Je me Courant" Derde Blad. Woensdag I December 1926 B8S8f3EtflLAWD KERKE2IEUWS STADSNIEUWS INGEZONDEN MEDEOEEUNG Het Geheim van Florise. POSTBEGROOTING 1927. Verschenen is de memorie van antwoord betreffende het wetsontwerp tot regeling van de inkomsten en uitgaven van de Pos terijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1927. De éénhoofdige leiding blijft. De vraag of de reorganisatie, die nog ïn beraad is, ook do opperste bedrijfslei ding omvat, wordt bevestigend beantwoord Inmiddels is voor den Minister van Water staat komen vast te staan, dat het wen- schelijk is de bestaande éénhoofdige lei ding te bestendigen. Naar aanleiding van de vraag^ of de winstraming voor 1927 af 4^ millioen in vergelijking tot de, blijkens het jaarver slag over 1925, in dat jaar'behaalde winst ad f 11.8 millioen niet veel te laag is, ver klaart de minister, dat er slechts grond is voor de verwachting, dat de invloed 'der gunstige factoren die der ongunstige zal compenseeren. De Minister kan der halve geen vrijheid - inden om voor 1927 op gunstiger bedrijfsuitkomsten te reke nen, dan de aangeboden ontwcrp-begroo- ting voor laatstgenoemd jaar in uitzicht stelt. De tariefsverlaging. Het voornemen bestaat met tariefsver laging zoo mogelijk nog in 1927 verder te gaan. In dien in den loop van 1927 blijkt, dat de bedrijfsuitkomsten geen beletsel vor men, zal eene verlaging van het enkelvou dig briefport waarschijnlijk tot stand kun nen worden gebracht. De drie-bestellingendienst. Een aantal va-n drie bestellingen per dag, behalve in de allergrootste steden, is niet onvoldoende të achten. Het vervroegen van de laatste bestel ling, voor zooveel zulks hier daar heeft plaats gevonden, en waardoor de avond bladen, om denzelfden dag te kunnen wor-' den besteld, vroeger ter post moeten, wor den bezorgd, is in de meeste gevallen geen noodzakelijk gevolg van het beperken van het aantal bestellingen, doch geschieddde grootendeels met het oogmerk om aan het personeel een betere nachtrust te kun nen geven. Postagentschappen. Het voornemen bestaat om gelijk bij wijze van proef binnenslands reeds hier ën daar geschiedde, in buurten, waar voor 'de vestiging van een wijkkantoor nog geen Voldoende aanleiding bestaat, postinrich- lingen (z.g. postagentschappen) te vesti gen bij te goeder naam en faam bekend staande winkeliers, waar het publiek in hoofdzaak dezelfde postzakken kan afwik kelen als aan de wijkkantoren. Personeel. De Minister kan t.a.v. de reorganisatie plannen voor het tegenwoordige niets toe voegen aan hetgeen ter zake is vermeld in de Memorie van Toelichting. Een herklassificatie van de hulpkanto ren is nog in voorbereiding. Het komt niet wenschelijk voor, thans" voor één groep van ambtenaren van Rijks personeel tot verkorting van den arbeids tijd over te gaan. ZIEKTEWET. Minister Slotemaker de Bruine heeft in 'de gisteren gehouden vergadering van de Tweede Kamer medegedeeld, dat een ont- toerp-Ziektewet deze week het departe ment zal verlaten. In dit ontwerp zal mede voorzien wor den in een uitkeering gedurende zes we ken voor en na bevalling en evenzeer in geneeskundige hulp bij bevalling. Pater J. Rubert S.J. f Gisternacht is in de pastorie van den Krijtberg te Amsterdam overleden de Weleerw. Pater J. Rubert 9.J. Pater Rubert werd geboren te Roosen daal op 16 November 1853. Hij trad in de Sociëteit van Jesus 26 September 1874. Na op het seminarie Culemborg werkzaam te zijn geweest en zijn studiën gedeeltelijk in Engeland voltooid te hebben, werd hij 8 September 1888 tot priester gewijd. Be halve te Rotterdam waar hij tot de eerste paters behoorde van de nieuwe kerk aan den Westzeedijk en te 's-Gravenhage, waar hij van 19171920 kapelaan was aan de Theresiakerk, heeft pater Rubert vooral te Amsterdam zijn priesterlijken arbeid verricht. Voor hij in 1902 novice-meester werd in Mariëndaal was hij jarenlang ka pelaan aan den Krijtberg, daarna pastoor van „de Zaaier" om tenslotte als kapelaan van den Krijtberg zijn rijke priesterleven te beëindigen. Nog verleden Vrijdag be zocht hij als zielzorger het Huis van Be waring en Maandag droeg hij nog de H. Mis op. Maandagavond werd hij van de H.H. Sacramenten der Stervenden voorzien, waarna hij gisterennacht kalm is overle den. Pastoor Th Jansen, f Gistermorgen is, na voorzien te zijn van de H.H. Sacramenten der Stervenden, te Weesp overleden de .Zeereerw. heer Th. Jan sen, pastoor aldaar. De Zeereerw. heer Theodorus Jansen werd geboren te Haastrecht 3 Maart 1867 en priester gewijd 15 Aug. 1892. Achter eenvolgens werd Z.Eerw. benoemd tot ka pelaan te Groenendijk 6 Sept. 1892, tot ka pelaan te Overveen 29 Sept. 1894, tot ka pelaan te Amsterdam (H. Bonif.) 2 Sept. 1900, tot kapelaan te Noordwijkerhout 29 Nov. 1902, tot pastoor te De Rijp 4 Juli 1908. Van 30 Sept. 1916 was Z.Eerw. pas toor te Weesp. Kanunnik C. A. Oomen. f Gisternacht is te Dongen overleden de Hoogeerw. heer O. A. Oomen, Kanunnik van het Kathedraal Kapittel te Breda en emeritus-pastoor-deken van Dongen. De Hoogeerw. heer Cornel is Adrianus Oomen werd geboren te Ginneken 23 Augustus 1857. Sinds eenigen tijd had Z.Hoogeerw. eer vol ontslag gekregen als deken en pastoor. Z.Hoogeerw. was provisor in spirituali- bus der seminaria van het Bisdom. GEMEENTERAAD. GEMEENTEBEGROOTING. (V ervolg). Mevr. v. Itallie v. Embden heeft de begrooting bestudeerd en bet is haar een puzzle. Het oorspronkelijke nadeelige saldo is naar een ander hoofdstuk overge bracht, waardoor belastingverhooging is afgewimpeld. Maar van den anderen kant behoeft men ook geen angst te zaaien met belastingverhooging in uitzicht te stellen. Wij moeten niet al te zuinig zijn. De kost gaat vóór den baat uit. Spr. denkt bijv aan de kaas- en veemarkt. Hadden wij vroeger verplaatsing van de veemarkt aan gepakt, dan zouden wij veel goedkooper zijn uitgekomen. Verder wijst spr. op de ver breeding van de Hoogewoerd. Men had bij nieuwbouw moeten bepalen, dat de gevels een paar meter achteruit gezet moesten worden. Had men dit gedaan, dan had het Gangetje niet verbreed behoeven te wor den om de Hoogewoerd te ontlasten. De stad kan ook op andere wijze zijn finantiën verbeteren. Spr. noemt den op haal- en stortingsdienst, waartoe de frac tie van spr. het initiatief, althans voor de zen tijd heeft genomen. De heer Groene- veld wil z'n voorstel intrekken, maar des alniettemin wil spr. er toch een lans voor breken. Wij moeten de menschen helpen hun plicht te vervullen. Achterstand in de belasting is geen onwil, maar veelal over macht. Groot nadeelen behoeft de gemeente niet te lijden. Verder wijst spr. op de rêinigings- en on'smettin^sdien^f. Snr. wil hef stadsvuil gebruiken voor het ontginnen van woeste gronden en het niet langer verbranden. B. on W. hebben dat voorstel in studie; als die studie maar niet te lang duurt. Vervolgens spreekt spr. over de be woonbaarheid van Leiden. Er gebeuren nog teveel ongelukken. Do heer Knuttel: Daar komt bet stok paardje! Mevr. v. Itallie v. Embden: Mijr. stokpaardje gaat niet zoover, als die van den heer Knuttel, die zelfs naar Rusland en China rijdt. Spr. bespreekt verder de trottoirs op de Hoogewoerd en de Plantage. Zij dringt op verbreeding aan. Op de Plantage staan bo vendien nog altijd dokterskoetsjes. Spre ker vraagt zich af, of wij niet teveel consi deratie tegenover de doktoren in acht ne men. Vervolgens hoopt spr. op verdere asphalteering van de straten, waardoor Leiden heel wat zindelijker zou worden. Er bestaat nog altijd een maximumsnelheid van 15 K.M. voor auto's. Die maximum snelheid wordt al te veel overtreden. Sprekend over den toestand van do grachten, zegt spr. dat als men de grach ten behouden wil, men beter voor uitbag gering zorg moet dragen. Volgens een pas verschenen dissertalio kan beter baggeren den toestand aanmer kelijk verbeteren. Do Voorz.: De heer Krantz, die hier steeds als autoriteit gold, zegt, dat deze dissertatie van geen waarde is. Mevr. v. Itallie: Dan maar een we tenschappelijke commissie instellen. Verder beschouwt spr. den toestand van het onder wijs. Zij waarschuwt tegen lichtvaardig invoeren van nieuwigheden en tegen de strooming van alles wat de bijz. scholen hebben, ook in te voeren op de openbare scholen. Vorder wenscht spr. meer samenhoorig- heid in den raad. Niet dat wantrouwen van de eene zijde tegenover de andere zijde, niet steeds minderwaardige motio- ven veronderstellen bij de z.g. tegenpartij Wat het toezicht op het onderwijs be treft, meent spr. dat daarin meer vrouwen zitting moeten hebben. Niet om haar ge leerdheid, maar om haar vrouw-zijn. Het onderwijs is nog te veel een inpompen van geleerdheid. Het onderwijs moet „men schen" vormen en daarbij kan de vrouw niet worden gemist. Do heer Eikerhout beschouwt het grooto aantal voorstellen van de S.D.A.P als een Sinterklaas surprise. De rechter zijde heeft geen voorstellen gedaan, zij doet niet met die Sinterklaas-reclame mee. Spr. ziet er de noodzakelijkheid niet van in, om maar steeds op dezelfde punten terug te keeren. Het verheugt spr. dat B en W. de begrooting sluitend hebben we len te maken. Be weder-invoering van de zakelijke belasting op het bedrijf acht hij uiet gewenscht. Ook grooter aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud acht spr. practische redénen niet gewenscht.. Aan gaande het voorstel Baart inzake Let voor toepassing verklaren van het collectie! arbeidscontract op de losse ar beiders in gemeentedienst, verklaart spr. zich accoord met den heer Baart. Wat diens voorstel betreft, om alle losse ar- teiders van een jaar een vaste aanstelling te geven. Zegt spr. dat dit geen bijzonder voor deel oplevert. Wel wil hij een tijdelijke aanstelling geven. Medezeggenschap acht spr. een groot geed. Doch wat de Christ, vakbeweging nastreeft is fpfs np-ters dan wat de S. D. A. P. zich voorstelt. Wan neer de heer v. Eek uitspraken van Chr. zijde aanhaalt, doet hij dat slechts ten halve. Spr. gaat daarop nader in en zet uiteen de princiepen der A. R. partij in dit opzicht. De heer Dubbeldeman e. a. inter- rumpeeren. De heer Eikerbout: Ach houdt toch je kakel dichl. Spr. leest nog uitspraken voor van den heer Edo Fimmen, die de medezeggenschap een fopspeen noemt. Do S. D. A. P. strijdt in werkelijkheid niet voor mede-zeggenschap maar voor alleen zeggenschap. Wij zullen ons niet laten fop pen, maar in deze een eigen positie innG- men. Komende tot de begrooting zelf meent spr. dat het verkeer nader geregeld moet worden, vooral op de Hoogewoerd. Als oenigen uitweg ziet spr. demping van het Levendaal om do Hoogewoerd te ont lasten. De bruggen op de Nieuwe Rijn zijn veel te smal. Verder vraagt spr. hoe het staat met de motio inzake de Havenhrug Met Mevr. v. Itallie klaagt ook spr. over de laksche houding van de politie inzake de handhaving van de rij-verordeningen. Wat de vervuiling van de grachten betreft, zegt spr dat de omwonenenden niet be paald medewerken. Zij smijten er van alle9 in. Aangaande de arbeidsbeurs zegt spr dat deze er niet is om als middel te dienen om van betrekking te veranderen. Do ar beidsbeurs is er voor de werkloozen. Spr vraagt maatregelen dienaangaande. Voorts dringt ook hij aan op betere werkverschaf fing. De pressie op B. en W inzake ver plaatsing van de veemarkt acht spr. on billijk. Inzake de voorgosteldo huurbons wil spr. eens nagaan, hoe het daarmee ge steld is in andere plaatsen. De optochten op Zondag wil spr. steeds blijven verbie den, omdat de Zondag is ingesteld door God, om in Zijn dienst te worden besteed Verder wil spr. do 51-urigo werkweek invoeren voor het politie-personeel. Spr vraagt daaromtrent het oordeel van den burgemeester te mogen vernemen. De'heer Wilbrink wijst erop, dat de S. D. A. P.'ers hun meesters, de kiezers, naar de oogen hebben gekeken, bij het in dienen van hun voorstellen. Spr. doet daar aan niet mee. Zucht naar reclame is spre ker vreemd. Met den heer v. Eek is hij het eens, dat in de begrooting elke aanwijzing voor groote plannen, welke B. en W zou den kunnen hebben voor het komende jaar. ontbreekt. De kapitein gaat nu de boot verlaten, en dan begrijpt spr. dat men voorzichtig is met het publiceeren van plannen. Maar dat neemt niet weg, dat wij gaarne met die plannen rekening zou den willen houden vooral in verband met eventueele initiatief voorstellen. An\aaan- de de stagnatie in den bouw van het politie bureau zegt spr. dat het wellicht anders goloopen had, als de plannen vroeg ge noeg klaar zouden zijn geweest. Aangaan de do persleiding in de Haaghsloot (rio- leering) wil spr. gaarne nadere inlichtin gen van den wethouder. Do voorstellen van de S. D. A. P. noemt spr. kladpapiertjes. Hij constateert zelfs tegenspraak tusscben do woorden van den leer v. Eek en die van den heer v. Stra len. De eerste dient voorstellen in om pro paganda te maken en do heer v. Stralen ontkent, dfit het om propaganda te doen is. De S. D. A. P. schermt met Wibaut, maar deze Amsterdamsche wethouder slaat in de practijk ook een toontje lager aan en doet het slechter dan zijn Leidscho collega's. Verder maakt spr. de opmerking, dat do voormannen van de S D A P. door het samenvoegen van tal van functies tot de ka pitalisten zijn gaan behooren. Dat dezo beeren het er zoo goed van nemen, dat weet het volk niet, dat hangt men niet aan de groote klok. Er ontstaat rumoer en er wordt druk geinterrumpeerd. Men noemt den heer E!- terbout, die als vrijgestelde ook van do contributies der Christel, arbeiders leeft. De heer v E c k U tracht de groote fou ten van het kapitalisme to bedekken met de kleine fouten van de arbeidersbewe ging. De heer Wilbrink: U zegt altijd, dat u opkomt voor de belangen van de arbei ders. Maar u komt op voor een apart kringetje van arbeiders. De lieer v. E c k Is uw partij vol maakt? De heer Wilbrink meent, dat de heer v Eek cisteren wat onevenwichtig is ge- wee<?t. Hii heeft de znloliïVo hr,1'"Jf;n,T on UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Donderdag 2 Decemborw H i 1 v o r s n m, 1050 M. 12.00 Politietxfr. 3.30—4.30 Uurtje voor wees- en zieken huizen door Mevr. Ant. v. Dijk. 4.306.15 Concert door hot H. D. O.-or- kest. Mia v. d. Eynde, sopraan. 6.156.45 Voordracht door den hoer J. M. v. Hoogstraten: Levensverzekering en haro economische waarde. (Wat deze in stelling kan beteekenen voor het individu, het gezin, de somenleving on voor den eco- nomischon toestand in het algemeen). 6.457.45 Beginselen van het Burgerlijk recht en van het Handelsrecht. 7.45 Politieber. 8.15 Concertgebouw-uitzending. Het oon- certgebouw-orkest o. 1. v. Pierre Monteux. Solist: Francis Arany, viool. 1. Sympho nic 28, van Mozart. 2. Vioolconcert van S. Zimanowski. Pauze. 3. Symphonie a. d. Neuen Welt, Dvorak, (onder voorbehoud). Daarna dansmuziek door de Radio-danco orchestre. In de pauze v. h. concertgebouw. Porsber. D a v e n t r y, 1600 M. 11.201.20 Concert door het Daventry- kwartet en solisten (Contra alt, bariton, piano). 1.202.f0 Grainofoonmuziek. 2.50 Lening: Today-towards the rising sun. 3.204.05 Evensong van de Westminster Abbey. 4.20 Causerie: Books to read. 4.35 Trocadero-theemuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.55 Landbouwberichten. 7.00 Padvindersberichten. 7.20 Tijdsein Big Ben, werbor., nieuws. Lezing: Six great artists and what they stand for-Holbein. 7.50 Muziek. 8.00 Caoserie: Old London Inns. 8.20 Variété. D. Ashton, zang. Saxopho ne octet. 8.40 Een lersch programma. Orkest. D. Rodgers, contra alt. P. Barker, harp. Tor- sche muziek en aria's. 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws. 10.35 Lezing door J. Ramsay MaeDonold, over: Days and nights in „Tho desert". 10.5012.20 Dansmuziek. „R a d r o-P a r i s", 1750 M. 12.50—2.10 Concert. Orkest Locatclli, Mme. Aréso. zang. 5.055.55 Kinderuurtje. 9.0510.50 Concert. „Passionncme.nt", operette in 3 acten van Hcnnoquin. Muziek van Messager. Orkest Radio-Paris. Königswusterhausen, 1800 M. e n Berlijn, 489 en r»rn M. 1.506.50 Lezingen on lessen. 6,507.20 Kamermuziektrio's van Beet hoven. 7.50 Uitzending van het programma van Leipzig. Aï ii n 8 t e r. 303 M. 10.5011.50 Morgenconcert. 12.501.50 Werken van Bach, door or kest. 3.204.20 Zitherconeert. 4.205.20 Divertimenti van Mozart. 5.20—5.40, 5.50—6.20, 6.50—7.20, 7.20— 7.50 Lezingen. 7.509.05 Zitherconeert. 9.1010.40 Nieuwe revuos en operoffen. uit 1026. Brussel 509 onAntwornen 966 M. 5.206.20 Kindermatinee. 8.20 Do radio-courant. 8.50—9.35 Orkestconcert. 9.35 Causerie. 9.5010.50 Orkestconcert. het bedrijf verdedigd en juist daardoor belemmert hij den blnei van de T eidsehe industrie en indirect benndeell hij no ar beiders. Toenemende industrialisatie ts juist noodig. Wij hebben een erooin arb, :- dersbevolking, de zakclïiko belasMng op liet bedrijf is een belasting die zeer on evenredig drukt. De heer v Eek heeft con epm^nieiiiVe levensmiddelpnvoorziening vordodi"d Snr ziet niet in, dat de overheid h'or ren took hoeft. Tp Am^'prdam hoef) do FEUILLETON. Bezo onbegrijpelijke stilte veroorzaakte den kapitein een onaangename, prikkelen de stemming. Mijnbeer j. erdriel had dik wijls gesproken van mevrouw de douar- rière. Gilbert wist van de familie de Val- lose reeds lang wat mijnheer Laurens en de bewoners van Sauges wisten, doch dat fras al heel weinig. Men sprak over den markies, die steeds afwezig was en op 't oorlogspad, van hooren zeggen; nimmer nad men hem in de stad gezien. Misschien kende men hem op het platteland. Doch hen jaren hadden alle herinneringen ge heel uitgewischt. Na de nederlaag van Qui- beron, gold mijnheer de Valrose voor dood, en Laurens twijfelde daar niet aan. Zoo bleef de kapitein dus in een volko men onwetendheid omtrent dien geheimzin nen „Koningshart". Bewust als hij was van zijn zware ver antwoordelijkheid, vond hij alleen eenige verlichting in zijn angst, en verstrooiing in aÖn gedwongen werkeloosheid, in den tuin Van de familie Perdriel, bij zijn bekoorlijke Verloofde. Op zekeren avond van Fructidor (van 18 ■Augustus tot 16 September) na een ver- geefschen dag van wachten, bezweek hij Voor do uitnoodigingen van Yvette en haar ader en zette zich tusscben hen in onder ®eu groep boomen. Mijnheer Laurens sprak natuurlijk weer ®ver politieke zaken. Do officier antwoord de slechts weinig en niet zeer bevredigend; zijn aandafcht ging voornamelijk naar Yvette. Deze scheen verzonken in zoete droomen en gewiegd door stemmen die melodieuzer klonken dan die van haar vader. Ook Florise scheen vreemd to blijven aan het gesprek, doch haar houding ver ried geenszins de gelukkige bedwelming die haar nicht onderging. Zij leunde met de ellebogen op den lagen bemosten muur en liet haar blikken dwalen over het land en het bosch aan. den horizon. Ook zij, evenals de kapitein, verwachtte reeds we ken lang met angsuge spanning zekere ge beurtenissen. De avond viel en het sterrenleger ver-" scheen in den lauwen, windloozen nacht. Laurens zwetste onvermoeid door, doch naast Yvette vond de kapitein zijn wel sprekendheid draaglijk. Van tijd tot tijd klopte mijnheer Per driel op zijn suifdoos, opende dezo en nam. een nieuwen voorraad tusschen duim cn wijsvinger. Dat was de eenige rust die hij zich vergunde, terstond daarna hernam hij weer met nieuwo vurigheid: Zifet u, mijn opinie is dat het Direc toire niets bereiken zal, bij gebrek aan een deugdelijk betalingsmiddel. De assignaten houden geen steek, dat ziet gij toch ook wel. Op die manier 1_an de .natie nooit vol ledig afrekenen met die schavuiten als: Cadoudal, Bourmout, Autichamps en al die handlangers van Koningshart, die reeds tien jaar lang het land onveilig maken. Vooral die Koningrhart is gevaarlijk voor ons. En dan to denken dat die man daar misschien vlak bij ons ligt in dat vervloek te bosch Met een theatraal gebaar wees hij hier naar het woud van Valrose. Yvette en de kapitein hadden nauwelijks gehoord wat de redenaar gezegd had, doch werktuigelijk, of uit welwillendheid volg den zij diens vinger. En eensklaps stonden de beide jongelie den met een kreet van verrassing op. Een lichtglans verhief zich boven de boomen tot aan den hemel. Wat is dat? riep de kapitein verbaasd en niet zonder angst uit. Meteen ging hij naar den wel toe waar Florise stond. Deze had het schijnsel ook gezien doch niets ge zegd. Zij sidderde toen zij de stem van den of ficier hoorde, maar schijnbaar kalm bleef zij de vorderingen van het vuur gadeslaan. Yvette volgde den kapitein en eindelijk ook Perdriel, die zeer ontdaan was. Het was eon rood vuur, dat ieder oogen- blik in omvang en lievigheid won. Hoewel de gloed overvloedig gevoed scheen, bleef hij teeh op dezelfde plaats, al breidde do eigenlüko haard zich uit. Wat mag dat ziin? herhaalde Gilbert met trefrnnste wenkbrauwen. Dat is een brandl verklaarde Laurens naief. Een bnschbrand, heel eenvoudig! Dat gebeurt wel niet vaak, maar komt toch helaas soms voor. Als dat het geval was, antwoordde do kapitein dan moest dd brand zich uitbrei den en-rondom zich been griinen, terwijl het vuur integendeel beperkt blijft tot de zelfde plaats, al wordt de hevigheid n den gloed grooter. Ik zou eerder denkon dat men op een ontgonnen grond hout brandt. Kent gij in het bosch een onon plek in die richting^ mijnheer Perdriel? Dat kan ik u niet zeggen, kapitein, bekende Laurens, ik ben in het bosch heel Biecht bekend. Florise bleefzwijgen. Zij had al baar wilskracht noodig om con natuurlijke hou ding te handhaven nu zij dit signaal zag, dat bet begin zou zijn van groote, ernstige gebeurtenissen waarin zii zelf zoo'n voor name rol zou moeten spelen. Doch haar broeder wendde zich op eens tot haar met de vraag: En hoe verklaar jij dat vuur? Het gelukte haar met veel zelfbeheer- sching kalm te antwoorden: Eenige boeren of houthakkers zullen wat droge takken verbranden om zieh daarvan te ontdoen. Dat gebeurt herhaal delijk. Maar do brand is ver, zeer ver, opper de de huzaar. En zoudt gij denken dat een hoopje takken of zelfs een groote hoop, zoo'n grooten en hoogen gloed geven. O het is zoo ver niet als gij wel denkt, hernam Floris", die zoo spoedig mo- keliik allo vrees bij den officier wilde ver drijven. De duisternis van den nacht is bedriegelijk. Misschien ook is het 't vuur van een uwer vooruitgeschoven posten. Schertst gii, of meent gij wat ge zegt? Ik heb geen enkelen soldaat in bet woud. Miin troepen heb ik zoo ver niet vooruit gezet. Trouwens ik zal wel te weten ko men Hij maakte aanstalto om heen te gaan, maar een vraag van Yvette weerhield hem, op 't zelfde oogenblik dat ook Florise deze woorden op de lipnen kwamen: Waar gaat gij heen? Met een verontschuldigenden glimlach antwoordde Gilbert: Permitteer mij daarover te zwiicen. Dat is het geheim van den kapitein, niet van den aanstaande... En hij voegde er op tnmeliik gebiedende toon aan toe, terwijl hij zieh zoowel tot Florise als tot haar nicht wendde: Blijft hier... beloof mij nlsublieft Ho woning niet to verlaten ypor dat ik terug ben. Dan ging hij heen. Een vriendclijken bandgroet vergoedde ccnigszins zijn stren- go bevelende woorden. De gloed in het bosch werd zwakker cn reilde nauwelijks meer do toppen der bom men. Na eenige minuten doofde het vuur geheel. Nog .even lichtte er ccn zwakken weerglans in de lucht cn toen werd geheel do natuur weder in het nachtelijk duistor gehuld. Een inwendige gejaagdheid dreef Florise voort. Gaarne had zij terstond den mar kies gaan waarschuwen. Doch als Gilbert bij zijn t-rugkecr haar niet meer in den tuin zou vinden, zou hij dan bij baar geen verstandhouding rnet het geheimzinnige vuur vermoeden. Hij zou naar haar vragen en dan vorncmen dat zij uitgegaan wns. En hoe dan haar afwezigheid te verklaren? Gelukkig herinnerde zij zieh dat de ge vangene liaar gezegd had eorst daags na den brand to komen. Zij moest dus wach ten; cn intusschen maakte zij zich ongerust over do rqaatregelon die do kapitein op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7