kalender der week N.B. Als niet anders wordt aangegeven heeft in deze week iedere H. Ai is Gloria, geen Crcda en de gewone Prefatie. ZONDAG, 19 Sepl. Zeventiende Zondag na Pinksteren. Mis: 'Justus es. 2e gebed v. d. H. H. Janua rys en Gezellen. Credo. Prefatie v. d. Al- jerli. Drieëcnheid. Kleur: Groen. Tweevoudig is de verplichting van ons christelijk leven: Onderhouden Gods H. ,Wet (welke zich laat samenvatten in de twee hoofdgeboden van de liefde tot God :cn tol den naaste (Epistel en Evangelie) en oe zoude vermijden (Gebed) en uitboeten (Slilgebed). Dat vraagt van onze bedorven natuur offers. God echter zal ons Zijn hulp schenken, als wij vertrouwvol en offer vaardig tot Hem bidden. (Offertorium; Al- dcl uja-vors). Versterkt door Zijne hulp izulien wij in staat zijn Hem onze liefde te geven (Communio) en hebben wij ons tij- flens ons loven met Hem door liefde ver honden, dan behoeven wij Zijne rechtvaar dige oordeelen niet te vreezen, want dege nen, die den weg van Gods geboden bewan- Vlelcn, zullen den Heer eenmaal als erfdeel bezitten. (Introilus: Graduale). MAANDAG, 20 Sept. Vigilie v. d. H a t f h e s. Apostel en Evangelist. M i s: t d. H. H. Eustachius en Gezel len, Martelaren: Sapientiam, 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie. Kleur: p ao d. Ijolc is geoorloofd een H. Mis v. d. Vigi lie: Ego anfem. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Eustachius en Gezellen. Eigen Evange lie. Kleur: Paars. Eustachius beklecjjde een hoogen rang in het leger van Keizer Trajanus. Op jacht bekeerd, tengevolge van het verschijnen van het kruis tusschen het gewei van een door hem achtervolgd hert, liet hij zijne vrouw en twee kinderen doopen. Zij werden ge- jnarteld, toen na eeno overwinning Eusta chius weigerde aan de afgoden te offeren DINSDAG, 21 Sept. Feestdag van .c n H. M a 11 h eü s. Apostel en Evange list. M i s O s Ju s t i. Prefatie v. d. Apos telen. Kleur: Rood. De tollenaar Levi werd door Christus tot hot Apostelambt geroepen en sindsdien Mattheüs genoemd. Voor de Joden, die Christenen geworden waren, schreef bij zijn Evangelie in Tiet Hebreeuwsch, na Christus' verrijzenis. Hc-t JT Evangelie predikte Mattheüs in Ethio pië. WOENSDAG, 22 Sept. Mis v. d. H Thomas van Villanova, Bisschop en Belijder: Statuit. 2e gebed v. d. H. II. 'Mauritius en Gezellen, Martelaren. Kleur: jW i t. Geheel zijn leven heeft de H. Thomas zich onderscheiden door zijne onuitsprekelijke liefdadigheid ten opzichte van de armen. DONDERDAG, 23 Sep! Mis v. d. TT li n us, Paus en Martelaar: Statuit. 2o gebed v. d.-H. Thecla. Maagd en Martela res; Se er eëro v. d. Hefligen (A Cunctis). Kleur: Rood. In Franciscanerkerken: Feest der vinding van het lichaam der H. Clara, Maagd. Mis: Conversus. 2e gebed v d. H. Linus; 3e v. d. H. Thecla Kleur: Wit. VRIJDAG, 24 Sept. Mia van O. I.. Trouw ttt V r ij koop der slaven: Salve. Credo. Prefatie v. d. Allerli. Maagd (invullen: En U op het feest). Kleur: W i t Bij cene verschijning maakte de H. Maagd Maria aan den H. Petrus Nolascus bekend, dat zij graag een orde van reli- gieusen zag ingesteld, met het doel de ge vangen christenen te bevrijden uit do hau- 'den der Turken. Ook verscheen Maria aan 'den biechtvader van den H. Petrus, de n Raymundus de Bennafort en aan Koning ffacob van Arragon. die zij aanspoorde hulp te verleehon. Den lOen Augustus 1218 wenl 'de orde ingesteld met een vierde gelofte: ui. zich te geven tot onderpand, als het ïioodig zou zijn, voor de Vrijkooping' van «en Christenslaaf. In Franciscanerkerken: Mis v. d. H. Pacific us van Eep temped a: Os 'Jus t i. 2e gebed v. 0. L. Vrouw tot vrij koop der slaven. Credo. Prefatie v. d. Al lerli. Maagd (als boven). Laatste Evangelie Hit dc klis v. O. L. Vrouw. Kleur: W i t. ZATERDAG, 25 Sept. Mis v. d. H. Maagd Maria op een Zaterdag: Salve. 2e gebed tot Jen H. GecsT; 3e voor do Kerk; 4e voor den Paus. Prefatie v. d. Allerli. Maagd (invullen: En U om de vereering). Kleur: W i t. Lisse. ALBERT KOK, Pr. woord ontstond in de recreatie, door het geroep van oen rondvcnler, door do lezing van een feuilleton.... en zijn vriendjes cc* bij namen dat dan over met een natuurlij ken aanleg..,, zooals een bepaald soort vliegen zich bij voorkeur ophoudt op wal in ontbinding is.... twee maanden gele den was het: „de boerderij!" De laals'e maand: „kippetje!"Vandaag „de baard!" Aan dc wijze waarop haar echtgenoot mei zijn handen op de tafel trommelde begrijpt de moeder, dat de maal vol is en tracht zij de arme vrouw, liet onweer af te wenden. Zij neemt zachtjes den elleboog van haar zoon en brengt dien in een hetere houding: Kom.... beste jongen!.... wees nu braaf.... verbitter nu je vader niet!.... Maar het zoontje lacht om de verbitte ring van .Papa".... zooals trouwens om alles!.... Wat wil men dat hem dat doen zal?.... Hij heeft zijn brood opgegeten.. Misschien zult ge denken dat hij zich de moeite zal getroosten om brood le gaar- snijden....? Och kom!.... Brutaal pakt hij de snee brood weg van zijn zusje, die natuurlijk protesteert: Dat is mijn stuk! Neen hel is het mijne!. Papa, August neemt mij mijn brood af!... Klikspaan!. Hij zegt tegen me: klikspaan!.... Geeft 't brood terug a^n je zusje! Dat is haar brood niet!. Ik zeg dat je 't brood aan je zusje moet teruggeven! 't Mocht wal ze kan zelf toch een SDede afsnijden!. Geef 't brood terug! Wil je nu eens 'f brood teruggeven Wat „de haard"!!! Ik verbied je die nieuwe stommiteit weer te herhalen! De kwajongen buigt geniepig hot hoofd; werpt tersluiks een uitdagenden blik op zijn vader en heel, heel zachtjes, met slap pe lippen, de neus ir. zijn bord, herhaalt hij: ..De haard"!!! Pif!Paf».... Klets!.... Pats!.... en een paar klinkende oorvijgen brengen een beetje rood op de gele wangen van den jongen. Dadelijk is hij overeind gesprongen, stijf als een stok: in zijn blik vlamt plotseling opgekomen haal: Je hebt me geslagen!! Je hebt me geslagen!! herhaalde hij met bevende han den, alsof hij .het niet voelde aan zijn brandende wangen.... Je hebt me gesla gen!. Mij!!. Een oogenblik is do vader bang, dat dat kind van tien jaar zich op hem zal wer pen, de nagels gereed, woedend, razend, dorstend naar wraak. Maar August, durft niet: ofschoon ge heel buiten zich zelf heeft hij toch een juis! begrip- over de dingen die zijn kleine per soonlijkheid aangaan; hij voelt dat hij ver morzeld zal worden onder de groote hand van zijn vader, die op hem let.... hem afwacht. Opnieuw wil do moeder hem tot bedaren brengen. Maar schouderschuddend rukt hij zich los. komt opnieuw voor zijn vader staan, altijd hetzelfde herhalend. Je hebt me geslagen! Het was alsof zijn hoogmoed uit woede in zijn borst verslikte.... Je hebt me geslagen!!! Daar heb je geen recht voor! Klets! Pats!.... Pats! Pais! Jo hebt erPatshei recht!Kletsniet toeik ben niet van jou!! Pats!.... Verontwaardigde kreten! Op 't geluid van 't gebrul komen de buren te voorschijn om te zien wat er gaande is. Ik behoor toe aan den staat!! Plotseling hield do vader op met slaan: Je behoort Aan don Staat! En onder een stortvloed van tranen, die als een onweersregen op zijn gloeiende wangen valt Toept hij steeds uit: Ja....! niet aan jou!... Ik hen niet Zoo ziel U alweer; as jc gelukkig hen, kan je met je broek visch vange. Maar niet met een zwembroek. fef.siflac.es. Advertentiania. Duilsche Dienstbode ('ufv't cn wat groot) gevraagd, v. g. g Aan melden enz. Voor de inmaak? Feuilleton-stijl. „De barones", fluisterde Timber- man, „de barones ie een edele vrouw. Jammer alleen, 'dat zij zoo weinig praat". „Komt dat wellicht", vroeg Elgar- da, „omdat zij absoluut geen ge voel voor humeur bezit?" Kan het humeur zoo gevoelig zijn, dal men geen mond open doet? „Met een van genot stralend ge laat gleden de drie vingerhoeden je never het keelgat door." (Bij de uit reiking van het oorlam aan boord van een schip). Schiodammertjes met menschcHjke al lures. ..En ik, die alle duiten heeft mee gebracht, die kan naar de raian loopen Dat valt anders niet mee. Pijnlijke houding. De prachtige" muurschilderingen bieden een aangenaam zitje. (Uit oen beschrijving). KathcJcr "wijsheid. Ik weet. mijne hoeren, dat het oog van den leek ongeloovig het hoofd zal schudden: desniettegenstaande blijf jk bij mijn bewering. Een nieuwe vondst van een Prof. in d<: geneeskunde? Uit een medcdceling: „Hel is een bekende zaak, dat bij de ligging van een notenboom, diebt bij dc ramen van een kamer, het voofkomen van muggen in zulk een kamer zoo goed als niet voorkomt". Men behoeft dus de kwade gevolgen ook niet te voorkomen. ONZE POëTISCHE MEDEWERKER. De dichter spreekt: 'k Heb drukte, lof en «tos genoeg En., armoe ia geen schande. Als Pegesus maar vaardig ia Heb 'k werk onderhanden. 'k. Zit meestal 'a nachts, nooit overdag Te dichten en te zwéeten, Maar mijn producten leest men. niet Eu.... ik Leb niet tc eten. En ïn 'dat mooTc zonnige weer. Tooporï ze met zware jassen over de schouder- Als halten klimmen zo do trappen op, do matrozen, die beneden aan de trap'pest gevat hebben, loopen gevaar omver go loopen te wordfn. Boven klampen ze ons aan. die \l zo kerels die een raar Inchlje bij zich heli- ben, waardoor je onwillekeurig een beetje op een afstand blijft. Ken er van. de minst smerige heeft een mand vol koopwaar. 11 ji verkoopt mooie tasschen van Marok- kijasch leer, ansichten, kralen kettingen, loeren kussen-overtrekken ens i vraagt Lij ren schandelijk hoogen prijs voor, maar door afdingen krijgen we do dingen voor een derde deel, van wat hij er voor vroeg. Ik krijg een kussenovertrek en een taseli le samen voor drie gulden en mijn heer vroeg eerst voor het kussenovertrek alleen tien gulden. Bij den administrateur konden we een paar dagen geleden al kaartjes krijgen voor een uifstapjo naar Tangcr. lp do verte zien we dan ook al de eer ste motorboot aankomen, die de passa giers naar wal zal brengen. Dit eerste boot is dadelijk vol touristen en vaart met groote snelheid terug naar dc aanleg plaats. Wij nemen in do tweede boot plaats en varen over dc spiegelgladde zee naar don steiger, waar het vol staat met schreeu wende kooplui en nieuwsgierigen. Arabi sche soldaten in hun grijzr uniform, een kleine tulband op hot hoofd. Door een hek komen we op een slecht geplaveid plein waar schreeuwende bruine kerel in lompen gehuld, ons omringen. Midden uit die verwarde hoop dringt een slanke, in een wille manlid gehulde, persoon op ons toe. Zijn kleeding i "i iicel vir*. Lillend van die der kooplui. Een smetteloos wilto mantel van dunne soepele slof, een hel der gele broek, wit li eind, ecu roodc muls, waarover hij dc kap van zijn mantel ge trokken heeft, gele sandalen en sokken. Een prachtig type, mot amandelvormig© zwartbruine oogen. oen smal licht bruin gelaat en conisch ill erende mond met lau den. lil gebroken llollandsch, vergezeld met achteloos bevallige gebaren, vertelt bij ons, dat hij de gids van het Continental Hole! is. cn ons alles van Tangcr zal laten zien. Dan wendt hij zich tol de mannen en zegt hun iets in zijn eigen aal, waarop zo allen wegrennen en even later ieder niet een ezel lerugkeeren. Die beestjes zien er nu jui-i ook niet zoo heel smakelijk uil! Op den rug heb ben zo een dikke killing zakken, waar 1 uv-- sclion zoo verluide mij oan dame aan boord, een macht ongedierte zil. EenigS- zin.1-: vios van die dieren, wil ik eerst niet ezeltje rijden, maar als zo allemaal op stijgen onder veel grapjes en gelach, dan zil cr voor mij ook niets andcis op dan mijn eeno voel in de hand van den drij ver te zet Ion, en mij ook op d .-.<•!-• rug ncr te laten! De dikke hoeren van Int [."•zeischap krijgen ieder een afgeleefd paard tot hun beschikking, zoo ook mijn man, die op een bollige hoogbeenigc schimnvl komt l" zitten. De gids stelt zich aan hel hoofd van den sloot en zoo rijden we vergezeld van scL'vriiwendo ezeldrijvers, de stad in. TVe schommelen wel een beetje, en zoo nu en dan heb ik het gevoel of ik over den kop van den ezel heen zal vliegen, maar we hebben toch erg veel plezier. Door nauwe steile straten, ontzettend slecht geplaveid, langs gore, lioogc, witte en gele huizen, stappen de ezeltjes wel gemoed voort aangevuurd door de kreten en sissende geluiden van de drijvers. Brrr! wat is dit stad ontzettend .smerig, dat is met geen pen le beschrijven! De kinderen loopen in lompen op straat achter don stoet aan, steeds bedelend om oen half penny. Sommigen hebben afzich telijke zweren op hun gezicht. Do vrouwen loopen gesluierd en zien er .slordig m vies uit. Door verschillende straten, allen even nauw en hobbelig, nagogaapl zoowel door dc inboorlingen als door de blanken, waarvan sommige vrouwen zichtbaar ge poeierd en geschminkt zijn, gaan wc naar de markt. Een groot plein, waar in 't middet allerlei lontjes met koopwaar staan, rond om het plein armoedig uitziende winkel? cn huizen. Ik draag een zwart fluweeien jas En ellenlange lokken, Een fladderende flabberdas En heel moderne sokken. Zoo loop ik peinzend langs dc straal En zoek ik inspiratie, Die 'k meestal hij een biertje vind, Pas bij hot achtste glaassie. Maar aeh 't mcnschdom waardeert n ni«> Hel ligt in stof verzonken. Wat hooger dan materie reikt En straalt van geestesvonken. Dat heeft hun interesse niet, Zij achten het enen ziertje Zij fuiven en zij vieren foo^!, Ik drink een simpel bierlje. Ik loop steeds höng'rij^lang- de -'iaat Met uitgeleerde trekken Mijn maag is leeg, mijn jas.sio vol Met heel veel kale plekken. Ik voed den mensch. voor niemendal Met hoogverheven dingen, Tot dank houdt men mij voor den mal En laat mij stiekum zingen. O vreugdozoekend rnonschdom hoorl Naar mijn verheven zangen, Ik dicht voor wie 't betalen wil Zooveel als zij verlangen. Ik dicht per kilo en per el, Ik dicht op alle wijzen, Tk dicht, zooals ren elk het w En.... billijk zijn mijn prijzen. DINGEN DEZER DAGEN. WEEKREVUE. Daantje op vacantie. Daantje is op vekanzie geweest en heb ïoodoendc verlcde week geen tijd kenne .vinde om ze weckrevu in mekaar te prulse, onnede Daantje het met ze vekanzie nog drukker had dan anders, zoodat de lezers Tan de Leidse krant het wetenschappelijk artikel van Daantje heb motte derve. Anders 'n mooie instelling zoo'n vekau- je kan je dan tenminste .weer es in spannen en moei make om dan as je ve kanzie om is, wee* genoegelijk uit te kenne ïusle. Mevrouw Slokop had beslote, dat Daantje vekanzie zou doorbrenge in Bergen aan Zee cn ze gong natuurlijk zeivers met Daantje mee. Nou ben ik er een voorstander van ]e Manzie in je eige vaderland door te bren- Ec omrede je niet naar het buitenland mot 8aan zoolang je de schoonheden van jc e'f?e vaderland nog niet voldoende ken!, maar Daantje had toch liever naar Bergen Begaan waarom dat zegt Daantje niet en hot was dan ook een reuzetoer om zoo *ou en dan can slippertje naar Bergen ;e ,*enne make. We zatte op een middag op ij-et terras van een hotel op de boelevaar tee drinke, toen der een meneer hij ons jvini zitten om le schuilen voor de regen vrouw was als maar an 't woord gc- *rest, dus nam Daantje dcrek de jllcgon- p,d waar om ook os an 't woord te emmo cn daarom stortte ik me cigc hals ®;i?r kop met die meneer in een gezellige tooversaazie. Maar het bleek, dal ie een buitelander was en maar zoo'n beetje Hollands kon babbelen en al is Daantje niet voor een 'klein geruchie'vervaard,.dat brabbeltaaltje kon je toch niet goed verstaan. „Pers" zee-die. Nou dat treft, zee ik, ik ben ook van de pers, maar tenslotte bleek het dat hij een ander soort pers was, die meneer kwam uit Ferzie mol U wete. Nou heb Daantje voor ze Perzisch op do school an de Sesiliaslraat altijd een beroerd cijfer gebod, maar tenslotte gong het toch zoo'n pietsie. En zoo kwam het gesprek ook op het feit dat er in de laatste maand drie inenschen over het kanaal gezwomme waren en mc vrouw zee heel glorieus dat twee van de drie vrouwen waren, zoodat Daaulje ze eige verplicht gevoelde om die smaad af te wasse, en ook offies het kanaal over io (zwemme. Nou is dat voor Daantje een peu- leschil, om rede Daantje toch op ze vet drijft en toen ie ze vrouw voorstelde om mee le zwemme bedankte ze der warempel voor, maar dat komt omdat ze heel lang en dennig is, zoodat Daantje wel is hij ze eige gedacht heb. dat Mevrouw Slokop eigelijk zooveel as een heel gebleve twee ling is. Daantje trok toen een zwempakkie an, gong te water en begon te' zwemme. En weet U hoe het afliep. Daantje werd wak ker in een fijn ledikant en begon metoen Engels te babbele. omrede Daantje dacht dat ie sekuur naar Engeland was gezwom me. Maar dat was niet zoo, ze hadde Daan tje weer gauw uit het water gehaald, om rede Daantje anders was verdronke. Je mot maar peg hebbe. van jon! Het is do onderwijzer die het mij gezegd hoeft.Jc hebt geen recht om mo te slaan! Ik ben van don Staat!! Welnu.do Staat.dat hen ik! besluit do vader. Klets! Pats!.... Klots!.... Ivlcts!.... I.odewijk XIV zou het hem niet hebben kunnen verbeteren. En de jongen gast naar school, zicii overal tegelijk wrijvend. Terwijl hij dien middag aan de klanten het haar knipte begon de kapper na te denken. Hi.i dacht aan hetgeen er aan ta fel gebeurd was. want die jongen had toch eigenlijk dien zin niet alleen uitge vonden! Men had hem geleerd, dat de ouders niet meer meetellen en dal de Staat do groote meester is.... Maar wat is dan tocli die Stai'? Die dure onbekende, (lie vandaag alles naar zich toehaal!, van de spoorwegen tot aan de kinderen....? Dat niet te vatten wezen, dat zich alle rechten aanmatigt cn vooral dat van (e stelen.... zich meester to maken van terreinen die li ij niet heeft ontgonnen en die men vruchtbaar gemaakt heeft legen liem in? Ja wie is dan die Staat?.... Dat dien de u toch wel eens te weten ik moot toch die hand kennen, die zich heel genie pig uitsteekt tot de intimiteit van het ge zin! Plotseling komt cr beweging in den klant. .Zeg eens. jongen.je snijdt me in mijn oor!. Ach! pardon.... ik dacht aan don Staat Waaraan Oh, dat is te long om Ic vertellen. Maar (oen tegen etenstijd, om zes uur zijn zoon van school kwam, was het de vader die hem opendeed, en hem staande houdend op de mat, terwijl hij zijn voelen veegde vroeg hij hom* Zeg eens, August.... behoor je nor altiid aan den Staat....? Ja!.... antwoordt het kind uitdagend Welnu.ga dTan aan den Staat vra gen, je jp souper te willen geven!.... En hij sloeg hem ile deur voor zijn neus dicht! NAAR NED. OOST-INDIË, met het s.s. Slamat door Riek LamoverSwierstra. Zevende dag. Een prachtig, mooie dag, een vlakke zee, een stralende zon in de strak blauwe lucht. In de verte do kust van Portugal, hooge, grillig gevormde rotsen, grauw grijs, met hier en daar oen paar, verstrooid liggende witte huisjes cn soms boven op do rotsen, do hooge palen fel afstekend tegen dc blauwe lucht, een radiostation. Op .liet dek, vroojijke lachende inen schen, stoeiende kindoren, vol levenslust. Rondom hef schip vliegen de zeemeeuwen al krijschend en klapwiekend met ons mge. Bij dc sjoelbak staan een troepje kinderen te kijken naar een blonde krul- lebol, die heel handig is met gooien. Iedere schijf, die in een hokje terecht komt, veroorzaakt uitroepen van verba zing cn goedkeuring en het blonde ventje glimt van trots. Men merkt, dat men Zuidelijk komt, het weer is zoo zacht en zoel. Als een schitterend panorama trekt de Portugee- sche kust aan ons voorbij. Tegen de rot sen aan, een klein visschcrsdorpje op den voorgrond visschersbootjes, lustig dobbe rend op do golven. Een bootje komt zelfs zoo dicht bij, dat we de mannen duidelijk hooren roepen. Ze wuiven ons loo en gaan dan door met hun werk. We varen langs Kaap Roca cn later tegen twaalf uur langs Kaap Elspichel. Dan gaan we lunchen. De lunch op de Slamat, hoewel zonder muziek, is zeer zellig iemand, dio iedereen, do dames in treft. Onze tafel wordt gepresideerd door de adjunct-administrateur, een heel ge- zelilg iemand, die iedereen, de dames in do eerste plaats, voor zich inneemt, door zijn innemende en vriendelijke conversatie toon en zijn groote gedienstigheid voor passagiers, die zijn raad vragen. De Slamat heeft gebroken met het sys teem van lange tafels in de eetzaal. Er zijn kleine Tafeltjes voor 6 on 8 en meer personen, wat voel gezelliger is. Na de lunch gaan wc weer op het dek zitten. Het strijkje brengt een v rooi ijk e stemming onder do passagiers, die sommige popu laire wijsjes hard meezingen. Togen vier uur komt Kaap St. Vincent in zicht, en nu zijn de passagiers, dio heerlijk lui in hun deksfocl liggen ineens niet slaperig meer. Gewapend met kijkers en kicktoe.-lellen vliegen ze naar het sloependok on bet promenadedek cn leunen over de ver schansing. We varen nu vlak langs dc kust. In de stralende middagzon zijn de rot sen prachtig getint, van steenrood lot donkergroen. We zien duidelijk de gol ven wit schuimend opspatten tegen de hooge rotsen, do donkere holen en spelon ken, waar de zou niet in doordringt. Langzaam nadert do boot de Kaap. Boven op de hooge vooruitspringende rots staat een groot gebouw, rein wit in de zon, eenzaam op de kale ruwo hoogte. Voor in den gevel is een kruis, dus den kelijk is het een klooster. Uit een van de vele ramen die donker zwart staan in do witte muren wuift een jongetje ons toe met zijn zakdoek cn wij allen groeten terug. Als de Loot langzaam do Kaap om vaart, zien we, dat het gebouw toch niet zoo erg eenzaam ligt. Vlak er bij ligt do ru'ne van een kasteel of vesting uit lang vervlogen tijden en nog vorder boven op de rotsen een plaatsje, Sagres, zoo duide lijk zichtbaar, dut we elk huisje gemakke lijk onderscheiden kunnen. Hier krioelt het van zeilbootjes. Verder gaat de boot, hel witte klooster eiï het stadje op dc rotsen vervagen meer cn meer. Na een poosje zien we nog slechts een flauwe streep van do kust. De zon zinkt al lager cn lager en vlak voor liet diner gaat ze onder als een roo- de vurige bal. Ieder oogenblik verandert dc tint van de wolken, van citroen-geel, tot grijzig-paars. Al heel spoedig valt het donker in. Na het diner vcrklccdcn we ons vuur het bal, dat vanavond op hel promenade dek gegeven wordt. Het begint om negen uur. Een bediende strooit poeder over den grond, om hem mooi glad te maken. Er zijn heel wat danslustigc dames en hoe ren als de muziek begint tc spelen. Sle pende walsen, vlugge steps, wisselen el kaar voortdurend af. Hel dek i3 vol dan sers met warme, lachende gezichten. Aan den kant zitten toeschouwers, dikke da mes, moeders van groote dochters, die pret hebben als hun kind succes heeft cn mooi danst, schuchtere meisjes, haug dat ze niet goed kunnen dansen, oude hceren, die vergenoegd hun paitjo drinken, cn zoo nu on dan zich ook eens ami con dansje wagen. De administrateur hooft het druk, hij neemt de muurhlocnictjes cn do hand schoentjes voor zijn rekening cn is een reusachtig liefhebber van de edele dans kunst. Het bal is erg geanimeerd en het wordt half twaalf, voodat de muzikanten op houden met spelen. Dan gaan opeens alle lichten op hot promenadedek uit en wordt het hcole schip als liet ware alleen nog maar be licht door de zilveren maan, die mild haar stralen uitgiet over de hoot. Dal is nog veel mooier dan kunstlicht. Aclitstc dag. „De kust van Afrika i> in zicht, we komen straks op dc reedc van Tangcr", roept een kennis van ons aan de liutdeur, en meteen schieten wij al uit do veeren. Het is nog vroeg in den morgen, pas zes uur. TVe haasten ons met hel kleedcn cn hel ontbijt. De pa trijspoort dicht en do hutdeur op slot, luidt het hevel, dc bevolking van Tangcr is erg diefachtig. De zee is als een spiegel en de zon schijnt al warm dat belooft wat voor van daag. In de verte zien we Tangcr al lig gen, witte huizen, verspreid tegen de hellingen van de bergen. De zee is hier effen blauw en doorschijnend. Op een af stand van de haven blijft liet schip stil liggen. De trap wordt naar beneden ge laten. Ineens wemelt hel rondom het schip van bootjes inet Marokkanen. "Wat zien die lui er smerig uit! Eert wijde korte broek, eon wit of gekleurd hemd, een roode muls met zwarte kwast cn dikke gele muilen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 15