1EI HI VI SCHENK! Tweede Blad, VERHACEN's WILKO DE VOORDEELIGE EXTRA-FIJNE BONSON! Maandag II October 1926. BINNENLAND HET NEDERLANDSCH-BELGISCH VERDRAG. Verzet van Anti-Rev. zijde. Twee en twintig leden der anti-rev. par tij te Rotterdam hebben aan de Anti-revo lutionaire leden der Staten-Generaal een adres gezonden naar aanleiding van het wetsontwerp tot goedkeuring van het Ne- derlandsch-Belgisch Verdrag. Ze achten aanneming van dit verdrag in zijn tegen- woordigen vorm een ernstig nadeel voor ons land, zoowel in politiek en economisch opzicht, alsook uit een oogpunt van na tionale eer on waardigheid en meenen dat do offers voor Nederland in de Verdrags bepalingen vervat een niet te onderschat ten gevaar vormen voor de ontwikkeling van een goedo verstandhouding tusschen ons land en België en het verdrag derhal ve juist in den weg zal staan aan datgene, wat het volgens den min. van Buitenl. Za ken beoogt te bevorderen. De in hét tractaat vastgelegde regeling van de Scheldevaart legt h.i. op verschil lende punten aan ons verplichtingen op, die in strijd zijn met wat krachtens histo rie en billijkheid van ons kan worden ge vorderd. De verzwaring van Nederlands ver plichting ten aanzien van do baggerwer- ken op de Schelde; de instelling van een niet-Nederlandsche bestuursorganisatie over Nederlandsch gebied, met normen, dio het oovergebied der Zeeuwsche wateren niet voldoende beschermen; de onttrek king aan onze politioneele en justitiecle macht van schepen, die ons Scheldegebied doorvaren; de regeling van de beloodsing der Schelde; het niet buiten twijfel stel len, dat Belgische oorlogsschepen zonder onze toestemming ons Scheldegebied niet mogen bevaren, een en ander levert ern stig nadeelen op voor ons land, oiet alleen van econonrischen, maar bovenal van po- litieken aard. Zij kunnen de vrees niet van zich afzet ten, dat, wanneer in verre of nabije toe komst de politieke omstandigheden aan België opnieuw gunstig mochten toeschij nen, België uit de bepalingen van het voor gestelde verdrag argumenten zal kunnen putten, om onze souvereine positie op do Schelde nog meer uit te hollen, zoo niet geheel te niet te doen. Waren wellicht ten aanzien der Schelde- ïegeling, ter wille van de ook door onder- geteokenden begeerde goede nabuurschap met België, concessies te doen, althans aan de in de praktijk gebleken zuivere scheep vaartbehoeften van Antwerpen, een on overkomelijk economisch bezwaar schuilt in het bij het verdrag toegezegde Antwer- pen-Moerdijkkanaal. Dit brengt een direct tastbare inbreuk op onze nationale wel vaart. In deskundige handelskringen be staat hieromtrent geen twijfel. Het gaat om de positie, die de Voorzie nigheid door natuur en historie aan ons land, aan de nitmondingen van de groole rivieren, heeft aangewezen, waardoor ons land een havenland bij uitnemendheid is geworden, dus om een bij uitstek nationaal belang. Onze export zal van de aanneming van het verdrag een sterken terugslag onder vinden en niet minder onze aloude bin nenscheepvaart. Het is ons recht en onze plicht op te komen voor de bevoorrechte plaats, die ons land op het havengebied bekleedt. De adressanten vreezen zeer, dat ook Anti-rev. leden der Staten-Generaal ge neigd zijn aan den aandrang van .den Mi nister tot aanneming van het tractaat ge volg te geven en zij doen namens anti-revo lutionairen uit alle volkskringen te Rot terdam een dringend beroep op de anti- rev. Kamerleden om mede te werken, dat het verdrag in zijn tegenwoordigen vorm niet wordt aangenomen. FEUBLLETON. Oorspronkelijk Detectieve-Roman door WILLIAM HOLT. 24) Dat meisje is in een buitenlandsch pensio naat opgevoed, van haar bestaan heeft de familie hier pas vernomen, nadat haar ouders overleden waren. Toen kwam zij onder voogdij van haar oom, want zij was n°g niet meerderjarig. Maar het meisje *asvan een zeer vreemde en wilde natuur, zij haatte haar familie en tegen den tijd, dat zij het pensionaat zou verlaten, vlucht ig zij naar de familie van haar moeder. aar is zjj echter achterhaald, want de aro-^ moest zijn rechten als voogd na- nk dcen gelden. Toen heeft men haar °P een andere onderwijs-inrichting ge- Paatst, wat ze scheen goed te vinden, aar om haar vreemd gedrag deed de be- siuun er daarvan liet verzoek haar terug e nemen. Hij heeft het eerst de onderstel- inS geuit, dat het arme kind niet over ^ormale. geestvermogens beschikte. Zij is ■amp m een particuliere zenuwinrichting ■Kop-geworden, doch heeft van daar eten te ontvluchten. En een merk- vr i^e 'jzon^erbeid is, dat zij bij haar worrU i ondernemingcn steeds geholpen den ,00r een knecht van haar overlo- liil- er' een avonturier en zeer gevaar- rpCj ®efc. meisje is intusschen kort noftfT°n m.eerderiarig geworden en het is •tol!"e^'e^en haar onder curateele te en> wat natuurlijk alleen kon, nadat „De Standaard" voor aanvaarding. „De Stanaard" (A.R.) heeft in zes arti kelen het Ned. Belgisch Verdrag bespro ken. Een „toetsing" der ingebrachte be zwaren besluit aldus: „Wij gaan volstrekt niet zoover alle bezwaren weg te cijferen. Met name ten aanzien van het Moerdijkkanaal is do vraag gewettigd, of men onzerzijds des tijds niet onnoodig ver is gegaan, al is hiervoor ook aangetoond, dat eeno te zwarte schildering van de gevolgen over de schreef gaat." Wij meenen, aldus wordt in het slotar tikel gezegd, dat het verdrag in het licht van de belangen van ons land, kan wor den aanvaard en zouden de verantwoor delijkheid voor de verwerping niet willen dragen. De Kath. Kamerclub en „het" Verdrag. Naar wordt vernomen, zijn do meeningen onder de Katholieke Kamerleden aangaan de het Nederlandsch-Belgisch Verdrag zeer verdeeld. Zeer waarschijnlijk zal de Ka merclub een geheele bijeenkomst wijden aan de bespreking van het verdrag, het welk vermoedelijk einde dezer maand in de Tweede Kamer in behandeling komt. VISSCH IR IJ-EXPLOITATIE IN INDIE. Plannen van Nederlandsche reeders. Een nieuw emplooi voor onze haringvisschers. De Nederlandsche Noordzeevisscherij, en wel in het bijzonder de haringvissclierij, verkeert reeds sedert een aantal jaren in ongunsligen toestand. Deze toestand noopt de reeders steeds meer schepen uit de vaart te nemen. Er zijn den laatsten tijd pogingen aange wend een ander emplooi voor een groot aantal Nederlandsche haringschepen te vinden. Wij vernemen thans, dat de directies van eenigo grooto rederijmaatschappijen hier te lande plannen hebben ontworpen om in Nedoiiandsch Oost-Indië de visscherij-ex- ploitatie ter hand te nemen. De mogelijkheid van het vestigen op groote schaal van een visscherij-bedrijf in Nederlandsch-Indië is reeds eerder onder de oogen gezien. De vischvangst in Ne derlandsch-Indië werd vroeger en wordt ook thans nog uitsluitend uitgeoefend door de inlanders, die met hun majang- prauwen nimmer verder dan 20 mijl uit de kust kimnen komen, welke visscherij bo vendien op primitieve wijze geschiedt. In. 1907 besloot het Indische gouverne ment een visscherij-onderzoekingsvaartuig uit te zenden om op de Javazee te onder zoeken of het loonend zou zijn de vissche rij op groote schaal ter hand te nemen. Tot December van hetzelfde jaar werd toen nog gevischt met het ss. „Reiger". Op gemerkt dient te worden, dat wat voor ons land de haringvisscherij is, voor Neder- landsch-Oost-Indië de lajang-visscherij (lajang, een bastaard-makreel) beteekent. Deze proefvisscherijen geschiedden on der leiding van den heer K; de Waart, ver bonden aan de aid. Vissoherijen van het Dep. van Binnenlandsch Bestuur en Land bouw te Buitenzorg. Zij waren van groot belang omdat in Nederlandsch Oost-Indië jaarlijks een buitengewoon groote hoeveel heid visch ingevoerd wordt, vooral tijdens den Westmoesson, wanneer de visscherij der inlanders geheel stilstaat. Deze invoer (uit Siam) bedroeg voor Java en Madoera in de jaren 1909 tot 1916 377 millioen K.G. of bijna 38 millioen K.G. per jaar. Sinds dien is deze invoer in verband met de uit breiding der bevolking zeker toegenomen. De proeven werden in 1911 gestaakt zon der dat de plannen voor de exploitatie der visscherij op de Javazee verder werden uitgevoerd. Dezer dagen heeft dan ook op het mi nisterie van Binnelandsche Zaken, afdce- ling Visscherijen, te 's-Gravenhage een be spreking plaats gevonden tusschen eenige directeuren van reederijmaatschappijen, den heer K. de Waart, den heer G. C. Groen, secretaris van de door de regeering ingestelde Visschorijcommissie als plaats vervanger van het Hoofd van do afdeeling Visscherijen en den heer J. C. Becker, ex- meerdere phyichiaters haar krankzinnig verklaard hebben". „Maar wat heeft dit alles te maken met de geschiedenis die ons bezighoudt", vroeg Dora Burton. „Een oogenblik nog, daaraan kom ik di rect. Het krankzinnige meisje verbleef op den Eikonhof, zij wist haar verpleegster te ontkomen. En haar vlucht was voorbereid, want de avonturier, die haar al zoo dik wijls geholpen had, zwierf in den omtrek van het kasteel. Hij is het geweest, die Rosch in gesprek met het meisje aantrof, die niet anders kon meenen, dan dat Rosch haar bewaakte en haar vlucht verhinderen zou en hij heeft hem neergeslagen". „Van wien weet men dat?" „Van het meisje zelf, want haar vlucht is niet gelukt. Men was haar dadelijk gaan zoeken en overviel de vluchtelinge en haar gevaarlijken helper". „De man, die den detective van achteren aanviel?" „Ja. Do kerel had een slim plan opgezet, hij had een pas voor de krankzinnige bij zich en een pas voor hem zelf. Die heeft hij moeten achterlaten. En toen is op den Eikenhof besloten, dat dit een prachtige kans was om van Beekum wer weg te krij gen. Het meisje, dat men naar een buitcn- landsche inrichting wilde sturen, toonde zich willig om met- van Beekum mee te gaan. En men besloot dat zij dadelijk sa men zouden wegreizen". „Een vreemd verhaal", zeide Dora. „Dat geef ik u gaarne toe, juffrouw Bur- ton, maar de geschiedenis hoe vreemd die klinke moge, is gelijk ik n gezegd hebt". „Ts u daarvan werkelijk overtuigd?" .c: pert bij de Scheepvaartinspectie te Vlaar- dingen. Als resultaat van deze conferentie heb ben de directies van bedoelde reederijen zich met een schrijven tot het Gouverne ment te Buitenzorg gewend, waarin o.a. wordt medegedeeld, dat het in do bedoe ling ligt eenige proefschepen uit te rusten om de geheele Javazee te gaan verkennen. Het ligt in de bedoeling als straks de zaak is ingeleid er de Nederlandsche vis scherij door bemiddeling van de regcering en van de Reedersvereeniging voor de Ne- derlandscho Haringvissch -ij in te betrek ken. NA DEN WATERSNOOD. Ruim 4 millioen gulden geschonken. Het totale bedrag van de bij de alge- meene vereenigde commisie ter leeniging van rampen door watersnood in Nederland te Amsterdam ingekomen gelden bedraagt thans na de 67ste verantwoording f 4,019,970.76. DE LIBERALEN EN MIN. LAMB00Y. Minister Lambooy krijgt steun in uit zicht. Het weekblad „Do Vrijheid" gespt hem een riem onder het hart. Het erkent, dat hij het zwaar zal hebben te verant woorden bij de beraadslagingen om Hoofd stuk VIII der Staatsbegroting, maar de liberalen zullen hem een handje helpen, opdat hij zich door alle moeilijkheden heen kan vechten. „Een tevoren beraamde aanval of be strijding van den Minister van Oorlog aldus vervolgt het blad heeft voor hen niet de minister bekoring. Natuurlijk zul len zij dienen te overwegen, wat hun in 's lands belang te doen staat; misschien ook zullen zij een poging doen om recht te zetten wat minister Lambooy in onbere deneerde hervormingsdrift mocht hebben krom getrokken. Maar niet gaarne zouden zij dezen bewindsman laten vallen; veel liever zullen zij hem overtuigen dan over rompelen. Zij zien trouwens, ondanks cri- tiek op onderdeelen van zijn beleid, niet de minste reden om hem vijandig tege moet te treden." De Bezuinigingscommissie. Voorstellen der R. K. Werk- geversvereeniging. De A. R. R. K. W. V. heeft aan de com missie-van IJsselstein mededeeling gedaan van de zienswijze der organisatie nopens bezuinigingsmogelijkheden op het terrein der arbeidersverzekering. Met verwijzing naar het standpunt, dat het hoofdbestuur in Juli 1923 in deze ma terie heeft ingenomen, heeft de algemeene secretaris Dr. Kortenhorst, naar „De R. K. Werkgever" meldt, gelegenheid gehad een aantal punten te noemen, waardoor be langrijke besparingen kunne worden ver kregen. 1. het lichten van de ziekteverzekering uit het organisatorisch complex der sociale verzekering; 2. het behandelen van kleine ongevallen als ziektegevallen; 3. het omvormen van de Raden van Ar beid nadat hun aantal sterk is inge krompen tot administratieve onderdee len van de Rijksverzekeringsbank; 4. het reorganiseeren van de R. V. B. tot een niet-ambtelijk instituut; 5. uitbreiding van de risico-overdracht met daaraaan gepaard gaande verruiming van de bevoegdheden der particuliere ver zekeringslichamen. Over deze en andere onderwerpen heeft ■'n levendige gedachtenwisseling plaats ge had. Na deze conferentie is van de zijde van de Bezuinigingscommissie nog schriftelijk een nader advies gevraagd over een twee tal onderdeelen, waaromtrent de be- stuur8-instanties der A, R. K. W. Y. op de hoogte zijn gebracht. Plechtige opening van het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Zaterdagmiddag is het Kolonial Instituut aan de Mnuritskade te Amsterdam offi cieel geopend. Hare Majesteit de Konin- „Gelooft u dan werkelijk alle leugens, die de baron u wijs maken wil". „Ik heb den man van wien sprake is, zelf ontmoet?" „De man, die den detective neersloeg?" „Ja en die het meisje wilde helpen ont vluchten. Men heeft hem gevangen geno men en een overeenkomst met hem geslo ten. Hij begreep heel goed, dat men hem thans in de macht had en hij voelde er niets voor ora aan de polite te worden uit geleverd. Dus was hij te bewegen tot de belofte, dat hij voortaan de krankzinnige met rust zou laten en op die voorwaarde is hem do vrijheid hergeven". „En keurt u die transactie goed?" Do advocaat aarzelde even. „Als ik to beslissen had, zou ik niet al dus gehandeld hebben", zei hij toen, „maar dat was niet het geval. Men heeft mij al leen dit alles verteld, omdat ik evenals u diep wantrouwen begon te koesteren. En men heeft mij in ieder geval dit bewezen: dat men aan den aanslag op Rosch op het kasteel niet schuldig is. Wol heeft men van die ellendige geschiedenis gebruik ge maakt om mijnheer van Beekum weer weg te krijgen. Ik wil u dit wel zeggen, dat ik het tevoren heb afgeraden. Yan Beekum kwam hier v.eer terug met de goede inten tie zichzelf vrijwillig aan te geven. Hii is niet de moordenaar van uw .oom, hij wilde zich zelf van die beschuldiging vrij plei ten. Maar andere invloeden hebben hem daarvan tot mijn spijt terug gehouden". „Dus u meent ook, dat van Beekum aan die misdaad althans onschuldig is?" „Ja". „En dat hij door zijn wegblijven den UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Dinsdag 12 October. D a v e n I r y 1C00 M. 12.Politieberichten. 5.6.Vooravondconcert door het H. D.O.-orkest. 6.6.30 Lezing over Angorakonijnen. 0.307.H.D.O.-orkest. 7.30 Engelsche les (vervolgcursus). 7.308.Engelsche conversatieles. 8.10 Politieber. 8.15 R.-K. Radio-Omroep. (Persber. om pl.m. 10.—). Het K.R.O.-kwartet. Mej. Mia Tibbe, piano, Mej. Louise Wijngaarden, alt-viool. Hr. Henri Tibbe, viool. Jau Wagemaker, cello. Mej. Marie Moeton, alt. Spreker: de heer J. G. Grundmeyer Ie Zeist. 1. Pianoquartet A. gr. op. 30, Chausson. (kwartet). 2. Lezing door den heer J. H. Grundmeyer, over: De sociale beteekenis van de instellingen der Katho lieke Arbeidsbeweging. 3. Arioso, Handel (zang). 4. Siciliano, Locatelli. b. Rondo, Boccherini. c. Elegie, Faura (cello). 5a. O, wage nicht mit mir zu scherzen, Wolf. b. Gesang Wayla's, Wolf. c. Der Freund, Wolf. (Zang). 6a. Un poco triste, Luk. b. Burleske, Luk. (altviool). 7. Oud-Holland- sche liederen, bew. van W. Pyper. a. Her dersknaap. b. Daar staat een klooster te Ooslenrije. c. Die mey playsant willen wi planten (zang). Hilversum 1050 M. 11-201.20 Concert door de Londen radio-dansband en solisten (tenor-fluit- rumorist). 1.202.20 Orgelconcert van de St.-Law- rcnce Jewry. 3.20 Lezing: Elementary music and mu sical appreciation. 4.20 Tijdsein, causerie. 4.35 Muziek van het Marble Arch Pa vilion. 5.35 Kinderuurtja 6.20 Dansmuziek door de London radio- dansband. 7.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws. 7.30 Fransche lezing: Lettres de mon moulin. 7.48 Muziek. 8.Lezing: The national council of wo men. 8.20 Propramma, opgesteld door een „Man in the Street". Bij wijze van proef stelt de B.B.G. outsiders in de gelegen heid volgens hun opvatting een program ma samen te stellen. 9.50 Lezing: Music and the ordinary listener. 10.50 Sonate op. 53 van Beethoven. M. Cole, piano. 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws. 10.35 Liederen van R. Vaughan Wil liams door C. Smit. 10.5012.20 Dansmuziek van hotel Co- cil. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 12.502.10 Concert door het orkest Ra dio-Paris. 5.055.55 Concert Mme. Joly, viool. L. Radisso, cello. M. Camot-piano. gin, Z. H. H. Prins Hendrik en Prinses Ju liana waren daarvoor naar de hoofdstad gekomen. Jhr. mr. dr. A. Roëll, voorzitter van den Raad van Beheer van het Koloniaal Insti tuut, hiold een welkomst-rede. Hot woord was vervolgens aan Z.Exc. den Minister van Koloniën, den heer Ko ningsberger. De minister verheugde zich het woord te voeren in een aangelegenheid, waarin de belangen van alle deelen van het Neder landsch gebied evenwijdig loopen. Indië stond vroeger is kwaad gerucht. Men waarschuwde niet naar die streken to gaan. Het heeft vele jaren van harden arbeid en moeizaam streven gekost, voor dat de balans ten gunste van Indic in be weging kwam. Men weet thans toch in wij den kring, dat de natuur daarginds, terug gedrongen als zij wordt binnen steeds en ger bolwerken, veel van haar vroegere verschrikkingen heeft verloren. Men is der medische wetenschap dankbaar voor de grooto uitkomsten, waartoe haar onder zoek heeft geleid en voor de heilzame aan wijzingen, die zij op grond daarvan den 8.5010.30 Concert en zang. K n i g s w ii s t c r h a u s o n. IGLO *.1. 7.20 „Adrienno", oprotte in 3 acten v W. Goetze. Speelt in 1726-'27. Brussel 4S7 M. cn Antwerpen ?G."i \L 5.206.20 Orkestconcert. 8.20 Concert. Mme. Decort, zang. 8.509.Lezing: Le Siègc et la Cbule d'Anvcrs. 9.1010.20 Concert door orkest. M n s t c r 410 M. 12.501.50 Volksconcert door het Bect- hovenkwartet. 3.204.20 Declamaties. 4.505.50 Declamaties, duetten. 6.—6.20, 6.40—7.20, 7.20—7.50 Lozin gen. 7.50 Symphonieconcert. Orkest en D. Fuchs-Maasz, viool. 9.40 Nieuwsber. Peilinrichfing aan de kust. De w e r k w ij z e. Eenigen tijd geleden werden ten be hoove van de scheepvaart te IJmuiden en Maassluis peil-inrichtingoh gevestigd, aan welk tweetal thans nog bij wijze van proef eene peilinrichting le Helder is toege voegd. De opjroepletteds zijn PGWO on do peilgolflengte bedraagt 800 meter. Schepen, die peilingen wonschen, moe ten op dezelfde wijze handelen als aange geven voor de proef-peilinrichtingen vau Maassluis (PCMS) en IJmuiden (PCYM). Het station Helder kan ook in combina tie met de twee andere stations gebracht worden. De procedure voor de dr.'c stations is aldus; Schepen, die peilingen wenschcn, roe pen met een golflengte van 600 M. het D. T. station Schcveningen Haven op, ge volgd door QTE?, gevolgd door do roep letters van één of meer stations waar door men gepeild wenscht to worden. Hot station Scheveningen Haven zal dit sein beantwoorden met QTE 800 gevolgd door het wachtteeken. Zoodra de gevraagde poilstations gereed zijn, seint Schevenin gen Haven: K. Hierop seint het schip ge durende één minuut CT PCH do eigen namsein (aanhoudend). Er moet lang zaam en met aangehouden strepen ge seind worden. Het resultaat wordt door hot station Scheveningen Haven geseind met een golflengte van 600 M. door na QTE en het naamsein van het betreffend population een groep van drie cijfers te seinen (000 is Noord en 270 is West) aangevende de rechtwijzende peiling uit het station. Do tijd, waarop de peiling genomen is, wordt tevens vermeld. Voorloopig wordt voor deze peilingen niets berekend. Gezagvoerders wordt verzocht omtrent resultaat der peilingen te rapportecren aan den Marinestaf. Verantwoordelijkheid voor do juistheid der peilingen wordt niet aanvaard bewoner der tropen vermag to geven.'Dc volkeren onzer ovorzcescho gebieden zijn niet langer een gesloten boek voor ons. Maar dit. alles is voor Indic niet. ge noeg. Wat het Oosten cn het Westen bei de behoeven, is verdere beatudecring der hulpbronnen, dio zij op het gebied van geest en van slof rijkelijk kunnen doen vloeien; stelselmatige vastlogging van hot- goon zij het moederland bobben aan. (e bieden; bekendstolling der uitkomsten jn vormen, die voor ieder toegankelijk ziin. Hier ligt do grooto betceknis van het Ko loniaal Instituut voor onzo ovcrzcescb" ge westen, dat hot deze drieledige taak op zich heeft genomen, een taak, met welker uitvoering het reeds een gelukkig begin heeft gemaakt. Gevolg gevende aan do uitnoodiging sprak daarop Haro Majesteit de Konin gin nis volgt: Gaarne voldoe ik aan hot verzoek, om <lit indrukwekkende gebouw in te wijden, ook omdat ik er prijs op stel mij op dit gedenkwaardig oogenblik te kunnen aan sluiten bij <lo hulde, dio terecht gebracht is aan allen, die aan do totstandkoming INGEZONDEN MEDEDEELING IMMERS 17 STUKS IN ÉÉN ONS EN TOCH HET VOLU 2 X ZOO GROOT ALS VAN EEN ZAKJE ANDERE BONBONS. schijn op zich laadt, dat hij er wel van weet?" „Dat is het vanzelfsprekend gevolg". „Terwijl zijn vriend de baron hem dit aanraadt?" „Ik heb, meen ik, den baron niet ge noemd". „Neen, maar hij is het die van Beekum bewogen heeft, weer heen te gaan', die hem do i lucht gemakkelijk maakte. Hij speelt in deze geschiedenis een zeer vreemde rol". „Maar daar gaat het thans niet over. Ik begrijp nu, mijnheer Roger, waarom u meenen kunt, dat dc familie op den Eiken- hof zich tegenover mijnheer Rosch niets te verwijten zou hebben. En ik ben u dank schuldig, omdat u op mim verzoek zoo spoedig daarheen gegaan zijt om voor on zen detective te doen wat u kon. Maar mak ik u een raad gevenV' „Een raad geven?" vroeg dc advocaat ietwat verwonderd. „Ja. Maak u los van die menschcn op den Eikenhof, uw taak kan het niet zijn misdadigers helpen". ..Maar iuttre uw, ik. „Ja, ik weet wel wat u zeggen will, mijnheer Roger. TT is oen man van ervn- rivj. ii meent in die dingen en uw eigen, oordeel te kunnen vertrouwen. En misschien glimlacht u om miin onnoozelhci 1. Maar heusch al ben ik slechts een onervaren mo:,.j'e, ik voel bij intuïtie, dat het voor een eerlijk man noodig is voorzichtig te zijn met die lieden op don Eikcnhof''. Alhur Roger antwoordde ernstig: „Tk lach vols!rekt niet cm dien goeden raad. Ik verheug me cr over, dat als u in hen schurken ziet, u toch mij niet met hen gelijk stelt. Als ik alles vooruit geween had zou ik niet op me genomen hebben \an Beekum te helpen". „O", antwoordde zij levendig, heb do overtuiging, dat van Beekum in dit ge val meer slachtoffer is dan medeplichtige. En als u het. zoo zoudt gaan beschouwen, zoudt u misschien heel nuttig werk kun nen doen en zouden wij bondgenotoon kun nen zijn". Bondgenoot zijn met Dora Barton. Dat was het immers juist wat Alhur Roger ver langde. Het verheugde hem /.oo, dat zij hem anders zag, daji die andoren, dat rij cr blijkbaar prijs op stelde dat zij goedo vrienden zouden worden. En welbe schouwd, waarom zouden ze dat niet zijn. Hij mocht cn kon natuurlijk niet met haar medewprken als dat gaan moest ten koste van den vader van Frans van Beekum, dien hii hulp beloofd had. Maar als nu werkelijk van Beekum eens meer slacht offer was, als baron Wijdeveld een min der nobele rol in deze geschiedenis speel de. Aan hem had hij zich niet gebonden. Waarom zou hij dan niet hem eer als te genstander gaan beschouwen? Was de ba rm wferkdijk een misdadiger? De advo caat had zichzelf daarvan niet overtuigd, maar mocht hij geen groole waarde hech ten aan de intuïtie van dit buitengevono moisjc? Zij scheen meer dan hij te we ten, van iets dat pleitte ten ongunste van de' bewoners van den Eikenhof. Zij l d bo vendien R.isr-h gesproken cn dc adv eaafc veronderstelde wel, dat Dora Burton haar waarschuwing grondde op bepaalde ver moedens. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3