken. Bedenk eens dat, als 246.000 francs, stuiver voor stuiver, hij elkaar gebedeld moet worden, wat dat een werk en of fers vertegenwoordigt. Up een dag lecnuo (lo. pastoor een paar halfzijden handschoenen bij zijn oudsten kapelaan en begaf zicb naar 't min. sier ie van Eercdienst. Excellentie, ik vind 't vreeselijk dat een kerk boven 't hoofd van de parochia nen ineenstort, ik kom u eens mededee- len dat ik uauroin het plan heb gemaakt een nieuwe te bouwen; en nu kom ik daarvoor"verlof vragen. Hoeveel hebt ge bij elkaar? Tweehonderdvijftig duizend franken, zegt do pastoor met een plechtige stem alsof hij de mill arden van Bolschild opsomde; Dat is niet genoeg. Niet genoeg, goede hemel. Niet genoeg. Excellentie.Men ziet dat u ze niet bij elkaar hebt behoe ven te scharrelenin ieder geval, het bestek van den architect gaat die som niet te boven. De goede pr esters haalt zijn teekenin- gen te voorschijn dio do gedecoreerde hoeren door hun lorgnetten bekijken. Een kerk van 25U.UÜ0 francs met een gevel op den Voornaamsten boule vard is niet mooi genoeg en daarom kan ik u geen toeslemming geven de oude af te breken. Het is een arbeidersbuurt. 80 pet. van de begrafenissen moeten voor niets gebeuren, de menschen betalen niet meer huur dan 400 francs. Dat doet er niet toe; wij eischen iets dat er meer decorat.cf uitziet. Ver dubbel uw bestek en dan zullen we ver der zien. Het moest opklimmen, bet ongelukkig bestek tot 550.000 franken. De pastoor deed evenzoo cn beklom opnieuw de preekstoel. „Mijn arme parochianen.. - Jullie hebben niets gedaan. Gc bent nog niet aan de helft. Er zijn nog noo- dig, 300.000 franken. De Staat legt 't ons op. Het schijnt dat onze kerk niet mooi genoeg zou zijn voor den boulevard. En die ongelukkige fabr.cksstokors, leertouwers, poetsers van tramrails, win kelbedienden, glasblazers, jonge Breton- sche meisjes, voddenrapers, groentehoe- ren, zetten groote oogen op. 300.000 frau- ken. 30Ö maal (luizend stukken van twin tig sous. Wat een som. Welnu, we zullen opnieuw weer ons best doen, zeiden ze. En opnieuw begonnen ze zich van al les te ontzeggen. Na verloop van vier jaar was einde lijk de dag aangebroken waarop de ar chitect de aannemers kon bestellen en den bouw beginnen van do kerk, van dc dierbare kerk, waarvan elke ri^een zou spreken van geloof, van offervaardigheid van liefdo. de steenen bijeengebracht enkel en alleen door Róomsch geld. De misdienaars streelden de paarden van de poldergasten; de pastoorsmeid gaf ze suiker. reeds van lo voren genoot men van :t gebouw..en 's Zondags kwamen ze in grooten getale rondloopen om het terrein heen of de putten, m den kelder van dc verwarm'ng.in de cryptenen eindelijk in het schip.... Men besprak dc kapellen, dc ramen, de altaren; men hielp de biechtstoelen ver voeren. De Congregatie borduurde de ornamenten; liet werkvolk kwam, na vol brachten dagtaak, de schilders helpen met do ruwe schets op do muren; een fa milie nam het hcelo orgel voor haar re kening, enz. enz. En tegen Paschen do kerk, zoo niet beekinaaJ klaar een kerk is nooit vol tooid dan toch zoover dat ze in ge bruik kon worden genomen. Toon begaf zich de Pastoor mot een hart van vreugde en daukbaarheid op nieuw naar het ministerie om verlof to gaan vragen de dierbare kerk voor hel publiek te openen. Ja, mijnheer Pastoor, wij geven U on zo toestemming maar onder uitdrukke lijke voorwaarde, dat u alle eigendoms recht op die kerk zult afstaan en haar aan het gemeentebestuur overdragen. Aan het gemeentebestuur, dat geen penning er voor heeft bijgedragen en tot de vrijmetselarij behoortMaar dat zou verraad zijn en heiligschennis. Doen of niet doen?.... De pastoor weifelde, bedacht zich. •Waarvoor een parochiekerk houwen als ze niet kon dienenKort en goed, hijteckendo de schenking. En het gemeentebestuur verwaardigde zich, na eenige beraadslaging, het vorste lijk cadeau te aanvaarden van 500.000 franken, afgestaan door een pastoor, ma ger en afgetobt, die door dc straatjeugd soms na schooltijd werd achtervolgd en nagejouwd; weg met de zwartrokken Zes maanden later. Het gebeurde dat een plaatselijke gym nastiek vereeniging bestaaudo uit een der tigtal jongelui niet blauwe broeken en roode ceintuur beraadslagend over den aankoop van ccn garage van fietsen en auto's constateerden dat overal op den boulevard het terrein zoo duur geworden was. KALENDER N B Als niet anders wordt aangege ven mist in deze week iedere H. Mis Glo ria en Credo. Prefatie v. d. Vasten. Kleur Paars. ZONDAG 27 Maart. Vierde Zon dag v. d Vasten. Mis: La e tare. 2o gebod v. d. H, Joannes Damascenus. Credo. Kleur Paars. I Is half-Vaslcn. De verlossing is in 't zicht! Bij voorbaat verheugt zich de II Kerk daarover (Introïtus). Van deze "vreugdestemming is geheel do liturgie van (Lzen dag doordrongen. Wij zijn geen slaven meer van Satan, maar, dank zij Christus' kru sdood, vrije kinderen Gods (Epistel). God is onze Vader.- Op Ilcin is onze hoop. Hij voedt Zijne kin deren met eenc allerzuiverste Spijze, ccn voedzaam Brood, dat ons een. onderpand is voor onze toekomstige heerlijkheid (Evangelie), voortdurend genieten wij Zijne bescherming en wij mogen vast vertrouwen na dit leven in tc gaan in den hemel, waar ware vredo aller over vloedig deel is en wij Zijn H. Naam zul len loven (Tractus: Graduale Communio) Ja waarlijk Irct is passend in heilige blijdschap den heer tc loven, Zijn 11. Naam te prijzen, want Hij is goed! (Of fertorium). MAANDAG 28 Maart. Mis v. d. H. Joannes van Capislrano, Belij der: Ego autcm Gloria. 2e gebed en laat ste Evangel o v. d. dag, 3e gebed A Cunc tis (ter eerc van de heiligen). Do H. Mis v. d. dag: Deus. 2c gebed v. d. H. Joannes van Papistranus; So A Cunctis. DINSDAG 29 Maart. Mis v. d. dag Eraudi. 2e gebed A Cunctis; 3e Omnipo tent (voor levenden en dooden). WOENSDAG 80 Maart. Mis v. d. dag Cum sanctifieatus. 2e en 3e gebed als Dinsdag DONDERDAG 31 Maart Mis v. d. d a g: Laetetur. 2c en 3e gebed als Dins dag. VRIJDAG 1 April. Mis v. cl. dag: Meditatio 2e en 8c gebed als Dinsdag. Vandaag is geoorloofd de Votiefmis v. h. H. Hart van Jesus: Miserebitur. Gloria. 2e gebod cn laatste Evangelie v d. dag. Credo. Prefatie v. b. H. Kruis. Kleur: W i f. ZATERDAG 2 April Mis v. d. II. Fran ci sc us van Paula, Belijder: Justus. Gloria. 2o gebed eu laatste Evan gelie v. d. dag; 3o voor den Paus. Kleur: W i t. De H. Mis v. d. dag: Silientcs. 2e go- Toen verhief zich de voorzitter cn zei- do met vaderlijke stem: Ik geloof, heeren, dat wo niet lang behoeven te pralen óver deze zaak, want ik heb eenige redenen om mo voor le stellen cn terwijl hij dit zegde krulde zijn lippen tot een boosaardigen glimlach dat na scheiding van Kerk en Slaat de nieuwe bouw vau den pastoor, ont daan van het altaar, de'biechtstoclen en andere bijkomstigheden, ons, en nog wel gratis, een hcerbjko garage zal bieden, goed bevloerd, met vestiaire, massage- kamer en een mooi entróe op de Boule vard. Wat dunkt u er van heeren? Dadelijk kru sten zich do antwoorden. Dat zou goed zijn Maar, hoe heeft men daar niet eer der aan gedacht? Pardon, vriendlief, in de Loge heb ben wo er al een jaar lang 't oog op doen vallen. En de pastoor? Wat zal die raar op zijn neus kijkenDie leelijkc kerk rat. En zonder hun sigaretten uit den mond te nemen, kwamen de handen van die jongens uit hun zakken to voorschijn en gaven zo bun goedkeuring te kennen door handgeklap waaraan geen einde scheen te zullen komen, zingend: Laten we op zijn gezondheid drinken, Want hij beeft zeer goed gesproken. „Geld." ANECDOTEN. NiU heel erg lui. De bedelaar kwam op do hoeve werk vragen. 'k Heb amper werk genoeg voor mijn e gen volk, zegt do boer. Hm! kuchte dc bedelaar. Hebt ge soms ratten? Met honderden. Ik zal ze dood doen. Zoo, hoeveel moet ge daarvoor hebben? Niels dan een goed maal en een stoop bier. Aangenomen, zei do boer, en do bedelaar kreeg zijn buik vol. Als li ij ge daan had légde hij zijn voeten mei wei behagen op tafel. Awel, vroeg dc boor, wanneer begint gc de rallen dood lo doen? Breng ze hier, zei de bedelaar, ik zal zc dood nijpen. Averechtsch resultaat. Een landloopcr komt voorbij een pre tigc villa inct grooten tuin. Hij ziet in dc verte een klein meisje spelen cn wetende, dat dc villa-bewoners bekend staan om hun milddadigheid, denkt hij hier iets „los" te krijgen. Hij stapt het hek binnen, gaat languit op een ,Tasveld liggen en begint grus uit to trékken. Spoedig heeft het meisje den man in do gaten en komt naderbij. Wat coct jij daar? vraagt z: verwon derd. Ik ben een arme man, dio 14 dagen niets te eten gehad -heeft, en die nu gras eet om niet van honger te sterven. Och beste man, zei het meisje mede lijdend, kom dan maar met me mee. Ach ter liet huis is het gras veel langer. DER WEEK. bed v. d. H. Franciseus; 3e voor don Paus. Omtrent bet jaar ÜJ0 werd do Jf. Franciseus geboren in Paula, een stadje in Calabriö, uit 'arme, xuaar zeer deugd zame ouders. Vanaf zijne vroegste jaren' werd hij in godsvrucht opgevoed on op dertienjarige leeftijd gesteld onder leiding der Franciscanen. Ofschoon door den kloosterregel niet verbonden, volgde hij den strengen regel van Franciseus in allo gestrengheid en was een voorbeeld voor do kloosterlingen. Na ccn jaar daar to hebben doorgebracht koos hij met goed vinden zijner ouders een eenzaam ver blijf in een grot bij Reggio. Een pyar jaar- later voegden z.ch anderen bij hem en. Franciseus vereonigdc hen in een Orde, waaraan hij den regel van branciscu? gaf, en wier devies de liefdé was. Aan den Regel van Franciseus voegde de liei- ligc zelf nog andere strenge voorschrif ten toe. Zijne kloosterlingen moesten zich doemen: „De Min.inen" (dc minsten) om voortdurend zich te herinneren, dat zij de jGcringsten" waren in liet liuhs des Hoeren. 2 April 1508 stierf Franciseus cn word begraven in liet klooster van Pies ris (Frankrijk) waarheen bodewijk XI hem ontboden had in de hoop door oen won der van den Heilige de gezondheid terug te krijgen. Tot in 1562 bleef het lijk van Franciseus ongeschonden. In dat jaar hebben do Hugenoten Franciseus* lijk uit liet graf gesleurd en aan een groot hou ten kruisbeeld verbrand. In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen: .Als in bovenstaande Kalender, behalve; MAANDAG. Geen 3c Gebed. DINSDAG. Mis v d. Z. Joanna- Maria van M a i 11 Weduwe: Cog- novi. Gloria. 2e gebed en laatste Evan gelie v. d dag; 3c A Cunctis. Kleur: W i f. VRIJDAG. De H. Mis v. d. H. Hart van J ez u s: Egredim ni. ZATERDAG. Mis v. d. Z. Leopol ei u s van Caichis, Belijder: Os Justi. Gloria, 2e gebed v. d. H. Franciseus van Paula. 3o gebed en laatste Evangelie v. d. dag. (Naar verkiezing 4o van de On bevlekte Ontvangenis) 5c voor den Pan. De H. Mi.s v. d. dag: Si.ienlos. (Na-u- verk czing 2o gebed v. d. Onbevlekte Ontvangenis); 3o v. d. Z. Leopold; 4u van den 11 Franciseus; 5e voor den Paus. Amsterdam ALD. 51 KOK,»pr. Lief. Aansluiten, jongens, aansluiten, zei de kolonel tot z'u regiment. Als de vijand op jullie zou vuren, wanneer go ip zoo'n ongeregelde orde loopt als thans, -jjou hij niemand .ken] Niet vriendelijk. Een Zwitser zit te vissclicn in den Rijn, waar deze do grens vormt tusschcn Zwit serland cn Duitsclilaud. Duitscher (aan den anderen kant): Ilola, Zwitser! ..c mag niet vissclicn in den Rijn; dat is onze rivier. Zwitser: Nu wees maar stil; ik worp alle Duitscho viaschen weer in 't. water. Duitsche.: Hoe kun jo die dan ki n- non? Zwitser: Aun hun grooto bekjeen! 't Bleef in de familie. Moeder: En baby heeft 't haar van z'n vader. Gast (naar den gladden schedel van. den vader kijkend): Prettig (lat 't in de fa milie blijft! Gemeen! Annette: Vind jo het niet aanlig van AT cc dat zij je op haar partijlju w heeft uilgenoodigd? Nannette: Neen. Ik had haar pas ver teld, dat ik nog irt minstens een maand geen nieuw costuum kon koopen! Slagvaardig. Rechter: „lk go'oof, dat de verdachte is Ingedommeld! Dat gaat toch tc ver!" Verdediger: „Nu ziet gij zolf, edelacht bare: zoo sluimert alleen ccn goed gewe ten''. Overdreven. „Nou, dat is-ook een klein portie ijs voor 2 kwartjes!" „Ja, gij wi't zeker voor 2 kwartjes een portie ijs hebben, waarop ge kunt schaat senrijden?" Tegenbewijs. „Met je tante valt niet to praten. Z" overdrijft verschrikkelijk „Dat kan ik niet inzien. Laatst vroeg ik naar haar leeftijd en zo was werkelijk zen; bescheiden'. Nieuwsgierig. „Ik zou graag een jumper van mijn grootte zien", zei de koloiossale dame. „Ik ook!" flapte de winkeljuf er uilv Te baaf genomen. „Verschrikkelijk, zooals mijn geheugen me tegenwoordig in den steek laat!" „Leen me even tien pop!" Hij had nog meer troost! Dom'neo tot weduwnaar, wiens vrouw voor acht dagen gestorven is: „En is dozo fleseh jenever do eenige troost in droef heid?" „O, neen, dominee, ik bel) er nog tweo in de kast!" Versproken. Bezoeker: (op een tapijt wijzend); „En hebt ti den tijger zelf geschoten? In IndiJ) of Afrika?" IIccs des huizes: „Hm, dat kan ik mij nou niet precies meer berin neren. Waa r is-ie ook weer van daan gekomen, JanV" Bediende; „Uit dc bazaar op do Markt!" 't Gevr'g is: van die dubb'lc taak Komt net glad niks terecht, .Want zij studeeren maar lukraak En al hun werk Ï3 slecht. Zij raken hun betrekking kwijt, Daar men niets aan hen heeft, En dan: dan wordt het noodig tijd Dat hij zijn wetenschap ten spijt Van ondersteuning leeft. TROUBADOUR. LIED VAN DEZEN TIJD. wetin^chap voor iedereen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 15