wbiiPp
SSSSagSS^
lrengt het
!<»ffiug ii. -v-loid wordt, eerder te outplof-
i dan hot andere einde en door nu dat
r to loggen tuxchcn looden platen,
irin con merk is gemaakt bij het mid-
!i van het moer, zullen lusschen die tweo
,l"n platen twee ontploffingsgolvcn el-
r tegemoet loopen en op do plaats van
onkomen een duidelijk teeken achlor-
n. Door eenvoudige metingen en bore
lingen is daaruit de detoneerlijd vrij
-r te berekenen. Naar gelang van de
ilhcid van dc vulling en den aard er-
zijn detonoersnellieden gevonden, die
oren tusschcn 1000 en G200 meter per
nde, waarbij dc zwartsel-patronen de
'slo cijfers behaalden. S.
Van erger tot erger.
ftij de -eerste opvoering van een nieuw
uilto een der toeschouwers
zuil teleurstelling aan zijn buurman:
Die dame met de hoofdrol speelt af-
.V' huwelijk slecht.
Dat is mijn vrouw, merkte de ander
kalmpjes op.
Eenigo oogcnblikkeu keek de eerste stil
voor zich met een hoofd zoo rood als een
tick to vergegaan, begon hij toen weer. Ik
zio nu wel, dat do speelster goed, ja heel
goed is, maar het stuk is voor haar niet
gepast. Het werk is nu ook zeer minne
tjes, er zit totaal niets in. Do schrijver er
van moet wel een echto prul zijn!
Ik ben do schrijver! kwam het droog
jes van zijn buurman.
Niet 't gewcnschte antwoord.
De jongeman: Zou jc cr iels op tegen
hebben als je moeder mijn schoonmoeder
werd?
Jongdame: In 't geheel niet.... als
ik ren zuster had!
Dc accurate bediende.
Een pak voor u gekomen meneer, 't
slaat beneden, antwoordde een stem.
Nou, laat liet beneden, gaf Zwart iet
wat knorrig ten antwoord, 't kan lot
morgen wachten.
Hierna draaide bij zich om en trachtte
weer in slaap te komen, wat hem na een
half uurtje ook gelukte.
Een uur later weer geklop op de deur.
Zwart schrok wakker, was uit zijn hu
meur.
Ja wat is er nou weer?
Het beleefd grijnzend hoofd van een be
diende komt om den hoek:
Ik wilde even zeggen, dat ik mo ver
gist had, meneer, en het pak niet voor u
was!
Niet zijn vrouw.
Politieagent: Ik geloof, dat we uw
vrouw gevonden hebben.
Man: Ja,-en wat zei zei
Niets!
O, maar dan is 't mijn vrouw niet!
Samen uit.
Zo waren op een fietstochtje. Het was
heerlijk weer en niet druk op het fietspad
door de zonnigo heide.
O! wat is het hier schitterend, riep
hij in extase uit, ik wil hier eens heerlijk
genieten van do natuur!
Ga je gang. sprak zij, duw me maar
een eindje!
Eenvoudig.
Wat heb jo aau jo hand?
Ik heb een vinger afgezaagd.
IIoc deed jo dat dan?
Door te zagen!
Ook een opvatting.
Toen ik dien fox-terrier van je kocht,
zei je, dat hij goed was voor do rallen, en
ik kan jo verzekeren, dat hij niet naar zo
omziet.
Nou, is-ie dan niet goed voor de rat
ten?
Een toespeling.
Moeder: Zeg Doortje, heeft mijnheer
Goldstein ook iets gezegd, dat er op wijst,
dat hij bij jou aanzoek wil doen?
Dochter: Ja, hij vroeg mo, of er hy
potheek op hot huis stond.
Een springtouw noodig.
De meid: Mevrouw, kan ik even naar
den winkel een springtouw halen?
Mevrouw: Een springtouw! Waar
voor heb jc dat nu noodig?
Meid: Wel, mevrouw ik heb zoo juist
mijn medicijnen ingenomen en nu heb ik
vergeten eerst de flesch te schudden!
De hardhoorende.
Wat is dat voor een geluid?
Dat is Roberts, die zit in zich zelf
to pralon.
Dat hij het dan zachtjes doet.
Maar hij is hardhoorend!
Uit een Transvaalsch blad.
Mail aan de Telephoon (trachtende uit
te vinden wie gebeld heeft): Wie is jij?
Is jij 37?
Jonge dame aan het andero eind (ge-,
raakt): Nee, jou rare ding, ik is maar,
17.
Onbegrepen vraag.
„Hebt u insectenpoeder?"
„Zeker. Voor hoeveel wenscht u?"
„Ik heb ze niet geteld."
De slechte sigaar.
Hij: Wat is er in 's hemelsnaam met
deze sigaar gebeurd?
Zij: O, niets mannie. Ik vind dat zo
zoo vrceselijk ruiken en daarom heb ik
er wat Eau do Cologne over gespren»
keidl
Een laat-hoorige.
Mevrouw: Hoorde je mij niet bellen-
Mar io?
Marie: Niet vóór den derden keer, me
vrouw.
Op school.
Ouderwijzer: Onder de diersoorten wor
den ook de teeugangers geschikt. Wie van
jullio kent een wezen dat op z'n tcenen
loopt?
Hansje. M'n vader, as io 's nachts
laat thuis komt.
CORRESPONDENTIE.
Johnny Langovold, L o i d c n.
Wel, wel mijn klein vriendje, ook al gepro
beerd om oen versjo lo maken. Nou maar,
fiat is zooals men dat zegt „af" en wat meer
zegt een goed begin. Ik zou al vast eens
kijken Johnny. Maak veel groetjes aan
Moeder. Die kaart van Mies en Max was
v. .bazend leuk. Verzin ook eens wat. Moe-
nor mag wel een beetje helpen. Dag John
ny! Do raadsels krijgen later een beurt.
Wim Simons, Dordrecht. Zoo
mijn klein neefje, kom je ook al met een
v. Hiaaltje aangedragen! Wat zal daar va-
dor en moeder blij om zijn! En zie jo nu
v.el, dat het gaat, als jo maar wilt. Daarbij
bent er zicli de vacantie ook buitengewoon
goed voor om verhaaltjes t© verzinnen en
versjes to maken. Begin maar weer aan
iets nieuws Zul je? Dag Wim! Groet ook
vader en moeder van me en zusje en broer
1 ouis ook, niet vergelen, boor!
Emilo Duym, Leiden. Ik wist
va!, dat het boek bevallen zou. Trouwens
ik had or net zooveel pleizier van, als jij
yelf: oen trouwe modowerker als jij beut,
gnu ik con prijsje dubbel en dwars. En het
opstel? Kijk vandaag al eens! Dag Emilel
Groet jo ouders, broertjes en zusjes van
me! Ik wacht weer op wat nieuws!
Thoodora, Leiden. Heerlijk, dat
mijn kens zoo in jo smaak viel Theodora.
oes het met vollo aandacht en zio vooral
hoe Timmermans zijn gedachten giet in
oen vorm, die niet do onze is. Lees het
bock tweekeer en jo taalschat is do on
dervinding zal het leeren met heel wat
procenten toegenomen. En Dina had ook
M-hik met haar prijsje? Mooi, zoo! Zoodra
ik tijd heb. kom ik eens aan! Dag Nichtje!
Ik houd mo aanbevolen voor veel, veel
meed
L i t aLeiden. Zoo mijn lief
Nichtje, ook een3 geprobeerd om een mooi
dingotjo voor ons Hockjo te maken. Dat is
braaf van je on ik-haast mo dan ook om
het (o laten plaatsen. Maar.... maak liet
in het vervolg wat langer. Jo zult eens tij*
kou, hoe klein het daar gedrukt staat
Werk jij oens uil: „hoé ik mijne vacantio
doorbracht, zul je? Maak veel groetjes aan
vader on moeder en broertjes en zusjes!
Zou do grooto broer ook niet eens oen ver-
hnaltjo maken? Ik wacht af! Dag Lila!
E11 y, Leiden. Welkom in ons
kringetjo Elly! Iemand, dio met een sprook
je aankomt, is dubbel welkom. Jij weet ze-
1 r dat ik van sprookjes houd hé, lief
Nichtje! Tk verwacht met ongeduld het ver
volg. Of zijn et soms nog moor! Do plaats
i- gereserveerd Elly. Dag Nichtje, groetjes
aan Oom en Tante!
Josephine Schermer, Ouden-
b o s c h „S t. A n n a". Wely Josephien-
:«e. ik was heel blij jo te zien. En je ver-
l.aaltjo laat ik de volgende week plaatsen.
Kijk maar oenS uit! Zou jij niet oens willen
lrobeeren om een verhaaltje (o maken van
fvnigo „vervolgen". Ik wed, dat hot lukt
Dig Josephine! Bij voorbaat mijn dank
Hier gaal alles goed.
De volgende weck ga ik door met het be
nul woorden der brieven en der vragen.
Oom Wim.
DE AVONTUREN VAN MIES EN MAX
door Oom Wim.
Avontuur XIV.
Een week later.
Mies en Max zijn boos op Trui, Trui
beeft Mies geslagen en Max een schop ge
geven. Zo zullen zich wreken. Ze zullen
Trui haag maken. Ze maken oen plan.
Ik weet wal!
Wal Mies, spreek op!
Wo maken lS*ui bang.
Aaagenomen.
Voor dea avond welen Mies en Max In
don keiier te komen. Zo verbergen zich
achter een botertonnetje, dio op een plank
claat in do buurt van den hoop anrdappe-
■fSSSSw*1-
en bukt. aardanpelhoop
«pïf Zl pj" H°P
is. (lie haar dinT™,: v,, Mies Max
Do vrouw meent on hef i" b<,bbc"'
dien kreet dat ot aL, booren van
baalt haar mau en de°l ln, ,c.older zijn,
dan geen tiid ia «air t en in minder
den keldertrap af omd!!11™'!,ion" 200
on de dievenTe vTv °nlzt'11™
lie maken de (w„n d„ë dle eonsternn
ongemerkt te vluchten m'h®? gcbruik on'
nog eens in hot „ri;;Gl gevaI word<
oververteld. En dc anderen? °n
die daarTer"aeVV1,een do meid,
en zoo Week als een lijken™1 '°,P 101 "j™
kwam on haar anrnoV 7„ °.on 20 bÜ
nordc zich alleen do, lenig had, herir.-
woorwolf of oon d'iof'h,^n„?n00k °f cen
ma" '"ld zc niemand
"i'Wenm0br.mtede:khta0 h7V*rt
voortaan op IvmiVonte' Van was
Een Indisch sprookje
art
daiix de tssnz r-rö
■noesten zorgen vaders eten
dS-SSSrassr-
wilde 't eerst nioi at Vuur- Kati
kaar zusters: Ik weeflot™"], 2p 2e' tcg™
goed vindt, dat wij haar W ,TatIorniot
zullen er later born™" bl,nn.?Wa(en. Wo
do zusters wilden niet isen" Maar
laad van Kali luisteren mf wijzen
dag iels gebeurde, waar ze Z?" Ti™?"
van zouden krijgen. verdriet
2»n7l|u™henezH^in d° toning' da'
Sspte Mi F*1** bed:
borR rich donderden 'da e b.ebb?n ver!
achter een gordijn Van hfo "u kouker.
voorzichtig en zorgvuldió V'" hii 1,00
vandaag do beurt hiJii J)r,nsea, die
nakeek. Vaar löen l' M ,wa.scl'«e en
wo kinnen. Do konWg zag o°ok hl?r 7^""
gingen en bemerkte, dat zü zand T"
Strooide, Hij blips nn ln 2 n olen
?n terstond kwnmen' er ho,P i"" f'"i,io
weduwe gevang™ bedl.?"da». die do
den koning gebracht, maar'wtetT I
met den koning Ji v tfedaan had om
moer zu" tegë^hem S" ff»H<*
ker zij ziel, maakie teldat 5°° bc7>,nnri'j-
Moot. om mo, haar 'to ,r0, wcn 'T, :C"
Weeds beknorde. u was on 20
slukje brood"on Mn gtea^e wtter'lte k'?i"
om deed zo ook AW do? J°'' cn daar-
gestorven waren was baaë dnrn"nSnSen
prinses en kreeg allo ar>u J, docjllor.. QUcen
inon van do auder'o vTiël °r ,'ij'tdom-
r-iet. Luister maart 'IMr list g"'"k'e
He prinsessen gingen «7 anno
r.aar het graf van haar «rTói por (Iasy
«d'sf'>v™Kü!"!oteir^-^
natuurlijk kongër Ko gëngën1 m, nog'mtwr!
malen naar bet graf en steeds droog de
boom weer vruchten. Do boozo koningin
kaar dochter: „Ga jij'moëgë
de Pontes.™ eens na. waar ze naar Toe
marardT"! T°r^n ™r<lcr dikk" da-a
e'en I)ZT, kr"?Cn geen
"i slechte prinses volgde deze raad
V oa Z:;V OP I graf van do overleden ko
r.,ng,„ den klapperboom staan. Do oudste
elnn n, riepen haar om ook te komen
eten van do heerlijke vruchten, maar (oen
ze er oen genomen had, liep zc van haar
vandaan oni t haar moeder te vertellen
daïhf W na'uurlijk heel boos en bc-
dacht weer een ist. Zo liet aan den koning
boodschappen, dat zo ziek was. De konin-
taar konadneaaaVr°es wat hi)' voor
tiaar kon doen. Ach, zei ze, „ik weet maar
oen middel om heter te worden. Er groeit
op het graf van uw overleden vrouw een
klapperboom. De drank, die van de Wade
ren van dezen boom bereid kan worden is
7 ??-e'gc, redding." Do koning liet on-
middellijk den boom met wortel en al uit
ran ST'1 7"'T^n ,*1'eiddo van de hlado-
en oen drank. Hiermede bestreek hij liet
voorhoofd en do polsen van z'n vTouw en
den volgenden dag was zij weer hZ7.
(Wordt vervolgd.)
Elly.
Alleen c»i de weretd.
oZ°i Z'V gedachten verzonken. Gistere-
no„ had zij eon Moedor, nu niet meer Zo
tSlatend'5JnaëtIhaarw-0ch,er aUa»"'aoh-
„lla, alT", Nicmand had zo meer
■laar Moeder had tiaar veel (roostende
SdZ!Td Z ,iad l,n" g°z(1gd dat zé
I.. M.ï 2IJn' Maar koe kon zij nu flink
zuil nu zu zoo heel alleen was. Niemand
kon 11 m«Van "'ien 2ii haar verdriet
kon zoggen. Niemaftd dio haar Iroosleu
Overmorgen zon baar Voeder begraven
worden en daarna zou ze voor zichra
moeten ZOrgen. Ze kon wel wat naa,
daar moest ze dan maar mee bogtenëë'
Maar ach nu moost zo alios alleen doon
zonder Moeder. Die gedachte dood baar op
li tT m ^ane,n ll'lharsten. O hoe vreese-
lijk tocht Hoe benüdde ze nu do ancle-o
meisjes die nog een Moeder haddon on zij
vu was alleen. Anderen die geen Moeder
hadden hadden dan tenminste nog oe"
oom of (anto waar zo naar toe konden
gaan. Maar zü had niemand meer. Daar
T,el haar oog op 't H. Hart. O, het scwT
Ja" ze"voeldp°PT"daar 'r00sl 20|-kan'
Ja ze voelde het, zo was toch niet alleen.
J. ?,eui zou 21J zich getroost voelen
trao ,V°°r he' be<lId en had vurig Daï
troostte haar en leen zo weer opstond was
waarëa l™"i 26 Iemaml gevonden,
waar zo lioost zou kunnen vinden. Troost
en opbeur'ng in kracht en sterklo on
liefde, waaraan ze nu zooveel behoefte had.
Lifa.
Mies en Ma*
door Dina Rohreij.
Mies en Max hadden weer reuzenhonger
roof■'ef0,m da'"om maar weer eens op
roof uit lo gaan. En zü hadden nfgespro!
ken om naar do markt te gaan. Misschien
Wmleri1 M»n°S W°' ic(s 'an hun gading (e
Maar- wat waren zü teleurgesteld
toen zu op de markt aankwamen. Er was
groenten 8 1n grocn,(,n 011 eens
,oéi,0cll, °Cb"' 2urbll<' ,rips' -waarom Is er
toch geen worst- en kluifjcsmarkt?"
eeésTéar™"0 Max- ""at
„Nou, als ik een mensch was" zei Mie-
-en ilc was do haas. dan zou ik een worsté
in kluifjcsmarkt oprichten, voor allo hon
gerige katjes en hondjes. Hé, zij watertand'
den van al die hoorlü'kheden. Maar mot dat
alles werd hun honger niet gestild.
/oo rondzoekend en pralend, waren zü
Luiien de stad gekomen on zagen een laan
met boonion on een sloof. Mies bad ook ai
dorst gekregen en ging naar den waterkant
wat drinken. Maar tot haar prooien schrik
zag zu nog een zelfde kat drinken. Zij werd
hoos en begon legen die kat Ie miauwen
en haar poot uil te slaan. ™a"won.
Maar dio kat miauwde ook eu sloeg ook
aar poot naar Mies. Op het laalet begon
\an ^oede te Linzen cn wilde die kat
aanvliegen en.... plons daar lag arm-
Mies ln het water. Max had in dien lijd bij
een boom wat weggegooid olen gevonden
•Tuist was hu aan het laatste hapje "f
daar hoorde hu oen plons eu zag Vies mid
den in de sloot liggen. Dadelijk iiop Vax
maar den waterkant en sprong in hol water.
Hu zwom naar Mies (oo en paklo den
voorpoot van Mies in zün hek en zwom
dote 7T naar en T1 Mi« was inmid-
dols flauw «wallen. Nu was het de beur:
van Max om Mica beier lo maken. Max
volde haar heen en weer in liet gras Ei-
poosje later kwam zij weer bij en dankbaar
blikte zij baar trouwen kameraad aan.
Maar toen zij weer goed tot zich zelvo
kwam, gevoelde zij dubbel baar grooten
honger en nu was zij nog zoo drijfnat, ook
was zij vies van haar eigen. „Och", zucht
te Mies droevig, „zon er wel een ongeluk
kiger dier op de wereld zijn dan ik. Max
zei niets, maar dacht des te meer. En zijn
goeden hondenneus had al lang iels gero
ken, er was namelijk oen vischboer in de
buur en van een lekker schelvischje zou
Mies aardig opknappen. Maar die man ie
verschalken. Maar dio niet sterk is, moet
slim zijn, dacht Max. „Mies, als je nu vlug
bent, zal ik je een gratis maal bezorgen",
sprak Max. Mies spitste haar ooren. Eten
in de huurt, hoera! sprak ze, niets is mij
te vlug af. Nu wij moeten dien vischboer
verschalken, maar hoe? „Geen nood", zei
Max. dio altijd raad wist, „straks als hij
aan 't vischwegen gaat, zal ik dicht bij hem
gaan staan en blaffen, zoo hard, dat de
sleenen er van scheuren en dan ziet de
vischboer verschrikt om zich heen en in
(lien tijd spring jij op de wagen en de rest
begrijp je." Zoo gezegd zoo gedaan en de
truc gelukte boven mate.
Max blafte zoo hard, dat booren en zien
verging en toen de vischboer'zijn aandacht
aan den hond wijdde, sprong Mies vlie
gensvlug op den wagen en pakte een groo-
to schelvisch weg. Beide deugnieten aan
den haal. De vischboer begreep dat hij was
beetgenomen en raasde en tierde op die
leoli.ike gauwdieven.
Mies en Max verkneukelden zich dat hun
grapje zoo goed gelukt was. Mies ging toen
zij haar honger gestild had in de zon lig
gen opdrogen en Max droomde weer van
nieuwe avonturen en rooftochten.
Een dankbare hond.
Azor was een mooie, groole hond, dio
veel van z'n vrouwtje, de kleine Mientje
hield. Als Mientje in T park bloempjes ging
plukken, en deze, als ze to veel in de han
den had op de bank legde, ging Azor daar
bij de wacht houden, en niemand moest 't
wagen aan de bloemen te komen. Als Mien
tje ging wandelen, had zij altijd gezelschap
van Azor. Als Mientje \s middags een dutje
deed, hield Azor (rouw de wacht. Geen
enkel hijtjo of vliegje moest het wagen
Mientje te plagen, dan gingen ze meestal
in den maag van Azor. Ook de straatjon
gens, als die Mientje met sleenen gooiden,
v.'crdon meermalen in 't broekje gebeten.
Maar wat gebeurde. On zekeren dag zou
Mientje bloemen gaan plukken. Langs ecu
heek, die achter de wei lien, stonden mooie
versxebnijnsetjes en boterbloemen.
Mientje had er zoo graag cen paar om
in haar hoek te laten drogen. Zo ging hoo
langer hoe verder naar den kant van 't wa
ter. Opeens.helde ze over en rolde in
*t water!
Azor, die alles van uit de verte gezien
had, kwam zoo vlug hij kon aanloopen,
schoot (lo diepte in en kwam even later
weer hoven met Mientje. De moeder van
Mientje, dio alles gezien had. kwam ook
naar do plaats des onheils. Moeder ging
gauw met Mientje naar huis en legde ze
gauw in bed, want Mientje was erg ziek
geworden van schrik en /ingsf. De dokter,
die geroepen werd, zei dat Mientje do
koorts had. Na drie weken mocht Mientje
weer opstaan».
Do vacantie was aangebroken. En Mien
tje was weer hcelemaal beter. Daar ze over
was, mocht ze naar d'r oom in Assen. Des
morgens om half elf uur zou ze met den
trein weggaan. Azor mocht jammerlijk niet
mee. Den volgenden morgen wist hij nog*
r.iets van het vertrek; zat voor do deur van
(io kamer van Mientje, maar niemand
kwam.
Jankend ging hij naar beneden doov-
snuffeldo alle kamers maar vond geen
Mientje: ook in den tuin was zij niet. In 't
park evenmin.
Staartdruipend ging hij naar huis terug,
kroop in z'n mandje en bleef daar luste
loos en verdrietig wachten tot Mientje te
rugkeerde. Zoo'n trouwe hond!
Wim Simqns.
Een Zcmerschc dag cp hei veld.
De dageraad breekt aan. Do zachte,
lichte dauw, die reeds uren op het veld
ligt, lijkt net een druppel, die glinstert in
do eerste zonnestralen. De korenaren wor
den wakker cn verheffen zich in do koele
morgenstond, wachtende op den gouden
zegen des Hoeren, die Hij steeds als cen
milde regen op aarde doet nederdalen.
Reeds vertoonen zich de vlijtigste bijtjes,
Kun korven verlatende, om honig op 'e
zoeken. Do vlinder fladdert rond. terwijl
de leeuwerik zich in de blauwe lucht ver
heft, om do glorie aan God te zingen. Dc
nachtegalen zingen hun mooiste liederen eu
de veldmuis kruipt weer in haar hol. Hier
■■oot™. die wdo^ wed™ deiTf '°'si-
'lond lood der jaeers Kom! ni00r-
lon, in de fri JifT, .m( naar
liofdo Gods Die alles vee '""«houw -j,
Maar ook de arbJllL - 200 scbieH
Reeds b« liet eT'tekraaTn van ZV"1
voiiTaranTTai? ^'Cha^T T
znurliJiyjwen kemel (eToi Aut'Zt
>e, olak'en de arbeiders bun wërk en e
■n een schuurtje zich mi r a
Daar sbaa, bet
mel' iT "0gwcrk'. loRl alles neer en bidt'
Na den vnëi'T' Enge'
ei-W! ylljd gaan 2Ü weder aan ,ten
arbeid; want do nopr rüpende arennë,™
Da nr dt"sternis valt, binnen rib,
De Iiloempios, door de warmte en J»
beerschende koele wind. die o™r de vte'
bë'tTo M f,aa" 2ewi>ed. l,;»'!
col i Ben. De vogels vind™
ook te beet en gaan naar bun nes, A
ol en ,°P ?'I<WUk geimP van de
TT/graloren.nne de stilte. De re,teen
neer. a'S °P oen -P 'ej
Eindelüli is de oogst binnen en de nd
ehido V 2°" ,'00P^ dei1 ''aa niet Ie,
cjikIl \er aan den horizon vertoont 7.>i,
allen fflijS W0,k'e' witten ko», ril{
allengs groeier wordt. De h.ebt „ordt don-
ker en weldra ratelt de donder en flits, de
bliksemstraal om 't hardst. Haar als' den
ook liet omveer geweken is, is het ntenf dé
kfeedICdn,a(|"Ur,T,0ken ia o™ nte,l
Weed, dat heerlijk aandoet Pn enk d»
mensch voelt zich weer als verionH r..
geniet vin de versterkende lnrhf.T» rte!
Vy f Zlin aPi°»kraeiit vorl,no-t
tot meerder lust en grnnleren arbeid
Emile Dnym, Leiden
Naar 'i warme tand.
j o n g o n en do vogel
door Johnny Lange veld.
De Jongen:
b! v'7U u-° graa" Kn vn"p'lie zün,
n Vogeltje, vogeltje vlug,
-SOK, ga je weer naar je warme land'
■Neem mij dan op je mg?
Naar mooie, verre, zonnige land
Vliegen we, vliegen we blij
kn k-eeren wij din samen Icrug
Dan is t weer groene Mei
Do Vogel:
LVat denk iü, aardig jongsko wel?
Jongske, mini iongske klein,
I an moest ik heel wat grooter loch i
En heel wat sterker zün!
Maar daar ik veel toch van ie boud,
bom ik weer. kom ik weer heel vlu":
Het volgend jaar, als bet lente wordt,
•in t oude nest terug!
't Is Waschdap.
't Is wasebdas en Annetje beeft het druk.
7c ,2P(r' ''0,n,r j" haar P'assen'
staat b,j baar tobbe van tien uur af.
De kleereu van Doortje |o wasschen.
•To kont Doortje zeker, baar lievelingspop
De boste, de braafste van allen:
Ach, gisteren is zii uit Anneljes band
■bardoes in do anodder gevallen.
Toen waren baar kleertjes zoo zwart en
77 zoo vuil
Ln vies en verdeukt was haar hoedje,
Maar netjes knapt Annetje alles weer op
Ln fnsch m den wind droogt het goedje.
En als dan het goedje schoon is en droog,
•T?an, fi'?at..z!J ,1(?t mant?elen en strijken.
Ln legt zij het» heel netjes in hare kast
Ln iedereen kan het bekijken.
Ziezoo, nu is de wasch weer aan kant,
En nu nog het hoedjo geborsteld.
Maar dat valt ons Annetje heusch nog
niet mej,
Z.0 heeft er al een uur mee geborsteld.
Maar eindelijk heeft ze den strijd
overwonnen
Ln nu vlug aan het diner voor de poppen
begonnen,
/.oon poppongezin vereischt nog veel
werk,
Maar ?Joeder Annetje is gezond en
ook sterk.
Marietje Straathof.
Hnzcrswoudo Pc,M