i
nïng mede houdt, welk gchalto aan bet
element kalk do gebruikte stof heeft.
'De gewone geblusclito of ongebliischte
landbouwkalk bevat bijna niets dan kalk
en daar heeft men dus een geringere hoe
veelheid van noodig dan van mergel b.v.
en het kalkrijke afval der suikerfabrieken,
n.l. de schuimaarde. Deze laatste gebruikt
men vooral met succes in den landbouw
op weiden; regelrecht van de fabriek be
vat het echter enkele schadelijke besland-
deelcn^ waarom het een tijdje aan de
lucht moet worden blootgesteld, zoodat
daarom reeds toedienen in het najaar
aan te bevelen is. Ten slotte bevatten vele
kunstmeststoffen, zooals bet superphos-
phaat, Thomasslakkenmeel, kalkstikstof
enz. enz. min of meer kalk als bindmid
del of hoe dan ook, waarmede bij de be
rekening op gelet moet worden.
v. H.
Vragen op bet gebied van land- en
tuinbouw aan do Redactie van „Dc Leid-
pche Courant."
DE ABSOLUTIE IN EEN HOED.
door Pierre l'E r m i t e.
(Als men de Liefdezusters uit de Gast
huizen verjaagt en deze buizen vorlaici-
feeerd krijgt men toestanden als waartoe
deze schets aanleiding gaf).
Vier uur in den namiddag. Een zaal
in een der grootste hospitalen van Pa
rijs; een zeer grooto zaal waarin-de bed
den vlak naast elkaar geplaatst, wel ge
lijken op grijze straatkeien in een stad
van ellende.... bedden langs do muren.,
bedden in liet midden, met de hoofdein
den tegen elkaar.bedden in de boe
ken. bedden overal.
Over die bedden heen hangt de zware,
de walgelijke lucht van een groot aantal
fcich bij elkaar bevindende zieken.
In die atmosfeer komt het lijden naar
voren in al zijn vormen.
Koortslijders, tuberculosen, geopereer
den en dio nog geopereerd moeten wor
den; stervenden en zelfs een doode, daar
in dien hoek.... een lijk, warm nog en
waaraan niemand denkt om bet door een
scherm voor 't gezicht tö bedekken.
De rector komt de zaal binnen. Hel is
een priester met witte haren, een arme-
lijken toog en een sympathiek en kalm
uiterlijk.
Op 't eerste gezicht zou men mccnen
dat al die ongelukkigen den rector zou
den begroeten als de brenger van vrede
en hoop. Hij toch weet bet meeste van
't Hiernamaals, waar zij spoedig zullen
heengaan.... Hij is degene aan wien
men alles zeggen durftHij, die als
't ware altijd een beetje van de onzen
lijkt.... Hij, de goede bij uitnemendheid
Zoo dikwijls al liecft bij in deze zaal go-
staan voor omvergevallen eiken! IJdel
heid der ijdelheden behalve God te be
minnen en te dienen.... En toch is hij
aan de zieken schijnbaar onverschillig.
Iedereen beeft hem gezien, maar niemand
kijkt naar hem of liever niemand durft
naar hem kijken.
Een vage angst zweeft door de zaal.
De lafhartigheid van ieder persoonlijk,
vormt met die van den buurman een al-
geme-ene lafhartigheid om den priester
heen; deze lafhartigheid rolt z'n vreese-
lijke oogen naar alle bedden licen, sluit
met een brutale beweging alle monden en
staat reeds klaar tot spot tegenover elke
poging om in iels anders te gelooven dan
aan den giacol, de Kinine- en de Ricini-
olie!
Hij loopt door de zaal, de rector, lang
zaam zooals 't hoort want de ziekenoppas
sers houden hem heel bijzonder in 't oog
ora te zien of hij wel neutraal blijft.
Niemand beantwoord zijn vragenden
blik!
Er liggen daaronder toch dorpelingen
die godsdienstig werden opgevoed en van
wie de ouders honderdmaal om den
priester zouden hebben gevraagd als bun
kind nog bij ben zou zijn.
Maar wacht eens even
Men is in een gelaiciseerd hospitaal...
Dan ook.... do wetenschap!.... Exa
mens!. Ziekenverpleegsters-examen!
Paars lint!.... serum!.... het laatste
middel.... dat dat alles geneest
Een pastoor....? Ach! ach! ach!
En iedere zieke, zelfs die beangst den
dood voelt naderen, zelfs bij die met
schrik terugblikt op een heel zondig ver
leden, stopt uit vrees zijn neus diep on
der de dekens van do Publieke Welda
digheidVrijheid.... Gelijkheid....
Broederschap!.
Maar (och niet allen....?
Een zieke geeft een toekenMeer
nog, hij roept den Rector bij zicli!
Mijnheer de Rector.
Vriendlief....?
Ik wilde u even spreken!
Do buren kijken, in de hoogste verba
zing.
Wat is dat voor 'n koster?....
Vier zieken met katoenen slaapmutsen
op, zitten te kaarten bij de kachel, sper
ren hun moncl wijd open. Het zijn tuber
culoselijders die op hun stoel zullen ster
ven, maar waar do oogen nog goed van
zijn en de ooren ook.
Ik zeg je dat hij gevraagd beeft om
te biechten!
Niet mogelijk!.
Ik troef!ik troef over! endie
aas.
Neen, wacht even.eerst even
kijken!.
De spelers slaken hun speL Ze geven
een teeken aan de anderen cn vooral aan
een kleine ziekenverpleegster die bezig is
haar kapsel te verschikken in een ruit.
Idado Brctanger gaat biech-
tcnl
Wie.... de Brctanger....?
No. 84.
Nuhij is begonnen!
Hij zegt zijn zonden!....
Ja, het was de Brctanger die den pries
ter een teeken gegeven had.een ar
me jongen van negentien jaar, in Parijs
gekomen om te Verdienen en die van een
steiger op het trottoir gevallen was.
Hij had eerst willen wachten tot Kerst
mis. Maar zal hij den nog leven over 8
dagen met z'n 4 gebroken ribben, die
hem zoo vreeselijk pijn doen en hem de
long openen eiken keer dat hij adem
haalt
Vooruit dan maar! Hij pakt al zijn
moed bijeen, vergeet een oogenblik zijn
buurman van links, z'n buurman van
rechts, de verpleegster die zich zal wre
ken, de kaartspelersvergetend alles
zich voorstellend nog te zijn in het
rustige kleine huisje op de heide, heeft hij
zijn arm uitgestrekt naar den priester.
Ik wilde graag biechten!.
Gelach van alle kantenoen lachen
dat de keelpatiënten doet hoesten en de
temperatuur doet stijgen hij de koortslij
ders Maar lachen zal men al zou het
zijn ten koste van het laatste stukje
long!.
Neen maar dat is toch te gek....! Be
staat dat nog, typen die biechten!....
Zeg eens, Bretanger, hen je baast
klaar
Zachtjes fluistert de priester aan zijn
penitent troostwoorden toe; hij luistert
naar zijn laatste wenschen, hij tracht
vooral van den stervende het gezicht te
besparen van zijn buren, dio/sinaasappel-
schillen naar hem toewerpen en half uit
gezogen eucalyptus-pastilles. Ze gooien
met wat zo hebben. En om niet meer ge
legenheid te geven tot heiligschennende
grappen buigt de priester zich over den
patiënt op 't oogenblik. der absolutie en
't is slechts achter den hoed dat hij de
hand opheft en 't kruisteeken maakt, dat
de kwijtschelding vergezelt.
Als alles voorhij is.... keert de pries
ter zich om.
Do zaal lacht nog, maar 't is gefor
ceerd lachen, dat medelijden wekt
Hij beschouwt ze.... die zaal....
Wat moet de Vrijmetselarij tevreden
zijn over haar werk!.... in een hospitaal
bij wilden zou men zich fatsoenlijker ge
dragen. Dal is nu wel het volk zooals de
loge bet maken wil
Mijnheer Pastoor, roept een borst-
lijder, ik wil biechten.... Ik heb oen
dikke zonde!
Ik ook!
En ik!....
Binnen weinige dagen denkt de Rector,
morgen misschien zullen er verscheiden
van hun sterven.... en gebracht worden
op de griezelige tafel van het amphithea
ter, waar men het oppermachtig Proleta
riaat in stukken snijdt!.... Morgen zul
len ze het Hiernamaals ingaange
bracht worden voor God's rechterstoel!...
En als zijn Goddelijke Meester bidt de
priester bij 't heengaan: „Vader vergeef
het hun, want ze weten niet wat ze
doen."
"ÏÏAAR'NÊD. 00ST-INDÜ~
met het s.s. „Slamat"
door Riek LameijerSwierstra.
Achttiende dag: Morgen is het honderd
jarig bestaan van de „Prins Hendrik
stichting te Egmond aan Zee", vertelt ons
de adjunct-administrateur. Ten behoeve
van die stichting, zal er vanavond een
vendu gehouden worden op 't promenade
dek eerst klasse, van voorwerpen, die dc
passagiers beschikbaar stellen.
Deze mededceling wordt met een flink
applaus begroet, en 's avonds precies om
acht uur, gaan de meeste passagiers
naar het promenadedek.
In 't midden aan een tafel zit do ad-
junct-adminislraletur. Voor hem ligt een
lijst, waarop hij aanleekent, wat en aan
wie er verkocht wordt en wat bet hoogste
bod is.
Achter hem staat de administrateur,
een groote mand vol pakjes naast zich,
een scheepsroeper in de hand. Hij schijnt
veel plezier fo hebben in do vertooning,
want hij lacht iedereen, dio binenkomt
vriendelijk toe. Aan weerskanten zijn rij
en banken geplaats vol kooplustigen en
nieuwsgierigen. Dan begint het spelletje
Men biedt voor een halve flesch cham
pagne eerst vijftien gulden en het loopt
op tot zeven en vijftig gulden. Wel vree
selijk veel voor een flesch champagne,
zegt men onder elkaar, maar enfin, het
is \toor een goed doel. Een haarnet
brengt zes gulden op.
Op een gegeven oogenblik houdt de ad
ministrateur een keurig pakje in do hand.
„Hier mogen do ongetrouwde heeren
alleen maar een bod op doen roept hij
Alleen voor vrijgezellen. Het is een prach
tig boek voor jonge mannen!"
Sommige heeren vertrouwen het zaakje
niet maar een begint vijf gulden le bie
den „Zeven", roept een ander. „Zeven en
een half nummer een weer.Acht, negen
tien, klinkt het nu achter elkaar.
„Tien guldc-n is er voor geboden"
roept de administrateur. Wie biedt er
meer als tien gulden?" Nu aarzelen ze
toch allemaal. „Niemand meer. Hot hoek
is voor mijnheer zegt hij, tot de heer
die tien gulden bood.
Deze .maakt met koortsachtige haas'
het papier los. Tal van nieuwsgierigen
rekken de halzen uit cm het boek te zien
In eens een schaterlach. „Pietje Bel, roept
men door elkaar, het is Pietje Bel"
Met een zuurzoet lachje kijkt dc vrij
gezel naar zijn hoek. Hij had zeker heel
wat anders verwacht. Zoo gaat het steeds
verder met de verkoop tot dat de mand
leeg is.
Het is al heel laat als de manschen
elkaar gaan. „Morgen zullen we liét
geld tellen zegt de administrateur.
Negentiende dag: Dc laatste dag en de
warmste dag in de Roode Zee, die spie.
gel glad is, en waarop de zon fel
stralen uitgiet.
In de hut is het benauwd, de windvan
ger in de patrijspoort vangt geen zuchtje
op; de ventilator snort met volle kracht
Het is raadzaam, nu maar in de dek-
stoel le liggen. In de gang is een kleine
oploop. Zoo juist heeft de administrateur
een briefje aan de wand geprikt, waarop
de uitslag van de telling staat. Elf honderd
guldesn is er hijeen gebracht voorwaar
een vorstelijke gift. Door middel van de
radio wordt het over gestuurd naar Hol
land.
Om half een zien we kleine rotseiland
jes uit zee opduiken, ruw, woest, verweerd
door de zee, geelbruin van kleur. Aan
.den top zijn de rotsen grauw grijs bij
zwart af. Daar heeft de nog niet op
in gewerkt. Alleen het laatste eiland is w-
ïotj fdo ua.io}.TnnA uoa pen]» .to 'pttoon
wit in de gloeiende zon.
Geen boom geen struik geen gras
sprietje groeit er op die eilanden. Er,
er twaalf in 't geheel en daarom noemt
men ze „de twaalf Apostelen".
s' Avonds kijken we allen uit naar
Insulinde, die ons voor bij moet sloomen,
Een hoera geroep gaat er op, als in
verte het zeekasteel geheel verlicht in
zicht komt. Het lijkt wel een tooversckip
in den donkeren avond. Ze varen vlak
langs ons heen, en van beide schepen
klinkt 'n oorverdoovend geschreeuw en ge
roep. Het is of een stukje Vaderland aan
ons voorbij trekt. Tegen elf uur zien.
de vuurtoren van Perin en later de licht
jes van de stad. Door straat Bab-el-Man-
deb stoom en we de Golf van Aden in,
waar het dadelijk al veel minder warm
is. Het is heerlijk weer, een koel windje
verfrischt ons.
Het comité profiteert van de koelte
vergadert in het rooksalon.
Na lang over en weer praten laten de
pi wou
silschen
inddag.
eden" 1
cei
rus, ee
boksw
den
ar toe
slist vc
liet
it? Ne
er Prii
igelijk
voorn
kwisl
>rd ten;
voorzi
rbaar
Hpotfen
n bel
grijpc
gronc
Als i
1, dat
ten one
orsteller
iblieke
rtverhel
[n ons
ke stie
meenten
zoudei
betale
presem
il), dai
zier va
Jen var
lisische
ulz, is
ds van
ligd
niema
in d
Toen
icheen
jkloozer
gelac
iet het
iel en?
en wil
daling-
Jam:
lag 1
BESCHRIJVING DER PLAAT.
No. 476. Zeer elegant avondtoilet. Twee
stoffen zijn benoodigd: grijs groene crêpe
eat in voor den onderrobe of fourreau en
zilverkant voor den tuniek. De eerste is
een gewone rechte robe met schouder-
bandjes en zonder mouwen. Van de tuniek
zijn rok en lijfje op een brcede ceintuur
hand, welke rondom gefronsd is, gezet. De
rok met veel ruimte van onderen, het
lijfje iets hlousend op de taille. De mou
wen hebben een verwijding op de polsen.
Ter garneering een vuurroode bloem op
rechter schouder en linker heup. Kousen
grijs-rose, schoenen zilverbrocaat met
groen.
No. 477. Chique wintermantel van don
ker rood velours de laine. Het ruime over
slaande voorpand is eenigszins omhoog
getrokken, zoodat een groote plooi ontstaat
Sluiting op een knoop (stof overtrokken)
met lus. De mouw wordt zeer laag ingezet,
beginnend met twee rijen fronsjes. De gar
neering beslaat uit bruine vos. Voor de
voering neme men een bijpassend rose of
roode voorzijde. Kousen rose, schoenen
zwart. De hoed hchbe de zelfde kleur, in
fluweel of panne, als mantel.
KRUISSTEEK-BRODERIE.
Het op bijgaand voorbeeld gegeven mo
tief voor kruissteken leent zich bij uitstek
voor toepassing op kleedingstukken. Ran
den immers komen in elke mode van pas,
hoe deze ook mogo veranderen hij elk
jaargetijde. En speciaal zijn geometrische
motieven, als het hier gegevene, meer ten
allen tijde bruikbaar dan bijvoorbeeld die
met min of meer natuurlijke bloemmotie
ven. Want, ach, zoo'n neutraal maar toch
geestig randje, siert zoo vlug op allerlei
wijzen een kleedingstuk. Kan men het niet
toepassen op kraagjes en manchetten, op
zakjes, als strook over de borst, langs on
derkant van blouse of rok of zelfs in pa-
neelen. op de hanen concr japon om nog
niet te spreken van ceintuurs en andere
heuphanden?
Zoo zien we dan ook óns motief zoo
aardig loegepast op het kinderjurkje,
waarvoor als stof grijze kasha kan dienen
Blouse en rokje zijn elk apart: het laatste
is rondom gepiisseerd, terw ijl de blouse ge
garneerd is met een lichtblauw kraagje en
manchetten. De broderie van kruissteken
wordt uitgevoerd in donkerder blauw.
De japon er naast is van crêpe maro-
cain in bois dc rose. Het rokgedeelte heeft
rondom een aantal stolpplooien: de blouse
is er door den taillenaad aan verbonden.
De broderie op het kraagje, de zakjes en
de manchetten, wordt uitgevoerd in goud
draad of een bijpassend Bordeaux-rood.
Vóór de uitvoering der kruissteken speldt
men borduurgaas op de voor broderie be
stemde plaats: men kan dan de steken
volgens de teekening aftellen. Na beëindi
ging trekt men de draden van het borduur
gaas één voor één voorzichtig uit.
PATRONEN NAAR MAAT
fl f.00 per stuk.
Kindermaten tot 12 jaar f! 0.75,
Papieren patronen op maat ge
maakt, kunnen onder toezcndiii;
van het bedrag (vergeet niet lie
nummer van het model op te geven)
besteld worden aan Paper Pattern
Service, Parkstraat 79, Den Haag!
De maten op te geven volgen!
onderstaande teekening.
liet v
zer en
egeld; i
lera kri.
bevend:
Ivan 1
ar 'n c
loorlijk
merl
ïeenkon
ÏÏc
likking
di
'r Duits
m angs
h op
bel loc;
naar i
WAT ZULLEN WIJ DRAGEN?
Natuurlijk houdt deze vraag ons al
eenigen tijd bezig nu we op den drempel
van een nieuw seizoen staan. Nieuwsgie
rig kijken onze oogen naar binnen, al
blijven onze voelen ook dralend staan, als
of ze niet den moed hebben den drempel
le overschrijden, daar ze meenen te zullen
verdwalen tusschen al het wonderlijke,
wat de Parijsche salons ons gebracht heb
ben.
Vandaag zullen wij eens een kijkje ne
men in de hoedensalons, die het seizoen
openen met keurige exposities der meest
fantastische hocdencolleclies.
Ja, do hoeden-exposities zijn tegenwoor
dig wel zeer interessant. Men ziet er ein-
delooze variaties van materiaal en model.
Zoo oppervlakkig beschouwd, is het moei
lijk te constateeron, welke modellen nu
wel populair zullen worden in het nieuwe
seizoen, doch dit staat vast, dat het mo-
del-met-den-lioögen-bol, overheorschend is.
Nu kan ik niet zeggen, dat dit model ieder
een flatteert. Neen, ik durf zelfs beweren,
dat het maar weinigen goed slaat. Een
klein gezichtje b.v. kan heelemaal geen
kolbak dragen en dit model triompheeft
wel hel meest. Het huzarenmuts-model is
óf van fluweel óf van vilt en beeft meest
tor garneering een eenvoudig lint met
strikje of een lint-coearde. Boven dit mo
del is de trotteurhoed te preferceren, die
om zijn naar-omlaag-geslagen-rand meer
aanhangsters zal vinden, daar dit steeds
een goed «ffeet aan het gelaat verleent.
Van sommige hoeden is ae rand heel vaag
golvend, soms geheel opgeslagen of gebo
gen. De hoed-hollen zijn zeer ruim gedra
peerd of in diepe plooien gelegd. Fluweel,
vilt velours, zijden vile en pluche worden
overwegend gebruikt. Do hoeden zijn veel
meer bewerkt dan in de afgcloopen sei-
zoens; zeer vreemde motieven en ingezette
banden in allerlei kleuren worden gebe
zigd. Zeer vernuftig is men in het uitden
ken van de meest aparte garneeringen, die
toch weer volstrekt niet overdadig te noe
men zijn, doch hun chique te danken heb
ben, aan het handig verwerken der mate
rialen. De klassieke en gedrapeerde baret
met soepelen bol komen in vele hoodcncol-
lecties voor. Dit model staat de meeste
vrouwen goed en is uiterst chique.
BEA.
WIE SLAAP HET MEEST. DE MAN
OF DE VROUW?
Deze vraag zag ik in een blad voor de
vrouw gesteld en zorgvuldig was het ant
woord uitgesponnen, gebaseerd op feiten
en ervaringen. „De man is de grootste
slaapkop", beweerde do schrijfster bot
weg. De vrouw mag dan 's morgens mis
schien wat meer moeite hebben met-uil-
de-vceren-komen dan den man, maar over
dag slaapt hij het meest!
In de tram of in den trein zijn het altijd
de mannen, die zitten knikkebollen en zelfs
zoo diep zijn ingeslapen, dat zij den wagen
vullen met hun unheimüch gesnurk. „Nu,
ja, een vrouw mag wel eens de oogen slui
ten, misschien eventjes indommelen", gaat
de schrijfster verder, „maar snurken in
het publiek zal haar nóóit overkomen
Haar intuïtie zegt haar, ook al dommelt
ze even in, dat ze niet thuis is, en ze zich
dus ook niet aan „huiselijke" vrijheden
magie buiten gaan. Maar de man. bah
die snurkt er maar op los.
Kijk nu eens in de kerk. Ja, zelfs in de
kerk, geachte dames! Zijn het niet altijd
de hoeren, die zitten te knikkebollen hij
het monotone geluid van de stam van den
geestelijke? Zwijgt die stem plotseling, dan
zijn het de- mannen, die verschrikt uit hun
slaapje wakker worden en met verbaasde
gezichten de omgeving monsteren!
En in de comedie, als er een drama op
gevoerd wordt, dan wordt er eerst recht
geslapen aoor.de mannen! Daar sluit
er één zijn oogen, ginds volgt er weer één
het slechte voorbeeld en weldra zitten er
heele volksstammen in diepe slaap ver
zonken.
En op do sociëteit dan? Daar gaan de
mannen heen om te slapen, 't Is er bijna
amusant van doodelijke vervelendheid!
Maar ga nu eens naar een vrouwenclub 1
Ik ben het roerend eens met de schrijf
ster van het vrouwenblad!
v Ga nu toch eens een kijkje nemen op de
vrouweneluh!
Welk een vroolijk gebabbel, welk een
geanimeerde stemming heerscht er! Geen
vrouw die aan slapen of soezen denkt. In
tegendeel, het is al levendigheid wat dog-
heerscht. De vrouw is meer „uitgeslapen
dan den man.
Dat is 'mijn conclusie.
ANGèLE,
Aar i
ïr! z
advoc
r is hi
8P?akc
Pr moi
aadcr
En
Wlom
dc
KOUSEN STOPPEN, DE GELIEFDE
BEZIGHEID VAN IEDERE VROUW! W
p zich
Welk een ironie schuilt er in dit W
schrift, te meer nog, als de eene vrou*
deze vraag tot de andere richt!
Nu zullen er onder de oudere dames
zijn, die het hoofd schudden, daar zij W
den dat een goede vrouw geen antipatW
mag hebben voor do schoone bezighé»
„kousenstoppen".
Nu, wij komen er rond voor uit. "We
den het een naargeestig werkje ea "je sam
er ons liefst zoo spoedig mogelijk van\f-'" 'kr Van
lost. Wij beleven nu eenmaal een lijd511
gejaagdheid van „opschieten" en daarc®
gaat onze genegenheid meer uit naar tveii*
jes die met weinig moeite en tijd goederf
sultaten opleveren! Ik zal u een makW
ke manier van stoppen verklappen:
een fijne naald breit men een triest-W
in de voet. Dit gaat véél vlugger dan W
eindelooze stoppen.
Of, wanneer men groote gaten, de
„aardappels" moet dicht maken, dan sWr
men eerst het lapje in en knipt daar» M,
het gat vierkant, waardoor er van
verstellen bijua niets te zien is.
WIJSNEUS.
telt c__,
is x
paal n
jarom
mij
1 in
'e bec
''t feit
le kd
»]iilti
wot, n
Kj het
andei
'Q hel
'ar va