Je tótt taant" Akker's Abdijsiroop «onsen mdeeung Vierde Blad. DE TUSSGHENPERSOON grafkelder zou worden bijgezet om allen in do gelegenheid tc stellen in de onmidde- lijlco nabijheid van den dierbaren doode te lcomeu. En nu ontstond er zulk oon go- weldig gedrang, dat slechts met de groot ste moeite orde te houden was. Allen dron gen do kapel binnen om de kist te kussen en met rozenkransen en kruisjes aan te raken: twee Paters moesten voortdurend bij de kist blijven staan, opdat de zegels waarvan hot deksel voorzien was, niet go- schonden zouden worden. In het klooster hield Mgr. Rutten 's mid dags oen toespraak. Mgr. herinnerde aan een voorspelling van het Heilig Paterke, die eenmaal moet gezegd hebben, dat Mgr Rutten nog lang het Bisdom Luik zou be sturen. Monseigneur, die reeds diep in dc tachtig is, hoopte, dat het Heilig Paterke met die voorspelling bedoeld had, dat hij als Bisschop van Luik ook nog de zalig verklaring zou mogen beleven. Moge hot proces zoo voorspoedig verloopen, dat do hoop van Mgr. Rutten vervuld wordt. Laat uw lieveling niet kwellen on beseffen den onmclelijkcn invloed vau de prachtfiguur vau.Franciscua. Na een degelijk hoofdstuk over do „Waarde der moderne Franciscus-slmlio" volgt een korte levensschets van don Hei lige, waarin vooral het zioleleven van Frauciscus wordt uitgebeeld. Een vol- tooing van deze uitbeelding vindt men in liet volgend hoofdstuk over „Karakter on Persoonlijkheid van Franciscus". Maar nog beter kennen en waardeoren wij don. Heilige als wij het vierde hoofdstuk lessen over de „Beteekenis van Frauciscus voor zijn tijd", een beteekenis, welke in nauw verband staat met de twoo voornaamste karaktertrekken des Heiligen: zijn ridder lijkheid en zijn liefde voor do armoede. In do volgende hoofdstukken wordt meer bijzonder gesproken over de Mindor- broedersordo in verband met de Zielzorg, de Missie en de Wetenschap. Bij de be handeling der zielzorg door de Minder broeders wijdt de schrijver een apart hoofdstuk aau de Franciscaansche Derde Orde, waarbij hij glashelder uiteenzet, luiar ontstaan, en ontwikkeling, haar ka rakter en groóten nvloecl op het godsdieu- alig leven ook van onzen tijd. Met oen prachtige verhandeling over „Be hedendaagscho Fmnciscaansrlie be weging" sluit het boek. P. v. tl. Dorno toont in dit laatste artikol aan, hoe in dc» niet-katholieko Franciscaansche beweging welke niet in haar geheel zoo maar moet wovden afgekeurd verschillende verkeerdheden en gevaren schuilen; do katholieke Franciscaansche beweging daarentegen is van enorm groole waard® om in onzen tijd allen in onderwerping en gehoorzaamheid t -nig Ie brengen lot Christus. Voor den aaudachtigon lezer biedt in liet jubeljaar dit heerlijk werk van den geleerden Fi'anciscnnoloog een kostbare gedegenheid om de machtige figuur van Vader Franciscus naar haar juiste waar de te schallen en oui don Franciscaau- schen gecsl Ie loeren kennen en in zich op te nomen. Moge het ruim onder ons katholiek® volk en vooral onder de moer ontwikkel den worden verspreid. M. Zaterdag 14 Augustus 1926 Buitenl. Weekoverzicht Gedurende de laatste weken heeft zich in Maagdenburg een eigenaardige affaire afgespeeld, bekend onder den naam van: Je Maagdenburgsche moordaffaire. Eeni- geu tijcl geleden werd daar een boekhouder van den groot-industrieel Haas vermoord en al spoedig werd gezegd, dat Haas dezen man had laten vermoorden, omdat deze Ie veel zou hebben geweten. Do heer Haas werd daarop in 't gevang gesloten, even als de moordenaar, Schroder genaamd. Doch niet lang daarna deden eigen aardige geruchten de ronde: Schroder zou de schuld op Haas hebben geworpen, doch deze zou geheel onschuldig zijn. Het was een complot tegen Haas en de Maagden burgsche rechter van instructie, Kölling, zou daar ook meer van weten. Een Pruisi sche commissaris, Busdorf, kwam eens uit Borlijrf kijken en raakte al spoedig in gevecht met z'n Maagdenburgsche oolle- ga's. Vanuit Berlijn werd instructie gege ven om Haas vrij te laten, maar de rech ter van instructie weigerde en bouwde een requisitoir tegen Haas op, waarvan men kippevel zou krijgen. Tenslotte be moeide de Maagdenburgsche „Oberprasi- dent" zicb met het geyal. Deze zeide, dat hij van bet begin overtuigd was, dat de arrestatie van Haas óf een daad van waanzin, óf een misdaad was of wel beide en dat wel op grond van de door hem on- j mogelijk geachte criminalistische construc tie: boekenvervalsching, belastingontdui king, aanstichting tot moord; elke nieuwe j misdaad met andere medeplichtigen. „Zoo iets ware van een grootindustrieel alleen aan te nemen, wanneer hij volkomen krankzinnig was". Maar Haas was vol gens allen, die hem kenden een intelligen te, geestelijk gezonde en normaio man. Daar kwam bij, dat hij de bevoegde auto riteiten absoluut niets bekend was van eeni- ge belastingontduiking door de firma Haas Als politiek commisaris van de sta ais- regeering voelde de „Oberprasident" zicb verplicht met alle hom ten dienste staande middelen te beletten, dat een ..politieke gruwelijkheid van een allerdwaaste soort" verder om zich zou grijpen. Enfin het eind van het liedje was, dat cle i rechter van instructie geschorst werd en de industrieel Haas werd vrijgelaten. Men vraagt zich nu af: wat zit daar ach ter? De heer Haas is Israëliet en do hee- ren van de Duitsche justitie zijn over 't al gemeen gerecruteerd uit uiterst rechtsche kringen, welke, zooals bekend, een sterke antipathie tegen leden van de Joodscho stam hebben, vooral als deze Israëlieten goed in de duiten zitten en derhalve wat in de melk te brokken hebben. De Duilscho pers heeft zich natuurlijk hevig geïnte resseerd voor dit geval en naar de krant links of rechts georiënteerd was partij ge trokken vóór of tegen Haas. De gcheele af faire is in ieder geval een onverkwikkelij ke hislorie. Het fijne van do zaak zal wel nooit aan 't licht komen. F r a n k r ij k. Poincaré heeft bij de Ie Versailles bijeengeroepen Nationale Ver- gadering d.i. een gezamenlijke zitting van Kamer en Senaat, noodig voor ver anderingen in de grondwet de aanne ming van de autonome amortisatie-kas er door gekregen. Het is er vrij rumoerig naar toegegaan en de dag van Dinsdag heeft geen verheffend beeld gegeven van een parlement, dat in een gewichtige cri- 1 i sis gewichtige besluiten neemt. Na afloop zijn de zittingen van de Fran sclio Kamer eïi van den Franschen Senaat gesloten. En afgevaardigden en senatoren kunnen than» genieten van hun welver diende vaoantie. Welverdiend, want de heeren hebben hun werk gehad,' al kan men dan ook niet zeggen, dat hun ijver steeds de belangen van hun land ten goede kwam Wat het Fransche parlement in het ver kopen jaar te zien heeft gegeven was voor bel aanzien van de parlementaire in stellingen niet bepaald gunstig te noemen. De groote meerderheden welke in do laat ste weken door het ministerie-Poincaré werden verkregen hebben nu echter ein delijk dan toch een krachtig ingrijpen in het financieel© vraagstuk mogelijk ge maakt. In hoeverre en in welke mate dat ingrijpen resultaat zal hebben, zal de toe komst nog moeten leeren. Van bijzondere beteekenis was hel zeker wel, dat de heer Poincaré, die aanvanke lijk door eenige zijner collega's overtuigd was in overeenstemming met het advies der financieele deskundigen' van de noodzakelijkheid van een onmiddellijke ra tificatie der schuldovereenkomsten, ten slotte toch met het geheele kabinet, of al thans met dc meerderheid in den minister raad, tot het besluit kwam deze ratificatie niet djfdelijk aan het parlement voor te stellen, maar het vraagstuk der schulden- regelingen tot na bet reces uit te stellen Hieruit blijkt, dat ook zelfs de beer Poincaré wel begreep het parlement nog niet geheel in zijn macht to hebben. De stemming in parlementaire kringen leer de, dat men hier voor den ommekeer, die bij Poincaré zoo spoedig plaats had, nog niet rijp was, en dus ontweek de regeering de te verwachten moeilijkheden door een uitstel dat nu echter vermoedelijk ook het uitstel van buitenlandsche credie- ten zal beteekenen. Kan men het daar zonder stollen? En zullen de tot dusver door het minister-Poiucaré genomen maatregelen, voldoende blijken om to voor zien in de nooden van de schotkist die kort geleden nog volkomen uitgeput bleek'? Van stabilisatie is voorloopig geen sprake De Balkan. Op den Balkan is ten gevolge van nieuwe aanvallen der Bul- gaarsche „komitadji's" op de Joegosla vische grens weer eens een gespannen toe stand ingetreden. Aanvaukelijk scheen Joegoslavië krachtig te willen ingrijpen. (Bulgarije is toch ontwapend!), liet had reeds een ultimatum klaar. Maar toen heeft de Britsche gezant den Zuid-Slavi- schen minister van buiterilandsche zaken bezocht en mede namens Italië en Frank rijk op matiging aangedrongon. De gezant betoogde de wenschelijkheid het geschil te onderwerpen aan het oordeel van den Vol kenbond. Later schijnt ook de Fransche gezant nog eens dat betoog van zijn Brit sehen ambtgenoot te hebben ondersteund De Zuid-Slavische minister verklaarde dat zijn land geen agressieve bedoelingen had, Zoo was het voornaamste gevaar door dit ingrijpen der mogendheden gewe ken. Intusschen hebben Roemenië, Grieken land en Joegoslavië toch een nota tot Bul garije gericht, om de invallen van deze Macedonische benden voortaan tegen te gaan. Joegoslavië heeft daaraan nog een afzonderlijko nota toegevoegd, waarin van Sofia de ontbinding van het Macedo- nisch comité, de uitlevering van de komi- tadji-leiders en de schadeloosstelling van de gezinnen der hij de grensincidenten omgekomenen worden verlangd. Het dreigende onweertje zal wel weer' afdrijven. R u s 1 a n d. In het begin van de week werden wij vergast op een reeks berichten oifitrent een opstand legen de Sovjelregoe- ring, Zulke berichten hebben we al meer gehad en wij vliegen er nu niet meer zoo gauw in. Maar je kan nooit weten, wat daar voorvalt, temeer daar het nu wel ze ker is, dat de leiders der Sovjets elkander verwoed in de haren zitten. De een zegt: het moet zoo, en de ander schreeuwt: neen het moet anders. Men schrarrelt er altijd nog rond met allerlei theoretisch-opgezetle productie methoden, die geleidelijk, onder den druk der noodzakelijkheid, naar de voor het he den passende kapitalistische productiewijze zijn toegebogen. Het systeem, dat nu in Rusland wordt, toegepast kan kortweg staalskapitalisme worden genoemd. Maar het „vitium originis" van het communis me draagt het met zich mee. En bevredi gende toestanden zijn er niet ontstaan. Zoodoende is het economisch regime in Rusland in voortdurende ontwikkeling. Wat zich aanbiedt, terugkeer van het zuiver kapitalistisch regime, door kapi taalshulp van builen, wil men niet. Men wordt gedwongen tot iets anders, maar daar men „het" andere niet wil, (en ook niet kan zonder de hegeorde macht prijs te geven) verbruikt men zijn kraclrten met het zoeken, voorstellen, bestrijden, probeo- ren, wijzigon en intrekken van allerlei tusschenvorraen. Ongetwijfeld wordt daar door het sovjetregime telkens weer ver lengd. Maar het voert tot een eindelooze krachtsverspilling. Wat is cr tusschen de leiders in Moskou en Petersburg al niet gepraat en gekonkeld sinds de door allen aanvaarde leiding van dictator Lenin ont breekt! Op (lit oogenblik zijn de «meningsver schillen weer hijzonder scherp. Is het wonder, (lat men een crisis ruikt en dat sensatiebcrichten goreedelijk in gang vinden? Mexico. De toestand in Mexico is nog onveranderd, doch er komen berichten binnen, dat do strijd niet zoo kalm ver loopt. Hier en daar hebben bloedige bot singen plaats gegrepen tusschen de Katho lioken en de regeeringstroepen. Ook zou de woedende bevolking zich vergrepen hebben aan personen, die meenden de re geering te moeten helpen hij haar sinister werk. Toch beeft de regeering reeds een kleine concessie gedaan, door n.l, te bepalen, dat de controle-commissies voor de kerken mogen bestaan uit 5 katholieken en 5 per sonen te benoemen door het gemeentebe stuur. De katholieken mogen ook nog wat te zeggen hebben over hun eigen kerken. Aan den anderen kant wordt de confis catie der Katholieke Kerken ook practisch toogepast. Zoo is de St. Andreaskapel te Vera Cruz toegewezen aan het syndicaat van land- en ind lis triearbeiders om er oen kantoorgbouw van to maken. De Katho lieken hadden deze kapel niet noodig, meende de regeering. Of do Katholieken soms recht op deze kapel hadden, komt er blijkbaar niet op aan. Recht is trouwefis een zeer wankel begrip in Mexico, dat thans voor macht moet wijken. Of het recht op den duur zal zegevieren? Het Heilig Paterke van Hasselt. De Procure Minderbrccdersklo03ter Maastricht schrijft ons: Woensdag heeft onder overgroole belang stelling de plechtige opgraving plaats ge had van het gebeente van het Heilig L'a- terko van Hasselt. Om ongeveer 9 uur, toen de Bisschop van Luik Mgr. Rut ten arriveerde, was door enkele werklieden het graf reeds bijna, geopend, zoodat om half tien do kist zichbaar word. Voordat do kist- uit bet graf gehaald werd, sprak het Pau selijk Tribunaal eerst de excommunicatie uit tegen ieder, die het wagen zou zich iels van de kist of het lichaam toe te eigenen. Daarna werd het stoffelijk over blijfsel naar de kapel van het kerkhof ge dragen, waar liet Pauselijk Tribunaal, bij- geslaan door drie doctoren, tot het onder zoek van het gebeente overging. Bij ope ning der dubbele kist' bleek, dat het lichaam geheel zwart was geworden en verdroogd was; alléén de long en de loe- ncn waren geheel vergaando kleeren wa ren gaaf gebleven. Van iels wonderbaars is derhalve geen sprake. Nadat, het lichaam in een nieuwe dub bele. kist gelegd was, die met twee zogels werd verzegeld, word het stoffelijk over blijfsel naar de nieuwe grafkapel naast ons klooster in processie overgevoerd, 'n Groote menigte had zich langs den weg opgesteld, die bij het naderen vrin hun geliefd Heilig Paterke eerbiedig neerkniel de. In het gebouw der Dorde Orde wacht ten vele zieken de stoet c.f: daar werd de kist even neergezet om aan do zieken do legenheid te geven door een kort gebed zich in de voorspraak van Pater Valen- lïnus aan te bevolen. Ontroerend was het te zien, hoe verschillende zich op do ldst wierpen om die te kussen, en vele moe ders haar ziek kind daarop kwamen leg gen, vol vertrouwen, dat het Heilig Pa terke helpen zou. Toen het stoffelijk overblijfsel onder de gebruikelijke gebeden de kapel was bin nengedragen, drong de enorme mensehen- massa zoo onstuimig op, dat do politie ze moeilijk in bedwang kon houden: allen wilden de kist van luin geliefden doode aanraken en kussen. Het Pauselijk Ge rechtshof gaf daarom verlof, dat de kist eerst tegen den avond in den nieuwen Kom de natuur te hulp de taaie kleverige slijm los te maken en te verwijderen. De telkens terugkee- rende krampachtige, benauwde hoestaanvallen maken licht van Uw stevige kleine een zwak poppetje. G«cf het dadelijk BOEKEN. De H. Franciscus van Assisi en dc Minderbroedersorde. Tor herinnering aan Franciscus' za ligen dood 122G1926, door Fr. Dr. Fidentius van den Borne O.F.M. Uitgave van liet Comité Sint Franciscus, Weert. Bij den aanvang van het Francis- caanseh jubeljaar geeft liet Comité Siut Franciscus te Weert dit prachtig en keu rig werk ter lezing en bestude.ering uit. De schrijver zelf noemt zijn werk „Be schouwingen over den H. Frauciscus en de Minderbroedersorde". Hij stelde zich niet ten doel „feiten uit het leven van Franciscus op te sommen, maar den Hei lige in zijn ziclsgostellenis to doen uitko men. En hij het schrijven van den invloed der Minderbroedersorde was het hem geenszins to doen om lange rijen van bo- roemdo mannen, maar om do richting, den geest der Franciscaansche werk zaamheid." En hierdoor laat ons het werk van P. v. (1. Borne meer dan do ge wone levensbeschrijvingen beter zien TIJDSCHRIFTEN. rijdschrift voor R.-K. Ouders en Duvoeders, Augustus-afl. Het Xederlandschc Boekhuis, Tilburg Naar aanleiding van (en ..Moederdag" weet Auny Borkvens Huhiivins op telbare ontroerende bewijzen te vertellen van moe derliefde, spontaan, zonder 'de minsto aan sporing gegeven door kinderen van haar klas. En zij vertelt die kloine voorvallen met ontroering, mol innigheid en harte lijkheid. In 'l feit echter, dat er een moe* clordag in 't leven moest geroepen worden- om do kinderen in herinnering te brengen hun moeder te coren, ligt iels treurigs Er zit iets weemoedigs in, dat er een derge lijke tentoonstelling noodig is om de op offerende en liefdevolle zorgen vin een moeder te doem voortleven. Moest zij niet aHijd ons leven beheersclien, zelfs na Ituar dood, zoonis haar loven belieerscl I wordt door 't onze....? Ook zonder moederdag zullen dc kinderen, hun moeder wel blij ven gedenken. Hot vervolgstuk over -„Koppigheid" cu- dorzoekt, waar do grootste fout ligt hij 't. ontslaan van heftigste scènes, die 't nood zakelijk gevolg zijn Van koppigheid, bij don koppige, wiens karakter hem zullen partijen speelt, of hij den welden koude» monsch, die (loor onbuigzaamheid hel on mogelijk maakt om too to geven. De srij ver meent, dat bij den laatsten dikwijls d« grootste schuld ligt. immers wij mooi.m beproeven door zachtheid, door liefde, hardo ongevoeligheid te overwinnen. Ouzo tactloosheid is dikwijls oorzaak, dat dó koppige steeds vasthoudender en ongevoe liger wordt, ontoegankelijker voor welko bewijzen ook, A. W. Boseker uit l.artm teekent kort de gevolgen van een slappe opvooding, ouders geven alles toe. willen al de gril len van hun kind inwilligen, durven nooit „neen" te zeggen en worden zóó de slo ven van hun eigen kinderen, Is het niet treurig dat zooveel ouders do kracht mis sen om hun kind behoorlijk naar ziel en lichaam op tc voeden, dat ze wegens g •- brok aan ernst en flinkheid langzamer hand de meest onhandelbare kinderen hebben, die alleen nog maar in 'n verbe- FEUILLETON. Roman van E. F. BENSON. (Nadruk vorboden). eu) „Laat er ons in Gods naam nu een eind aan maken," zei hij, „tenzij U nog met een nieuwe beschuldiging aan wilt komen. Wat vil je dat ik doen zal? En waar staat hij op te wachten?" zei hij, terwijl hij naar Prank keek. Bonjour!" zei Frank kortaf. Charles' woede en heete verontwaardi ging waren uitgebrand. Er was niets van oyer dan do asch, een grijze lichte ascb, dio zelfs niet eens meer smeulde. Het was onmogelijk kwaad te zijn op iets dat zoo ellendig was als do man die daar ineen ge doken voor hem zat. Het was onmogelijk om iets anders te voelen dan spijt dat hij daar zat, overtuigd van zoo'n droevige ïalsckheid. Hij zag alleen het wrak van een vriendschap die een jaar geduurd had, de verscheurde stukken van zijn eigen dankbaarheid en vertrouwen. Hier was de joon die het eerst in hern had geloofd en hem vriendelijk had bejegend. Het lag niet tn zijn natuur om dat te vergeten. Het was 100 li'ig constant in zijn gedachten ge feest, dat het een blijvende bewoner van l|in geest geworden was die altijd aanwe es was, maar 't meest van al als hij be- llS was aan zijn werk. Het maakte deel uit Va|i het weefsel van zijn leven. En nu zijn *op(le. voorbij was, hernam het zijn rechten *e(?r, hoe besmeurd en bevlekt het ook mocht zijn. En tegelijk daarmee ontwaakte het medelijden, het eenvoudige medelijden met den man die het had gemaakt en ver woest. Hij wachtte tot Frank de deur gesloten had. „Hot is verschrikkelijk,-" z,ei hij, „ver schrikkelijk!" Het was zelfs voor Craddoek, die alleen maar dacht aan de schande dat hij be trapt was en aan de dingen die nu zeker zouden volgen, duidelijk dat deze woorden oprecht gemeend waren; zo drongen tot hem door tot in de hel die hij zich zelf ge maakt had. En het medelijden kwam niet uit de hoogte: het deed geen pijn. „Ik dank U voor die woorden,' zei hij. „Zeg mij nu wat IJ denkt dat er moet ge beuren. Of misschien hebt TJ al gehandeld voor U hier kwam Hij hield plotseling op en Charles wachtte. Hij vermoedde hoe moeilijk het voor Craddoek moest zijn om te spreken. „Daar is nog één ding dat ik IJ graag zou zeggen," zei Craddoek ten laatste. „Tk ik belasterde U bij Philip Wroughton, maar mijn doel was niet U kwaad te doen. Ik wilde U geen kwaad doen. Maar ik ver moedde dat U verliefd was op Joyce. Ik vermoedde ook dat zij dat zij IT graag mocht lijden.... U stond mij mis schien in den weg. Mijn doel was alleen haar io bereiken. Dat is alles!" Hij probeerde niet zichzelf te rechtvaar digen; hij constateerde alleen de feiten. Hij wachtte een oogenblik voor hij verder ging. „Maar ik had er geen spijt van," zei hij, „zelfs niet, toc-n ik bemerkte dat ik mijn doel niet zou bereiken." „Ik vermoed dat het er niet. op aan kwam," zei Charles met een plotselinge ingeving. „Juist," zei Craddoek. „Maar ik verzoek IT mij to vergeven. Ik hel) U altijd graag mogen lijden." Charles antwoordde niet dadelijk, om- djit hij niet wist of hij Craddoek vergaf of niet. In elk geval wenschte hij hem niet te beleedigen; maar verder voelde hij niet te kunnen gaan. „Ik ben van plan U te vergeven," zei hij. „Dat zal voldoende moeten zijn,..." Maar terwijl hij dit zei, vorzette zijn aangeboren edelmoedigheid zich al tegen deze woorden en tegen de achterdochtige gedachten die. er do oorzaak van waren. „Nee," zei hij vlug, „dat hoeft niet vol doende te zijn. Natuurlijk vergeef ik U. En nu het andere, IT.bent meneer Wrough ton vijfduizend pond schuldig. Tk vermoed dat er geen reden is, waarom U naar hem toe zoudt gaan om hot uit tc legegn. Ik neem aan dat U hem het geld zult sturen. Is dat zoo?" „Het zal gebeuren!" „Goed! En nu over mij, ik bedoel over wat U van mij gezegd hebt. Tk vind dat U het behoort lo schrijven. IT moot terug trekken wat TT gezegd hebt. Misschien was het beter dat IT dat dadelijk dcedt." „.Ja!" Charles stond op. „Dan zal ik gaan," zei hij. „Ik zal er voor zorgen dat ik uw atplier voor morgen avond ontruimd heb. Tk geloof niet dat we nog iets moeten bespreken." Hij stak zijn hand uit. „Vaarwel," zei hij. „Ik ik kan niet vergeten dat we vrienden geweest zijn en ik wil het ook niet vergoten. IT bent op verschillende manieren buitengewoon goed voor mij geweest. Dat heb ik ook altijd lo gen Frank gezegd. Vaarwel!" Craddoek had bewezen in staat tc zijn tot door en door gemecne én valsche stre ken. Maar hij was niet als oen held uit een bloedig drama, die koelbloedig het pad van misdaad en zonde volgt, zonder ooit oen goede gedachte te koesteren. En toen dezo jongen wiens talent hij zoozeer be wonderde en die liet allerergste van- hem wist, niet kon vergelen. Zooals hij zei, dat ze vrienden geweest waren, voelde hij zich gedrongen tot een daad van zelfvernede ring die hoog uitstak boven het vuil en den modder, waarin zijn voelen stonden. „Ik"vraag me af of het mogelijk is dal io gelooft dat ik er spijt van hob," zei hij. „Tic weet dat dat veel gevergd isAls dat zoo is, mag ik je dan vragen, als een gunst, waar ik zeer veel waarde aan zou hechten, dat je mijn at lier nog niet dade lijk ontruimt? Zou je dat niet willen doen als een toeken dat je me vergeeft? Ik zal je er niet op komen zoeken, ik zal je er niet lastig vallen door er mij tc verloonen. Tiet is niet zoo heel veel wal ik van je vraag, Charles!" Charles voelde een instinclmatigen af keer van heb voldoen aan zijn verzoek. Hij' wenschte niets moer mot den man te ma- kon te hebben, noch met iels dat aan hem toebehoorde of de herinnering aan hem wakker kon houden. Maar van den ande ren kant was Craddoek zoo totaal versla gen; het wrts niet wel mogelijk zoo'n nede rig verzoek le weigeren. Daarenboven had hij hem'gezegd dat hij hem vergaf en ah hij dat niet volledig en onvoorwaardelijk gedaan had, was dit een mooie gelegenheid om toch zijn goede bedoeling le looneu. Hij had maar een oogenblik noodig om dit lo bedenken. „Als U hot wenuchl, heel graag," zoi hij. „Ik zal heb met genoegen doen.... En als ik IT opbel, wilt IT zeker nog wel eens ko men kijken naar mijn work, al is hot mis schien niet dadelijk? Dat moest TT zeker doen. Of als IT mij nog eens graag wilt sproken, zult U liet mo dad laten we ten?Tot ziens!" Craddoek hoorde hom naar benoden gaan, voorbij de deur van Frank. Toen tui s zag hij dat. Charles zijn contract had h- len liggen op don schoorsteenmantel. Koel eventjes deden zijn denlcwij/e en zijn ma nier van doen die hij zich in den loop dor jaren had eigen gemaakt zich gelden en wilde hij het contract woor opbergen in don lessenaar, waaruit hel een half-uur gele den to voorschijn was gehaald. Maar da delijk daarop kwam een sterke impuls on sihourdo hij het contract in stukken, dip hij in den haard gooide. Toen ging hij aan zijn tafel zitten, haalde zijn chèquc-book te voorschijn en schreef eon chèque voor vijfduizend pond voor Philip Wroughton. Hot viel hem niet moei lijk zoo voel tc betalen, want de eigenaar dige vriend van meneer Ward, dio hooi den heksensabbat!* van postimpressionislori gekocht had, stolde hom in staat zelfs ren grooter bedrag van zijn bank saldo te be talen, zonder zijn loopende middelen uit te puiten. Maar daar moest een brief bij geschreven worden.... Een tijd later kwam zijn bediende hem eraan herinneren dat hij over een half uur gasten zou krijgen voor het diner. Do pa-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 11