WOENSDAG 2 MAART 1927 18e Jaargang. No. 5505 $e Cekióelic (Bou/tomt ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling )r LeideD 19 cent per week I 2.50 per kwartaal onze Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaal, rsnco per post 1 2.95 per kwartaal. [ei Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver- fljgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor- itbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct.. met Geïllustreerd ndagsblad 9 ct Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen I. Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. II DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advertentlën 30 cenl per regel Voor Ingezonden Medcdeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. s Kleine adverlentlön. van ten hoogste 80 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en ver huur, koop en verkoop 10.50. nummer bestaat uit TWEE BLADER. De Vastenmandementen. III. Het dragen van de kruisen. 2. D. H. de Bisschop van Breda, Mgr. p Hopman, houdt zijn diocesanen voor, jé kruisen in onderwerping aan Gods Heiligen Wil te dragen. gunnen wij, dierbare geloovigen, ons trüis niet' ontvluchten, laten wij dan van jen nood een deugd maken en liet dragen mei geduld en onderwerping aan Gods H. Wil, zonder ontevredenheid en zonder kla gen zeggen wij met onzen lijdenden Za- igmaker tot den hemlschen Vader: Niet nija wil, maar Uw wil geschiede. Denken pe dikwerf aan de troostende woorden van fhomas van Kempen (2, 12): In het kruis b heil, in het kruis het leven, in het kruis «scheming tegen de vijanden, in het kruis irervloed van hemelschen troost, in het ruis zielskracht, in het kruis geestes- neugde, in het kruis het toppunt der déugd, in het kruis de volmaking der hei igheid. Dragen wij het kruis onwillig, dan ma- ;en wij ons een last en bezwaren wij ma zelve te meer en moeten wij het toch ragen. Werpen wij één kruis van ons af, rij zullen ongetwijfeld een ander en wel- icht een zwaarder vinden". „Vooral onder den aanstaanden vasten- ijd, waarin ons het bitter lijden van den jaÜgmaker zal worden voor oogen gesteld oor vastenmeditaties en door het verrich- van den kruisweg, zullen wij ons be ieren om de overgezonden kruisen ter na- olging van Jesus in gelatenheid te dra- enl 't Is waar, soms zijn er zware kruisen torsen! Hoevelen ondervinden tegenslag hun zaken! Hoe menig jeugdige per- oon ligt aan het bed van smarten gelduis erd, soms jaren lang! Uit hoevele huis manen is de levensvreugde gebannen egens oneenigheid! Hier zit eene moeder iet haar kinderen te treuren over het Hartelijk verlies van een vader,- die de «twinner was van een talrijk gezin; tar gaat een man gedrukt over het af- erven zijner vrouw, die de troost was van m familiekring. Hier kwijnen vader en Ier weg om een teergeliefd kind, hun i, hun kroon, hun vreugd?, dat in lugdigen leeftijd aan hun liefde is ont- ïkt; daar gaat een huisgezin ten gronde egens aanhoudende huiselijke welerw.iar u. Menig huisgezin stort beken van auen en is ten prooi aan diepe armoede regens dronkenschap of geldverspilling m den vader. Hoe dikwerf treft gij ouders an, wien het zieleleed op het aanschijn bat to lezen wegens het onwaardig ge- rag van een ontaarden zoon! En waar zijn iet te vinden medelijdenswaardige zielen door gewetensangsten, bekoringen on oosteloosheden worden gekweld. Vergeten we in die uren van zware be roering niet, beminde diocesanen, dat hristus voor ons heeft geleden, ons een torbeeld nalatende, opdat wij Zijn voet lappen zouden drukken. Wij zullen Hem algen, edelmoedig en opofferend ons kruis ragen, gesterkt door de kracht, die Hij os zal mededeelen, als wij tot Hem onze tevlucJit nemen. Jesus zelf noodigt ons it tot Hem te kome: „Komt tot Mij allen, ie vermoeid en beladen zijt en Ik zal u erkwikken, gij zult rust voor uwe zielea inden" (Matth. n, 28). En God zal niet •elaten, dat gij boven uwe krachten bo- roefd wordt". Ten slotte wijdt Z. D. H. ook enkele 'oorden aan de verkiezingen en rijst er o.a. op, dat de Katholieken zich aarbij onderling liefdevol hebben te ge- ragen. m Dierbare diocesanen, onzen vastenbrief togen wij niet eindigen, zonder nog een 'olgemeend vaderlijk woord tot U allen richten, betreffende de verkiezingen, die banden zijn Niets meer dan verkie zen is in staat de gemoederen op te keepen en medeburgers tegen elkander a bet harnas te jagen. Wij, die over u fcZld zijn en over u allen rekenschap uilen moeten geven bij God, wij rekenen ll?t tot onzen duren herderlijken plicht, u Bgen dat gevaar te waarschuwen. In het gemeen belang tot behoud van de eenheid n a vrede en tot ieders geluk en tevre- enueid in het bizonder, smeeken wij u et den meesten aandrang, dat gij allen •Mrachtig zult samenwerken voor de ka- oüeke zaak, dat gij de Katholioke rgamsatie zoo krachtig mogelijk I sleunen, dat ieder zich zal beijveren o onderlinge liefde niet te schenden en i zorgvuldig zal onthouden den goeden jun vau anderen te bekladden. Wij ver- „rtn jast' ^at naar d0 stem van uw herder zult luisteren, zooals gij met "izenswaardige bereidwilligheid in het wlWen gedaan hebt". De waarde van hei Geloof. l' P' TL de Bisschop van Roermond, nhi-ï f j ^"nen» behandelde in zijn Vas- (5 .^waarde van het Geloof, minne i~dzijden van het Evangelie prij- ted r, f0toof aan, als de bron van alle alle heil, van alle zaligheid. Het geloof alleen is natuurlijk niet vol doende; het moet gepaard gaan met de goede werken, anders is het, zooals de apostel zegt, een dood geloof. De werken echter vloeien ook voort uit de bron des geloofs. Er staat immers ge schreven: „de rechtvaardige leeft uit het. geloof". „Wie gelooft en gedoopt is, zal zalig worden"; „wie in den Zoon gelooft, heeft het eeuwig leven;" „alwie leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid". In zulke bewoordingen stelt Jezus de eeuwi-, ge zaligheid in het" verschiet voor de ge- loovige ziel. Allen, die bewijs geven van een groot geloof, kunnen rekenen op Gods hulp in de nooden van dit leven. De H. Schrift staat vol van gunsten, die Jezus schonk aan hen, die met groot geloof tot Hem kwamen En telkens klinkt uit Jezus' mond: „U geschiede overeenkomstig uw geloof". Niet genoeg kunnen wij den goeden God danken, dat Hij ons dit heilig geloof heeft ingestort; maar zoowel de dank voor die weldaad, als ons eigen belang vorderen, dat wij het geloof steeds levendig in ons houden, steeds meer en meer ontwikkelen en versterken. Vooral in onze dagen hebben wij een sterk geloof noodig, dat bestand is tegen de in kracht en aantal toenemende geva ren, die het bedreigen. Steeds driester tre den de vijanden van Christus op, om ons met woord en geschrift te overtuigen, dat wij niet in het geloof ons geluk vinden, maar in de volle vrijheid van denken, in de onbeperkte vrijheid van handelen, in het vrije genot van wat de wereld ons aanbiedt. -Wie naar die verleidende stem luistert, laat zich voeren op een weg, waar de duisternis der dwaling het oog blind maakt voor de waarheid; waar de kracht niet te vinden is, die de driften beteugelt, waar nergens een troost wordt - geboden aam liet lijdend mensciiènhart in de weder waardigheden des levens. Niets ter wereld geeft ons dat licht, schenkt ons die kracht, biedt ons dien troost, dan het geloof in God en in Hem, Dien Hij gezonden heeft: Jezus Christus. Het geloof is een licht voor den men- schelijken geest. Dat licht ontsluiert den mensch de Goddelijke geheimen, die het ge schapen verstand niet kan achterhalen, zooals het geheim der H. Drievuldigheid, ■Geholpen door dit licht zal de mensch ook gemakkelijker de natuurlijke waarheden van den godsdienst leeren kennen". Na verder te hebben uitgeweid over de groote Godsgave van het Geloof, besluit de Bisschop: „Beveiliging van uw geloof; maar ook vermeerdering en versterking ervan is noodig. En dit geven u de oefeningen van gods vrucht en wel bijzonder 'n ijverig en voort durend gebed en een godvruchtig, veelvul dig naderen tot de H.H. Sacramenten. In 1925 hebben wij een gebed „voor het be houd des geloofs" voorgeschreven, dat op Zon- en feestdagen onder het Lof moet gebeden worden. Wat Wij toen bij deze bepaling gevoegd hebben, willen Wij hier herhalen: „Wij verzoeken iederen geloo- vige voor het behoud des geloofs in ons dierbaar Limburg dit gebed dagelijks te verrichten: dikwijls een H. Mis te hooren en veelvuldig de H. Communie te ontvan gen. Bijzonder vragen Wij dit van de kin deren". BUITENLAND Duitschland Uit het bezette gebied. Geen militaire oefeningen op den R ij n. De intergeallieerde commissie voor het Rijnland heeft medegedeeld, dat volgens een voorloopige beschikking van het op perbevel van het Fransche leger, in 1927 het bezettingsleger de in vorige jaren ge bruikelijke oefeningen in het slaan van bruggen over den Rijn achterwege zal la ten. Naar Duitsch-Poolsche toenadering. Berlijn ziet van een gewichtig en e i s c h af. Vorige week zijn nieuwe besprekingen geopend tot bijlegging van liet Duitsch- Poolsche conflict. Inmiddels heeft Duitschland zijn eisch laten vallen, om de kwestie der uitwij zingen bij afzonderlijke onderhandelingen, dus los van de besprekingen over het slui ten van een Duitsch-Poolsch handelsver drag, te regelen. Te Warschau heeft men namelijk den Duitschen gezant er op ge wezen, dat een speciale regeling der uit wijzingsproblemen wegens de bestaande verhoudingen ten aanzien van andere sta ten met name zal hierbij wel aan de verhouding van Polen tot Sovjet Rusland zijn gedacht een precedent zou schep pen, dat voor Polen niet aanvaardbaar is Echter heeft Polen zich bereid verklaard, zekere kwesties, die op de onderhandelin gen over een Duitsch-Poolsch handelsver drag betrekking hebben, volgens bepaalde richtsnoeren te regelen, die neerkomen op voor Duitschland gunstige wijzigingen. Voorts wijst men er te Warschau op, dat do politiek der uitwijzingen geenszins uitsluitend tegen Duitschland is gericht, maar dat door de desbetreffende bepalin gen in den laatsten tijd ook een groot aan tal Tjsechoslowaken en Engelschen, en zelfs Franschen, in Poolsch Opper-Silezië zijn getroffen. Alhoewel de bestaande moeilijkheden nog volstrekt niet uit den weg zijn ge ruimd. hoopt men in Duitsche officieele kringen toch, dat het op de aangeduide •wijze mogelijk zal zijn, met Polen tot over eenstemming in de kwestie van het ves- tingsrecht te komen. Volgens berichten uit Kattowitz is in middels liet bevel tot uitzetting van den di- receur der „Graflich Henkei Donnersmark sche General-Verwaltuug", Schulz.door de Poolsche autoriteiten ingetrokken, terwijl tevens het beslag, dat tegelijk met de uit vaardiging van het uitzettingsbevel op het vermogen der „General-Verwaltung" werd gelegd, is opgeheven. Frankrijk. De schuldenkwestie. Een voorloopig accoord met de Ver. Staten. Poincaré heeft in deD Franschen mi nisterraad medegedeeld, dat een voorloo pige Fransch-Amorikaansche overeen komst in zake de schu'den is bereikt vol gens welke de Fransche regeering aan de V. S. op 15 Juni a.s. tien millioen dol lar zal betalen op rekening van de huidige schuld van Frankrijk aan de V.S., waarbij tevens is overeengekomen, dat dit bedrag in mindering zal komen der annuiteiten, voorzien in het accoord tot consolidatie der schulden, dat door het Amerikaan- sche Congres en het Fransche parlement geratificeerd zal worden. Frankrijk zal voortgaan betalingen te doen op rekening van de schuld voor do overgenomen oor- logsvoorraden. In do voorloopige overeenkomst is be paald, dat de regeling in niets vooruit loopt op de ratificatie van bet accoord tot consolidatie der schulden, dat op 29 April 1926 werd afgesloten. Frankrijks veiligheidsmaatregelen. Verklaringen van den min. van oorlog. Painlevé, de minister van oorlog, heeft. in een onderhoud met een redacteur van den „Petit Parisien" gesproken over de militaire organisatie, die Frankrijk voor zijn veilig} eid tot stand zal brengen. Hij begon met de verklaring, dat hij het geheel eens is, met de buitenlandsche po litiek van Briand en hoopte, dat er eens een tijd zal komen, waarin een oorlog tus- schen twee naties in Europa even mogelijk zal zijn als een oorlog tusschen twee sta ten der Vereenigde Staten van Amerika. Frankrijk heeft geen anderen wensch dan de toenadering tusschen de verschil lende naties te bevorderen en het denk beeld van den vrede te dienen, wat echter niet wegneemt, dat het ook moet denken aan de organisatie van zijn eigen veilig heid. Volgens de organisatie, zooals die voor de toekomst is gedacht, zullen de kolonia le troepen geheel op zich zelf staande, van het overige leger afgescheiden corpsen vor men. Do troepen, die voor de verdediging van het rijk in Europa zijn bestemd, moe ten, teneinde hun kracht geheel te kun nen ontplooien, op de medewerking van de geheele natie steunen. Daarvoor is noo dig, dat 'tie open grenzen van Frankrijk door oen stelsel van groote. vestingwerken worden beschermd. De tegenwoordige ves tinggordel ligt te vel naear achter, terwijl de vestingen in Lotharingen met haar front niet naar het Oosten zijn gelegen. Dat de noodzakelijke werken tot nu toe niet zijn uitgevoerd, Is in hoofdzaak een gevolg van financieele moeilijkheden. Frankrijk heeft zijn milliarden eerst noo dig gehad voor het herstel van zijn ver woeste gebied. Wat liet plan van den vestinggordel be treft, is het niet gemakkelijk geweest om tot overeenstemming te geraken, daar er verschillende tegenstrijdige opvattingen waren. Eenigen wenschten een aaneen- sluitenden gordel van vestingen van Duin kerken lot Belfort, anderen slechts ver sterkte plaatsen, waarop de aanvalsbewe- gingen zouden kunnen steunen. In de eerste plaats zullen die werken worden uitgevoerd, waardoor de grens van 1870, de nieuwe grens van Frankrijk, ver dedigd zal worden. Alle andere werken hebben slechts een aanvullend karakter. Met do voornaamste werken zal in Juli worden begonnen en het werk zal dan on afgebroken worden voortgezet. Het is natuurlijk een werk, dat zeer lang zal duren en de uitvoering zal van den financieclen toestand van Frankrijk afhangen. Doch ook de grootste en best doordachte verdedigingswerken bieden nog geen afdoende bescherming en daarom is het de helangrijkte taak, te.werken voor het behoud van den vrede. Marokko Weer levendigheid in het Rif. De Parijsclie bladen melden uit Rabat, dat de Spanjaarden in levendigen strijd gewikkeld zijn met do Ktama-benden, die in opstand, zijn. Dertig man der troe pen zijn gedood. China. DE CHINEESCHE KWESTIE. De strijd om Sjanghai. „De man die de stad zal redden" „Ik ben hier, dus is Sjanghai veilig'', aldus Tsjang Tsjoeng Tsjang, de militaire gouverneur van Shantoeng tot den cor respondent van de „Daily News" in de door de Kantonnee zen bedreigde groote havenstad van China. Tsjang was juist teruggekomen van een bezoek dat hij in den loop van den Zondag met Soen. Tsjooaai Fang, wiens troepen bij Hangkow zijn verslagen en dien hij in het comman do over Shanghai had opgevolgd, aan Soenkiang, 28 mijlen ten Zuid-Westen van Sjanghai, had gebracht. Tsjang was volledig in het khaki; hij is lang en zwaar gebouw;d en deze ex-koelie met zijn klein zwart snorretje, was de meest markante persoonlijkheid in de met gewapende soldaten gevulde kamer, waar hij den correspondent ontving. „Ik heb mijzelf voor Sjanghai verant woordelijk gesteld, en daarom is er thans geen gevaar meer", verklaarde hij. „Ik heb 250.000 soldaten voor den strijd klaar staan en nog 250.000 anderen in reserve. Met Tsjang ï'so Lin's troepen mee, kun nen we ten naaste bij een millioen man schappen tegenover de Kantonneezen in het veld brengen." „Hoeveel troepen hebt u naar Soen kiang gebracht?" vroeg de correspondent naar aanleiding van de geruchten, ais zouden slechts 1000 man daar zijn aan gekomen om Soen's verslagen leger te steunen. „Er zullen er spoedig meer dan genoeg zijn", gaf Tsjang ontwijkend ten ant woord; en hij voegde er aan toe, dat 4000 Russen gereed stonden. „Soen Tsjooan Fang cn ik zelf'', vervolgde hij, „zijn van morgen van Nanking gekomen en door gereisd naar Soenkiang om de bijzonder heden te regelen van mijn overname van de verdediging en de volledige samen werking van onze troepen te verzekeren. Er heerscht tusschen ons niet het miuste meeningsverscliil We zullen van het be gin tot het einde samenwerken om. de Kantonneezen in bedwang te houden. Mijn troepen zullen naar het front gaan, terwijl die van Soen achter het front zul len worden gereorganiseerd." „Gelooft u, dat de Kantonneezen wer kelijk plan hebben Sjanghai aan te val len, of zouden ze blijven waar ze thans zijn cn er zich versterken?'' Er loopen namelijk toenemende ge ruchten, dat de Kantonneezen bezig zijn zich in to graven. „De Kanlonnoezen zullen niet uit eigen beweging stand houden.", antwoordde Tsjang; „zij zijn uit op do wereldrevolutie en zouden zelfs met den val van Sjan ghai niet bevredigd, zijn. Maar ik zal zo tegenhouden.'' „Hebben ze Kasliing (70 mijlen ten Zuid-Westen van Sjanghai) reeds be reikt?" „Ik hoop, dat ze zoo ver mogelijk ko men, zoodat ik den strijd met hen kan aanbinden.'' Tsjang weigerde te zeggen, of hij zou trachten Hangkow te heroveren indien de Kantonneezen Soenkiang niet aanvielen. In tusschen gelooft men te Sjanghai, dat zoowel Noordelijken als Zuidelijken druk doende zijn tusschen Soenkiang en Ka sliing loopgraven aan te leggen, waar heide partijen zullen blijven tot onder handelaars de zaken geregeld hehben. „Indien de Kantonneezen de rooden buiten de deur zetten", vroeg de corres pondent nog, „zoodat ze een zuiver na tionalistische groep zijn, zou er dan kans bestaan op oen compromis tusschen Noord en Zuid?'' „Dat", zei Tsjang, „is een zaak waar over Tsjang Tso Lin heeft le beslissen.'' Mot Tsjang's komst te Sjanghai, merkt de correspondent nog op, is Soen Tsjooan Fang geheel van het tooneel verdwenen. Amerika Toch een vijf-mogendheden-ccnfercntie? In weerwil van het ongunstige antwoord van Frankrijk en Italië op Goolidge's voor stel aangaande een conferentie voor de ontwapening ter zee, wordt medegedeeld, dat de president hoopt, dat liet mogelijk zal zijn een conferentie tusschen de vijf groote maritieme mogendheden te organi- seeren. Amerika's interventie in Nicaragua. Aanslag op een militair transport. Zondag werden schoten gelost op een iroepenlrein dié een aantal Amerikaan- fcche mariniers van Leon naar Ghinandega vervoerde. De wagons werden geraakt, doch niemand werd gewond. Na dit inci dent gaf de opperbevelhebber last eiken aanvaller te achtervolgen, neer te schieten of gevangen te nemen. Een troep van 350 Amcrikaansche ma- HET VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Er is weer toenadering merkbaar tus schen Duitschland en Poten. Frankrijk heeft een voorloopig accoord getroffen met de V. S. omtrent de beta- lihg der schulden. Twee mijnrampen in Engeland. Ongs- veer 65 mijnwerkers gedood. (BuitenL Berichten, 2d© blad). BINNENLAND. Het ontwapeningsdebat in de Tweede Kamer. (Staten-Generaal, 2de blad). De communist en de soc.-democraten. (Bin nenland, (1ste blad). Het voorkomen van een groote ramp te Amsterdam. (Gemengde Berichten, 2de blad). LEIDEN. Geopend is de kliniek voor kinderziekten in het nieuwe Academisch Ziekenhui». (lste blad). Bezoek van H.M. de Koningin-Moeder en H.K.H. Prinses Juliana aan het Mu seum van Oudheden, (lste blad). riniers is vertrokken om de spoorweg van Granada naar Managua te bezetten. De liberale gezant van Nicaragua in Mexico heeft het Amerikaansche Roode Kruis verzocht hulp te bieden aan de vel© gewonde liberalen in Nicaragua, daar de Amerikaansche blokkade het importeeren van voeding8- ©n geneesmiddelen onmoge lijk maakt. Schending der onzijdigheid. Moxicaansche opstandelingen berecht. Uit Los Angelos, wordt geseind: De Mexicaansche oud-minister van oorlog ge neraal Estrada is tot 24 maanden gevange nisstraf en een boete van 10000 dollar veroordeeld wegens schending van de on zijdigheid dor V. S, Aoor aicb bezig te hou den met revolution^;iro bedrijvigheid tegen Mexico. Do leden van zijn staf werden elk tot meer dan oen jaar gevangenisstraf en groote boeten veroordeeld, Zeven-en-vijf tig leden van zijn „leger" werden tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Toenemende onrust in Mexico. Uit verschillende doelen van Mexico wordt een sterkere activiteit der opstande lingen gemeld, vooral in de staten Guada lajara en Durango en in de nabijheid van Tampico. De regeering deelt mede, dat bot optreden van deze kleine onsamenhangen de troepjes gemakkelijk te onderdrukken is. De federale troepen hebben San Fran cisco del Rincon weder in bezit genomen. BINNENLAND Vragen van Kamerleden. Le eigen zender van den K. R. O. Door den heer Droogleever Fortuyn zijn aan den minister van Waterstaat de vol gende vragen gesteld: 1. Is het bericht juist, dat de minister, krachtens artikel 3 van de Telegraaf- en Telefoouwet 1904, machtiging heeft ver leend aan de Ncderlandsche Christelijke Radio-Vereeniging en aan den Roomsch- Katholieken Radiohond voor den aanleg en het gebruiken van cori bij het station Hilversum to bouwen nieuwen zender voor den draadloozen omroep? 2. Indien dit juisf is, is de miuister dan bereid om mede te deelen, onder welke voorwaarden deze machtiging is verleend en in het bijzonder, of daarin is opgenomen een verplichting, om aan andere radiover- eenigingen des verlangd medegebruik van dien zonder te vorleenen? 3. Is, vóórdat deze machtiging werd verleend, nagegaan, of er ook andere radio- uilzendvereonigingen een zoodanige mach tiging wenschten aan te vragen? 4. Is door do verleende machtiging de golegenheid voor andere, bestaande of op te richten, radio-uilzendvereenigingen om een soortgelijko machtiging te verkrijgen vervallen of wordt zij daardoor belem merd? Het Ontwapeningsdebat in de Tweede Kamer. De communist aan het woord. Bij het ontwapeningsdebat in do Twee de Kamer de belangstellende lezer vindt daarvan een verslag in .liet 2de blad is gisteren de communist aan het woord ge komen. De Kumcroverzichtschrijver van de „Msbd." schrijft „De heer Dc Visser kan tevreden zijn, want ook gistermiddag heeft hij gezege vierd over zijn vijanden, zooals hij de so cialisten noemt. Al zijn we overtuigd, dat de socialistische pers niets dan hoon zal hebben voor ieder woord, dat ten voor- deelo van dezen spreker gezegd wordt, dient toch erkend, dat hij een niet onver dienstelijke rede heeft gehouden. Do so ciaal-democraten, die voor de behandeling van dit ontwerp den mond val haddea

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1