Tweede Blad. Vrijdag II September 1926 STADSNIEUWS De opleiding van metselaars. f In f(De Opbouw", liet orgaan van den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond, worden hierover de volgende opmerkingen ge maakt: In Utrecht (ook nu te Leiden. Red L. Crt.) is men bezig met de opleiding van metselaars. Men zal opperlieden en tim merlieden metselen trachten te leerem, om reden men eenerzijds een tekort aan met selaars meent te kunnen constateeren en anderzijds werkloosheid onder andere groepen van bouwvakarbeiders beslaat. Het is niet voor de eerste maal, dat der gelijke pogingen worden ondernomen. Eenige jaren terug tijdens de hoogconjunc tuur in het bouwbedrijf, zijn in meerdere plaatsen metselaar opgeleid. Tijdens de opleiding gaf het werk der leerlingen doorgaans grond voor goede verwachtingen. De opleiding heeft een aantal personen het bedrijf ingestuurd. Wij hebben echter den indruk (vaste sta tistische gegevens ontbrken) dat de mees ten zich in de practijk van het vak niet duurzaam als vakman hebben kunnen hand haven. Mogelijk ware het beter, indien het voor nemen bestaat om personen door middel van een spoed-cursus voor een ander roep te bekwamen, bij voorkeur geen werk- loozen te nemen. Het komt ons voor dat onder de goed-geoefende beroeps-opperlie den, die vrij geregeld werk vinden in hun eigen beroep, de beste krachten schuilen voor toekomstige metselaars. De keuze van zulke personen zou echter meerdere opleidingskosten met zich brengen. Maar dat daaronder de meest geschikten zitten houden we voor zeker. Ten opzichte van timmerlieden, die tot metselaar moeten worden omgevormd, zijn we van dezelfde meening. Wie timmerman is en veel werk loos, loopt naar onze meening ook als op geleid metselaar veel werkloosheidsrisico. Zijn kennis van twee beroepen zal hem in één van die twee niet licht tot eenspeciali teit maken. Daarbij komt dat de werk loosheid van sommigen niet alleen in de vakbekwaamheid, maar tevens in andere persoonlijke eigenschappen te zoeken is. Werkzoeken is op zich zelf een arbeid waar men beschikt voor moet zijn. Op de resultaten der opleiding willen we echter niet vooruit loopen. Het beste is af te wachten, of de erva ring met vorige proefnemingen zich her haalt. Plaatselijke Schoolcommissie. Aan het jaarverslag over 1925 is het volgende ontleend: In de samenstelling onzer Commissie kwam gedurende het jaar 1925 slechts deze wijziging, dat de heer J. J. Colin die niet langer lid kon blijven, wijl geen zijner kinderen meer de lagere school be zocht, bij Raadsbesluit werd vervangen door den heer Prof. Dr. N. J. Grom, wien door de Commissie tevens de bestuurs functie van den heer Colin (plaatsvervan gend secretaris) werd opgedragen. De Commissie was ultimo 1925 samen gesteld als volgt: Mr. E. A. Cosman, Witte Singel 19 Mevr. W. M. M. ProosMoolhuysen, Parkstraat 5a, J. W. van Hees, Meidoorn straat 41, Prof. Dr. N. J. Krom, Witte Singel 18, ouders van leerlingen van O. L. Scholen. J. P. Mulder, Breestraat 70, T. S. Goslinga, Breestraat 127, J. C. Boertee, Plantsoen 65, Mevr. H. A. C. Rademaker Coucke, Oegstgeesterlaan 31, ouders van leerlingen van Bijzondere Scholen. J. M. Mazurel, Schelpenkade 31a, Jac. Tsjals- ma, Koninginnelaan 37, W. Koops Azn., Rijn- en Schiekade 10, D. C. Schuit, Bil- dèrdijkstraat 12, onderwijzers aan O. L. Scholen. J. L. v. Heteren, Haarlemmerstr. 242, W. P. Melief, 3 Octoberstraat 23a, W. Vros, Hoogl. Kerkgracht 20a, A. L. L Gathier, Rijnsburgersingel 9, onderwij zers aan Bijzondere Lagere Scholen.. J. Schapa Hzn., Haarlemmerstr. 93, A. L. Boot, Schelpenkade 37, A. Couvee P.Jzn., Ztw. Singel 57, A. J. Oostdam, H. Morsch- weg 28, overige ingezetenen meerderjarige Bestuur der Commissie: T. S. Goslinga, Voorzitter; W. Koops Azn Plv. Voorzit ter; A. J. Oostdam, Secretaris; Prof. Dr. L J. Krom, Plv. Secretaris. Hoewel niet tot 1925 behoorend willen de samenstellers van het verslag toch niet nalaten hier bereids melding te maken van het verlies, dat de Commissie begin Januari 1926 leed door het vrij onver dacht overlijden van het lid, den heer J. C. Boertee; zijn nagedachtenis zal onder hen in eere blijven als die van een man, viens doorzicht, rechtschapenheid en ijver ln ho°g aanzien stonden bij allen, die het Voorrecht hadden hem te kennen. i Commissie hield in het verslagjaar slechts 5 vergaderingen, als regel door <*n bestuursvergadering voorbereid. Reeds 1 gering aantal vergaderingen wijst er dat het lager onderwijs in onze ge meente een rustig tijdperk doormaakte en eimg zaken ('t zij op eigen initiatief aan «e orde gesteld, 't zij door B. en W. aan /if ,.?0r(^®e^ der Commissie onderworpen) e bijzonder aandacht vroegen. nn en W. werd in overweging ge geven, de schoolkinderen te doen bekend "en met dg gevaren en de regels van- ler>rvT°g a* ecM°r "iet als een nieuw prlJi 2011 tm°8f'" worden opgevat) en de drutï?' !Gr hevei,i^ing van de jeugd in de viT.,-.^ Jon» des morgens een kwartier ger te doen beginnen en eindigen. iondJf «e vervr°eging, ook aan de bij- ere scholen te verzoeken, zou ten ge volge Hebben, 8at 8e klnderü ree8s ïn 8o school of weder thuis zouden wezen als de verkeersdrukte wegens hol aanvangen of eindigen van kantoren enz. toenam. Voor zoover bekend heeft dit advies der Commissie alleen dit resultaat opgeleverd, dat aan de openbare scholen de bekende verkeersplalen van den A. N. W. B. zijn verstrekt. Op verzoek werd een advies uitgebracht betreffende de voorgenomen (en inmiddels tot stand gekomen) wijziging van het leer plan voor de opleidingsscholen voor U. L. O Bij deze wijziging werden de Kerstva- cantie en de herfstvacantic verkort en werd tevens de namiddag van den 8sten Febr. (dies Leïdsche Hoogeschool) als va- cantiemiddag geschrapt. Hetzelfde had plaats ten aanzien van de School voor Buitengewoon L. O. Van deze school kan voorts nog worden meegedeeld, dat de leer tijden er gelijk gesteld werden met die van de gewone lagere scholen, zulks in overeenstemming met het advies van den Inspecteur voor het Buitengewoon L. O., doch zonder dat de Commissie daarover was geraadpleegd. In gemeld advies werd tevens: 1. de aandacht van B. en W. op de wen- schelijkheid om geleidelijk de Zomerva- vanlie to vervroegen, zulks met het oog op de vaak hetere weersgesteldheid in Juli 2e. hij B en W. aangedrongen op een heid in de keuze der voor alle scholen ver plichte liederen; 3e. uitgesproken als oordeel der Com missie, dat er eenzelfde vacantieregeling behoordo te zijn voor alle scholen en wel die welke op dat moment van kracht wa3 voor de opleidingsscholen. De vraag. „Wat kan do lagere school doen ter bevordering eener juiste beroeps keuze?" werd in een der vergaderingen, bijgewoond door wethouder J. F. X. San ders en den Directeur van den Gemeente lijken Dienst voor Sociale Zaken, uitvoerig besproken, wat echter (gezien den stand van het vraagstuk) nog niet tot een defini tief antwoord leidde. De Commissie meendo te dien aanzien evenwel diligent te moeten blijven en ver zocht met het oog hierop B. en W. eenige harer leden te mogen aanbevelen voor een benoeming in de sub-commissie voor de beroepskeuze, welke commissie deze zaak in studie heeft in opdracht der Commissie van Advies voor genoemden gemeentelijij ken tak van dienst. Het kwam der com missie voor, dat op die wijze versnippe ring van krachten zou worden voorkomen, terwijl wederzijds van voorlichting zou kunnen worden gediend. Eenig antwoord werd hierop van B. en W. nog niet ontvangen. Het onderwijs kon steeds zonder stoor nis plaats hebben; slechts de onvermijde lijke personeelveranderingen, mazelen epidemie en verschillende gevallen van erithema infectuosa, verstoorden hier en daar den regelmatigen gang der lessen. Deze rust beteekent evenwel niet, dat er geen vraagstukken meor zouden be staan, welke de" aandacht bezig hielden of zijn komen vragen. Gememoreerd wordt verder, dat de her bouwde gemeentelijke opleidingsschool voor meisjes aan de Boommarkt weder in gebruik werd genomen en blijkbaar goed voldoet; dat de gebouwen der opgeheven gemeentescholen in het Plantsoen werden betrokken door de Christelijke school aan de Pieterskerkgracht, wier huisvesting daarmede zeer veel verbeterd werd; dat de verbouwing der scholen aan de Vrouwenkerksteeg nog altijd niet voltooid is, zoodat de leerlingen dier scholen ge huisvest bleven aan de Mare; dat de R.-K. Meisjesschool aan de Oude Vest door verbouwing een gewenschte ver betering onderging en dat met gelijk doel een verbouwing werd aangevangen der B.-K. Meisjesschool aan de van der Werf- straat; dat d'e Centrale 7e leerjarschool ver huisde naar het tengevolge der reorganisa tie vrijgekomen deel der leerschool, waar voor zij een ingang bekwam aan de Cae- ciliastraat; dat voor de verbetering der L. O. school voor Meisjes aan de Hoogewoerd de plan nen in vergevorderden staat van voorbe reiding kwamen. Ten aanzien der oerige schoolgebouwen heerscht over raet algemeen (enkele ge- t wenschte wijzigingen daargelaten) groote tevredenheid; slechts de school in de Hce- renstraat begint ouderdomsgebreken te vertoonen. Voor de gegevens betreffende het aantal leerlingen, ouderavonden enz. verwijst het verslag naar den bijgevoegden staat. UIT DE OMGEVING HET VEILINGSWEZEN TE ROELOFARENDSVEEN. Gevolg gevende aan mijn voornemen te doen zien hoe en onder welke omstandig heden hier ter plaatse de eerste veilingen zijn begonnen, heb ik de volgende histori sche herinneringen bijeen gebracht. Tevens zal hieruit blijken dat plaatselij ke gebruiken zoo maar niet met een slag of stoot zijn uit den weg te ruimen. Zooals reeds in het vorige opstel naar voren is gebracht, was het wijlen pastoor van Rijn, die de tuinders steeds wees op het not van vereengingen. Vooral was dit het geval in het jaar 1899. Dit jaar toch liet maar al te duide lijk zien dat er zeer veel haperde in den handel en afzet der producten. De oogst van alle tuinbouwgewassen was bepaald schitterend te noemen. Voor al de oogst van boonen en augurken was geheel naar wensch >an de tuinders. Hoe wel men van elders waar augurken geteeld worden, klachten vernam 'van groote droogte, hielden hier de gewassen zich uit stekend. Vol hoop begon men met de pluk, te meer daar uit goede bron vernomen was dat vanuit Duitschland wel veel vraag naar onze augurken zou komen. Edoch, de uitkomsten beantwoordden niét aan •de ge stelde verwachtingen. De lijn voor 8e a?zet onzer AugurHen naar Duitschland liep over Venlo en bleef de toestand niet minder drukkend dan vo rige jaren. Meer en meer kwam er een beweging onder de tuindors om naar verbetering te trachten door vereeniging. Dat deze ver betering door middel van een vereeniging moeilijk te bereiken was, begreep wel een ieder. Immers die tuinders die over in vloed en middelen, te beschikken hadden waren bijna allen meer of minder als com missionair bij den handel betrokken, zoo dat van dien kant geen steun to.verwach ten was. Echter werden de pogingen door eenige tuinders voortgezet en on'Ier aansporing van pastoor van Rijn werd aangestuurd lot een algemeene tuindersbijeenkomst, waarvoor een voorloopig comité was sa mengesteld. Dit comité bestond, uit de tuinders P. v. d. Zwet Wouiz., Jac. Termculen, Joh. Hoo gervorst Cz. en G. Hölscher. Er werd een workplan opgemaakt en in het najaar van 1899 was men reeds zoo ver gevorderd dat cene Algemeene Tuin dersvergadering uitgeschreven kon wor den. Deze vergadering was druk bezocht en werd geleid door den voorzitter van het comité Jacobus Vermeulen, terwijl de laatst genoemde van het comité oen lezing hield over den toestand in den plaatselijken tuinbouw. Als middelen tot verbetering werden aangegeven, het pu bliek verkoopen der producten, door mid del van de veiling, directe verkoop aan af nemers in Duitschland en bij groote aan voer zelf verduurzamen. Algemeen waren de tuinders van mee ning dat wanneer zoo iets bereikt kon wor den, de tuinders in een heel andere positie zouden komen te staan. Maar, maar en toen kwamen de bezwaren. Vooral tegen het zelf-verduurzamen der producten, met name der augurken, wer den vele bezwaren naar voren gebracht. Immers, betoogde men, (in 1862, dus toen 31 jaar vroeger) hadden ook eenige tuin ders zelf ingemaakt en de vaten naar En geland gezonden, waarvan zoo ongeveer niets van het geld was terecht gekomen. Dus meende men, om do boonen of augurken zoo maar naar een vreemd land te sturen was bepaald onverantwoordelijk De vertegenwoordigers van den handel lie ten zich niet onbetuigd in het opperen van bezwaren. Het resultaat van deze vergadering was dat een Commissie werd benoemd van 15 personen voor onderzoek en een program op te stellen op welke wijze een te stich ten Tuindersvereeniging werkzaam zou kunnen zijn. Besloten werd dat de Com missie na enkele weken met het rapport voor den dag zou komen. Het trok toen al de aandacht dat de Commissie bestond niet uit de gewone tuinders, maar grootendeels uit mannen die onmiddellijk betrokken waren hij den handeL De tuinders waren van meening dat die tuinders, welke bij den handel betrokken waren, het bestï op de hoogte konden zijn en de juiste richting zouden kunnen aan- geen, welke gevolgd moest worden om tot verbetering te komen. Dat de tuinders in dit opzicht niet goed gezien hadden zou later blijken. In het voorjaar van 1900 werd door het uitgebreide Comité van 15 personen op eene daarvoor uitgeschreven vergadering verslag uitgebracht van het resultaat ha rer besprekingen. Nadat de voorzitter op de gewone wijze de vergadering geopend had, deelde deze den tuinders mede, dat de Commissie na vele beraadslagingen besloten had tot stich ling van een Vereeniging, met een eigen hinnenmarkter te Amsterdam. Onmiddellijk gingen er stemmen op dat dit niet zoo bedoeld was en daarvoor geen opdracht was gegeven. Do vergadering was zeer rumoerig na deze bekendmaking. Tevens bleek ook dat onder de Commissie een diepgaand meeningsv.erschil heersch- te, zoo zelfs dat de voorz. dier Commis sie gramstorig de vergadering ging ver laten. De Commissie bleef bij haar voorstel en hij het einde der vergadering was er een hinnenmarkter benoemd. Groot was de teleurstelling onder de tuinders, zoo iets had men niet kunnen in denken, te meer daar er geen grieven wa ren tegen een enkele hinnenmarkter te Amsterdam. Het zal zeker menige lozer van liet he den wel zonderling voorkomen dat een Commissie benoemd was voor tuinders- aangelegenheden, bestaande uit personen grootendeels betrekking hebbende op han delsaangelegenheden. Maar men vergete echter niet dat bedoelde personen in die dagen de leidende personen konden ge noemd worden. Immers voor verkiezingen van Gemeen teraad, Polderbestuur en andere eerepos- ten werden deze functies door deze perso nen geregeld en toegewezen. Dit ging dan aan de stamtafel van hel café. Zoo gemoedelijk mogelijk, zonder dat de andere ingezetenen daaraan aan stoot namen. Met dit al bleef de toestand zooals hij was, en sukkelde men zoo voort, totdat do zomer van 1901 de maat deed overloopen. Alle narigheden in den handel onzer pro ducenten reeds vroeger aangegeven in het vorige opstel, kwamen nu naar voren, doch dan in de hoogste mate. Zeker was er groote reden voor, wan neer de tuinders op de akkers elkaar toe riepen: „moet het nu nog langer zoo'n el lendige boel blijven?" Deze onderlinge uitingen van ontevredenheid hadden tot gevolg dat eenige tuinders besloten, het kostte wat het wilde, een Vereeniging te stichten, zooals op de Algemeene Verga dering van 1899 voorgesteld was gewor den. Omreden reeds te Ter Aar een Tuin- dersbond en een Bond van Augurkentee- lers was opgericht, wenddo men zich tot den Weled. Gestr. heer mr. Von Brielle Sasse, adviseur der genoemde Tuinders bonden. Deze tuinders mogen jnet eere genoemd Wor8en én hebben den stoot gegeven tol oprichting der veiling. Deze tuinders wa ren: Th. v. d. Meer Jz., Jan Hoogervorst en Jac. Straathof. ZAVelEd. Gestr. verklaarde zich bereid tot helpen en zegde medewerking toe. Dat dit ernsti is geweest, is later duidelijk naar voren gekomen. Bij de oprichting vooral, en ook later bij de voortzetting was mr. Von Brielle Sasse do krachtige leider. Den 27sten December 1901 werd weder om een Algemeene Tuindersvergadering uitgeschreven, wclko zooals de inleider mr. Von Brielle Sasse heioogde, een voort zetting moest zijn van de gehouden verga dering van 1899. Ook deze vergadering was flink bezet. 160 tuinders hadden aan den oproep ge volg gegeven, hoewel slechts 51 tuinders zich verklaarden vóór het stichten van een Tuindersvereeniging. Uit die 51 tuinders werd een Comité van voorbereiding benoemd tevens belast met de samenstelling van Statuten en Regle ment. Ook zou het voorloopig Comité on der leiding van pastoor van Rijn, met tuinders, welke alsnog niet kondon beslui ten lid te worden, onderlinge besprekingen houden, ten einde hun nog te overtuigen van het nut van vercenigen. Deze bijeenkomsten hadden echter niet het minste resultaat, ja, zouden zelfs nog oorzaak geworden zijn, dat hel verkregen begin verloren was gegaan. Op een dezer vergaderingen, na velo vruchteloozo pogin gen om de aanwezige tuinders te overtui gen, werd oen voorstel gedaan, om mr. Von Brielle maar te schrijven alle moeite te sparen, dat al die drukte toch niets te beteekenen zou hebben. Op eeno andere vergadering werd voorgesteld om maar te besluiten, nu de tuinders toch bij elkaar waren, de loonen maar te verlagen, dan was althans iets gewonnen. Pastoor van Rijn was echter de man niet om een ingenomen standpunt zoo maar prijs te geven en na gehouden over leg met mr. Von Brielle Sasse, werd be sloten de oprichtingsvergadering te doen houden. De vergadering, waarin do Tuin- dersbond is opgericht, werd gehouden den 7den Februari 1902. De tegenwerking had succes te boeken, want van do 51 tuin ders welke zich opgegeven hadden, waren slechts 36 tuindors opgekomen. Zelfs het voorloopig Comité had zich in zijn geheel niet staande kunnen houden, doordat de voorzitter van het voorloopig Comité voor den aandrang der tegenstanders gezwicht was. Nadat de pastoor en mr. Von Brielle Sas se dit groepje tuinders toegesproken had, stond het besluit vast voort te gaan. Sta tuten en Reglement werden vastgesteld. Een bestuur werd gekozen. Het gekozen bestuur bestond uit do tuinders: J. van der Meer Mz., voorzitter; J. Hoogervorst Cz., secretaris-penningmeester; Th. v. d. Meer JTz., P. v. d. Zwet Wouts en G. Hülscher. Kort daarop is er echter eenige wijziging gekomen. Joh. Hoogervorst ver klaarde een bestuursfunctie wel te kunnen cn te willen waarnemen, maar het secreta riaat was voor hem te bezwaarlijk wegens de vele werkzaamheden daaraan verbon den. In diens plaats werd toen benoemd G. Hülscher. Vermeld dient nog dat deze vergadering van oprichting werd gehouden des namid dags om 3 uur, met het doel op denzelfdon avond eene algemeene vergadering te hou den en wel als „groote propaganda-ver- gadering". Hoewel do opkomst bevredigend was te noemen, leverde de besprekingen niet liet gewenschte resultaat op, daar toch de lijst niet met eon tuinder vermeerderd word. Dus met 36 tuinders en zeker niet van do grootste en ook niet kapitaal-krachtig ste personen werd de Bond opgericht on der den naam van: Tuindersbond „Een dracht maakt Macht". Pastoor van Rijn als eere-voorzitter en mr. von Brielle Sasse als adviseur zegden alle steun toe. Onder de vele moeilijke vraagstukken welke behandeld moesten worden, was ze ker het crietvraagstuk niet een van de min ste, ook al wegens tegenwerking van ze kere zijde en voornamelijk van den handel Zoo was toezegging ontvangen van een naburige bank (do naam doet hier niets ter zake) voor een crediet van 12000, echter, toen men do bank „ingelicht" had (in het eerste jaarverslag van den Bond staat gewaarschuwd) werd deze toezegging ingetrokken. Daarop kwam eeno aanbie- ling van de Lissenscho Bankvereoniging tot een voorloopig crediet van 6000, zon der bezwarende bepalingen voor bestuur en nog minder voor de leden. Hoogstwaar schijnlijk had pastoor van Rijn deze zaak voor het Bestuur onder zóó gunstige be palingen weten to regelen. Om eenig denkbeeld te geven hoe het Bestuur in den aanvang tegen stroom in moest worstelen, moet ik nog iets zeggen, omtrent dezo crediet-verleening aan don Bond. Met. veel genoegen vernamen de leden dat het crediet-vraagstuk nu geregeld was, daar toch do tegenstanders dit vraag stuk gebruikten als do boeman om de tuinders van een Vereeniging af te houden Steeds beweerden zij maar dat hij 'n mo gelijk tekort, door een geldschieter een of twee leden aansprakelijk gesteld konden worden. Deze praatjes waren nu den kop ingedrukt meende men. Doch do tegen standers waren niet zoo spoedig overtuigd. De.leden werden aan huis bezocht en ge waarschuwd voor zulk een overeenkomst met een bankinstelling. Vol verontwaardiging schreef Pastoor een uitgebreide modedecling en uiteenzet ting der feiten en liet deze aan alle ge zinnen rondbrengen. Nog moet vermeld worden dat deze uitgebreide meiJedeeling (zeker wel een driehonderdtal) door de Eorw. Zusters zijn geschreven goworden en wel daarom dat de tuinders de mede deel ingen zoo spoedig mogelijk zouden ontvangen. Men houde in het oog dat een drukker niet zoo spoedig te bereiken was in die dagen. UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Zaterdag 11 September Hilversum 1050 M. 12.Politieberichten. 7.Vooravondconcert «door liet II. 1). O.-orkest. Solist: Chris do Vos, tenor. 7.Politieberichten. 7.157.45 Lozing door den hoer Dr. Robert S&udcck, over: Graphologic. 7.45 en 10.— Persberichten. 8 10 V. A. R. A.-avond. D a v e n tr y 1600 M. 3.20 Orkestconcert. E. Coleman, contra alt. .8. Knoale Kelley, viool. 5.20 Concert door do hand van II. M. Royal Air force. P. Byrne, baritou. 6.20 Causerie: A garden chat. 6.35 Kinderuurtjo. 7.20 Tijdsein Big Ben, weerbericht, nieuws. Lezing: Amateur photography. 7.45 Oude Engelscho muziek door 11. Robertson, piano. 8.Muziek. 8.20 Een Charlot-revuc. Orkest, koor en solisten. 9.20 Do English singers. 9.50 Weerbericht, nieuws. Lezing: The ultimate Island. 10.15 „Ringing the changes", schots, waarin R. A. Roberta alle 8 rolleh zelf vervult. 10 5012.20 Dansmuziek. „Radio-Pari a", 1760 M. 12.50 Concert Lucien Paris (piauo, viool, cello). 5.05 Concert. 8.50 Galaconcert. KönigswuBtorhauson, 1300 M. 8.50 „Rlieinfahrt", vroolijk stuk. 10.50—12.20 Dansmuziek. Orkest Ettó. B r u s 8 e 1 486 M, Antwerpen 2C5 At. 6.206.20 Concert. Orkost en zang. 8.20 Concert. Mr. Lolroye, zang 10.20 Nieuwsberichten. M n s t o r 410 M. 1.352.50 Orkestconcert. 4.054.20 Kindervertellingen. 4.204.50 Sprookjes. 4.506.20 Orkestconcert. 6.20—7.20, 7.20—7.50 Inzingen. 8.209.20 Declamaties. 9.2010.50 Gitaar-lainermuziok. 10.50 Vroolijke muziek en zang. KERKNIEUWS Kerk ter eere van St. Jeroen. Pastoor B. do Jong hoeft zijn niouw to bouwon kerk in de „8poorwijk" to 's-Gra- venhage toegewijd nan don H. Jeroen. Zijnecrw. schrijft in do „Ros." o.m.: Bij dezo mijne keuzo van den H. Jeroen tot Patroonheilig© heb ik van Monseig neur Gallier do heerlijksl-denkbaro voldoe ning ontvangen in den vorm van oen schrijven. Z. D. H. is ten hoogste verblijd, dat dezo vadcrlandscho hoiligc nu ivoor nieuwe vercoring zal gaan ontvangen, „om dat aldus letterlijk do woorden van on zen Bisschop „omdat dezo Heilige Pas toor van Noordwijlc, die in do vroegste tijden ten koste van zijn loven het TI. Ge loof heeft gepredikt, te weinig nog bekend is, en toch zeker wel onzen bijzondoren dank en meer den gewone vcrcering ver dient." En Monseigneur eindigt zijn schrijven aldus: „Moge Sint Joroen Uwe nieuwe pa- rochio geheel bijzonder beschermen en hij Onzen Lieven Heer zijn een krachtige voorsprokcr tot versterking van het ge loofsleven in Uwe nieuwe parochie; mogo Sint Jcroon ook bij Uwo tijdelijke en fi- nanciccle zorgen een goede helper zijn." SPORT KEGELEN. De wedstrijden op „Den Burcht". In ons vcrslngjo van gisteren is eeno on juistheid geslopen. Als hoogste werper in '20 ballen slaat vermeld do heer C. v. d. Wilk met 283 pun ten. Dit moet zijn do lieer C. van Duijn mot 25)1 punten. In de nabeschouwing stuat, "dat. do kc- gelsport weinig beoefend wordt.' Daar is natuurlijk Leiden mee bedoeld. Waar klei nere plaatsen, als Delft, Oss, Alkmaar, Zwollo, 's-llortogenbosch, Brcdu, Heerlen, enz. op een respectabel aantal kegelaars kunnen bogen, daar maakt onze stad wer kelijk een pover figuur. En daarom zou liet zoo toe te juichen zij als meerderen zich getrokken gevoel den deze gezellige en gezonde sport to gaan beoefenen. WIELRENNEN. Leidsche Ren- cn Tocrist-Vereeniging „Swift." Zondag zal er worden deelgenomen aan do Invitatie Teamraco dor II. R. C. „D.O.8." Voor do vereeniging moet uitkomen J. li. Grocnewcgen, N. Kop, A. Boskamp, J. Wurzcr en A. Hillebrand, als reserve H. J. Jaspers. Do samenkomst is G.30 u. aan de Gijsc- laarsbank, de start zal zijn 7.15 u. aan do Maaldrift. Ontploffing in het station Font Romeu. Tien porsonen zwaar gewond. Terwijl twee treinen elkaar gistornnrnid- dag bij het station Odeilla-Font Romeu (aan do lijn Pcrpignan-Bourg Madame) passeerden, had een ontploffing plaats in liet krachtstution, waardoor het dak cn do muren van het. station instortten. Tien passagiers en beambten zijn ernstig ge wond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3