WEEKREVUE.
INTELLECTUEELE JEUGD.
Mevrouw Mie leeft op liet oogenblik in
een sigarrrtbandjcswocde. Dat is een weel
de, die zij zich kan veroorloven, omdat
fcaar man een beste positie heeft met een
salaris, geheel en al naar evenredigheid
van zi'n praestaties.
Is het niet een eigenaardig verschijnsel,
dat iedere tijd zijn eigen uiting heeft, die
langzaam aan weer verdwiinen gaat om
plaats te maken voor een andere uiting van
ee" anderen tijd
Zoo hadden we den tijd van de. sluitze-
gels, lucifersmerken o. a., toen de kinde
ren winkel in, winkel «ii liepen om zoo
veel mogelijk verschillende soorten daar
van bijeen te verzamelen. Nu beleven we
den tijd van sigarenbandjes.
Och op zich zelf heb ik daar natuurlijk
niets tegen, want Mie wil per se dat ik
s; po ren rook van 10 en 15 cent per stuk
omdat er anders geen mooie bandjes om
heen zitten en gisteren zei ze nog tegen
mij, dat ze de kop wan de koning nog
nvste, maar toen ik haar vroeg of ze dan
terder conmloet was. werd ze nijdig; dat
js de keerzijde van de medaille.
Ik zei, dat dergelijke uih'neen eigenaar-'
d'g waren en dat is zoo. Want leven we
eigenlijk niet in een tijd, waarin voor
naïeve pleiziertjes, waarmede men zich
thuis vermaakt, geen plaats meer is? Wor
den we niet van allo kanten begraven in
weienschap van den meest verschillenden
tup-d?
De radio onderricht ons theoretisch op
ieder uur van den dag in de eerste begin
selen of meergevorderde wijsheid van heil
gymnastiek, hygiëne, litteratuur, land
bouw en anthropösophie. Wij lezen artike
len in de krant over de voedingswaarde
van verschillende spijzen, en het percen
tage vitaminen. dat zij bevatten, over schil
derkunst, theosofie en architectuur en al
len kunnen we morgen aan den dag cur
sussen krijgen, schriftelijk of mondeling,
waarin we leeren Fransch, Duitsch of
Fngelscb te radbraken, muziekgeschiede
nis, stenographic, of boekhouding voor het
huishouden,
Vergelijkt U dezen tijd maar eens met
oiep van vroeger. Waren wij niet don ko
ning to rijk, toen het eerste Fransche
brood en daarmede liet eenige vreemde
woord, la table de lafol, zijn intrede had
gedaan in onze hersenen, en toen wij het
woord aardrijkskunde konden zeggen zon
der erbij te hakkelen. Daar moet je tegen
woordig om komen.
De Fransche taal is van hooger hand af
geschaft, omdat do jeugd van lieden -reeds
van zooveel zaken on de hoogte is, dat het
Fransch er wel af kan.
Van al die huidige zaken weet ik niets af en
iederen dag sta ik doodsangsten uit, dat
mijn jongste zoon zal beginnen te praten
ever een „gloeistroomtransformator",
league" over „accu", „dynamo" en „anode-
batterij", dat hij mij zal onderhouden
over oen „gloeistroomtransformatir",
„weerstandsversterking" of „een laag fre
quente detector".
Hij redeneert met een doodonschuldig-
gezicht, over „miniwatt", „p.laatstroom-ap-
paraat" „penalty" en een „geforceerde cor
ner" en als we op straat loopen en hij hoort
een auto achter hem toeteren, dan weet
hij zonder om te zien mij to vertollen of
het een „Ford" een „Buick 1926" een
„Chrysslér Six" of een „Citroen" is en
aanstonds wikkelt hij je dan in een onder
houd over „dashboard", „bougie" en „zclf-
tintend gaslicht".
Waar blijft bovendien het vaderlijk ge
zag, als je jongste zoon over de andere,
zullen Tv o het maar niet eens hebben
jc ieder oogenblik met den mond vol tanden
iaat staan?
Eu toch het doet mij goed gaat
'sok bij hem momenteel con sigarenbandje
ioven alles.
Mijn heelo huishouden spaart sigaren
bandjes en do producten daarvan moet ik
leveren.
Overziet u de fetnTo gevolgen?
l.ijkwif lig ik sems nemeehtig terneer en
het piepend geluid dal uit mijn boezem op
stijgt kondigt reeds een naderend asthma
aan. Zoudf TT zooiets verwachte^ van een
zoo ontwikkelde jeugd:
Mij-Is het een raadsel en de oplossing
van dat raadsel, kan 'slechts schuilen in
rie afschaffing der tahaksbclastiiVgf want
de tegenwoordige jeugd' "haar hoogopgè-
voerdd wijsheid te ontnemen zal een on
mogelijkheid hli'l-en fc zijn;
aan de deur. Toen zij daar waren, bleven
zij slaan en keerden zich om. Hij maakte
Vnet zijn stok een kruis op den drempel en
zfiide luid:
Ik laat mij hangen, wanneer ik ooit
weer een voet zet in dit afzetterscafé
Toen gingen zij dé deur uit, gevolgd door
het gelach der bezoekers, die zich met die
scène vermaakt hadden;
Op zijn lioovö teruggekeerd, was 'het eer
ste, wat Ribeyroux deed, zijn hart lucht
to geven, door zijne vrouw het avontuur
van het koffiehuis te vertellen.
Het is toch God geklaagd, de lui zoo
af te zetten.
Dertig franks te vragen voor twee
kop koffie, waf een dieven.
De vrouw'bleef onverschillig voor die
geldquaestie, want zij had een vrijgevige»
aard. Zij deed haar best baar ma» te
kalmeereri.
Wat wil je maif? Gedane.zaken ne
men geen keer.
Ik weet het wel. Maar dat verhindert
niet dat 't afzetters zijn, de patroons van dat
„Grrrrand Café" (hij liet de ï's rollen)
Ja, afzetters, dieven, ch ik zal het óveral,
zeggen.
Acht dagen later kénde de gcheelo ge
meente do gesch vap de twee koppen kof
fie, en Ribeyroux, die hu gekalmeerd was
door die herhaalde ontboezemingen, begon
het langzamerhand te vergeten.
Maanden gingen voorbij, het werd Sep
tember. Een avond, dat Ribeyroux en zijne
vrouw op een steenen bank, die aap den
muur van hun huis gemetseld was, over
den oogst praatten, zagen zij oen kleinen
infanterist geheel bestoven en doodmoe op
hen toekomen,
Wat wil die? vroeg de man.
Hel is een militair. Ik geloof, dat er
een paar regimenten in de buurt zijn, die
quasie oorlog houden.
Do soldaat was intusschen genaderd,
beleefd, zijn képi in de band, vroeg bij
hun, of zij bom een bed wilden afstaan,
voor geld natuurlijk, voor één nacht Hij
vertelde, dat zijn regiment, het veertiende,
op drie kilometer afstands kampeerde, en
dat hij'doodop, al een week op slroo sla
pend of op den harden grond, een huis
was gaan zoeken, waar men hem een bed
wilde verhuren, opdat hij zijne pijnlijke
ledematen kon lalen uitrusten eu zijne
klachten vernieuwen.
Zeker wel, antwoordde de vrouw, wij
zullen u oen bed geven, en zelf.
Een ;hevige stoot met deu elleboog van
baar man belette baar bet verder sproken.
Haar ma» *umi baar apart, den soldaat
alleen voor de bank staan latend. Ribey
roux was vuurrood.
Wat heb jc? vroeg Catliarma.
Ik heb, dat die soldaat
Nu?
Dat is die mooie mijnbeer van het
„Grand Café", die afzetter, die mij dertig
franks rokende voor twee kop koffie.
Werkelijk?
Zeker, zeker, ik vergis mij niet. Je
begrijpt dus, dat wij hem dit moeten in
peperen, en bom het bed duchtig moeten
laten betalen.
De infanterist wachtte den uitslag van
bet onderhoud, dat hem niet verwonderde
want bij bad in Ribeyroux een der twee
bezoekers herkend, die men den cognac en
kirsch liet betalen, dacht hij.
Maar daar bij een welgevulde beurs bad,
zeide bij bij zicbzelven:
Nu, laat zijn, zoo het wil. Ik ben moede,
en ik heb behoefte aan rust.
Tusscheu- heerlijk frisch riekende lakens
genoot Henri Russian een weldadige rust
In de kamer daarnaast kan D-bey roux
LIED VAN DEZEN TIJD.
TRIJNTJES KLACHT.
Mijnheer do Redacteur!
Waar gaai
We toch in Godsnaam heen?
'k Zie daar een advertentie staan,
Zoo zag ik er nog geen.
De liefde raakt in miscrediet,
Want higr maakt reeds een bruid
't Engagement, zooals U ziet,
Per advertentie uit.
Neen, dan in onzen jongen tijd,
Ik bloos er du nog van,
Toen vroeg mij iemand, maar Pa zei:
Daar is geen denken an.
Die bleeksnuit is nog veel le jong
En bij verdient geen duit,
En zoo was toon met ,eenc sprong
De heelo liefde uit.
In' liet Hamburger Frpmden-
bhtf, kondigde een jongedame
per .advertentie bet einde harcr
verloving aan.
Ik liep des avonds nooit op straat,
Dat komt ook niet te pas,
En Moeder wist des avonds laat
Steeds waar baar dochter was.
Als er een jongmensen om je kwam,
Dan ging bij eerst naar Pa,
En als die de beslissing nam
Dan was het nee of ja.
Nu wordt bet - eerst meestal op straat -
Zoo maar eens geprobeerd,
En van do honderd keeren gaa
Het lacbtigmaal verkeerd.
Mijnbeer de redacteur, dat kan
Zoo tocb niet langer gaan,
Want daar komj maar ellende van,
Daar kunt U van op aan.
Het is maar lachen en plcizicr,
Het wordt mij droef to moo,
De jonkheid zwelgt in pret en bier;
Waar moet dat tocb naar toe?
Ik zit maar bij mijn poes en prijs
In 't lato avonduur,
Het oud geslacht, dat was eerst wijs
Hoogachtend,
Trijntje Zuur.
TROUBADOUR
wilde nemen van zijne klacht cil met de
politie gedreigd bad het vorig jaar.
Ifa,.ha. Hij zou eens zien, hoe papa
Ribeyroux zich wreekt Om te beginnen,
zou bij hem voor do kamer veertig frank
berekenen; Veertig frank.Dal is piet.ge
noeg. Vijftig frank. Ja, dus vijftig frank.
Eu de schoenen en slobkcwiseu vol mod
der, die Catharina. morgen vroeg zal
schoonmaken, wel nu nog mooier, als die
moöic jongen er niet voor betalen zou, zeg-
kren wij tien frank. Wat kan ine» lieni nog
meer rekenen? O, ja, de melk, een kop lek
kere warme melk mej een snede brood,
wanneer hij wakker wordt, want de vol
gende dag is rustdag, én de soldaat heeft
gevraagd hem te late». doorslapen
Ja, ja, ventje,'-redeneerde de boer
bij zich zeiven, slaap zoo lang je wilt; maar
je beurs zal liet morgen voelen
Eén zaak hindert Ribeyroux, hij moet
zeer vroeg op naar hel nabij«/o!egou
•?orp. Daardoor zal hij het genot missen,
bij dp afrekening te zijn. Maar Catherina
zal- zijn orders opvolgen.
F» zijn vrouw wekkend in den nacht,
geeft hij haar op gedempte» tdon zijn op
dracht.
Je verstaat mij goed, vrouw, morgen
ochtend zijn schoenen en slobkousen
schoonmaken, en als hij wakker wórdt laat
hom zooveel melk pu brood gebruiken als
ij lust. Maar denk aan de rekening vör-j
sta je goed?
Ja, ja.
Je rekent hem het Led veertig frank;
de kaars.
Welke kaars?.
Nou, die bij gekregen heeft.
Het was maar een klein eindje.
Dat komt er niet op aan. Hij moet
het toch betalen met drie frank.
Drie frank.
Ja boud jc mond, Je berekent tien
frank dat is niet te veel voor hof laar
zen poetsen. Dat is nu al clrio o» vijftig
frank. Dan zeven frank voor de melk, dat
is zestig frank rond. Hé, hé".
Recht in zijn schik'Wreef do boer zich
in de. handen; maar de vrouw, verstomd
over dé brutaliteit van haar man, zooveel
te durven vragen, toonde hém hare verba
zing.
Zoo, zestig frank te. laten betalen aan
een mijnbeer voor eèji-bed cn de rest, is
dit zoo ere? En dan nog wel een mijnbeer
die ook niet bang is, eenvoudige mensehen
af te zetten. Je doet het als ik zeg. cn
zwijgt."
Tegen zeven uur in den ochtend kwam
Catharina on de tcepên de kamer van
haar zot% binnen, waar nu Henri Russian
sliép. Zij zette voor liet bed de schoenen
met slobkousen neder, die als spiegels
glommen, en kéék ïeemgszins nieuwsgierig I
haar haar gast.
Op den rug liggend, beide armc-n Loven
hef hoofd uitgestrekt,, sliep de pouee man
rusfig. De boerin keek hem in gedachten
•êd'.verteêdej'd aan,. .Zé dacht aan haar jon
gen, die ook in dienst was, en misschien
ook op een gastvrij bed rustte. En zich
de opdracht van haar man herinnerend
dacht zij: „Als inhalige lieden hem ook
maar niet villen, die arme Pierre."'"
Op dit Oogenblik opende baar gast
de oogen en begroette haar vroolijk met
een „Bonjour mama". Zij beantwoordde
zij» groet, door dit woord geheel verloe
derd, cn vroeg den jongen man, of hij over
het bed tevreden was, cn of hij goed ge
slapen had.
Ik heb geslapen, zooals geen koning
op zijn pronkbed slaapt. Wat 'n kostelijke
nacht.
Terwijl de boerin de melk op het, vuur
zette, sprong Henri het bed uil en zeide
bij zich zeiven: Ja zeker, ik heb oen
goeden nacht gehad, maar nu de reke
ning."
Hij vergiste zich Toen hij, met do» eet
lust di.cn de buitenlucht en lichaamsbewe
ging geven, een groöle kom melk en twee
sneden brood had verorberd, trok hij zijn
kapotjes aan, en proper geborsteld, frisch
en opgewekt, vroeg hij dc boerin:
En hoeveel ben ik u nu schuldig?
Niels, mijnbeer de soldaat-
De verraste jongeman hield aan:
Jk wil hiet dat. u al die moeite voor
niets had?
En zijne portemonnaie onenend, bood bij
een billet van 100 frank aan. Maar
vrouw Ribeyroux bleef hij haar stuk.
Neen, zeide zij, mUn man, toen hij
vanmorgen heenging, heeft ma op het. hart
gedrukt, goed voor u le zorgon, maar voor
al ceeu geld aan te nemen.
Geroerd door de kiesehheid va» dit op
treden drukte Lussian de Land van zijn
gastvrouw.
Jullie zijt brave lui, uw man on u
Ik zal mijne moedei' schrijven, hoe ik bier
ontvangen werd. Ik bedank u en verzoek
u vooral, uw man to bedanken voor mij
Haar man: Catherina dacht niet zonder
angst aaD hem. Hij zou haar zeker slaan,
wanneer zij hem hare vrijgevigheid be
kende. Maar toch, bel berouwde haar niet
wat zij gedaan had. Hij was zoo aardig, die
kleine infanterist, die haar aan haar zoon
herinnerde, haar besten Pierrot.
Haar vrees werd bevestigd. Ribeyroux
toen hij hoorde, hoe Catharina zijne or
ders had uitgevoerd, had een bui van
dolle woede, en hot scheelde maar weinig,
of hij had haar geslagen.
Voor den drommel, jc laat dus op die
manier een heertje vertrekken, die je man
heötgehad heeft, en die een aarts-afzetter
is. Ja, «en afzetter. Ach, wat heb ik
oen spijt, dat ik vanmorgen weggegaan
ben."
Zijn woede hield vier dagen aan. Zij
kwam tot bedaren door een aangename
verrassing, een brief, die» do postbode
bracht den morgen ven den vijfden dag. Do
boer, na hem van alle kanten bekeken to
hebben, zetto zijn bril op, en opende do
enveloppe. Hoe groot was niet zijn verwon
dering er een bankbiljet van 500 frank in
ie vinden en eeH blad papier, waarop
hij de volgende regels las:
„Hcl> dank voor betgeen u aan mijn
zoon gedaan hebt. Neemt dit aan als een
bewijs van mijne dankbaarheid en wanneer
u te Drives komt, vergeet dan niet, dal
geen oog dichtdoen, -zoozeor is bij in zijn
nopjes.
KALENDER DER WEEK.
N. D. Als niet anders wordt aangege
ven hoeft in deze week iedere H. M:s
Gloria, -geen Credo en de Prefatie van de
Vasten. In deze week is iedere dag ook
geoorloofd de H. klis v. d. dag. Zonder
Gloria en.Credo. Kleur Paars.
ZONDAG 0 Maart Eerste Zondag
v. d. Vasteïi. Mis: lnvocabit. Geen
Gloria 2e gebed v. d. H.H. Perpetua cn
Felieitas, Martelaressen. Credo. Kleur:
P a a r s.
God geeft ons nu weer den tijd, niet
aangenaam voor de zinnen, maar wel
voor do ziel: den heiligen Vastentijd.
Meer dan voorbeen moeten wij gedurende
d on tijd ons toonen: „dienaren van God
m alles" en door goede werken in den
geest van boete cn eerherstel arbeiden
aan het heil onzer onsterfelijke ziel (Epis
tel). 't Valt zwaar aan onze verstorven
natuur, doch doch door Christus, onzen
Zich in het H. Misoffer opoffcreuden
Middelaar, emeeken wij om Gods bulp,
waaraan het ons zeker niet ontbreken
zal. (Introïtus; Gradualo; Tractus; Offer
torium; St lgebed; Communi'o).
Het voorbeeld van den vastenden en
Zich verstervende» Christus moot ons be
moedigen; evenals Hij moeten wij stand
vastig zijn, wamver onze zielsvijand on
zen goeden wil aanvalt. (Evangelie).
MAANDAG 7 Maart. M i s v. d. 11
Th om s van A qi n o, Belijder en
Kerkleeraar. In medio. 2o gebed en laat
ste Evangelie v. d. dag. Credo. Kleur:
"VVi t.
Do H. Mis v. d. dag: Sieul oculi. 2e ge
bed v. d. II Thomas.
Op een allerheerlijkste wijze vereenigt
de H. Thomas in zich deugd en weten
schap.
'Door zijne boog-wclenscbappelijkc ver
ken heeft hij do H. Kerk onschatbare
diensten bewezen cn zal hij blijven bewij
zen. In zijne werken blijft hij de mach
tige bestrijder van alle dwalingen.
DINSDAG 8 Maait Mis v. d. 11. Jo
annes de Deo, Belijder: Os Justi. 2e
geb.il en laatste Evangelie v. d. dag.
Kleur; kV i t.
De II. Mis v. d. dag: Domino. 2e gebed
v. d*-H. Joannes
De H. Joannes de Deo (van God) is een
groote .trooster geweest en een vriend der
zieken. Zijne medelijdende liefde voor do
lijdende menschheid maakte hem tot stich
ter van de Hospitaalbroeders van SI.
Jan.
WOENSDAG 9 Maart Q u a t e r t o m-
p o r <1 a g. Geboden vasten- e n
o n t h o u d i n gs dag. Mia v. d. II.
F i' a u e ica R o m a n a "Weduwe: Cog
uovi. 2e gebed en laatste Evangelie v. d.
quatertemperdag. Kleur: W i t.
Do H. Mis'v. d. dag: Remiuisccre. L'c
:ebed v. d. H. Francisco.
Francisca, te Rome - uit aanzienlijke
ouders geboren, bezat vanaf haar prille
jeugd een heerlijke godsvrucht. Op 11
jarigen leeftijd verlangde zij het klooster
te gaan, om daar te leven voor God,
Doch hare ouders wilden dat zij zou hu
wen, hetgeen Francisco* uit gehoorzaam
heid hoeft gedaan. Als gehuwde vrouw is
Francisco een prachtig voorbeeld, dat ons
laat. zien, dat wij om heilig te w or-
d e.n mi et noodzakelijk d c we
reld in óe t e n ver la t en on naar
hot klooster moeten gaan. Ge
durende veertig jaren van haar huwelijk
wist zij de voorschriften van den gods
dienst met hare plichten van vrouw en
moeder volkomen te vereenJgenmidthus
in hare werkzaamheden, aan horen Jc-*
vensstaat verhouden, wist zij haar li art
steeds (e verheffen naar den hemel»
„G o d l e vinden iil hare hui s e-
1 ij k o h e z rg b e d e n" zooals zij het
zelve u i(drukte. Na den dood van haren
echtgenoot liet zij haar huis aan baar
overgebleven zoon en verzocht opgeno
men te worden in een gemeenschappelijk;
tehuis voor vrouwen, door haar zelve»
gesticht. Tegen haar wil werd zij Ovovstu
en als zoodan'g was zij eon uitstekend
voorbeeld voor hare medezusters in liet
onderhouden van den H. Regel totdat zij
den Oen Maart 1440 deze aarde verliet.
DONDERDAG 10 Maart. Mis v. d iï
Martelaren van S eb as te: Clave-
runt. 2e gebed en laatste Evangelie v.
d. dag: Confessio. 2e gebed v. d. If. Mar
telaren; 3e A. Cunctis.
Een ware marteling hebben deze mar li)
laren voor het U. Geloof doorstaan. Ont
kleed werden zij in den nacht blootges.'1 M
aan de strenge koude en het toevriezem!
water, in dc nabijheid van oen warm
bad. Eén hunner werd afvallig. God ech
ter verhoorde ljunne bede. Want toch
zijn zij met 40 gekroond. Eén dc wach
ters n.l. beleed Christen te zijn cn ver-
eon'gdo zich mot.de negen en dertig ge
loofshelden in den maiicldopd.
VRIJDAG 11 MaaxL ffüatortom-
p c r d a g Gcbodc n va s t c n- e u
o n t b o u di n g s d ag. Mis v. d. ÏI.
Grcgorius 1, Paus en Kcrkleoranr*
Sacerdoles. 2o gob d en laatste Evangelie
v. d. quatertemperdag. 3e gebed voor dei:
Paus. Credo. Kleur: Wit.
De H. Mis v. d. dag: Inlref. 2e gebod
v. d. .H. Grcgorius; 3e voor den Pans.
Grcgorius, om den glans ijner deug
den en edele daden „de Groote'* bijge
naamd, loefde, na het hoogo nmht der
stad Rome te hebben bekleed, als een een
voudig kloosterling. Op zijn verzoek als
missionaris naar Engeland gezonden,
r'ep Benedict us I hein nog op reis zijn Ik*
terug, op éénparig aandringen van hot
volle Na Paus Pelagius II op den StóeT
van Petrus verheven, is Grcgorius zonder
twijfel één der grootste pausen geweest.
Geloofsverkondigers zond hij naar Enge
land, met zachtheid en overtuiging tradiii
te hij ketters te hekeéren. Bezorgd was
hij voor de hem toevertrouwde kudde, zoo
als ujt zijne nagelaten proekon blijkt. Een.
krachtig bevorderaar is dc heilige ook
geweest van do wetenschap. Verwonderd,
staan wij, hoe hij, ondanks zwakke g'-
zondbe:d en aanhoudende zware zorgen,
ons zoovele en zoo mooie geschriften
heeft kunnen nalaten.
In de kerken der E.E. P.P. Franciscans».
ZONDAG 2o gebed v, d. II. Coleta, Maagd
3o v. d. H.H. Perpeti\a' cn Felieitas.
WOENSDAG Mis v. «I JI. Cal na
y i n a v a n Bol o g n a, MaagdVultum
luum. 2c gebed v. d, II. Franoisca, 3c v.
d. dag.
VRIJDAG. Mis v. d Z. Z.'Joann -
B a p t ïs la va n F a b v i a n o o u
G h r i s top h o r u s v au Mil a a v
Coilfileantur. 2e gebed v. d. dug; 3c A
Cunct:s. Kleur: VV i t
ZATERDAG. In slillo II. II Missen ma.-r
naar verkiezing worden gebeden het ge
bod v. d. Onbevlekte Ontvangenis, wordt
dc stille H. Mis v. d. dag gebeden, dan
eveneens, maar laatste Evangelie van
Maria, Onbevlekt Ontvangen.
Amsterdam. ARB. M. KOK, pr.
Ha, ha, Dus hij heeft hem te pakken, dat
fatterige, blufferige beertje, die geen nota
moi u gaarne in 't Grand Café" zal ont
vangen.
Wed. Russian".
Catharina, riep Ribeyroux in verruk
king uit, jij waart slimmer da» ik Die
mevrouw Russian is tocb een best mensch
Den eersten marktdag ga ik haar bedan
ken cn bij zich zeiven voegde hij er aan
toe laat ik mij op oen kop koffie Irac-
leercn.
ANECDOTEN.
Anecdote, van Edison.
Er is, begrijpelijkerwijze, de laatste da
gen héél wat over den den thans tachtig
jarige» Edison gepubliceerd. Laten wij
die mededeelingen aanvu'Ien door in deze
rubriek- te vertellen hoe do beroemde uit
vinder de vrouw vond, met wie hij vele
jaren gelukkig beeft geleefd.
Op cc» dag, dat Edison achter den stoel
van miss May Stillwell, een op zijn kan
toor werkzaam zijnde jongedame, stond,
draaide die zich piet oen ruk om. „Dat
dacht ik weT', mompelde ze en hervatte
meteen haar arbeid.
„Wat dacht u wel?'' wensehte do baas
te weten.
„Dat u daar stond."
„Hoezoo?''
„Ja bet is gek, maar ik voel altijd in
tuïtief, dat u in mijn nabijheid bent."
Nauwelijks bad May dit gezegd of Edi
son boog zicli over haar heen cil zei:
„Juffrouw Siillwcll, ik heb den laatste»
lijd vèèl aan u gedacht cn.... enfin, als
u mij wilt hcbbeD/ zou ik graag met u
willen trouwen.''
„Maar mister Edisonnooit in mijn
leven
„Ik begrijp bot, kind, ik begrijp hel.
Nooit in je leven heb je gedacht, dat die
stijve, vervelende baas van je met zoo iets
voor den dag zou komen. Maar...., denk
ei' eens over. Bespreek mijn aanzoek met
je moeder cn laat mij zoo gauw mogelijk
weten boo jc over de zaak denkt. Als je
mij accepteert, zouden wij eventueel aan
staanden Dinsdag kunnen trouwen."
Don volgenden dag gaf miss Stillwell
den baas het jawoord en precies negen
dagen later deed ze als mevrouw Edi-oii
haar entréo in de bescheiden villa, die
haar echtgenoot toentertijd zijn eigendom
mocht noemen. Toen het jonge echtpaar
zijn woning had bereikt, zei Ed ton le
gen zijn vrouw; j,Besto kind, maak bet jo
gemakkelijk cn excuseer mij een kwar
tiertje., Ilc moet éven naar liet laborato
rium, maar ik ben gouw terug."
Vier, vijf uur Jater liep een van de vrien
den, die uitgenoodigd was om met den
heer cn mevrouw Edison op den huwelijks
dag to d neer en, door don luin van 'do
villa. Hij passéerde het laboratorium cn
zeg, tot zijn verbazing, dat or licht
brandde.
„Inlfbdkers!" flitste het door zij» brein.
Meteen had hij do deur al geopend. Tof
zijn gi'oqtc verbazing vond hij Kdisa.i
aan den arbeid
„Maar kerel!" riep hij verbaasd, „wit
doe jij hier?"
„Ik werk.''
„Vandaag? Op je trouwdag?''
Onthutst keek Edison den vriend aan
en riep toen lachend: „Kerel, wat een .ge
luk, dat je bent gekomen, ;k had waarach
tig heeleiiiaal vergeten, dat ik er eind.*
enkele uren ccii vrouw op nahoud."
Gemoedelijk.
Gast (in een dorpshotel): Zeg vrien 1,
dat is toch al te gek; daar zit 'n kat in
het béd.
Herbergier: O meneer, dat is niets, "r
zit zeker een inuis onder de dekens.
Dubbelzinnig.
Moeder geeft, aan het kindermeisje rl*
flesch voor kleine broer en zegt: Als 'l
kind klaar is, schroef je den kop or af
en zet 'm dan onder dc kraan.
Geen sahbathschennis.
Samuel: „Dat jassie heb jc voor tien
gulden, gelük er mee."
Isaak: „Hoe licb ik het nou met je, S.-v
muel? Ik dacht, dat jc geen zaken deed
op Sabbatli."
Samuel: „Wel vrind, ecu jassic als daï
jusaic voor tien guldendat is gccii
zaken doen, dat is liefdadigheid."
Liefdadigheid.
Zeg, Wim, ik wóu wat beschadigd
speelgoed naar het. ziekenhuis sturen»
Heb jc misschien nog iets, wat er bij kailK
Zeker, moeder, ik zal dadelijk een
paar dingen kapot maken.
Hei kookhoek.
Rare smaak is ér aan dien pudding#
zei mijnheer.
Ja, zei hel jonge vrouwtje, ik kan
het heuse!) niet helpen. Zoo ver v/as dl
radio met liet recept, toen het ineens Af
gebroken werd. -