N.B. In doze week icderen dag Gloria on Credo en de Prefatie v. d. Allerheiligste Maagd (invullen: En U cm (le ten hemel opneming). ZONDAG 15 Aug. Feestdag van M a r i a's ten hemelopneming. Mis: Gaud earn us. 2e gebed en laat ste Evangelie v. d. 12cn Zondag na Pink steren. Kleur: Wit. Wat een blijdschap, wat een vreugde! Maria, de gezegende Moeder van onzen Allerheiligste Verlosser, is ten hemel op genomen! Daarover verheugen zich de Engelen in den bemel. En wij, nog omdo- jenden in het land onzer ballingschap, deze wereld, wij heffen onzen geest om hoog en op uitnoodiging der H. Kerk, (Inlroilus; Alleluja-vers; Offertorium) slui ten wij ons hij dien vreugdcvollen jubel in' den geest aan. In de volle vergadering d. i. te midden 'der Heiligen is nu Maria's verblijf voor altijd (Epistel); deelachtig geworden is Maria aan dat éénc noodzakelijke: do eeuwigo zaligheid, welke haar nooit meer zal worden ontnomen (Evangelie en Communio). Gezamenlijk vragen wij voor elkander aan God om ter wille van de verdiensten van Jezus Christus, van de ons dreigende kwalen verlost te worden (Pos(communio) en lot -de eeuwige zaligheid te mogen geraken op Maria's voorbede. (Gebed; Stilgebcd). MAANDAG. 16 Aug. Feestdag v. d. H. Joachim, Vader der Allerheiligste Maagd. Mis Dispersit. Kleur: W i t. Verheug U. H. Joachim uit uw dochter is ons (God) de Zoon geboren. (Kerk. Get.). BBNSDAG 17 Aug, Mis v. d. II. Je roen, Martelaar, Pastoor van Noordwijk. Laclabilur. 2e gebed v. d. H. Hyacintbus; 3e v. h. Octaaf van Maria's ten hemel opneming; 4e v. d. Octaafdag v. d. H. laurenlius. Kleur: Rood. tn Franciscanerkerkcn: Mis v. d. H. R o c liu s, Belijder; Justus ut palma. 2e gebed v. d. H. Hyacinthus; 3e en 4e als hoven. Kleur: W i t. I)e H. Jero, ook Hieron of Jeroen ge heelen, werd in Schotland uit aanzienlijke" ouders geboren, die hem met de grootste zorgvuldigheid opvoedden. Van zijn vroeg ste jeugd gaf de jonge Jeroen blijken van zijn liefde voor de deugd en met den moes ten ijver legde hij zich ook toe op de we ienschap. Zijne ouders, die vermogend waren, wenschten hem geplaatst te zieii in een aanzienlijke betrekking, doch be grijpende, dat God hem tol een andere be stemming riep, gaven zij Jeroen zijn zin én lieten licm studeeren voor priester. Eenmaal priester, beijverde Jeroen zich om de zaligheid te», bewerken zijner mede mensehen. Hij wist hoe een H. Willihror- dus en gezellen en zoovele anderen naar de heidensche gewesten over. de zee ge gaan waren om cliq heidenen te winnen voor Christus. Dat voorbeeld trok hem en ook hij stak de zee over 'en kwam in onze streken, wier toenmalige bewoners afgo dendienaren Waren. Van den twaalfden Bisschop van Utrecht, de H. Himgerus, kreeg hij opdracht om het H. Evangelie te gaan prediken in West-Friesland, Kenne- mcrland en Rijnland. Hij ging vol ijver en vestigde zich te Norlhgo, hef tegen woordige Noordwijk. In dien tijd vielen herhaaldelijk do Noormannen ons land binnen, roovend, moordend en plunderend; vooral tegen de be lijders en predikers van den waren God keerde zich de woede dier heidenen. Toen zij in Augustus 856 ook Noord wijk binnen vielen namen zij den bejaar den pastoor tegelijk met andere Christe nen gevangen. Na ondervraagd te zijn over zijn afkomst en godsdienst, werd aan Jeroen bevolen aan de afgoden te offeren. Jeroen weigert en wordt ter dood veroor deeld. Na geeseling, gevangenschap en an dere kwellingen is de heilige onthoofd. Do geloovigen hadden zich van het lichaam weten meester te maken en begraven op een geheime plaats, waar. het verborgen bleef tot het jaar 955. Toen werd het door Gods beschikking teruggevonden. Hei hei lig gebeente werd op last van den Bis schop overgebracht naar do beroemde ab dij van Egmond. Zijn schedel, pas vier honderd jaren later gevonden, rust in Noordwijk. Zweder van Kuilenburg, de 52e Bis schop van Utrecht, schrijft„Gelukkige Martelaar van Christus, door wiens ge beente de zieken genezen worden, door wiens voorspraak de verloren zaken weer terugkomen. Verblijd u, Holland 1 over zulk een Beschermheilige en het bezit van dien schat!" WOENSDAG 18 Aug. Vierde dag onder hel octaaf van Maria's t e n hemelopneming. Mis Gaudea m u s (als op löAug.). 2e ge bed v. d. H. Agapitus; 3e v. d. H. Geest. Kleur: W i t. Bid voor ons, o Maria, opdat wij mogen wandelen in den geur uwer deugden. (Kerk. Get.). In Franciscanerkerhcn: Mis v. d. Z. Paula van Montakli, Maagd: Dilexisti. 2e. gebed v. li. Octaaf; 3e v. d. H. Agapitus. Kleur: Wit. DONDERDAG, 19 Aug. Vijfde dag v. li. Octaaf. Mis: Gaudcamus. 2e gebed tol den H. Geest; 3e voor Kerk of Paus. Kleur: W i t. In Francêscanerkerken: M i s v. d. II. Bodewijk, Bisschop en Belijder; Statuit 2c gebed v. h. Octaaf. Kleur: Wit. Maria, de Koningin, zetelt nu aan de rechterhand van haren Goddelijken Zoon, gesierd met hare sieraden (Maria's deug den) en die Haar zien prijzen Haar als de Allerzaligste. (Kerk. Get.). VRIJDAG. 20 Aug. Mis v. d. H. Ber il a r d u s, Belijder en Kerldeeraar: In me dio. 2e gebed v. h. Octaaf. Kleur: W i t. De H. Bernardus is een der grootste sie raden van Gods Kerk. Buitengewoon was zijne godsvrucht en liefdo tot Maria. Zijne geschriften staan vol van Maria. Iedereen kent het „gebed van den H. Bernardus": Gedenk o Allerb. Maagd enz. Onder Ma ria's bescherming stierf Bernardus 20 Aug. 1153, onder het Octaaf van Maria's ten Hemelopneming, als abt van Clair- vaux. Bernardus is de stichter van do Orde der Gisterciensers. (Trappisten). ZATERDAG 21 Aug. Mis v. d. II. Jo anna de Chap tal, weduwe: Cognovi. 2c gebed v. h. Octaaf; 3e voor den Paus. Kleur: Wit. Deze heilige vrouw, in haar echtelijk le ven een toonbeeld van echtelijke deugd, slichtte na den dood van harén echtge noot, onder leiding van den H, Franciscus van Sales, de Orde der Visitandinnen. Zij was een voorbeeld van daadwerkelijke christelijke "naastenliefde. ALB. M. KOK, Lisse. Pr. Filcmfen echter bleef doordreinen en zeuren en kwam herhaaldelijk met haar ongerustheden voor den dag. Ten einde raad en trouwens zelf niet bijster op zijn gemak, besloot Huub naar Leenders te stappen. Op een morgen, juist''toen liij in slad moest zijn om er zijn klanten te be dienen, begaf Huub zich naar Leenders. Hij liet 'zijn zwaarbeladen wagen voor de deur staan en trad aarzelend liet kantoor binnen. In zijn verlegenheid om zoo maar met stel en sprong met de deur in huis te val len, begon hij over ditjes en datjes te pra len, over de geruchten van een mogelijken inval van Bolsjewieken, over het defail- Iceren van banken, over de schaarschte van het goud: hij draaide maar steeds om het onderwerp heen, werd zoetjes aan da nig vervelend, zoodat meneer Leijders, die dien dag een allergewichtigst contract moest opmaken en bezig was met zijn pa perassen in orde te brengen, eindelijk on geduldig werd en op ietwat zoelsappigen- toon zeide; „Ja, kijk eens hier, Franken, ik hen zeer gehaast vandaag. Zeg mij dus kort en bondig liet doel van uw komst". Huub was heelemaal uit zijn lood gesla gen, zou misschien nog rechtsomkeer ge maakt hebben, zelfs na zijn aarzeling te hebben overwonnen zijn zorgvuldig opge bouwde plannen hebben laten varen, in dien een zonnestraal waarin duizende stofjes daiisten, het gezicht van mijheer Leenders niet hadden belicht. De trekken van Leenders schenen hem zoo verouderd toe, zoo bezorgd, verdrietig, vergeeld cn verschrompeld als perkament. Dit kan toor. zoo door en door muf en bedompt, gaf als 't ware een reuk van ellende af. En dit alles kwam de mulder (e gclegener- tijcl versterken in hel idee dat het onge- rusl-zijn van Filomien wel degelijk op waarheid, op goede gronden konden be rusten. Men had ooit wel erger dingen zien gebeuren. Aangemoedig door dezé opwelling liet hij daarom zonder moeite los hetgeen hem al gcruimen tijd op het hart lag en zijn tong deed jeuken. „Do vrouwen, meneer, ge weet hoe zo zijn: steeds hang dat zij geen grond meer onder de voeten voelen. Verheeld u dat de mijne zicli in liet hoofd heeft gezet dat we stellig oorlog krijgen. En zoo brengt het eene hel andere mee. Kortom, zij kan er niet van eten en van slapen. Geen denken aan om er eens verstandig mee te praten. Zij wil met alle geweld haar geld terug hebben". Leenders scheen een oogenblik te aarze len en fronste de wenkbrauwen. Dan zei Rij: „Och, wat, oorlog, Hoe komt ze er aan?" En verachtelijk haalde hij de schouders op. Zou Leenders zijn redenen belachelijk vinden? Zag hij in liem een hcspottelijken dwaas om zoo maar onmiddellijk toe te geven aan de grillen van zijn vrouw? Of ha hij, volstrekt geen dupe van de leugen, zijn list doorgrond?" „Enfin", zeide hij, terwijl hij opstond, „ge komi precies op lijd, mulder; ik heb juist drie duizend gulden liggen, die gis teren zijn binnengekomen. Een ander zal er niet kwaad om zijn in jou plaats zijn geld voordcedig to hebben uilgezel". En hij ging naar de brandkast welke hij langzaam opende, in de hoop misschien dat Huub intusschen zou nadenken en op zijn besluit zou terugkomen. Maar de mo lenaar, in zijn nopjes hij de gedachte, dat hij eindelijk in het bezit ging treden van zijn levenslange zwoegen en arbeiden, vrucht die hij een oogenblik verloren had gewaand, bleef zwijgen, en Leenders die uil de sombere kluis het geldmandje had genomen waarin hij drie duizend gulden had gedeponeerd, leldo Huub in guldens, in rijksdaalders en in bankbiljetten zijn drieduizend pop op de tafel neer, zonder dat zijn cliënt eenig ander gevoel liet doorschemeren dan pure vreugde. Met knippende oogen, de hand trillend van geluk, streek Iluub dit fortuin op, telde hot op zijn beurt met zorg en niet zonde moeite, cn stopte het in de lederen beurs die hij had meegebracht. Dan, steeds zwijgend en nauwgezet, sloot hij do bollen de beurs zorgvuldig, borg ze warmpjes op zijn hart, lusschen zijn gezwollen hemd en zijn huid. Ten slolle stond hij op uit zijn stoel cn na afscheid te hebben genomen zette hij zijn ronde weer vqort. Tegen liet vallen van den avond kwam do mulder op den Geumere» molen terug, na zijn ronde zelfs een beetje lo hebben verkort. Wat was Filomien tevreden. Gedurende den boelen morgen, den geheelen voor middag, den geheelen namiddag, had da molen, tic, tac, tic, tac haar in de ooren gezongen. Tic, tac, tic, lac, lie, tac. Vaarwel de duiten, vaarwel de lieve, zuur verdiende, lang-opgepotte duiten. Leuge naar van een molen. Wat verteldet gij daar? Flauwe aardigheden. De waarheid immers was anders. Kon Filomien up liare beurt deze duiten, deze banknoten niet zien, niet tellen, niet betasten? Was alles vol leven, terwijl dc molen met zijn ont moedigend, onverpoosd getok er den dopd van had verkondigd? Het scheen haar toe alsof met het geld haar leven weder verre zen en opgefleurd was. En gedurende dc laatste uren van den dag overstemde zij met haar vroolijk gelach en gebabbel het kla gend geklop van den molen. Hot zilver geld had op den stillen zolder zijn plaatsje weer ingenomen op den bo dem van de haverkist, hel bankpapier werd in een oude portefeuille eeborgen onder stapels linnengoed. Dagen, weken, maanden verstreken. Geen enkel nieuw feit kwam do verdenkin gen, die Franken cn zijn vrouw tegen den z;i;il,w;nirim]U"r hadden gekoesterd, recht DINGEN DEZER DAGEN. WEEK-REVUE. Daantje en hef Holfand- België-fracfaaf. Dat kon zoo niet langer, ik dacht hij me cige, daar mot nou es* een einde an kom- me, want ze mei ore net zoo lang over dat verdrag met die Belsen, tot ze zelf niet meer weer wete of ze der voor of tege zijn en net was Baantje van plan ze cige dei- mee te gaan hemoeie, toen ie vcsite kreeg ,van minister Karnemelk. Nou ik zag direk, dat ic een pielsie nervicus was, cn omrece ik vies hij ven in dc diplomaazie docht ik hij me cige, ik zal em eerst op ze gemak krengen. Ik gaf minister Karnemelk dus een luie stoel en liet em een verfiche peuk opsteke. Kou 'k mot zegge, hij monterde derek op Ekzelenzie, zee ik heel deftig want mot rêkene, hij is van de aristokraazie ekzelenzie waarap het Daantje de eer van uwes bezöck te danke? Daantje zee-die, bewoge, *ik weet dat je goed thuis bent in de diplomaazie en dat jo, as t er op ankomt, mijn nog wel een lessie kan geve in de googemegie, en nou mot awes weten as dat ik met dat Hol landBelgië-Verdrag leelijk in me maag sit en nou kwam ik es hij uwes invormee- rc, wat ik der nou eigelijk mee anmot as het hier voor de Tweede Kamer komt. Ekzelenzie, zee ik, as uwes der zoo erg mee in uwes maag zit, dat uwes der een indegestie van krijgt, dan zou ik zoo zeg gen, dat uwes wonderolie mot slikke om- j rede alles gesmeerd gaat. Daantje zee-die, ik weet asdat u een sieraad van ons Vaderland is, uwes maakt nou natuurlijk maar een grappie nmdal ik begrijp asdat dat uwes zoo eigc is, maar as uwes mijn helpt met dat be roerde Verdrag, dan bezorg ik uwes een haantje hij den Volkenbond.- Eigelijk, ekzelenzie, zee ik, had ik daar al lang motto zitle, want mijn faam is om zoo (e zeggen internazienaal, maar zee ik, om op ons apropoo terug le.korhme, ik ge loof als vaststaand te maggc anncme, dat uwes der zoo goed as voor is om een sloot te grave van Antwerp_en naar den Moer dijk. Goed zoo Daantje, zee-die. Nou wou ik uwes eerst es vrage, zee ik, wal u van plan is met al dat zand te doen, want dat ken- ne me toch zoo daar maar niet late legge. Sjonge, zee-die, daar heb ik eigelijk nog niet an gedacht, 't is goed dat uwes dat zegt: maar wat zou uwes der van zeggen, zee ik, as we daar es zandhakke van maak te om de Tweede Kamerleden in te late spelen, dan benne die meteen zoet. Daantje zee-die, dat is een idee van Sjiclev wat dat voor een snuiter is weet ik niet, maar daar heb ik natuurlijk niets van merken zooiets kan alleen in ilwes hersenpan opkonajne, daar zal ik sekuur rekening mee houden. Wil uwes wel geloove, asdat minister Karnemelk der ontdaan van was. Daantje, zee-die, ben jc getrouwd? Ge lukkig wel, zee ik, terwijl ik over een paar bulten wreef, die me vrouw op me hoofd gefabriseerd had. Da's jammer, zee-die, ik wou je anders beloone, zie je, door je in kennis lo brengo met onze Prinzes, die is nog niet getrouwd weet u.Ekzelenzie, zee ik dat is nou net jiiet noodig, omrede ik an zoo'n vrouw as ik heb, al me bande vol heb, maar Daantje doet dat nou uit pure vaderlandsliefde en laat het nou verders maar an Daantje over, dan komt het dik in orde. Zoogauw as liet in dc Tweede Ka mer ter sprake komt, zal Daantje in uwes plaats een spiets afstoke, dan zal u zien dal gc-eneen kamerlid der tegen op kan en dan zal D.tmilje dal .raklaatie d-.r w<| effies doorslepe. Als het er door komt en liet komt er door dan wordt Daantje voorzitter van do verceniging tot verede ling der diplomaazie, on krijgt-ie net as Duitschland een permanente zetel in den Volksbond, heb Karnemelk beloofde Laat ze nou maar opkomme. DANIëL. PERSIFLAGES. Advertentie. Te koop: Een jonge Duilsehc Hin der, om samen in Agenturen Ic be ginnen. Uitvoerige brieven no. 93 Bur. Tw Dagblad Tuhanlia. De tijd om agenturen in eenheidsworst le beginnen schrijnt ons voorhij. Gedresseerde schapen. De veehandelaar R., die land in gebruik heeft aan den Ilcerenweg, ondervond gisteravond last van los- loopende honden, die de schapen angstvallig op een hoop jaag de en later weer verstrooide. De scliapen daarentegen voerden onver saagd deze commando's uit. Uit een feuilleton. Want voor hem was immers dat roodc schijnsel der ondergaande zon dien dag een vriendelijke bodo dei- heerlijke, roodc, mystieke scheme ring in do goed afgesloten donkere kamer, waarin hij over eenige uren met Mar ga samen zou zijn. Had hij „rood" met suiker op? vaardigden. Zoo gebeurde Eet "dat Huub liet eerst zijn geduld begon to verliezen, toen hij begon te bemerken dal zijn .spaar centen hem geen rooien duit interest meer opbrachten. Wat deden zo nu thuis tenzij gevaar loopen van gestolen to worden? Dat duurde nu al vijf maanden en dat was dc oorzaak dat reeds vijf blauwe hriefkes naar de maan waren. Eerst zachtjes, toen luidop begon Huub te morren tegen zijn vrouw en haar te be schuldigen dat zij zoo gauw en zoo licht- •zinnig bcvreeds was geworden voor baai- geld. Van haren kant maakte zich wel Filo mien eenig verwijt zonder het to willen erkennen. Hij werd kwaad, zij durfde niet tegenspreken. Beiden zochten zij tever geefs de beste manier om het kapitaaltje weer uit te zetten welko tegenwoordig lieid hun loodzwaar woog. Een hunner buren verlangde niets liever dan geld te Iconen, maar nij had reeds zooveel schulden, die slechts matig door zijn bezittingen gedekt waren. Een ander- bood hun aan het op eerste hypotheek ta nemen. Zou het niet beter zijn gewoonweg naar mijnheer Leenders terug te kecren en onder voorwendsel dat Filomien gelukkig van gedachte was veranderd, hem te ver zoeken het weid weer op lo nemen en uit te zetten. Ondertussclien immers was liet oorlogsgevaar geweken, men hoorde niets meer van onrustbarende geruchten over de banken cn zoo meer. Zouden deze om standigheden tot op zekere lioogto zijn ver zoek niet billijk? Huub legde op een goe den morgen weer de zweep over zijn paar den en sloeg den weg in naar het kan (ooi- van Leenders, terwijl de zware geldbui del op zijn hart rustte. De mulder gaf Filomien van alles do schuld en verzocht den notaris beleefd zich evenals voorheen met het beheer zijner geldzaken tq belasten. Ten einde aan de bede meer kracht bij (o zetten en Leenders milder le stemmen, had hij een paar braad kippen meegenomen die door de mole naar,svi-ou'w met uiterste zorg onder- de tcederste en vetste exemplaren waren go- kozen. Leenders was overgelukkig geld en ge schenken lo kunnen aanvaarden. Hij lachte sluw in zijn vuistje en vergenoegde zich met le atwoordc: „Dezen koer vertrouw ik tenminste dat het van langer duur zal wezen, Franken". Inderdaad, het was wel degelijk van langen duur. Aclil dagen nadien vertrok de zaakwaarnemer mei de Noorderzon, vijftig duizend gulden schuld achterlatondo De drie duizend gulden van Huub Fran ken en de vetgemeste kippen waren wis en zeker bestemd tot dekking der reiskosten en voor proviand. VLOEIBARE ZUURSTOF ALS ONÏPLOFFINGSKUDDEL. "Vloeibare zuurstof,, waarin patronen ge vuld mot fijn verdoelde 011 (brandbare stof gedrenkt worden, is hij vele mijnen een veelvuldig gebruikt ontploffingsmiddel ge worden. Die patronen bevatten dan ecu zoo groole hoeveelheid brandstof met een overmaat aan zuurstof zoo dicht hijeen, dal bij hel inleiden der verbranding dom- middel van een detonator (een ontplof fingsmiddel, dal in buitengewoon korten tijd volledig „verbrandt", waardoor oen plaatselijk zeer sterke druk ontstaat bene vens een vrij hooge temperatuur) of door een eleclrische vonk, hot geheel in zeer korten lijd volledig kan verbranden en dus volgens liet gewone spraakgebruik „ont ploft". De vloeibare zuurstof wordt verkregen door middel van de beleende installaties, die lucht door samenpersing en afkoeling op zoodanige manier behandelen, dat de •stikstof, die moeilijker en vloeibaar le' ma ken is dan zuurstof, gasvormig verkregen wordt, terwijl de zuurstof in vrij zuiveren staat als vloeistof opgevangen wordt, Deze vloeistof wordt in de vaten van Dcwar (een groot er cn heler soort „lliermosflcscb") op gevangen en bewaard, omdat hierdoor hel verdampingsverlies tenminste eenigermalc wordt beperkt en economische toepassing mogelijk wordt. De eigenlijke patronen zijn veelal papieren buisjes (veelal gemaakt van filtreerpapior bereid nit knicncn lomp*'".1 var. ongeveer 30 mm. 'diameier en ÖÖb* mm. lerigir. worden gevuld met allerlei brand bare stoffen in fijn verdeelden toestand, zooals zwartsel (speciaal lampblack, oen uiterst fijn verdoold soort koolstof. dat vooral in Aiyorikii gewonnen wordt docu* onvolledige verbranding van naluurgas), houlpulp, kurkmeel, houtskool, fijngeinah n steenkool, turf, gemalen slroo, fijngepoe- derde metalen, stookolie opgeslorpt door infusoriëiuarde, etc. etc. Bij controleproe ven in Noord-Amcrika is gebleken, dat. zwartsel het beste resultaat oplevert, om dat lief voel fijner verdeeld is dan de an dere sloffen, wanneer deze tenminste niet volgens zeer dure methoden gemalen wer den. De gevulde patronen worden zoo laat mogelijk met vloeibare zuurstof gedrenkt, omdat deze oogcnlilikkolijk vorder ver dampt. Direct na het drenken zit cr ge woonlijk ongeveer de dubbele hoeveelhei-1 zuurstof in, als noodig is voor volledige verbranding van do rest van de patroon. Bij een hoeveelheid zwartsel in een patroon van bovenvermelde maten van 0.3 gram p. kub. centimeter bleek, dat na vijf minuten zooveel zuurstof was verdampt, dat er nog net voldoende was achtergebleven voor volledige verbranding; hij nog langoren b"- waardunr gaat de hoeveelheid zuurshf nog verder achteruit, zoodat hij de ontplof fing ook kooloxyde inplaals van kooldioxy- de ontslaat, hetgeen de explosieve kracht sterk vermindert en bovendien wegens de giftigheid en de onlplofbaarheid andere gevaren doet ontstaan. Dit feil is natuurlijk een nadeel voor de toepassing, daar lo vloeibare zuurstof in de flesschen van Do- war vlak bij de boorgaten aangevoerd moot worden om zeker Ie zijn sterke patronen lo vorkrijgen. Aan den andoren kant is hot weer oen voordeel, dat de patroon betrek kelijk snel waardeloos wordt, omdat tra eerste een kwaadwillige er niets mon doos kan on ten tweede ook niet hij toeval eer gevaarlijke patroon in de steenkolen k.v\ komen, zooals af en too bij het gebruik van dynamiet wel voorkomt. Do nog niet gedrenkte patronen zijn vrij licht; bijv. een patroon van 30 m.m. dia meter en 200 mm lengte beval met minder dichte vulling 32 gram zwartsel en weeft direct na her drenken ruim 200 gram, zoo dat ongeveer 170 gram zuurstof is opge slorpt, terwijl voor volledigo verbranding iels meer dan 80 gram zuurstof noodig ge weest zou zijn. Die overmaat is echter noo dig voor het verkrijgen dor boste rosulla-> ten. Natuurlijk is hel mogelijk het verdam pen van de zuurstof tegen le gaan door allerlei middelen. Bijv. groot ere patronen mot relatief kleinere opporvlakto (de in houd néémt toe met de derdo macht der afmetingen en de oppcrlakte met do tweede macht) zijn relatief veel langer bruikbaar dan kleinere. Ook liet absör- beeren'd vermogen van do vulling en dc I korrelgroolto ervan, dc temperatuur var. dc omgeving, do sterkte der luchlstroo- men rondom de patroon, etc. hebben in vloed crop; Er zijn talrijke r»roeven genomen Om de waarde van dergelijke patronen onder ver schillende omstandigheden te vergelijken met die wan dynamiclpnfronen van be paald gewicht. Baarbij bleek bijv. dat da beste soort zwarlsolpalroucn een minuut ti.a hef drenken 1.15 maal'zoo stork was als dynamiet en na lien minuten nog slechts 0.8 maal zoo sterk. Dc vergelijking dier sterkte kan gebeuren door middel van do ..ballistische slinger", die zoo is ingericht, dat oen zwaar gewicht, dal aan een koord is opgehangen, als gevolg van dc ontplof fing weggedrukt wordt en gaat slingeren, terwijl door do slingeringen na lo gaan be rekend kan worden, welko kracht die ont ploffing heeft uitgeoefend. Voor de beoor deel ing van de waarde van het ontplof fingsmiddel is dit nog niet voldoende, daar voor'lief. beoordeelen van do «brisante win king oolc do tijd bekend moei zijn, noodig om di1 .ontploffing volledig le doen afloo- pen. Deze wordt bijv. gemeten door een patroon lo verbinden (aan do uiteinden) met een snoer van een ander ontploffings middel, dal wegens de veel geringere bri sante werking in al zijn eigenschappon ge makkelijker gecontroleerd en genieten kon worden. Natuurlijk begint die kant van het snoer, rroloenn bij de plaats waar da ont- Allemaat drankbestrijders. „In den ouden tijd, zou verklaar de iemand in Amerika, die drank bestrijder geworden was, nam ik een borrel als ik er trek in had, maar ik heb mijn houding gewij- zigd". Dat heeft menigeen in Amerika. Thans neemt iedereen er een of hij trek heeft of niet. 0 In de goede richting. Ilct kan toch niet langer worden ont kend, dat dc bevordering van den wereld vrede met grootc stappen voorwaarts schrijdt. Nu weer lezen wij van een En gel,schman, die alle miserabele gramofoon- platcn op deze aarde bijeen wil brengen. Dat lukt nooit. Wij lezen van liet voorstel van ccn voor aanstaand afschaffer, spiriTtis zoodanig een behandeling to doen ondergaan, dat ze absoluut ondrinkbaar wordt. Alles goed en wel, maar dit is met whiskey ook ge daan, wat niet belet dat zij grif verkocht wordt. Altijd beleefd. Tegenwoordig moet liet personeel der Fransche wagons-lits, zoodra de trein op Italiaanseh grondgebied is, lot zelfs do kruiers begroeten, door den arm uit te strekken, met dc handpalm naar omlaag. Treinpersoneel ton onzent kent die wijze van begroeting der reizigers reeds lang. Alleen houdt het hier dc handpalm naar boven. Kindervragen. „Moeder, hoe heet een vlieg, wan- neer-ie niet vliegt?" KLACHT VAN EEN HONDERD-JARIGE Als je oud bent cn versleten En jc bont al grijs van haar En jc hebt haast niet te eten Op je negentigste jaar, Dan laat men je stikem zitten Met schamel stukje brood, En dc mees ten gaan dan spoedig Uitgcmagerd, hong'rig dood. AI heb jc dan h.-el jc leven Steeds geploeterd zonder end, Al heb jc veel goeds verricht steeds, Niemand is er dio je kent. Eenzaam zit je en verlaten Zonder geld en zonder goed. En je weet niet wat je feit'lijk Verder nog op aarde doet. Langzaam sleep je zoo do jaren In hun eindeloosheid voort, Tot je 't haalt en j' op een keer plots Precies honderd jaren wordt. Dan is al het leed geleden, Al het lijden van de baan En niet groole volle letters Kom jc in de krant tc staan. En in alle straten wappert Dan heel fier hol vlaggedoek. En dan krijg je ook heel deftig Hooge Qomcs op bezoek. Een gclukwensch, oen cadeautje, Een bom duiten in couvert. Vriend'iijk geven ze een pootje, Plols'ling sfraai je als een ster. dan aa al die weelde Die zicli voor je openbaart Nu Crst, daar jc honderd keeren Uier op aarde hebt verjaard. Dan denk je maar vredelievend, 't Is toch heter laat dan nooit: Een week later wordt er plechtig Up je doodkist zand gestrooid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 13