EISCHT GOEDE KWALITEIT recherche huiszoeking gedaan, zonder re sultaat. Gistermorgen echter werd hij ontdekt in ren vernuftig gemaakte schuilplaats ijt>-r den houten wand van een kast. Hij liet zich gewillig arresleeren en is naar hel Huis van Bewaring overge bracht. Buitengewoon lage stad der rivieren. In de laatste dertig jaren is de stand van den boven-Rijn, de Waal en de Mer- wede niet zoo laag geweest als sinds eenige du :e», meldt „de Tel.". De Waal blijft dank zij de normali- «erring een geul houden, waarin op de ondiepste trajecten nog M. 1.90 water £t.;.'i(. De hoven-Maas is bevaarbaar voor sche pen tol 1.35 M. diepgang; het traject Gor- cumGeldermalsen van de Linge voor schepen tot M. 2.10 diepgang. Blijft dc droogte en de krachtige Oosten wind nog aanhouden, dan zal dc scheep vaart groote moeilijkheden ondervinden. Aanklacht tegen een Burgemeester. Dc gemeenteraad van Katlendijkc heeft met algemeene stemmen een motie van wantrouwen tegen den burgemeester aan genomen en besloten, bij de Justitie een aanklacht in te dienen wegens schriftver- valsching. De burgemeester zou eigenhan dig het vermenigvuldigingscijfer der plaat «elijko inkomstenbelasting verhoogd heb ben van 0.5 tot 0.75, terwijl hij het besluit daartoe uitgegeven zou hebben als was het van B. en W. afkomstig. Verder beschul digt de raad er den burgemeester van, dat hij de gelden dier gemeente op een andere bank beeft uitgezet dan op die, door den raad aangewezen. De raad beeft dan ook geweigerd de begrooting te behandelen. „Tel." Eigenaardige schilderijenkwestie met een interessant proces. Men meldt ons uit Den Haag: Een merkwaardige kwestie over 'n paar schilderijen houdt op het oogenblik de ge moederen bezig in de kringen, die erbij zijn betrokken. Iemand te Amsterdam, zekere heer B kocht van een ander een beleenbriefje, recht gevende op twee schilderijen welke bij de Gemeentelijke Bank van Leening in pand waren gegeven. Bij bet beleenbriefje was een foto overgelegd, waarop de beide schilderstukken, oen Christuskop en een naaktfiguur, de laatste uit de school Ru bens, waren afgebeeld. Alvorens het briefje te koopen Jiad de heer B. zich aan de Bank van Leening vergewist of inderdaad die heide stukken daar waren heleend. Een bevestigend antwoord was daarop ontvan gen. Dc heer B. betaalde 800 voor het briefje en begaf zich daarop opnieuw naar de Bank van Leening om de schilderijen in ontvangst te nemen. Hier werd hem geantwoord, dat dc schilderijen zich in het filiaal to Scheveningen bevonden, waar hem twee schilderijen, wae^van do num mers klopten met dio op het beleenbriefje, werden ter hand gesteld. De schilderijen waren verpakt en eersjt later, toen de lieer B. ze uitpakte, bleek hem, dat een dei schilderijen niet het werk was, dat op de foto voorkwam. Hem werd echter geantwoord dat de nummers klopten, dat deze beide stukken de beleende waren en dat van een naakt figuur niets bekend was. Een vergissing werd door de directie uilgesloten geacht, Tenslotte gaf men hem in overweging, ge noegen te nemen met betgeen hem was ter hand gesteld te meer omdat aan de foto door de Bank geenerlei waarde kon wor den gehecht, onder opmerking, dat een naaktfiguur bier to lande toch minder ver koopbaar was dan bel schilderij dat hij er voor in de plaats meende te hebben ge kregen. Hierin schikte zich de heer B. die kort daarop liet portret, dat hij voor de naaktfiguur in de plaats had ontvangen, van de hand wist te doen. Groot was zijn verwondering, toen een paar maanden la ter vanwege de Gem. Bank van Leening bij den beer B. de boodschap kwam, dat in derdaad een vergissing had plaats gehad en dat de Bank alsnog ruiling van het portret, dat gebleken was een echte Albert Cuyp te zijn, verlangde. De heer B. zeide, hieraan niet te kunnen voldoen, daar hij immers bet portret reeds had verkocht. Kort daarop werd hij bij dc politie op het Alexanderplein ontboden, waar hem te kennen gegeven werd, dat hij diende te zorgen, dat de Gem. Bank van Leening weer in het bezit van het portret werd gesteld, in de plaats waarvan hij dan do naaktfiguur zou ontvangen. De heer B. antwoordde echter ook hier, dat aan dit verlangen door hem niet kon worden vol daan. Intusschen zou hij zoo werd mee gedeeld er later nog wol meer van hoo- ren. Gebleken is nu, dat de Albert Cuyp bij de Bank van Leening in pand was gege ven door iemand, die dit waardevolle schil derij tijdelijk in bewaring had van een bier ter stede wonende dame, en dat deze beslist pischte, de Albert Cuyp weer in haar bezit te krijgen. Wij meenen te weten, dat zij een bedrag van 30.000 als waarde van dit schilderij, dat buiten haar toestemming zou zijn be leend, had opgegeven. Intusschen heeft het Gemeentebestuur door tusschenkomst vaii zijn advocaat den beer B. doen weleu, dal in de weigering van den beer B. niet zal worden berust en dat een civiele actie tegen hem zal worden ingesteld. De hoer B., die van meening is dat dc gemeente geen recht meer heeft op het schilderij, heeft zijnerzijds de zaak in ban den gesteld van mr. Bourlier. Met belangstelling kan liet resultaat van deze actie worden afgewacht. Op avontuur. Bij de politie te Zaandam is kennis ge geven, dat de 14-jarige S. en zijn 14-jarig vriend jo H., heiden aldaar woonachtig, ilrie dagen geleden de ouderlijke woning hebben verlaten. Naar de jongens aan samefaden hadden verteld, zouden ze op avontuur uilgaan.. Vermoedelijk zouden zij proheeren, plaatsing op een zeeschip te krijgen. De eerste Zuiderzee-haring. De eerste Zuiderzee-haring is gisteren te Lemmer aangevoerd. Het was een hoe veelheid van 40 stuks. Voor deze eerste lingen, die goed van kwaliteit zijn, werd cent per stuk besonid. Onveilig pentverkeer. wDe Gelderlander" schrijft naar aanlei ding van het ongeluk op de Tielsche pont, waarbij 3 menschen zijn omgekomen: „De verbinding tusschen Tiel en het Land van Maas en Waal wordt onderhou den door een smalle pont, welke niet zelden overladen wordt. Wij hebben dat onlangs meegemaakt toen wij een tocht hebben ge maakt door het Land van Maas en Waal, van Tiel uit. Toen onze auto aau de pont kwam, stond er een beele rij wagens en karren en auto's vóór ons het was de vraag of wij mee konden. Ja, 't ging. De wagon vóór ons moest nog een likje voor uit, wij schoven er nog niet op. Maar tol onze groote verbazing werd er nóg 'n auto gewenkt, die kon er nog wel bij. Het werd passen en meten; de wagens die al stil stonden; moesten den motor weer aanslaan, weer ;n paar decimeters vooruit of op zij en de laatste vracht kwam binnen. Net op nippertje. Maar met z'n achterkant schuurde deze wagen als 't ware tegen don afsluitboom aan, zoo wei nig 'ruimte had hij. Bij zulke gelegenheden moet je maar niet denken aan de mogelijkheid van on gelukken, doch het minste behoeft er maar te gebeuren, of een ramp is cr het gevolg van. Gistermorgen seinde men ons uit Tiel, dat er een luxe auto te water is geraakt. En na onze ondervinding van enkele we ken geleden, zeiden we natuurlijk: „Daar heb je 't al! Een luxe auto, met twee da mes er in en een heer. De auto stond op het pont, stond vooraan, er moest achter as* nog een wagen bij, de eerste kreeg be vel om nog wat naar voren te gaan. Hij geeft te veel gas, rijdt door de afsluiting de Waal in". Aas men nu de afsluiting eens afdoende maakte, d.w.z. versterkte en beveiligde. Het blad maakt nog de volgende op merking over de Nijmeegsche pont: „De pont NijmegenLent wordt in drukke dagen ook zóó volgeladen, dal er geen vuist meer tusschen te steken is. Daar slaan dan tien auto's en karren en paar den en honderden menschen saamgepakt. Aren rookt er lustig op los, steekt een si gaar aan, werpt een brandende lucifer weg, laat de vonken uit zijn pijp lustig iu den wind waaienen daar staal 500 L. benzine op de pont. De olie lekt on liet pontdek, de benzine druipt van sommige wagens af. Is het onmogelijk, dat de pont met dc honderden saamgopakle menschen erop, straks, midden ip de Waal, in een vuurzee omslaat, mensch en dier verslin dend? In een garage mag niet worden gerookt, vanwege het brandgevaar. Ontvlamt de benzine in een garage wel, op een pont niet? Het lijkt ons noodig, dat er aan de vei ligheid van liet verkeer meerdere aandacht worde geschonken". Gevaren van den ovetrochi bij den Moerdijk. Naar aanleiding van bet auto-ongeluk aan liet Trilschc Veer, lijkt liet ons niet ondienstig ook op andere gevaren, die veerponten medebrengen, te wijzen. De lieer Bensman te Hilversum signa leert in de „Auto" een gevaar, dat zich tel kens voordoet bij den overtocht bij den Moerdijk, een gevaar, dat ons ernstig ge noeg voorkomt om er in breeden kring te gen te waarschuwen. Hij schrijft: Gisteren, 19 September, begaf ik mij per auto van Nijmegen naar Arnhem. Snikheet was liet en voor den afvaart-stei- ger van de gemeentelijke veerpont stond een lange file auto's, waarbij ik mij als No. 11 aansloot. Spoedig volgde nog een zelfde aantal, dat de filte tol een bijna onafzienbaren staatr maakte. De aanko mende veerboot werd ontruimd en de filte, waarin ik mij bevond, zette zich langzaam in beweging. Twaalf groote wagens werden op het bootje samenge perst; in iederen wagen bevonden zich eenige passagiers, plus, laat ons zeggen 40 L. benzine. Derhalve minstens 50 a 60 personen en circa 500 L. benzine. Toen volgde een stroom van nieneschen, waar van de meesten met fietsen aan de hand en daaronder een zeer groot aantal man nen met brandende sigaren en sigaretten gewapend. Ten slotte was elke vierkante centimeter van de boot in beslag geno men en aangezien deze bleef liggen, ten einde een „sleep" voorbij te laten, stak menigeens nog eens een sigaartje of siga retje op en wierp den brandenden lucifer op den grond te midden der wagons, 500 L. benzine, 100 L. olie en circa 150 men schen. Een man op den steiger, met een pet, waarop in gulden letters „G. V." stond, keek dit alles rustig aan en op mijn vraag: „Aiogen die motoren ïpaar zoo blij ven doordraaien, mag men bij deze hoe veelheid benzine maar zoo rooken en lu cifers wegwerpen, is dat niet beestachtig roekeloos, gezien de lekkende carburators, oliedruppels, euz.?" antwoordde hij mij kalm: „Alijnheer heeft wel gelijk, als er iels gebeurt, is de ramp niet te overzien. Er komt niemand! levend af! maar ik heb geen instructies!! Ik heb wel oen water slang, maar ik zou er niet eens kunnen bijkomen." 'Wat bier gebeurde, geschiedt dagelijks, maar vooral op drukke Zonda gen met mooi weer op verschillende over- zetveeren. Gaat u maar eens aan den Moerdijk kijken, vooral als 't hard waait en de vonken van pijpen en van sigaretten door het luchtruim vliegen. Alen dempt den put als Het 104-jarig moedertje te Hengsidijk. Een der lezers van de „Msb." uil het „land van Hulst" schrijft: Ik was dezer dagen le Hengstdijk en in formeerde of hot zou lukken om bii Betje de "Wit weduwe Asselmao, de 104-jarige, toegelaten te Avorden. „O, mijnheer, met alle gemak'^ Toen ik het arbeidershuisje naderde waar het oudje woont, zag ik een heel oud vrouwtje achter de woning loopen. De ruim 60-jarige dochter van het oude moedertje kwam me tegemoet, noodigde me uit binnen te komen en een stoel te nemen; moeder zou dadelijk komen. En waarlijk, daar kwam ze binnen, de 104-jarige, nog ongebogen ging ze naar haar moeien zetel (geschenk der gemeen tenaren). Dadelijk vroeg ze aan bare doch ter wie ik was. Toen ze liet wist was ze volkomen op d'r gemak. Bij het gesprek bemerkte ik dat het gezicht en liet gehoor veel verminderd waren. Afaar om uit den zetel recht op le gaan staan, wie kan het beter? Het gelaat, met liet zwart mutsje' omlijst, is nog zoo frisch als vroeger. Ze ■was 1.1. Zondag nog (er kerke geweest! Bij het afscheidnemen vroeg zij mij: „Of ik haar het volgend jaar weer kwam bezoeken". Zeer tevreden was ze er over, dat de couranten tegengesproken hadden, als zou onlangs in Leeuwarden de oudste rouw van Nederland overleden zijn. „Neen, hoor, ik hen de oudste vrouw van Nederland", beklemde zij „en dat weet dc Koningin ook wel", voegde ze er nog aan toe. Later had ik in hel dorp nog een praat je met een 86-jarge moeder. Die kon pra ten, zien, hooren en gaan, als wie ook ter wereld, en was goed gezond. Ik dacht zoo: dat is de opvolgster van Betje! Een mop van het 13e. Alen meldt uit Maastricht aan dc „Alsb" Daar is zooveel minder vroolijks over hei 13e Regiment infanterie geschreven in den iaatsteu tijd, dat we nu ook wel eens een aangenamer geval mogen verhalen. Na den befaamden marsch 'zijn nog an dere lichtingen van dit Alaastrichtsche re giment onder dc wapenen gekomen. Naar men ons verzekerde, hebben die hel goed gehad. Dezer dagen zou een dier lichtingen weer afzwaaien. Dit gebeurt systematisch, in groepen. Want laat jc ze allemaal tege lijk los, 'dan gaan ze aan den draai, al te zamen en niet mis. Daarom wordt het zoo geregeld, dat de jongens, die met oen noor delijken trein naar buis kunnen, samen vertrekken. Onder geleide van onderofficie ren worden ze naar het station gebracht. Zoo zullen er om 10 uur afmarc-heeren, een andere groep gaat om elf, om twaalf uur gaan er zestig richting Heerion, om één uur: veertig Zuidwaarts. En er zijn er evenwel ook, die in de stad zelf wonen; die moeten tot het laatst opgehouden worden, anders brengen ze weggebracht en in al te sterke bekoring om te gaan zwabberen. Op dien dag des afzwaaiens waren er natuurlijk ook uit -Maastricht, die naar huis konden. Deze groep, dc laatste, zou evenwel pas om vier uur aan de beurt ko men. Handenwringend van verveling lum melden ze in de kazerne, weemoedig sta rend naar de gesloten poort en de aftrek kende secties. Dit duurde tol den middag. Toen over kwam een der smachtendon een helder oogenblik. Even geconspireerd: zacht, stac-" c-ato, als in „La fille de .Madame Angot": quand en conspire, conspirateur. Wat later, legen twee Uur, kwam stram in den pas, geleid door haar onderofficie ren een nieuwe afdeeling aanmarcheeren Het zag er zoo vertrouwbaar uil als't maar kon, baast tè vertrouwbaar, want de Lim- burgsche soldalen zijn wel goed gediscipli neerd, doch niet in Pruisischen trant. Voor den correct in gelederen van vier aanmar- cheerenden troep, wel zestig man sterk, opende zich de poort.van zelf. In even per fecte orde verlieten ze de kazerne en trok ken ze dc vrijheid in. Tót ze, na enkele minuten uit hel gezicht waren; toen sto ven ze uit elkander, als kuikens voor een Ramelcar. De dienstdoende luitenant, dien we gemakshalve Abraham zullen noemen, had juist liet verraad gesnoven en rende achter de snoodaards aan. Hij kwam juist op tijd om de hielen hunner kistjes en bui tenmodel schoenen om de hoeken veler straten te zien verdwijnen. De hoogere officieren hebben hartelijk gelachen. En overwogen, dat de geest van het 33e nog niet zoo kwaad is, anders zou een dergelijke .«-makerij niet mogelijk zijn geweest. INGEZONDEN ÜEDEDEELING DE zwaarSTE Bniten8. Berichten ONGELUKKEN Mijnongelukken. Op de mijn Karl Euncke van de Essener Sleinkohlen-Beergwerko te Heisingen heeft eergisteren bij het totslandbrengen van '11 explosie een ernstig ongeluk plaats gehad, waarbij.een mijnwerker werd gedood, ter wijl een andere ernstig en nog twee njjjn- werkers licht verwond werden. Door Wolff wordt, geseind: In 'n mijn bij Hindenburg brak een mijnstut. Door neerstortende kolenrnassa's wei'den twee houwers bedolven. Zij werden als lijken geborgen. Gasvergiftiging. Bij werkzaamheden aar. een ni.-uw ge bouw van de waterleiding te Koningsber gen in Pruisen zijn drie arh i iers door kolengas gedood. Een vreesclijke nacht op den Mout Dlanc. De Turijnsche fotograaf Antonio dal! Amico had mol den gids Biannz en den drager Mcsseillcr een beklimming van den Trélalelelop in de AIonl-Blanc-groep on dernomen, om enkele opnamen lo maken. Na overnachting in de Slella-hul aan vaardden zij den terugtocht, die een tra gisch verloop nam en waarvan de foto graaf na zijn redding hel volgend drama tisch verhaal deed: Bij liet dalen verlieten we de bij de be klimming uitgehakte treden, daar ze on der de zonnewarmte begonnen le smel ten en ook wijl de andere weg korter was. De tocht ging over een geweldige hellende ijsvlakte. Voorop liep de drager, ik was in hel midden en dan volgde de gids, met wieu we door een touw van 40 meter lengte verbonden waren, kort nadat wij waren beginnen te dalen slipte ik over mijn klim- sporen, die geleend en voor mijn sclioenen te groot waren. Ik begon naar beneden le glijden en viel over den drager heen, die geen kans zag to blijven staan en met mij weggleed, we behielden beide onze tegen woordigheid van geest en deden wan hopige ppgingen ons aan hel ijs vast te klampen, waarbij ik alle tien de nagels van mijn vingers verspeelde. De drager was zoo gelukkig tegen een uitstekend stuk rots to blijven liggen. De gids liet geleidelijk het touw vieren, doch toen de veertig meter waren afgeloopen werd bij meegesleurd. Met een verschrikkelijke vaart suisde bij naar beneden en viel op mij neer, waarbij zijn schoenen mij bloedend aan het hoofd verwondden. Door deze hindernis werd hij echter niet tegen gehouden: met razende snelheid gleed hij verder, tot hij tegen een rotswand stiet, waar hij met een schedelbreuk bleef lig gen. Toen we hem bereikten kreeg de drager een zenuwcrisis, hij begon te brullen als een wild dier en slechts met de grootste moeite kon ik hem weerhouden zich in de diepte te .storten. Uit de wonden aan mijn hoofd verloor ik zelf veel bloed, waar door ik haast duizelig werd, zoodat ik amper begrijp, hoe ik mijn wauhopigen makker tot rede bracht. We brachten ten slotte eenige steenen bij elkaar, die we achter den rug van de gids opstapelden, om te verhinderen dat hij in zijn 'stuip trekkingen weer zou gaan afglijden. De drager, de eenige onzer die niet ge wond was, begaf zich vervolgens op weg naar Courmayeur om hulp to halen. Ik bleef met den stervende in de eenzaamheid van het hooggebergte achter. Het bloed stroomde Bionaz uit zijn vreesclijke wond. Mijn vier zakdoeken had ik reeds ver bruikt om mijn gezicht van bloed te rei nigen. Daarom scheurde ik mijn hemd in recpen, om daarmee te trachten mijn armen makker zoo goed als mogelijk was te verbinden. Twee uur lang zag ik het aan, hoe zijn polsslag en zijn adem steeds zwak er werden, en eindelijk, om vier uur in den middag gaf hij den geest, zonder nog tot bewustzijn le zijn geko men. Nu begon de nacht aan te breken en een rilling van vrees overviel mij voor de naderende kou. Ik waagde het niet, de tempearluur van den thermometer af te le zen. Plotseling kwamen van den West kant zware, dreigende wolken opzetten. Ik zat schrijlings op een rotsblok, den blik star op den doode gericht. Dan kwam dc maan op; de nacht spoedde voort; er beerschfe een lairwe, nu en dan door kou de windstooten afgewisselde temperatuur. Ik trachtte nu en dan een slok thee te drinken, maar ze was ijskoud en gaf me maagkrampen. Bij bet aanbreken van den dag had ik vrijwel alle herinnering verloren; ik wist van de nabijheid van den dood zelfs niet meer af. Tegen negen uur in den morgen riep ik vertwijfeld om hulp, maar slechts de echo anlwoorde op mijn stem. Einde lijk om tien uur hoorde ik roepen; ik kon geen antwoord meer geven; nauwelijks had ik de kracht mijn armen te bewegen. 't Was een hulpkolonne van 18 man, die mij ontdekte. Moderne misdadigers in Amerika. De luchtpost h et doel van hun rooftocht. r In sommige opzichten is Amerika de Oude Wereld ontegenzeggelijk vooruit Waar men in Europa de techniek van het treinrooven nog niet geheel machtig is, behoort dit in de Vereenigde Staten reeds Aveer lot het verleden, en specialiseeren do misdadigers zich thans in het beroe ren van de vliegtuigen der vaste licht diensten. Alaandagavond togen twee jongelui in een Picrce-Arrow auto op Aveg naar Had- ley Field in den staat New Jersey, waar het vliegtuig van de lijn NeAV YorkChi cago zou landen. Zij Avaren rijkelijk voor zien van revolvers en geAveren, en schij nen ook een flinke hoeA'eelbeid sterken drank met zich gevoerd te hebben. Het mistte erg dien avond, hetgeen bun roof- plannen ongetwijfeld begunstigd zou heb ben, Avanneer zij niet met hun auto in een sloot terecht waren gekomen. Drie jonge lui in een Ford kAvamen juist voorbij en hielpen de roovers uit de sloot. De Pierce- ArroAv zette, den sinisleren tocht voort. Doch de stuurinrichting bleek defect !e zijn, Avaarvan de drie Ford-rijders bel slachtoffer werden; hun. voertuig Averd door den zAvaarderen Avagen getorpedeerd. Toen bemerkten zij ook, met Avelke luidjes zij le doen hadden on wijselijk zochten zij hun heil in dc vlucht. Kort daarna kwam de Ncav Yorksclte houthandelaar Kearne niet zijn vrouw en zoon in zijn auto voorbij. De roovers vuurden op hen; Kearne Averd gedood en zijn zoon zwaar gewond, waarna dc* on verlaten in „hun" nkiiAve auto plaats namen, er in volle vaart vandoor gingen en mevrouAv Kearne en passant uil de auto gooiden. Voort ging liet Aveer, dc rails over, een seconde voordat de Penn sylvania expres voorliijdoii.Voort, naar Hadley Field, waar liet vliegtuig nuj haast wol gedaald zou zijn; maar de roovers hadden geen geluk; zij botsten le. gen een telegraafpaal, hun voorruit sloeg aan splinters en beiden werden in het laat en aan de handen, gewond. Zij j gaven zich naar een nabijzijnd buis, en! verzochten den eigenaar, hen. naar ziekenhuis te rijden. Deze had geen uul($ cioch zijn buurman avcI, en. deze buurman verklaarde zich bereid, den jongelui den gevraagden dienst te bewijzen. Maar nau welijks was de auto buiten de bebomvdc kom, of dc bestuurder zag een rcA'olvei op zich gericht. Hij moest zijn Avagen in den steek laten en de bandieten gingen er vandoor, in auto No. 3! Alen beeft hen niet meer gezien; de auto, waarmede zij gevlucht ziju, is Dins dag 1c New York gevonden. De politie is door bet vinden van sleutels, waarmedo postzakken geopend kunnen .worden, tol de conclusie gekomen, dat liet doel dei roovers gCAveest moet zijn, de luchtpost le doorsnuffelen. Mevroivw Kearne is door har ontzet tend avontuur krankzinnig ge varden. Een merkwaardige genezing in Italië. J e u s d i g t u b c r c u I o s c-1 ij d s t c r plotseling hersteld. Alen schrijft uit Rome aan de „Msb.*! d.d. 4 dezer: Een merkAvaardige genezing, die hioi heeft plaats gehad, Avordt op 't oogenblik druk besproken. De 15-jarige Francesea Rao, te Romo geboren, en die zich niet kan herinneren ooit gezond te zijn geweest, Averd in 1921 in de polikliniek alhier opgenomen, Avaai tuberculose in het beenderenstelsel gecon stateerd Averd. Reeds op 9-jarigen leeftijd was zij geopereerd. In bet St. Josephshuis, nabij dc oude basiliek van St. Agnes, Averd S. Veleint verder verpleegd, doch haar toestand werd zoo erg, dat zij naar het San-Gia- como-ziekenhuis moest overgebracht avot- den. Intusschen waren dc beide knieiiu van, het. arme kind door de tuberculosi aangetast. Het werd Aveer geopereerd en, toen men na -hvee maanden het gipsver band afnam, bevond men dal de Avonden niet genezen waren. Het Avas liet kind volslagen onmogelijk te loopen en I moest van toen af steeds te bed blijven. Op 25 Mei openhaarden aicli knie- zwellingen, gepaard met koorts. De toe stand werd steeds ernstiger. Uit een Röntgen-opname bleek, dat de beentubereulose in een vergevorderd sta dium gekomen was. Ondanks de toepassing van a-le neesmethoden, Averd de toestand der klei ne zóó slecht, dat de overste van hel Si Josephshuis liet kind andermaal naar bel San Giacomo-ziekenhuis moest laten bren gen. Daar voelde liet meisje zich u slecht, dat. allen van haar naderend ciiuli overtuigd waren. 's AA'onds placht de kleine met de zus ter, die de Avacht had, het Rozenhoedjt te bidden,, en op zekeren avond voelde ai zich zoo ellendig, dal ze nauwelijks ineei liet antwoord bij liet gebed kou geven De zuster merkte, boe slecht liet uiti het patiëntje ging en haalde den dokri. Toen deze na eenigen tijd met dc zusk verscheen, riep het kind hun met mi vreugde stralend gezicht toe: „Ik bel geen verpleging meer noodig, want <k| Madonna heeft me genezen!" Onmiddellijk stond Francesca van baat bed op en poogde le loopen, nadat W circa twee jaar steeds t-e bed gelegen bad Zij keerde dan ook Aveer naar liet Sl Josephshuis terug, nadat zij door vei scheidene geneesheeren nauwkeurig on derzocht Avas. Dezer dagen heeft de lijfarts van dei Paus, di-. Amici, de kleine onderzoekt M haar A'olkomen genezen bevonden. Aanslag cp den trein ParijsWarschau Uit Frankfort a. d. Oder wordt gemeld dat Woensdagavond door een spoor beambte kort voor het vertrek van to trein uit Frankfort op den spoonveg dAvarslegger ontdekt Averd, Avelko Avas lov gemaakt en over de rails heen gélesi Daar kort daarop do sneltrein Parijs-; Warschau moest passcbren en men in M donker verschillende verdacht-gestalk* had zien rondsluipen, vermoedt men, d*| sprake van een aanslag is. Hel ondeiw is in vollen gang. De treinaanslagen-epidemie. Uit Simmern wordt gemeld: Op spoorrails nabij het plaatsje Alter KüJ werden drie zware steenen gevonden, -^i dader van dezen aanslag Averd door vcldAvachlcrs in Simmern een 13-jar^ jongen uit Michelbacli aangehouden, "Jl dadelijk bekende, dc steenen op de raw gelegd te hebben, daar hij gaarne eens t* spoorwegongeluk Avilde zien. Roodvonkepiüemie te Hindenburg- Hol aantal roodvonkpatiënten te denburg is de laatste dagen beduidewj toegenomen. Het totaal aantal zieken I bedraagt 30 i-n nog steeds breidt zien epidemie'uil. Hel aantal dooden bed'»*-: II. De politieautoriteiten hebben maatregelen genomen om do epidemie stuiten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 12