)er d e B a d.
GROOTE WELDOENSTER
Woensdag 9 Maart 1927
"""y STDEI? E h S
RECHT VOOR ALLEN, OOK VOOR
KLOOSTERLINGEN.
prof- Diepenhorst schrijft in de Rot-
rdammer (A.R.):
Warme voorstanders zijn wij van den
bndertotsag bij loonregeling.
)at bij de loonsbepaling met wettelijk
„iroleerbaro factoren als buweijk en
dadertal wordt rekening gehouden, ach-
eo wij rechtvaardig en voor onze toe
komstige maatschappelijke ontwikkeling
50 goed van groote waarde.
Pat aan ongehuwde mannen en vrou-
iw eea geringer uitkeering wordt gege-
tD dan aan hoofden van gezinnen,
^ookt volkomen met ons rechtsgevoel.
Echter geldt dit dan voor alle onge-
ÜfcD-
Xiet maar voor zekere groep, waar-
0 men onderstelt dat zij geringere bo-
loefte beeft dan een andere groep.
Paarom doet ons leed, dat thans weer
reidediqing v.ndt het te kwader uur in
ij Pacificatie-commissie verdedigde
denkbeeld om aan Roomsch-Katholieke
loeders en zusters, die tot een orde be-
ioien en in gemeenschappelijk huishou-
n verkeeren, een deel van het salaris
te houden.
Uitgegaan wordt dan van de veronder-
elling, dat die ordeleden het hun toe-
kend salaris niet geheel ontvangen,
aar dat indirect een deel aan kerke-
fce instellingen ten goede komt.
Om dat te verhinderen, moeten zij In
uitzonderingspositie geplaatst wor-
De uitzonderingspositie achten wij on-
drt.
Pe Staat heeft zich niet te bemoeien
>t de vraag waarvoor de kloosterlingen
t hun krachtens algemeene regeling
Bkomende salaris willen besteden..
Zij mogen dat geven aan hun kerk,
oals openbare onderwijzers aan hun
md, de S.D.A.P., „cultureele'' biosco-
a, jeugdwerk enz.
Recht voor allen, ook voor d© klooster-
SIHEMEMLAND
'ETTELIJKE REGELING ARBEIDS
DUUR LANDARBEIDERS.
Een voorstel van de besturen der
{andarbeidersbonden.
)e minister van binnenlandsche zaken
landbouw heeft aan de besturen der
dbouworganisaties him meening ge-
agd over een voorstel inzake een wet-
regeling van den arbeidsduur voor
^wassen mannen in den landbouw, dat
landarbeidersbonden onlangs ter ken-
van de regeering hebben gebracht. De
d® turen der landarbeidersbonden
vw ten voor de mannen de volgende alge-
01 lene regeling:
De wet stelt het maximum aantal
er" en, dat per jaar mag wdtden gewerkt,
Te4st,
In de collectieve contracten moet met
ze gestelde norm rekening worden ge-
aden en kan de onderverdeeling gere-
ld worden.
Ie binnen een bepaalden tijd b.v.
ee jaar geen collectief contract tot
Htd gekomen, of kan geen overeenstem-
J' ng omtrent de bepalingen van het col-
tieve contract verkregen worden, dan
de beslissing worden gevorderd van
gewestelijke landbouw-commissie.
De gewestelijke landbouw-conunissie
staat uit vertegenwoordigers wan zooda-
s arbeiders- en werkgeversorganisaties,
geacht kan worden, dat een behoor-
;i,r: vertegenwoordiging van die groepen
"Tvertregen, waaraan de regeering al dan
één of meer personen kan toevoegen.
11!
De besturen der landarbeidersbonden
zijn van meening, dat door een dergelijke
regeling de bezwaren, welke steeds aan
gevoerd worden tegen de wettelijke rege
ling van den arbeidsduur voor volwassen
mannen zullen zijn ondervangen, en dat de
controle wordt overgebracht naar de or
ganisaties, welke met de gewone midde
len voor de naleving van do contracten
kunnen zorg dragen en desnoods op boete
bepalingen in het contract kunnen aan
dringen bij de gewestelijke landbouw-
commissic, waartoe de wet wel ruimte
zal moeten laten.
VERBETERDE RIJKSWEGEN.
Plannen van den Rijkswaterstaat.
Betonnen wegdekken.
In de raadsvergadering van Rheden
werd door den voorzitter de volgende me-
dedeeling gedaan:
In verband mot een voorgenomen plan
van den Rijkswaterstaat om de Rijkswe
gen te verbeteren en hier de constructie
van een gesloten betonnen wegdek toe te
passen, heeft do ingenieur van den Wa
terstaat aan B. en W. bericht, dat binnen
kort waarschijnlijk alle buizen en kabels
uit den Rijksweg moesten verwijderd
worden.
Do voorzitter deelde verder mede, dat
hij zich aangaande deze zaak tot den Mi
nister heeft gewend. De Minister van
Waterstaat heeft bevestigd, dat er ernsti
ge plannen bestaan om de rijkswegen met
een gesloten wegdek te voorzien.
Internationaal bureau voor veeziekten te
Parijs.
Dr. Berger gedelegeerde.
De minister van binnenlandsche zaken
en landbouw heeft den directeur van den
veeartsenijkundigen dienst, dr. Berger, zoo
noodig vergezeld van andere gedelegeer
den, aangewezen om de Nederlandsche re
geering te vertegenwoordigen op de bij
eenkomsten van hot Office International
des Epizoöties te Parijs.
In verband met de verhindering van dr.
Berger om de eerste zitting, die een meer
huishoudelijk karakter draagt, bij te wo
nen, is de waarnemende directeur van den
Veeartsenijkundigen dienst, dr. Ten San-
de, daaflben vertrokken.
Zoeken en rapen van sieren.
De raapt ij d sluit 28 April.
-De Minister van Binnenlandsche Zakea
en Landbouw heeft bepaald, dat in het
geheele Rijk:
a. het-zoeken, rapen en buiten open
bare wogen en voetpaden vervoeren van
eieren van kemphanen, wulpen, scholek
sters, grutto's, tureluurs, meerkoeten on
waterhoentjes, is toegestaan tot en met
28 April 1927;
b. het ten verkoop in voorraad hebben,
te koop aanbieden, verkoopen, afleveren
en langs openbare wegen en voetpaden
vervoeren van eieren van het onder a,
genoemde waterwild is toegestaan tot en
met 30 April 1927;
c. het zoeken, rapen, ten verkoop in
voorraad hebben, te koop aanbieden, ver
koopen, afleveren of vervoeren van eie
ren van wilde eenden en ander waterwild
dan genoemd- onder a. is niet toegestaan.
STATEM-GEMERAAL
TWEEDE KAMER.
VERSLAG.
HET ONTWAPENINGSVOORSTEL
DER SOCIAAL DEMOCRATEN.
Voortgezet wordt de beraadslaging over
het voorstel-Ontwapeningswet van den
heer Ter Laan.
De heer K. Ter Laan (S.D.) schets
allereerst het karakter van het wetsvoor
stel. Hij bestrijdt daarbij de meening, dat
lut ontwerp niet goed zou zijn uitgewerkt
voorbereid. De vragen, in het voorloopig
verslag gedaan, zijn in 58 bladzijden met
pijnlijke nauwkeurigheid behandeld. Doch
er werden bovendien nog vragen gedaan,
die in 't geheel niet aan de orde zijn, die
eerst aan de orde zouden komen, als het
voorstel was aangenomen. Op 't oogenblik
gaat het alleen om het algemeen karakter
van de voorgestelde ontwapening. Onder
werpen als geneeskundige dienst, verlo
ven enz., zijn dan ook niet behandeld. Er
is geen sprake van, dat, zooals de heer
Duymaer v. Twist zei, de voorstellers zich
gemakkelijk van verschillende vraagstuk
ken zouden hebben afgemaakt. De veilig
heidswacht van 3000 man wordt niet vol
doende geacht. Het zij zoo. Het gaat niet
om de grootte der veiligheidswacht, maar
of er een veiligheidswacht zal zijn.
Er zijn ook vele militaristen, die zelfs
ons tegenwoordig leger niet groot genoeg
achten. Wat de heer Deckers indertijd
voorstelde, was een leger van 13.000 man.
Dat is ook al heel wat minder, dan wij
nu hebben, maar dit voorstel had het be
zwaar, dat het een vechtleger in stand
hield, terwijl het huidige voorstel het mi
litarisme zelf aantast.
Dat de nationale schuld zoo hoog is, is
ook hoofdzakelijk te wijten aan de hooge
kosten van leger en vloot.
De heer Duymaer van Twist (A.
R.): Dat komt, omdat jelui hebben ge
stemd voor de oorlogscredieten
De heer Ter Laan (S. D.) zet uiteen,
dat reeds in 1914 de S.D.A.P. een nota in
diende op de oorlog8begrooting, omdat
toen reeds werd ingezien, dat het geld
op roekelooze wijze verspild werd. De
sociaal-democraten hebben van toen af
tegen de oorlogscredieten gestemd. Of de
heer Duymaer v. Twist is dit alles verge
ten, of hij zegt maar wat.
De heer Duymaer van Twist (A.
R.): U zegt ook maar watt
De heer T e r L a a n (S. D.) merkt verder
op, dat- de heer Duymaer van Twist zeide,
dat wij aan een wedloop om bewapening
niet meedoen. Maar hoe komt dat? Dit
ligt toch zeker niet aan den heer Duymaer
v. Twist, die zich tegen iedere inkrimping
verzet.
De heer Ter Laan komt nu tot het be
toog, dat ons land onmachtig is, zich te
verdedigen. Een leger ia voor ons dan ook
doelloos. De tegenstanders hadden het
over allerlei maatregelen en uitingen van
sociaal-democraten in andere landen.
Doch hier gaat het alleen om het mili
taire element in ons land. Het gaat er al
leen om, dat in ons land het leger niets
beteekent.
De heer L. De Visser (C. P.)En
toon nu eens aan, dat het leger van 1914
1918 wel iets bctcckende.
De heer Ter Laan (S. D.) betoogt met
verschillende citaten, dat in 1914 hef- legr
niet voldoende kracht had kunnen ontwik
kelen en dat ook na den oorlog de toe
stand nog hoogst onvoldoende was.
Spr. gaat de houding der sociaal-demo
craten na in andere landen. Overal zijn
zij voorstanders van ontwapening of'van
vermindering van bewapening.
(Wij spatieeren. Red. L. Crt.). In Frank
rijk dient men rekening te houden met
den toestand van dat land, dat aai den
eencn kant bedreigd wordt door Mussoli
ni, aan den anderen kant Duitsch-
land.
De oorlog is onmaatschappelijk, aldus
ging de heer Ter Laan voort. Ook de over
winnaar verliest. De volken worden er
door vertrouwd gemaakt met moord. Het
meest onmaatschappelijke is, dat er geen
non-combattanten meer zijn.
De Voorzitter stelt voor te bepa
len, dat de beraadslagingen om 4.20 uur
geëindigd moeten zijn.
Aldus besloten.
De heer L. L. H. De Visser JC. P.)
repliceerend verdedigde zijn motie om de
vreemde militairen uit Indië terug te
trekken en diende een tweede motie in
om te voorkomen dat de weermacht wordt
aangewend in politieke of economische
conflicten.
De heer A1 b a r d a (S. D.) legt een kor
te verklaring af, waarin hij zegt, dat het
vraagstuk met betrekking tot Indië zóó
samengesteld is, dat dit zich niet laat op
lossen door eenige regels van een motie.
Het is ook aan ernstigen twijfel onderhe
vig of hot terugtrekken der vreemde mili
tairen uit Indië het oorlogsgevaar zou
doen verminderen. Spr. zal tegen beide
moties stemmen.
Beide moties worden verworpen met 82
stemmen tegen 1 sfom.
Ruzie tusschen S.D.A.P. en communist.
De heer De Visser (C. P.) verklaart,
dat hij, ondanks alle onvolkomenheden en
val8cho voorstellingen, die het ontwerp
biedt, hot in zijn feitelijke beteekenis al
leen zal beschouwen en hot zal steunen
omdat heb het militairisme aantast.
De heer Duys (S. D.): Wat laf, wat on
gelooflijk laf!
De heer De Visser (O. P.): Wie is
hier laf? Jijl Jij nam de kuiten, toen je
met mij moest debatteeren. We zullen
eens zien wie hier laf is, ellendeling!
Geroep van allo sociaal-democraten: Jijl
Er ontstaat een hevigo ruzie tusschen
de sociaal-democraten en den heer de Vis
ser, waarbij de heer Stenhuis den commu
nist dreigde met een klap. Ook de heer
De Visser dreigt, maar gaat ten slotte zit
ten. v
Het voorstel wordt verworpen met 53
tegen 32 stemmen. Do heer Arts was af
wezig.
KERKNIEUWS
Benoemingen.
Z. D. H. Mgr. Laürenlius J. A. H.
Schrijnen, Bisschop van Roermond, heef'
op zijn verzoek eervol ontslag verleend
aan den weleerw. heer F. N. Viegen als
pastoor te Mheer, en heeft benoemd tot
pastoor te Mheer den weleerw. heer G.
A Stassen, tot dusverre kapelaan bij de
St. Matthiaskerk te Maastricht.
Kapelaan C. Vis te Haarlem.
De weleerw. heer G. Vis, kapelaan aan
de parochiekerk van den H. Joannes den
Dooper te Haarlem, die reeds sinds ge-
ruimen tijd ziek is, is thans in het R. K.
Herstellingsoord te Hom bij Roermond
opgenomen tot het ondergaan van een
rustkuur.
OPPERWIJS
Canisius-Federatie.
In de vergadering van de Canisius-
Federatie, op Zondag 6 Maart te 's
Bosch gehouden, werd in plaats van het
Kamerlid G. Bulten te Voorhout, die we
gens drukke bezigheden bedankte, tot
Redacteur van do Katholieke School ge
kozen de heer Fons Sarneel, lid van het
hoofdbestuur van den R. K Onderwij
zersbond in het bisdom Breda.
DR. C. MEULEMAN.
Op 22 Maart a.s. zal het 25 jaar gele
den zijn. dat dr. G. F. T. J. Meulemau te
Heerlen. Geneesheer-Directeur der Wil-
helminakweekschool voor Vroedvrouwen
onder het beheer der R.-K. Vereeniging
„Moederschapszorg" aldaar, tot arts be
vorderd werd. Een ieder, die den a.s.
feesteling en zijn streven kent, begrijpt,
dat dit jubileum niet onopgemerkt voorbij
mag gaan, zoowel om de persoonlijkheid
van den jubilaris, als om de beteekenis
van zijn werk. Meuleman toch laat door
zijn merkwaardige eigenschappen van
geest en karakter niemand van do velen,
die hem kennen, onverschillig. Hij is be
gaafd met een scherp intellect, dat zich
vooral in practische richting openbaart;
als geneesheer beschikt hij over een zeld
zaam groote vakkundige belezenheid en
een gedegen ervaring, als organisator over
een veelzijdig initiatief, groote werk
kracht en taai volhardingsvermogen: hij
is een helder docent, welsprekend rede
naar met goeden smaak voor letteren on
schoone kunsten en groote zin voor hu
mor en ironie
Door zijn onvermoeide strijdlustigheid
en rake slagvaardigheid met woord en
pen, heeft hij zich vooral in vroeger jaren
buiten den kring van zijn vele en groote
vrienden, ook vele tegenstanders op den
ha's gehaald Zijn optimisme echter, dat
hem in weerwil van de grootste moeilijkhe
den en zwaarste zorgen steeds bijblijft,
doet -hem zonder rancune miskenning en
leed spoedig vergeten en het oog hoopvol
gericht houden op de toekomst.
Wanneer Meuleman deze proeve van be
schrijving van zijn persoon en karakter
onder de oogen komt, zal hij daarmede
misschien maar matig ingenomen zijn,
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Donderdag 10 Maar|
Hilversum 1050 M.
12.Politieber.
3.304.30 Uurtje voor Wees- en Zie*
kcnLuizen
5.-6.45 Concert door het H.D.O -orkest.
Annio Licman, sopraan.
6 457.45 Beginselen van liet Burger'
lijk Recht en het Handelsrecht.
7.45 Politieber.
10.30 Persber.
8.10 Een avond in Delft. 1. Opening
dpor den heer W. Kerremans, dir. van d«
Delftsche Courant 2. Harmoniekapel der
Ned Gist^ en Spiritusfabriek en Oliefa-
brieken Calvé Kapelmeester: de heer D
F. Bandel. 3. Rede door den heer mr G.
v. 'Baren, burgemeester van Delft 4. Kin
derkoor der Christel. Gem. Zangver. „Hal
leluja", dir. G. W C. v Lienden, accomp.
Mej. E Borst. 5. Pianosolo door don heer
B Tabbernal. 6. Klein gem. koor „Ons Ge
noegen", dir. J. J. v. d Bos. 7a Vioolsolo
door Mej. L. L Stortenbeker. 8 Mannen
koor der Ned. Gist- en Spiritusfabriek en
Oliefabrieken Calvó Dir. de heer J P d.
Kriek. 9 Sopraansolo door Mevr. G ter
Haar. Pianobegel. van den heer B Tab
bernal. 10. Delftsche Studenten-strijkkwar
tet „H 2". 11 Zangkoor „Halleluja", dir
G. W. C. v. Lienden. Mej. C. Borst, ac
comp. 12. The Green Black Bond.
Davcntry 1600 M
11.20 Concert. De hand of H. M Royal
Air force en solisten (contra alt, tenor
harp).
12.05 Gedichtenvoorlezing.
12.15 Concert (vervolg)
1202.20 Gramofoonmuziek.
2.45 Voorlezing: Moby Dick.
2.50 A himderd years ago.
3 20 Evensong van de Westminster Ab
bey.
4.05 Lezing: Un believing in life.
4.20 Orkestconcert.
5.20 Causerie
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Landbouwber.
6.40 Het Daventry-kwartet.
6.50 Tijdsein, weerber., nieuws.
7.05 Het Daventry-kwartet
7.20 Lezing: A Survey of clothes since
1006
7.35 Pianocomposities van Bach
7 45 Lezing: The coloration of anima's.
8.05 Variété, E. Hook, balladen. M.
Scott, comedienne. De Houston sisters-co-
medie. W Kings, humorist. Kirkby en
Hudson, syncopatie duet
9.20 Tijdsein, weerber, nieuws.
9 35 Lezing: The dinosaurus of tenda»
gura
9.50 „Our Mr. Lohengrin", burlesque.
10.50—12.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s'' 1750 M.
10.5011 20 Nicuwsbor en muziek.
12.502.10 Concert. Orkest en Mme
Herb, zang
5.055.55 Klassiek uurtje.
9.05lf>!?0 Ork-~'Concert. Dansmuziek.
Langonberg 4G9 M.
10.20—11 20 Concert.
12 501.50 Orkestconcert.
4.205 20 Liederen en vioolsolo's (so
praan, tenor).
7.20—9.20 Concert. Philharmoniscb
Orkest en Jan Kiepura, tenor
9 2010.20 Zesdaagsche Wiolerwedstrij
den.
10 3511.20 Dansmuziek.
Königswusterhausen 1250 M
I.507 05 Lezingen en lessen
7.20 Symphonie-concurt. Philharmo
niscb Orkest van Stuttgart en Jan Kiepu
ra, tenor.
9.5011.50 Dansmuziek.
Hamburg 394.7 M.
II.501.20 Orkestconcert.
1.252.10 Kamermuziek.
3.354 20 Celloconcert.
4.205.15 Orkestconcert.
7.2011.10 „Juarez und Maximilian",
daarna dansmuziek.
Brussel 509 M.
5.206.20 Kindermatinee.
8 50 Orkestconcert
9.2010.50 Gala-avond, aan Voltaire en
Diderot gewijd Fragmenten van hun wer
ken Daarna dansmuziek
FEUILLETON.
Roman door Pierre l'E r m i t e.
;nd< leriuneringen duiken op langs alle we-
Jacques kent de sagen van heel de
rblijfsels van een sterk kasteel. Daar
co: 'nden vroeger op een afstand van el-
iköf* twee broeders. Een daarvan wekte
ander 's morgens door een pijl af te
sten tegen de eiken blinden, die zijn
Iscl öer afsloten. Doch op een dag ontwaak-
le tweede, dacht, dat hij het teeken niet
10rd zou hebben, maakte de blinden
i en op hetzelfde oogenblik snorde de
jj»i binnen en doorboorde hem het hoofd.
an den anderen kant wees hij haar op
frootscho ruinen van 't kasteel Hohkoe-
ibrug.
vreemd en prachtig gebouw", zei
l®e®. ,,'t Lijkt wel een woning vooü reu-
gaan er toch eens heen?"
maar eerst het Hagqjschlosz be-
ze schenen de toekomst te vergeten
net mooie heden.
'Ie leek blij en welvarend; Jacques
alle herinneringen aan Soupot, Alber-
6 Harmmsters uit zijn hoofd gezet.
1 Warea gelukkig te midden van de stil-
ernstigo, eenzame natuur!Toch
Iflt f-CF onrusfc *n Jacques. Nu en dan
||)[l j 1 e?n woord op van Odile, dat hem
^n in haar hart. Jacques lachte er
Plaagde haar er om, maar meer om
to verdrijven dan uit overtuiging.
Op een morgen liejb zijn verloofde zich
wachten bij 't ontbijt en Jacques had
haar gevonden, in vurig gebed bij het graf
van haar patrones; zonder eigenlijk te we
ten waarom, voelde hij onrust in zich op
stijgen, een gevoel, als ging dat gebed te
gen zijn verwachtingen.
Daar zijn menschen die op sommige
oogenblikken des levens een voorgevoel
hebben van do smart, die ze bedreigt, zon
der te weten, waar vandaan ze zal komen
en waarom? Maar één ding slechts we
tend met bijna zekerheid: dat vlakbij het
ongeluk is. dat het ons staat te beloeren
langs onzen weg. En gelijk bij 't begin
van een onweer een koude wind begint te
waaien en den bliksem voorafgaat, zoo
ook rilt er dan door de ziel een huivering
van vrees.
Zoo iets gevoelde ook Jacques, toen hij
de kapel binnenging. Maar hij liet niets
merken, klopte haar zacht op den schou
der en riep haar terug tot de werkelijke
wereld.
„Ik hoop, dat ge goed hebt kunnen bin
den van morgen, Odile," fluistert hij zacht.
Ze schrikt eon weinig en keert het hoofd
om:
„Goeden morgen, Jacques!"
„Ook een beetje voor mij gebeden?...."
„Alleen voor jou, Jacques", antwoordt
Odile 'ernstig.
„Maar toch ook wel 'voor je eigen ze
ker?
„Neen! I
„Daarvoor zijn we toch hier gekomen,
kindjeMaar ge hebt gelijk, onze le
vens zijn zoo één, dat bidden voor den
een, bidden voor den ander is."
„Verbeeld je eens, Jacques, nog geen en
kelen keer sinds we hier zijn, heb ik om
mijn gezondheid gevraagd
„Waarom niet?daarom kwamen we
toch naar de H. OdiliaIk begrijp
niet, wat je bezielt!
„Omdat al mijn afkeer n\ opstand ge
broken is. Langzaam aan voel ik en zie ik
dat Mijnheer Har gelijk had: Als God
iets doet, doet Hij het goed, maar we be
grijpen ras later, waarom Hij ons langs
zulko omwegen geleidde. Geloof je 't
niet?
Jacques, geleund tegen do lage deur der
kapel, ziet het jonge meisje strak aan: zij
kijkt ook Jacques in de oogen, zacht maar
beslist, want zij wil niet meer, dat er tus
schen Jacques en haar nog een enkel ge
heim bestaat.
M. de la Ferlandière voelt het diep in
zijn hart; het is het begin van de schei
ding, de verdrijving van al zijn verwach
tingen.
Als Odile zelf niet eens meer begeerde
te genezen, dan hielp niets meer. En de
moedige, jonge man werd bleek en viel op
zijn knieën, alsof God onverwachts zoo'n
zwaren last op zijn schouders legde, dat
hij ze niet kon torsen.
Alleen waren ze in de kapel.
Odile kwam naar hem too en zei:
„Jacques, begrijp mo nu goed; als God
het wildan wil ik het ook; maar als
Hij weigert, dan zal ik niet meer tegen
stribbelen; uit het diepste van mijn hart
en in volle oprechtheid 'zeg ik nu: Heer,
ik begrijp het nog nietmaar ik onder
werp me: dat Uw H. Wil geschiedde!
Wilt ge dan met me bidden, Jacques?
Zeg.. mijn lieve Jacques? want gij blijft
mijn verloofde voor God: ik ben „de
uwe" zoodra God wil; maar wil Hij niet,
dat we in dit tranendal onze bruiloft vie
ren, zult ge dan met mij u buigen voor
Zijn heiligen wil?
„Ik wil," antwoordt Jacques met gebro
ken stem, „ik wilwat gij wiltal
wat God beveelt
„Ik wil u naar Hem brengen!"
„Maar gij verlaat me hier!"
„Ik u verlaten, beste? O, zeg dat niet!
Niets kan scheiden wat God heeft ver-
eenigd! Jacques, beter cn meer dan ooit
houd ik van u! Jacques, ik wacht u bij
God, die de zuivere en duurzame liefde
isbij God, Die niet wil, dat we onder
weg stilstaan en Die onze liefde opheft
tot bovennatuurlijke hoop. Wel kan onze
bruiloft verschoven worden, maar daar zal
onze genegenheid slechts schooner door
worden; boven de broosheid der licha
men en de ellende van menschelijke ge
voelens it, zal mijn ziel de uwe ginds be
geleiden, naar het eenige land, waar men
in waarheid kan zeggen dat men eeuwig
bemint. En de dood, die voor zoovelen een
verschrikkelijk, angstig, akelig uur is, zal
voor ons het lang verhoopte oogenblik
wezen, 't uur van geluk, de mooiste droom
die werkelijkheid wordt en altijd blijft
bestaan en hot begin js van oen eeuwig
geluk. Zeg, Jacques, dat is toch schoon,
niet waar? God moet toch wel een hoogen
dunk hebben van onze zielen, dat Hij ze
zoo hoog wil opvoeren. Niet waar Jacques,
go zult toch niet morren, he?"
„Ik zal trachten tevreden te lijden."
„Lijden in God en om God is op aarde
het hoogste geluk...."
Nog eenige oogenblikken spraken ze sa
men met fluisterende stem:
„Maar laat dat tenminste ouder ons
blijven", zegt. Jacques do tranen uit zijn
oogen wisschend.
„Wie zou het ook kunnen begrijpen dan
wij I Daarvoor moet het lijden heel do ziel
hebben doorwoeld als een tuinman do
vruchtbare kweekaardc en moet hot licht
dos gcloofs dat lijden bestraald hebben,
om natuurlijk en begeerbaar te vinden,
wat anderen schrikkelijk toeschijnt cn dat
ook is, want het lijden verwoest het leven
en laat niets op zijn plaats in het heilig
dom der ziel. Ja, ik wil wel bekennen dat
ik er bijna naar verlang dien stap spoedig
to zotten, om te waken over u, en geheel op
gaande in God, des te inniger met u te
zijn verbonden. Nooit zal ik dichter bij u
zijn, dan wanneer do menschen mccnen,
dat we geheel on al zijn gescheiden."
Toen zij heengingen, zag Odile J&cquei
drocvig-glimlachond aan:
„Wat ben je bleek, Jacques, go zult u
verraden!ge zult nog sterker moeten
worden."
„Ik bon nog maar een novico in 't kloos
ter des 'ijdens", spreekt Jacques, „maar
God maakt haast!
En zijn hand op zijn borst loggend
zucht hij
„Heb zit mo zwaar!.... Odilo; ik wist
niet dat iemand zooveel kon lijdon zonder
te sterven!"
Ze slaagden er jn zich goed te houden
voor Jeanne. Odilo maakte zich druk met
haar schilderdoos: Jacques haalde haar
albums en kwam met roode oogen terug.
(Wordt vervolgd).