VRIJDAG 24 DECEMBER 1926
HIJ IS ALS WIJ.
18e Jaargang.
No. 5449
3)c £ck)bc/lxe 6ow^a/nt
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voo? loeiden 19 cent per week 12.50 peT kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaaL
Franco per post I 2.95 per kwartaaL
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegeD betaling van 50 ot per kwartaal, bg voor
uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct„ met Geïllustreerd
Zondagsblad 9 et
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen I.
Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 s POSTBUS No. II
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Oawone advortentlAn SO cent par regal
Voor Ingezonden Mededelingen wordt het
s dubbele on het tarief berekend. z
Kleine adverlentiSn. ran ten hoogste 80 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd hour en eer
baar, koop en verkoop 10.50.
Dit nummer bestaal uil zes bladen, waaronder
hel Geïllustreerd Zondagsblad.
MORGEN, Hoogfeest van
KERSTMIS, verschijnt „De
Leidsche Courant" niet.
't Zijn du de laatste uren van blij ver
wachten! Het mysterie van Christus' ge
boorte moet niet slechts herdacht worden
els iets wat tot het verledene behoort, doch
moet opnieuw beleefd worden, want Chris
tus is voor alle tijden en alle geslachten en
al de mysteries van zijn leven zijn werke
lijkheid ook voor ons. Terwijl in tal van
kloosters en gestichten reeds om midder
nacht de Nachtmis gezongen en de blijde
boodschap van Christus' geboorte verkon
digd wordt, gaan wij anderen tor ruste in
bet vooruitzicht, dat hot zal wezen om
reeds vroeg te ontwaken en ons te spoe
den naar het lichtende kerkgebouw, dat In
feesttooi ons wacht. Zooals eens de don
kere nacht doorstraald werd van een ho-
melsch licht en de engel Gods aan eenvou-
cigen van hart de heugelijke tijding bracht,
zoo zal ook hier het nachtelijk duister voor
het licht moeten wijkon en zal de engelen
tijding door den mond der priesters wor
den herhaald. Zoo dikwijls reeds hebben
wij het verhaal aanhoord en toch verlan
gen wij het telkens opnieuw te vernemen
en ons in den ggese aan te sluiten bij de
herders in hun gaan naar do kribbe, in
hun eerbiedig beschouwen en vereeren van
het Kindje in doekon gewikkeld, om even
als zij God te loven voor hetgeen wij ge
hoord en gezien hel ben. En vóór ons en
naast ons en achter ons zullen er zitten,
wier ziel met dezelfde gedachten vervuld
is en wier liederen even blijgestemd zul
len opklinken als de onze. En zooals het
zal wezen in de eene plaats zal het ook
elders zijn, overal zullen onze kerken een
zelfde beeld vsrtoonen, overal zal het Evan
gelieverhaal gretig aanhoord, dankbaar
opgenomen worden en zal het in de harten
gevoelens wekken van teederheid en liefde.
Koeten wij bij het overdenken hiervan
nog vragen, of Christus in onze dagen nog
gekend of Hij nog bemind wordt? Het ant
woord ban niet twijfelachtig wezen en bij
do gedachte aan de Kerstmisviering mo
gen wij op die vraag antwoorden met
een volmondig „ja". En waarom zouden wij
bij het bevestigend beantwoorden dier
vraag ook niet denken aan zoovelen, die,
hoewel staande buiten de ééne ware Kerk,
er toch groot op gaan den eerenaam chris
tenen te dragen en in hunne liefde voor
Hem niet willen achterblijven?
En hoe heeft Christus die liefde van
zoovelen gewonnen? Gods wegen zijn zoo
geheel verschillend van die der men-
echcnl En niets is zoo in staat om men
schel ijke wijsheid met beschaming te slaan
als juist het doen van God. Wij zouden
allicht meenen, dat men om de liefde en
aanhankelijkheid van menschen te win
nen rijk moet wezen en mild moet kunnen
rondstrooien geld en goed of dat men al
thans dobr voorspiegelingen en beloften
aan aardsche zegeningen hen moet trek
ken. En dit is niet slechts een vermoeden,
maar we zien inderdaad dat zij di« op de
volksgunst speculeeren op deze wijze te
werk gaan. Zoo en zoo alleen verwerven
zij zich aanhang, maar winnen zij ook
waro liefde? winnen zij zulk een sterke,
duurzame liefde?
Wat is het geheim van de liefde, die
Christus zich heeft verworven en nog altijd
blijft verwerven? Dat Hij zich in alles aan
ons menschen heeft gelijk gemaakt, ja
minder dan dat; dat Hij onze zwakheden
en zwarigheden heeft gedragen in meer
dere mate dan wijzelf, 't Lijkt vreemd, maar
die zich zoo arm en behoeftig heeft ge
maakt, dat Hij geboren wordt in een
schuilplaats voor beesten gebrek lijdend
aan het allernoodzakelijkste, Hij trekt on
weerstaanbaar de harten tot zich. Hij wordt
klein en hulpbehoevend met ons, al de
goddelijke schoonheid en luister is schuil
iegaan in een zwakke, teero menschengc-
sralte. Maar de gedachte: „Hij is als wij"
oefent een sterke aantrekkingskracht.
Daarom zingt ood de Kerk in de Kerst-
praefatie, dat door zijn geboorte voor do
oogen van onzen geest een nieuw licht is
egaan der goddelijko heerlijkheid, daar
wij God, dien wij met ontzag noemen om
zijn oneindige majesteit, nu ook kennen in
zijn grooto aflating tot ons, in zijn grooto
goedertierenheid en menschlievendheid. En
die gedachte dringt .nog dieper en sterker
zich aan ons op, als wij weten, dal Hij niet
alleen die ontbering en armoede draagt
m o t ons doch ook voor ons en dat dit
teero wichtje in de kribbe onze Hooge-
PTioster is, die een betere en volmaaktere
offergave aan God Lomt aanbieden dan
welke hoogepriester ook kan brengen, na
melijk het offer van zichzelf. Later zal de
H. Apostel Paulus het zoo treffend zeg
gen als heel het offer voltooid is: wij heb
ben geen hoogepriester, die geen medelij
den kan hebben met onze zwakheden, maar
een die in alles beproefd is geworden in
gelijkenis met ons. En op een andere
plaats: Hij is zijn broeders in alles ge
lijk geworden, opdat hij een barmhartig en
getrouw hoogepriester zou zijn bij God om
do zonden des volks te verzonnm.
't Is daarom, dat de haTlan der christe
nen kloppen van dankbare liefde en dat
telken jare opnieuw bij de viering van het
Kerstfeest bewaarheid wordt wat do Kerk
in de Kerstpraefatie zingt, dat wij, door
hetgeen wij zichtbaar van Gokennen, tot
den onzienlijke getrokken worden!
J. H. NIKKEL, pr.
Oe A. C. B. en de Hanzebank.
DE „TWEE MATEN".
Dezer dagen is bij de behandeling der
Begrooting van Financiën ook de twee
ledige maat, die door de Regeering aan het
Nederlandsche Middenstandscrediet werd
uitgemeten, eenige oogenblikken ter spra
ke gekomen.
Over de ongelijke behandeling met name
van de Hanzebank in het Bisdom Haarlem
in vergelijking tot de A. C. B. is. weliswaar
niet het „scherp debat." gevoerd, dat door
een groot deel van de pers werd ver
wacht, doch er is toch alles bijeen
een uurtje aan zoek gebracht.
Het resultaat voor de A. C. B. is, dat de
verhoogdo Regeeringsgarantie van 1 Y, tot
liy-t millioen gulden zonder hoofdelijke
stemming werd goedgekeurd.
Hot resultaat voor de ongelijk behan
delde Hanzebank in het Bisdom Haarlem
komt neer op „nul komma nul"!
Voor deze laatste tracht men het thans
als eene moreele vol.loening voor te stel
len, dat de Minister van Financiën niet
heeft kunnen ontkennen, dat te dezer za
ke ongelijke behandeling heeft plaats ge
had.
Maar zelfs deze armeliike moreele „vol
doening" wordt nog schromelijk gehavend
door do toelichting, welke de Minister
-zich heeft gepermitteerd.
En al behoeft nu schijnbaar voor het
goed recht van deze Katholieke zaak
niet krachtig te worden opgekomen, voor
haar eer moge dan toch nu meer dan
ooit worden gepleit.
Gezwegen wordo van des Ministers ver
ontschuldiging van het geval met do me
dcdeeling, dat de A. C. B. in 1915 en 1918
nu eenmaal ook geholpen was!
Wij vreezen, dat dit argument nauwe
lijks voldoende zal worden geacht om
aannemelijk te maken, dat in li op
nieuw dc milde helpendo hand werd toege
stoken. Maar de omstandigheid, dat d c
een tot driemaal toe uit de moeilijkhe
den werd gered betcekent toch in ieder
geval allerminst eene „verklaring" voor
het feit, dat do ander in volmaakt ge
lijksoortige positie den eersten keer de--
besten op een serie botte weigeringen
stuitte 1
Maar dit nog terzijde gelaten.
Veel orgerlijker is hot volgende:
De Minister ach to het gewenscht als
zijn „absoluten indruk" vast te leggen, dat
er geen sprake van is geweest als zou men
gelet hebben op re richting van de
steunverzoekende bank.
Ter adstructie van dezen „absoluten in
druk" citeert ue heer de Geer dan bij
gaand gedeelte uit een brief, die door dc
Nederlandsche Bank op 15 Juli 1925 is ge
richt aan den Minister van Financiën:
„Wij hebben ons in December 1921
„genover de Hanzebank bereid verklaar!
„door onze agenten te 's-Gravenhago do
„mogelijkheid van steunverleening té la
„ten onderzoeken, van welk aanbod d-
„Hanzebank echter geen gebruik heeft go
„maakt. Het is duidjlijk, dat het. door <1
„Hanzebank thans noemen van eenigo cij-
„fers uit oen accountantsrapport niet vol
doende is om de oventueele risico's te
„peilen. Wij Lebben daarom do Hanzebank
„doen weten, dat wij nog ateoda onze toe
zegging van December 1924 gestand
doen."
Ofschoon de Minister zich haastte de
voorlezing van dit citaat onmiddellijk te
doen volgen door de pijnlijko openbaring:
..Deze woorden zeggen niet veel", schijnt
het geval toch buitengewoon veel indruk
te hebben gemaakt!
Zoo veel indruk, dat de heer J. B. van
Dijk zich verder bepaalde tot krachtig
vasthouden aan zijne stelling dat de Ned.
Bank de A. C. B. niet voldoende contro
leerde, en dat de heer Van Wijnbergen,
die in eerste instantie een tweetal concre
te vragen aan den Minister had gesteld
zonder antwoord to bekomen, aan deze
vragen in tweede instantie zelfs niet meer
herinnerde.
Zoo veel indruk, dat tien minuten later
de garantie ton behoeve van do A. O. B.
in veilige haven was zonder hoofdelijke
stemming en zonder eenig begin van
rechtsbcdceling aan de Haarlemsche Han
zebank.
Zoo veel indruk ook, dat- „De Maasbo
de" twee dagen later concludeerde, dat. al
thans Minister do Geer en ook de geheelo
toenmalige Begeering geen schuld hebben
aan do weigering van eiken steun aan de
Haarlemsche Hanzebank:
„Het niet verlcenen van do garantie aan
„de Hanzebank", aldus „De Maasbode"
„van Zondag 12 December „is een zaak,
„die afgestuit is on verschil van inzicht
„tuBscheu deze instelling en de Nederland-
,,sche Bank. Deze laatste beweerde, dat
„do Hnnzebank haar geen volkomen in-
„zatre van zaken gaf.
„In hoeverre dat iuisb is, moet thans
„tusschen deze instellingen tot. klaarheid
..worden gebracht. Do vraag blijft of de
Ned. Bank bij de A. C. B. wel genoegen
„nam mot een accountantsrapport en bij
„de Hanzebank niet."
Inderdaad, dat kan één van de vragen
zijn.
Maar er rijzen er veel meer'en ook veel
belangrijkere.
En de ellerbelangriiksto is wel deze:
Wat beteekent dit citaat in een brief,
welke op den datum komt bet aan!
op 15 Juli 1925 aan den Minister van Fi
nanciën door de Ned. Bank werd toege
zonden?
Wat beteekent. voorts do bliikbaar zoo
veel indruk mnkendo voorlezing daarvan
door den Minister in de Tweede Kamer?
Op 15 Juli 19-5 was do Hanzebank in
het Bisdom Haarlem practisch reeds pl.ra.
5 maanden in linuidatiel En op dat oognn-
blik bericht de Ned. Bank aan de Regee
ring, dat zij aan do Hanzebank heeft
doen weten, dat zii haro „toezegging vni
December 1924" nog steeds gestand doet!
Do Ned. Bank heeft dit aan de Hanze
bank niot doen weten. Doch al had zij
hot wel gedaan, wat mocht deze vertoo-
nïnrr dan toch op dit tijdstip to beduiden
hebben gcliad?
Do „toezegging" van December 1924,
toen sluiting der bank een quaestie van
dagen geworden was en toen er slechts
sprake was van de simnele toonassing van
het z.g. nood-veric, kwam, gelijk ook in het
adres van de Hanze aan do Twee 'e Ka
mer stond vermeld, hierop neer, dat do
Nederl.ar Ischo Bank in beginsel bereid
was medewerking to overwegen, on voor
waarde dat toen en dan on liquida
tie-basis geschat nog mo pet. voor
crediteuren beschikbaar zou ziin.
Het snreekt toch van zelf, dat zulk een
onderzoek daargelaten nog dat het
voor het beoogde doel geen zin had on
dat momont en en deze basis geen ef
fect meer kon soi-toeren.
Voor do vergeli'king is niet ter zake
dienende do positie van de voor drie
kwart geliquideerde Haarlemsche Hnnze
bank met de volwnarditre A. C. B., maar
dc positie van do Hnnzohank in Jun' 1923
met die van dc A. O. B. in 1925. Welnu,
in 1923 vond de Nederlandsche Bank on
danks den op dit. instituut pcoefenden aan
drang zelfs geen aanleiding om een on
derzoek in lo stellen, zoodal er toch wel
allerminst, reden is om van eene weigering
vanwege de Hanzebank te p- -^oren!
Ziedaar do beteekenis v«n liet. gebaar
van de Nederlandsche Bank in December
1924, toen de Haarlemsche Hanzebank an
derhalf ia ar in cris's ws. toon al dien (jid
tevergeefs met dc Nederlandscho Bank
was onderhandeld, (oen ongeveer drie
kwart van den boedel geforceerd was weg-
gedukt, toen 95 pet. van debiteuren was
teruggevorderd en 70 "ft.. nan crediteuren
was uitbetaald, toen faillissementsaanvra
gen den toestond onhoudbaar maakte^ en
de sluiting van het bedrijf clan ook werd
afgedwongen.
Het is deze Nederlandsche Bank, die
in Juli 1925 een kattebelletto naar de Rc-
gccring stuurt om te verklaren, dat zii
de zo „toezegging nog steeds gestand
doet, het is dit kattebelletje, dat.
or den Minister toe brengt zijne handen
in onschuld te wasschen, het is d e z o
van eiken reëclen ondergrond gespeende
historie, die de Kamer doet retiree: cn on
die „De Maasbode" er toe brengt het ver
lossende wo» 1 ynor Minister de Geer en
voor de Regeering te spreken!
H o e-i s-h e t-a 11 o s-m o g e 1 ij k?
In December 1924 was er een sterfbed en
in Juli 1925 was er een graf.
Maar er was leven en gezonde hoop voor
de Haarlemscho Hanzebank bij hot uit
breken der crisis van buiten af in Juni
1923.
Het komt er derhalve oj* aan, wat- toen
gebeurd is.
Welnu, toen moest er „gesaneerd" wor
den
Toen werd bij monde van den Thesau
rier-Generaal destijds de heer Trip
door do T coring aan de Haarlemsche
Hanzebank de oisch gesteld, de kassen te
sluiten en surséance van betaling te vra
gen, waardoor men de instelling mot een
zoet lijntje had kunnen deen verdwijnen.
Toen werd olke steun van Regeerings-
wego al maar uitgesteld en uitgesteld, ver
wezen va departement naar departement,
18 lange maanden achtereen tot het bittere
einde.
Toen geschiedde het, dat op 20 Juli
1923 dat is anders dan 15 Juli 1925!
volgend briefje de Hanzebank bereikte
van de zijde der Nederlandscho Bank:
's-Gravenhago, 20 Juli 1923.
„Hoofddirectie van de Hanzebank,
Delft."
„Mi;ne Heeren,
„Hierbij hebben wij de eer onze telefo
nische medodcehng van hedenmorgen te
„bevestigen, waarbij wij U in kennis stel-
„den met. het besluit van onze Directie,
„betr. de door U 10 dezer ingediende aan-
„vrage tot toelating tot het disconto.
„Zooals wij IJ daarbii mededeelden, kan
„de Directie tot. haar leedwezen TJ niet tot
„het disconto toelaten. Zij refereert aan
„de velo besprekingen die met Udoor haar
„over dit onderwerp zijn gevoerd, welke
„besprekingen telken maal tot dezelfde
„collusie hebben geleid.
„Waar ook bet „Resumé van enkelo be
sprekingen over reorganisatie", opge
steld door het Centraal Hanze-Burcau,
„haar in haar opinie versterkt, dat liet
„kapitaal van Uwe instelling niet nis in-
„tact mag worden beschouwd, terwiil eerst
„na zekeren tijd meer gegevens beschik
baar zullen komen omtrent, de vraag of
„er meer dan wel minder dan het kani-
„taal verloren is,'meent zi' voorhands bij
„die conclusie te moeten bliiven.
..Upe«*el ;n (ipF nlecmopp niet hare
„gewoonte is, om besluiten over het wcice-
„ron of toestaan vu disconto-toelating te
„motiveeren, verzoekt zii ons in dit geval
„met hare afwiizende beslissing nis boven-
„stnnn'l U in konnis te willen steil"
Hoogachtend,
Do Nederlandsche Bank
Agentschap 's-Oravenhage
w.g. JAS.
w.g. REUCHLTN."
Daar verklaart dus de Ned. Bank niet
bii het recto vi'f maanden gesloten graf,
maar bii de levenrio en voor haar bestaan
vechtende Hanzebank: 't. K"n wezen, dat
cr van Uw aandeelen ka pi taal nog een deel
over is, maar „intact" is dat. kapitaal in
elk reval niet en wii denken dan ook voor-
hands niet aan steun.
Y«v*rrëljik nu hionn^de de houding ten
opzichte van do A. C. B„ waar ondanks
mof dijk, zii hot dan niet waa^schiinliik
verlies van drin millioen, niet alleen nan
steun gedacht is. maar deze ook in
derdaad is verleend.
Deze brief is maatgevend voor de hou
ding, welke de Nederlandsohe Ba«k van*>f
den eersten cristodag tot bot tmrnsph ein
de der Haarlemsche Hanzebank heeft
aangenomen on niot dc sebriftdidro L'k-
rede van Juli 19°5! Fn de betrokken Mi-
nisteriede Departementen wissen van dove
lijdensgeschiedenis af. zonden de pleit-
voerders voor de Haarlemsche U«n7e1v'nk
van het. kastic naar den mnnr, lieten zich
noc eens en nog eens mondeling en schrif
telijk inliebien, maar hielden de zaak ten
slotte gdïilc ze was, ja weigerden zelfs
eenige vertichtin;* te brengen door de s>m-
pelc toepassin cr van het totoal gevaarloos
Han ze-nood wel ic.
Had peen der Kamerleden dezen brief
van 20 Juli 1923 ter bpsrhiH-toe?
En was niet mede aan do hand van het
door do Hanze toch niet voor snok on bon
nen verzonden adres het. Ministerieel ei-
taat onmiddellijk te desavouccrcn ge
weest?
Ma ar waarom is" het dan niet ge
beurd?
Waarom weer rustig over z'n kant laten
paan, dat bij wiiz.o van compensatie voor
'to garantie van tien millioen aan dc A. C.
B., een volkomen onhiistc besriuiMi :i.
aan het adres van do Hanzebank werd ge
lanceerd, terwijl do conira-documenlatio
vr-'.r het griipen lag?
Waarom nu bovendien nog de situatie
geschapen, dat het orgaan van den neu
tralen Middenstandsbond thans glorieeren
kan in zijn triomf en dat het zegt cn
zeggen mag: Do pers was in beroe
ring. de Hanze had geschreven en geadres
seerd cn nochtans '/.ic, in een amefijlje
jW Zij, die zich per I Januari
abonneeren op dit blad, ontvangen
de nog verschijnende nummers gratis
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Nieuwe officieele stappen van de Dult-
sche regeering inzake het vonnis in het
Rouzier-proces.
Uitwijzing van Duitschers uit Litcucn.
Een Hindoe-leider te Delhi vermoord.
BINNENLAND.
Een financieel debat in de Eerste Ka
mer. (Staten-Generoal, 2o blad).
De kwestie over den regeeringssteun aan
neutrale Middenstandsbank en Hanze
bank. (Artikel, 1ste blad).
Wij geven bl] dit nummer een blad, ge
heel gewijd aan Kerstmis-lectuur, met
verscheidene bijdragen, in proza en poëzie
van medewerkers.
In ons Zaterdagsche blad, 1de blad.
plaatsen wij een prljsrebus.
Onze Geïllustreerte Pagina
De Photo-pagina (4do blad) geeft o m.
ocnige mooie natuur-opnamen cn tnfree-
len van Kerstmis-viering.
was onze zaak er doorzonder hoofde
lijke stemming!
Ze hebben gelijk, voorzoover het be
treft hun zaak.
Maar hoe is hot met do onze?
Vooralsnog lean de Katholieke midden
stand, helaas, niet ontkomen aan een ge
voel van bijkans volkomen verlatenheid
en voelt hij diep de bestendigde afwezig
heid van zelfs do meest aanvankelijke
rechtsgelijkheid.
En daarbij kan de huidige Minister van
Financiën niet buiten spel gelaten wor
den, hoe genoeglijk Zijne Excellentie zulks
ook tracht te bereiken inet een briefje dat
geheel buiten do kern van de quaestie
(Hanzebank 1923A. C. B. 1925) omgaat.
Want de crisis dateert van Juni 1923, de
fitolo brief van de Nederlandsche Bank
word verzonden in Juli, en eerst op 11
Augustus van hetzelfde jaar ontstond do
politieke situatie, welke het ministcrioele
loven van den heer do Geer voorloopig be
ëindigde.
Evenmin valt o.i. to accepteercu, dat «lo
Rogeering dank zij hot „opklarend" Ka
merdebat terzake van het „meten met
twee maten" van alle smetten vrij zou
ziin te pleiten. Do Regeering moge haro
adviezen bij nnderen en in easu mot name
bij de Nederlannscho Bank hebben irve-
wonncn, zij blijft tenslotte zelve verant
woordelijk. Waar bovendien vaststaat, d^t
do Nederlandscho Bank het crediet van de
A. O. B. niet. zou hebben vorhnogd zon
der de garantie van den Staat, vranet
zich af, welke boodschap de A. C. B. aan
het Departement van Financiën meclcrppg,
topn zij haro moeilijkheden kwam bloot
leggen.
Al zal men de „Maasbode" gaarne p-
8leiptn"n, dat do Nederlandsche Bar': zmh
moeilijk zal kunnen verantwoorden om
trent het forcccren van ccn bcpanl'to oen-
zi'dirro situatie in het Middenstandsbank
wezen, de ruwe cn naar een bepaalden
tont toceb-nehte schade, welke aan ml
van Katholioko middenstan' sbodrijv.cn
met onnoodige hevigheid is borokkend,
bliift mede vormen con aanklacht, tegen de
Regeering.
Tenslotte mot alle respect voor »lo
redevoeringen van do heerpn van Wijnber
gen en van Dijk in eersto instantie ook
het optreden van do Katholioko Kamer
fractie kan tot ons leedwezen niet als vol
komen bevredigend '-orden aangcmclti.
Do heelo geschiedenis ging te veel als
een nachtkaars uit cn in zeker opzicht vo-
voelt to Katholieke middenstand ziine
achterstelling na de openbare behandeling
zelfs grievender, waar de ezelstrap, welke
in den vorm van het ministerieel citaat
hot moge dan zijn onbewust do Hanze
bank werd achterna gegeven, niet rrW een.
klinkend protest beantwoord is geworden,
ofschoon bet feiten materiaal daarvoor in
overvloedige male ter beschikking van de
Kamer stond.
Om al deze redenen zal er o.i. ook nu
nog, ja nu vooral „meer licht" in deze
veronachtzaamde zaak moeten komen.
Al gaat het dan nu niet meer om de
knikkers, zooveel te meer om het spel en
om het recht.
Het mogo slechts een middenstandu-
quaestic gelden, hot is er dan toch een
van milliocnenbclang.
CHRIS JANSEN.