WEEKREVUE. INTELLECTUEELE JEUGD. Mevrouw Mie leeft op liet oogenblik in een sigarrrtbandjcswocde. Dat is een weel de, die zij zich kan veroorloven, omdat fcaar man een beste positie heeft met een salaris, geheel en al naar evenredigheid van zi'n praestaties. Is het niet een eigenaardig verschijnsel, dat iedere tijd zijn eigen uiting heeft, die langzaam aan weer verdwiinen gaat om plaats te maken voor een andere uiting van ee" anderen tijd Zoo hadden we den tijd van de. sluitze- gels, lucifersmerken o. a., toen de kinde ren winkel in, winkel «ii liepen om zoo veel mogelijk verschillende soorten daar van bijeen te verzamelen. Nu beleven we den tijd van sigarenbandjes. Och op zich zelf heb ik daar natuurlijk niets tegen, want Mie wil per se dat ik s; po ren rook van 10 en 15 cent per stuk omdat er anders geen mooie bandjes om heen zitten en gisteren zei ze nog tegen mij, dat ze de kop wan de koning nog nvste, maar toen ik haar vroeg of ze dan terder conmloet was. werd ze nijdig; dat js de keerzijde van de medaille. Ik zei, dat dergelijke uih'neen eigenaar-' d'g waren en dat is zoo. Want leven we eigenlijk niet in een tijd, waarin voor naïeve pleiziertjes, waarmede men zich thuis vermaakt, geen plaats meer is? Wor den we niet van allo kanten begraven in weienschap van den meest verschillenden tup-d? De radio onderricht ons theoretisch op ieder uur van den dag in de eerste begin selen of meergevorderde wijsheid van heil gymnastiek, hygiëne, litteratuur, land bouw en anthropösophie. Wij lezen artike len in de krant over de voedingswaarde van verschillende spijzen, en het percen tage vitaminen. dat zij bevatten, over schil derkunst, theosofie en architectuur en al len kunnen we morgen aan den dag cur sussen krijgen, schriftelijk of mondeling, waarin we leeren Fransch, Duitsch of Fngelscb te radbraken, muziekgeschiede nis, stenographic, of boekhouding voor het huishouden, Vergelijkt U dezen tijd maar eens met oiep van vroeger. Waren wij niet don ko ning to rijk, toen het eerste Fransche brood en daarmede liet eenige vreemde woord, la table de lafol, zijn intrede had gedaan in onze hersenen, en toen wij het woord aardrijkskunde konden zeggen zon der erbij te hakkelen. Daar moet je tegen woordig om komen. De Fransche taal is van hooger hand af geschaft, omdat do jeugd van lieden -reeds van zooveel zaken on de hoogte is, dat het Fransch er wel af kan. Van al die huidige zaken weet ik niets af en iederen dag sta ik doodsangsten uit, dat mijn jongste zoon zal beginnen te praten ever een „gloeistroomtransformator", league" over „accu", „dynamo" en „anode- batterij", dat hij mij zal onderhouden over oen „gloeistroomtransformatir", „weerstandsversterking" of „een laag fre quente detector". Hij redeneert met een doodonschuldig- gezicht, over „miniwatt", „p.laatstroom-ap- paraat" „penalty" en een „geforceerde cor ner" en als we op straat loopen en hij hoort een auto achter hem toeteren, dan weet hij zonder om te zien mij to vertollen of het een „Ford" een „Buick 1926" een „Chrysslér Six" of een „Citroen" is en aanstonds wikkelt hij je dan in een onder houd over „dashboard", „bougie" en „zclf- tintend gaslicht". Waar blijft bovendien het vaderlijk ge zag, als je jongste zoon over de andere, zullen Tv o het maar niet eens hebben jc ieder oogenblik met den mond vol tanden iaat staan? Eu toch het doet mij goed gaat 'sok bij hem momenteel con sigarenbandje ioven alles. Mijn heelo huishouden spaart sigaren bandjes en do producten daarvan moet ik leveren. Overziet u de fetnTo gevolgen? l.ijkwif lig ik sems nemeehtig terneer en het piepend geluid dal uit mijn boezem op stijgt kondigt reeds een naderend asthma aan. Zoudf TT zooiets verwachte^ van een zoo ontwikkelde jeugd: Mij-Is het een raadsel en de oplossing van dat raadsel, kan 'slechts schuilen in rie afschaffing der tahaksbclastiiVgf want de tegenwoordige jeugd' "haar hoogopgè- voerdd wijsheid te ontnemen zal een on mogelijkheid hli'l-en fc zijn; aan de deur. Toen zij daar waren, bleven zij slaan en keerden zich om. Hij maakte Vnet zijn stok een kruis op den drempel en zfiide luid: Ik laat mij hangen, wanneer ik ooit weer een voet zet in dit afzetterscafé Toen gingen zij dé deur uit, gevolgd door het gelach der bezoekers, die zich met die scène vermaakt hadden; Op zijn lioovö teruggekeerd, was 'het eer ste, wat Ribeyroux deed, zijn hart lucht to geven, door zijne vrouw het avontuur van het koffiehuis te vertellen. Het is toch God geklaagd, de lui zoo af te zetten. Dertig franks te vragen voor twee kop koffie, waf een dieven. De vrouw'bleef onverschillig voor die geldquaestie, want zij had een vrijgevige» aard. Zij deed haar best baar ma» te kalmeereri. Wat wil je maif? Gedane.zaken ne men geen keer. Ik weet het wel. Maar dat verhindert niet dat 't afzetters zijn, de patroons van dat „Grrrrand Café" (hij liet de ï's rollen) Ja, afzetters, dieven, ch ik zal het óveral, zeggen. Acht dagen later kénde de gcheelo ge meente do gesch vap de twee koppen kof fie, en Ribeyroux, die hu gekalmeerd was door die herhaalde ontboezemingen, begon het langzamerhand te vergeten. Maanden gingen voorbij, het werd Sep tember. Een avond, dat Ribeyroux en zijne vrouw op een steenen bank, die aap den muur van hun huis gemetseld was, over den oogst praatten, zagen zij oen kleinen infanterist geheel bestoven en doodmoe op hen toekomen, Wat wil die? vroeg de man. Hel is een militair. Ik geloof, dat er een paar regimenten in de buurt zijn, die quasie oorlog houden. Do soldaat was intusschen genaderd, beleefd, zijn képi in de band, vroeg bij hun, of zij bom een bed wilden afstaan, voor geld natuurlijk, voor één nacht Hij vertelde, dat zijn regiment, het veertiende, op drie kilometer afstands kampeerde, en dat hij'doodop, al een week op slroo sla pend of op den harden grond, een huis was gaan zoeken, waar men hem een bed wilde verhuren, opdat hij zijne pijnlijke ledematen kon lalen uitrusten eu zijne klachten vernieuwen. Zeker wel, antwoordde de vrouw, wij zullen u oen bed geven, en zelf. Een ;hevige stoot met deu elleboog van baar man belette baar bet verder sproken. Haar ma» *umi baar apart, den soldaat alleen voor de bank staan latend. Ribey roux was vuurrood. Wat heb jc? vroeg Catliarma. Ik heb, dat die soldaat Nu? Dat is die mooie mijnbeer van het „Grand Café", die afzetter, die mij dertig franks rokende voor twee kop koffie. Werkelijk? Zeker, zeker, ik vergis mij niet. Je begrijpt dus, dat wij hem dit moeten in peperen, en bom het bed duchtig moeten laten betalen. De infanterist wachtte den uitslag van bet onderhoud, dat hem niet verwonderde want bij bad in Ribeyroux een der twee bezoekers herkend, die men den cognac en kirsch liet betalen, dacht hij. Maar daar bij een welgevulde beurs bad, zeide bij bij zicbzelven: Nu, laat zijn, zoo het wil. Ik ben moede, en ik heb behoefte aan rust. Tusscheu- heerlijk frisch riekende lakens genoot Henri Russian een weldadige rust In de kamer daarnaast kan D-bey roux LIED VAN DEZEN TIJD. TRIJNTJES KLACHT. Mijnheer do Redacteur! Waar gaai We toch in Godsnaam heen? 'k Zie daar een advertentie staan, Zoo zag ik er nog geen. De liefde raakt in miscrediet, Want higr maakt reeds een bruid 't Engagement, zooals U ziet, Per advertentie uit. Neen, dan in onzen jongen tijd, Ik bloos er du nog van, Toen vroeg mij iemand, maar Pa zei: Daar is geen denken an. Die bleeksnuit is nog veel le jong En bij verdient geen duit, En zoo was toon met ,eenc sprong De heelo liefde uit. In' liet Hamburger Frpmden- bhtf, kondigde een jongedame per .advertentie bet einde harcr verloving aan. Ik liep des avonds nooit op straat, Dat komt ook niet te pas, En Moeder wist des avonds laat Steeds waar baar dochter was. Als er een jongmensen om je kwam, Dan ging bij eerst naar Pa, En als die de beslissing nam Dan was het nee of ja. Nu wordt bet - eerst meestal op straat - Zoo maar eens geprobeerd, En van do honderd keeren gaa Het lacbtigmaal verkeerd. Mijnbeer de redacteur, dat kan Zoo tocb niet langer gaan, Want daar komj maar ellende van, Daar kunt U van op aan. Het is maar lachen en plcizicr, Het wordt mij droef to moo, De jonkheid zwelgt in pret en bier; Waar moet dat tocb naar toe? Ik zit maar bij mijn poes en prijs In 't lato avonduur, Het oud geslacht, dat was eerst wijs Hoogachtend, Trijntje Zuur. TROUBADOUR wilde nemen van zijne klacht cil met de politie gedreigd bad het vorig jaar. Ifa,.ha. Hij zou eens zien, hoe papa Ribeyroux zich wreekt Om te beginnen, zou bij hem voor do kamer veertig frank berekenen; Veertig frank.Dal is piet.ge noeg. Vijftig frank. Ja, dus vijftig frank. Eu de schoenen en slobkcwiseu vol mod der, die Catharina. morgen vroeg zal schoonmaken, wel nu nog mooier, als die moöic jongen er niet voor betalen zou, zeg- kren wij tien frank. Wat kan ine» lieni nog meer rekenen? O, ja, de melk, een kop lek kere warme melk mej een snede brood, wanneer hij wakker wordt, want de vol gende dag is rustdag, én de soldaat heeft gevraagd hem te late». doorslapen Ja, ja, ventje,'-redeneerde de boer bij zich zeiven, slaap zoo lang je wilt; maar je beurs zal liet morgen voelen Eén zaak hindert Ribeyroux, hij moet zeer vroeg op naar hel nabij«/o!egou •?orp. Daardoor zal hij het genot missen, bij dp afrekening te zijn. Maar Catherina zal- zijn orders opvolgen. F» zijn vrouw wekkend in den nacht, geeft hij haar op gedempte» tdon zijn op dracht. Je verstaat mij goed, vrouw, morgen ochtend zijn schoenen en slobkousen schoonmaken, en als hij wakker wórdt laat hom zooveel melk pu brood gebruiken als ij lust. Maar denk aan de rekening vör-j sta je goed? Ja, ja. Je rekent hem het Led veertig frank; de kaars. Welke kaars?. Nou, die bij gekregen heeft. Het was maar een klein eindje. Dat komt er niet op aan. Hij moet het toch betalen met drie frank. Drie frank. Ja boud jc mond, Je berekent tien frank dat is niet te veel voor hof laar zen poetsen. Dat is nu al clrio o» vijftig frank. Dan zeven frank voor de melk, dat is zestig frank rond. Hé, hé". Recht in zijn schik'Wreef do boer zich in de. handen; maar de vrouw, verstomd over dé brutaliteit van haar man, zooveel te durven vragen, toonde hém hare verba zing. Zoo, zestig frank te. laten betalen aan een mijnbeer voor eèji-bed cn de rest, is dit zoo ere? En dan nog wel een mijnbeer die ook niet bang is, eenvoudige mensehen af te zetten. Je doet het als ik zeg. cn zwijgt." Tegen zeven uur in den ochtend kwam Catharina on de tcepên de kamer van haar zot% binnen, waar nu Henri Russian sliép. Zij zette voor liet bed de schoenen met slobkousen neder, die als spiegels glommen, en kéék ïeemgszins nieuwsgierig I haar haar gast. Op den rug liggend, beide armc-n Loven hef hoofd uitgestrekt,, sliep de pouee man rusfig. De boerin keek hem in gedachten •êd'.verteêdej'd aan,. .Zé dacht aan haar jon gen, die ook in dienst was, en misschien ook op een gastvrij bed rustte. En zich de opdracht van haar man herinnerend dacht zij: „Als inhalige lieden hem ook maar niet villen, die arme Pierre."'" Op dit Oogenblik opende baar gast de oogen en begroette haar vroolijk met een „Bonjour mama". Zij beantwoordde zij» groet, door dit woord geheel verloe derd, cn vroeg den jongen man, of hij over het bed tevreden was, cn of hij goed ge slapen had. Ik heb geslapen, zooals geen koning op zijn pronkbed slaapt. Wat 'n kostelijke nacht. Terwijl de boerin de melk op het, vuur zette, sprong Henri het bed uil en zeide bij zich zeiven: Ja zeker, ik heb oen goeden nacht gehad, maar nu de reke ning." Hij vergiste zich Toen hij, met do» eet lust di.cn de buitenlucht en lichaamsbewe ging geven, een groöle kom melk en twee sneden brood had verorberd, trok hij zijn kapotjes aan, en proper geborsteld, frisch en opgewekt, vroeg hij dc boerin: En hoeveel ben ik u nu schuldig? Niels, mijnbeer de soldaat- De verraste jongeman hield aan: Jk wil hiet dat. u al die moeite voor niets had? En zijne portemonnaie onenend, bood bij een billet van 100 frank aan. Maar vrouw Ribeyroux bleef hij haar stuk. Neen, zeide zij, mUn man, toen hij vanmorgen heenging, heeft ma op het. hart gedrukt, goed voor u le zorgon, maar voor al ceeu geld aan te nemen. Geroerd door de kiesehheid va» dit op treden drukte Lussian de Land van zijn gastvrouw. Jullie zijt brave lui, uw man on u Ik zal mijne moedei' schrijven, hoe ik bier ontvangen werd. Ik bedank u en verzoek u vooral, uw man to bedanken voor mij Haar man: Catherina dacht niet zonder angst aaD hem. Hij zou haar zeker slaan, wanneer zij hem hare vrijgevigheid be kende. Maar toch, bel berouwde haar niet wat zij gedaan had. Hij was zoo aardig, die kleine infanterist, die haar aan haar zoon herinnerde, haar besten Pierrot. Haar vrees werd bevestigd. Ribeyroux toen hij hoorde, hoe Catharina zijne or ders had uitgevoerd, had een bui van dolle woede, en hot scheelde maar weinig, of hij had haar geslagen. Voor den drommel, jc laat dus op die manier een heertje vertrekken, die je man heötgehad heeft, en die een aarts-afzetter is. Ja, «en afzetter. Ach, wat heb ik oen spijt, dat ik vanmorgen weggegaan ben." Zijn woede hield vier dagen aan. Zij kwam tot bedaren door een aangename verrassing, een brief, die» do postbode bracht den morgen ven den vijfden dag. Do boer, na hem van alle kanten bekeken to hebben, zetto zijn bril op, en opende do enveloppe. Hoe groot was niet zijn verwon dering er een bankbiljet van 500 frank in ie vinden en eeH blad papier, waarop hij de volgende regels las: „Hcl> dank voor betgeen u aan mijn zoon gedaan hebt. Neemt dit aan als een bewijs van mijne dankbaarheid en wanneer u te Drives komt, vergeet dan niet, dal geen oog dichtdoen, -zoozeor is bij in zijn nopjes. KALENDER DER WEEK. N. D. Als niet anders wordt aangege ven hoeft in deze week iedere H. M:s Gloria, -geen Credo en de Prefatie van de Vasten. In deze week is iedere dag ook geoorloofd de H. klis v. d. dag. Zonder Gloria en.Credo. Kleur Paars. ZONDAG 0 Maart Eerste Zondag v. d. Vasteïi. Mis: lnvocabit. Geen Gloria 2e gebed v. d. H.H. Perpetua cn Felieitas, Martelaressen. Credo. Kleur: P a a r s. God geeft ons nu weer den tijd, niet aangenaam voor de zinnen, maar wel voor do ziel: den heiligen Vastentijd. Meer dan voorbeen moeten wij gedurende d on tijd ons toonen: „dienaren van God m alles" en door goede werken in den geest van boete cn eerherstel arbeiden aan het heil onzer onsterfelijke ziel (Epis tel). 't Valt zwaar aan onze verstorven natuur, doch doch door Christus, onzen Zich in het H. Misoffer opoffcreuden Middelaar, emeeken wij om Gods bulp, waaraan het ons zeker niet ontbreken zal. (Introïtus; Gradualo; Tractus; Offer torium; St lgebed; Communi'o). Het voorbeeld van den vastenden en Zich verstervende» Christus moot ons be moedigen; evenals Hij moeten wij stand vastig zijn, wamver onze zielsvijand on zen goeden wil aanvalt. (Evangelie). MAANDAG 7 Maart. M i s v. d. 11 Th om s van A qi n o, Belijder en Kerkleeraar. In medio. 2o gebed en laat ste Evangelie v. d. dag. Credo. Kleur: "VVi t. Do H. Mis v. d. dag: Sieul oculi. 2e ge bed v. d. II Thomas. Op een allerheerlijkste wijze vereenigt de H. Thomas in zich deugd en weten schap. 'Door zijne boog-wclenscbappelijkc ver ken heeft hij do H. Kerk onschatbare diensten bewezen cn zal hij blijven bewij zen. In zijne werken blijft hij de mach tige bestrijder van alle dwalingen. DINSDAG 8 Maait Mis v. d. 11. Jo annes de Deo, Belijder: Os Justi. 2e geb.il en laatste Evangelie v. d. dag. Kleur; kV i t. De II. Mis v. d. dag: Domino. 2e gebed v. d*-H. Joannes De H. Joannes de Deo (van God) is een groote .trooster geweest en een vriend der zieken. Zijne medelijdende liefde voor do lijdende menschheid maakte hem tot stich ter van de Hospitaalbroeders van SI. Jan. WOENSDAG 9 Maart Q u a t e r t o m- p o r <1 a g. Geboden vasten- e n o n t h o u d i n gs dag. Mia v. d. II. F i' a u e ica R o m a n a "Weduwe: Cog uovi. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. quatertemperdag. Kleur: W i t. Do H. Mis'v. d. dag: Remiuisccre. L'c :ebed v. d. H. Francisco. Francisca, te Rome - uit aanzienlijke ouders geboren, bezat vanaf haar prille jeugd een heerlijke godsvrucht. Op 11 jarigen leeftijd verlangde zij het klooster te gaan, om daar te leven voor God, Doch hare ouders wilden dat zij zou hu wen, hetgeen Francisco* uit gehoorzaam heid hoeft gedaan. Als gehuwde vrouw is Francisco een prachtig voorbeeld, dat ons laat. zien, dat wij om heilig te w or- d e.n mi et noodzakelijk d c we reld in óe t e n ver la t en on naar hot klooster moeten gaan. Ge durende veertig jaren van haar huwelijk wist zij de voorschriften van den gods dienst met hare plichten van vrouw en moeder volkomen te vereenJgenmidthus in hare werkzaamheden, aan horen Jc-* vensstaat verhouden, wist zij haar li art steeds (e verheffen naar den hemel» „G o d l e vinden iil hare hui s e- 1 ij k o h e z rg b e d e n" zooals zij het zelve u i(drukte. Na den dood van haren echtgenoot liet zij haar huis aan baar overgebleven zoon en verzocht opgeno men te worden in een gemeenschappelijk; tehuis voor vrouwen, door haar zelve» gesticht. Tegen haar wil werd zij Ovovstu en als zoodan'g was zij eon uitstekend voorbeeld voor hare medezusters in liet onderhouden van den H. Regel totdat zij den Oen Maart 1440 deze aarde verliet. DONDERDAG 10 Maart. Mis v. d iï Martelaren van S eb as te: Clave- runt. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. dag: Confessio. 2e gebed v. d. If. Mar telaren; 3e A. Cunctis. Een ware marteling hebben deze mar li) laren voor het U. Geloof doorstaan. Ont kleed werden zij in den nacht blootges.'1 M aan de strenge koude en het toevriezem! water, in dc nabijheid van oen warm bad. Eén hunner werd afvallig. God ech ter verhoorde ljunne bede. Want toch zijn zij met 40 gekroond. Eén dc wach ters n.l. beleed Christen te zijn cn ver- eon'gdo zich mot.de negen en dertig ge loofshelden in den maiicldopd. VRIJDAG 11 MaaxL ffüatortom- p c r d a g Gcbodc n va s t c n- e u o n t b o u di n g s d ag. Mis v. d. ÏI. Grcgorius 1, Paus en Kcrkleoranr* Sacerdoles. 2o gob d en laatste Evangelie v. d. quatertemperdag. 3e gebed voor dei: Paus. Credo. Kleur: Wit. De H. Mis v. d. dag: Inlref. 2e gebod v. d. .H. Grcgorius; 3e voor den Pans. Grcgorius, om den glans ijner deug den en edele daden „de Groote'* bijge naamd, loefde, na het hoogo nmht der stad Rome te hebben bekleed, als een een voudig kloosterling. Op zijn verzoek als missionaris naar Engeland gezonden, r'ep Benedict us I hein nog op reis zijn Ik* terug, op éénparig aandringen van hot volle Na Paus Pelagius II op den StóeT van Petrus verheven, is Grcgorius zonder twijfel één der grootste pausen geweest. Geloofsverkondigers zond hij naar Enge land, met zachtheid en overtuiging tradiii te hij ketters te hekeéren. Bezorgd was hij voor de hem toevertrouwde kudde, zoo als ujt zijne nagelaten proekon blijkt. Een. krachtig bevorderaar is dc heilige ook geweest van do wetenschap. Verwonderd, staan wij, hoe hij, ondanks zwakke g'- zondbe:d en aanhoudende zware zorgen, ons zoovele en zoo mooie geschriften heeft kunnen nalaten. In de kerken der E.E. P.P. Franciscans». ZONDAG 2o gebed v, d. II. Coleta, Maagd 3o v. d. H.H. Perpeti\a' cn Felieitas. WOENSDAG Mis v. «I JI. Cal na y i n a v a n Bol o g n a, MaagdVultum luum. 2c gebed v. d, II. Franoisca, 3c v. d. dag. VRIJDAG. Mis v. d Z. Z.'Joann - B a p t ïs la va n F a b v i a n o o u G h r i s top h o r u s v au Mil a a v Coilfileantur. 2e gebed v. d. dug; 3c A Cunct:s. Kleur: VV i t ZATERDAG. In slillo II. II Missen ma.-r naar verkiezing worden gebeden het ge bod v. d. Onbevlekte Ontvangenis, wordt dc stille H. Mis v. d. dag gebeden, dan eveneens, maar laatste Evangelie van Maria, Onbevlekt Ontvangen. Amsterdam. ARB. M. KOK, pr. Ha, ha, Dus hij heeft hem te pakken, dat fatterige, blufferige beertje, die geen nota moi u gaarne in 't Grand Café" zal ont vangen. Wed. Russian". Catharina, riep Ribeyroux in verruk king uit, jij waart slimmer da» ik Die mevrouw Russian is tocb een best mensch Den eersten marktdag ga ik haar bedan ken cn bij zich zeiven voegde hij er aan toe laat ik mij op oen kop koffie Irac- leercn. ANECDOTEN. Anecdote, van Edison. Er is, begrijpelijkerwijze, de laatste da gen héél wat over den den thans tachtig jarige» Edison gepubliceerd. Laten wij die mededeelingen aanvu'Ien door in deze rubriek- te vertellen hoe do beroemde uit vinder de vrouw vond, met wie hij vele jaren gelukkig beeft geleefd. Op cc» dag, dat Edison achter den stoel van miss May Stillwell, een op zijn kan toor werkzaam zijnde jongedame, stond, draaide die zich piet oen ruk om. „Dat dacht ik weT', mompelde ze en hervatte meteen haar arbeid. „Wat dacht u wel?'' wensehte do baas te weten. „Dat u daar stond." „Hoezoo?'' „Ja bet is gek, maar ik voel altijd in tuïtief, dat u in mijn nabijheid bent." Nauwelijks bad May dit gezegd of Edi son boog zicli over haar heen cil zei: „Juffrouw Siillwcll, ik heb den laatste» lijd vèèl aan u gedacht cn.... enfin, als u mij wilt hcbbeD/ zou ik graag met u willen trouwen.'' „Maar mister Edisonnooit in mijn leven „Ik begrijp bot, kind, ik begrijp hel. Nooit in je leven heb je gedacht, dat die stijve, vervelende baas van je met zoo iets voor den dag zou komen. Maar...., denk ei' eens over. Bespreek mijn aanzoek met je moeder cn laat mij zoo gauw mogelijk weten boo jc over de zaak denkt. Als je mij accepteert, zouden wij eventueel aan staanden Dinsdag kunnen trouwen." Don volgenden dag gaf miss Stillwell den baas het jawoord en precies negen dagen later deed ze als mevrouw Edi-oii haar entréo in de bescheiden villa, die haar echtgenoot toentertijd zijn eigendom mocht noemen. Toen het jonge echtpaar zijn woning had bereikt, zei Ed ton le gen zijn vrouw; j,Besto kind, maak bet jo gemakkelijk cn excuseer mij een kwar tiertje., Ilc moet éven naar liet laborato rium, maar ik ben gouw terug." Vier, vijf uur Jater liep een van de vrien den, die uitgenoodigd was om met den heer cn mevrouw Edison op den huwelijks dag to d neer en, door don luin van 'do villa. Hij passéerde het laboratorium cn zeg, tot zijn verbazing, dat or licht brandde. „Inlfbdkers!" flitste het door zij» brein. Meteen had hij do deur al geopend. Tof zijn gi'oqtc verbazing vond hij Kdisa.i aan den arbeid „Maar kerel!" riep hij verbaasd, „wit doe jij hier?" „Ik werk.'' „Vandaag? Op je trouwdag?'' Onthutst keek Edison den vriend aan en riep toen lachend: „Kerel, wat een .ge luk, dat je bent gekomen, ;k had waarach tig heeleiiiaal vergeten, dat ik er eind.* enkele uren ccii vrouw op nahoud." Gemoedelijk. Gast (in een dorpshotel): Zeg vrien 1, dat is toch al te gek; daar zit 'n kat in het béd. Herbergier: O meneer, dat is niets, "r zit zeker een inuis onder de dekens. Dubbelzinnig. Moeder geeft, aan het kindermeisje rl* flesch voor kleine broer en zegt: Als 'l kind klaar is, schroef je den kop or af en zet 'm dan onder dc kraan. Geen sahbathschennis. Samuel: „Dat jassie heb jc voor tien gulden, gelük er mee." Isaak: „Hoe licb ik het nou met je, S.-v muel? Ik dacht, dat jc geen zaken deed op Sabbatli." Samuel: „Wel vrind, ecu jassic als daï jusaic voor tien guldendat is gccii zaken doen, dat is liefdadigheid." Liefdadigheid. Zeg, Wim, ik wóu wat beschadigd speelgoed naar het. ziekenhuis sturen» Heb jc misschien nog iets, wat er bij kailK Zeker, moeder, ik zal dadelijk een paar dingen kapot maken. Hei kookhoek. Rare smaak is ér aan dien pudding# zei mijnheer. Ja, zei hel jonge vrouwtje, ik kan het heuse!) niet helpen. Zoo ver v/as dl radio met liet recept, toen het ineens Af gebroken werd. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 13