MIDDAGJAPON.
No. 846. „Grepe Cicèló"k.één der namen
van de crepes georgette met fluweelen
bloompatroon en relief: do moest modieu
ze stof van bet winterseizoen.
Ze is uitstekend aan te wenden voor
bijgaand model. Het lijfje beeft een een
voudige overslag. De rok telt aan weers
kanten drie platte plooien in bet voor
pand gelegd vanaf den zijnaad. Ach
terkant glad. De bontgarnecring (seal,
bever, of in kleur bijpassend konijn) wordt
met flke plooi trapsgewijs breeder en
loopt langs het heele achterpand door.
Do manchetten en een smal vierkant
kraagje, beginnend op den schoudernaad,
lijn eveneens van bont. On der japon in
bijkleurende grenadïue.
CHIQUE MANTEL.
No. 840 Model van zware zijden velvet
in wijnroodo tint. Boven- en onderge
deelte zijn op een zeer nauwe ceintuur
gezet hei eerste met een ruirno blou-
eing boven de taille vooral ook in den
breed ingezetten rug. Do bontgarneering
van bever, heeft op sommigo plaatsen oen
zeer epecialen snit waarvan de teekening
den vorm tcont. Voor de voering kieze
jnen een effen bijpassend rose satijn.
Men kan dit model ook als eenvoudige
avondmantel gebruiken; in dit geval zal
een roso of roode goudbrocaatvoering het
pitstekond „doen."
EEN TASCH.
Tasch gemaakt van grijs fluweel met
talvergalon bcstikt. Men kan ook gobelin-
»Btof met goudgalon er voor gebruiken. Zij-
iden voering.
Fig. I Do tasch.
Fig. II. Tasch geopend. Het tusscben-
echot (a) is van karion met zijde over
trokken Do klep en zijkanten zijn met het
galon omboord.
Fig. Ill Binnenkant tasch; a duidt aan
waar het tusschenscbot moet worden be
vestigd; b stukje voering met twee vakjes
.Voor beursje en spiegeltje.
Fig IV. Hel spiegeltje. Hiervoor neemt
men een gewoon stukje spiegel en beplakt
bet met do zijde van de vooring; om do
jand smal galon.
Fig. V. Beursje. Ook van karton. Voe
ding en galon.
Een modeblad is eigenlijk uitsluitend
voor jonge vrouwen, hooren wij de dames
van middelbaren leeftijd dikwijls klagen.
En hun klachten zijn n et ongegrond, er
wordt op het terrein der mode weinig
vertoond wal besLmd schijnt voor de
oudere dame. Alles is voor de jeugd en
voor baar, die zich onder de jeugd blijft
rekenen, ook al moet ze dit lal van jaren
roeds met wanhopige pogingen volhouden.
Maar de oudere dame, met ten aangebo
ren goeden soiaak, wil zich in geen geval
bespottelijk jeugdig kleeden, maar zal al
tijd datgene k ezen wat bij haar persoon
lijkheid hoort en wat haar leeftijd haar
veroorlooft.
Als grijze haren en rimpels een niet te
ontkennen feit zijn geworden, dan dient
men nog meer zorg aan het uiterlijk te
besteden, om die „tand des tijds" te ver
zachten. Grijs haar i.8 innnwino con l»x.
-vv~ -ran o„d-cixlorö, jeugdige pcrSOHen
ziet men soms met haren, die op het eer
ste geziekt L.cht blond schijnen, maar la
ter blijken inplaats van blond grijs te zijn.
Toch is het beter, ook dan geen al te
naieve kleuren voor uw kleeding te kiezen,
b.v. geen lichtblauw, rose of chamois,
maar liever bruin, grijs, zwart, groen of
donkerblauw te nemen. Do thans heer-
scbende modellen bieden een ruime keuze
die bijna, allen gefecli kt zijn, mits men
zich onthoudt van al te korte rokken, die
pe halsuitsnijdingen en bloote armen.
De mode voor grootmoeder en klein
dochter verschilt niet zooveel vau elkaar,
doch bij de eerste geen overdreven mo
dellen, geen opvallendheid in kleuren en
garneering Bij de kleindochter wordt elke
overdrijving nog beschermd door de
„heerlijke" zorgelooze jeugd, maar bij
grootmama wordt elke overdrijv.ng ge
laakt. Wat aan ht toiletje van een piep
jong meisje de „note gaie" is, kan de
paskwil zijn voor „granrle-mère!"
Als avondtoileJje is zwart satijn of flu
weel, verwerkt met fijne kant, altijd res
pectabel voor de dame op leeftijd. Wie
ter afwisseling gekleurd wil dragen, kie.:e
do volgende tinten, die voor de bejaarde
dame het meest geschikt zijn, zooals: kas
tanjebruin, paars, lila, marine-blauw,
brons, wijnrood, en (zooals ik reeds
zeide) alle tinten grijs.
Halsopeningen worden tamelijk hoog
gesloten. Wie van een uitsnijding houdt,
drago een kanten guimpo in zwart of
creme. Zij, dio geen boord om den hals
kunnen dragen, vanweg de baleintjes,
drago een grijs of zwart ripslint om den
hals. Bij grijs haar staat dit eerste voor
al bijzonder fraai
A n g 1 o.
HOE DE VROUW HAAR
MAN KAN BOEIEN.
„Wie is over het algemeen eigenlijk de
meest schuldige in een ongelukkig huwe
lijk?" vraagt een vrouw uit de Londcn-
scho society^ Lady Alexander. Zij geeft
zelf het antwoord op deze belangrijke
kwestie. En ofschoon de meeningen
eener society-lady maar zelden de moeite
van 't aanhooren waard zal zijn, is er
hierin toch wel ieïs wat overweging ver
dient.
,»In de meeste gevallen is het de vrouw
die deschuld is van een ongelukkig hu
welijk, zegt zij. Als elke getrouwde vrouw
de gulden regelen zou willen betrachten,
volgens welko men moet leven om het
den man aangenaam tc maken en hem
aan huis te biden, dan zouden er heel
wat minder echtscheidingen plaats vin
den.
„Do eerste, de meest voor de hand lig
gende regel is. da» de vrouw in haar
uiterlijk zich altijd zoo voordeelig moge
lijk moet voordcon.
Ook als zij het in haar huishouding
nog zoo druk heeft, ook als do.kindcren en
de vele beslommeringen, dio zich dage
lijks voordien, haar geheel en al in be
slag nemen, mag zij toch nooit uit het oog
verliezen, dat zij haren man, als hij des
avonds van zijn werk thuiskomt, opge
wekt cn vriedelijk dient te begroeten.
„Het is heusch niet te laken, integen
deel, het is te prijzen, als zij eon vleugje
poedrr over haar gezicht strijkt, indien
dat noodig is. Beter zoo een, bijna on-
zichtbaare donzig vleugje, dan een roode
of een glimmende neus.
„Ook zal het altijd bij den redelijken
man in goede aarde vallen, als zijn vrouw
eens even informeert hoe het dien dag
in zaken of met het werk is gegaan. Bijna
iedere man wil ook thuis wel eens korter
of langer lijd praten over de dingen, die
hem bozig houden, waarmede hij zijn
brood verdient en die bom dus sterk in
teresseeren. De vrouw, die als een goede
kameraad kan luisteren en -misschien ook
eens van raad kan dienen, zal op den
duur door den echtgenoot meer worden
gewaardeerd, het kan immers niet anders,
an zij, dié, moge nog zoo een goede
huishoudster, nog zulk Jeen voortreffe
lijke moeder zijn, volkomen blijft buiten
de nrbeids'eer van baar man.
„Een groot aantal vrouwen is zich er
niet van bewust hoe graag do man eenig
medeleven ondervindt en hoezeer hij de
vrouw waardeert, van wiehij zulke belang
stelling ontvangt."
KEUKENGEHEIMEN.
ZWITSERSCHE BIEFSTUK.
Een pond bkfstuk, wasch bet en leg
het op een met bloem bestrooid bord. Be
sprenkel het met bloA.m en stamp met een
hamer alle bloem in. Snij het .n middel
matige stukjes, bvsprijkel het met zout en
peper en maak het in een bakpan met
heet vet aan beido kanten bruin. Ais elk
stuk klaar is, doe het dan in een bak-
scholel voorzien van twee kopjes heet
water, als al het vleesch uit do pan is,
maalt een kopje gesneden uien en sellerie-
bruin en voeg het bij het vlccsch. Doe
twee lepels bloem in de pan, maak het
voorzichtig bruin, voeg er dan een kopje
koud water bij en maak er een zacht pap
je van, voeg genoeg warm water op het
vleesch om het goed te bedekken, bak het
langham totdat het vleesch gaar is en
de stukken bovenop goed bruin zijn; voeg
er naarmate het noodig is warm water
bij, als het vLesch gaar is hoort er vol
komen vette sjuua te zijn. Op een bak-
sehotel opdienen.
FAYETTE-CAKE.
1 kopje boter, 2 kopjes suiker, 2 eieren,
1 kopjo melk,- 1 theelepel wijnsteenzuur,
4 theelepel dubb. koolz. soda, 1 pond ro
zijnen zonder pitten, 31 kopje bloem. Bo.k-
ken in een middelmatige warme oven. Dit
recept is vcor 2 cokes.
PHILADELPHIA CAKE.
10 eieren, 1 pond suiker, i pond bloem,
citroensap naar smaak; klop het wit van
de eieren tot een stijve massa. V/arm en
z. ft de bloem. Roer de eierdooiers en do
suiker te zamen cn voeg bloem en het ei
wit erbij om beurten. Roer alles te zamen
zachtjes tot er blaasjes komen op de op
pervlakte. Bakken in een middelmaligon
oven.
JUMBLES.
1 pond boter, 1 pond suiker, 2 pond
LIaem, 3 eieren, een 1 kopje zure melk,
een theelepeltjo dubb. koolz. soda. Ver
meng dit en rol het in witte suiker uit en
bak hot in een tamelijk warmen oven Dit
is voldoende voor een flinke hoeveelheid.
Indien minder gewensckt, gebruikt men
minder grondstoffen.
DUITSCHE POFFERTJES.
Neem een halven liter melk; 5 eieren;
2 ons boter; 10 theelepels bloem. Bakken in
vormen. Opdienen met. saus.
VOOR Z'N PLEIZIER OP
REIS.
Reeds zes maanden lang heeft mevrouw
Dnflost haren man gezanikt, om met haar
naar Londen te gaan. De arme man, die
zich maar al te wel hornnert, wal hun
uitstapje naar Italië is geweest, namelijk
een onophoudelijke kwelling en vooruit be
rekenen kan, hoe weinig genoegen hem op
dit zoogenaamd pleiziorreisje te wachten
staat, heeft zich lang doof gehouden; maar
rindelijk beeft bij inoe'en toegeven. Man
en vrouw zijn bet Kanaal overgestoken en
in het hotel te Londen afgestapt.
Eerste nacht.... In Tonden.
Mevrouw Duflosl: Heb je onder bet bed
gekeken?
Mijnheer: Waarom?
Mevr.: Om de dieven. Denk je, dat ik
In een vreemd land zal gaan 6lanen zonder
me eerst te vergewissen?.... 'k Zou den
"eheelen nacht geen oog sluiten.... £>st.
hoor je niets?
Mi'nheer: Dat is het tikken van mijn
norloge.
Mevr.: Neen, 't komt van onder het
ledikant. Fr li"t een men onder.wie
wo"\ misschien een heele d'c-enbende.
Mijn Duflost staat op en kijkt onder het
ledikant.
Mevr Als 't zoo iets verschrikkelijks
voor je is. was 'o dan maar nio* opgestaan.
*ch, 't scbimt of 't je en verschil1» g zou zi.rn.
aTs ik morgenochtend vérmoord werd ge
vonden.
Menheer (nijdig): Ja had beter gedaan,
je gewone bnmmv thms te laten: (geeu-
we^d'i Hawah! Hawah!
Mevr Jawel, "cn maar. Als jij maar
kun» slanon. b<*? F'Ve andere man zou
voor de tos» v"o ziln arme vrraw wn'-nn
dia zoo vrcpselijk van de zeeriokta t°' Inden
hoeft gehad.... maar met jon heeft oio-
mand haf recht on^oe'eld te zijn. 't T«
waarachfm nog een gehik di{ ik leef: ik
t.ad oo«*eb?iT-kon dat ik alles had willen
°oven om ro^r in zee te worden gewor
pen cp uit ipün lilden te rim.
Menheer (op twijfelenden loon): Nou,
nou.
Mevr.: Ja, ik weet heel "oed wat je:
nou, nou, wil zc""*cn Jii zoudf je er
r,ipf teo-en verzat hohhen is 'f we'? M;s-
schicn "gis 'f wel je doel. Als die l;eve k«-
ri'ein FoniW er niet wns "ewoest. O.
allo dames die dan overtocht mrtt hem
maken, maasten hom za^cnen, hii is zoo
vnorl-anmud zoo l;ef voor passameres-
sen dat is voor een vrew nog eens een
man om trot°ch o*a te ziin. Tk weet wast-
lnk me» lmo ik zondAr ham in de Voluit zou
ziin «eVomen. toen het me overviel.
Mijnheer: Waarom heb je mij dan niet
even eewaars< huwd.
Mevr.: Jou gewaarschuwd. Je bad bet
moeten z>'en: daar hoorde geen kunst toe:
maar manheer vond het aardiger zich
voor te doen, alsof 1 ij ziin heele leven lang
op zee had "evaren cn smaarRes rookop en
crogjes te drinken met de rvfrozan Zoo
ziek als ik was heb ik je toch geen oogen-
blik uit be' gezicht verloren je zat
voortdurend met je neus in het glas
ontleen niet, »ïr hrl» *a geteld zestien
i'To^s.... en die je oo gezondheid van
wildvreemden hebt zitten drinken, terwijl
je arme vrouw lag te zieltogen Veront
schuldig je maar niet en bral ook ni°t zoo
hard, denk er om, dat we niet in Parijs
zijn, waar iedereen weet hoe 'n bullebak
je benf. Ach ja, ze moeten in de da-
meskaïuit wel met me tc doen gehad bob
ben. Geen sterveling die naar me kw3m
zien Alle andere mannen bleven ongerust
in de nabijheid, kwamen aan de deur
vragen hoe het ging mijn man alleen
bekommerde zich om zijn vrouw niet.
Mijnheer: 'k Ben wel dertig malen bij je
geweest.
Mevr.: Je liegt. Toen ik zoo ziek was,
dat ik niet meer wist wat er om mij heen
gebeurde, heb ik heel goeT gemerkt, dat
je geen enkele maal beneden bent gekomen.
Mijnheer: Ik sou liever mijn mond hou
den. dan zulken óngin to vertellen
Mevr.: Mijn mond houden. Neen, ik zal
tiet mijn mond bonden. Je rukt me uit
mijn huis je maakt me ziek je sleept
me mee naar een wildvreemd land en ik
zou nog niet eens bet recht hebben, me te
beklagen? Ben benieuwd welke wreed
heid je nu weer zult uitdenken. Nu durf
jp het masker op te lichten, hé? omdat
ik hier niet door de wetten van mijn land
wordt besehermd, maar ik zal je ontsnap
pen. Ik wil geen dag in Londen blijven»
ik ga morgenochtend vroeg direct aan
boord en probeer niet mij tegen te hou
den, want ik zou in staat zijn uit hel raam
te springen.
Tweede nacht. Te Boulogne.
(De arme Duflost, die zijn vrouw niet
reeft kunnen overhalen, een enkelen dag
in Londen te blijven, heeft 's morgens
vroeg uassage genomen, terwijl zijn tfrouw
bij Öe leveranciers menige inkoopen is gaan
doen. Het echtpaar bevindt zich 's avonds
op zijn kamer in liet hotel te Boulogne).
Mevr.: Je verbeeldt je toch niet, dat ik
jou stilletjes zal laten 6lapen, terwijl ik
op die kamer zonder een fatsoenlijk elot
aan de deur, lig te vei gaan van angst?
Zulke mannen als jij moesten nooit trou
wen. Ik had je me anders voorges'eld en
ik hoopte bij mezelf: als hij op reis is zal
hij mogelijk een bea(je beleefdheid leeren
Maar n.'en, Duflost baa je en Duf
lost blijf je. (Met een lijdelijken zucht).
Mijn lol 13, tot mijn dood veronach'zaamd
tc worden en ik berust er onder. M sar ik,
arm schepsel, dat je tot je vrouw h ?bt ge
maakt, ben wel te beklagen. Je behandelt
me als een Turk.
Mijnheer: Goed, dan ben ik op 't oogen-
blik maar een Turk.
Mevr.: Ja, dat zou jo wel willen. Een
netto wensch, om in 't bijzijn van eon wet
tige vrouw uit te spreken (uitbarstend).
Dus 't was nog niet genoeg mij uit mijn
huishouden te rukken en in Engeland aan-
dev kaak te stellen ie troef i mo zelfs
door mijn eigen landgenooien laten be
leed igen, hé?
Mijnheer: Goeie hemel, wat heb ik nu
weer gedaan?
Mezr.: Alsof je 't niet weet, met je
cchijnheilige gezicht. Elke rechtschapen
man is blij, als hij zijn vrouw kan helpen
«mokkelen. Maar ik sta alleen
op d,
wereld. Zelfs geen onnoozel dozijn koojp
iv je zakken, terwijl iedereen volgeato],
zat met Engelsche shawls en kant.
Mijnheer: 't Was maar goed oak, wail
zp zonden toeh gefisrrueerd zijn gewordt
precies als de rest, 'die je bij je hadt.
Mevr.: En door wiens schi ld -- zeg
dat eens, asjeblieft. Toen de beambten
met hun spionnenblikken doe rboorden zfo
ze toen niet juist door jouw kinderachtig
angst en beverigheid op mij i niet no*,
menswaardige dikte opmerkzaam gowoi-
den?
Mijnheer: Niet nocnn nswaardig? jf
leek wel een olifant.
Mevr.: O, grofheden op den koop t(*
Is dat mün belooning omdat ik zuir,i;
leb willen lezen? Had ik de kinder^
maar bij mij gebed dan zou ik ze wel vp.
bruikt hebben om een massa dincen bi&
ncn te smokkelen, en ik weet zeker dat
zich koelblocdigcr getoond zouden hohbft
dan hun vader, die zich nog wel voor o*.
man uitgeeft. Een mcoie man. bab, d*
riet eens zijn vrouw heeft weten tc cerfci;.
digen, toen die ruwe ambtenaar met ti-
«roote banden in haar koffer rammei
Iedere andere man zou zijn blood hekk;
voe'pn koken: maar jij, toon ik je aankwl
je bleef doodkalm, en gaf zelfs geen kil
loon hij mijn schoenen vaneen seheuni
door er zijn onbeschaamde vuislen in
Steken.
Münhecr: Ik kon hem toch niet vei
moord-m. (Kalm.) Zeg, als wc esns rinte
slagen?
Mevr.: Ik zeg je immers, dat ik dat ni
kan achter zoo'n dei»r van bord napier, d
'o niet eens kunt afsluitfn (verscbriVi
Stil ik hoor ia den gang loopen. tymajj
een dief.
Mijnheer: Maar vrouw, .'t is de wind.
Mevr.: Zet dan tenminste die zware h
voor dp deur, anders ben ik in 't echa
niet gerust.
Mijnheer Duflost haast zich om aan i
bevel te gehoorzamen.
Mevr.: Aan de makkalijTvbeid. waarie
je zulke zware meubels vertilt, zie ik
eens meteen, hoe weimg je om mij p«!
and°rs had je die kracht zooeven wel
bruikt om mij te beschermen fe*Pn
onmenschen van bea'enten, die mij in
ondere kamer duwden, om gefouilleerd
worden. Je heb» me b.'danrd laten wo'y
ren, zonder zelfs ie ze^en, waar ik
zou terugvinden. 'l Was zelco'* io i
om mij in 't oneeltik te storten (Met i
r.effing van stem). En na zulk een sch;i
t'alige handelwijze praat je no" van r
pen. Als je maar een bee^'e hart bo""!, z
je in geen half jaar kunn°n sla oen Tk v.i
wel. dat er alleen vrouwen waren om n
te fouiljeeren, maar al was ik een d»evt
ge geweest, bedden ze mij niel pr-mr ku
neu nv"sbandp7en.
Mijnheer: Wat kon ik er aan doen?
Mevr.: Je hadi ze kunnf» bo^'f-m
te vipiteeren, of althans d^ deur in'ra»
toen ik om hu'n schreeuwde vrpa" nu
overal of ik niet ha~d genoeg heb co1
dat ze !t in heel Boulogne konden hoor?
Maar jij lie»'' er waarscb' n'i'k om r>i
lachen. Schud maar niet vap neen
hu jé 't ontkent, ^eloof ik het ftl?
O, je woudt slapen.'is 't nief? Nnn
mij zul ja ueen lost hebben, want ik sta
't is vijf uur. Ik verkies met den perU
trein naar huis te caan B:nnen en'
oren zal ik» weeraeveerd zi'"n onder
dak. dat ik nooit had moeten ver'aten F
martelaarschap zal daar wel n;et er
died zijn, maar ik heb er tenminste m
kinderen en zal in hun bnzb'n do kr
vinden, om je moncteraehf'"e d""'n"e!
dij te verdragen (Ziende dat Duflost
bed stapt) Waarom 6ta je op? Je k
immprs zoo'n behoefte oan slaap?
Mijnheer (berustend): Ik kan je to:
niet alleen laten reizen?
Mevr Je wil je prooi niet laten oi
snappen, zeg dat liever.
Dorde nacht Weer thuis.
Mevrouw Dnflost had zich voorgeslt
des mnldags thms te zim, maar de iv
heeft door een defect aan den weg ow
boud gehad eD is eerst veertien uur la!
te Parijs aangekomen
Mevr.: Ja, ji, en nog eens ja. mijnki
Duflost ik weet bef u hebt nu
twintig maal gezegd: het is twee uur
middernacht en u hebt slaap. Tk gok
al vond je je buis verbrand, je kindf1
vermoord, je vrouw in stukjes i
zon je nog nereens anders gedach'p
hebben dan alleen om to vragen, of v
matras en je slaapmuts gereed bad*
Maar ik kan piet slapen, als ik men bi
in zoo'n ontredderden toestand vind
Ik dacht on onze meid aan fe kmitr
maar jaweh Heb je .gezien, boe mooi o:
kamer er uit ziet? Als ik 't wel heb wai
er twee stoel m verdwenen.
Mijnheer: Waf Donderdag, g;jan wc
eindelijk slapen of niet?
Mevr.: Al v»oek je nu ala een siouv
man, daar Vrii" ik mijn fl»oel?n n»et
terug. Fp heb ?e al ^eteld. hoeveel
ten er "ebroken ziin? Neen, neen 2eur
niet. 't Zeu wat moois zijn. voor je geze*
beid on reis gaap en je lenclof'e thuis
•7ocd door verkoudheid op den hate te
len, door het tochten van; "ebroken ruil
Ho" is bet weet je el hoeveel?
Mijnheer (nijdig): 't Kan me niet scl
Ier.
Mevr.: Nero, egoist, 'C Van je uiot sd
len, natuurlijk niet omdat jo nooit v
kouden bent maar ik die zoo valt'
ben voor kou in 't .hoofd 't Is waar. -
jouwe is to'aal leeg. Stomp dat k"c!
nu niet. Ik zeg eenvoudig 'de waadi'
Do kroon in de <vtkamer was ook bet
maal verhogen. Die stoathasoel zon f
baar harden kon zelfs ijzer br"''^) cn k
nanden! ik beef als ik aan mijn vaaiv
denk Onze zilveren lepote en yor
heb ik nog n;et durven ua'ellen enf'E.
waren gelukkig achter sTot. Maar s
dra als het morgen is zal ik
Mijnheer: Ja goed morgen,
ge" Maar Iaat ons nu vannacht shr?
Mevr.: Denk jo dat ik mij wil c,r
aen ora in mijn slaan te worden opgclfj
door het ongedierte? Ik wed dat er m
boeken spinnckoppen ziften, als muPÏÏ1,
zoo groat. Die meid beeft geen cnif
aeer slof afgenomen. Op het marmer 1