iIn 't Fran sell?stamelt dc ge
leerd.... In 't Fran sell?kan ik bet
nog minder!.
Suisse, wil jc even een kerkboek aan
mijnheer Coulignard aanroiken!
Sedert dien dag is Coulignard in zijn fa
milie tot den laatsten graad in de achting
gedaald; en als 't hem invalt een saus
slecht toebereid te vinden of een cotelet te
hard gebraden heeft de keukenmeid de
deur nog niet achter zich dichtgetrokken of
zij roept zoodat hij 't liooren kan:
„Te hard gebakken, mijn cotelet.... Is
dat nu toch geen schande!.... Zoo'n
eeuwige stommerik die nog niet eens het
„Onze Vader" kent.
TWEE VRIENDEN.
Maar, Karei, zijl ge nog niet klaar
met uw ontbijt? vroeg mevrouw Pietcrscn
aan haar man. Maak toch wat voort om
dat individu te gaan opzoeken, en wees nou
standvastig, hoor. Twee termijnen achter.
Ilcb ik van m'n leven.
Twee termijnen acliter! Heb ik van
mijn leven herhaalde mijnheer Ka rel Pie
tcrscn, de trouwe echo van zijn lichtont
vlambare wederhelft. Ik zal voet bij stuk
houden en kort en bondig zijn, dat beloof
ik u."
Mijnheer Pieterse bezat, in een armzalige
en triestige wijk, een drietal lmizcn, over
schot van de erfenis die een verwijderde
neef hem bad vermaakt; zelf beheerde bij,
zijn buizen en voor geen geld van de we
reld zou hij aan anderen hebben vergund
bet huurgeld op te balen. Daar hij graag
met zijn voorgewende armoede en zijn zui
nigheid pronkte, gebruikte hij voor zijn
periodieke uitstapjes een van die zonder
linge afschrikkende klecderen, waarvan de
boeren vogelverschrikkers maken; een ge-
deukten viltlioed, een afgedragen overjas,
ccn brock vol valsche plooien en van een
niet te bepalen kleur. Zoo potsierlijk uitge
dost wek'e bij het medelijden op van de
huurders, die met allo plezier een fooi aan
bun schamele huurpenningen zouden toe
gevoegd hebben.
Tk zal hem wel krijgen, dien mijnheer
AVagemans, en hij zal mij betalen, dat geef
ilc u op een briefje, of mijn naam is geen
Pietersen," besloot mijnheer Pietcrscn,
verontwaardigd op zijn magere borstkas
tamboerend.
Terwijl bij den weg te voet, aflegde en
zijn hersenen pijnigde om de indrukwek
kende en toch kernachtige toespraak op te
stollen, die bij van plan was te houden:
„Mijnheer Klaas Wagemans, dit is mijn
allerlaatste bezoek vnor ge op straat-
wordt gezetmaakte de slechte huurder
zieii gereed zijn huisbaas te ontvangen,
dien hii tot- nog toe had weten Ie ontwij
ken, dank zij oneindige listen en kunstgre
pen.
Mijnheer Wagemans. geboren humorist,
was humorist gebleven tot op ziin zestigste
jaar toe. Hij was een oude vrijgezel met
heldere vinnige oogjes, nauw merkbaar
snorretje en ccn wipneusje. Zijn zeer schra
le inkomsten worden opgeslokt door zijn
toiletuitgaven. Hii wist zich vcrvnkkelijk
to kleed en en voedde zich met bokking en
gezouten 1 taring. Mijnheer Klaas Wage
mans, had in het bouwvallige huik van
mijnheer Pietersen. een groot rood gepla
veid vertrek gewonden, dat hij niet den
weidsehen naam van „atelier" had gedoopt
cn waarin hij den tijd doorbracht met
broeken oppersen en laarzen poetsen, zoo-
lane tot zij schitterden als een spiegel.
Hij stond zeer laat op, maakte langzaam
en uiterst nauwgezet zijn toilet, at, onver
schillig wat. ging gedurende een uur wan
delen, kwam thuis, borstelde zijn kleedeven
en ging in do stad dineeren. Hij at dikwijls
in do stad daar hij een lekkerbek was en
graag in gezelschappen druk het woord
voerde; hij was trouwens een schitterend,
geestig prater. Tegen middernacht keerde
hij terug cn deze regelmatigheid in do on
regelmatigheid maakte op zijn buren een
gunstigen indruk.
Zoo was nu dc man geschapen, dien
mijnheer Pietersen in zijn naïviteit zich
voorgenomen had eens flink de waarheid
to zeggen. Gedurende zijn koddig leven
had mijnheer Wagemans zooveel berispin
gen opgeloopen, dat hij zeer goed tegen
vermaningen bestand was cn verschillende
geheimen kende om er met ongeopende
beurs van af te komen. Hoewel dc concier
ge hem bet, bezoek van den huisbaas had
aangekondigd, antwoordde mijnheer Wa
gemans op do drie, heel voorzichtige kleine
slagen, die de bezoeker op de deur tokte,
met een zoo woedend: „Wie daar?" dat
mijnheer Pietersen een groot deel van zijn
vrijmoedigheid en zelfvertrouwen in zijn
schoenen voelde zinken.
Ik ben liet-, stamelde hij. Tk kom de
huur ophalen.
Mijnheer Pietersen had zich heel wat
voorgesteldmaar bij had toch niet ver
wacht zijn schuldenaar gekleed te zien in
een wijde ..sjamberlcek" van roodc zijde
met bont afgezet, waai van dc overdadige
pracht hem verwonderde. Met een enkelen
oogopslag schatte de huiseigenaar de meu
bels. Hij sprong op toen hij een telefoon
toestel ontwaarde.
Hebt ge dc telefoon? vroeg hij op be
rispenden toon.
Heen, antwoordde, behendig mijnheer
Wagemans, vroeger wel, 't apparaat heb ik
behouden, 't is een sieraad. Ik kan het bel
gerinkel niet verdragen, en bovendien had
den jonkvrouw van Grimsbcrgen, barones
van Denneheuvcl en gravin van Oudenho
ven de gewoonte mij iederen morgen te la
ten ontbieden om mij op dc hoogte to bren
gen van haar gemoedstoestand. Ik ben
haar vertrouweling. Maar nu heb ik met
al dio gewoonten gebroken cn ik heb mij
in deze vreedzame buurt gevestigd, totaal
vergeten door mijn vrienden, want ik heb
er genoeg van op te staan met een vijftien
tal personen in mijn kamer. Mijn levens
wijze heb ik vereenvoudigd. Men moet zijn
levenswijze vereenvoudigen, wanneer men
gebrek heeft aan orde. Om te leven als dc
lieden van mijn omgeving zou ik een rent
meester behoeven en waar een eerlijken
rentmeester te vinden. Hebt ge deze feniks
weten te ontdekken, mijnheer Pietersen?
Ik wasch- zelf mijn vaatwerk, schrob
zelf den vloer on doe zelf inkoopen in een
boodschappcnmandje, zuchtte mijnheer
Pietersen. Ik ben zoo arm, dat twee ach
terstallige termijnen mijn klein budget
doen schommelen. Kijk mijn laarzen eens,
ze zijn vier keer gezoold geweest. Aan do
tegenwoordige prijzen kunt gc uitrekenen
hoeveel deze schoenen mij kosten, 't Is om
or van om to vallen.
Onzin.
Ik Iaat mijn kleederen keeren door
een kleinen kleermaker die thuis werkt en
zelf heb ik wat timmeren geleerd en wat
sloten maken om geen al tc dure werklie
den noodig te hebben. Waar meet dat
heen? Ik vraag het mij soms af: waar moet
dat heen? ik ben zonder middelen van be
slaan. Dit gebouw kost mij veel meer dan
het mij opbrengt. Waren er geen dierbare
herinneringen aan verbonden, dan zou ik
er mij sinds lang van liebben ontdaan.
Maar ik ben niet geko-men om u met mijn
geschiedenissen lastig te vallen
Waarde hoer, ge verveelt mij volstrekt
niet met uw geschiedenissen, integendeel.
Blijf toch zitten. Heem toch een sigaret,
of ccn sigtiar.... Mijn sigaren zijn uitste
kend. Een vriend zendt ze mij uit Ha
vana."
Mijnheer, ik zal oen sigaar nemen,
omdat gij zc me, zoo vriendelijk aanbiedt,
en morgen zal ik ze. na mijn diner rooken.
Ik rook dolgraag. Tk ben verplicht mij dit
genoegen te ontzeggen. Zelfs do pijp zou
te duur zijn, van tijd tot- tijd alleen rook ik
een halve pijp en dan nog niet zonder
wroeging. Mijnheer, ik ben to voet van
huis gegaan, hoewel ik aan rheumalick
lijdt cn het loopen mij moeilijk valt. De
electrisehc tram is naar het schijnt een
prettig vervoermiddelmaar te duur. Ach,
mijnheer, ge moest eens weten, wat een
inspanning heb mij kost om dc twee eind
jes aan elkaar te knoopen, dan zoudt ge u
haasten <!czo kleine achterstallige termij
nen te voldoen.
Eenmaal op dit terrein gebracht, wist
mijnheer Pietersen, die vijftig-duizend gul
den arm was, van geen ophouden. Mijnheer
Klaas Wagemans luisterde hcelmaal niet
naar hem, hoewél zijn gelaat dp meest ge
spannen aandacht weerspiegelde. Mijnheer
Pietersen had een toehoorder gevonden om
hem zijn valsche armoede te schilderen;
mijnheer Wagemans was verrukt een ver
trouweling te hebben ontdekt om hem zijn
valschen rijkdom (cn toon te spreiden. Op
den rand zijner tafel gezeten, zeer elegant
in zijn prachtig gebloemde kamerjapon ge
huld, droomde deze oude jonkman luidop.
Do dagclijksclic rente van vijf frank, door
een voorzienenden vader nagelalen, groeide
aan tot een reusachtig fortuin.
Ik kan er geen. cent van missen om
zeer ernstige financieele redenen, maar
weldra zal ik vrij spel hebben, wees gerust,
waarde heer, deze rustplaats-zal ik getrouw
blijven. Om mij een weinig te verpoozen,
verre van de rumoerige gToole wereld. En
daarbij kent do automobiel geen afstan
den. Ik zou u graag een glas Spaanschen
wijn aanbieden, maar mijn voorraad is uit
geput. Ik heb slechts water in huis. Laat ik
er echter bijvoegen dat uw water van pri
ma kwaliteit is, en dat het als oude wijn
smaakt. Ik ben op zoek naar een beker
van geslepen kristal, een antiek stuk. Zoo
als ge ziet ben ik op het oogenblik ver
plicht deze geëmailleerde kop voor lief te
nemen.
Dit gesprek duurde een vol uur. Mijn-
hoer Karei Pietersen en mijnheer Klaas
Wagemans verlustigden er zich in. Oh, zij
hadden wel degelijk erg in hun wederzijd-
sche leijgens: de valsche «trme rook den
valschen rijke op vijftien meter afstand
en omgekeerd kreeg dc valsche rijke lucht
van den valschen arme. Maar zij stelden
elkander tevreden met het geluid hunner
eigen zinnen. Mijnheer AVagemans dacht:
Daar heb ilc nu een die ongelukkiger
is dan ik ondanks zijn goud.
Mijnbeer Pietersen peinsde:
Dat lot zou mij geschoren ziin als ik
de wijze niet had aangenomen elk centje
tien keer in mijn hand om te draaien alvo
rens het uit te geven.
Meer is cr niet noodig om vrienden tc
maken. Do uitersten iaken elkander. Op
het einde van hun onderhoud zinspeelde
de huiseigenaar ,op oen toon zonder over
tuiging:
C-Je wilt wel zoo gced zijn op onze
zaak te, denken....
Zeker, dat spreekt van zelf, beaamde
mijnheer Wagemans.. AVaar was ik toch
gebleven? Tot straks. Kom spoedig terug
niet. waar? Het zou mij ccn groot genoe
gen doen u bier weer te zien. Akkoord dus.
Zeker, zeker, zeker, mompelde mijn
heer Pieterse overwonnen. Tot de vol
gende week.
En hij keerde naar huis terug tevreden
over zichzelf en over de mensehen. Mevr.
Pieterse waehtto haar echtvriend op:
AVelnu! kefte" zij, hebt ge dien zigeu
ner gezien? Wordt hij buiten gezet?
Heen, antwoordde mijnheer Piieterscn
Dan heeft hij betaald, veronderstel
ik.
En mijnheer Pietersen beloog voor den
eersten keer zijn trouwe gade, beging zijn
eerste buitensporigheid, zijn eerste dwaas-
beid, deed zijn eerste onnoodzakelijke uit
gave, en., gaf ten antwoord:
Hij heeft betaald.
DEN SCHAT VAN DEN MULDER.
Huub Franken, de oude eigenaar van
den Ceumeren-molen en zijn.vrouw Filo-
mien, gevoelden dien avond niet bijzonder
veel lust om te pralen. In stilte zaten ze
voor de deur om te genieten van het fris-
sche koeltje, dat door de linden trilde.
Onder de bank, waarop zij gezeten Ava-
ren, bijna lusschen hun heidergcschuur-
de klompen, seinde een onzichtbare krekel,
nachtelijke marconist, zijn telegrammen
naar de sterren, en achter het huis, zon
gen de kabbelende golfjes van de forellen-
rijke rivier.
De molenaar en zijn vrouw dronken vol
zaligheid deze frissche koelte, die welda
dig nederdaalde over de zengende hitto
van den dag. Huub, vermoeid en ontdaan
van zijn dagelijkschen arbeid, verricht in
het zweet zijns aanschijns, sloot zelfs van
tijd tot lijd de oogen en zijn loodzwaar
hoofd wiegelde mei schokjes op zijn wit-
stofferig boezeroen.
Renecr, zijn -knecht, was „onder dienst"
en reeds zes maanden was dc oude baas
genoodzaakt alleen de talrijke klanten af
te gaan en te voorzien van bloem, tarwe-,
rogge- en boekweitmeel. A'an den morgen
tot den avond, terwijl Filomien toezicht
hield over den molen, die maar steeds
ijverig door bleef draaien, de volle zakken
van den haak nam en er ledige voor in de
plaats vasthechtte, totdat ook die weer
begonnen te bollen onder liet gewicht van
het neerglijdend, warme meel, drentelde
Huub'achter het koppel stoere hengsten,
die voor een zwaarbeladen wagen gespan
nen, allengs naarmate de uren verstreken,
bun last voelden verminderen en ten slot
te met een lichten draf stahvaarts keerden
Dag in dag uit dezelfde arbeid. De oude
Huub begon te grijzen. A'oor den eersten
keer van zijn loven misschien, vond hij dal
hel werk moeilijk van de hand ging. Een
weemoedige stemming overviel hem, vooral
wanneer bij dacht dat hij weldra aan liet
einde van zijn levensbaan zou staan, "dat
hij, zonder kroost gebleven niemand ach
terliet ern den molc-n in bedrijf te houden
en niets vermocht; onder het drukkende
gewicht van al die sombere overpeinzin
gen en droeve vooruitzichten, zijn moed
aan te wakkeren. Qm die reden was hij
meer dan eens van plan geweest don Ceu
meren-molen onder den hamer te brengen
en rustig van zijn centjes te gaan rente
nieren. Dc opbrengst van den goed ren-
deerendo molen zou, uitgezet tegen een
matige rente, hem en zijn Filomien ren
fatsoenlijk beslaan opleveren. En stonden
bovendien niet drieduizend gulden bij
Leenders uit? Dien vetten geldbuidel had
Huub op zekeren dag, na lang aandringen
en zeuren van zijn vrouw, van den graan
zolder gehaald, waar hij veilig geborgen
lag op den bodom van een groote haver
kist. Hij had de som in twee gelijke helf
ten verdeeld en in twee zakken gestopt;
dan had hij zijn brikje hespannen waar
mede hij zich gewoonlijk naar dc stad
begaf voor zaken en in flinken draf wa
ren ze beiden, zielsvergenoegd en trotsch
weggereden om dit mooie ronde bedrag in
verzekerde bewaring te stéllen. Dat was
nu ongeveer vijf jaar geleden en sedert
dien, tegen het tijdstip waarop de kastan-
jes beginnen to vallen, toog onze mole
naar naar den zaakwaarnemer Leenders
om er zijn honderd en twintig- gulden op
te strijken, de jaarlijksche rente van zijn
bom duiten, uitgezet tegen vier procent.
En dit ging zoo gced, dat de oude mulder,
die er zich eertijds met hand en tand te
gen verzot had om zich te ontdoen van
zijn dierbare centjes en het aangenamer
en veiliger vond ze in zijn haverkist te
bewaren, thans bij een zoo rnooio rente,
zichzelf geluk wensehte het oor te hebben
geleend aan de ingevingen van zijn wijze
vrouw.
Plotseling- verbrak Filomien de stilte
van dien avond en zei:
BESCHRÏJVING DER PLAAT.
No. 438. Avondjapon van rose mousse
line dc soic en zwarte kant. Deze japon
wordt als het ware in (wee deelcn gemaakt:
een rechte fourcau-ondcrrobe waarover
heen een van voren loshangend" lijfje dat
vanaf de taille verlengd is met vier pun-
vormig gesneden slippen. Elk dezer slip
pen begint van boven met twee rijen frons-
jes: het onderste gedeelte van het lijfje
hier strak aangehaald valt or over heen
nadat van voren in het midden do twee
helften in een knoop met lus vercenigd
zijn. Op dc schouders logge men twee kor
te, vaste plooitjes die wat ruimte over de
burst geven. De lange smalle sjaal van de
zelfde rose mousseline. Kousen "rose en
schoenen zilver of rose.
No. 439. Lieve zomerjapon van witte
crêpe, liet model is geheel recht, met uit
zondering van dc voorbaan van den rok
welke zeer ruim genomen, van boven drie
rijen fronsen laat zien waaruit talrijke
plooien vallen. Dc stof voor deze voor
baan is een kleurig geborduurde of be-
druke crêpe, waaraan van ander ec-n
breedc strook gezet overeenkomend met do
kleur van hot drukpatroon. Vanaf de inzet
van het voorpand loopt een smal cein-
tuurjte achter om. A'oor den hals een
klein splitjc om dc opening te veïgrooten.
Het kraagje is afgezet met een biesje in de
zelfde kleur als de strook van onderen.
Het bovengedeelte van de mouw eindigt bij
den pols op een smal bandje, doch hangt
verder open.
Hoed wit of bijpassende kleur; kousen rose
en schoenen wit of grijs.
No. 440. Aardig kinderjurkje met bij-
bchoorend broekje, beiden van gebloemde
cretonne met witte ondergrond. Do ruim
te is van boven bij de halsopening even bij
elkaar gcfronsd en afgemaakt door een
smal strookje dat over do beide schouders
doorloopt en daar een- kleine sluiting, met
stof overtrokken knoopjes, afdekt. De on-
„Zcg Huub, hebt jc niet booren zeg^n
dat het er met de financiën van 0u*ü
zaakwaarnemer niet al tc rooskleurig Uiu
Huub, die aan het dutten was geraakt,
opende even slaperig de,oogen om te zei
gen:
„AVic heeft je dat verteld?"
„Drommels", sprak Filomien, „het is
slechts een gerucht, maar ik deuk dat liet
wel leugens zullen zijn".
„Daar zou ik meer van willen welen"
verklaarde Huub, thans volkomen wakker'
„Natuurlijk, want we hebben er onzr
centjes staan", meende Filomien. En daar
bleef bet dien avond bij.
Maar 's anderendaags en ook de vol
gende dagen werden ze beiden gekweld
door het onafwendbare idee, dat de drié
duizend pop, bij 'n notaris uitgezet, gevaar
lippen, en deze gedachte baarde hun hoe
langer hoe meer onrust.
Gedurende haar buurpraatjes, haar be
zoeken bij de talrijke klanten, deed Filo
mien haar uiterste best cenig licht te doen
schijnen over de woorden van den arg
waan, die in haar grage ooren waren ge
vallen op een namiddag toen zij haar vla
en mik en haar roggebrood naar den
dorpsover bracht. Huub, van zijnen kant,
liep de huizen zijner buren cn kennissen
af, doorkruiste liet gansche dorp en zijn
gehuchten, informeerde hier, informeerde
daar, om toch maar te weten te komen hoe
bet met de zaak van mijnheer Leenders
stond.
Zoodoende vernamen zij, dat de jongste
klerk zijn onslag had gekregen, dat de
drie bedienden lot twee waren terugge
bracht, dat liet brikje hoog noodig gere
pareerd en geverfd moest worden, dat de
hoefsmid tevergeefs zijn rekening had
aangeboden en zus en zooToen zij
die verdachte praatjes hoorden ïondfluis-
leren was Filomien de eerste geweest om
alarm te blazen; lang, zeer lang bereidden
baar vrouwenhersens den weg dien ze tu
volgen had.Eindelijk kon ze haar angst
niet meer verkroppen en vastberaden
luchtte zij op zekeren dag haar bezwaard
gemoed tegenover haar man.
„Huub", sprak ze, terwijl ze haar long
tegen haar verhemelte deel klinken en
met bet hoofd schudde, ,ik heb cr een
voorgevoel van dat het bij Leenders mis
loopt. Zou liet niet het beste zijn als wij
ons geld opeischten?"
Hüub, die natuurlijk don beslissendea
stap moest wagen, gevoelde niet veel trek
om er toe over te gaan. AVclke reden zou
hij kunnen voorwenden om het geld op te
vragen? De interest was hem steeds regel
matig en prompt uitbetaald geworden.
Iedereen wist dat zijn zaak goed marcheer
de ën liet zou er dus allen schijn van heb
ben dat hij Leenders -niet erg vertrouwdo
en dat zat hem dwars. En zou al dio her
rie ön die drukte bovendien niet ongemo
tiveerd zijn? Trouwens, honderd en twin
tig gulden per jaar,nog loc, dat
was geen peulschilletje. AA'anneer hij zijn
kapitaal eenmaal Aveer opgestreken had
dan zou het opnieuw in een donker aycüê-
Avaar veilig hoekske opgeborgen Avorden,
doch gelijk doode hoornen en braakliggend
de velden zouden die moppen geen rooio
cent meer" opbrengen, 't Zou Avaarachlig
zonde zijn.
„Ta, ta, la," grommelde de oude mul
der, „daar zijn er bosjes anderen die net
zoo slim zijn als ik en die net als ik hun
centjes aan den notaris hebben toever
trouwd."
En hij trachtte zichzelf tc ^overtuigen,
dat de jongste klerk wel een uilskuiken
moest zijn en nergens goed voor was, dat
Leenders die lAvee dochters uitgehuwelijkt
had thans met zijn vrouw alleen bleef, en
niet zooveel bedienden meer noodig baci,
dat hij zijn brikje versleet om zich daar
na een fonkelnieuw aan te schaffen en dat
de praatjes van den hoefsmid louter
kwaadsprekerij was.-
PATRONEN NAAR tëAAT
fi 1.00 per stuk.
Kindermaten tot 12 jaar f! 0.75.
Papieren patronen op maat ge
maakt, kunnen onder toezending
van liet bedrag besteld worden aan
Paper Pattern Service, Parkstraat
79, Den Haag.
De maten op te geven volgens
onderstaand" teckening.
derrand van bet jurkje is geschulpt cn
weer met een smal strookje gegarneerd;
evenzoo eindigen do mouwtjes en het
broekje op een dergelijk strookje.
No. 441. Zomerjapon van zalmkleurige
crêpe. Tusschen den ruim vallenden rok
en het rechte lijfje is een gefronsde heup
band geplaatst in de midden gegarneerd
met een bijpassende leeren ceintuur. Op do
zelfde wijze zijn ook de ondereinden der
moinvcn gefronsd. De punt der halsope
ning is gegarneerd met een geplooide jabot
Avelks vrijhangende kanten met een door
geknipte a jour-rand zijn afgemaakt. In
de punt is nog ccn klein frontje gezet, dat
de lijn van den jabot volgt en van boven
even gcfronsd is. Kousen in bijpassend
zalm kleur; schoenen beige.
No. 442. Vroolijko zomerjapon van wit
te, kleurig gebloemde cretonne. (Cretonne
is een geliefkoosde strand- en vacantie-
klecdingü) Van onderen is langs den rok
cem brecde rand gezet van effen cretonne
in de tint van het gedrukte bloemmotief.
Van dezelfde effen stof maakt men ook de
sjaalkraag, die in do linkerzijde tegelijk
met de ceintuur in een groote strik ein
digt; tevens ook dc polshandjes en het
front. Kousen rose of licht beige; schoe
nen bruin-beige.
No. 443. Avondjapon A'an zwarte
mousseline dc soie met wille kant. De
rechte fourrea u-rok Leest een in het
Yoormiddcn open hangenden overrok niet
ruime plooien. Do zoom A'an het lijfje is
Aan onderen strak aangehaald terwijl de
beide panden in het midden in een groote
knoop met strik aan elkaar A'ereenigd zijn.
De beide voorpanden rvorden vanuit 'iet
midden teruggeslagen zoodat een sooil ge
drapeerde revers ontslaat welke later ge
garneerd Avordt met witto kant. Do mom*
is van onder voorzien van een volant dor
witte kant. Kousen rose cn schoenen
ZAvart.