OrkariEDffsf
es
ie
LUDWIG VAN BEETHOVEN
m ct
ik
7.75
m
KAARU&MMtBiSTBAAZrtSOii
17 DEC. 1720 - 26 MAART 1827
BNGEZO&SEN EEEDEDEELING
ONGEBL. TRICOT JON
GENS PADVINDERS
BROEKEN
Leeftijd 8 laar
16 j. 70 ct, 11 j. 621 s ct
»2 j. 571 a ct 10 j. 521 <3 ct
ONOtBL. TRICOT
MANSBROEK.
WIT TRICOT DAMES-
HEMD
GEKl. TRICOT DAMES-
HEMD
KUNSTZIIDE „ART SILK"
n 120 kleuren, per fclnw
DUBB. GEBREIDE PAN-
lAP
CELLULOID DEUR
PLAAT
Mei leeet.
KATOENEN DAMES
KOUS
In vele kleuren
O?1/,
80
O1/»
13
Wil LAQuE ENO.
LEDIKANT
Met roestvrije spiraal
1 PERSOONS MATRAS
Prima tijk, sv/arc vuiltn;
WIT KINDERLEDIKANT
Mei paneclen
KINDER LOOPREK
Prima ucuken met tetraae».
3/3 IM. PAARDENHAAR
A1ATRASSTEL
Schuil neluw en 2 ICaaoliRiK:
a ilea van pri tia ifamasttik
diverse Kleuren, comalcci
VLOERZEIL 133 cM. br.
COCOSTAPIJT100cM.br.
(is feia'üeii. feifpiÉre grijzen, zijn s!e penteie nel ne.öin
X-
Diep in het hart der menschheid leeft do
drang, haar holdon te eeren. Het ligt voor
<le hand, Het leed en de strijd, en do moei
lijkheden, welke do grooten hadden lo
üoorworstelerr.oit den gewonen menscb
tteeds weer zeggen: „Gij zijt onzen een!"
Maar daar komt nog iets hij: De helden der
menschheid waren altijd zij, die zich oix-
«krscheiddon door buitengewone geestes
gaven, en, wanneer wij met Gustav Mahler
aannemen dat er geen grootheid zonder
goedheid bestaat, dan is er zooveel te meer
reien tegen de grooten op to zien Dan
vertegenwoordigen do edelsten van ons
geslacht altijd een voorbeeld, dat wij in
onze gewoonheid ons als lichtend ideaal
eiellen.
Niet dat de helden der menschheid zon-
delöoze wezens- zouden zijn. Misschien ben
den zij door hun vurig temperament nog
beter de duistere broeiing van het men-
ïchenhai't Maar, als hun nobelo hoogheid
Van karakter spreekt, zijn zij meer dan wij
en worden meermalen elementaire krach
ten voor het leven van tijdgenoot en nage
slacht.
Beethoven is meer geweest dan wij, door
dat bij in zijn muziek het menschclijke
verklankt heeft zooals dit werkte en leef
de in zijn groote hart; maar ook omdat bij
om boven de narigheden en beperktheden
van het aardsche leven steeds op weet te
voeren naar do lichtsferen van het ideaal.
Beethoven kan men rangschikken onder
de serie grooten, welke door Emerson ge-
Locmd worden; vertegenwoordigers der
meuschheid. En het verwondert ons, dat
»och Carlyle noch Emerson ooit een assay
beeft geschreven-getiteld: „Beethoven of
de muziek".
Vraagt men mij op den man af: Acht gij
dan Beethoven in alle opzichten de voor
naamste vertegenwoordiger der muziek?
dan antwoord ik ontkennend. Berlioz is
brillant-hartstocb lelijker; Schumann is
inniger droom xr; Debussy verfijnder in zijn
visueelo klantenwedde; en Mozart vooral:
Mozart is voikomener, beheerschler, klaar
der, innerlijk nog muzikaler met fijner on
derscheiding van rhythmen, klankkleur,
rijker aan melodische innigheden
MaaF zooals Michel Angelo geweldiger
is dan Rafael en Botticelli en Titiaan en
zelfs dan Leonardo da Vinci, zoo is Beet
hoven machtiger dan Mozart en Schubert
en Schumann en Berlioz en Wagner en
noem wie go wilt
Want Beethoven was de vertegenwoor
diger van zijn tijd en vatte muzikaal alles
samen wat leefde en gistte in dien tijd en
wierp ten slotte het schijnsel van zijn geest
vooruit in zoo verblindenden glans, dat
onze oogen moe worden van het staren en
zijn laatste werken nog altijd geheimzin-
jiigheden verhullen, welke- pas aan do
menschheid dei* toekomst zullen worden
ontsluierd.
In zijn jeugd een kind, dat weinig vreug
de kendo en door deels hardvochtige leer
meesters technisch werd geschoold in het
bespelen van verschilFudo instrumenten
en de grondbeginselen der muziekleer.
Van kind af aan bedeeld met bijzondere
begaafdheid, schoon geen wonderkind, zoo
als de zonnige Mozart, dien een liefdevolle
eruditie van af zijn prilste jeugd leidde en
koesterde.
Vroeg op zelfstandigheid aangewezen,
gaat hij m 1791 naar Weenen, om daar tot
het einde zijns levens te werken.
Het innerlijk van zijn hart is dan nog
irooldk, ondanks zijn droevige jeugd. De
muziek uit zijn jeugd is zonder uitzinde-
ling blij en gelukkig. Hoe kan het anders.
Hij schoolt zich aan de werken van den
gemoed^'ijken Haydn en van den zonni-
gen Mozart. In de weiken 2ijner eerste pe
riode tintelt alles van zonneschijn en le
vensblijheid. Zijn eerste sonates, zijn eer
de kwartetten, de beide eerste sympho-
liieën worden nog Leheerscht door den
geest der klassici. Hij geeft daarin nog de
schoonheid om de schoonheid zelf.
Het eigenaardig per manlijke in zijn
werken komt in dien tijd, waarin, hij zich
zelf wordt slechts langzamerhand naai
boven.
In letteriii,ieri zin naar boven.
Ik weet niet, of een der vele schrijvers
over Boethcren dit ooit heeft opgemerkt.
Beethovend persoonlijkheid kondigt zich
in do werken zijner eerste periode aan in
de diepte. Terwijl alles in de bovenstem
men jubileert en zich uitzingt of wel zich
overgee-ft aan een lichte Mozartiaansche
weemoed, hoort go soms plotseling in de
diepte van dio korte doffe, roffelende the-
maV die een eigen kleur aan do composi
tie „even. Do cehto Beethoven uit zich het
eerst in de bas. En soms komt er in de
eerste sonates een largo of adagio, dat in
zijn diepe zwaarmoedigheid en berustende
overgave eveneens een voorbode is van den
rijpen Beethoven. Maar hier is het toch
weor do componist, die de schoonheid te
voorschijn roept uit de kracht der tegen
stellingen van de lijdende mensch dio zich
pil spreekt.
Hoe zelfs do overbekende Sonate Pathe-
iiquo met het plechtige Grave en aangrij
pende Adagio nog geheel tot de eerste pe
riode behoort en veel meor wijst op een
verdichte tragiek van eigen cï varing van
leed, zou to omstandig zijn hier to verkla
ren. Beethoven gebruikt hier welbewust
het pathos om uiting te geven aan do ro
mantische „Weltschmerz", die do jeugd
van zijn tijd behecrschte.
Omstreeks 1804 heeft Beethoven geheel
zich zelf gevonden. Hot eigenaardig onbe
paalbare, dat in den eersten tijd bij zijn
pianowerken en kwartetten in de baspar
tijen optreedt, heeft zich meer en meer
naar boven gewerkt en gaat zijn mclo's be-
heerscben. Dat wil niet zeggen, dat hij nu
alleen maar doffe en sombere melodieën
gaat schrijven. Maar zijn ziel heeft baar
eigen melodieën gevonden, dio zoowel blij
als droevig kannen zijn, doch in geen en
kel opzicht meer herinneren aan die van
zijn voorgangers. En herinneren zij cv
toch aan, dan is de thematische bewerking
gelieol anders geworden, üjcthovcn gaat
i u in zijn muziek zijn eigen leven verklan
ken. do eeuwige wisseling 'van droevig lij
den, hoopvolle droomen, ontgoochelingen
en weemoedig berusten.
In het begin der eeuw komt hij tot bet
bewustzijn zijner doofheid met de noodlot
tige vrees, dat deze hand over hand zal toe
nemen en hem af zal sluiten van alle
klanken der buitenwereld. In deuzolfden
tijd valt zijn ongelukkige liefde voor Julia
Giucciardi die hem wreed bedroog. Ontzet
tend veel leed gaat door de ziel van den
kunstenaar. En tegelijkertijd leeft hij
hartstochtelijk mee in de groote bewegin
gen zijns tijda. Een der eersto vruchten
daarvan is de Eroiea of Derde Symphonie,
dio het epo-s van den held oorspronke
lijk was het werk opgedragen aan Bona
parte in tonen verhaalt.
Op de Derde Symphonic volgt do Vierde,
dio weer een en al blijmoedigheid eu geest
is Maar dieper van inhoud en gedachte
is het werk van de beide eerste sympho-
r.icën. En dan houdt de overbekende Vijf
de, dio een verklanking is van het leed en
den strijd en df droeve berusting en op
nieuw de slrijd en bet toornig hameren
van het fatum met aan het einde die
grandiose finale met haar stijgende jubel
Vóór Beethoven, zegt een schrijver,
zong de muziek rondom ons; zij verlustig
de zich in klassieke vormschoonheid, in
liet spel van edele lijnen en doorzichtige
harmonieën.
Met en na Beethoven zingt zij in ons
Bij Beethoven, zegt Alpbons Biepenbrock
„is alles zielebeold, zielsbelijdenis in het
magisek-fascineerend toongehaïte der
snaarinstrumenten Vanwaar die klank
spanning die intense, door de uiterste
kruising der stommen verwekte vibratie,
dan uit de-ziel van den meester, wiens
werk het vcorspel was van do kunst en de
wijsheid, melodie-on-gedachte, concrete en
abstracte Schoonheid der 19do eeuw?"
En van de 20ste eeuw, voegen we er aan
toe
De werken uit Beethoven's eerste perio
de zy'n den hoorder vrn thans geheel ver
trouwd; zijn brengen ons oen schoonheid,
d e wij zonder in/panning genieten: maar
zij brengen ons niet verder moer; zij ope
nen geen perspectieven. Er zijn er bij, die
v/ij zelfs niet erg meer kunnen waardee-
ren.
De menscjheid leeft thans muzikaal ge
sproken het liefst bij dc werkén uit Beet
hoven's middel-periode, welke zich ruw
geschat uitstrekt van 18041820. Wij
hebben daarin voor ons den mensch, die
worstelt en strijdt om het geluk te vindon,
dio loeft in de wisselingen van vreugde en
smart.
Na de Vijfde, de nooölotssymphonie, do
zonnige pastorale en daarna de zevende
van welks enorme rhythmisebe bewogen
heid de meest moderne rhythmen jongleur
nog lrcren kan cn waarvan alle hypermo
derne Jazz-muziek niet anders is dau
waardelooze imitatie.
De sonates uit dien tijd vertonnen het
zelfde beeld. Naast de bruiserie Wald-
stein sonato en de jobileerenda Opus 54,
de diep hartstochtelijk-tragische Apassio-
oate. Ook de kwartetten uit dien tijd zijn
meeste: werk en, dio ons nu pa s goed aan
spreken en ontroerd doen .«storen naar
wat in de ziel van dien menscb omging
en wij hooren er in de klanken van ons
eigen zieleleven.
En dan komt Beethoven's laatste perio
de Wij zullen ons niet bezighouden met de
moeilijkheden waaronder zich zijn leven
bewoog. In vele opzichten heeft hij metdc
wereld afgerekend. Van de buitenwereld
vangt hij geen klanken meer op. De klan
ken van instrumenten, die van zijn onmis-
baren vleugel kan hij niet meer controlee
ren. Aan do mensehheil var zijn tijd beeft
hij gegeven wat hij kon. Hij verwijlt niet
meer bij de realiteit. Zijn innerlijk oor ver
neemt slechts het wonder van zijn zieis-
melodie. Hij werkt nu voor „die künftige
Mensch heit".
In dien tijd ontstaan do Mïssa Solcmnis
en de Negende Symphonie. dc zware boek-
stcenen, waarop bed het gebouw der toen-
lunst na hem rust. In dien tijd ontstaan
de laatsto geweldige piano-sonates, die
naar den vorm niets meer hebben van den
geijkten sonatenvorm. Be goheele inhoud
van deze werken is vervuld van de Gods-
gedachte, de lijdende mensch heeft in de
muziek zichzelf overwonnen. De stijl is
grootsehheid on kracht. De thema's altijd
eenvoudig, dijen breed uit, word.cn zwaar
van inhoud, terwijl over de bovenstemmen
een bovenaardsche gloed tintelt.
Het kost moeite door te dringen in de
heroïsche gedachten-wereld van dit oeuvre
Hetzelfde geld van de laatste kwartet
ten. Een diepe in zieb zelf verzonk en heid;
een wijsgeerige bezinning; een jubiteereu-
de, ethnisebo goudglans; een mystiek-vi-
sioenaire levensvisie als in de peinzende
koppen van Rembrandts laatste figuron.
Deze Beethoven is nog vol geheim. Hij
staat nog voor ons als een onbegrepen
wonder en het staat niet aan bet thans
levend geslacht de laatste geheimen van
dit zieleleven to onthullen. Soms is hij in
zijn tonaliteit en harmonie zoo modern als
ae modernste modeineling het zich wen-
schen kan. Maar wat bij vele modernen
wansmaak is, voelen wij bij Beethoven aan
als de logische consequentie van zijn
geest, als vanzelfsprekende ontwikkeling
Be latere Beethoven behoort 'aan do toe
komst.
Vooral ïn zijn latere kwartetten richt
Beethoven zich tot de weinigen in een ge
heimzinnige spraak en het zal aan de wei
nigen zijn deze spraak te ontcijferen, in de
diepe magische beteekenis van dit werk
geheel door te dringen, om ze geheel toe
gankelijk te maken voor de toekomst.
Bij bet eeuwgetijde ter herdenking
van zijn dood huldigen we in Beethoven
den tolk van zijn tijd, maar niet minder
den mensch, die nog altijd hel muzikaal
vermogen van heden cn toekomst voor een
groot deel beheerscht.
N. J. SWIERSTRA.
f£ TRAGEDIE VAM ZIJN
LEVEN.
Wellicht- is bet leven veler mensehen
een treurspel, wellicht wordt door den his
toricus h~t leven der groote kunstenaars
te zeer als een exces beschreven, maar een
feit is het, dat genieën zelden gelukkig
zijn.
Wanneer de Goddelijke Voorzienigheid
in liet hoofdje van een boorlingsk© die
vonlcenspettercnde geest legt, welke het
zal stempelen tot een genie, geeft hij aan
dit kindek© een zeer verhevene, maar zeer
zware taak. Het wordt een leven van woe
keren met do vijf geschonken talenten,
een leven van benauwende scheppings
drang, waarvan wij, gewone stervelingen,
niet hot flauwste denkbeeld hebben.
Qeqthoven, wiens sterfdag wij thans her
denken, zeide zoo treffend cn iegelijk zoo
zelfhowust, dat hem gegeven was: bet
Goddelijke dichter te naderen dan allo
mensehen.
Beethoven heelt niet alleen nis nakome
ling van Adam, niet alleen als een van
God begunstigd genie, maar onder nog bi
zonder tragische omstandigheden do
wrange kelk gedronken. Het is aangrij
pend en ontroerend cn bijna een bcspofc-
ting te weten: Beethoven, 's werelds
grootste toonkunstenaar, was dóóf!
Van nature reecl3 zwaarmoedig bracht
deze kwelling hem op do grens van wan
hoop en zelfmoord.
In de kracht van zijn leven, in de volle
uitbloei van zijn stralcnden geest up
dertig-jarigen leeftijd kwam do bezoe
king tot hem. In het begin waren het wat
suizingen in de ooren, wat dofheid, een
pijnlijk gevoel en hij 6loeg er geen aoht
op. Maar do kwaal nam toe; hij, bemerkt
hoe zijn instrument zwakker cn zwakker
klinkt in den schouwburg moet hij dicht
bij het tooneel gaan zitten om iets to hoo
ren en c!o hoogc toonen van bet orkest
komen zelfs in het geheel niet moer tot
hem.
Hoor hem blagen in een brief, gedag-
merkt £D Juni 1800, aan zijn vriend \Ycge-
ler: „Nu is een bcoze duivel mijn leven
komen vergallen; mijn gehoor is sedert 3
jaar aan het verzwikken. De hooge toonen
van zangstemmen en instrumenten hoor
ik niet meer op eenigen afstand. Dikwijjs
versta ik niemand, die zacht praat bijna
niet; ja de tonen wel, maar de woorden
niet".
Dc ziekte nam langzaam aan toe; in 1&10
kon hij niet meer dirigeeren, in 1824 was
hij zoo dóóf, dab hij zelfs het applaus van
oen stampvolle zaad piet meer hoorde. Hij
was gedwongen, iooaló hij zelf Zeide, op
28-jarigen leeftijd filosoof te worden, zich
af te t -deren vön alle gezelligheid. Men
stak den gek met do stuurschen man met
zijn rood, pokdalig gezicht wanneer hij in
een versleten jas in groote passen door
Weenen stapte.'
Hij ldaagt over zijn ellendig bestaan in
een anderen brief aan Wegeler, van 1G No
vember 1801: „Jo kunt nauwelijks geloo-
ven, hoe leeg cn treurig mijn leven sedert
twee jaar is. Als een spook doemt overal
mijn verzwakt gehoor op, en ik ontliep de
menschen, moest misanthroop worden en
ben het toch zoo weinigIk wil het
noodlot in den nek grijpen, neerbuigen
zal het mij niet."
Harder werkte hij dan ooit. Do jaren
rondom 1800 zijn de vruchtbaarste van zijn
gehcele leven. In heel zijn deernis bleef
hem tocli bij dat vaste geloof in zichzelf,
in zijn eigen genie, waarvan hij als jóngen
reeds getuigde in een brief aan zijn leer
meester Neefe (do ecnige xnct wien hij het
vinden kon): „Wordt ik eens een groot
man, dan is dit ook uw werk". Hij vcr-
keeiïi te Weenen in de hoogste adellijke
kringen, hij de eerdgszins onbehouwen
man met zijn Rheinlandsch dialect, en
voelde zich temidden van prinsen en
vorsten: „Prinsen zijxx er altijd geweest
en dxiizenden zullen er nog komen, maar
Van Beet! oven is er maar één." Of na een
gesprek met den grooten dichter Goethe:
„Wanneer twee groote mannen samèïl zijn,
ik ©n Goethe
In den zomer van 1802 ging bij cenigen
tijd rust nemen te Heiligenstadfe. Het
werkloos zijn was hem funest. Hij zag geen
beterschap voor zijn vreeselijken kwaal en
zakte diepjer en dieper in do put der
zwaarmoedigheid. Uit deze zomerse' da
gen stamt het „Testament van Heiligen-
stadt", dat men niet zonder ontroering kan
lezen.
„O, menschen, die mij voor vijandig,
stuurseh, misanthropisch aanziet of ver-
blaart welk een onrecht doet gij mij
aan! Gij kent de geheime oorzaak niet
van datgene, wat n zoo lijkt. Van kind af
aan neigden mijn hart en gemoed tot
zachtheid en welwillendheid. Maar bedenk
slechts, dat ik sedert zes jaren aan een
heilloozen toestand ten prooi ben
en toch het was mij onmogelijk te
gen de menschen te zeggen: Spreekt har
der, schreeuwt, want ik ben doof; ach, hoe
Man tw'ra iSosheritaïei
TIJDSCHRIFTEN.
Boekzaal der jehceie wereld No. 6.
-Het Nederlandse he Boekhuis,
Tilburg.
Een rijke aflevering, waarin niet min
der dan ruim 130 verschillende boeken
worden besproken of vermeld!
Geen wonder dat Bo ik zaal prospereert
en de sympathieën stormendei-band beeft
veroverd. De talrijke recensies, do tech
nisch zoo jniste bibliographische omschrij-
ringem maken het blad eenvoudig uniek!
De namen van redacteuren en medewer
kers staan borg. voor alleszins deskundige
zou het mogelijk geweest zijn de zwakte
te erkennen van een zintuig-, dat bij mij
nog beter moest zijn dan bij anderen,
een zintuig dat ik eens in de hoogst mo
gelijke v Imaakthcid beza., zoo volmaakt
als weinig anderen. O, ik kan het met
Daarom vergeef het mij, wanneer gij mij
ziet wegsluipen, terwijl ik mij zoo gaarne
onder u zou mengen
Maar hij doorstond de crisis: ,Jk wil
het noodlot in de nek grijpen, neerbuigen
zal het mij niet."
Hoe eenzaam en afzijdig hij zich ook
hield, zijn kwaal kon niet verborgen blij
ven. Eën tijdgenoot verhaalt ons een tra
gische bizonderheid bij het dirigeeren.
Beethoven had zich aangewend het orkest
de voordraehtsteekens door allerlei zon
derlinge1 lichaamsbewegingen aan te dui
den. Bij een „piano" bukte hij neer, hoe
zachter hij het wilde hebben des te lager.
Kwam r een crescendo, dan richtte hij
zich weer op en sprong bij dc intrede van
een forto in de hoogte. Ook schreeuwde
hij menigmaal zonder het te weten mede
cm het forto to versterkenDat de ar
me, doove meester de piano's zijner mu
ziek niet meer kon hooren zag men duide
lijk. In een Symphonic vladen twee fer-
mata's 'kaar onmiddellijk op, waarvan
de tweede pianissimo is. Wa-ars-Mjnlijk
had do dirigent dit over het hoofd gezien,
want bij begon reeds weder de maat te
elaan, toen het orkest nog niet eens ^r.n
de eerste gekomen was. Hij was dus liet
orkest ien of twaalf maten vooruitgesneld
tóen dit nu ook, en wel pianissimo, begon.
Beethove- was, om dit op zijn manier aan
te duiden, onder do lessenaar gekropen.
Bij het nu volgende crescendo werd hij
weer zichbaar, richtte zich meer en meer
op en sprong omhoog, toen Ket oogerblik
was aangebroken, v/aarop naar ziin bere
kening het orkest moest intreden. Toen oit
uitbleef, keek hij verschrikt rond, staarde
het orkest verwonderd aan, omdat het nog
maar steeds pianissimo speelde, en ge
voelde zich eerst weer thuis, toen eindelijk
het langverwachte forte intrad cn voor
hem hoorbaar - werd. (Spokr, Autobiogra
fie).
Het „Kyrie" van dc „Missa Solemnis"
componeerde Beethoven in den zemer van
1818. Hij woonde toen in de voorstad
Mödling. Men zag hem, terwijl het zweet
van zijn voorhoofd druppelde, door de ka
mer stappen, met handen en voeten do
maat slaand. Bij deze gelegenheid was de
huisheer genoodzaakt hem de huur op te
zeggen, daar de buren te veel overlast van
het lawaai ondervonden.
Behalve de somberte van zijn kwaal,
heeft Beethoven ook in zijn overig leven
weinig geluk gekend. Hij was uiet alleen
een geniaal, maar tevens een groot
menseh, die zich opgeofferd heeft voor an
deren, die hem echter met den grofsten
ondarik beloonden.
Een leverziekte maakt een eind aan zijn
werkzaam leven. Op zijn sterfbed was hij
nog vol plannen qn vol enthousiasme voor
zijn kunst. Op 24 Maart omstreeks 12 uur
werden hem de H. Sacramenten der Ster
venden toegediend en kort daarop begon
een hevige doodstrijd, welke tw^e dagen
aanhield. Den 2Gen Maart, 's avonds te
kwart voor zes, terwijl een hevig onweer
boven Weenen woedde, sloot Beethoven
voor altijd de oogen.
H. S.
en onafhankelijke voorlichting. Nimmer
treft men er dan ook kleinzielige, liefde-
looze op- of aanmerkingen aan, maar
steeds blijft uitsluitend het groote doel
\ooi' oogen: de voorlichting van het katho
lieke volk inzake lectuur
Onder de vele interessante besprekingen
in dit no. treffen we aan 'n recensie van
bet werk van den vredesapostel Pater F
Stratmaun, Q.P „Wereldkerk en Wereld
vrede". De reeensent merkt daar bij op:
„Ook zal het lot na-donken stemmen, als
vernomen wordt, welke voorwaarden ver
vuld moeten zijn, eer van een rechtvaardi
gen oorlog kan gesproken worden.
Voorwaarden zóó sti'eng, dat Pater
Btratmann betwijfelt, of in de tegenwoor
dige omstandigheden zelfs een defensieve
oorlog practiscb nog wel ooit geoorlr,
mag boelen
Katholieken, helpt allen de Boeb
bouwen door uw sympathie en nw ui>
cement. \V. S. ,j
Tijdschrift voor R. K. Ouders
Opvcsdsrs No. 6. Ret M
landscbe Boekhuis, Tilburg.
Het vijfde vervolgstuk van .Eerste Hc!;
bi; Ongelukken" handelt over de eer./'
hulpverleêning bij drenkelingen DuidoV
cn bevattelijk legt Dr Doelen uit, hooi:
remand moet behandeld worden als hij co
V drori? js gebracht. Van. de toepassing
van deze raadgevingen hangt rrvrischm
loven van 'n mensch af Iedereen mofiffe
zorgen, dat men in s'nat is zoo'n drenb
i.ng de eerste hulp te kunnen hrea^
Weet men datgene niet, wat bier wordtol-
gelegd, dan komt van 't bijbrengen,' Vi
I unstmatig ademen niets terecht
Een kleine jongen in tiet duister, 1
hang wordt, omdat moeder' er niet is, In
schrijft Anny Bex-kvens—-Hulsma'ns. H;
was angstig in het donker, omdat.hjjz'i
iets te verwijten had. Maar toeii hkw
binnenkwam en hem in de armen s'«<i
was alles voorbij Een moeder zelf is
-gbjkki^. omdat haar lengen haar zoor
dig beeft. Het negende vervolgstuk m
meisjesopvoeding legt het verantwooi'-
lijkheidsgevoel uit en geeft eeni ge prari-
sche raadgevingen. Wij hebben niet alk)
plichten-tegenover ons zelf, maar.ooH-
genovei' onze medemenschen te vprvalfc
Doch zoo'n gemeenschonszin moei peneii-
vloeisel zijn van de liefde tot God Rolf-
eialisme wilde in schijn dien gemeenscha;
zin, maar het mislukte omdat het defied
pri offervaardigheid niet kent. d'edewr
vereischten zijn voor de gemeensehaim
Over opvoedkundige opstellen zegt
schrijfster aan het slot zeer juist, dal c;
bedoeling daarvan alleen is, dat de ontki-
en opvoeders ze opnemen, om ze dao
een geschikt oogenblik met eigen wooii
te. verklaren In een moment van hmir
vertrouwelijkheid kan moeder of v.>'
dan die gedachten eens influisteren aast
kinderen. En naar zulke momenten
dikwijls worden uitgezien. Aan hel fh'
van deze aflevering wordt over dö vercffi-
ging „Roomscbe zorg voor het verin®'
loosde kind" gesproken 'f Is de naam z.
de vereemgin? die op 8 Dec 1920 wenk
gericht voor de opvoeding van voogdij-®
rogeeri ngskmdei'cn. Er moet gehok
worden voor deze vereeni fing, die Let
keil van 't arme kind óp der eerste
op 't oog heeft v. I.
SPORT
SCHAKEN.
Hel to urn ooi te New-York.
De uitslag der 20ste en laatste
was:
Capab'anca rcmsïo met Aljeeftia,
4 paardenspel, dat slechts 26
duurde.
Niemzowitsj remise met Yidinar, ca
zetten; Fra&scbo verdedging.
Marshall—Spiekman na 50 zetten o p-
broken Deze partij wordt heden n'o
sgedd
Capahlanca, reeds ecnige dagen
van den eersten prijs, wint 2000 doJMr
jecbin a's tweede verdient 1500 wo
Niemzowitsj do derde, 1990 doll.
Do nitslag luidt: i Gapablanea 1® l"'L'
ten; 2. Al jecbin 1114 punt, 3 Ni®,1-
witsj '10ka punt, 4 Vidmar 10 pu»1cn>
Spielmann 7 punt en 1 afgeb.
Marshall 5)4 punt cn 1 afg. partil-
(LUCHTVAART.
Vliegongeval in Australië.
Te Tambo in Noortl-Qiifensland
vliegtuig neergestort De bestuitf»#
twee passagiers zijn gedood.