Je tótt taant"
Akker's Abdijsiroop
«onsen mdeeung
Vierde Blad.
DE TUSSGHENPERSOON
grafkelder zou worden bijgezet om allen
in do gelegenheid tc stellen in de onmidde-
lijlco nabijheid van den dierbaren doode
te lcomeu. En nu ontstond er zulk oon go-
weldig gedrang, dat slechts met de groot
ste moeite orde te houden was. Allen dron
gen do kapel binnen om de kist te kussen
en met rozenkransen en kruisjes aan te
raken: twee Paters moesten voortdurend
bij de kist blijven staan, opdat de zegels
waarvan hot deksel voorzien was, niet go-
schonden zouden worden.
In het klooster hield Mgr. Rutten 's mid
dags oen toespraak. Mgr. herinnerde aan
een voorspelling van het Heilig Paterke,
die eenmaal moet gezegd hebben, dat Mgr
Rutten nog lang het Bisdom Luik zou be
sturen. Monseigneur, die reeds diep in dc
tachtig is, hoopte, dat het Heilig Paterke
met die voorspelling bedoeld had, dat hij
als Bisschop van Luik ook nog de zalig
verklaring zou mogen beleven. Moge hot
proces zoo voorspoedig verloopen, dat do
hoop van Mgr. Rutten vervuld wordt.
Laat uw lieveling niet kwellen
on beseffen den onmclelijkcn invloed vau
de prachtfiguur vau.Franciscua.
Na een degelijk hoofdstuk over do
„Waarde der moderne Franciscus-slmlio"
volgt een korte levensschets van don Hei
lige, waarin vooral het zioleleven van
Frauciscus wordt uitgebeeld. Een vol-
tooing van deze uitbeelding vindt men in
liet volgend hoofdstuk over „Karakter on
Persoonlijkheid van Franciscus". Maar
nog beter kennen en waardeoren wij don.
Heilige als wij het vierde hoofdstuk lessen
over de „Beteekenis van Frauciscus voor
zijn tijd", een beteekenis, welke in nauw
verband staat met de twoo voornaamste
karaktertrekken des Heiligen: zijn ridder
lijkheid en zijn liefde voor do armoede.
In do volgende hoofdstukken wordt
meer bijzonder gesproken over de Mindor-
broedersordo in verband met de Zielzorg,
de Missie en de Wetenschap. Bij de be
handeling der zielzorg door de Minder
broeders wijdt de schrijver een apart
hoofdstuk aau de Franciscaansche Derde
Orde, waarbij hij glashelder uiteenzet,
luiar ontstaan, en ontwikkeling, haar ka
rakter en groóten nvloecl op het godsdieu-
alig leven ook van onzen tijd.
Met oen prachtige verhandeling over
„Be hedendaagscho Fmnciscaansrlie be
weging" sluit het boek. P. v. tl. Dorno
toont in dit laatste artikol aan, hoe in dc»
niet-katholieko Franciscaansche beweging
welke niet in haar geheel zoo maar
moet wovden afgekeurd verschillende
verkeerdheden en gevaren schuilen; do
katholieke Franciscaansche beweging
daarentegen is van enorm groole waard®
om in onzen tijd allen in onderwerping
en gehoorzaamheid t -nig Ie brengen lot
Christus.
Voor den aaudachtigon lezer biedt in
liet jubeljaar dit heerlijk werk van den
geleerden Fi'anciscnnoloog een kostbare
gedegenheid om de machtige figuur van
Vader Franciscus naar haar juiste waar
de te schallen en oui don Franciscaau-
schen gecsl Ie loeren kennen en in zich
op te nomen.
Moge het ruim onder ons katholiek®
volk en vooral onder de moer ontwikkel
den worden verspreid. M.
Zaterdag 14 Augustus 1926
Buitenl. Weekoverzicht
Gedurende de laatste weken heeft zich
in Maagdenburg een eigenaardige affaire
afgespeeld, bekend onder den naam van:
Je Maagdenburgsche moordaffaire. Eeni-
geu tijcl geleden werd daar een boekhouder
van den groot-industrieel Haas vermoord
en al spoedig werd gezegd, dat Haas dezen
man had laten vermoorden, omdat deze
Ie veel zou hebben geweten. Do heer Haas
werd daarop in 't gevang gesloten, even
als de moordenaar, Schroder genaamd.
Doch niet lang daarna deden eigen
aardige geruchten de ronde: Schroder zou
de schuld op Haas hebben geworpen, doch
deze zou geheel onschuldig zijn. Het was
een complot tegen Haas en de Maagden
burgsche rechter van instructie, Kölling,
zou daar ook meer van weten. Een Pruisi
sche commissaris, Busdorf, kwam eens
uit Borlijrf kijken en raakte al spoedig in
gevecht met z'n Maagdenburgsche oolle-
ga's. Vanuit Berlijn werd instructie gege
ven om Haas vrij te laten, maar de rech
ter van instructie weigerde en bouwde
een requisitoir tegen Haas op, waarvan
men kippevel zou krijgen. Tenslotte be
moeide de Maagdenburgsche „Oberprasi-
dent" zicb met het geyal. Deze zeide, dat
hij van bet begin overtuigd was, dat de
arrestatie van Haas óf een daad van
waanzin, óf een misdaad was of wel beide
en dat wel op grond van de door hem on-
j mogelijk geachte criminalistische construc
tie: boekenvervalsching, belastingontdui
king, aanstichting tot moord; elke nieuwe
j misdaad met andere medeplichtigen. „Zoo
iets ware van een grootindustrieel alleen
aan te nemen, wanneer hij volkomen
krankzinnig was". Maar Haas was vol
gens allen, die hem kenden een intelligen
te, geestelijk gezonde en normaio man.
Daar kwam bij, dat hij de bevoegde auto
riteiten absoluut niets bekend was van eeni-
ge belastingontduiking door de firma Haas
Als politiek commisaris van de sta ais-
regeering voelde de „Oberprasident" zicb
verplicht met alle hom ten dienste staande
middelen te beletten, dat een ..politieke
gruwelijkheid van een allerdwaaste soort"
verder om zich zou grijpen.
Enfin het eind van het liedje was, dat cle
i rechter van instructie geschorst werd en
de industrieel Haas werd vrijgelaten.
Men vraagt zich nu af: wat zit daar ach
ter? De heer Haas is Israëliet en do hee-
ren van de Duitsche justitie zijn over 't al
gemeen gerecruteerd uit uiterst rechtsche
kringen, welke, zooals bekend, een sterke
antipathie tegen leden van de Joodscho
stam hebben, vooral als deze Israëlieten
goed in de duiten zitten en derhalve wat
in de melk te brokken hebben. De Duilscho
pers heeft zich natuurlijk hevig geïnte
resseerd voor dit geval en naar de krant
links of rechts georiënteerd was partij ge
trokken vóór of tegen Haas. De gcheele af
faire is in ieder geval een onverkwikkelij
ke hislorie. Het fijne van do zaak zal wel
nooit aan 't licht komen.
F r a n k r ij k. Poincaré heeft bij de
Ie Versailles bijeengeroepen Nationale Ver-
gadering d.i. een gezamenlijke zitting
van Kamer en Senaat, noodig voor ver
anderingen in de grondwet de aanne
ming van de autonome amortisatie-kas er
door gekregen. Het is er vrij rumoerig
naar toegegaan en de dag van Dinsdag
heeft geen verheffend beeld gegeven van
een parlement, dat in een gewichtige cri-
1 i sis gewichtige besluiten neemt.
Na afloop zijn de zittingen van de Fran
sclio Kamer eïi van den Franschen Senaat
gesloten. En afgevaardigden en senatoren
kunnen than» genieten van hun welver
diende vaoantie. Welverdiend, want de
heeren hebben hun werk gehad,' al kan men
dan ook niet zeggen, dat hun ijver steeds
de belangen van hun land ten goede kwam
Wat het Fransche parlement in het ver
kopen jaar te zien heeft gegeven was
voor bel aanzien van de parlementaire in
stellingen niet bepaald gunstig te noemen.
De groote meerderheden welke in do laat
ste weken door het ministerie-Poincaré
werden verkregen hebben nu echter ein
delijk dan toch een krachtig ingrijpen in
het financieel© vraagstuk mogelijk ge
maakt. In hoeverre en in welke mate dat
ingrijpen resultaat zal hebben, zal de toe
komst nog moeten leeren.
Van bijzondere beteekenis was hel zeker
wel, dat de heer Poincaré, die aanvanke
lijk door eenige zijner collega's overtuigd
was in overeenstemming met het advies
der financieele deskundigen' van de
noodzakelijkheid van een onmiddellijke ra
tificatie der schuldovereenkomsten, ten
slotte toch met het geheele kabinet, of al
thans met dc meerderheid in den minister
raad, tot het besluit kwam deze ratificatie
niet djfdelijk aan het parlement voor te
stellen, maar het vraagstuk der schulden-
regelingen tot na bet reces uit te stellen
Hieruit blijkt, dat ook zelfs de beer
Poincaré wel begreep het parlement nog
niet geheel in zijn macht to hebben. De
stemming in parlementaire kringen leer
de, dat men hier voor den ommekeer, die
bij Poincaré zoo spoedig plaats had, nog
niet rijp was, en dus ontweek de regeering
de te verwachten moeilijkheden door een
uitstel dat nu echter vermoedelijk
ook het uitstel van buitenlandsche credie-
ten zal beteekenen. Kan men het daar
zonder stollen? En zullen de tot dusver
door het minister-Poiucaré genomen
maatregelen, voldoende blijken om to voor
zien in de nooden van de schotkist
die kort geleden nog volkomen uitgeput
bleek'?
Van stabilisatie is voorloopig geen sprake
De Balkan. Op den Balkan is ten
gevolge van nieuwe aanvallen der Bul-
gaarsche „komitadji's" op de Joegosla
vische grens weer eens een gespannen toe
stand ingetreden. Aanvaukelijk scheen
Joegoslavië krachtig te willen ingrijpen.
(Bulgarije is toch ontwapend!), liet had
reeds een ultimatum klaar. Maar toen
heeft de Britsche gezant den Zuid-Slavi-
schen minister van buiterilandsche zaken
bezocht en mede namens Italië en Frank
rijk op matiging aangedrongon. De gezant
betoogde de wenschelijkheid het geschil te
onderwerpen aan het oordeel van den Vol
kenbond. Later schijnt ook de Fransche
gezant nog eens dat betoog van zijn Brit
sehen ambtgenoot te hebben ondersteund
De Zuid-Slavische minister verklaarde
dat zijn land geen agressieve bedoelingen
had, Zoo was het voornaamste gevaar
door dit ingrijpen der mogendheden gewe
ken. Intusschen hebben Roemenië, Grieken
land en Joegoslavië toch een nota tot Bul
garije gericht, om de invallen van deze
Macedonische benden voortaan tegen te
gaan. Joegoslavië heeft daaraan nog een
afzonderlijko nota toegevoegd, waarin
van Sofia de ontbinding van het Macedo-
nisch comité, de uitlevering van de komi-
tadji-leiders en de schadeloosstelling van
de gezinnen der hij de grensincidenten
omgekomenen worden verlangd.
Het dreigende onweertje zal wel weer'
afdrijven.
R u s 1 a n d. In het begin van de week
werden wij vergast op een reeks berichten
oifitrent een opstand legen de Sovjelregoe-
ring, Zulke berichten hebben we al meer
gehad en wij vliegen er nu niet meer zoo
gauw in. Maar je kan nooit weten, wat
daar voorvalt, temeer daar het nu wel ze
ker is, dat de leiders der Sovjets elkander
verwoed in de haren zitten. De een zegt:
het moet zoo, en de ander schreeuwt: neen
het moet anders.
Men schrarrelt er altijd nog rond met
allerlei theoretisch-opgezetle productie
methoden, die geleidelijk, onder den druk
der noodzakelijkheid, naar de voor het he
den passende kapitalistische productiewijze
zijn toegebogen. Het systeem, dat nu in
Rusland wordt, toegepast kan kortweg
staalskapitalisme worden genoemd. Maar
het „vitium originis" van het communis
me draagt het met zich mee. En bevredi
gende toestanden zijn er niet ontstaan.
Zoodoende is het economisch regime in
Rusland in voortdurende ontwikkeling.
Wat zich aanbiedt, terugkeer van het
zuiver kapitalistisch regime, door kapi
taalshulp van builen, wil men niet. Men
wordt gedwongen tot iets anders, maar
daar men „het" andere niet wil, (en ook
niet kan zonder de hegeorde macht prijs
te geven) verbruikt men zijn kraclrten met
het zoeken, voorstellen, bestrijden, probeo-
ren, wijzigon en intrekken van allerlei
tusschenvorraen. Ongetwijfeld wordt daar
door het sovjetregime telkens weer ver
lengd. Maar het voert tot een eindelooze
krachtsverspilling. Wat is cr tusschen de
leiders in Moskou en Petersburg al niet
gepraat en gekonkeld sinds de door allen
aanvaarde leiding van dictator Lenin ont
breekt!
Op (lit oogenblik zijn de «meningsver
schillen weer hijzonder scherp.
Is het wonder, (lat men een crisis ruikt
en dat sensatiebcrichten goreedelijk in
gang vinden?
Mexico. De toestand in Mexico is
nog onveranderd, doch er komen berichten
binnen, dat do strijd niet zoo kalm ver
loopt. Hier en daar hebben bloedige bot
singen plaats gegrepen tusschen de Katho
lioken en de regeeringstroepen. Ook zou
de woedende bevolking zich vergrepen
hebben aan personen, die meenden de re
geering te moeten helpen hij haar sinister
werk.
Toch beeft de regeering reeds een kleine
concessie gedaan, door n.l, te bepalen, dat
de controle-commissies voor de kerken
mogen bestaan uit 5 katholieken en 5 per
sonen te benoemen door het gemeentebe
stuur. De katholieken mogen ook nog wat
te zeggen hebben over hun eigen kerken.
Aan den anderen kant wordt de confis
catie der Katholieke Kerken ook practisch
toogepast. Zoo is de St. Andreaskapel te
Vera Cruz toegewezen aan het syndicaat
van land- en ind lis triearbeiders om er oen
kantoorgbouw van to maken. De Katho
lieken hadden deze kapel niet noodig,
meende de regeering. Of do Katholieken
soms recht op deze kapel hadden, komt er
blijkbaar niet op aan. Recht is trouwefis
een zeer wankel begrip in Mexico, dat
thans voor macht moet wijken. Of het
recht op den duur zal zegevieren?
Het Heilig Paterke van Hasselt.
De Procure Minderbrccdersklo03ter
Maastricht schrijft ons:
Woensdag heeft onder overgroole belang
stelling de plechtige opgraving plaats ge
had van het gebeente van het Heilig L'a-
terko van Hasselt.
Om ongeveer 9 uur, toen de Bisschop
van Luik Mgr. Rut ten arriveerde, was
door enkele werklieden het graf reeds
bijna, geopend, zoodat om half tien do
kist zichbaar word. Voordat do kist- uit
bet graf gehaald werd, sprak het Pau
selijk Tribunaal eerst de excommunicatie
uit tegen ieder, die het wagen zou zich
iels van de kist of het lichaam toe te
eigenen. Daarna werd het stoffelijk over
blijfsel naar de kapel van het kerkhof ge
dragen, waar liet Pauselijk Tribunaal, bij-
geslaan door drie doctoren, tot het onder
zoek van het gebeente overging. Bij ope
ning der dubbele kist' bleek, dat het
lichaam geheel zwart was geworden en
verdroogd was; alléén de long en de loe-
ncn waren geheel vergaando kleeren wa
ren gaaf gebleven. Van iels wonderbaars
is derhalve geen sprake.
Nadat, het lichaam in een nieuwe dub
bele. kist gelegd was, die met twee zogels
werd verzegeld, word het stoffelijk over
blijfsel naar de nieuwe grafkapel naast
ons klooster in processie overgevoerd, 'n
Groote menigte had zich langs den weg
opgesteld, die bij het naderen vrin hun
geliefd Heilig Paterke eerbiedig neerkniel
de. In het gebouw der Dorde Orde wacht
ten vele zieken de stoet c.f: daar werd de
kist even neergezet om aan do zieken do
legenheid te geven door een kort gebed
zich in de voorspraak van Pater Valen-
lïnus aan te bevolen. Ontroerend was het
te zien, hoe verschillende zich op do ldst
wierpen om die te kussen, en vele moe
ders haar ziek kind daarop kwamen leg
gen, vol vertrouwen, dat het Heilig Pa
terke helpen zou.
Toen het stoffelijk overblijfsel onder de
gebruikelijke gebeden de kapel was bin
nengedragen, drong de enorme mensehen-
massa zoo onstuimig op, dat do politie ze
moeilijk in bedwang kon houden: allen
wilden de kist van luin geliefden doode
aanraken en kussen. Het Pauselijk Ge
rechtshof gaf daarom verlof, dat de kist
eerst tegen den avond in den nieuwen
Kom de natuur te hulp de taaie
kleverige slijm los te maken en te
verwijderen. De telkens terugkee-
rende krampachtige, benauwde
hoestaanvallen maken licht van Uw
stevige kleine een zwak poppetje.
G«cf het dadelijk
BOEKEN.
De H. Franciscus van Assisi en
dc Minderbroedersorde. Tor
herinnering aan Franciscus' za
ligen dood 122G1926, door Fr.
Dr. Fidentius van den Borne
O.F.M. Uitgave van liet Comité
Sint Franciscus, Weert.
Bij den aanvang van het Francis-
caanseh jubeljaar geeft liet Comité Siut
Franciscus te Weert dit prachtig en keu
rig werk ter lezing en bestude.ering uit.
De schrijver zelf noemt zijn werk „Be
schouwingen over den H. Frauciscus en
de Minderbroedersorde". Hij stelde zich
niet ten doel „feiten uit het leven van
Franciscus op te sommen, maar den Hei
lige in zijn ziclsgostellenis to doen uitko
men. En hij het schrijven van den invloed
der Minderbroedersorde was het hem
geenszins to doen om lange rijen van bo-
roemdo mannen, maar om do richting,
den geest der Franciscaansche werk
zaamheid." En hierdoor laat ons het werk
van P. v. (1. Borne meer dan do ge
wone levensbeschrijvingen beter zien
TIJDSCHRIFTEN.
rijdschrift voor R.-K. Ouders en
Duvoeders, Augustus-afl. Het
Xederlandschc Boekhuis, Tilburg
Naar aanleiding van (en ..Moederdag"
weet Auny Borkvens Huhiivins op telbare
ontroerende bewijzen te vertellen van moe
derliefde, spontaan, zonder 'de minsto aan
sporing gegeven door kinderen van haar
klas. En zij vertelt die kloine voorvallen
met ontroering, mol innigheid en harte
lijkheid. In 'l feit echter, dat er een moe*
clordag in 't leven moest geroepen worden-
om do kinderen in herinnering te brengen
hun moeder te coren, ligt iels treurigs Er
zit iets weemoedigs in, dat er een derge
lijke tentoonstelling noodig is om de op
offerende en liefdevolle zorgen vin een
moeder te doem voortleven. Moest zij niet
aHijd ons leven beheersclien, zelfs na Ituar
dood, zoonis haar loven belieerscl I wordt
door 't onze....? Ook zonder moederdag
zullen dc kinderen, hun moeder wel blij
ven gedenken.
Hot vervolgstuk over -„Koppigheid" cu-
dorzoekt, waar do grootste fout ligt hij 't.
ontslaan van heftigste scènes, die 't nood
zakelijk gevolg zijn Van koppigheid, bij
don koppige, wiens karakter hem zullen
partijen speelt, of hij den welden koude»
monsch, die (loor onbuigzaamheid hel on
mogelijk maakt om too to geven. De srij
ver meent, dat bij den laatsten dikwijls d«
grootste schuld ligt. immers wij mooi.m
beproeven door zachtheid, door liefde,
hardo ongevoeligheid te overwinnen. Ouzo
tactloosheid is dikwijls oorzaak, dat dó
koppige steeds vasthoudender en ongevoe
liger wordt, ontoegankelijker voor welko
bewijzen ook,
A. W. Boseker uit l.artm teekent kort
de gevolgen van een slappe opvooding,
ouders geven alles toe. willen al de gril
len van hun kind inwilligen, durven nooit
„neen" te zeggen en worden zóó de slo
ven van hun eigen kinderen, Is het niet
treurig dat zooveel ouders do kracht mis
sen om hun kind behoorlijk naar ziel en
lichaam op tc voeden, dat ze wegens g •-
brok aan ernst en flinkheid langzamer
hand de meest onhandelbare kinderen
hebben, die alleen nog maar in 'n verbe-
FEUILLETON.
Roman van E. F. BENSON.
(Nadruk vorboden).
eu)
„Laat er ons in Gods naam nu een eind
aan maken," zei hij, „tenzij U nog met een
nieuwe beschuldiging aan wilt komen. Wat
vil je dat ik doen zal? En waar staat hij
op te wachten?" zei hij, terwijl hij naar
Prank keek.
Bonjour!" zei Frank kortaf.
Charles' woede en heete verontwaardi
ging waren uitgebrand. Er was niets van
oyer dan do asch, een grijze lichte ascb,
dio zelfs niet eens meer smeulde. Het was
onmogelijk kwaad te zijn op iets dat zoo
ellendig was als do man die daar ineen ge
doken voor hem zat. Het was onmogelijk
om iets anders te voelen dan spijt dat hij
daar zat, overtuigd van zoo'n droevige
ïalsckheid. Hij zag alleen het wrak van
een vriendschap die een jaar geduurd had,
de verscheurde stukken van zijn eigen
dankbaarheid en vertrouwen. Hier was de
joon die het eerst in hern had geloofd en
hem vriendelijk had bejegend. Het lag niet
tn zijn natuur om dat te vergeten. Het was
100 li'ig constant in zijn gedachten ge
feest, dat het een blijvende bewoner van
l|in geest geworden was die altijd aanwe
es was, maar 't meest van al als hij be-
llS was aan zijn werk. Het maakte deel uit
Va|i het weefsel van zijn leven. En nu zijn
*op(le. voorbij was, hernam het zijn rechten
*e(?r, hoe besmeurd en bevlekt het ook
mocht zijn. En tegelijk daarmee ontwaakte
het medelijden, het eenvoudige medelijden
met den man die het had gemaakt en ver
woest.
Hij wachtte tot Frank de deur gesloten
had.
„Hot is verschrikkelijk,-" z,ei hij, „ver
schrikkelijk!"
Het was zelfs voor Craddoek, die alleen
maar dacht aan de schande dat hij be
trapt was en aan de dingen die nu zeker
zouden volgen, duidelijk dat deze woorden
oprecht gemeend waren; zo drongen tot
hem door tot in de hel die hij zich zelf ge
maakt had. En het medelijden kwam niet
uit de hoogte: het deed geen pijn.
„Ik dank U voor die woorden,' zei hij.
„Zeg mij nu wat IJ denkt dat er moet ge
beuren. Of misschien hebt TJ al gehandeld
voor U hier kwam
Hij hield plotseling op en Charles
wachtte. Hij vermoedde hoe moeilijk het
voor Craddoek moest zijn om te spreken.
„Daar is nog één ding dat ik IJ graag zou
zeggen," zei Craddoek ten laatste. „Tk
ik belasterde U bij Philip Wroughton,
maar mijn doel was niet U kwaad te doen.
Ik wilde U geen kwaad doen. Maar ik ver
moedde dat U verliefd was op Joyce. Ik
vermoedde ook dat zij dat zij IT
graag mocht lijden.... U stond mij mis
schien in den weg. Mijn doel was alleen
haar io bereiken. Dat is alles!"
Hij probeerde niet zichzelf te rechtvaar
digen; hij constateerde alleen de feiten.
Hij wachtte een oogenblik voor hij verder
ging.
„Maar ik had er geen spijt van," zei hij,
„zelfs niet, toc-n ik bemerkte dat ik mijn
doel niet zou bereiken."
„Ik vermoed dat het er niet. op aan
kwam," zei Charles met een plotselinge
ingeving.
„Juist," zei Craddoek. „Maar ik verzoek
IT mij to vergeven. Ik hel) U altijd graag
mogen lijden."
Charles antwoordde niet dadelijk, om-
djit hij niet wist of hij Craddoek vergaf of
niet. In elk geval wenschte hij hem niet
te beleedigen; maar verder voelde hij niet
te kunnen gaan.
„Ik ben van plan U te vergeven," zei hij.
„Dat zal voldoende moeten zijn,..."
Maar terwijl hij dit zei, vorzette zijn
aangeboren edelmoedigheid zich al tegen
deze woorden en tegen de achterdochtige
gedachten die. er do oorzaak van waren.
„Nee," zei hij vlug, „dat hoeft niet vol
doende te zijn. Natuurlijk vergeef ik U.
En nu het andere, IT.bent meneer Wrough
ton vijfduizend pond schuldig. Tk vermoed
dat er geen reden is, waarom U naar hem
toe zoudt gaan om hot uit tc legegn. Ik
neem aan dat U hem het geld zult sturen.
Is dat zoo?"
„Het zal gebeuren!"
„Goed! En nu over mij, ik bedoel over
wat U van mij gezegd hebt. Tk vind dat
U het behoort lo schrijven. IT moot terug
trekken wat TT gezegd hebt. Misschien
was het beter dat IT dat dadelijk dcedt."
„.Ja!"
Charles stond op.
„Dan zal ik gaan," zei hij. „Ik zal er voor
zorgen dat ik uw atplier voor morgen
avond ontruimd heb. Tk geloof niet dat we
nog iets moeten bespreken."
Hij stak zijn hand uit.
„Vaarwel," zei hij. „Ik ik kan niet
vergeten dat we vrienden geweest zijn en
ik wil het ook niet vergoten. IT bent op
verschillende manieren buitengewoon goed
voor mij geweest. Dat heb ik ook altijd lo
gen Frank gezegd. Vaarwel!"
Craddoek had bewezen in staat tc zijn
tot door en door gemecne én valsche stre
ken. Maar hij was niet als oen held uit
een bloedig drama, die koelbloedig het pad
van misdaad en zonde volgt, zonder ooit
oen goede gedachte te koesteren. En toen
dezo jongen wiens talent hij zoozeer be
wonderde en die liet allerergste van- hem
wist, niet kon vergelen. Zooals hij zei, dat
ze vrienden geweest waren, voelde hij zich
gedrongen tot een daad van zelfvernede
ring die hoog uitstak boven het vuil en
den modder, waarin zijn voelen stonden.
„Ik"vraag me af of het mogelijk is dal io
gelooft dat ik er spijt van hob," zei hij.
„Tic weet dat dat veel gevergd isAls
dat zoo is, mag ik je dan vragen, als een
gunst, waar ik zeer veel waarde aan zou
hechten, dat je mijn at lier nog niet dade
lijk ontruimt? Zou je dat niet willen doen
als een toeken dat je me vergeeft? Ik zal
je er niet op komen zoeken, ik zal je er
niet lastig vallen door er mij tc verloonen.
Tiet is niet zoo heel veel wal ik van je
vraag, Charles!"
Charles voelde een instinclmatigen af
keer van heb voldoen aan zijn verzoek. Hij'
wenschte niets moer mot den man te ma-
kon te hebben, noch met iels dat aan hem
toebehoorde of de herinnering aan hem
wakker kon houden. Maar van den ande
ren kant was Craddoek zoo totaal versla
gen; het wrts niet wel mogelijk zoo'n nede
rig verzoek le weigeren. Daarenboven had
hij hem'gezegd dat hij hem vergaf en ah
hij dat niet volledig en onvoorwaardelijk
gedaan had, was dit een mooie gelegenheid
om toch zijn goede bedoeling le looneu.
Hij had maar een oogenblik noodig om dit
lo bedenken.
„Als U hot wenuchl, heel graag," zoi hij.
„Ik zal heb met genoegen doen.... En als
ik IT opbel, wilt IT zeker nog wel eens ko
men kijken naar mijn work, al is hot mis
schien niet dadelijk? Dat moest TT zeker
doen. Of als IT mij nog eens graag wilt
sproken, zult U liet mo dad laten we
ten?Tot ziens!"
Craddoek hoorde hom naar benoden
gaan, voorbij de deur van Frank. Toen tui s
zag hij dat. Charles zijn contract had h-
len liggen op don schoorsteenmantel. Koel
eventjes deden zijn denlcwij/e en zijn ma
nier van doen die hij zich in den loop dor
jaren had eigen gemaakt zich gelden en
wilde hij het contract woor opbergen in don
lessenaar, waaruit hel een half-uur gele
den to voorschijn was gehaald. Maar da
delijk daarop kwam een sterke impuls on
sihourdo hij het contract in stukken, dip
hij in den haard gooide.
Toen ging hij aan zijn tafel zitten, haalde
zijn chèquc-book te voorschijn en schreef
eon chèque voor vijfduizend pond voor
Philip Wroughton. Hot viel hem niet moei
lijk zoo voel tc betalen, want de eigenaar
dige vriend van meneer Ward, dio hooi
den heksensabbat!* van postimpressionislori
gekocht had, stolde hom in staat zelfs ren
grooter bedrag van zijn bank saldo te be
talen, zonder zijn loopende middelen uit
te puiten. Maar daar moest een brief bij
geschreven worden....
Een tijd later kwam zijn bediende hem
eraan herinneren dat hij over een half uur
gasten zou krijgen voor het diner. Do pa-