kalender der week
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
heeft in deze week iedere H. Ai is Gloria,
geen Crcda en de gewone Prefatie.
ZONDAG, 19 Sepl. Zeventiende
Zondag na Pinksteren. Mis:
'Justus es. 2e gebed v. d. H. H. Janua
rys en Gezellen. Credo. Prefatie v. d. Al-
jerli. Drieëcnheid. Kleur: Groen.
Tweevoudig is de verplichting van ons
christelijk leven: Onderhouden Gods H.
,Wet (welke zich laat samenvatten in de
twee hoofdgeboden van de liefde tot God
:cn tol den naaste (Epistel en Evangelie) en
oe zoude vermijden (Gebed) en uitboeten
(Slilgebed). Dat vraagt van onze bedorven
natuur offers. God echter zal ons Zijn hulp
schenken, als wij vertrouwvol en offer
vaardig tot Hem bidden. (Offertorium; Al-
dcl uja-vors). Versterkt door Zijne hulp
izulien wij in staat zijn Hem onze liefde te
geven (Communio) en hebben wij ons tij-
flens ons loven met Hem door liefde ver
honden, dan behoeven wij Zijne rechtvaar
dige oordeelen niet te vreezen, want dege
nen, die den weg van Gods geboden bewan-
Vlelcn, zullen den Heer eenmaal als erfdeel
bezitten. (Introilus: Graduale).
MAANDAG, 20 Sept. Vigilie v. d. H
a t f h e s. Apostel en Evangelist. M i s:
t d. H. H. Eustachius en Gezel
len, Martelaren: Sapientiam, 2e gebed en
laatste Evangelie v. d. Vigilie. Kleur:
p ao d.
Ijolc is geoorloofd een H. Mis v. d. Vigi
lie: Ego anfem. Geen Gloria. 2e gebed v. d.
H. Eustachius en Gezellen. Eigen Evange
lie. Kleur: Paars.
Eustachius beklecjjde een hoogen rang in
het leger van Keizer Trajanus. Op jacht
bekeerd, tengevolge van het verschijnen van
het kruis tusschen het gewei van een door
hem achtervolgd hert, liet hij zijne vrouw
en twee kinderen doopen. Zij werden ge-
jnarteld, toen na eeno overwinning Eusta
chius weigerde aan de afgoden te offeren
DINSDAG, 21 Sept. Feestdag van
.c n H. M a 11 h eü s. Apostel en Evange
list. M i s O s Ju s t i. Prefatie v. d. Apos
telen. Kleur: Rood.
De tollenaar Levi werd door Christus tot
hot Apostelambt geroepen en sindsdien
Mattheüs genoemd.
Voor de Joden, die Christenen geworden
waren, schreef bij zijn Evangelie in Tiet
Hebreeuwsch, na Christus' verrijzenis. Hc-t
JT Evangelie predikte Mattheüs in Ethio
pië.
WOENSDAG, 22 Sept. Mis v. d. H
Thomas van Villanova, Bisschop
en Belijder: Statuit. 2e gebed v. d. H. II.
'Mauritius en Gezellen, Martelaren. Kleur:
jW i t.
Geheel zijn leven heeft de H. Thomas zich
onderscheiden door zijne onuitsprekelijke
liefdadigheid ten opzichte van de armen.
DONDERDAG, 23 Sep! Mis v. d. TT
li n us, Paus en Martelaar: Statuit. 2o
gebed v. d.-H. Thecla. Maagd en Martela
res; Se er eëro v. d. Hefligen (A Cunctis).
Kleur: Rood.
In Franciscanerkerken: Feest der
vinding van het lichaam der H.
Clara, Maagd. Mis: Conversus.
2e gebed v d. H. Linus; 3e v. d. H. Thecla
Kleur: Wit.
VRIJDAG, 24 Sept. Mia van O. I..
Trouw ttt V r ij koop der slaven:
Salve. Credo. Prefatie v. d. Allerli. Maagd
(invullen: En U op het feest). Kleur: W i t
Bij cene verschijning maakte de H.
Maagd Maria aan den H. Petrus Nolascus
bekend, dat zij graag een orde van reli-
gieusen zag ingesteld, met het doel de ge
vangen christenen te bevrijden uit do hau-
'den der Turken. Ook verscheen Maria aan
'den biechtvader van den H. Petrus, de n
Raymundus de Bennafort en aan Koning
ffacob van Arragon. die zij aanspoorde hulp
te verleehon. Den lOen Augustus 1218 wenl
'de orde ingesteld met een vierde gelofte:
ui. zich te geven tot onderpand, als het
ïioodig zou zijn, voor de Vrijkooping' van
«en Christenslaaf.
In Franciscanerkerken: Mis v. d. H.
Pacific us van Eep temped a: Os
'Jus t i. 2e gebed v. 0. L. Vrouw tot vrij
koop der slaven. Credo. Prefatie v. d. Al
lerli. Maagd (als boven). Laatste Evangelie
Hit dc klis v. O. L. Vrouw. Kleur: W i t.
ZATERDAG, 25 Sept. Mis v. d. H.
Maagd Maria op een Zaterdag:
Salve. 2e gebed tot Jen H. GecsT; 3e voor
do Kerk; 4e voor den Paus. Prefatie v. d.
Allerli. Maagd (invullen: En U om de
vereering). Kleur: W i t.
Lisse. ALBERT KOK, Pr.
woord ontstond in de recreatie, door het
geroep van oen rondvcnler, door do lezing
van een feuilleton.... en zijn vriendjes cc*
bij namen dat dan over met een natuurlij
ken aanleg..,, zooals een bepaald soort
vliegen zich bij voorkeur ophoudt op wal
in ontbinding is.... twee maanden gele
den was het: „de boerderij!" De laals'e
maand: „kippetje!"Vandaag „de
baard!"
Aan dc wijze waarop haar echtgenoot mei
zijn handen op de tafel trommelde begrijpt
de moeder, dat de maal vol is en tracht zij
de arme vrouw, liet onweer af te wenden.
Zij neemt zachtjes den elleboog van haar
zoon en brengt dien in een hetere houding:
Kom.... beste jongen!.... wees nu
braaf.... verbitter nu je vader niet!....
Maar het zoontje lacht om de verbitte
ring van .Papa".... zooals trouwens om
alles!.... Wat wil men dat hem dat doen
zal?.... Hij heeft zijn brood opgegeten..
Misschien zult ge denken dat hij zich de
moeite zal getroosten om brood le gaar-
snijden....? Och kom!.... Brutaal pakt
hij de snee brood weg van zijn zusje, die
natuurlijk protesteert:
Dat is mijn stuk!
Neen hel is het mijne!.
Papa, August neemt mij mijn brood
af!...
Klikspaan!.
Hij zegt tegen me: klikspaan!....
Geeft 't brood terug a^n je zusje!
Dat is haar brood niet!.
Ik zeg dat je 't brood aan je zusje
moet teruggeven!
't Mocht wal ze kan zelf toch een
SDede afsnijden!.
Geef 't brood terug!
Wil je nu eens 'f brood teruggeven
Wat „de haard"!!!
Ik verbied je die nieuwe stommiteit
weer te herhalen!
De kwajongen buigt geniepig hot hoofd;
werpt tersluiks een uitdagenden blik op
zijn vader en heel, heel zachtjes, met slap
pe lippen, de neus ir. zijn bord, herhaalt
hij:
..De haard"!!!
Pif!Paf».... Klets!.... Pats!....
en een paar klinkende oorvijgen brengen
een beetje rood op de gele wangen van den
jongen.
Dadelijk is hij overeind gesprongen, stijf
als een stok: in zijn blik vlamt plotseling
opgekomen haal:
Je hebt me geslagen!! Je hebt me
geslagen!! herhaalde hij met bevende han
den, alsof hij .het niet voelde aan zijn
brandende wangen.... Je hebt me gesla
gen!. Mij!!.
Een oogenblik is do vader bang, dat dat
kind van tien jaar zich op hem zal wer
pen, de nagels gereed, woedend, razend,
dorstend naar wraak.
Maar August, durft niet: ofschoon ge
heel buiten zich zelf heeft hij toch een juis!
begrip- over de dingen die zijn kleine per
soonlijkheid aangaan; hij voelt dat hij ver
morzeld zal worden onder de groote hand
van zijn vader, die op hem let.... hem
afwacht.
Opnieuw wil do moeder hem tot bedaren
brengen. Maar schouderschuddend rukt hij
zich los. komt opnieuw voor zijn vader
staan, altijd hetzelfde herhalend.
Je hebt me geslagen!
Het was alsof zijn hoogmoed uit woede
in zijn borst verslikte....
Je hebt me geslagen!!! Daar heb je
geen recht voor!
Klets! Pats!.... Pats! Pais!
Jo hebt erPatshei
recht!Kletsniet toeik ben
niet van jou!! Pats!....
Verontwaardigde kreten! Op 't geluid
van 't gebrul komen de buren te voorschijn
om te zien wat er gaande is.
Ik behoor toe aan den staat!!
Plotseling hield do vader op met slaan:
Je behoort
Aan don Staat!
En onder een stortvloed van tranen, die
als een onweersregen op zijn gloeiende
wangen valt Toept hij steeds uit:
Ja....! niet aan jou!... Ik hen niet
Zoo ziel U alweer; as jc gelukkig hen,
kan je met je broek visch vange.
Maar niet met een zwembroek.
fef.siflac.es.
Advertentiania.
Duilsche Dienstbode ('ufv't cn
wat groot) gevraagd, v. g. g Aan
melden enz.
Voor de inmaak?
Feuilleton-stijl.
„De barones", fluisterde Timber-
man, „de barones ie een edele vrouw.
Jammer alleen, 'dat zij zoo weinig
praat".
„Komt dat wellicht", vroeg Elgar-
da, „omdat zij absoluut geen ge
voel voor humeur bezit?"
Kan het humeur zoo gevoelig zijn, dal
men geen mond open doet?
„Met een van genot stralend ge
laat gleden de drie vingerhoeden je
never het keelgat door." (Bij de uit
reiking van het oorlam aan boord
van een schip).
Schiodammertjes met menschcHjke al
lures.
..En ik, die alle duiten heeft mee
gebracht, die kan naar de raian
loopen
Dat valt anders niet mee.
Pijnlijke houding.
De prachtige" muurschilderingen
bieden een aangenaam zitje.
(Uit oen beschrijving).
KathcJcr "wijsheid.
Ik weet. mijne hoeren, dat het oog
van den leek ongeloovig het hoofd
zal schudden: desniettegenstaande
blijf jk bij mijn bewering.
Een nieuwe vondst van een Prof. in d<:
geneeskunde?
Uit een medcdceling:
„Hel is een bekende zaak, dat bij
de ligging van een notenboom,
diebt bij dc ramen van een kamer, het
voofkomen van muggen in zulk een
kamer zoo goed als niet voorkomt".
Men behoeft dus de kwade gevolgen ook
niet te voorkomen.
ONZE POëTISCHE MEDEWERKER.
De dichter spreekt:
'k Heb drukte, lof en «tos genoeg
En., armoe ia geen schande.
Als Pegesus maar vaardig ia
Heb 'k werk onderhanden.
'k. Zit meestal 'a nachts, nooit overdag
Te dichten en te zwéeten,
Maar mijn producten leest men. niet
Eu.... ik Leb niet tc eten.
En ïn 'dat mooTc zonnige weer. Tooporï
ze met zware jassen over de schouder-
Als halten klimmen zo do trappen op, do
matrozen, die beneden aan de trap'pest
gevat hebben, loopen gevaar omver go
loopen te wordfn.
Boven klampen ze ons aan. die \l zo
kerels die een raar Inchlje bij zich heli-
ben, waardoor je onwillekeurig een beetje
op een afstand blijft. Ken er van. de minst
smerige heeft een mand vol koopwaar.
11 ji verkoopt mooie tasschen van Marok-
kijasch leer, ansichten, kralen kettingen,
loeren kussen-overtrekken ens i
vraagt Lij ren schandelijk hoogen prijs
voor, maar door afdingen krijgen we do
dingen voor een derde deel, van wat hij
er voor vroeg.
Ik krijg een kussenovertrek en een
taseli le samen voor drie gulden en mijn
heer vroeg eerst voor het kussenovertrek
alleen tien gulden.
Bij den administrateur konden we een
paar dagen geleden al kaartjes krijgen
voor een uifstapjo naar Tangcr.
lp do verte zien we dan ook al de eer
ste motorboot aankomen, die de passa
giers naar wal zal brengen. Dit eerste
boot is dadelijk vol touristen en vaart met
groote snelheid terug naar dc aanleg
plaats.
Wij nemen in do tweede boot plaats en
varen over dc spiegelgladde zee naar don
steiger, waar het vol staat met schreeu
wende kooplui en nieuwsgierigen. Arabi
sche soldaten in hun grijzr uniform, een
kleine tulband op hot hoofd. Door een
hek komen we op een slecht geplaveid
plein waar schreeuwende bruine kerel
in lompen gehuld, ons omringen. Midden
uit die verwarde hoop dringt een slanke,
in een wille manlid gehulde, persoon op
ons toe.
Zijn kleeding i "i iicel vir*. Lillend van
die der kooplui. Een smetteloos wilto
mantel van dunne soepele slof, een hel
der gele broek, wit li eind, ecu roodc muls,
waarover hij dc kap van zijn mantel ge
trokken heeft, gele sandalen en sokken.
Een prachtig type, mot amandelvormig©
zwartbruine oogen. oen smal licht bruin
gelaat en conisch ill erende mond met lau
den.
lil gebroken llollandsch, vergezeld met
achteloos bevallige gebaren, vertelt bij ons,
dat hij de gids van het Continental Hole!
is. cn ons alles van Tangcr zal laten zien.
Dan wendt hij zich tol de mannen en
zegt hun iets in zijn eigen aal, waarop zo
allen wegrennen en even later ieder niet
een ezel lerugkeeren.
Die beestjes zien er nu jui-i ook niet
zoo heel smakelijk uil! Op den rug heb
ben zo een dikke killing zakken, waar 1 uv--
sclion zoo verluide mij oan dame aan
boord, een macht ongedierte zil. EenigS-
zin.1-: vios van die dieren, wil ik eerst niet
ezeltje rijden, maar als zo allemaal op
stijgen onder veel grapjes en gelach, dan
zil cr voor mij ook niets andcis op dan
mijn eeno voel in de hand van den drij
ver te zet Ion, en mij ook op d .-.<•!-• rug
ncr te laten!
De dikke hoeren van Int [."•zeischap
krijgen ieder een afgeleefd paard tot hun
beschikking, zoo ook mijn man, die op
een bollige hoogbeenigc schimnvl komt l"
zitten. De gids stelt zich aan hel hoofd
van den sloot en zoo rijden we vergezeld
van scL'vriiwendo ezeldrijvers, de stad in.
TVe schommelen wel een beetje, en zoo
nu en dan heb ik het gevoel of ik over
den kop van den ezel heen zal vliegen,
maar we hebben toch erg veel plezier.
Door nauwe steile straten, ontzettend
slecht geplaveid, langs gore, lioogc, witte
en gele huizen, stappen de ezeltjes wel
gemoed voort aangevuurd door de kreten
en sissende geluiden van de drijvers.
Brrr! wat is dit stad ontzettend .smerig,
dat is met geen pen le beschrijven!
De kinderen loopen in lompen op straat
achter don stoet aan, steeds bedelend om
oen half penny. Sommigen hebben afzich
telijke zweren op hun gezicht. Do vrouwen
loopen gesluierd en zien er .slordig m
vies uit. Door verschillende straten, allen
even nauw en hobbelig, nagogaapl zoowel
door dc inboorlingen als door de blanken,
waarvan sommige vrouwen zichtbaar ge
poeierd en geschminkt zijn, gaan wc naar
de markt.
Een groot plein, waar in 't middet
allerlei lontjes met koopwaar staan, rond
om het plein armoedig uitziende winkel?
cn huizen.
Ik draag een zwart fluweeien jas
En ellenlange lokken,
Een fladderende flabberdas
En heel moderne sokken.
Zoo loop ik peinzend langs dc straal
En zoek ik inspiratie,
Die 'k meestal hij een biertje vind,
Pas bij hot achtste glaassie.
Maar aeh 't mcnschdom waardeert n ni«>
Hel ligt in stof verzonken.
Wat hooger dan materie reikt
En straalt van geestesvonken.
Dat heeft hun interesse niet,
Zij achten het enen ziertje
Zij fuiven en zij vieren foo^!,
Ik drink een simpel bierlje.
Ik loop steeds höng'rij^lang- de -'iaat
Met uitgeleerde trekken
Mijn maag is leeg, mijn jas.sio vol
Met heel veel kale plekken.
Ik voed den mensch. voor niemendal
Met hoogverheven dingen,
Tot dank houdt men mij voor den mal
En laat mij stiekum zingen.
O vreugdozoekend rnonschdom hoorl
Naar mijn verheven zangen,
Ik dicht voor wie 't betalen wil
Zooveel als zij verlangen.
Ik dicht per kilo en per el,
Ik dicht op alle wijzen,
Tk dicht, zooals ren elk het w
En.... billijk zijn mijn prijzen.
DINGEN DEZER DAGEN.
WEEKREVUE.
Daantje op vacantie.
Daantje is op vekanzie geweest en heb
ïoodoendc verlcde week geen tijd kenne
.vinde om ze weckrevu in mekaar te prulse,
onnede Daantje het met ze vekanzie nog
drukker had dan anders, zoodat de lezers
Tan de Leidse krant het wetenschappelijk
artikel van Daantje heb motte derve.
Anders 'n mooie instelling zoo'n vekau-
je kan je dan tenminste .weer es in
spannen en moei make om dan as je ve
kanzie om is, wee* genoegelijk uit te kenne
ïusle.
Mevrouw Slokop had beslote, dat Daantje
vekanzie zou doorbrenge in Bergen aan
Zee cn ze gong natuurlijk zeivers met
Daantje mee.
Nou ben ik er een voorstander van ]e
Manzie in je eige vaderland door te bren-
Ec omrede je niet naar het buitenland mot
8aan zoolang je de schoonheden van jc
e'f?e vaderland nog niet voldoende ken!,
maar Daantje had toch liever naar Bergen
Begaan waarom dat zegt Daantje niet
en hot was dan ook een reuzetoer om zoo
*ou en dan can slippertje naar Bergen ;e
,*enne make. We zatte op een middag op
ij-et terras van een hotel op de boelevaar tee
drinke, toen der een meneer hij ons
jvini zitten om le schuilen voor de regen
vrouw was als maar an 't woord gc-
*rest, dus nam Daantje dcrek de jllcgon-
p,d waar om ook os an 't woord te
emmo cn daarom stortte ik me cigc hals
®;i?r kop met die meneer in een gezellige
tooversaazie.
Maar het bleek, dal ie een buitelander
was en maar zoo'n beetje Hollands kon
babbelen en al is Daantje niet voor een
'klein geruchie'vervaard,.dat brabbeltaaltje
kon je toch niet goed verstaan.
„Pers" zee-die.
Nou dat treft, zee ik, ik ben ook van de
pers, maar tenslotte bleek het dat hij een
ander soort pers was, die meneer kwam uit
Ferzie mol U wete.
Nou heb Daantje voor ze Perzisch op do
school an de Sesiliaslraat altijd een beroerd
cijfer gebod, maar tenslotte gong het toch
zoo'n pietsie.
En zoo kwam het gesprek ook op het feit
dat er in de laatste maand drie inenschen
over het kanaal gezwomme waren en mc
vrouw zee heel glorieus dat twee van de
drie vrouwen waren, zoodat Daaulje ze eige
verplicht gevoelde om die smaad af te
wasse, en ook offies het kanaal over io
(zwemme. Nou is dat voor Daantje een peu-
leschil, om rede Daantje toch op ze vet
drijft en toen ie ze vrouw voorstelde om
mee le zwemme bedankte ze der warempel
voor, maar dat komt omdat ze heel lang en
dennig is, zoodat Daantje wel is hij ze
eige gedacht heb. dat Mevrouw Slokop
eigelijk zooveel as een heel gebleve twee
ling is.
Daantje trok toen een zwempakkie an,
gong te water en begon te' zwemme. En
weet U hoe het afliep. Daantje werd wak
ker in een fijn ledikant en begon metoen
Engels te babbele. omrede Daantje dacht
dat ie sekuur naar Engeland was gezwom
me. Maar dat was niet zoo, ze hadde Daan
tje weer gauw uit het water gehaald, om
rede Daantje anders was verdronke.
Je mot maar peg hebbe.
van jon! Het is do onderwijzer die het mij
gezegd hoeft.Jc hebt geen recht om mo
te slaan! Ik ben van don Staat!!
Welnu.do Staat.dat hen ik!
besluit do vader.
Klets! Pats!.... Klots!.... Ivlcts!....
I.odewijk XIV zou het hem niet hebben
kunnen verbeteren.
En de jongen gast naar school, zicii
overal tegelijk wrijvend.
Terwijl hij dien middag aan de klanten
het haar knipte begon de kapper na te
denken. Hi.i dacht aan hetgeen er aan ta
fel gebeurd was. want die jongen had
toch eigenlijk dien zin niet alleen uitge
vonden! Men had hem geleerd, dat de
ouders niet meer meetellen en dal de Staat
do groote meester is....
Maar wat is dan tocli die Stai'?
Die dure onbekende, (lie vandaag alles
naar zich toehaal!, van de spoorwegen tot
aan de kinderen....? Dat niet te vatten
wezen, dat zich alle rechten aanmatigt cn
vooral dat van (e stelen.... zich meester
to maken van terreinen die li ij niet heeft
ontgonnen en die men vruchtbaar gemaakt
heeft legen liem in?
Ja wie is dan die Staat?.... Dat dien
de u toch wel eens te weten ik moot
toch die hand kennen, die zich heel genie
pig uitsteekt tot de intimiteit van het ge
zin!
Plotseling komt cr beweging in den
klant.
.Zeg eens. jongen.je snijdt me
in mijn oor!.
Ach! pardon.... ik dacht aan don
Staat
Waaraan
Oh, dat is te long om Ic vertellen.
Maar (oen tegen etenstijd, om zes uur
zijn zoon van school kwam, was het de
vader die hem opendeed, en hem staande
houdend op de mat, terwijl hij zijn voelen
veegde vroeg hij hom*
Zeg eens, August.... behoor je nor
altiid aan den Staat....?
Ja!.... antwoordt het kind uitdagend
Welnu.ga dTan aan den Staat vra
gen, je jp souper te willen geven!....
En hij sloeg hem ile deur voor zijn neus
dicht!
NAAR NED. OOST-INDIË,
met het s.s. Slamat
door Riek LamoverSwierstra.
Zevende dag. Een prachtig, mooie
dag, een vlakke zee, een stralende zon in
de strak blauwe lucht. In de verte do kust
van Portugal, hooge, grillig gevormde
rotsen, grauw grijs, met hier en daar oen
paar, verstrooid liggende witte huisjes
cn soms boven op do rotsen, do hooge
palen fel afstekend tegen dc blauwe lucht,
een radiostation.
Op .liet dek, vroojijke lachende inen
schen, stoeiende kindoren, vol levenslust.
Rondom hef schip vliegen de zeemeeuwen
al krijschend en klapwiekend met ons
mge. Bij dc sjoelbak staan een troepje
kinderen te kijken naar een blonde krul-
lebol, die heel handig is met gooien.
Iedere schijf, die in een hokje terecht
komt, veroorzaakt uitroepen van verba
zing cn goedkeuring en het blonde ventje
glimt van trots.
Men merkt, dat men Zuidelijk komt,
het weer is zoo zacht en zoel. Als een
schitterend panorama trekt de Portugee-
sche kust aan ons voorbij. Tegen de rot
sen aan, een klein visschcrsdorpje op den
voorgrond visschersbootjes, lustig dobbe
rend op do golven. Een bootje komt zelfs
zoo dicht bij, dat we de mannen duidelijk
hooren roepen. Ze wuiven ons loo en
gaan dan door met hun werk.
We varen langs Kaap Roca cn later
tegen twaalf uur langs Kaap Elspichel.
Dan gaan we lunchen. De lunch op de
Slamat, hoewel zonder muziek, is zeer
zellig iemand, dio iedereen, do dames in
treft. Onze tafel wordt gepresideerd door
de adjunct-administrateur, een heel ge-
zelilg iemand, die iedereen, de dames in
do eerste plaats, voor zich inneemt, door
zijn innemende en vriendelijke conversatie
toon en zijn groote gedienstigheid voor
passagiers, die zijn raad vragen.
De Slamat heeft gebroken met het sys
teem van lange tafels in de eetzaal. Er
zijn kleine Tafeltjes voor 6 on 8 en
meer personen, wat voel gezelliger is. Na
de lunch gaan wc weer op het dek zitten.
Het strijkje brengt een v rooi ijk e stemming
onder do passagiers, die sommige popu
laire wijsjes hard meezingen.
Togen vier uur komt Kaap St. Vincent
in zicht, en nu zijn de passagiers, dio
heerlijk lui in hun deksfocl liggen ineens
niet slaperig meer.
Gewapend met kijkers en kicktoe.-lellen
vliegen ze naar het sloependok on bet
promenadedek cn leunen over de ver
schansing.
We varen nu vlak langs dc kust.
In de stralende middagzon zijn de rot
sen prachtig getint, van steenrood lot
donkergroen. We zien duidelijk de gol
ven wit schuimend opspatten tegen de
hooge rotsen, do donkere holen en spelon
ken, waar de zou niet in doordringt.
Langzaam nadert do boot de Kaap.
Boven op de hooge vooruitspringende rots
staat een groot gebouw, rein wit in de
zon, eenzaam op de kale ruwo hoogte.
Voor in den gevel is een kruis, dus den
kelijk is het een klooster. Uit een van de
vele ramen die donker zwart staan in do
witte muren wuift een jongetje ons toe
met zijn zakdoek cn wij allen groeten
terug.
Als de Loot langzaam do Kaap om
vaart, zien we, dat het gebouw toch niet
zoo erg eenzaam ligt. Vlak er bij ligt do
ru'ne van een kasteel of vesting uit lang
vervlogen tijden en nog vorder boven op
de rotsen een plaatsje, Sagres, zoo duide
lijk zichtbaar, dut we elk huisje gemakke
lijk onderscheiden kunnen. Hier krioelt
het van zeilbootjes.
Verder gaat de boot, hel witte klooster
eiï het stadje op dc rotsen vervagen meer
cn meer. Na een poosje zien we nog
slechts een flauwe streep van do kust.
De zon zinkt al lager cn lager en vlak
voor liet diner gaat ze onder als een roo-
de vurige bal. Ieder oogenblik verandert
dc tint van de wolken, van citroen-geel,
tot grijzig-paars. Al heel spoedig valt het
donker in.
Na het diner vcrklccdcn we ons vuur
het bal, dat vanavond op hel promenade
dek gegeven wordt. Het begint om negen
uur. Een bediende strooit poeder over den
grond, om hem mooi glad te maken. Er
zijn heel wat danslustigc dames en hoe
ren als de muziek begint tc spelen. Sle
pende walsen, vlugge steps, wisselen el
kaar voortdurend af. Hel dek i3 vol dan
sers met warme, lachende gezichten. Aan
den kant zitten toeschouwers, dikke da
mes, moeders van groote dochters, die
pret hebben als hun kind succes heeft cn
mooi danst, schuchtere meisjes, haug dat
ze niet goed kunnen dansen, oude hceren,
die vergenoegd hun paitjo drinken, cn
zoo nu on dan zich ook eens ami con
dansje wagen.
De administrateur hooft het druk, hij
neemt de muurhlocnictjes cn do hand
schoentjes voor zijn rekening cn is een
reusachtig liefhebber van de edele dans
kunst.
Het bal is erg geanimeerd en het wordt
half twaalf, voodat de muzikanten op
houden met spelen.
Dan gaan opeens alle lichten op hot
promenadedek uit en wordt het hcole
schip als liet ware alleen nog maar be
licht door de zilveren maan, die mild
haar stralen uitgiet over de hoot. Dal is
nog veel mooier dan kunstlicht.
Aclitstc dag. „De kust van Afrika i>
in zicht, we komen straks op dc reedc
van Tangcr", roept een kennis van ons
aan de liutdeur, en meteen schieten wij
al uit do veeren. Het is nog vroeg in den
morgen, pas zes uur. TVe haasten ons
met hel kleedcn cn hel ontbijt. De pa
trijspoort dicht en do hutdeur op slot,
luidt het hevel, dc bevolking van Tangcr
is erg diefachtig.
De zee is als een spiegel en de zon
schijnt al warm dat belooft wat voor van
daag. In de verte zien we Tangcr al lig
gen, witte huizen, verspreid tegen de
hellingen van de bergen. De zee is hier
effen blauw en doorschijnend. Op een af
stand van de haven blijft liet schip stil
liggen. De trap wordt naar beneden ge
laten. Ineens wemelt hel rondom het
schip van bootjes inet Marokkanen.
"Wat zien die lui er smerig uit! Eert
wijde korte broek, eon wit of gekleurd
hemd, een roode muls met zwarte kwast
cn dikke gele muilen.