„Maar nog eens meneer, niks zoo goed
as een aanslag".
Nou, dacht ik, jij dan maar een aan
slag, maar ik ten liever een levende Daniël
dan een dooie Moesselini.
I
WEEKREVUE.
Daantje interviewt Pdussolini.
Vrouw, zee ik, op een goeie niorge, tege
tf'cga, leg me Zondagsche pak klaar, me
izije, een schoon half hempie en poets
j(.te horna". Ze keek me an as een gekkc-
ippasser in ze werk en zee: „Woei je wel
fjjijül as dat het vandaag een doodgewo-
k-Dinsdag is, der is niemand dood of ja-
rig dus ik zou niet wete, wat jij met je
i.jle spulle zou motte doen."
„Vrouw," zee ik, „daar hei jij de balie
Kistend van, maar ik wil het jc wel onder
j>allerdiepste geheimhouding meedeele, ik
pot effios naar Italië om vanweges de
ydaksie meneer Moesselini te intervjoewe
0HS wij dat noemc".
Ze sloeg van schrik stijl achterover, as
B plank meneer.
„Dat bebbie der nou van, as ie zoo
lienwsgierig ben," zee ik, „maak nou
ri»r niks geen beibei, ik ga cffies naar
Jjlië en ben in een ommezientje weer te-
TQg gezond en wel, hoogstens heb ik, as
jk terug kom een zwart bommetje an, maar
fa's Yoordeelig in de wasch, mot je maar
Mc.
ft zal wel zoige, dat ik niet in dc buurt
Tin Pisa kom, want as die schceve toren
hl iu ze liersepan krijgt om om te rollc en
j> krijgt hem op jc kersepit, da's bar onge-
uïd, zoodat ik maar zeggo wil, dat je je
uit sabbel mot make, want ik zal je as
Woo een mooie Italiaanschc jurk, een
Mtsselientje, meebrenge".
Ik naar Italië. Ik bc.d onderweg maar
nst voor de sekuritei) een zwart hempie
nngelrokke, dat maakt meer indruk,
iclit ik.
Voor de deur van Moessclini's paleis
ling zoo'n koppeltje schildwachten en ik
docht niet heler te kennen doen, dan te
uginne met de fassistegroet. Toen kwam
itr oen naar me toe en vroeg wat an me,
mrvan ik niks versting, maar da's niks
ioth ik, ik greep in me portevuillie en gaf
hm me kaartje, Daniël Slokop, sjoernelist,
xMteur van do Leidsche krant, sling
cerop en toen Moessolini dat geleze had
ier ik derek binne gelate.
Gaat U zitle, meneer, zee-die in 'l Espc-
ulo—want daar is Darntjenetas Moes-
ilini een reuze voorstander van ik zie
lalU van de Leidsche krant is daarom heb
ili uwes derek binne late kommc, omrede ik
iflvcrs op de Leidsche krant ben geabon-
ittrd, maar anders hou ik er niet van om
[antervjoowd te worde, want dat komt
zeker doen.
Krek geraje ekzellenzie, zee ik, ik mot
iluurlijk beginne met uwes te felisetcere,
i| ze u bijna doodgeschole hadde, U ziet
:ou toch alweer, waar die ridderorden al-
leer niet goed voor benne, want zonder
dat dingsigheidje was u nou beslist een
iooic fassi'st geweest. Uw popelariteit is
ér zeker weer mee gestege vroeg ik.
„En of, zee die, ik ken me neus niet bui-
itn dc deur sleke of ze beginne te juiche"
„Van Uwes neus gesproke. Weet U hoc
dat komt ekszellenzie, zee ik, dal zal ik
es ui Hegge. Dat is net as met Daantje,
die wordt ook altijd toegejuicht,, net as U,
dat komt omdat Uwes neus net as do
wis van Daantje oangescbote is. De uwe
door een kogel, weet U nog wel, en do
tpe door de ouwe klare, maar dat hin
dert niet, ik neem liever een neutje, dan
él ik me een kogel door me neus laat
ibiele zooas U", zee ik.
•baar is op het oogenblik," zee Mocsse-
Ui, „niemand zoo beroemd as ik en dat
Iffljo alleen worde," zee die, „as je fassisf.
«ordl en je laat zoo nou en' dan een aan-
op je leve plogc. Niks zoo goed as een
unalag," zee die.
Ik schreef natuurlijk alles op en zee,
hl ik het in de krant zou zette. „Goed,"
die, ,.cn zet er dan bij dat ik een bijzon-
hr<? liefde koesier voor Leiden, omrede ik
Weren nog van een b'eve jongedame daar
N mooie brief heb gokrege, waarin ze me
har gevoelens voor het fassisme open-
arde. Doe ze de groet® van me en omhels
Nrliarlelijk." (Daar mot U natuurlijk
J* kwaad van denke, want daj is Ila-
«Jnselie manier, maar ik heb die op
tocht tocli maar sekuur precies uitgo-
'*rd).
TEGEN DEN AVOND.
door Th. van Tichelen.
In den grooten hof van den Hemel, onder
een breeden lommerigcn boom, zaten zc bij
elkaar, op twee banken recht overeen, al
dio oude bekenden en vrionden: Sint-Pe
trus, en Sint-Joseph, en Joannes, en Pau-
lus, eft Jacobus. Allemaal mannen, die er
van do allercersten binnen geraakt waren.
Het was hier frisch, nu tegen den avond.
De dag was druk geweest. Veel volk was
er in den Hemel gekomen, vandaag, en
Petrus bad den tijd nog niet gehad om
eens adem te scheppen, zoodanig veel
menschen had hij hun papieren moeten na
zien. Dc anderen hadden hem w®l oen
handje toegestoken, maar ten slotte ging
alles toch op hem af: hij had den sleutel...
En ge kunt toch nooit weten, of de helpers
wel streng genoeg zijn, en niemand laten
binnenslibberen... Sint-Josepli vooral be
trouwde liij maar half. Die was veel tc
goed...
Nu echter rustten' zij uit, in de vredige
avondlucht. Alleen Sint-Jan de Dooper
wist van geen uitscheiden: die stond gin
der, in den hofpad, op 'nen stoel onder een
appelboom, en plok blozende appelen in
zijn blauwe schort.
„Zware dag vandaag geweest., mannen!"
zei Sint-Petrus. „Maar 'k ben toch blij dat
er veel volk naar boven komt. Want 't
deugt er niet op de wereld. Daar wordt
wordt veel over geklaagd, bijzonder door
de menschen van jaren..."
„Mo dunkt toch zulle", zei Sint-Joseph,
„dat wc die sukkelaars beneden nog meer
moeten helpen... Ze kunnen er toch meestal
niet aan doen, en 't is al erg genoeg nog op
do wereld te zijn!"En hij stopten zijn aar
den pijpken en keek naar den grond.
Maar de laan ritselde en ccn Engeltje
kwam dwars door do takken heen, aange
vlogen.
„Sint-Joseph," zei hij, „daar is iemand
in 't sprcckkamerken, die u wil spreken."
„Wie is 't?" vroeg Joseph, en hij stond
op en lei zijn pijpken op dc bank.
„Een moeder van vijf kinderen, wier oud
ste jongen bij den troep is, en het jongste
plat to bed ligt, zwaar ziek!"
En Joseph ging eerst, en liep dan den
hofpad door.
„'t Begint alweer", lachte Sint-Paulus.
„De maand Maart is pas ingezet, en 'l spel
is al aan den gang. Hij gaat heel de maand
door weer wat geloop hebben. Maar liij
doet het toch gaarne!"
Dat meende Petrus ook: „Een goeie ziel,
die Joseph; een echte vader..."
Joseph kwam terug en wilde juist gaan
vertellen van dat mocdcrkcn met haar vijf
kinderen, toen een Engel buiten adem dooi
den hof kwam aangeloopcn: „Sint-Joseph!
kom eens terug, als 't u belieft! Weer ka
lanten voor u op do spreekkamer!"
Joseph monkelde en liep. „Wat heb ik u
gezegd?" zei Paulus. „Zc zullen hem geen
enkel pijpken op zijn gemak laten sinoo-
rcn!..."
Als Joseph terug kwam, had hij do tro
nen in zijn oogen: „Vrienden, wat is het
toch deerlijk op de wereld!"
„Ja? Wat nu?"
„Vier weeskens... Vader over twee
maand gestorven van dc griep. En nu ook
dc moeder... Uw hart zou er van breken
als zc hunnen nood klagen. Maar ik waak
over ben. 'k Heb het al gauw aan Jesus
verteld. En die zal zelf voor die bloedjes
zorgen...'
Een traan liep in Petrus grijzen baard,
en Paulus zwarte oogen schoten vol nat...
Daar misclit bet opeens in dc boomtak
ken, en vier, vijf Engelen vliegen tusschen
do banken neer.
„Hceren, daar staat een grootc hoop
volk voor de poorlc, tc rammelen en tc
roepen!"
„Zegt dat zo terug naar 't Vagevuur
gaan!" zei Petrus, ,,'t Uur is voorbij. En
morgen vroeg weerkomen!" En hij keek
naar den groten sleutel, die aan zijn lecren
band hing.
LIED VAN DEZEN TIJD.
DE STRAATMUZIKANT.
I Heb gceu vader en geen moeder
Heb hen nimmer ook gekend
loop alleen langs 's Heeren wegen
toch ben ik steeds content.
k Douw op mijn harmonicaatjo
'Schoonste en bet nieuwste lied
«Moeder, ik,kan jou niet missen",
n «Aan d'ocver van een vliet".
Als ik even geen agent zie
Maak ik aanstonds ccn begin
el mijn lijfdeuu „Van je hela,
«oud er nou de moed maar in"
Als ik
met mijn bood wil rondgaan
fiomi er dikwijls een agent,
n moet ik gauw boenen
En ik
vang geen rooïe cent.
maken
'k Loop den boelen dag te zwerven
Door de stralen van de stad
'k Heb een goed humeur, geen zorgen
En een hond, wie doet je wat.
'k Dien de kunst heel ontbaatzuchtig
Met een opgeruimd gezicht.
Als ik soms niet hel) tc eten,
Dan bind ik mijn maag maar dicht.
Als ik 's avonds wil gaan slapen
Ga ik liggen in bet gras,
Ook al blaast de wind geweldig
Door de scheuren van mijn jas.
Naast mij slaapt men trouwe makker
't Is mijn bond, mijn trouwe puk
Wie mij aanrandt, bijt hij woedend
Allebei de kuiten stuk.
Ieder luistert naar mijn zangen
Ook al gaat het nog zoo valscli,
'k Breng do prachtigste coupletten
Doodgemoedereerd om bals.
'k Leef slechts voor mijn idealen
De muziek zit mij in 't bloed.
Maar bel meest hou 'k van mijn pukhond
En ven centen in mijn hoed.
„Excuus!zei dc Engel. „Ze roepen niet
op u, Sint-Petrus; maar wel op Sint-Jo
seph!... Zo zeggen dat ze hem alleen moe
ten spreken, en dat zc van niemand anders
willen!"
Eu Joseph ging mee.
rv.>7V»\
Toen luj weer kwam, zei hij geen woord,
zetto zich neer en stak zijn pijp aan. Pe
trus pinkte eens naar Paulus; Paulus
lonkte naar Josepr, knikte dan tegen Pe
trus en lachte in zijn eigen. Petrus kon
het niet meer houden: „Hewcl, Joseph, wat
is 't
Joseph antwoordde niet, gebaarde of ziju
pijp verstopt, was, en plok ccn graspijl om
zo door te koteren.
Petrus werd achterdochtig: ,,'k Geloof
dat dio zaak niet beelemaal in den haak
zit, Joseph?"
Joseph moest op den duur wel sproken.
„Toch wel", zei hij, „toch welDio men
schen spraken mij zoo schoon aan, go
kondt zien dat. ze vertrouwen hadden; en
vroegen om binnen te mogen. Ik Ijon bet
over mijn hart niet krijgen, ben naar 't
Vagevuur to sturen, 'k Heb dan Jesur aan
gesproken. En..."
„En?" vroeg Petrus.
„...En Jesus zelf heeft dan de poort open
gedaan
Petrus stak z'jnen sleutel vooruit naar
Joseph: „Dat i9 geen rechtvaardigheid!"
„Neen," zei Paulus, „maar dat is liefde!"
I
TROUBADOUR.
TOT INKEER GEKOMEN.
Erna was in haar eentje eens fijntjes
gaan eten in Central.
De collega's van justitie hadden met
haar gekibbel de prettige stemming, waar
in zc sedert gisteren verkeerde, totaal be
dorven. Een strijkje onder hot eten zou we»
helpen de herinnering aan die minder
prettige uren te verdrijven, meende ze.
Zeer gedienstig, diep buigend, opende de
kellner bij bet weggaan de deur.
Een hulde aan mijn royale fooi:
"Wacht maar, binnen het half jaar ver
schijn ik hier als de rijke mevrouw Spren-
gers! Dan zal je nog dieper buigen, man
neke, dacht Erna opgeruimd.
Zich verkneukelend in zalige toekomst
beelden, trippelden zo luchtig naar de halte
op liet Plein.
Erna was dc jongste dochter van den
al voor velen jaren overleden advocaat van
Weideren. Na den dood van haar ouders
had ze aanvankelijk geen prettigen lijd
gekend. Nog ruim twee jaren stond ze on
der voogdij van een strengen voogd, die
het jonge meisje met baar hongerenden
levenslust niet begreep.
Op dpi dag van haar meerderjarigheid
verliet ze do woning van haar oom en be
machtigde, door bemiddeling van een
ouden vriend baars vaders, een plaatsje
aan justitie.
Nu begon voor baar een vrij leventje.
Niet te hard werken, en een salaris, dat
met hetgeen haar ouders hadden nagela
len, haar een onbezorgd bestaan verze
kerde.
Zc werd lid van een tennis- en een rij-
club; abonneerde zich op alle mogelijke
en onmogelijke. tijdschriften, besleeddo
veel geld aan kostbare kleeding, bracht
haar vacantie in het buitenland door en
deed, wat haar hartje begeerde. Natuurlijk
lot grootc ergernis van baar minder met
aardsche goederen gezegende collega's, dio
den spot dreven* met baai' hoogvliegerij.
Eenigen tijd geleden ontmoolte ze op
een soirée ten huize van haar vriendin
Mary den fabrikant Tinus Sprengers.
Eerst trok ze liaar neusje op voor zoo'n
bourgeois. Want.... Erna voelde zich en
kon niet begrijpeD, hoe Mary zoo iemand
duldde in haar salons.
Een cliënt van mijn man, had Mary
schuchter gefluisterd, toen Erna infor
meerde naar Sprenger's positie.
Tinus met zijn Brabantsch dialect, dat
haar zoo onbeschaafd klonk, kon geen ge
nade vinden in haar oogen.
Zoo'n pummelke heeft bij ïöij geen
kans, grinnikte Erna tot baar vriendin
nen, die afgunstig waren op dc attenties,
die Sprengers haar bewees.
„Souvent femme varie", zegt eon Fran, cli
spreekwoord. Erna loonde schitterend do
waarheid dier bewering.
Men vertelde baar, dal Sprengers ccn
jaarljksch inkomen genoot van 20.000
gulden, eenigo erfgenaam was van een
schatrijken oom, een prachlig landhuis op
Wassenaar bewoonde en dat twee luxe
auto's zijn garage vulden.
Zoo iemand was toch ccn niet tc ver
smaden profenlcnt. En genadig begop zo
ze zijn hulde te aanvaarden.
Hij alleen mocht haar in bet zadel hel
pen, hij was dc uitverkorene, dio haar al
tijd mocht vergezellen op haar rijtoerfjes.
En met haar koolzwarte, vurig fonkelend©
oogen moedigde ze hem aan tot meerdere
attenties.
Als vlinders oni een kaars fladderden
jong en oud om Erna. Zelfs dc oude, stijve
referendaris van Buren, grinnikte van
geluk, als de jonge, veclgozochte beauty
zich eftkele oogoiiblikken met hem wilde
onderhouden.
Om Sprcngcr te prikkelen en zijn aan
zoek te verhaasten, lachte en lonkte zo
tegen ieder, die haar naderde.
Gisteren, na bet soupétje bij Marv, stol
de Sprengers, zoor galant, zijn auto ter be
schikking dor dames, nam zelf plaats ach
ter liet stuur en noodige Erna haar gewo
ne plaatsje naast hem in to nemen.
Och» mijnheer, vleide Nellv Berc-
stcyn, dc maan schijnt zoo helder, laat ons
even nog do zoo zien.
Zich koerend naar Erna. antwoordde hij
Als inijn vrouw er niets op tegen
heeft, danja.
Uiterlijk onverschillig, knikte ze beves
tigend. Maar inwendig juichte hel in
haar:
Hij noemt me reeds zijn vrouw, hij
hoeft me lief.
En die heerlijke stemming dreigden
nu met haar pekil die kantoorfrikken
te bedorven.
KALENDER DER WEEK.
N.B. In deze week heeft iedere H. Mis
Gloria en Credo en behalve Zondng dc
gewono Prefatie.
ZONDAG 7 Nov. 24e Zondag na
Pinksteren, Feestdag van den H.
Willibrordus, Bisschop en Belijder.
Eerste Patroon van ons Bisdom. Mis:
Statuit. 2c gebed en laatste Evangelie
v. d. Zondag. Prefatie v. d. Allcrh. Dric-
eenheid. Kleur: Wit
Na een tienjarige voorbereiding voor den
apostoliscbcn arbeid in de Abdij van
Rathmclsigi, landde in 690 de 33-jarige
Willibrordus met elf gezellen nabij het te
genwoordige Katwijk. Na zich Van den
steun van Pepijn van Herstal, Hofmeier
der Franken, te hebben verzekerd, predik
te Willibrord corsb benoden, later boven
den Rijn liet ware geloof. Op verlangen
van Pepijn liet hij zich tot Aartsbisschop
der Friezen wijden te Rome, om aldus
nuttiger te kunnen arbeiden. Als zetelstad
koos hij Utrecht, waar hij in zijn ijver
voor de vestiging van hot Ware Goloof en
do wetenschap een Kathedrale Kerk bouw-
do ter eero v. d. H. Martinus en daarnaast
een kloosterschool.
Te Vlaardingen, Ocgst geest. Volsen. Pet
ten cn Heiloo bouwde hij kerken. De-n Ten
November stierf Willibrordus te Echter-
nacb (Luxemburg) waar zijn lichaam be
graven is in dc door bom gestichte Abdij
kerk.
Bidden wij vandaag ecu extra gebedje
tot den Heilige om do bckeering van ons
hom zoo dierbaar Vaderland.
MAANDAG 8 Nov. Octaafdag van
A 11 e h o i 1 i g e n. Mis: Gaudoamus
(als op 1 Nov.). 2o gebed v. h. Oct. van St.
Willibrord; 3o v. d. H.H. Vier gekroonde
Martelaren. Kleur: W it.
O hoe glorievol is het Rijk, waarin alle
heiligen, zich met Christus verheugen. Ge
kleed in witte klcercn volgen zij het Lam,
overal waar het gaat! Alle Heiligen Gods
roept ons naar het Vaderland (Kerk. Get.).
DINSDAG 9 Nov. Wijdingsfecst v.
d. Allcrh. Verlosser. Mis: T®t-
ribilis. 2e gebed (alleen in stille H.1I.
Missen) v. d. Tf. Thcodorus, Soldaat-Mar
telaar. KleurW i t.
De Ivcrk v. d. Allerh. Verlosser is dc eer
ste geweest, wclko te Rome oponbaar
mocht gebouwd cn gewijd worden onder dc
rogccring van Keizer Oonstantijn dc Groo
tc. Dc Kerk is ook bekend onder den naam
van: St. Jan van Lateranen, omdat rij
oorspronkcliik gcv/ccst is het Latcraansch
Palcis van Oonstantijn.
WOENSDAG 10 Nov. M i s v. tl. H. A n
drcai Avellinus, Belijder. 2e gebed
v. h. Oct. v. St. Willibrord. 3c v. d. II. Try-
phon, Hesoicius en Nympha, Martelaren.
Kleur: Wit.
Lancelot was rechtsgeleerde en priester.
Uit-spijt en berouw over een hem in ccn
rede ontvallen leugen trok hij zich terug
uit do rechtskundige praktijk en wijdde
zich geheel aan zuiver j»riesterlijko werk
zaamheden. Hij trad in do orde dpr Tlica-
tijnon cn vroeg uit liefde voor hot H. Kruis
den nuam van Andreas. Bij het begin van
zijn H. Mis, bij dc woorden: „Ik zal op
gaan tot het altaar Gods", werd hij Joor
een beroerte getroffen en stierf spoedig
daarop. Zijn voorspraak wordt ingeroepen
om bevrijd te blijven van ccn on voor/le
nen dood.
DONDERDAG 11 Xov. Mis v.M. H.
Martinus, Bisschop cn Bqlijdor: Sta-
tuit. 2o gebed v. h. Octaaf van St. Willi-
I3o v. d. II. Mcnna. KI. ur: Wit.
Do II. Martinus was ctwst officier in het
Romein sell© leger. Door ac reinheid zijner
zeden, zijne nederigheid en. mot d won hij
de eerbied cn achting zijner soldaten. Als
officier reeds muntte bij uit in liefde en
goedheid jegens do armen. Gedurende een
strengen winter ontmoette hij bij de poort
van de stad Arniëns een armen bedelaar,
die bijna geheel naakt was en van koude
bijna bezweek. Zonder aarzelen trekt Mar
tinus onmiddellijk zijn zwaard, snij.lt. /iju
soldalemnanlol door en geeft do helftlaan
den bedelaar, 's Nachts verscheen (Jjiris-
fus met den halven Oiuulel om aan Marti
nus cn zeido hem, dat hij dien aan Hein
geschonken had en zijn liefdedaad graag
had .aanvaard. Op ongeveer veertig-jarigen
leeftijd verliet Martinus het leger en na
een godvruchtig leven van meerdere jaren
werd hij gekozen tol Bisschop van Tours.
Vele wonderen moet. hij in dien tijd van
zijn leven verricht hebben. Onvermoeid
was hij in zijn pogen het. beiden.lom uit te
roeien. Allo afgodentempels vernietigde hij
cn ten sloUc, ondanks alle tegenstand,
wist hij er in tc slagen den licidenschcn
godsdienst uit zijn bisdom te verdrijven.
Dertig jaren lang bestuurde hij zijn bis
dom. Na zijn dood werd hij onmiddellijk
als een heiligo vereer<1.
VRIJDAG 12 Nov. Mis v. U. H. Livi
n us, Bisschop en Martelaar: Statuit. 2e
gebed v. d. II. Martinus; 3c v. h. Oct. \sn
St. Willibrord. Kleur: Rood.
De H. Livinus heeft het geloof verkrui
digd in de omstreken van Gent (België)
en waarschijnlijk or»k iu Vlaanderen Aan
gevallen door eenigo heidenen, werd hem
de tong met een lang uit den mond gerukt
en met een bijl den schedel gekloofd. De
Heilige wordt dan ook gewoonlijk afge
beeld in bisschoppelijk gownod, oen tang
in dn lu\nd. welke een leng vastklemt.
ZATERDAG 13 Nov. Mis v. «1. II. Di
dacus, Belijder: Justus ut palm». 2e ge
bed v>h. Oek v. Rf. Willibrord; 3e Concede
(tor ecro van Maria); 4e voor den Pan*.
Kleur: Wit.
Om inniger met God vrrennigd te zijn
trad Didacus, een Spanjaard in het kloos
ter, waar bij een besehonwend loven leid
de. Later door Paus Nieolaus V belas: uiot.
den ziekenzorg, genas de vurige Maria-ver
eerder vele zieken met olie uit de lamp.
welke voor Maria brandde, hen teekcuend
met een kruisje.
In de Kerken dor E.E. P.P. Franciscanen
Alles als boven behalve:
VRIJDAG 12 Nov. Mis v. d. Z.Z. Ga
b r ië 1 F e r r e 11 i en Joannes van
den Vrede, Belijders. ConfitcanLur. 2o
gebed v. h. Oct. van Kt. Willibrord; 3e v.
d. II. Martinus. Kleur: W i t.
Lisse. ALB. M. KOK, Pr.
Geen nóód, .meisjes, troostte zo zich,
mijn lijd onder jullie is gauw voorbij.
Over enkele dagen gaan, mijn verlovings
kaart jes do wereld in.
Vroolijk lachend, spoedde zc zich naar
de woning van haar vriendin.
Dag, lieve, begroette Mary vriende
lijk het jonge meisje, al uitgerust van den
langen autotocht.
Een blosje van verlegenheid of van ge
luk kleurde Krna's wangen.
Ik kwam jc vragen Mary, ont mco
te gaan naar Sprengers. Hij inviteerde ons
gisteren om wat te komen niusicecren.
Janeenweifelde Mary, hij
kan.... ons niet ontvangen, tclephonccrdo
hij-
Kind, wat doe je vreemdEr is
toch niets? Mijn God. Tinus heeft toch
geen ongeluk gekregen?.... Hij zou van
morgen gaan rijden in dc duinen, hij
is toch niet van het paard gevallen, ang
st igde Erna.
Neen, hij is goed, alles is in orde,
hij beeft bier geluncht cn...
Och Ernlje, je bent mijn liefste vrien
din, cn daarom wil ik eerlijk zijn tegen
over jc.... heel eerlijk.... Vanmorgen
zei ik tegen Tinus:
Nu vraag jc Erna zeker vanavond?
Die declaratie van gisteravond moet her
haald worden.
En.en.wat antwoordde li ij?
vroeg bevend Erna....
Hij antwoordde heel zakelijk: Ik
denk er niet aan baar te trouwen! Zoo'n
fuiftypo is niets voor mij. Ik moet een de
gelijke, maar geen sigaretten-rookendo
vrouw hebben. Mijn man gaf mij den raad,
jou heel openhartig de waarheid te zeg
gen. Een schoonheid als jij....
Erna hoorde niets meer van de laatste
woorden, zc rende dc kamer uit, gristo
hood cn man tel van de porlc-montcau cn
vloog de straat op. Thuis, in haar eigen
kamer, wierp ze zich op den divan, zenuw
achtig zich wendend en koerend in x voed O
en verdriet.
Dan oj) eens nam ze een besluit:
Niet.; laten merken; een tijdje zoo
doorgaan cn dan hem wegwerpen! Do
mooie Erna heeft geen gebrek aan cava
liers; tien voor een is mijn leuze. Eén ding
echter staat v.i-t: ijc neem mijn ontslag aan
Justitie.
Loom staat ze op, zoekt in de laden van
haar schrijftafel, grabbelt nerveus, naar
pen en papier, opent een portefeuille en.,
ziel voor zich bel portret van baar moe
der.
Lang vergeten herinneringen uit haar
kinderjaren rijzen op.
Met haar dcor tranen benevelde oogen
staart ze naar de beeltenis der lieve, zach
te vrouw, de vrome, degelijke, zich in alles
opofferende moeder, die nooit zichzelve
zocht, alléén leefde voor haar gezin.
Het portret trilt in haar handen, ter
wijl zij wegdroomt in gepeinzen, zonder dat
zij bemerkt, hoe de uren voorbijgaan.
Als ze 'indelijk opstaat, glanst pr ie!.
in haar oogen van nieuwen levensmoed en
ernst.
Ze kust moedors portret en vastberaden
klinkt het:
Bijna uitsluitend heb i!: de dingen
van deze wereld gezocht en ik iniskeiftlo
dn laak, dio ik had to vervullen: rijk In
worden naar dn ziel.... Moedertje bid
voor uwo Ernal Naar uw voorbeeld wil ik
zijn: een vrouw van plicht en blijden e.msl.
„M.sch. v. Chr. Ge/."
ANECDOTEN.
Pochen.
Twee opperlieden pochten tegen ellutar
over do vastheid waarmede zij met de
zwaarste kalkbakken op den schouders, dc
hoogst® ladder konden beklimmen.
Hot gesprek cindigda in con wedden
schap. Do ccn zou den ander in een Icègon
kalkbak naar do boyensto verdieping van
een in aanbouw zijnd huls dragen.
Vol spanning volgden metselaars en an
dere werklui het waagstuk, «lat. goed af
liep.
De man, die zijn collega tot deze waag
halzerij bad uitgedaagd, kroop uit den
kalkbak en zei glimlachend: Verloren
heb ik, dat is waar. Maar bij de derde ver
dieping glipte jc bijna uit toen kreeg ik
even hoop, dat wc omlaag zouden vallen.
Ook een manier.
Gast: Waarom zingt uw man zoö erg
luid 'I
Gastvrouw: Hij wil graag liet. huis
van do buren kopen voor niet te hoogen
prijs.
De slimmerd..
Ecu boerenjongen, die in dc stad winkel
bediende was geworden, wachtte in span
ning den eersten klnnt nf.
Eindelijk kwam er een; dc man be«!el»lo
vogelzaad. I
De jongen, die thuis terdege gewaar-
Behuwd was voor eventueel® spoilers uit
do stad, begon te grinncken.
Do klant herhaalde zijn vraag en de be-
diende grinniklo nog harder. t
Heb jc dat niet?, vroeg dc klant ver
wonderd.
- Neen, dat heeft niemand, antwoordde
do jongen leep. Vogeltjes komen van eieren
en niet van /.«ad!
Vriendelijk.
Eerste student: Zeg, ben jc zeker,
je ouwelui weten, dat ik met jc mee kom?
Tweed student: Dat denk ik 1 Haal: jo
maar niet ongerust. Ik licb er wel een uur
lang ruzie over gehad met m'n ouwelui.
Een verzoek.
Parkwachter (lot slapende jongen):
Vooruit jongen, ik ga do hokken sluiten.
Willy: Beul. Maar doe het wat zaelil-
jc. t ta/