Je me Courant"
Derde Blad.
Woensdag I December 1926
B8S8f3EtflLAWD
KERKE2IEUWS
STADSNIEUWS
INGEZONDEN MEDEOEEUNG
Het Geheim van Florise.
POSTBEGROOTING 1927.
Verschenen is de memorie van antwoord
betreffende het wetsontwerp tot regeling
van de inkomsten en uitgaven van de Pos
terijen, de Telegrafie en Telefonie voor
1927.
De éénhoofdige leiding blijft.
De vraag of de reorganisatie, die nog
ïn beraad is, ook do opperste bedrijfslei
ding omvat, wordt bevestigend beantwoord
Inmiddels is voor den Minister van Water
staat komen vast te staan, dat het wen-
schelijk is de bestaande éénhoofdige lei
ding te bestendigen.
Naar aanleiding van de vraag^ of de
winstraming voor 1927 af 4^ millioen in
vergelijking tot de, blijkens het jaarver
slag over 1925, in dat jaar'behaalde winst
ad f 11.8 millioen niet veel te laag is, ver
klaart de minister, dat er slechts grond
is voor de verwachting, dat de invloed
'der gunstige factoren die der ongunstige
zal compenseeren. De Minister kan der
halve geen vrijheid - inden om voor 1927
op gunstiger bedrijfsuitkomsten te reke
nen, dan de aangeboden ontwcrp-begroo-
ting voor laatstgenoemd jaar in uitzicht
stelt.
De tariefsverlaging.
Het voornemen bestaat met tariefsver
laging zoo mogelijk nog in 1927 verder te
gaan.
In dien in den loop van 1927 blijkt, dat
de bedrijfsuitkomsten geen beletsel vor
men, zal eene verlaging van het enkelvou
dig briefport waarschijnlijk tot stand kun
nen worden gebracht.
De drie-bestellingendienst.
Een aantal va-n drie bestellingen per
dag, behalve in de allergrootste steden, is
niet onvoldoende të achten.
Het vervroegen van de laatste bestel
ling, voor zooveel zulks hier daar heeft
plaats gevonden, en waardoor de avond
bladen, om denzelfden dag te kunnen wor-'
den besteld, vroeger ter post moeten, wor
den bezorgd, is in de meeste gevallen geen
noodzakelijk gevolg van het beperken van
het aantal bestellingen, doch geschieddde
grootendeels met het oogmerk om aan het
personeel een betere nachtrust te kun
nen geven.
Postagentschappen.
Het voornemen bestaat om gelijk bij
wijze van proef binnenslands reeds hier
ën daar geschiedde, in buurten, waar voor
'de vestiging van een wijkkantoor nog geen
Voldoende aanleiding bestaat, postinrich-
lingen (z.g. postagentschappen) te vesti
gen bij te goeder naam en faam bekend
staande winkeliers, waar het publiek in
hoofdzaak dezelfde postzakken kan afwik
kelen als aan de wijkkantoren.
Personeel.
De Minister kan t.a.v. de reorganisatie
plannen voor het tegenwoordige niets toe
voegen aan hetgeen ter zake is vermeld
in de Memorie van Toelichting.
Een herklassificatie van de hulpkanto
ren is nog in voorbereiding.
Het komt niet wenschelijk voor, thans"
voor één groep van ambtenaren van Rijks
personeel tot verkorting van den arbeids
tijd over te gaan.
ZIEKTEWET.
Minister Slotemaker de Bruine heeft in
'de gisteren gehouden vergadering van de
Tweede Kamer medegedeeld, dat een ont-
toerp-Ziektewet deze week het departe
ment zal verlaten.
In dit ontwerp zal mede voorzien wor
den in een uitkeering gedurende zes we
ken voor en na bevalling en evenzeer
in geneeskundige hulp bij bevalling.
Pater J. Rubert S.J. f
Gisternacht is in de pastorie van den
Krijtberg te Amsterdam overleden de
Weleerw. Pater J. Rubert 9.J.
Pater Rubert werd geboren te Roosen
daal op 16 November 1853. Hij trad in de
Sociëteit van Jesus 26 September 1874. Na
op het seminarie Culemborg werkzaam te
zijn geweest en zijn studiën gedeeltelijk in
Engeland voltooid te hebben, werd hij 8
September 1888 tot priester gewijd. Be
halve te Rotterdam waar hij tot de eerste
paters behoorde van de nieuwe kerk aan
den Westzeedijk en te 's-Gravenhage, waar
hij van 19171920 kapelaan was aan de
Theresiakerk, heeft pater Rubert vooral
te Amsterdam zijn priesterlijken arbeid
verricht. Voor hij in 1902 novice-meester
werd in Mariëndaal was hij jarenlang ka
pelaan aan den Krijtberg, daarna pastoor
van „de Zaaier" om tenslotte als kapelaan
van den Krijtberg zijn rijke priesterleven
te beëindigen. Nog verleden Vrijdag be
zocht hij als zielzorger het Huis van Be
waring en Maandag droeg hij nog de H.
Mis op.
Maandagavond werd hij van de H.H.
Sacramenten der Stervenden voorzien,
waarna hij gisterennacht kalm is overle
den.
Pastoor Th Jansen, f
Gistermorgen is, na voorzien te zijn van
de H.H. Sacramenten der Stervenden, te
Weesp overleden de .Zeereerw. heer Th. Jan
sen, pastoor aldaar.
De Zeereerw. heer Theodorus Jansen
werd geboren te Haastrecht 3 Maart 1867
en priester gewijd 15 Aug. 1892. Achter
eenvolgens werd Z.Eerw. benoemd tot ka
pelaan te Groenendijk 6 Sept. 1892, tot ka
pelaan te Overveen 29 Sept. 1894, tot ka
pelaan te Amsterdam (H. Bonif.) 2 Sept.
1900, tot kapelaan te Noordwijkerhout 29
Nov. 1902, tot pastoor te De Rijp 4 Juli
1908. Van 30 Sept. 1916 was Z.Eerw. pas
toor te Weesp.
Kanunnik C. A. Oomen. f
Gisternacht is te Dongen overleden de
Hoogeerw. heer O. A. Oomen, Kanunnik
van het Kathedraal Kapittel te Breda en
emeritus-pastoor-deken van Dongen.
De Hoogeerw. heer Cornel is Adrianus
Oomen werd geboren te Ginneken 23
Augustus 1857.
Sinds eenigen tijd had Z.Hoogeerw. eer
vol ontslag gekregen als deken en pastoor.
Z.Hoogeerw. was provisor in spirituali-
bus der seminaria van het Bisdom.
GEMEENTERAAD.
GEMEENTEBEGROOTING.
(V ervolg).
Mevr. v. Itallie v. Embden heeft
de begrooting bestudeerd en bet is haar
een puzzle. Het oorspronkelijke nadeelige
saldo is naar een ander hoofdstuk overge
bracht, waardoor belastingverhooging is
afgewimpeld. Maar van den anderen kant
behoeft men ook geen angst te zaaien met
belastingverhooging in uitzicht te stellen.
Wij moeten niet al te zuinig zijn. De kost
gaat vóór den baat uit. Spr. denkt bijv
aan de kaas- en veemarkt. Hadden wij
vroeger verplaatsing van de veemarkt aan
gepakt, dan zouden wij veel goedkooper zijn
uitgekomen. Verder wijst spr. op de ver
breeding van de Hoogewoerd. Men had bij
nieuwbouw moeten bepalen, dat de gevels
een paar meter achteruit gezet moesten
worden. Had men dit gedaan, dan had het
Gangetje niet verbreed behoeven te wor
den om de Hoogewoerd te ontlasten.
De stad kan ook op andere wijze zijn
finantiën verbeteren. Spr. noemt den op
haal- en stortingsdienst, waartoe de frac
tie van spr. het initiatief, althans voor de
zen tijd heeft genomen. De heer Groene-
veld wil z'n voorstel intrekken, maar des
alniettemin wil spr. er toch een lans voor
breken. Wij moeten de menschen helpen
hun plicht te vervullen. Achterstand in de
belasting is geen onwil, maar veelal over
macht. Groot nadeelen behoeft de gemeente
niet te lijden.
Verder wijst spr. op de rêinigings- en
on'smettin^sdien^f. Snr. wil hef stadsvuil
gebruiken voor het ontginnen van woeste
gronden en het niet langer verbranden. B.
on W. hebben dat voorstel in studie; als
die studie maar niet te lang duurt.
Vervolgens spreekt spr. over de be
woonbaarheid van Leiden. Er gebeuren
nog teveel ongelukken.
Do heer Knuttel: Daar komt bet stok
paardje!
Mevr. v. Itallie v. Embden: Mijr.
stokpaardje gaat niet zoover, als die van
den heer Knuttel, die zelfs naar Rusland
en China rijdt.
Spr. bespreekt verder de trottoirs op de
Hoogewoerd en de Plantage. Zij dringt op
verbreeding aan. Op de Plantage staan bo
vendien nog altijd dokterskoetsjes. Spre
ker vraagt zich af, of wij niet teveel consi
deratie tegenover de doktoren in acht ne
men. Vervolgens hoopt spr. op verdere
asphalteering van de straten, waardoor
Leiden heel wat zindelijker zou worden. Er
bestaat nog altijd een maximumsnelheid
van 15 K.M. voor auto's. Die maximum
snelheid wordt al te veel overtreden.
Sprekend over den toestand van do
grachten, zegt spr. dat als men de grach
ten behouden wil, men beter voor uitbag
gering zorg moet dragen.
Volgens een pas verschenen dissertalio
kan beter baggeren den toestand aanmer
kelijk verbeteren.
Do Voorz.: De heer Krantz, die hier
steeds als autoriteit gold, zegt, dat deze
dissertatie van geen waarde is.
Mevr. v. Itallie: Dan maar een we
tenschappelijke commissie instellen. Verder
beschouwt spr. den toestand van het onder
wijs. Zij waarschuwt tegen lichtvaardig
invoeren van nieuwigheden en tegen de
strooming van alles wat de bijz. scholen
hebben, ook in te voeren op de openbare
scholen.
Vorder wenscht spr. meer samenhoorig-
heid in den raad. Niet dat wantrouwen
van de eene zijde tegenover de andere
zijde, niet steeds minderwaardige motio-
ven veronderstellen bij de z.g. tegenpartij
Wat het toezicht op het onderwijs be
treft, meent spr. dat daarin meer vrouwen
zitting moeten hebben. Niet om haar ge
leerdheid, maar om haar vrouw-zijn. Het
onderwijs is nog te veel een inpompen van
geleerdheid. Het onderwijs moet „men
schen" vormen en daarbij kan de vrouw
niet worden gemist.
Do heer Eikerhout beschouwt het
grooto aantal voorstellen van de S.D.A.P
als een Sinterklaas surprise. De rechter
zijde heeft geen voorstellen gedaan, zij
doet niet met die Sinterklaas-reclame mee.
Spr. ziet er de noodzakelijkheid niet van
in, om maar steeds op dezelfde punten
terug te keeren. Het verheugt spr. dat B
en W. de begrooting sluitend hebben we
len te maken. Be weder-invoering van de
zakelijke belasting op het bedrijf acht hij
uiet gewenscht. Ook grooter aftrek voor
noodzakelijk levensonderhoud acht spr.
practische redénen niet gewenscht..
Aan gaande het voorstel Baart inzake
Let voor toepassing verklaren van het
collectie! arbeidscontract op de losse ar
beiders in gemeentedienst, verklaart spr.
zich accoord met den heer Baart. Wat
diens voorstel betreft, om alle losse ar-
teiders van een jaar een vaste aanstelling
te geven.
Zegt spr. dat dit geen bijzonder voor
deel oplevert. Wel wil hij een tijdelijke
aanstelling geven. Medezeggenschap acht
spr. een groot geed. Doch wat de Christ,
vakbeweging nastreeft is fpfs np-ters dan
wat de S. D. A. P. zich voorstelt. Wan
neer de heer v. Eek uitspraken van Chr.
zijde aanhaalt, doet hij dat slechts ten
halve. Spr. gaat daarop nader in en zet
uiteen de princiepen der A. R. partij in dit
opzicht.
De heer Dubbeldeman e. a. inter-
rumpeeren.
De heer Eikerbout: Ach houdt toch
je kakel dichl. Spr. leest nog uitspraken
voor van den heer Edo Fimmen, die de
medezeggenschap een fopspeen noemt. Do
S. D. A. P. strijdt in werkelijkheid niet
voor mede-zeggenschap maar voor alleen
zeggenschap. Wij zullen ons niet laten fop
pen, maar in deze een eigen positie innG-
men. Komende tot de begrooting zelf meent
spr. dat het verkeer nader geregeld moet
worden, vooral op de Hoogewoerd.
Als oenigen uitweg ziet spr. demping van
het Levendaal om do Hoogewoerd te ont
lasten. De bruggen op de Nieuwe Rijn zijn
veel te smal. Verder vraagt spr. hoe het
staat met de motio inzake de Havenhrug
Met Mevr. v. Itallie klaagt ook spr. over
de laksche houding van de politie inzake
de handhaving van de rij-verordeningen.
Wat de vervuiling van de grachten betreft,
zegt spr dat de omwonenenden niet be
paald medewerken. Zij smijten er van alle9
in. Aangaande de arbeidsbeurs zegt spr
dat deze er niet is om als middel te dienen
om van betrekking te veranderen. Do ar
beidsbeurs is er voor de werkloozen. Spr
vraagt maatregelen dienaangaande. Voorts
dringt ook hij aan op betere werkverschaf
fing. De pressie op B. en W inzake ver
plaatsing van de veemarkt acht spr. on
billijk. Inzake de voorgosteldo huurbons
wil spr. eens nagaan, hoe het daarmee ge
steld is in andere plaatsen. De optochten
op Zondag wil spr. steeds blijven verbie
den, omdat de Zondag is ingesteld door
God, om in Zijn dienst te worden besteed
Verder wil spr. do 51-urigo werkweek
invoeren voor het politie-personeel. Spr
vraagt daaromtrent het oordeel van den
burgemeester te mogen vernemen.
De'heer Wilbrink wijst erop, dat de
S. D. A. P.'ers hun meesters, de kiezers,
naar de oogen hebben gekeken, bij het in
dienen van hun voorstellen. Spr. doet daar
aan niet mee. Zucht naar reclame is spre
ker vreemd. Met den heer v. Eek is hij het
eens, dat in de begrooting elke aanwijzing
voor groote plannen, welke B. en W zou
den kunnen hebben voor het komende jaar.
ontbreekt. De kapitein gaat nu de boot
verlaten, en dan begrijpt spr. dat men
voorzichtig is met het publiceeren van
plannen. Maar dat neemt niet weg, dat
wij gaarne met die plannen rekening zou
den willen houden vooral in verband met
eventueele initiatief voorstellen. An\aaan-
de de stagnatie in den bouw van het politie
bureau zegt spr. dat het wellicht anders
goloopen had, als de plannen vroeg ge
noeg klaar zouden zijn geweest. Aangaan
de do persleiding in de Haaghsloot (rio-
leering) wil spr. gaarne nadere inlichtin
gen van den wethouder.
Do voorstellen van de S. D. A. P. noemt
spr. kladpapiertjes. Hij constateert zelfs
tegenspraak tusscben do woorden van den
leer v. Eek en die van den heer v. Stra
len. De eerste dient voorstellen in om pro
paganda te maken en do heer v. Stralen
ontkent, dfit het om propaganda te doen
is. De S. D. A. P. schermt met Wibaut,
maar deze Amsterdamsche wethouder
slaat in de practijk ook een toontje lager
aan en doet het slechter dan zijn Leidscho
collega's.
Verder maakt spr. de opmerking, dat do
voormannen van de S D A P. door het
samenvoegen van tal van functies tot de ka
pitalisten zijn gaan behooren. Dat dezo
beeren het er zoo goed van nemen, dat
weet het volk niet, dat hangt men niet
aan de groote klok.
Er ontstaat rumoer en er wordt druk
geinterrumpeerd. Men noemt den heer E!-
terbout, die als vrijgestelde ook van do
contributies der Christel, arbeiders leeft.
De heer v E c k U tracht de groote fou
ten van het kapitalisme to bedekken met
de kleine fouten van de arbeidersbewe
ging.
De heer Wilbrink: U zegt altijd, dat
u opkomt voor de belangen van de arbei
ders. Maar u komt op voor een apart
kringetje van arbeiders.
De lieer v. E c k Is uw partij vol
maakt?
De heer Wilbrink meent, dat de heer
v Eek cisteren wat onevenwichtig is ge-
wee<?t. Hii heeft de znloliïVo hr,1'"Jf;n,T on
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Donderdag 2 Decemborw
H i 1 v o r s n m, 1050 M.
12.00 Politietxfr.
3.30—4.30 Uurtje voor wees- en zieken
huizen door Mevr. Ant. v. Dijk.
4.306.15 Concert door hot H. D. O.-or-
kest. Mia v. d. Eynde, sopraan.
6.156.45 Voordracht door den hoer J.
M. v. Hoogstraten: Levensverzekering en
haro economische waarde. (Wat deze in
stelling kan beteekenen voor het individu,
het gezin, de somenleving on voor den eco-
nomischon toestand in het algemeen).
6.457.45 Beginselen van het Burgerlijk
recht en van het Handelsrecht.
7.45 Politieber.
8.15 Concertgebouw-uitzending. Het oon-
certgebouw-orkest o. 1. v. Pierre Monteux.
Solist: Francis Arany, viool. 1. Sympho
nic 28, van Mozart. 2. Vioolconcert van S.
Zimanowski. Pauze. 3. Symphonie a. d.
Neuen Welt, Dvorak, (onder voorbehoud).
Daarna dansmuziek door de Radio-danco
orchestre. In de pauze v. h. concertgebouw.
Porsber.
D a v e n t r y, 1600 M.
11.201.20 Concert door het Daventry-
kwartet en solisten (Contra alt, bariton,
piano).
1.202.f0 Grainofoonmuziek.
2.50 Lening: Today-towards the rising
sun.
3.204.05 Evensong van de Westminster
Abbey.
4.20 Causerie: Books to read.
4.35 Trocadero-theemuziek.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.55 Landbouwberichten.
7.00 Padvindersberichten.
7.20 Tijdsein Big Ben, werbor., nieuws.
Lezing: Six great artists and what they
stand for-Holbein.
7.50 Muziek.
8.00 Caoserie: Old London Inns.
8.20 Variété. D. Ashton, zang. Saxopho
ne octet.
8.40 Een lersch programma. Orkest. D.
Rodgers, contra alt. P. Barker, harp. Tor-
sche muziek en aria's.
10.20 Tijdsein, weerber., nieuws.
10.35 Lezing door J. Ramsay MaeDonold,
over: Days and nights in „Tho desert".
10.5012.20 Dansmuziek.
„R a d r o-P a r i s", 1750 M.
12.50—2.10 Concert. Orkest Locatclli,
Mme. Aréso. zang.
5.055.55 Kinderuurtje.
9.0510.50 Concert. „Passionncme.nt",
operette in 3 acten van Hcnnoquin. Muziek
van Messager. Orkest Radio-Paris.
Königswusterhausen, 1800 M. e n
Berlijn, 489 en r»rn M.
1.506.50 Lezingen on lessen.
6,507.20 Kamermuziektrio's van Beet
hoven.
7.50 Uitzending van het programma van
Leipzig.
Aï ii n 8 t e r. 303 M.
10.5011.50 Morgenconcert.
12.501.50 Werken van Bach, door or
kest.
3.204.20 Zitherconeert.
4.205.20 Divertimenti van Mozart.
5.20—5.40, 5.50—6.20, 6.50—7.20, 7.20—
7.50 Lezingen.
7.509.05 Zitherconeert.
9.1010.40 Nieuwe revuos en operoffen.
uit 1026.
Brussel 509 onAntwornen 966 M.
5.206.20 Kindermatinee.
8.20 Do radio-courant.
8.50—9.35 Orkestconcert.
9.35 Causerie.
9.5010.50 Orkestconcert.
het bedrijf verdedigd en juist daardoor
belemmert hij den blnei van de T eidsehe
industrie en indirect benndeell hij no ar
beiders. Toenemende industrialisatie ts
juist noodig. Wij hebben een erooin arb, :-
dersbevolking, de zakclïiko belasMng op
liet bedrijf is een belasting die zeer on
evenredig drukt.
De heer v Eek heeft con epm^nieiiiVe
levensmiddelpnvoorziening vordodi"d Snr
ziet niet in, dat de overheid h'or ren took
hoeft. Tp Am^'prdam hoef) do
FEUILLETON.
Bezo onbegrijpelijke stilte veroorzaakte
den kapitein een onaangename, prikkelen
de stemming. Mijnbeer j. erdriel had dik
wijls gesproken van mevrouw de douar-
rière. Gilbert wist van de familie de Val-
lose reeds lang wat mijnheer Laurens en
de bewoners van Sauges wisten, doch dat
fras al heel weinig. Men sprak over den
markies, die steeds afwezig was en op 't
oorlogspad, van hooren zeggen; nimmer
nad men hem in de stad gezien. Misschien
kende men hem op het platteland. Doch
hen jaren hadden alle herinneringen ge
heel uitgewischt. Na de nederlaag van Qui-
beron, gold mijnheer de Valrose voor dood,
en Laurens twijfelde daar niet aan.
Zoo bleef de kapitein dus in een volko
men onwetendheid omtrent dien geheimzin
nen „Koningshart".
Bewust als hij was van zijn zware ver
antwoordelijkheid, vond hij alleen eenige
verlichting in zijn angst, en verstrooiing in
aÖn gedwongen werkeloosheid, in den tuin
Van de familie Perdriel, bij zijn bekoorlijke
Verloofde.
Op zekeren avond van Fructidor (van 18
■Augustus tot 16 September) na een ver-
geefschen dag van wachten, bezweek hij
Voor do uitnoodigingen van Yvette en haar
ader en zette zich tusscben hen in onder
®eu groep boomen.
Mijnheer Laurens sprak natuurlijk weer
®ver politieke zaken. Do officier antwoord
de slechts weinig en niet zeer bevredigend;
zijn aandafcht ging voornamelijk naar
Yvette.
Deze scheen verzonken in zoete droomen
en gewiegd door stemmen die melodieuzer
klonken dan die van haar vader.
Ook Florise scheen vreemd to blijven
aan het gesprek, doch haar houding ver
ried geenszins de gelukkige bedwelming
die haar nicht onderging. Zij leunde met
de ellebogen op den lagen bemosten muur
en liet haar blikken dwalen over het land
en het bosch aan. den horizon. Ook zij,
evenals de kapitein, verwachtte reeds we
ken lang met angsuge spanning zekere ge
beurtenissen.
De avond viel en het sterrenleger ver-"
scheen in den lauwen, windloozen nacht.
Laurens zwetste onvermoeid door, doch
naast Yvette vond de kapitein zijn wel
sprekendheid draaglijk.
Van tijd tot tijd klopte mijnheer Per
driel op zijn suifdoos, opende dezo en nam.
een nieuwen voorraad tusschen duim cn
wijsvinger. Dat was de eenige rust die hij
zich vergunde, terstond daarna hernam hij
weer met nieuwo vurigheid:
Zifet u, mijn opinie is dat het Direc
toire niets bereiken zal, bij gebrek aan een
deugdelijk betalingsmiddel. De assignaten
houden geen steek, dat ziet gij toch ook
wel. Op die manier 1_an de .natie nooit vol
ledig afrekenen met die schavuiten als:
Cadoudal, Bourmout, Autichamps en al die
handlangers van Koningshart, die reeds
tien jaar lang het land onveilig maken.
Vooral die Koningrhart is gevaarlijk voor
ons. En dan to denken dat die man daar
misschien vlak bij ons ligt in dat vervloek
te bosch
Met een theatraal gebaar wees hij hier
naar het woud van Valrose.
Yvette en de kapitein hadden nauwelijks
gehoord wat de redenaar gezegd had, doch
werktuigelijk, of uit welwillendheid volg
den zij diens vinger.
En eensklaps stonden de beide jongelie
den met een kreet van verrassing op.
Een lichtglans verhief zich boven de
boomen tot aan den hemel.
Wat is dat? riep de kapitein verbaasd
en niet zonder angst uit. Meteen ging hij
naar den wel toe waar Florise stond. Deze
had het schijnsel ook gezien doch niets ge
zegd.
Zij sidderde toen zij de stem van den of
ficier hoorde, maar schijnbaar kalm bleef
zij de vorderingen van het vuur gadeslaan.
Yvette volgde den kapitein en eindelijk
ook Perdriel, die zeer ontdaan was.
Het was eon rood vuur, dat ieder oogen-
blik in omvang en lievigheid won. Hoewel
de gloed overvloedig gevoed scheen, bleef
hij teeh op dezelfde plaats, al breidde do
eigenlüko haard zich uit.
Wat mag dat ziin? herhaalde Gilbert
met trefrnnste wenkbrauwen.
Dat is een brandl verklaarde Laurens
naief. Een bnschbrand, heel eenvoudig!
Dat gebeurt wel niet vaak, maar komt toch
helaas soms voor.
Als dat het geval was, antwoordde do
kapitein dan moest dd brand zich uitbrei
den en-rondom zich been griinen, terwijl
het vuur integendeel beperkt blijft tot de
zelfde plaats, al wordt de hevigheid n
den gloed grooter. Ik zou eerder denkon
dat men op een ontgonnen grond hout
brandt. Kent gij in het bosch een onon
plek in die richting^ mijnheer Perdriel?
Dat kan ik u niet zeggen, kapitein,
bekende Laurens, ik ben in het bosch heel
Biecht bekend.
Florise bleefzwijgen. Zij had al baar
wilskracht noodig om con natuurlijke hou
ding te handhaven nu zij dit signaal zag,
dat bet begin zou zijn van groote, ernstige
gebeurtenissen waarin zii zelf zoo'n voor
name rol zou moeten spelen.
Doch haar broeder wendde zich op eens
tot haar met de vraag:
En hoe verklaar jij dat vuur?
Het gelukte haar met veel zelfbeheer-
sching kalm te antwoorden:
Eenige boeren of houthakkers zullen
wat droge takken verbranden om zieh
daarvan te ontdoen. Dat gebeurt herhaal
delijk.
Maar do brand is ver, zeer ver, opper
de de huzaar. En zoudt gij denken dat een
hoopje takken of zelfs een groote hoop,
zoo'n grooten en hoogen gloed geven.
O het is zoo ver niet als gij wel
denkt, hernam Floris", die zoo spoedig mo-
keliik allo vrees bij den officier wilde ver
drijven. De duisternis van den nacht is
bedriegelijk. Misschien ook is het 't vuur
van een uwer vooruitgeschoven posten.
Schertst gii, of meent gij wat ge zegt?
Ik heb geen enkelen soldaat in bet woud.
Miin troepen heb ik zoo ver niet vooruit
gezet. Trouwens ik zal wel te weten ko
men
Hij maakte aanstalto om heen te gaan,
maar een vraag van Yvette weerhield hem,
op 't zelfde oogenblik dat ook Florise deze
woorden op de lipnen kwamen:
Waar gaat gij heen?
Met een verontschuldigenden glimlach
antwoordde Gilbert:
Permitteer mij daarover te zwiicen.
Dat is het geheim van den kapitein, niet
van den aanstaande...
En hij voegde er op tnmeliik gebiedende
toon aan toe, terwijl hij zieh zoowel tot
Florise als tot haar nicht wendde:
Blijft hier... beloof mij nlsublieft Ho
woning niet to verlaten ypor dat ik terug
ben.
Dan ging hij heen. Een vriendclijken
bandgroet vergoedde ccnigszins zijn stren-
go bevelende woorden.
De gloed in het bosch werd zwakker cn
reilde nauwelijks meer do toppen der bom
men. Na eenige minuten doofde het vuur
geheel. Nog .even lichtte er ccn zwakken
weerglans in de lucht cn toen werd geheel
do natuur weder in het nachtelijk duistor
gehuld.
Een inwendige gejaagdheid dreef Florise
voort. Gaarne had zij terstond den mar
kies gaan waarschuwen. Doch als Gilbert
bij zijn t-rugkecr haar niet meer in den
tuin zou vinden, zou hij dan bij baar geen
verstandhouding rnet het geheimzinnige
vuur vermoeden. Hij zou naar haar vragen
en dan vorncmen dat zij uitgegaan wns. En
hoe dan haar afwezigheid te verklaren?
Gelukkig herinnerde zij zieh dat de ge
vangene liaar gezegd had eorst daags na
den brand to komen. Zij moest dus wach
ten; cn intusschen maakte zij zich ongerust
over do rqaatregelon die do kapitein op