1EI HI VI SCHENK!
Tweede Blad,
VERHACEN's WILKO DE VOORDEELIGE EXTRA-FIJNE BONSON!
Maandag II October 1926.
BINNENLAND
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
Verzet van Anti-Rev. zijde.
Twee en twintig leden der anti-rev. par
tij te Rotterdam hebben aan de Anti-revo
lutionaire leden der Staten-Generaal een
adres gezonden naar aanleiding van het
wetsontwerp tot goedkeuring van het Ne-
derlandsch-Belgisch Verdrag. Ze achten
aanneming van dit verdrag in zijn tegen-
woordigen vorm een ernstig nadeel voor
ons land, zoowel in politiek en economisch
opzicht, alsook uit een oogpunt van na
tionale eer on waardigheid en meenen dat
do offers voor Nederland in de Verdrags
bepalingen vervat een niet te onderschat
ten gevaar vormen voor de ontwikkeling
van een goedo verstandhouding tusschen
ons land en België en het verdrag derhal
ve juist in den weg zal staan aan datgene,
wat het volgens den min. van Buitenl. Za
ken beoogt te bevorderen.
De in hét tractaat vastgelegde regeling
van de Scheldevaart legt h.i. op verschil
lende punten aan ons verplichtingen op,
die in strijd zijn met wat krachtens histo
rie en billijkheid van ons kan worden ge
vorderd.
De verzwaring van Nederlands ver
plichting ten aanzien van do baggerwer-
ken op de Schelde; de instelling van een
niet-Nederlandsche bestuursorganisatie
over Nederlandsch gebied, met normen,
dio het oovergebied der Zeeuwsche wateren
niet voldoende beschermen; de onttrek
king aan onze politioneele en justitiecle
macht van schepen, die ons Scheldegebied
doorvaren; de regeling van de beloodsing
der Schelde; het niet buiten twijfel stel
len, dat Belgische oorlogsschepen zonder
onze toestemming ons Scheldegebied niet
mogen bevaren, een en ander levert ern
stig nadeelen op voor ons land, oiet alleen
van econonrischen, maar bovenal van po-
litieken aard.
Zij kunnen de vrees niet van zich afzet
ten, dat, wanneer in verre of nabije toe
komst de politieke omstandigheden aan
België opnieuw gunstig mochten toeschij
nen, België uit de bepalingen van het voor
gestelde verdrag argumenten zal kunnen
putten, om onze souvereine positie op do
Schelde nog meer uit te hollen, zoo niet
geheel te niet te doen.
Waren wellicht ten aanzien der Schelde-
ïegeling, ter wille van de ook door onder-
geteokenden begeerde goede nabuurschap
met België, concessies te doen, althans aan
de in de praktijk gebleken zuivere scheep
vaartbehoeften van Antwerpen, een on
overkomelijk economisch bezwaar schuilt
in het bij het verdrag toegezegde Antwer-
pen-Moerdijkkanaal. Dit brengt een direct
tastbare inbreuk op onze nationale wel
vaart. In deskundige handelskringen be
staat hieromtrent geen twijfel.
Het gaat om de positie, die de Voorzie
nigheid door natuur en historie aan ons
land, aan de nitmondingen van de groole
rivieren, heeft aangewezen, waardoor ons
land een havenland bij uitnemendheid is
geworden, dus om een bij uitstek nationaal
belang.
Onze export zal van de aanneming van
het verdrag een sterken terugslag onder
vinden en niet minder onze aloude bin
nenscheepvaart.
Het is ons recht en onze plicht op te
komen voor de bevoorrechte plaats, die
ons land op het havengebied bekleedt.
De adressanten vreezen zeer, dat ook
Anti-rev. leden der Staten-Generaal ge
neigd zijn aan den aandrang van .den Mi
nister tot aanneming van het tractaat ge
volg te geven en zij doen namens anti-revo
lutionairen uit alle volkskringen te Rot
terdam een dringend beroep op de anti-
rev. Kamerleden om mede te werken, dat
het verdrag in zijn tegenwoordigen vorm
niet wordt aangenomen.
FEUBLLETON.
Oorspronkelijk Detectieve-Roman
door WILLIAM HOLT.
24)
Dat meisje is in een buitenlandsch pensio
naat opgevoed, van haar bestaan heeft de
familie hier pas vernomen, nadat haar
ouders overleden waren. Toen kwam zij
onder voogdij van haar oom, want zij was
n°g niet meerderjarig. Maar het meisje
*asvan een zeer vreemde en wilde natuur,
zij haatte haar familie en tegen den tijd,
dat zij het pensionaat zou verlaten, vlucht
ig zij naar de familie van haar moeder.
aar is zjj echter achterhaald, want de
aro-^ moest zijn rechten als voogd na-
nk dcen gelden. Toen heeft men haar
°P een andere onderwijs-inrichting ge-
Paatst, wat ze scheen goed te vinden,
aar om haar vreemd gedrag deed de be-
siuun er daarvan liet verzoek haar terug
e nemen. Hij heeft het eerst de onderstel-
inS geuit, dat het arme kind niet over
^ormale. geestvermogens beschikte. Zij is
■amp m een particuliere zenuwinrichting
■Kop-geworden, doch heeft van daar
eten te ontvluchten. En een merk-
vr i^e 'jzon^erbeid is, dat zij bij haar
worrU i ondernemingcn steeds geholpen
den ,00r een knecht van haar overlo-
liil- er' een avonturier en zeer gevaar-
rpCj ®efc. meisje is intusschen kort
noftfT°n m.eerderiarig geworden en het is
•tol!"e^'e^en haar onder curateele te
en> wat natuurlijk alleen kon, nadat
„De Standaard" voor aanvaarding.
„De Stanaard" (A.R.) heeft in zes arti
kelen het Ned. Belgisch Verdrag bespro
ken. Een „toetsing" der ingebrachte be
zwaren besluit aldus:
„Wij gaan volstrekt niet zoover alle
bezwaren weg te cijferen. Met name ten
aanzien van het Moerdijkkanaal is do
vraag gewettigd, of men onzerzijds des
tijds niet onnoodig ver is gegaan, al is
hiervoor ook aangetoond, dat eeno te
zwarte schildering van de gevolgen over
de schreef gaat."
Wij meenen, aldus wordt in het slotar
tikel gezegd, dat het verdrag in het licht
van de belangen van ons land, kan wor
den aanvaard en zouden de verantwoor
delijkheid voor de verwerping niet willen
dragen.
De Kath. Kamerclub en „het" Verdrag.
Naar wordt vernomen, zijn do meeningen
onder de Katholieke Kamerleden aangaan
de het Nederlandsch-Belgisch Verdrag zeer
verdeeld. Zeer waarschijnlijk zal de Ka
merclub een geheele bijeenkomst wijden
aan de bespreking van het verdrag, het
welk vermoedelijk einde dezer maand in
de Tweede Kamer in behandeling komt.
VISSCH IR IJ-EXPLOITATIE IN INDIE.
Plannen van Nederlandsche reeders.
Een nieuw emplooi voor onze
haringvisschers.
De Nederlandsche Noordzeevisscherij, en
wel in het bijzonder de haringvissclierij,
verkeert reeds sedert een aantal jaren in
ongunsligen toestand.
Deze toestand noopt de reeders steeds
meer schepen uit de vaart te nemen. Er
zijn den laatsten tijd pogingen aange
wend een ander emplooi voor een groot
aantal Nederlandsche haringschepen te
vinden.
Wij vernemen thans, dat de directies van
eenigo grooto rederijmaatschappijen hier
te lande plannen hebben ontworpen om in
Nedoiiandsch Oost-Indië de visscherij-ex-
ploitatie ter hand te nemen.
De mogelijkheid van het vestigen op
groote schaal van een visscherij-bedrijf in
Nederlandsch-Indië is reeds eerder onder
de oogen gezien. De vischvangst in Ne
derlandsch-Indië werd vroeger en wordt
ook thans nog uitsluitend uitgeoefend
door de inlanders, die met hun majang-
prauwen nimmer verder dan 20 mijl uit de
kust kimnen komen, welke visscherij bo
vendien op primitieve wijze geschiedt.
In. 1907 besloot het Indische gouverne
ment een visscherij-onderzoekingsvaartuig
uit te zenden om op de Javazee te onder
zoeken of het loonend zou zijn de vissche
rij op groote schaal ter hand te nemen.
Tot December van hetzelfde jaar werd
toen nog gevischt met het ss. „Reiger". Op
gemerkt dient te worden, dat wat voor ons
land de haringvisscherij is, voor Neder-
landsch-Oost-Indië de lajang-visscherij
(lajang, een bastaard-makreel) beteekent.
Deze proefvisscherijen geschiedden on
der leiding van den heer K; de Waart, ver
bonden aan de aid. Vissoherijen van het
Dep. van Binnenlandsch Bestuur en Land
bouw te Buitenzorg. Zij waren van groot
belang omdat in Nederlandsch Oost-Indië
jaarlijks een buitengewoon groote hoeveel
heid visch ingevoerd wordt, vooral tijdens
den Westmoesson, wanneer de visscherij
der inlanders geheel stilstaat. Deze invoer
(uit Siam) bedroeg voor Java en Madoera
in de jaren 1909 tot 1916 377 millioen K.G.
of bijna 38 millioen K.G. per jaar. Sinds
dien is deze invoer in verband met de uit
breiding der bevolking zeker toegenomen.
De proeven werden in 1911 gestaakt zon
der dat de plannen voor de exploitatie der
visscherij op de Javazee verder werden
uitgevoerd.
Dezer dagen heeft dan ook op het mi
nisterie van Binnelandsche Zaken, afdce-
ling Visscherijen, te 's-Gravenhage een be
spreking plaats gevonden tusschen eenige
directeuren van reederijmaatschappijen,
den heer K. de Waart, den heer G. C.
Groen, secretaris van de door de regeering
ingestelde Visschorijcommissie als plaats
vervanger van het Hoofd van do afdeeling
Visscherijen en den heer J. C. Becker, ex-
meerdere phyichiaters haar krankzinnig
verklaard hebben".
„Maar wat heeft dit alles te maken met
de geschiedenis die ons bezighoudt", vroeg
Dora Burton.
„Een oogenblik nog, daaraan kom ik di
rect. Het krankzinnige meisje verbleef op
den Eikonhof, zij wist haar verpleegster te
ontkomen. En haar vlucht was voorbereid,
want de avonturier, die haar al zoo dik
wijls geholpen had, zwierf in den omtrek
van het kasteel. Hij is het geweest, die
Rosch in gesprek met het meisje aantrof,
die niet anders kon meenen, dan dat Rosch
haar bewaakte en haar vlucht verhinderen
zou en hij heeft hem neergeslagen".
„Van wien weet men dat?"
„Van het meisje zelf, want haar vlucht
is niet gelukt. Men was haar dadelijk gaan
zoeken en overviel de vluchtelinge en haar
gevaarlijken helper".
„De man, die den detective van achteren
aanviel?"
„Ja. Do kerel had een slim plan opgezet,
hij had een pas voor de krankzinnige bij
zich en een pas voor hem zelf. Die heeft hij
moeten achterlaten. En toen is op den
Eikenhof besloten, dat dit een prachtige
kans was om van Beekum wer weg te krij
gen. Het meisje, dat men naar een buitcn-
landsche inrichting wilde sturen, toonde
zich willig om met- van Beekum mee te
gaan. En men besloot dat zij dadelijk sa
men zouden wegreizen".
„Een vreemd verhaal", zeide Dora.
„Dat geef ik u gaarne toe, juffrouw Bur-
ton, maar de geschiedenis hoe vreemd die
klinke moge, is gelijk ik n gezegd hebt".
„Ts u daarvan werkelijk overtuigd?"
.c:
pert bij de Scheepvaartinspectie te Vlaar-
dingen.
Als resultaat van deze conferentie heb
ben de directies van bedoelde reederijen
zich met een schrijven tot het Gouverne
ment te Buitenzorg gewend, waarin o.a.
wordt medegedeeld, dat het in do bedoe
ling ligt eenige proefschepen uit te rusten
om de geheele Javazee te gaan verkennen.
Het ligt in de bedoeling als straks de
zaak is ingeleid er de Nederlandsche vis
scherij door bemiddeling van de regcering
en van de Reedersvereeniging voor de Ne-
derlandscho Haringvissch -ij in te betrek
ken.
NA DEN WATERSNOOD.
Ruim 4 millioen gulden geschonken.
Het totale bedrag van de bij de alge-
meene vereenigde commisie ter leeniging
van rampen door watersnood in Nederland
te Amsterdam ingekomen gelden bedraagt
thans na de 67ste verantwoording
f 4,019,970.76.
DE LIBERALEN EN MIN. LAMB00Y.
Minister Lambooy krijgt steun in uit
zicht. Het weekblad „Do Vrijheid" gespt
hem een riem onder het hart. Het erkent,
dat hij het zwaar zal hebben te verant
woorden bij de beraadslagingen om Hoofd
stuk VIII der Staatsbegroting, maar
de liberalen zullen hem een handje helpen,
opdat hij zich door alle moeilijkheden
heen kan vechten.
„Een tevoren beraamde aanval of be
strijding van den Minister van Oorlog
aldus vervolgt het blad heeft voor hen
niet de minister bekoring. Natuurlijk zul
len zij dienen te overwegen, wat hun in
's lands belang te doen staat; misschien
ook zullen zij een poging doen om recht
te zetten wat minister Lambooy in onbere
deneerde hervormingsdrift mocht hebben
krom getrokken. Maar niet gaarne zouden
zij dezen bewindsman laten vallen; veel
liever zullen zij hem overtuigen dan over
rompelen. Zij zien trouwens, ondanks cri-
tiek op onderdeelen van zijn beleid, niet
de minste reden om hem vijandig tege
moet te treden."
De Bezuinigingscommissie.
Voorstellen der R. K. Werk-
geversvereeniging.
De A. R. R. K. W. V. heeft aan de com
missie-van IJsselstein mededeeling gedaan
van de zienswijze der organisatie nopens
bezuinigingsmogelijkheden op het terrein
der arbeidersverzekering.
Met verwijzing naar het standpunt, dat
het hoofdbestuur in Juli 1923 in deze ma
terie heeft ingenomen, heeft de algemeene
secretaris Dr. Kortenhorst, naar „De R. K.
Werkgever" meldt, gelegenheid gehad een
aantal punten te noemen, waardoor be
langrijke besparingen kunne worden ver
kregen.
1. het lichten van de ziekteverzekering
uit het organisatorisch complex der sociale
verzekering;
2. het behandelen van kleine ongevallen
als ziektegevallen;
3. het omvormen van de Raden van Ar
beid nadat hun aantal sterk is inge
krompen tot administratieve onderdee
len van de Rijksverzekeringsbank;
4. het reorganiseeren van de R. V. B. tot
een niet-ambtelijk instituut;
5. uitbreiding van de risico-overdracht
met daaraaan gepaard gaande verruiming
van de bevoegdheden der particuliere ver
zekeringslichamen.
Over deze en andere onderwerpen heeft
■'n levendige gedachtenwisseling plaats ge
had.
Na deze conferentie is van de zijde van
de Bezuinigingscommissie nog schriftelijk
een nader advies gevraagd over een twee
tal onderdeelen, waaromtrent de be-
stuur8-instanties der A, R. K. W. Y. op de
hoogte zijn gebracht.
Plechtige opening van het Koloniaal
Instituut te Amsterdam.
Zaterdagmiddag is het Kolonial Instituut
aan de Mnuritskade te Amsterdam offi
cieel geopend. Hare Majesteit de Konin-
„Gelooft u dan werkelijk alle leugens,
die de baron u wijs maken wil".
„Ik heb den man van wien sprake is,
zelf ontmoet?"
„De man, die den detective neersloeg?"
„Ja en die het meisje wilde helpen ont
vluchten. Men heeft hem gevangen geno
men en een overeenkomst met hem geslo
ten. Hij begreep heel goed, dat men hem
thans in de macht had en hij voelde er
niets voor ora aan de polite te worden uit
geleverd. Dus was hij te bewegen tot de
belofte, dat hij voortaan de krankzinnige
met rust zou laten en op die voorwaarde
is hem do vrijheid hergeven".
„En keurt u die transactie goed?"
Do advocaat aarzelde even.
„Als ik to beslissen had, zou ik niet al
dus gehandeld hebben", zei hij toen, „maar
dat was niet het geval. Men heeft mij al
leen dit alles verteld, omdat ik evenals u
diep wantrouwen begon te koesteren. En
men heeft mij in ieder geval dit bewezen:
dat men aan den aanslag op Rosch op het
kasteel niet schuldig is. Wol heeft men van
die ellendige geschiedenis gebruik ge
maakt om mijnheer van Beekum weer weg
te krijgen. Ik wil u dit wel zeggen, dat ik
het tevoren heb afgeraden. Yan Beekum
kwam hier v.eer terug met de goede inten
tie zichzelf vrijwillig aan te geven. Hii is
niet de moordenaar van uw .oom, hij wilde
zich zelf van die beschuldiging vrij plei
ten. Maar andere invloeden hebben hem
daarvan tot mijn spijt terug gehouden".
„Dus u meent ook, dat van Beekum aan
die misdaad althans onschuldig is?"
„Ja".
„En dat hij door zijn wegblijven den
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Dinsdag 12 October.
D a v e n I r y 1C00 M.
12.Politieberichten.
5.6.Vooravondconcert door het H.
D.O.-orkest.
6.6.30 Lezing over Angorakonijnen.
0.307.H.D.O.-orkest.
7.30 Engelsche les (vervolgcursus).
7.308.Engelsche conversatieles.
8.10 Politieber.
8.15 R.-K. Radio-Omroep. (Persber. om
pl.m. 10.—). Het K.R.O.-kwartet. Mej. Mia
Tibbe, piano, Mej. Louise Wijngaarden,
alt-viool. Hr. Henri Tibbe, viool. Jau
Wagemaker, cello. Mej. Marie Moeton,
alt. Spreker: de heer J. G. Grundmeyer Ie
Zeist. 1. Pianoquartet A. gr. op. 30,
Chausson. (kwartet). 2. Lezing door den
heer J. H. Grundmeyer, over: De sociale
beteekenis van de instellingen der Katho
lieke Arbeidsbeweging. 3. Arioso, Handel
(zang). 4. Siciliano, Locatelli. b. Rondo,
Boccherini. c. Elegie, Faura (cello). 5a.
O, wage nicht mit mir zu scherzen, Wolf.
b. Gesang Wayla's, Wolf. c. Der Freund,
Wolf. (Zang). 6a. Un poco triste, Luk. b.
Burleske, Luk. (altviool). 7. Oud-Holland-
sche liederen, bew. van W. Pyper. a. Her
dersknaap. b. Daar staat een klooster te
Ooslenrije. c. Die mey playsant willen wi
planten (zang).
Hilversum 1050 M.
11-201.20 Concert door de Londen
radio-dansband en solisten (tenor-fluit-
rumorist).
1.202.20 Orgelconcert van de St.-Law-
rcnce Jewry.
3.20 Lezing: Elementary music and mu
sical appreciation.
4.20 Tijdsein, causerie.
4.35 Muziek van het Marble Arch Pa
vilion.
5.35 Kinderuurtja
6.20 Dansmuziek door de London radio-
dansband.
7.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws.
7.30 Fransche lezing: Lettres de mon
moulin.
7.48 Muziek.
8.Lezing: The national council of wo
men.
8.20 Propramma, opgesteld door een
„Man in the Street". Bij wijze van proef
stelt de B.B.G. outsiders in de gelegen
heid volgens hun opvatting een program
ma samen te stellen.
9.50 Lezing: Music and the ordinary
listener.
10.50 Sonate op. 53 van Beethoven. M.
Cole, piano.
10.20 Tijdsein, weerber., nieuws.
10.35 Liederen van R. Vaughan Wil
liams door C. Smit.
10.5012.20 Dansmuziek van hotel Co-
cil.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Concert door het orkest Ra
dio-Paris.
5.055.55 Concert Mme. Joly, viool. L.
Radisso, cello. M. Camot-piano.
gin, Z. H. H. Prins Hendrik en Prinses Ju
liana waren daarvoor naar de hoofdstad
gekomen.
Jhr. mr. dr. A. Roëll, voorzitter van den
Raad van Beheer van het Koloniaal Insti
tuut, hiold een welkomst-rede.
Hot woord was vervolgens aan Z.Exc.
den Minister van Koloniën, den heer Ko
ningsberger.
De minister verheugde zich het woord te
voeren in een aangelegenheid, waarin de
belangen van alle deelen van het Neder
landsch gebied evenwijdig loopen.
Indië stond vroeger is kwaad gerucht.
Men waarschuwde niet naar die streken
to gaan. Het heeft vele jaren van harden
arbeid en moeizaam streven gekost, voor
dat de balans ten gunste van Indic in be
weging kwam. Men weet thans toch in wij
den kring, dat de natuur daarginds, terug
gedrongen als zij wordt binnen steeds en
ger bolwerken, veel van haar vroegere
verschrikkingen heeft verloren. Men is
der medische wetenschap dankbaar voor
de grooto uitkomsten, waartoe haar onder
zoek heeft geleid en voor de heilzame aan
wijzingen, die zij op grond daarvan den
8.5010.30 Concert en zang.
K n i g s w ii s t c r h a u s o n. IGLO *.1.
7.20 „Adrienno", oprotte in 3 acten v
W. Goetze. Speelt in 1726-'27.
Brussel 4S7 M. cn Antwerpen ?G."i \L
5.206.20 Orkestconcert.
8.20 Concert. Mme. Decort, zang.
8.509.Lezing: Le Siègc et la Cbule
d'Anvcrs.
9.1010.20 Concert door orkest.
M n s t c r 410 M.
12.501.50 Volksconcert door het Bect-
hovenkwartet.
3.204.20 Declamaties.
4.505.50 Declamaties, duetten.
6.—6.20, 6.40—7.20, 7.20—7.50 Lozin
gen.
7.50 Symphonieconcert. Orkest en D.
Fuchs-Maasz, viool.
9.40 Nieuwsber.
Peilinrichfing aan de kust.
De w e r k w ij z e.
Eenigen tijd geleden werden ten be
hoove van de scheepvaart te IJmuiden en
Maassluis peil-inrichtingoh gevestigd, aan
welk tweetal thans nog bij wijze van proef
eene peilinrichting le Helder is toege
voegd. De opjroepletteds zijn PGWO on do
peilgolflengte bedraagt 800 meter.
Schepen, die peilingen wonschen, moe
ten op dezelfde wijze handelen als aange
geven voor de proef-peilinrichtingen vau
Maassluis (PCMS) en IJmuiden (PCYM).
Het station Helder kan ook in combina
tie met de twee andere stations gebracht
worden.
De procedure voor de dr.'c stations is
aldus;
Schepen, die peilingen wenschcn, roe
pen met een golflengte van 600 M. het
D. T. station Schcveningen Haven op, ge
volgd door QTE?, gevolgd door do roep
letters van één of meer stations waar
door men gepeild wenscht to worden. Hot
station Scheveningen Haven zal dit sein
beantwoorden met QTE 800 gevolgd door
het wachtteeken. Zoodra de gevraagde
poilstations gereed zijn, seint Schevenin
gen Haven: K. Hierop seint het schip ge
durende één minuut CT PCH do eigen
namsein (aanhoudend). Er moet lang
zaam en met aangehouden strepen ge
seind worden.
Het resultaat wordt door hot station
Scheveningen Haven geseind met een
golflengte van 600 M. door na QTE en het
naamsein van het betreffend population
een groep van drie cijfers te seinen (000
is Noord en 270 is West) aangevende de
rechtwijzende peiling uit het station. Do
tijd, waarop de peiling genomen is, wordt
tevens vermeld. Voorloopig wordt voor
deze peilingen niets berekend.
Gezagvoerders wordt verzocht omtrent
resultaat der peilingen te rapportecren
aan den Marinestaf.
Verantwoordelijkheid voor do juistheid
der peilingen wordt niet aanvaard
bewoner der tropen vermag to geven.'Dc
volkeren onzer ovorzcescho gebieden zijn
niet langer een gesloten boek voor ons.
Maar dit. alles is voor Indic niet. ge
noeg. Wat het Oosten cn het Westen bei
de behoeven, is verdere beatudecring der
hulpbronnen, dio zij op het gebied van
geest en van slof rijkelijk kunnen doen
vloeien; stelselmatige vastlogging van hot-
goon zij het moederland bobben aan. (e
bieden; bekendstolling der uitkomsten jn
vormen, die voor ieder toegankelijk ziin.
Hier ligt do grooto betceknis van het Ko
loniaal Instituut voor onzo ovcrzcescb" ge
westen, dat hot deze drieledige taak op
zich heeft genomen, een taak, met welker
uitvoering het reeds een gelukkig begin
heeft gemaakt.
Gevolg gevende aan do uitnoodiging
sprak daarop Haro Majesteit de Konin
gin nis volgt:
Gaarne voldoe ik aan hot verzoek, om
<lit indrukwekkende gebouw in te wijden,
ook omdat ik er prijs op stel mij op dit
gedenkwaardig oogenblik te kunnen aan
sluiten bij <lo hulde, dio terecht gebracht
is aan allen, die aan do totstandkoming
INGEZONDEN MEDEDEELING
IMMERS 17 STUKS IN ÉÉN ONS EN TOCH HET VOLU
2 X ZOO GROOT ALS VAN EEN ZAKJE ANDERE BONBONS.
schijn op zich laadt, dat hij er wel van
weet?"
„Dat is het vanzelfsprekend gevolg".
„Terwijl zijn vriend de baron hem dit
aanraadt?"
„Ik heb, meen ik, den baron niet ge
noemd".
„Neen, maar hij is het die van Beekum
bewogen heeft, weer heen te gaan', die hem
do i lucht gemakkelijk maakte. Hij speelt
in deze geschiedenis een zeer vreemde
rol".
„Maar daar gaat het thans niet over. Ik
begrijp nu, mijnheer Roger, waarom u
meenen kunt, dat dc familie op den Eiken-
hof zich tegenover mijnheer Rosch niets
te verwijten zou hebben. En ik ben u dank
schuldig, omdat u op mim verzoek zoo
spoedig daarheen gegaan zijt om voor on
zen detective te doen wat u kon. Maar
mak ik u een raad gevenV'
„Een raad geven?" vroeg dc advocaat
ietwat verwonderd.
„Ja. Maak u los van die menschcn op
den Eikenhof, uw taak kan het niet zijn
misdadigers helpen".
..Maar iuttre uw, ik.
„Ja, ik weet wel wat u zeggen will,
mijnheer Roger. TT is oen man van ervn-
rivj. ii meent in die dingen en uw eigen,
oordeel te kunnen vertrouwen. En misschien
glimlacht u om miin onnoozelhci 1. Maar
heusch al ben ik slechts een onervaren
mo:,.j'e, ik voel bij intuïtie, dat het voor
een eerlijk man noodig is voorzichtig te
zijn met die lieden op don Eikcnhof''.
Alhur Roger antwoordde ernstig:
„Tk lach vols!rekt niet cm dien goeden
raad. Ik verheug me cr over, dat als u in
hen schurken ziet, u toch mij niet met hen
gelijk stelt. Als ik alles vooruit geween
had zou ik niet op me genomen hebben
\an Beekum te helpen".
„O", antwoordde zij levendig, heb
do overtuiging, dat van Beekum in dit ge
val meer slachtoffer is dan medeplichtige.
En als u het. zoo zoudt gaan beschouwen,
zoudt u misschien heel nuttig werk kun
nen doen en zouden wij bondgenotoon kun
nen zijn".
Bondgenoot zijn met Dora Barton. Dat
was het immers juist wat Alhur Roger ver
langde. Het verheugde hem /.oo, dat zij
hem anders zag, daji die andoren, dat rij
cr blijkbaar prijs op stelde dat zij goedo
vrienden zouden worden. En welbe
schouwd, waarom zouden ze dat niet zijn.
Hij mocht cn kon natuurlijk niet met haar
medewprken als dat gaan moest ten koste
van den vader van Frans van Beekum,
dien hii hulp beloofd had. Maar als nu
werkelijk van Beekum eens meer slacht
offer was, als baron Wijdeveld een min
der nobele rol in deze geschiedenis speel
de. Aan hem had hij zich niet gebonden.
Waarom zou hij dan niet hem eer als te
genstander gaan beschouwen? Was de ba
rm wferkdijk een misdadiger? De advo
caat had zichzelf daarvan niet overtuigd,
maar mocht hij geen groole waarde hech
ten aan de intuïtie van dit buitengevono
moisjc? Zij scheen meer dan hij te we
ten, van iets dat pleitte ten ongunste van
de' bewoners van den Eikenhof. Zij l d bo
vendien R.isr-h gesproken cn dc adv eaafc
veronderstelde wel, dat Dora Burton haar
waarschuwing grondde op bepaalde ver
moedens.
(Wordt vervolgd).