VRIJDAG 24 DECEMBER 1926 HIJ IS ALS WIJ. 18e Jaargang. No. 5449 3)c £ck)bc/lxe 6ow^a/nt De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voo? loeiden 19 cent per week 12.50 peT kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaaL Franco per post I 2.95 per kwartaaL Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegeD betaling van 50 ot per kwartaal, bg voor uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct„ met Geïllustreerd Zondagsblad 9 et Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen I. Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 s POSTBUS No. II DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Oawone advortentlAn SO cent par regal Voor Ingezonden Mededelingen wordt het s dubbele on het tarief berekend. z Kleine adverlentiSn. ran ten hoogste 80 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd hour en eer baar, koop en verkoop 10.50. Dit nummer bestaal uil zes bladen, waaronder hel Geïllustreerd Zondagsblad. MORGEN, Hoogfeest van KERSTMIS, verschijnt „De Leidsche Courant" niet. 't Zijn du de laatste uren van blij ver wachten! Het mysterie van Christus' ge boorte moet niet slechts herdacht worden els iets wat tot het verledene behoort, doch moet opnieuw beleefd worden, want Chris tus is voor alle tijden en alle geslachten en al de mysteries van zijn leven zijn werke lijkheid ook voor ons. Terwijl in tal van kloosters en gestichten reeds om midder nacht de Nachtmis gezongen en de blijde boodschap van Christus' geboorte verkon digd wordt, gaan wij anderen tor ruste in bet vooruitzicht, dat hot zal wezen om reeds vroeg te ontwaken en ons te spoe den naar het lichtende kerkgebouw, dat In feesttooi ons wacht. Zooals eens de don kere nacht doorstraald werd van een ho- melsch licht en de engel Gods aan eenvou- cigen van hart de heugelijke tijding bracht, zoo zal ook hier het nachtelijk duister voor het licht moeten wijkon en zal de engelen tijding door den mond der priesters wor den herhaald. Zoo dikwijls reeds hebben wij het verhaal aanhoord en toch verlan gen wij het telkens opnieuw te vernemen en ons in den ggese aan te sluiten bij de herders in hun gaan naar do kribbe, in hun eerbiedig beschouwen en vereeren van het Kindje in doekon gewikkeld, om even als zij God te loven voor hetgeen wij ge hoord en gezien hel ben. En vóór ons en naast ons en achter ons zullen er zitten, wier ziel met dezelfde gedachten vervuld is en wier liederen even blijgestemd zul len opklinken als de onze. En zooals het zal wezen in de eene plaats zal het ook elders zijn, overal zullen onze kerken een zelfde beeld vsrtoonen, overal zal het Evan gelieverhaal gretig aanhoord, dankbaar opgenomen worden en zal het in de harten gevoelens wekken van teederheid en liefde. Koeten wij bij het overdenken hiervan nog vragen, of Christus in onze dagen nog gekend of Hij nog bemind wordt? Het ant woord ban niet twijfelachtig wezen en bij do gedachte aan de Kerstmisviering mo gen wij op die vraag antwoorden met een volmondig „ja". En waarom zouden wij bij het bevestigend beantwoorden dier vraag ook niet denken aan zoovelen, die, hoewel staande buiten de ééne ware Kerk, er toch groot op gaan den eerenaam chris tenen te dragen en in hunne liefde voor Hem niet willen achterblijven? En hoe heeft Christus die liefde van zoovelen gewonnen? Gods wegen zijn zoo geheel verschillend van die der men- echcnl En niets is zoo in staat om men schel ijke wijsheid met beschaming te slaan als juist het doen van God. Wij zouden allicht meenen, dat men om de liefde en aanhankelijkheid van menschen te win nen rijk moet wezen en mild moet kunnen rondstrooien geld en goed of dat men al thans dobr voorspiegelingen en beloften aan aardsche zegeningen hen moet trek ken. En dit is niet slechts een vermoeden, maar we zien inderdaad dat zij di« op de volksgunst speculeeren op deze wijze te werk gaan. Zoo en zoo alleen verwerven zij zich aanhang, maar winnen zij ook waro liefde? winnen zij zulk een sterke, duurzame liefde? Wat is het geheim van de liefde, die Christus zich heeft verworven en nog altijd blijft verwerven? Dat Hij zich in alles aan ons menschen heeft gelijk gemaakt, ja minder dan dat; dat Hij onze zwakheden en zwarigheden heeft gedragen in meer dere mate dan wijzelf, 't Lijkt vreemd, maar die zich zoo arm en behoeftig heeft ge maakt, dat Hij geboren wordt in een schuilplaats voor beesten gebrek lijdend aan het allernoodzakelijkste, Hij trekt on weerstaanbaar de harten tot zich. Hij wordt klein en hulpbehoevend met ons, al de goddelijke schoonheid en luister is schuil iegaan in een zwakke, teero menschengc- sralte. Maar de gedachte: „Hij is als wij" oefent een sterke aantrekkingskracht. Daarom zingt ood de Kerk in de Kerst- praefatie, dat door zijn geboorte voor do oogen van onzen geest een nieuw licht is egaan der goddelijko heerlijkheid, daar wij God, dien wij met ontzag noemen om zijn oneindige majesteit, nu ook kennen in zijn grooto aflating tot ons, in zijn grooto goedertierenheid en menschlievendheid. En die gedachte dringt .nog dieper en sterker zich aan ons op, als wij weten, dal Hij niet alleen die ontbering en armoede draagt m o t ons doch ook voor ons en dat dit teero wichtje in de kribbe onze Hooge- PTioster is, die een betere en volmaaktere offergave aan God Lomt aanbieden dan welke hoogepriester ook kan brengen, na melijk het offer van zichzelf. Later zal de H. Apostel Paulus het zoo treffend zeg gen als heel het offer voltooid is: wij heb ben geen hoogepriester, die geen medelij den kan hebben met onze zwakheden, maar een die in alles beproefd is geworden in gelijkenis met ons. En op een andere plaats: Hij is zijn broeders in alles ge lijk geworden, opdat hij een barmhartig en getrouw hoogepriester zou zijn bij God om do zonden des volks te verzonnm. 't Is daarom, dat de haTlan der christe nen kloppen van dankbare liefde en dat telken jare opnieuw bij de viering van het Kerstfeest bewaarheid wordt wat do Kerk in de Kerstpraefatie zingt, dat wij, door hetgeen wij zichtbaar van Gokennen, tot den onzienlijke getrokken worden! J. H. NIKKEL, pr. Oe A. C. B. en de Hanzebank. DE „TWEE MATEN". Dezer dagen is bij de behandeling der Begrooting van Financiën ook de twee ledige maat, die door de Regeering aan het Nederlandsche Middenstandscrediet werd uitgemeten, eenige oogenblikken ter spra ke gekomen. Over de ongelijke behandeling met name van de Hanzebank in het Bisdom Haarlem in vergelijking tot de A. C. B. is. weliswaar niet het „scherp debat." gevoerd, dat door een groot deel van de pers werd ver wacht, doch er is toch alles bijeen een uurtje aan zoek gebracht. Het resultaat voor de A. C. B. is, dat de verhoogdo Regeeringsgarantie van 1 Y, tot liy-t millioen gulden zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd. Hot resultaat voor de ongelijk behan delde Hanzebank in het Bisdom Haarlem komt neer op „nul komma nul"! Voor deze laatste tracht men het thans als eene moreele vol.loening voor te stel len, dat de Minister van Financiën niet heeft kunnen ontkennen, dat te dezer za ke ongelijke behandeling heeft plaats ge had. Maar zelfs deze armeliike moreele „vol doening" wordt nog schromelijk gehavend door do toelichting, welke de Minister -zich heeft gepermitteerd. En al behoeft nu schijnbaar voor het goed recht van deze Katholieke zaak niet krachtig te worden opgekomen, voor haar eer moge dan toch nu meer dan ooit worden gepleit. Gezwegen wordo van des Ministers ver ontschuldiging van het geval met do me dcdeeling, dat de A. C. B. in 1915 en 1918 nu eenmaal ook geholpen was! Wij vreezen, dat dit argument nauwe lijks voldoende zal worden geacht om aannemelijk te maken, dat in li op nieuw dc milde helpendo hand werd toege stoken. Maar de omstandigheid, dat d c een tot driemaal toe uit de moeilijkhe den werd gered betcekent toch in ieder geval allerminst eene „verklaring" voor het feit, dat do ander in volmaakt ge lijksoortige positie den eersten keer de-- besten op een serie botte weigeringen stuitte 1 Maar dit nog terzijde gelaten. Veel orgerlijker is hot volgende: De Minister ach to het gewenscht als zijn „absoluten indruk" vast te leggen, dat er geen sprake van is geweest als zou men gelet hebben op re richting van de steunverzoekende bank. Ter adstructie van dezen „absoluten in druk" citeert ue heer de Geer dan bij gaand gedeelte uit een brief, die door dc Nederlandsche Bank op 15 Juli 1925 is ge richt aan den Minister van Financiën: „Wij hebben ons in December 1921 „genover de Hanzebank bereid verklaar! „door onze agenten te 's-Gravenhago do „mogelijkheid van steunverleening té la „ten onderzoeken, van welk aanbod d- „Hanzebank echter geen gebruik heeft go „maakt. Het is duidjlijk, dat het. door <1 „Hanzebank thans noemen van eenigo cij- „fers uit oen accountantsrapport niet vol doende is om de oventueele risico's te „peilen. Wij Lebben daarom do Hanzebank „doen weten, dat wij nog ateoda onze toe zegging van December 1924 gestand doen." Ofschoon de Minister zich haastte de voorlezing van dit citaat onmiddellijk te doen volgen door de pijnlijko openbaring: ..Deze woorden zeggen niet veel", schijnt het geval toch buitengewoon veel indruk te hebben gemaakt! Zoo veel indruk, dat de heer J. B. van Dijk zich verder bepaalde tot krachtig vasthouden aan zijne stelling dat de Ned. Bank de A. C. B. niet voldoende contro leerde, en dat de heer Van Wijnbergen, die in eerste instantie een tweetal concre te vragen aan den Minister had gesteld zonder antwoord to bekomen, aan deze vragen in tweede instantie zelfs niet meer herinnerde. Zoo veel indruk, dat tien minuten later de garantie ton behoeve van do A. O. B. in veilige haven was zonder hoofdelijke stemming en zonder eenig begin van rechtsbcdceling aan de Haarlemsche Han zebank. Zoo veel indruk ook, dat- „De Maasbo de" twee dagen later concludeerde, dat. al thans Minister do Geer en ook de geheelo toenmalige Begeering geen schuld hebben aan do weigering van eiken steun aan de Haarlemsche Hanzebank: „Het niet verlcenen van do garantie aan „de Hanzebank", aldus „De Maasbode" „van Zondag 12 December „is een zaak, „die afgestuit is on verschil van inzicht „tuBscheu deze instelling en de Nederland- ,,sche Bank. Deze laatste beweerde, dat „do Hnnzebank haar geen volkomen in- „zatre van zaken gaf. „In hoeverre dat iuisb is, moet thans „tusschen deze instellingen tot. klaarheid ..worden gebracht. Do vraag blijft of de Ned. Bank bij de A. C. B. wel genoegen „nam mot een accountantsrapport en bij „de Hanzebank niet." Inderdaad, dat kan één van de vragen zijn. Maar er rijzen er veel meer'en ook veel belangrijkere. En de ellerbelangriiksto is wel deze: Wat beteekent dit citaat in een brief, welke op den datum komt bet aan! op 15 Juli 1925 aan den Minister van Fi nanciën door de Ned. Bank werd toege zonden? Wat beteekent. voorts do bliikbaar zoo veel indruk mnkendo voorlezing daarvan door den Minister in de Tweede Kamer? Op 15 Juli 19-5 was do Hanzebank in het Bisdom Haarlem practisch reeds pl.ra. 5 maanden in linuidatiel En op dat oognn- blik bericht de Ned. Bank aan de Regee ring, dat zij aan do Hanzebank heeft doen weten, dat zii haro „toezegging vni December 1924" nog steeds gestand doet! Do Ned. Bank heeft dit aan de Hanze bank niot doen weten. Doch al had zij hot wel gedaan, wat mocht deze vertoo- nïnrr dan toch op dit tijdstip to beduiden hebben gcliad? Do „toezegging" van December 1924, toen sluiting der bank een quaestie van dagen geworden was en toen er slechts sprake was van de simnele toonassing van het z.g. nood-veric, kwam, gelijk ook in het adres van de Hanze aan do Twee 'e Ka mer stond vermeld, hierop neer, dat do Nederl.ar Ischo Bank in beginsel bereid was medewerking to overwegen, on voor waarde dat toen en dan on liquida tie-basis geschat nog mo pet. voor crediteuren beschikbaar zou ziin. Het snreekt toch van zelf, dat zulk een onderzoek daargelaten nog dat het voor het beoogde doel geen zin had on dat momont en en deze basis geen ef fect meer kon soi-toeren. Voor do vergeli'king is niet ter zake dienende do positie van de voor drie kwart geliquideerde Haarlemsche Hnnze bank met de volwnarditre A. C. B., maar dc positie van do Hnnzohank in Jun' 1923 met die van dc A. O. B. in 1925. Welnu, in 1923 vond de Nederlandsche Bank on danks den op dit. instituut pcoefenden aan drang zelfs geen aanleiding om een on derzoek in lo stellen, zoodal er toch wel allerminst, reden is om van eene weigering vanwege de Hanzebank te p- -^oren! Ziedaar do beteekenis v«n liet. gebaar van de Nederlandsche Bank in December 1924, toen de Haarlemsche Hanzebank an derhalf ia ar in cris's ws. toon al dien (jid tevergeefs met dc Nederlandscho Bank was onderhandeld, (oen ongeveer drie kwart van den boedel geforceerd was weg- gedukt, toen 95 pet. van debiteuren was teruggevorderd en 70 "ft.. nan crediteuren was uitbetaald, toen faillissementsaanvra gen den toestond onhoudbaar maakte^ en de sluiting van het bedrijf clan ook werd afgedwongen. Het is deze Nederlandsche Bank, die in Juli 1925 een kattebelletto naar de Rc- gccring stuurt om te verklaren, dat zii de zo „toezegging nog steeds gestand doet, het is dit kattebelletje, dat. or den Minister toe brengt zijne handen in onschuld te wasschen, het is d e z o van eiken reëclen ondergrond gespeende historie, die de Kamer doet retiree: cn on die „De Maasbode" er toe brengt het ver lossende wo» 1 ynor Minister de Geer en voor de Regeering te spreken! H o e-i s-h e t-a 11 o s-m o g e 1 ij k? In December 1924 was er een sterfbed en in Juli 1925 was er een graf. Maar er was leven en gezonde hoop voor de Haarlemscho Hanzebank bij hot uit breken der crisis van buiten af in Juni 1923. Het komt er derhalve oj* aan, wat- toen gebeurd is. Welnu, toen moest er „gesaneerd" wor den Toen werd bij monde van den Thesau rier-Generaal destijds de heer Trip door do T coring aan de Haarlemsche Hanzebank de oisch gesteld, de kassen te sluiten en surséance van betaling te vra gen, waardoor men de instelling mot een zoet lijntje had kunnen deen verdwijnen. Toen werd olke steun van Regeerings- wego al maar uitgesteld en uitgesteld, ver wezen va departement naar departement, 18 lange maanden achtereen tot het bittere einde. Toen geschiedde het, dat op 20 Juli 1923 dat is anders dan 15 Juli 1925! volgend briefje de Hanzebank bereikte van de zijde der Nederlandscho Bank: 's-Gravenhago, 20 Juli 1923. „Hoofddirectie van de Hanzebank, Delft." „Mi;ne Heeren, „Hierbij hebben wij de eer onze telefo nische medodcehng van hedenmorgen te „bevestigen, waarbij wij U in kennis stel- „den met. het besluit van onze Directie, „betr. de door U 10 dezer ingediende aan- „vrage tot toelating tot het disconto. „Zooals wij IJ daarbii mededeelden, kan „de Directie tot. haar leedwezen TJ niet tot „het disconto toelaten. Zij refereert aan „de velo besprekingen die met Udoor haar „over dit onderwerp zijn gevoerd, welke „besprekingen telken maal tot dezelfde „collusie hebben geleid. „Waar ook bet „Resumé van enkelo be sprekingen over reorganisatie", opge steld door het Centraal Hanze-Burcau, „haar in haar opinie versterkt, dat liet „kapitaal van Uwe instelling niet nis in- „tact mag worden beschouwd, terwiil eerst „na zekeren tijd meer gegevens beschik baar zullen komen omtrent, de vraag of „er meer dan wel minder dan het kani- „taal verloren is,'meent zi' voorhands bij „die conclusie te moeten bliiven. ..Upe«*el ;n (ipF nlecmopp niet hare „gewoonte is, om besluiten over het wcice- „ron of toestaan vu disconto-toelating te „motiveeren, verzoekt zii ons in dit geval „met hare afwiizende beslissing nis boven- „stnnn'l U in konnis te willen steil" Hoogachtend, Do Nederlandsche Bank Agentschap 's-Oravenhage w.g. JAS. w.g. REUCHLTN." Daar verklaart dus de Ned. Bank niet bii het recto vi'f maanden gesloten graf, maar bii de levenrio en voor haar bestaan vechtende Hanzebank: 't. K"n wezen, dat cr van Uw aandeelen ka pi taal nog een deel over is, maar „intact" is dat. kapitaal in elk reval niet en wii denken dan ook voor- hands niet aan steun. Y«v*rrëljik nu hionn^de de houding ten opzichte van do A. C. B„ waar ondanks mof dijk, zii hot dan niet waa^schiinliik verlies van drin millioen, niet alleen nan steun gedacht is. maar deze ook in derdaad is verleend. Deze brief is maatgevend voor de hou ding, welke de Nederlandsohe Ba«k van*>f den eersten cristodag tot bot tmrnsph ein de der Haarlemsche Hanzebank heeft aangenomen on niot dc sebriftdidro L'k- rede van Juli 19°5! Fn de betrokken Mi- nisteriede Departementen wissen van dove lijdensgeschiedenis af. zonden de pleit- voerders voor de Haarlemsche U«n7e1v'nk van het. kastic naar den mnnr, lieten zich noc eens en nog eens mondeling en schrif telijk inliebien, maar hielden de zaak ten slotte gdïilc ze was, ja weigerden zelfs eenige vertichtin;* te brengen door de s>m- pelc toepassin cr van het totoal gevaarloos Han ze-nood wel ic. Had peen der Kamerleden dezen brief van 20 Juli 1923 ter bpsrhiH-toe? En was niet mede aan do hand van het door do Hanze toch niet voor snok on bon nen verzonden adres het. Ministerieel ei- taat onmiddellijk te desavouccrcn ge weest? Ma ar waarom is" het dan niet ge beurd? Waarom weer rustig over z'n kant laten paan, dat bij wiiz.o van compensatie voor 'to garantie van tien millioen aan dc A. C. B., een volkomen onhiistc besriuiMi :i. aan het adres van do Hanzebank werd ge lanceerd, terwijl do conira-documenlatio vr-'.r het griipen lag? Waarom nu bovendien nog de situatie geschapen, dat het orgaan van den neu tralen Middenstandsbond thans glorieeren kan in zijn triomf en dat het zegt cn zeggen mag: Do pers was in beroe ring. de Hanze had geschreven en geadres seerd cn nochtans '/.ic, in een amefijlje jW Zij, die zich per I Januari abonneeren op dit blad, ontvangen de nog verschijnende nummers gratis HET VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Nieuwe officieele stappen van de Dult- sche regeering inzake het vonnis in het Rouzier-proces. Uitwijzing van Duitschers uit Litcucn. Een Hindoe-leider te Delhi vermoord. BINNENLAND. Een financieel debat in de Eerste Ka mer. (Staten-Generoal, 2o blad). De kwestie over den regeeringssteun aan neutrale Middenstandsbank en Hanze bank. (Artikel, 1ste blad). Wij geven bl] dit nummer een blad, ge heel gewijd aan Kerstmis-lectuur, met verscheidene bijdragen, in proza en poëzie van medewerkers. In ons Zaterdagsche blad, 1de blad. plaatsen wij een prljsrebus. Onze Geïllustreerte Pagina De Photo-pagina (4do blad) geeft o m. ocnige mooie natuur-opnamen cn tnfree- len van Kerstmis-viering. was onze zaak er doorzonder hoofde lijke stemming! Ze hebben gelijk, voorzoover het be treft hun zaak. Maar hoe is hot met do onze? Vooralsnog lean de Katholieke midden stand, helaas, niet ontkomen aan een ge voel van bijkans volkomen verlatenheid en voelt hij diep de bestendigde afwezig heid van zelfs do meest aanvankelijke rechtsgelijkheid. En daarbij kan de huidige Minister van Financiën niet buiten spel gelaten wor den, hoe genoeglijk Zijne Excellentie zulks ook tracht te bereiken inet een briefje dat geheel buiten do kern van de quaestie (Hanzebank 1923A. C. B. 1925) omgaat. Want de crisis dateert van Juni 1923, de fitolo brief van de Nederlandsche Bank word verzonden in Juli, en eerst op 11 Augustus van hetzelfde jaar ontstond do politieke situatie, welke het ministcrioele loven van den heer do Geer voorloopig be ëindigde. Evenmin valt o.i. to accepteercu, dat «lo Rogeering dank zij hot „opklarend" Ka merdebat terzake van het „meten met twee maten" van alle smetten vrij zou ziin te pleiten. Do Regeering moge haro adviezen bij nnderen en in easu mot name bij de Nederlannscho Bank hebben irve- wonncn, zij blijft tenslotte zelve verant woordelijk. Waar bovendien vaststaat, d^t do Nederlandscho Bank het crediet van de A. O. B. niet. zou hebben vorhnogd zon der de garantie van den Staat, vranet zich af, welke boodschap de A. C. B. aan het Departement van Financiën meclcrppg, topn zij haro moeilijkheden kwam bloot leggen. Al zal men de „Maasbode" gaarne p- 8leiptn"n, dat do Nederlandsche Bar': zmh moeilijk zal kunnen verantwoorden om trent het forcccren van ccn bcpanl'to oen- zi'dirro situatie in het Middenstandsbank wezen, de ruwe cn naar een bepaalden tont toceb-nehte schade, welke aan ml van Katholioko middenstan' sbodrijv.cn met onnoodige hevigheid is borokkend, bliift mede vormen con aanklacht, tegen de Regeering. Tenslotte mot alle respect voor »lo redevoeringen van do heerpn van Wijnber gen en van Dijk in eersto instantie ook het optreden van do Katholioko Kamer fractie kan tot ons leedwezen niet als vol komen bevredigend '-orden aangcmclti. Do heelo geschiedenis ging te veel als een nachtkaars uit cn in zeker opzicht vo- voelt to Katholieke middenstand ziine achterstelling na de openbare behandeling zelfs grievender, waar de ezelstrap, welke in den vorm van het ministerieel citaat hot moge dan zijn onbewust do Hanze bank werd achterna gegeven, niet rrW een. klinkend protest beantwoord is geworden, ofschoon bet feiten materiaal daarvoor in overvloedige male ter beschikking van de Kamer stond. Om al deze redenen zal er o.i. ook nu nog, ja nu vooral „meer licht" in deze veronachtzaamde zaak moeten komen. Al gaat het dan nu niet meer om de knikkers, zooveel te meer om het spel en om het recht. Het mogo slechts een middenstandu- quaestic gelden, hot is er dan toch een van milliocnenbclang. CHRIS JANSEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1