f CHRISTl GEBOORTE
<5>
a i
't Is nacht en koud, maar op de stille velden f
rond Bethlehem daalt zacht een hemelsch licht, j>
f waaruit een Engel blijde woorden richt
I, tot wie zich eerst om zijne komst ontstelden. J)
f
I, Hij spreekt van vreugde en volk en van een wicht,
f van poov're doeken, die als wiegkleed geldenf
Een loflied klinkt.... en de arme herders snelden j)
naar waar het Kind, nog armer, nederligt.
Zoo wordt het lage tot iets hoogs verkoren
De simp'len mogen de eerste boodschap hooren f
en 't eerst zich nederwerpen voor Oods Zoon. k
Wie 2ich verneêrt, is Gode welbe aag'lijk,
f wie zich verheft, o mensch, is diep beklaag'lijk,
Slechts de ootmoed baant den toegang tot Zijn troon. I
H. A. ULLEMAN, Pr.
f
Ij R'veen, Kerstmis 26.
f
i, i>
ET IN TERRA PAX HOMINIBUS
BONAE VOLUNTATIS.
Kerstvertelling door Gh. E. M. J.
Half vijf. Plechtig vangen do klokken
aan, in feestelijke galmen het geboorte
feest van Gods Mensch geworden Zoon in
te luiden en den geloovigen te verkondi
gen, dat straks in het Hoogheilig Offer
de geboorte van dpn Godmenseh op bijzon
der feestelijke wijzo zal worden herdacht.
Statig, galmen do vreugdevolle tonen
door do nacbtelijko stilte en treffen liet
geloovig hart met een zeldzame mengeling
van vreugde en aandoening
Het met smaak gemeubeld vertrek der
dochter van notaris Duchambrel is in uit
nachtelijk uur helder verlicht. Reeds ge
heel gekleed in een eenvoudig, doch niet
temin elegant cosluum van donkerrood
fluweel, zit Lotty sedert eenigo minnten
in gedachten verzonken in haar gelief
koosd vouwstoeltje, het blondgelokte
hoofdje mijmerend voorovergebogen en.
ondersteund door een der lelieblanke han
den. Nauw echter heeft de eerste klank
der Kerstnachtklok haar oor getroffen, of
een schok doortrilt heur slank f guurtje,
het hoofd zinkt dieper voorover en beide
handen bedekken de diepblauwe oogen,
waaruit thans een vloed van tranen
welt, die de smart vertolken, welke dit
jeugdig hart verteert in deze blijde stonde.
Ach, waarom doet het plechtig nachte
lijk klokgelui haar geloovig hart niet van
re ne vreugde kloppen? Die klokken lui
den immers het vreugdefeest der H. Kerk
in en stemmen al hare kinderen tot blijd
schap en vrode-.
Manhaftig tracht zij dc droeve herinne
ringen, welke deze H. Nacht bij haar op
wekken, te bekampen. Helaas! do ervaring
van een tweetal jaren reeds heeft haar
geleerd, dat beur pogen, ijdel is; do won
de van hear rein en schuldeloos hart is
reeds bij den eersten klokketoon openge
reten. In do schrilste vormen vertoont
zich weder evenals in vorigo jaren het
monster van heur noodlot en meedcogen-
loos drijven al do smartelijke herinnerin
gen, aan dezen plechtigen feestdag verbon
den, haar geest voorbij.
't Is haar, als hoort zij, overstemmend
het feestelijk klokgelui, een heldere jon
gensstem, die in klank en uitdrukking het
orgaan van Bcthlehems Hemelgeesten
nabij komend, do woorden herhaalt, wel
ke eens de aarde met blijdschap vervul
den. Het is de stem van Paul Chateau,
die, nog een knaap, zoo aangrijpend
schoon in den heiligen Kerstnacht den
prachtigen solo van Perosi's feestmis ver
tolkte: „Et in terra pax homanihus bona©
Voluntatis."
Het is haai-, als ziet zij zich een vijf
tiental jaren later aan do zijde van dien-
zelfden Paul, toen haar verloofde, ter
kerke gaan in dit nachtelijk uur. 0! tra
nen van geluk en aandoening, op dien
-morgen geschreid hij den klank der engel
achtige jongensstem, welke zoo opvallend
met de zijne overeenkwam; is het niet
als bevochtigden zij thans opnieuw heur
wangen?
Maar *fc.n komt plotseling de herinne
ring aan dien vreesdijken Kerstechtend
al het zoele dezer herinneringen met een
nameloozo bitterheid overgieten. Het is
haar, aks wacht zij hem weder gelijk op
dien morgen. Wederom bekruipt haar
hetzelfde angstig voorgevoel van dien
nacht en dan eindelijk ontmoet zij hem
weder, wanneer zij met haar ouders naai
de Nachtmis gaat en hij in stede van zijn
verloofde ingetogen te vergezel]eD, joe
lend en schreeuwend, in beschonken toe
stand, van een nachtelijk drinkgelag huis
waarts keert
Een bescheiden kloppen op do deur,
die bijna gelijktijdig wordt geopend, roept
haar plotseling uit deze smartelijke her-
inneringsdroomen tot do werkelijkheid te
rug. Mevrouw Duchambrel treedt het ver
trek barer dochter binnen en kust heur
kind hartelijk goeden morgen. Het liefde
volle moederhart der edelo vrouw gevoelt
maar al te zeer, welke smartelijke herin
neringen deze feestdag in de ziel van heur
geliefde dochter pleegt op te wékken.
Met innig modelijden blikt zij in die spre
kende oogen, waaruit reeds in dit vroege
morgenuur een zoo diepo droefheid
straalt. Dan sluit zij hoofdschuddend mot
moederlijke teederheid hour kind in de
armen en zegt: „Kom, lieve Lotty, laat
dat eens ter wereld kwam om vrede en
troost aan het menschdom te brengen, zal
niet ongevoelig blijven voor een vurig go-
bed. Hij zal de rust en den vrede in uw
jeugdig, beproefd hart doen wederkeeren"
Een ge oogenblik ken later schrijden de
heer en mevrouw Duchambrel met hun
eenige dochter liOtty zwijgend voort dooi
de met sneeuw bedekte staten. Een nij
dige oostenwind jaagt do fijne sneeuw
vinnig voort en striemt meedoogcnloos Je
aangezichten der kerkga )gers, die, diep
in hun warme wmterkleeren gehuld, den
tred verhaasten, tcneindo zoodra mogelijk
aan de woede van den sneeuwjacht te
ontkomen. In weinige minuten heeft, het
drietal het kerkgebouw bereikt, hetwelk
zich, met zijn helder verlichte ramen ma-
jestueus tegen hot nachtelijk duister af-
teekent. Geruimen tijd voor den aanvang
der plechtige Kerstnachtmis knielt liet
godvruchtig ouderenpaar voor do kerst
kribbe, om, in vur.go smeeklieden met
hun doel)ter vereemigd, het lieve Jezus-
kind den vredo te vragen voor Lolly's ge
folterd hart.
In een deftig pension op geringen af
stand van het kerkgebouw zijn op dit
oogenblik do kostbaar gemeubelde ver
trokken helder verlicht. Met groote schre
den loopt de bewoner dezer weelderige
kamers zijn studeervertrek op en neer.
Hij heeft geen oog voor de prachtige meu
bels en fraaie schilderstukken, nocli voor
het kostbare tapijt en do artistieke deco
ration, die zijn cabinet versieren, doch
strak en eristig staren zijn anders zoo
beweeglijke oogen naar den grond, ter
wijl de pijnlijkste gedachten met onweer
staanbaar geweld aanhoudend zijn geest
bestormen.
Indien do vrienden van Paul Ghaxteau,
want hij is het, dien we op zijn kamer
hebben Jtespied, op dit oogenbLk van een
hunner veelvuldige nachtelijke feesten le-
rugkcerend, het pons.on van hun collega
waren voorbijgegaan, zouden zij haastig
zijn binnengetreden, om te onderzoeken,
welk ernstig voorval hun vriend had ge
noopt op een zóó ongelegen uur zijn le
gerstede lo verlaten. Nimmer hadden zij
kunnen vermoeden, dat de Kerstnacht-
klokken hem hadden gewekt en dat het de
klank dier klokken was geweest, die het,
voor elke aandoening schijnbaar ongevoe
lig hart van hun vroolijken makker zoo
diep had getroffen
Benauwendo droomen hadden den
nachtrust van den jeugdigen student ver
gald. Vroeger dan gewoonlijk had Paul
zich op den vooravond van dit heerlijke
feest ter 1-usto begeven, doch nauw had
hij zich op hot molligo donè uitgestrekt,
of zekero herinneringen uit zijn veelbe
wogen leven hadden zich aan zijn geest
opgedrongen en het was hem niet moge
lijk geweest, dezo te verdrijven. Toen ein
delijk do slaap zijn vruchteloos pogen te
hulp kwam, losten zich deze herinnerin
gen op in droombeelden, dio hem in
schrillo vormen hot afkeurenswaardige
van zijn losbandig leven der laatste drie
jaren onder het oog brachten.
Teruggevoerd naar do heerlijke jaren
zijner jeugd, had hij het gelukkigste tijd
perk zijns levens opnieuw doorleefd, in
dezelfde vloeide, in dezelfde onschuld en-
vreugd als die jaren in wcrkeiijl:beid wa
ren voorbijgegaan. Doch dan plotseling
was het blijde gelaat zijner goede, ouders,
hetwelk hij hijkans nimmer met een wolk
je o vertogen had gez.en, van uitdrukking
veranderd. Een verwijtende hik had do
plaats ingenomen van den vriendoüjken
glimlach en als donderslagen hadden
hem hun woorden van scherpe afkeuring
in do ooren geklonken.
„Is dat het loon voor al do zorgen aan
uw opvoeding besteed? Is dat de dank,
dien go uw ouders verschuldigd zijt voor
al den arbeid, al do liefde en toewijding,
waarincdo zij hebben getracht dc clcugd lnj
u aan (o kwecken en u af to houden van
het pad der boosheid? Ach, indien zij
hadden kunnen vermoeden, dat gij hel
reusachtig vermogen, hetwelk zij u nalie
ten, zoudt misbruiken, om van allerlei
ongeoorloofde vermaken (o genieten en
daarbij uwen heiligs ten plicht te verza
ken, zij hadden stellig hun bezittingen
aan liefdadige instellingen geschonken en
u genoopt van een kleino rente to leven!"'
Dan v.-as het hem, als zag hij zijn, uo-
laas, to vroeg gestorven moeder voor
zich, zij d'o beiii altijd liefderijk o verma-
ons ter kerko gaan. Hot arme Jezuskiiid,
ningen tot zijn plicht wi,st te brengen O,
boo smeekond had hour stem geklonken,
toen zij hem bad, toch weder troost cn
rust te gaan zoeken in den godsdienst,
dien hij sedert drie jaren geheel had ver
laten.
Eindelijk was hem weder die liefelijke
gestalte van Lotty verschenen cn had hij
met haar opnieuw den korten, maar ge
lukkigen verlovingstijd doorleefd. Doch
ten slotte was hem weder dien vreeselij-
ken Kerstnacht voor den geest gekomen,
d en noodlottigen nacht, welke aan al dat
geluk con eindo had gemaakt. O, hoo was
hij sindsdien al verder en vertier afge
dwaald, hoe was die óéne misslag het be
gin geweest van ol dc uitspattingen,
waaraan hij zich sedert had overgegeven!
Het plechtig nachtelijk klokkengebeier
heeft Paul uit zijn oniustigen slaap ge
wekt en de'stelligo overtuiging, dat ai
zijn pogen om weer in te slapen zouden
falen, heeft hem doen besluiten op te
staan en zich te kleeden. In zenuwachtige
overspanning, gaat hij thans zijn studeer
vertrek op en neer, nu eens vruchteloos
pogend, de sombere gedachten, welke hem
uit zijn droombeelden zijn bijgebleven te
verbannen, dan weder zich geheel daar
aan overgevend.
Opeens, daar beginnen dc klokken op
nieuw te luideD, den geloovigen verkon
digend, dat binnen enkele in nuten de
plechtige Kerstnachtmis zal aanvangen.
Hoo plechtig en statig klinkt dat in do
nachtelijke stilte! Maar wat is dat? Is het
niet, alsof met óe machtige klokkotoon
het geluid eener heldero kinderstem zijn
oor treft? Heeft hij d e zacht vloeiende
mejodio, die gewijde woorden meer ge
hoord? Hij beeft, hij siddert bij do her
kenning van dien fraaicn solo! O, on
schuldig kind, dat, alvorens in Gods Huis
aller harten te roeren door de wcergaloo-
zo reinheid van uw ongekunsteld gezang,
thans uw vaardig kecltjen beproeft, o,
wist gij eens, wolk een macht go uitwer
king de~o klanken op het hart van dezen
jongen man hebben!
Een overstelpende aandoening grijpt
Paul Charteau aan, het bloed jaagt hem
met meedoogcnloozo kracht naar het
hoofd, dat dreigt to bersten onder den
overweldigenden druk der folterende ge
dachten. Hij zinkt, der wanhoop nabij, op
een der fauteuils neder en omvat met
bei do hajiden zijn gloeiende slapen....
De genade Guds treft zijn schuldig hart,
allo gevoel van bitterheid verdwijnt daar
uit en lost zacli op, in ceil di.po smart,
wejkc zich in een vloed van tranen open
baart. Nu smelt de ijskorst» aio geduren
de drie jaren het goede zaad, do< zijn
bravo ouders zoo overvloedig in zijn hart
gestrooid, JicefL omsloten. Een onweer
staanbaar verlangen, naar hetgeen voor
heen zijn zoetste vreugde uitmaakte, ont
waakt 111 hem; hij grijpt winLrjas en
hoed en haast zich dc dcifr uit. lxccds
ru schen hem hij don ingang van het
kerkgebouw do zacht vloeiende lonen van
het orgel tegen. Hij l^cdt binnen en knielt
in een der zijbeuken neder..cn
Daar verschijnen do in feestdos geklec-
do priesters, voorafgegaan door do koor
knapen en plechtig klinken de tonen van
het ernsligo koraal langs de gewelven:
„De Heer heeft tot mij gezegd, Gij zijt
mijn Zoon."....
Do grijze priester begint 1: :l hoogheilig
offer, terwijl het koraal eind gt cn het
orgel do majestueus feestelijke lonen in
zet van Perosi's feestmis!....
Do priester heft met van ontroering
bevende stem, aangegrepen door den
machtigen indruk van het plechtig oogen
blik. het „Gloria in cxcclsis Deo" aan,
waarop met bijna boYenaardsche bezie
ling een onschuldige knaap op hemelzoete
melodio die vreugdevolle woorden her
haalt, welke eens uit den mond- van ontel
bare hemelgeesten over Bcthlehems vel
den klonken: „Et in terra pax hoininihus,
bonao voluntatis."
Een onderdrukt snikken treft het oor
van Paul Charteau, die lot dan too steeds
diep voorovergebogen het gelaat met bei
de handen bedekt hield cn djet hem liet
hoofd opheffen. Dan ontwaart hij daar
op geringen afstond den notaris Ducham
brel, cLo een medelijdenden blik werpt op
zijn lieve dochter aan zijn zijde. Nauwe
lijks waagt Paul bet den blik van den
eerbied'waardigen grijsaard te volgen,
maar tocli even nog aanschouwt hij dat
slanko figuurtje door pijnlijke snikken
bewogen, ziot hij dat blceke gezichtje,
hetwelk thans een onbeschrijflijke uit
drukking van smart vertoont.
Ach, nog luider spreekt thariS in hem
de stem van zijn geweten. Nog dieper
zinkt zijm gebogen gestalte ineen, want
nu eerst ontwaart hij, dat hij behalve
jegens God cn tegenover zicli zelf, ook
nog een zwaro schuld heeft tc vereffenen
jegens haar, die hem, wegens zijn schan
delijk gedrag in hel openhaar, den rug
moest lockceren, doch wier schuldeloos
hart door deze wreedo ontgoocheling op
ongeneeslijke wijzo gewond werd. H t
waarachtige leedwezen brengt hem tot
een vurig, deemoedig gebed en als hij
eindelijk, geruimen lijd na het eindigen
der plechtige Nachtmis het kerkgebouw
verlaat, is dc vredo in zijn geschokt ge
moed wedergekeerd.
„Vrede, vrede", klonk het in zijn bin
nenste, terwijl Paul zich langs do met
sneeuw bedekte stralen naar het huis van
den notaris spoedde, „Vrede, aan do
menschcn van goeden wil."....
„Ls mijnheer thuis?" vroeg hij aan dc
oudo dienstbode, die opendeed en die hem
aanstonds herkende.
„Ik geloof het wel, mijnheer", ant
woordde zij, terwijl zij hem wantrouwend
aanzag, „kom u even iu do spreekkamer,
dan zal ik mijnheer «waarschuwen."
In het veleend oogenblik (rad hij mot
uitgestoken rechterhand op den Linnen-
tredenden notaris toe, zeggende: „Mijn
heer ik vraag u vergeving voor al het Iccd
dat ik u en uw g-.-zin door mijn wangedrag
heb veroorzaakt. Ik bid u, reik mij op dit
vredefeest dc hand der verzoening en sia
mij toe, ook Lolly cn mevrouw vergeving
(o vragen."
En (lo hem toegestoken hand met warm
te drukkend, antwoordt de «goede, oude
man: „Van ganscher harte Paul, van
harte jongen. Ja, ik wist wel dat het
Kerstkindje u zou terugvoeren op het goe
de pad en daarmede tot haar, wio het le
ven zonder u een ondraaglijke last was
geworden, doch dio liever dit kruis wilde
dragen, dan zich misschien eens te moe
ten schamen over het gedrag van dom
man, aan wien zij zich voor eeuwig zou
verbinden
Een gelukkiger Kerstavond dan die,
welke men toen ten huize van notaris
Duchambrel doorbracht, zal men zich
moeilijk kunnen voorstellen. Het was als
een droom van vrede en zaligheid, do her-
eeniging dier heide jeugdigo harten na
eenige jaren van wreedo scheiding....
Als nadien, in den Hc'Iigcn Kerstnacht,
de feestzang van Bcthlehems Hemelgees
ten door bet zangkoor werd herhaald,
dan werden steeds weder dc oogen van
Dr. Paul Charteau eu diens Iievo vrouw
tje vochtig; dan dachten zij met innige
dankbaarheid terug aan het bezielend ge
zang dier engelachtige jongensstem, welks
trcffenden invloed hun hereeniging had
bewerkt; een herecn'ging, die enkele
maanden na den bewust en Kerstdag to.
een gelukkig eclitverhoud had geleid.
WEERGEVONDEN.
Kerstvertelling door P. G. Hoeks.
„Hó! Wat ben ib toch verschrikkelijk
koud
Als 'ji jammerkreet rntsnaptcn dezo
woorden aan do lippen van 'n jonge
vrouw, <lie, gehuld in 'n dikken mantel,
met koortsachtige haast zat lo schrijven
aan een tafel bedekt met boeken on pa
pieren. De inspanning, dio haar dio arbeid
kostte, bad oen paar roodo plekken gc-
teekcud op baar wangen, ingevallen door
een langdurige ongesteldheid, dio haar,
als schrijfster, verhinderd had, in maan
den iets tc verdienen. Een paar weken te
rug had zo van de redactie van 'n tijd
schrift, waaraan zc medewerkster was,
bet verzoek gekregen ccno 'n „mooie"
kerstnovello tó schrijven. En nu was zc
daarmee bezig: bet eerste werk na haar
ziekte. Wel kostte heb haar veel moeite,
want wel tien maal was zc cr mco bccron-
nen zonder dat het lukken wilde. Maar
gisteren vlotic het en nu vandaag, juist
twee dagen voor Kerstmie, hoopte zc cr
mee klaar to komen. En als zo,het dan
vanmiddag naar do redactie kon bren
gen. zou ze vragen, ef men heb ever zou
willen doorlezen, dan kon ze misschien een
voorschot op bet honorarium ontva«een,
want dat had zc l ard noodjg. Haar
brandstof was op. Ze moest nu al kou
lijden en als zo geen geld kreeg, zou ze
met dc Kerstdagen vast honger moeten
lijdon ook. Dio ziek'.c had ook zoo veel
geld gekost!...
Ze legde do pen even neer en blies in
haar verkleumde handen om zo wat te
verwarmen.
„Wat is 'b toch ongelukkig arm tc we
zen", zuchtte zc, „vooral als gc 't vroe
ger beter gehad hebt... Maar komaan,
niet getreurd. Laat ik moed houden. Onzo
lieve Heer slaat wel, maar Hii zalft ook.
Hij zal wel uitkomst geven. Het kindje
Jezus zal wel helpen."
Ze begon opnieuw te schriivcn. Een goed
half uur later was zo klaar. Ze las het ma
nuscript nog eens door, verbeterde hier
cn daar een woord of con minder juiste
uitdrukking, vcrklc :ddo zich en begaf zich
dan op weg naar het radactie-bureau.
Greta van Groningen onder dezen
schuilnaam schreef zc stond geheel al
leen op dc wereld. Als kind had zc een
uitstekende opvoeding genoten, waartoe
haar vader, als Iceraar aan ecu gymna
sium, liet zijne bijgedragen had. Haar
oudere broer was in deu bockhandel go-
gaan, eerst in Amsterdam cn later iii Ber
lijn, waar hij ccn beste betrekking gevon
den had. Ziin chef waardcordo zijn arbeid.
Hij steeg bij dezen iu achting cn geuoot
zooveel vertrouwen, at hij door hem naar
New York werd gezonden met opdracht
om aldaar ccn gewichtige zaak mot ccn
uitgeversfirma in orde to brengen. Vol
gens ccn courantenbericht zou hij aldaar
bij een spoorwegen reluk cm het leven ge
komen zijn. Dc familie had cr nimmer een
officieele kennisgeving van ontvangen,
maar evenmin ooit meer iets oangaando
hem vernomen, zoodat Greta, in dc moo
ning verkeerde, dat hij al lung dood was.
Kort daarop waren haar ouders ook ge
storven. Zij hadden haar weinig of ri 's
nagelaten, zoouafc zc zich genoodzaakt
zag in haar eigen onderhoud tc voorzien.
Nu had '/.o vroeger al eens een paar arti
kelen geschreven, dio gaarne waven opge
nomen cn zo besloot haar geluk als scbriif-
sfcer le beproeven cn was daarin aardig
geslaagd., Maar juist, toen zo dacht zich
ceu onbezorgd bestaan veroverd te heb
ben', werd zc maanden lang am het ziek
bed gekluisterd. Daardoor miste zo niet
alleen haar bron van inkomsten, maar
wat erger was, zo teerde al haar spaar-
penninger in cn verviel in de diepste ar
moede. Toen zo weer op de been kwam,
was zc armer dan dc vrouw van den ko
lensjouwer, die ccn verdieping lager woon
de dan zij.
Grcta stond iu de kamer vr.u den hoofd
redacteur.
„Zoo, waarde juffmiw, is u daar? En 1 :.e
caat l;et cr mco? Is u klaargekomen? Dat
doet mo genoegen. Aardig, dat u het zelf
brengt. Mag ik hc.t maar van u hcbL' i
zult cr wel ven hooren."
Zoo ratelde dc rian zenuwachtig aan en-
stuk door.
„Zoudt u het van avond nog even
len doorzien, alstublieft? Dan kwam ik
morgen ochtend graag even hooren", zei
Civta bedcc
„Dat zal niet kunnen, juffrouw. Mi::
schicn weet u 't cn misschien ook niot, dat
do zaak mot nieuwjaar in andoro handen
overgaat» Een rijko Amerikaan hczo
overgenomen cn dezo heeft ons bericht,
dab hij morgen kennis met. ons kant ma-
keu en nu begrijpt'u wel, dat wc olies lot
in de fijnste puntjes in orde willen hebben
en dat ik 't van avond cn morgoMéhtend
erg volhandig licb."
Dio woorden zeiden haar duidelijk, dat
ze wel heen kon gaan. En zc zon toch zoo
graag 's anderendaags reeds het honora
rium ontvangen hebbon! Als zo «bit niet
kroeg, dnn was hot met de KovsVlagcn
honger- en kou lijden.
,,'t Is maar kort", waagde ze ckij* oven
op to merker.
„Het zal toch heusch niet gnn». U zult
er toch nog geen brood voor behoeven to
koopen, denk ik."
Nauwelijks had hij .dio woord©* geuit,
of hij had cr spijt van, want een donker
rood overtoog het blceke gelaat van de
jonge vrouw en zenuwachtig trokken haar
mondhoeken. Een truan, dio zo mei nlie
macht had willen tcrugnersen, ontrolde
haar oog cn bleef uangen op hanr wang
als een schitterende parel. Dat stemde don
man welwillend cn hij vocldo or> erna diep
medelijden met Grcta, van wie hij wist,
dat zo op dit oogenblik zulk een swaren
striin nm het bestaan te voeren hod.
„Juffrouw", zei hij, „ik zal prober.ron
tiid to vinden cn kom dan morgenochtend
tussclicn negen en lien even ntm. Eoudb
u zoo goed willen wezen? Dan kmrt o da-
deli-k het honorarium ontvangen."
„God Joone het u", stamelde ze. „f! weet
niet, welk ccn grooten dienst n »no be
wijst."
liet was daags voor Kerstmis. Op het
redactio-bureau was al-es pirkfini In orde.
Do nieuwe chef kon verwacht Worden cn
om hem naar helioorcn to ontvangen had
do hoofdredacteur con toesnrank in heb
Engelsch uit not hoofd geleerd. Dat zou
een goeden indruk maken, als dio Ameri
kaan in z'n eigen taal verwelkomd werd.
Je wist ncoit, waar liet. goed voor was.
Hii keek op do klok. I>ie wees oen paar
minuten vjor half elf cn om half elf zou
hii komen.
Daar hield 'n auto stil en even daarna
trad ccn net heer van om en b?ï do veer
tig het bureau binnen. Het wns do nieuwe
eigenaar. Doch hoe verwonderd varen allo
aanwezigen, toen hii zHi ir' zuiver Hol
la "dech voorstelde als Mr. Wi'sen en ver
der geen woord Engelsch beziodo. Do
mooie toesnvaak van den hncf^-cdarteur
werd daardoor geheel overbed»*.
Ei'n uur later zaten Mr. Wilson on do
hoofdredacteur nog ciikelo dinrren tc be
spoken, teen Wilson's onrr toovsffi* vie!
ra het manuscript van Greta van Gronin
gen.
Hii nam bet. op.
„Knap work", zcido rednctenr. ,/t J
van een ion ge dnmo hier nit de stad."
„Mag ik 't even inzien?"
..Met renoepen."
Mr. Wilson begon le lezen en was spre-
dig zoo verdient in die letuur, dnt hij
idles cm zich boen vevent. W»l !-ii <laor
las, wek to in liooen mate z::n IrlWo-stel-
li"g. Dio belangstelling werd bevondoring,
sloeg over in ve-ljnzing, v/ne( bet, kwam
hem voor, dut hii allis. wal hii imv la-:,
zelf doo-lcef lmd.
„Wie is die schrijf}-ter?" v-eec Mi zirh
af, „en hoe kemt, ze nl die hi'v-ndc-bedcii
tc wclcn? Ts hot puro r1,ontesitt, of is
under dezoKdo omst and'""heden groot ee-
brneht als ilc. Do nm>\, die m bejedn "M"',,
ïükt in z'n doen ~n l -len nls twee dmvipr-
len water op m'n eigen vader en in do
vrouw toekent zo m'n n"-e-'«r met nl h- u*
too wijding, haar teederheid, hear •oefi'c-
rendo liefde, haar godsdienstzin en haar
vrome overpavo ran Gods TT. wil... Kil de.
boer?... Omgekomen bij 'n «jnoorweg-
ramp... O, wat 'n liefde voor db-n broer
spreekt cr uit dezo rogels... TToe komt zo
eraan?"
Om z'n ontroering tc verbergen dood
hii, alsof hii let manuscrint onverschillig
neergooide. ITij, 'n man van do wereld,
mocht toch aan z'n ondprp^s"v'ikto niet la
ten binken, wat or in z'n ziel owing.
,.En?" vroeg dc redacteur.
„Knap werk... inderdaad. Meer dan
knap. 3t Ta een kiinstwork;o in si'n soort.
Dio dame heeft 'n toekomst. Hoo boel zc,
als ik 't. vragen mng? Th Greta vun Gro
ningen haar schuilnaam?"
„Dab hebt u corn den. V-m haar eigen
napin hc-ct ze. Mavgreeb Wilson. Wu.ar al
liceft ze een Engelsehcn naam, ia llol-
Inndgcha vnn ouder t ouder. 'f. Ts 'n
flinke iongo vrouw, die den l^afrjjten 'i'd
heel wat (epeiiROood heeft, rchad, maar
•/o heeft zii-li kordaat gehouden, dat moet
ik zeggen. Ook is zo nog al vroom, ik zou
haast zeereen: fiin...'
„Dat doet niets ter zake. Mag ik haar
adres eens van- u wclcn?"
„Met genoegen."
„En hoeveel heeft zo voor die «Opie van
u ontvangen?"
Do som word genoemd.
„Dat vind ik veel te weinig. U zult mo)
genoegen doen met haar direct fco ontbie
den, als ik vertrokken ben en haar dit als
toclapo on het. honorarium tc ovoriiandi-
gon." En tegelijkertijd ope ide hij z'n por-
tefeuillo en haalilo 'n brnkjo van zestig
voor den dag.
„Dat is mij het lezen van 't oratcl dub
bel cn dwars wuarl geveeat. TV hi»b in
geen tijden zoo'n teer doorvoeld Kerst
verhaal gelezen."
't Was Kcrstavor.d.
Th do kamer van Greta van Groningen,
of beter Greta Wilson, was 't gezelliger,
dan 't in langen ti'd geweest woa. Zij zelf
voelde zich den prins to iijk. Bót gaslicht
•brandde hekjer, de kachel snorde vroolijk
cn verspreidde een behepclijko warmte.
Op 'n tafel in 'n hoek van hot. vertrek
stond 'n Ivcr: ribje, pas gekocht, waar
voor <!c bewoonster lag neergeknield, dan
kend het Goddelijk Kind, dat zoo onver
wachts cn onverhoopt uitkomst had gege
ven.
Er werd aan de kamerdeur geklopt en
Uü vrouw vuil beneden Blak haar hoofd