HET SPOORWEGONGELUK BIJ DE VINK. eerste (lus, lag onder waler, daar was niets meer van te zien!" „U is inderdaad wonderlijk gered 1" „Ja, en nu juist, nadat ik veertien da gen geleden zoo wonderlijk aan het vlieg tuigongeluk met de Pander te Dortmund ontsnapte.... Ik was ermee van Soes- terberg naar Dortmund gevlogen, had daar iets aan mijn papieren te laten doen. Een wriend van me gaat mee naar hoven en beiden schieten er hun leven bij in. En nu dit.Maar 'k mag van geluk sprekenZiet u, alleen mijn kousen en schoenen zijn nog wat nat. één heen wat stijf, en hier", voegde hij er aan toe, zijn linkerhand tusscben duim en wijs- vinger toonend, ..is een snee hét bewijs dat ik de deurstijl greep. „En uw andere medereizigers?"* „Dat waren mevrouw en de heer t.obo, die schuin tegenover me zaten Toen ik wat hersteld was, zag ik aan den an deren kant van de sloot in het land me vrouw I.obo liggen Hot was vrpese- lijk om aan te zien- Haar beide boe nen waren afgckneld. Ze bewoog nog even met de armen Maar de afstand was te groot om iels duidelijk waar te nemen. Onmiddellijk nadat dr Rürnkc met mij op het droge gekropen was, is hij weer het water ingegaan om den heer en nis- vróuw Lobo te zoeken.Een hoffelijke daad, maar zooals ik ,u zeide, het was niet meer noodig. „Heeft ii nog andere slachtoffers ge zien0" „Ja, er ïag een eind verder een dame, in het bloed, met een diepe vleeschwond in haar hals... Ik beduidde haar, dat ze stil moest liggen en wachten. Weldra kwam de Parijsche trein. 'k Heb in den restauratiewagen een glas water gedronken "n was (oen weer opge knapt. Tijdens het voorval was ik kalm ge noeg om alles op te nemen Met een hulptrein ben ik naar Den TIaag gereisd. Werkelijk, ik herhaal, ik mag van geluk spreken, want behalve een paar natte kousen en een winkelhaak in mijn broek, heb ik niets. Een ste vige maaltijd, een flinke slaap, en ik lien weer heelemaal op streek", besloot de heer Van dor Kwast, die wonderlijk kalm was. We spraken hem ten huize van efen vriend en toen zoonlief naar hem kwam vragen, zei hij: „0, weet mijn vrouw er nog niets van? Nu, zeg het dan ook maar niet!" Alsof hij n: i mist aan den dood ont snapt was! Dr. Rümke vertelde het volgende: „Ja, ook mijn indruk was, dat we een slechten wagen getroffen hadden, liet le zen was me moeilijk en de wagen schom melde hevig Toch was ik zóó verdiept in mijn leer tuur, dat ik nht eens wist, dat we Voor- - schoten al gepasseerd waren Toen ik de eerste schokken voelde, was ik mij nog geen gevaar bewust; ik wierp niet eens dadelijk mijn bock weg Mijn buurman, de heer v. d. Kwast, trok zijn beenen op. Ik had ook wel eens ge hoord, dat men dat doen moest in geval van gevaar. (leed het en juist brak het compartiment open. we werden naar beneden geslingerd in het water!" „Had u dn indruk te vallen?" „Neen, het was meer de emotie, die men "op een rutchbaan heeft, wanneer een schuitje naar beneden gaat, bet water in. Zoo was bet precies Toen ik op den kant geklauterd was, héb ik nog geroepen en gezocht naar onze medepassagiers, den heer en mevrouw Lobo.... Een einde verder lag mevrouw. Mijn indruk was, dat ze niet meer hij ken nis is geweestHaar polsslag was héél slecht en ze reageerde niet meer op het geen ik zeide. Terwijl de heer Lobo opvallend bleek was, bebloede lippen had en ook een zeer slechten pols, meen ik te kunnen zeggen, dat hij misschien nog even hij kennis is ge weest Zij waren er liet slechtst aan toe Een twaalftal andere gewonden heb ik bijna allen den pols gevoeld en over liet al gemeen heb ik: wachten tot er hulp is, aangeraden. Dat heeft men ook gedaan, Er heerschle geen paniek.De meesten waren, de om standigheden in aanmerking genomen, zeer rustig. Toen er <issistenüe kwam, ben ik zoo gauw mogelijk weggegaan Ik heb me niet met de aankomenden in verbinding ge steld. Ik as zelf te veel geschokt, dat begrijpt u." Dat waren de woorden van den doktor, die bet eerst van allen de slachtoffers met een deskundig oog aanschouwde De hulpverleemng. 't Was wonderbaar zoo spoedig en zoo veel hulp er onmiddellijk na het tragisch ongeluk kwam opdagen. Uit Voorschoten en Leiden werden onmiddellijk hulpbriga des uitgezonden. Negen minuten nadat liet ongeval gemeld was stond de spoorwegbri gade van het Academisch Ziekenhuis on der leiding van dr. Suermoiidt roods aan - het station. De spoorwegarts cL Birkhof uit Voorschoten en dr. v Stoel arriveerden het eerst op de plek des onheils. Daarna verschenen dc Gemeentelijke Geneeskundi- ge Dienst met dr. Horst aan hef. hoofd, tal van artsen, verplegend personeel, de af- deelingen van het Roode Kruis uit Leiden en Den Haag snelden naar de plaats van de ramp, meevoerend tal van ziekenauto's, 'j draagbrancards enz. Geruimen tijd waren verschillende dok toren bezig met de gewonden. De heer Lobo werd levenloos uit het waler gehaald, zijn echtgenóole mevr. Greta Lobo-Braakensiek werd zwaar ver- minkt gedeeltelijk in de sloot geyonden. Een der beenen was geheel afgekneld, het an- I dere zwaar verminkt. Kj Dr. Birkhof uit Voorschoten, die reeds aanwezig was, toen men haar aan den wal bracht deelde mede, dat zij hem om water en chloroform had gevraagd. Spoedig nadat hij haar een inspuiting had gegeven, was zij echter overleden. Tevergeefs heeft men Zooals gister in onze stadseditie gemeld, beeft gisterenmiddag op het Baanvak 's-GravenhageLeiden een noodlottige treinontsporing plaats gehad, zooals ons land er gelukkig slechts zeer weinige kent. Be wildste geruchten en de meest onge looflijke verhalen verspreidden zich als een loopend vuurtje door stad en omgeving. Korten tijd nadat het ongeluk had plaats gevonden waren wij op het terrein van do ramp. Het bleek ons, dat trein 218, die des mid dags om 2.48 uit Ben Haag naar Leiden vertrekt om te 3.03 alhier te arriveeren even voor wachthuisje 59, 600 a 700 Meter voor de halte De Vink, was gederailleerd. Bij een eersten oogopslag zagen we, dat de locomotief, de tender en een postrijtu'g ter linkerzijde gekanteld op de baan lagen, gedeeltelijk het tweede spoor versperrend Dan volgde de bagagewagen en een 1c en 2e klas-rijtuig, die beiden naast "elkaar met den kop in de sloot lagen. Gelukkig bleek, dat de geruchten over 't aantal dooden schromelijk overdreven wa ren. Dat er dooden gevallen zijn valt niet te verwonderen 'l Was een warboel van ver splinterde wagen-deelen, bagagenetten, banken enz. We vernamen dan ook al spoe dig, dat de heer Jessurun Lobo en zijn echtgenoofe mevr. Greta Lobo-Braakensiek, do bekende tooneelspelers, den dood bij het ongeluk gevonden hadden. Op. de locomotief kwam de instructeur chef machinist om het leven. Talrijk waren de gewonden, die kreunend en kermend langs den weg lagen en de aanblik van de slachtoffers en do ontzet tende mine was gewéldig Een gezicht op de opengescheurde le en 2e klas wagen (links) en den bagagewagen (rechts) beide met dep neus in de sloot. Wat wij hoorden vertellen. Kort na onze aankomst op het terrein ontwaarden we den machinist van den trein, den heer H. Müller uit Amersfoort. Hij vertelde ons, schijnbaar kalm, doch met begrijpelijke aandoening in zijn stem. dat zij met hun drieën op de locomotief stonden, de chef-machinist Van Rhoon uit Amsterdam, de stoker v Ettikoven uit Amersfoort en hij zelf. Op een gegeven oogenblik voelde onze zegsman oenige vreemde bewegingen aan de locomotief, een Jumbo van het zwaar ste type, een schok volgde 't Was een oogenblik werk om den stoom af te sluiten en de remmen aan te -'Men. de locomotief sloeg om ter linkerzijde en wijl hii zich ter rechlerziide in den wagen bevond, zag bij kans door bet gat aan zijn rechterzijde te klimmen en hij zat boven op den wagen. Tegelijkertijd had hij gezien, toe v. Rhoon door den schok vooruitsloeg gedeeltelijk in den vuurhaard, terwijl ach ter hem de kolen uit den tenderwagen aan stortten en hem gedeeltelijk bedolven. De stoker v. Ettikoven slaagde erin zich over de kolen heen te werken' aan de achterzij de van de locomotief en hoewel ernstig ver wond eruit te kruipen. Door den schok brak het peilglas en knapte de stoomfluit van <do machine af. waardoor v. Rhoon door den onfsnnppenden sfoorn deerlijk ver brandde. Zijn eerste werk was om het.vuur te doo- ven en te trachten v. Rhoon te bevrijden Terwijl bij met een emmer den dijk afsnelde om water te halen boorde hij het gekerm en gegil der passagiers. Teruggekomen hakte hii den kap van de locomotief open en met behulp van inmiddels toegeschoten personen werd het verkoolde lijk van Vjin Rhoon nit de machine gehaald. Een zij-aanzicht van de in de sloot gereden, wagens. Van den controleur van den trein, den heer Pabst uit. 's-Gravenhage vernamen we, dat hij midden in den trein zat, „toen het ongeluk gebeurde. Hij voelde een on gewone beweging, een lichten schok en de trein stond stil. Uit het coupé-raam zien de ontwaarde hij tot zijn ontzetting, dat er twee wagens met de neus in dc sloot lagen. IJlings spoedde hij zich daar heen en zag verschillende personen in het wa ter spartelen. Hij wilde zich te water be geven om te redden, toen een heer hem een jas in de handen duwde met de woorden: „Houd vast er zit een schat in die jas." Niet wetend wat hij deed pakte hij de jast va§t en de eigenaar sprong te water om een dame te redden, 't Bleek later, dat dit mevr. Greta Lobo-Braaken siek was geweest. De controleur moest, toen er van alle kanten hulp kwam opdagen weg om den gederailleerden trein te dekken en te zor gen, dat er geen andere treinen op zou den loopen. In den tweeden coupé, van den le en 2e klasse wagon, die onmiddellijk achter den goederenwagon reed, welke de loco motief volgde, zaten vijf reizigers, onder wie de heer Van der Kwast uit Rijswijk, met wien een verslaggever van het „Vad." kort na het ongeval een onderhoud had. Ofschoon nog niet heelemaal op verbaal, was hij zoo welwillend te vertellen: „Kort na ons vertrek uit Den Haag, vond ik dat de trein wel wat erg schom melde. Het was me vrijwel onmogelijk om te lezen. Bij Voorscholen legde ik dan ook mijn lectuur ter zijde eii keek wat uit het raampje. Na een poos voelde ik een ongewonon schok, alsof de remmen werden aange trokken. Kort daarop nog een. 'k Heb veel in het buitenland gereisd en veel meegemaakt, 'k Dacht: Jonge, daar is iets niet in 'orde.... Meteen trok ik werktuigelijk mijn beenen opzag dat een reisgenoot tegenover me mijn voorbeeld half volgde.... Gekraak.... geratel als over dwarsliggerseen fel lichteen valeen deurpoststijl, waar ik naar greep.en water. Dat was die sloot.Ik kroop er met een uit, het was een soort reflexIk voelde iemand aan mijn jas, dr. Rümke, die tegenover me had. gezeten. Op het moment dat ik uit de sloot kroop, keek ik om en zag de volgende wagons in elkaar schuiven. En 'k dacht: Je Bent er weer tusschen- doorl De coupé vóór ons, moet u welen, de Drie dooden, verschillende gewonden Het opengescheurde eerste compartiment van bet 3e klasse-rijtuig. Het echtpaar LOBE-BRAAKENSIEK en de Chef-Machinist gedood. Uitnemend werk van doctoren en verplegend personeel. De plaats van het ongeluk bood een ontzettenden aanblik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 4