wbiiPp SSSSagSS^ lrengt het !<»ffiug ii. -v-loid wordt, eerder te outplof- i dan hot andere einde en door nu dat r to loggen tuxchcn looden platen, irin con merk is gemaakt bij het mid- !i van het moer, zullen lusschen die tweo ,l"n platen twee ontploffingsgolvcn el- r tegemoet loopen en op do plaats van onkomen een duidelijk teeken achlor- n. Door eenvoudige metingen en bore lingen is daaruit de detoneerlijd vrij -r te berekenen. Naar gelang van de ilhcid van dc vulling en den aard er- zijn detonoersnellieden gevonden, die oren tusschcn 1000 en G200 meter per nde, waarbij dc zwartsel-patronen de 'slo cijfers behaalden. S. Van erger tot erger. ftij de -eerste opvoering van een nieuw uilto een der toeschouwers zuil teleurstelling aan zijn buurman: Die dame met de hoofdrol speelt af- .V' huwelijk slecht. Dat is mijn vrouw, merkte de ander kalmpjes op. Eenigo oogcnblikkeu keek de eerste stil voor zich met een hoofd zoo rood als een tick to vergegaan, begon hij toen weer. Ik zio nu wel, dat do speelster goed, ja heel goed is, maar het stuk is voor haar niet gepast. Het werk is nu ook zeer minne tjes, er zit totaal niets in. Do schrijver er van moet wel een echto prul zijn! Ik ben do schrijver! kwam het droog jes van zijn buurman. Niet 't gewcnschte antwoord. De jongeman: Zou jc cr iels op tegen hebben als je moeder mijn schoonmoeder werd? Jongdame: In 't geheel niet.... als ik ren zuster had! Dc accurate bediende. Een pak voor u gekomen meneer, 't slaat beneden, antwoordde een stem. Nou, laat liet beneden, gaf Zwart iet wat knorrig ten antwoord, 't kan lot morgen wachten. Hierna draaide bij zich om en trachtte weer in slaap te komen, wat hem na een half uurtje ook gelukte. Een uur later weer geklop op de deur. Zwart schrok wakker, was uit zijn hu meur. Ja wat is er nou weer? Het beleefd grijnzend hoofd van een be diende komt om den hoek: Ik wilde even zeggen, dat ik mo ver gist had, meneer, en het pak niet voor u was! Niet zijn vrouw. Politieagent: Ik geloof, dat we uw vrouw gevonden hebben. Man: Ja,-en wat zei zei Niets! O, maar dan is 't mijn vrouw niet! Samen uit. Zo waren op een fietstochtje. Het was heerlijk weer en niet druk op het fietspad door de zonnigo heide. O! wat is het hier schitterend, riep hij in extase uit, ik wil hier eens heerlijk genieten van do natuur! Ga je gang. sprak zij, duw me maar een eindje! Eenvoudig. Wat heb jo aau jo hand? Ik heb een vinger afgezaagd. IIoc deed jo dat dan? Door te zagen! Ook een opvatting. Toen ik dien fox-terrier van je kocht, zei je, dat hij goed was voor do rallen, en ik kan jo verzekeren, dat hij niet naar zo omziet. Nou, is-ie dan niet goed voor de rat ten? Een toespeling. Moeder: Zeg Doortje, heeft mijnheer Goldstein ook iets gezegd, dat er op wijst, dat hij bij jou aanzoek wil doen? Dochter: Ja, hij vroeg mo, of er hy potheek op hot huis stond. Een springtouw noodig. De meid: Mevrouw, kan ik even naar den winkel een springtouw halen? Mevrouw: Een springtouw! Waar voor heb jc dat nu noodig? Meid: Wel, mevrouw ik heb zoo juist mijn medicijnen ingenomen en nu heb ik vergeten eerst de flesch te schudden! De hardhoorende. Wat is dat voor een geluid? Dat is Roberts, die zit in zich zelf to pralon. Dat hij het dan zachtjes doet. Maar hij is hardhoorend! Uit een Transvaalsch blad. Mail aan de Telephoon (trachtende uit te vinden wie gebeld heeft): Wie is jij? Is jij 37? Jonge dame aan het andero eind (ge-, raakt): Nee, jou rare ding, ik is maar, 17. Onbegrepen vraag. „Hebt u insectenpoeder?" „Zeker. Voor hoeveel wenscht u?" „Ik heb ze niet geteld." De slechte sigaar. Hij: Wat is er in 's hemelsnaam met deze sigaar gebeurd? Zij: O, niets mannie. Ik vind dat zo zoo vrceselijk ruiken en daarom heb ik er wat Eau do Cologne over gespren» keidl Een laat-hoorige. Mevrouw: Hoorde je mij niet bellen- Mar io? Marie: Niet vóór den derden keer, me vrouw. Op school. Ouderwijzer: Onder de diersoorten wor den ook de teeugangers geschikt. Wie van jullio kent een wezen dat op z'n tcenen loopt? Hansje. M'n vader, as io 's nachts laat thuis komt. CORRESPONDENTIE. Johnny Langovold, L o i d c n. Wel, wel mijn klein vriendje, ook al gepro beerd om oen versjo lo maken. Nou maar, fiat is zooals men dat zegt „af" en wat meer zegt een goed begin. Ik zou al vast eens kijken Johnny. Maak veel groetjes aan Moeder. Die kaart van Mies en Max was v. .bazend leuk. Verzin ook eens wat. Moe- nor mag wel een beetje helpen. Dag John ny! Do raadsels krijgen later een beurt. Wim Simons, Dordrecht. Zoo mijn klein neefje, kom je ook al met een v. Hiaaltje aangedragen! Wat zal daar va- dor en moeder blij om zijn! En zie jo nu v.el, dat het gaat, als jo maar wilt. Daarbij bent er zicli de vacantie ook buitengewoon goed voor om verhaaltjes t© verzinnen en versjes to maken. Begin maar weer aan iets nieuws Zul je? Dag Wim! Groet ook vader en moeder van me en zusje en broer 1 ouis ook, niet vergelen, boor! Emilo Duym, Leiden. Ik wist va!, dat het boek bevallen zou. Trouwens ik had or net zooveel pleizier van, als jij yelf: oen trouwe modowerker als jij beut, gnu ik con prijsje dubbel en dwars. En het opstel? Kijk vandaag al eens! Dag Emilel Groet jo ouders, broertjes en zusjes van me! Ik wacht weer op wat nieuws! Thoodora, Leiden. Heerlijk, dat mijn kens zoo in jo smaak viel Theodora. oes het met vollo aandacht en zio vooral hoe Timmermans zijn gedachten giet in oen vorm, die niet do onze is. Lees het bock tweekeer en jo taalschat is do on dervinding zal het leeren met heel wat procenten toegenomen. En Dina had ook M-hik met haar prijsje? Mooi, zoo! Zoodra ik tijd heb. kom ik eens aan! Dag Nichtje! Ik houd mo aanbevolen voor veel, veel meed L i t aLeiden. Zoo mijn lief Nichtje, ook een3 geprobeerd om een mooi dingotjo voor ons Hockjo te maken. Dat is braaf van je on ik-haast mo dan ook om het (o laten plaatsen. Maar.... maak liet in het vervolg wat langer. Jo zult eens tij* kou, hoe klein het daar gedrukt staat Werk jij oens uil: „hoé ik mijne vacantio doorbracht, zul je? Maak veel groetjes aan vader on moeder en broertjes en zusjes! Zou do grooto broer ook niet eens oen ver- hnaltjo maken? Ik wacht af! Dag Lila! E11 y, Leiden. Welkom in ons kringetjo Elly! Iemand, dio met een sprook je aankomt, is dubbel welkom. Jij weet ze- 1 r dat ik van sprookjes houd hé, lief Nichtje! Tk verwacht met ongeduld het ver volg. Of zijn et soms nog moor! Do plaats i- gereserveerd Elly. Dag Nichtje, groetjes aan Oom en Tante! Josephine Schermer, Ouden- b o s c h „S t. A n n a". Wely Josephien- :«e. ik was heel blij jo te zien. En je ver- l.aaltjo laat ik de volgende week plaatsen. Kijk maar oenS uit! Zou jij niet oens willen lrobeeren om een verhaaltje (o maken van fvnigo „vervolgen". Ik wed, dat hot lukt Dig Josephine! Bij voorbaat mijn dank Hier gaal alles goed. De volgende weck ga ik door met het be nul woorden der brieven en der vragen. Oom Wim. DE AVONTUREN VAN MIES EN MAX door Oom Wim. Avontuur XIV. Een week later. Mies en Max zijn boos op Trui, Trui beeft Mies geslagen en Max een schop ge geven. Zo zullen zich wreken. Ze zullen Trui haag maken. Ze maken oen plan. Ik weet wal! Wal Mies, spreek op! Wo maken lS*ui bang. Aaagenomen. Voor dea avond welen Mies en Max In don keiier te komen. Zo verbergen zich achter een botertonnetje, dio op een plank claat in do buurt van den hoop anrdappe- ■fSSSSw*1- en bukt. aardanpelhoop «pïf Zl pj" H°P is. (lie haar dinT™,: v,, Mies Max Do vrouw meent on hef i" b<,bbc"' dien kreet dat ot aL, booren van baalt haar mau en de°l ln, ,c.older zijn, dan geen tiid ia «air t en in minder den keldertrap af omd!!11™'!,ion" 200 on de dievenTe vTv °nlzt'11™ lie maken de (w„n d„ë dle eonsternn ongemerkt te vluchten m'h®? gcbruik on' nog eens in hot „ri;;Gl gevaI word< oververteld. En dc anderen? °n die daarTer"aeVV1,een do meid, en zoo Week als een lijken™1 '°,P 101 "j™ kwam on haar anrnoV 7„ °.on 20 bÜ nordc zich alleen do, lenig had, herir.- woorwolf of oon d'iof'h,^n„?n00k °f cen ma" '"ld zc niemand "i'Wenm0br.mtede:khta0 h7V*rt voortaan op IvmiVonte' Van was Een Indisch sprookje art daiix de tssnz r-rö ■noesten zorgen vaders eten dS-SSSrassr- wilde 't eerst nioi at Vuur- Kati kaar zusters: Ik weeflot™"], 2p 2e' tcg™ goed vindt, dat wij haar W ,TatIorniot zullen er later born™" bl,nn.?Wa(en. Wo do zusters wilden niet isen" Maar laad van Kali luisteren mf wijzen dag iels gebeurde, waar ze Z?" Ti™?" van zouden krijgen. verdriet 2»n7l|u™henezH^in d° toning' da' Sspte Mi F*1** bed: borR rich donderden 'da e b.ebb?n ver! achter een gordijn Van hfo "u kouker. voorzichtig en zorgvuldió V'" hii 1,00 vandaag do beurt hiJii J)r,nsea, die nakeek. Vaar löen l' M ,wa.scl'«e en wo kinnen. Do konWg zag o°ok hl?r 7^"" gingen en bemerkte, dat zü zand T" Strooide, Hij blips nn ln 2 n olen ?n terstond kwnmen' er ho,P i"" f'"i,io weduwe gevang™ bedl.?"da». die do den koning gebracht, maar'wtetT I met den koning Ji v tfedaan had om moer zu" tegë^hem S" ff»H<* ker zij ziel, maakie teldat 5°° bc7>,nnri'j- Moot. om mo, haar 'to ,r0, wcn 'T, :C" Weeds beknorde. u was on 20 slukje brood"on Mn gtea^e wtter'lte k'?i" om deed zo ook AW do? J°'' cn daar- gestorven waren was baaë dnrn"nSnSen prinses en kreeg allo ar>u J, docjllor.. QUcen inon van do auder'o vTiël °r ,'ij'tdom- r-iet. Luister maart 'IMr list g"'"k'e He prinsessen gingen «7 anno r.aar het graf van haar «rTói por (Iasy «d'sf'>v™Kü!"!oteir^-^ natuurlijk kongër Ko gëngën1 m, nog'mtwr! malen naar bet graf en steeds droog de boom weer vruchten. Do boozo koningin kaar dochter: „Ga jij'moëgë de Pontes.™ eens na. waar ze naar Toe marardT"! T°r^n ™r<lcr dikk" da-a e'en I)ZT, kr"?Cn geen "i slechte prinses volgde deze raad V oa Z:;V OP I graf van do overleden ko r.,ng,„ den klapperboom staan. Do oudste elnn n, riepen haar om ook te komen eten van do heerlijke vruchten, maar (oen ze er oen genomen had, liep zc van haar vandaan oni t haar moeder te vertellen daïhf W na'uurlijk heel boos en bc- dacht weer een ist. Zo liet aan den koning boodschappen, dat zo ziek was. De konin- taar konadneaaaVr°es wat hi)' voor tiaar kon doen. Ach, zei ze, „ik weet maar oen middel om heter te worden. Er groeit op het graf van uw overleden vrouw een klapperboom. De drank, die van de Wade ren van dezen boom bereid kan worden is 7 ??-e'gc, redding." Do koning liet on- middellijk den boom met wortel en al uit ran ST'1 7"'T^n ,*1'eiddo van de hlado- en oen drank. Hiermede bestreek hij liet voorhoofd en do polsen van z'n vTouw en den volgenden dag was zij weer hZ7. (Wordt vervolgd.) Elly. Alleen c»i de weretd. oZ°i Z'V gedachten verzonken. Gistere- no„ had zij eon Moedor, nu niet meer Zo tSlatend'5JnaëtIhaarw-0ch,er aUa»"'aoh- „lla, alT", Nicmand had zo meer ■laar Moeder had tiaar veel (roostende SdZ!Td Z ,iad l,n" g°z(1gd dat zé I.. M.ï 2IJn' Maar koe kon zij nu flink zuil nu zu zoo heel alleen was. Niemand kon 11 m«Van "'ien 2ii haar verdriet kon zoggen. Niemaftd dio haar Iroosleu Overmorgen zon baar Voeder begraven worden en daarna zou ze voor zichra moeten ZOrgen. Ze kon wel wat naa, daar moest ze dan maar mee bogtenëë' Maar ach nu moost zo alios alleen doon zonder Moeder. Die gedachte dood baar op li tT m ^ane,n ll'lharsten. O hoe vreese- lijk tocht Hoe benüdde ze nu do ancle-o meisjes die nog een Moeder haddon on zij vu was alleen. Anderen die geen Moeder hadden hadden dan tenminste nog oe" oom of (anto waar zo naar toe konden gaan. Maar zü had niemand meer. Daar T,el haar oog op 't H. Hart. O, het scwT Ja" ze"voeldp°PT"daar 'r00sl 20|-kan' Ja ze voelde het, zo was toch niet alleen. J. ?,eui zou 21J zich getroost voelen trao ,V°°r he' be<lId en had vurig Daï troostte haar en leen zo weer opstond was waarëa l™"i 26 Iemaml gevonden, waar zo lioost zou kunnen vinden. Troost en opbeur'ng in kracht en sterklo on liefde, waaraan ze nu zooveel behoefte had. Lifa. Mies en Ma* door Dina Rohreij. Mies en Max hadden weer reuzenhonger roof■'ef0,m da'"om maar weer eens op roof uit lo gaan. En zü hadden nfgespro! ken om naar do markt te gaan. Misschien Wmleri1 M»n°S W°' ic(s 'an hun gading (e Maar- wat waren zü teleurgesteld toen zu op de markt aankwamen. Er was groenten 8 1n grocn,(,n 011 eens ,oéi,0cll, °Cb"' 2urbll<' ,rips' -waarom Is er toch geen worst- en kluifjcsmarkt?" eeésTéar™"0 Max- ""at „Nou, als ik een mensch was" zei Mie- -en ilc was do haas. dan zou ik een worsté in kluifjcsmarkt oprichten, voor allo hon gerige katjes en hondjes. Hé, zij watertand' den van al die hoorlü'kheden. Maar mot dat alles werd hun honger niet gestild. /oo rondzoekend en pralend, waren zü Luiien de stad gekomen on zagen een laan met boonion on een sloof. Mies bad ook ai dorst gekregen en ging naar den waterkant wat drinken. Maar tot haar prooien schrik zag zu nog een zelfde kat drinken. Zij werd hoos en begon legen die kat Ie miauwen en haar poot uil te slaan. ™a"won. Maar dio kat miauwde ook eu sloeg ook aar poot naar Mies. Op het laalet begon \an ^oede te Linzen cn wilde die kat aanvliegen en.... plons daar lag arm- Mies ln het water. Max had in dien lijd bij een boom wat weggegooid olen gevonden •Tuist was hu aan het laatste hapje "f daar hoorde hu oen plons eu zag Vies mid den in de sloot liggen. Dadelijk iiop Vax maar den waterkant en sprong in hol water. Hu zwom naar Mies (oo en paklo den voorpoot van Mies in zün hek en zwom dote 7T naar en T1 Mi« was inmid- dols flauw «wallen. Nu was het de beur: van Max om Mica beier lo maken. Max volde haar heen en weer in liet gras Ei- poosje later kwam zij weer bij en dankbaar blikte zij baar trouwen kameraad aan. Maar toen zij weer goed tot zich zelvo kwam, gevoelde zij dubbel baar grooten honger en nu was zij nog zoo drijfnat, ook was zij vies van haar eigen. „Och", zucht te Mies droevig, „zon er wel een ongeluk kiger dier op de wereld zijn dan ik. Max zei niets, maar dacht des te meer. En zijn goeden hondenneus had al lang iels gero ken, er was namelijk oen vischboer in de buur en van een lekker schelvischje zou Mies aardig opknappen. Maar die man ie verschalken. Maar dio niet sterk is, moet slim zijn, dacht Max. „Mies, als je nu vlug bent, zal ik je een gratis maal bezorgen", sprak Max. Mies spitste haar ooren. Eten in de huurt, hoera! sprak ze, niets is mij te vlug af. Nu wij moeten dien vischboer verschalken, maar hoe? „Geen nood", zei Max. dio altijd raad wist, „straks als hij aan 't vischwegen gaat, zal ik dicht bij hem gaan staan en blaffen, zoo hard, dat de sleenen er van scheuren en dan ziet de vischboer verschrikt om zich heen en in (lien tijd spring jij op de wagen en de rest begrijp je." Zoo gezegd zoo gedaan en de truc gelukte boven mate. Max blafte zoo hard, dat booren en zien verging en toen de vischboer'zijn aandacht aan den hond wijdde, sprong Mies vlie gensvlug op den wagen en pakte een groo- to schelvisch weg. Beide deugnieten aan den haal. De vischboer begreep dat hij was beetgenomen en raasde en tierde op die leoli.ike gauwdieven. Mies en Max verkneukelden zich dat hun grapje zoo goed gelukt was. Mies ging toen zij haar honger gestild had in de zon lig gen opdrogen en Max droomde weer van nieuwe avonturen en rooftochten. Een dankbare hond. Azor was een mooie, groole hond, dio veel van z'n vrouwtje, de kleine Mientje hield. Als Mientje in T park bloempjes ging plukken, en deze, als ze to veel in de han den had op de bank legde, ging Azor daar bij de wacht houden, en niemand moest 't wagen aan de bloemen te komen. Als Mien tje ging wandelen, had zij altijd gezelschap van Azor. Als Mientje \s middags een dutje deed, hield Azor (rouw de wacht. Geen enkel hijtjo of vliegje moest het wagen Mientje te plagen, dan gingen ze meestal in den maag van Azor. Ook de straatjon gens, als die Mientje met sleenen gooiden, v.'crdon meermalen in 't broekje gebeten. Maar wat gebeurde. On zekeren dag zou Mientje bloemen gaan plukken. Langs ecu heek, die achter de wei lien, stonden mooie versxebnijnsetjes en boterbloemen. Mientje had er zoo graag cen paar om in haar hoek te laten drogen. Zo ging hoo langer hoe verder naar den kant van 't wa ter. Opeens.helde ze over en rolde in *t water! Azor, die alles van uit de verte gezien had, kwam zoo vlug hij kon aanloopen, schoot (lo diepte in en kwam even later weer hoven met Mientje. De moeder van Mientje, dio alles gezien had. kwam ook naar do plaats des onheils. Moeder ging gauw met Mientje naar huis en legde ze gauw in bed, want Mientje was erg ziek geworden van schrik en /ingsf. De dokter, die geroepen werd, zei dat Mientje do koorts had. Na drie weken mocht Mientje weer opstaan». Do vacantie was aangebroken. En Mien tje was weer hcelemaal beter. Daar ze over was, mocht ze naar d'r oom in Assen. Des morgens om half elf uur zou ze met den trein weggaan. Azor mocht jammerlijk niet mee. Den volgenden morgen wist hij nog* r.iets van het vertrek; zat voor do deur van (io kamer van Mientje, maar niemand kwam. Jankend ging hij naar beneden doov- snuffeldo alle kamers maar vond geen Mientje: ook in den tuin was zij niet. In 't park evenmin. Staartdruipend ging hij naar huis terug, kroop in z'n mandje en bleef daar luste loos en verdrietig wachten tot Mientje te rugkeerde. Zoo'n trouwe hond! Wim Simqns. Een Zcmerschc dag cp hei veld. De dageraad breekt aan. Do zachte, lichte dauw, die reeds uren op het veld ligt, lijkt net een druppel, die glinstert in do eerste zonnestralen. De korenaren wor den wakker cn verheffen zich in do koele morgenstond, wachtende op den gouden zegen des Hoeren, die Hij steeds als cen milde regen op aarde doet nederdalen. Reeds vertoonen zich de vlijtigste bijtjes, Kun korven verlatende, om honig op 'e zoeken. Do vlinder fladdert rond. terwijl de leeuwerik zich in de blauwe lucht ver heft, om do glorie aan God te zingen. Dc nachtegalen zingen hun mooiste liederen eu de veldmuis kruipt weer in haar hol. Hier ■■oot™. die wdo^ wed™ deiTf '°'si- 'lond lood der jaeers Kom! ni00r- lon, in de fri JifT, .m( naar liofdo Gods Die alles vee '""«houw -j, Maar ook de arbJllL - 200 scbieH Reeds b« liet eT'tekraaTn van ZV"1 voiiTaranTTai? ^'Cha^T T znurliJiyjwen kemel (eToi Aut'Zt >e, olak'en de arbeiders bun wërk en e ■n een schuurtje zich mi r a Daar sbaa, bet mel' iT "0gwcrk'. loRl alles neer en bidt' Na den vnëi'T' Enge' ei-W! ylljd gaan 2Ü weder aan ,ten arbeid; want do nopr rüpende arennë,™ Da nr dt"sternis valt, binnen rib, De Iiloempios, door de warmte en J» beerschende koele wind. die o™r de vte' bë'tTo M f,aa" 2ewi>ed. l,;»'! col i Ben. De vogels vind™ ook te beet en gaan naar bun nes, A ol en ,°P ?'I<WUk geimP van de TT/graloren.nne de stilte. De re,teen neer. a'S °P oen -P 'ej Eindelüli is de oogst binnen en de nd ehido V 2°" ,'00P^ dei1 ''aa niet Ie, cjikIl \er aan den horizon vertoont 7.>i, allen fflijS W0,k'e' witten ko», ril{ allengs groeier wordt. De h.ebt „ordt don- ker en weldra ratelt de donder en flits, de bliksemstraal om 't hardst. Haar als' den ook liet omveer geweken is, is het ntenf dé kfeedICdn,a(|"Ur,T,0ken ia o™ nte,l Weed, dat heerlijk aandoet Pn enk d» mensch voelt zich weer als verionH r.. geniet vin de versterkende lnrhf.T» rte! Vy f Zlin aPi°»kraeiit vorl,no-t tot meerder lust en grnnleren arbeid Emile Dnym, Leiden Naar 'i warme tand. j o n g o n en do vogel door Johnny Lange veld. De Jongen: b! v'7U u-° graa" Kn vn"p'lie zün, n Vogeltje, vogeltje vlug, -SOK, ga je weer naar je warme land' ■Neem mij dan op je mg? Naar mooie, verre, zonnige land Vliegen we, vliegen we blij kn k-eeren wij din samen Icrug Dan is t weer groene Mei Do Vogel: LVat denk iü, aardig jongsko wel? Jongske, mini iongske klein, I an moest ik heel wat grooter loch i En heel wat sterker zün! Maar daar ik veel toch van ie boud, bom ik weer. kom ik weer heel vlu": Het volgend jaar, als bet lente wordt, •in t oude nest terug! 't Is Waschdap. 't Is wasebdas en Annetje beeft het druk. 7c ,2P(r' ''0,n,r j" haar P'assen' staat b,j baar tobbe van tien uur af. De kleereu van Doortje |o wasschen. •To kont Doortje zeker, baar lievelingspop De boste, de braafste van allen: Ach, gisteren is zii uit Anneljes band ■bardoes in do anodder gevallen. Toen waren baar kleertjes zoo zwart en 77 zoo vuil Ln vies en verdeukt was haar hoedje, Maar netjes knapt Annetje alles weer op Ln fnsch m den wind droogt het goedje. En als dan het goedje schoon is en droog, •T?an, fi'?at..z!J ,1(?t mant?elen en strijken. Ln legt zij het» heel netjes in hare kast Ln iedereen kan het bekijken. Ziezoo, nu is de wasch weer aan kant, En nu nog het hoedjo geborsteld. Maar dat valt ons Annetje heusch nog niet mej, Z.0 heeft er al een uur mee geborsteld. Maar eindelijk heeft ze den strijd overwonnen Ln nu vlug aan het diner voor de poppen begonnen, /.oon poppongezin vereischt nog veel werk, Maar ?Joeder Annetje is gezond en ook sterk. Marietje Straathof. Hnzcrswoudo Pc,M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 14