iIn 't Fran sell?stamelt dc ge leerd.... In 't Fran sell?kan ik bet nog minder!. Suisse, wil jc even een kerkboek aan mijnheer Coulignard aanroiken! Sedert dien dag is Coulignard in zijn fa milie tot den laatsten graad in de achting gedaald; en als 't hem invalt een saus slecht toebereid te vinden of een cotelet te hard gebraden heeft de keukenmeid de deur nog niet achter zich dichtgetrokken of zij roept zoodat hij 't liooren kan: „Te hard gebakken, mijn cotelet.... Is dat nu toch geen schande!.... Zoo'n eeuwige stommerik die nog niet eens het „Onze Vader" kent. TWEE VRIENDEN. Maar, Karei, zijl ge nog niet klaar met uw ontbijt? vroeg mevrouw Pietcrscn aan haar man. Maak toch wat voort om dat individu te gaan opzoeken, en wees nou standvastig, hoor. Twee termijnen achter. Ilcb ik van m'n leven. Twee termijnen acliter! Heb ik van mijn leven herhaalde mijnheer Ka rel Pie tcrscn, de trouwe echo van zijn lichtont vlambare wederhelft. Ik zal voet bij stuk houden en kort en bondig zijn, dat beloof ik u." Mijnheer Pieterse bezat, in een armzalige en triestige wijk, een drietal lmizcn, over schot van de erfenis die een verwijderde neef hem bad vermaakt; zelf beheerde bij, zijn buizen en voor geen geld van de we reld zou hij aan anderen hebben vergund bet huurgeld op te balen. Daar hij graag met zijn voorgewende armoede en zijn zui nigheid pronkte, gebruikte hij voor zijn periodieke uitstapjes een van die zonder linge afschrikkende klecderen, waarvan de boeren vogelverschrikkers maken; een ge- deukten viltlioed, een afgedragen overjas, ccn brock vol valsche plooien en van een niet te bepalen kleur. Zoo potsierlijk uitge dost wek'e bij het medelijden op van de huurders, die met allo plezier een fooi aan bun schamele huurpenningen zouden toe gevoegd hebben. Tk zal hem wel krijgen, dien mijnheer AVagemans, en hij zal mij betalen, dat geef ilc u op een briefje, of mijn naam is geen Pietersen," besloot mijnheer Pietcrscn, verontwaardigd op zijn magere borstkas tamboerend. Terwijl bij den weg te voet, aflegde en zijn hersenen pijnigde om de indrukwek kende en toch kernachtige toespraak op te stollen, die bij van plan was te houden: „Mijnheer Klaas Wagemans, dit is mijn allerlaatste bezoek vnor ge op straat- wordt gezetmaakte de slechte huurder zieii gereed zijn huisbaas te ontvangen, dien hii tot- nog toe had weten Ie ontwij ken, dank zij oneindige listen en kunstgre pen. Mijnheer Wagemans. geboren humorist, was humorist gebleven tot op ziin zestigste jaar toe. Hij was een oude vrijgezel met heldere vinnige oogjes, nauw merkbaar snorretje en ccn wipneusje. Zijn zeer schra le inkomsten worden opgeslokt door zijn toiletuitgaven. Hii wist zich vcrvnkkelijk to kleed en en voedde zich met bokking en gezouten 1 taring. Mijnheer Klaas Wage mans, had in het bouwvallige huik van mijnheer Pietersen. een groot rood gepla veid vertrek gewonden, dat hij niet den weidsehen naam van „atelier" had gedoopt cn waarin hij den tijd doorbracht met broeken oppersen en laarzen poetsen, zoo- lane tot zij schitterden als een spiegel. Hij stond zeer laat op, maakte langzaam en uiterst nauwgezet zijn toilet, at, onver schillig wat. ging gedurende een uur wan delen, kwam thuis, borstelde zijn kleedeven en ging in do stad dineeren. Hij at dikwijls in do stad daar hij een lekkerbek was en graag in gezelschappen druk het woord voerde; hij was trouwens een schitterend, geestig prater. Tegen middernacht keerde hij terug cn deze regelmatigheid in do on regelmatigheid maakte op zijn buren een gunstigen indruk. Zoo was nu dc man geschapen, dien mijnheer Pietersen in zijn naïviteit zich voorgenomen had eens flink de waarheid to zeggen. Gedurende zijn koddig leven had mijnheer Wagemans zooveel berispin gen opgeloopen, dat hij zeer goed tegen vermaningen bestand was cn verschillende geheimen kende om er met ongeopende beurs van af te komen. Hoewel dc concier ge hem bet, bezoek van den huisbaas had aangekondigd, antwoordde mijnheer Wa gemans op do drie, heel voorzichtige kleine slagen, die de bezoeker op de deur tokte, met een zoo woedend: „Wie daar?" dat mijnheer Pietersen een groot deel van zijn vrijmoedigheid en zelfvertrouwen in zijn schoenen voelde zinken. Ik ben liet-, stamelde hij. Tk kom de huur ophalen. Mijnheer Pietersen had zich heel wat voorgesteldmaar bij had toch niet ver wacht zijn schuldenaar gekleed te zien in een wijde ..sjamberlcek" van roodc zijde met bont afgezet, waai van dc overdadige pracht hem verwonderde. Met een enkelen oogopslag schatte de huiseigenaar de meu bels. Hij sprong op toen hij een telefoon toestel ontwaarde. Hebt ge dc telefoon? vroeg hij op be rispenden toon. Heen, antwoordde, behendig mijnheer Wagemans, vroeger wel, 't apparaat heb ik behouden, 't is een sieraad. Ik kan het bel gerinkel niet verdragen, en bovendien had den jonkvrouw van Grimsbcrgen, barones van Denneheuvcl en gravin van Oudenho ven de gewoonte mij iederen morgen te la ten ontbieden om mij op dc hoogte to bren gen van haar gemoedstoestand. Ik ben haar vertrouweling. Maar nu heb ik met al dio gewoonten gebroken cn ik heb mij in deze vreedzame buurt gevestigd, totaal vergeten door mijn vrienden, want ik heb er genoeg van op te staan met een vijftien tal personen in mijn kamer. Mijn levens wijze heb ik vereenvoudigd. Men moet zijn levenswijze vereenvoudigen, wanneer men gebrek heeft aan orde. Om te leven als dc lieden van mijn omgeving zou ik een rent meester behoeven en waar een eerlijken rentmeester te vinden. Hebt ge deze feniks weten te ontdekken, mijnheer Pietersen? Ik wasch- zelf mijn vaatwerk, schrob zelf den vloer on doe zelf inkoopen in een boodschappcnmandje, zuchtte mijnheer Pietersen. Ik ben zoo arm, dat twee ach terstallige termijnen mijn klein budget doen schommelen. Kijk mijn laarzen eens, ze zijn vier keer gezoold geweest. Aan do tegenwoordige prijzen kunt gc uitrekenen hoeveel deze schoenen mij kosten, 't Is om or van om to vallen. Onzin. Ik Iaat mijn kleederen keeren door een kleinen kleermaker die thuis werkt en zelf heb ik wat timmeren geleerd en wat sloten maken om geen al tc dure werklie den noodig te hebben. Waar meet dat heen? Ik vraag het mij soms af: waar moet dat heen? ik ben zonder middelen van be slaan. Dit gebouw kost mij veel meer dan het mij opbrengt. Waren er geen dierbare herinneringen aan verbonden, dan zou ik er mij sinds lang van liebben ontdaan. Maar ik ben niet geko-men om u met mijn geschiedenissen lastig te vallen Waarde hoer, ge verveelt mij volstrekt niet met uw geschiedenissen, integendeel. Blijf toch zitten. Heem toch een sigaret, of ccn sigtiar.... Mijn sigaren zijn uitste kend. Een vriend zendt ze mij uit Ha vana." Mijnheer, ik zal oen sigaar nemen, omdat gij zc me, zoo vriendelijk aanbiedt, en morgen zal ik ze. na mijn diner rooken. Ik rook dolgraag. Tk ben verplicht mij dit genoegen te ontzeggen. Zelfs do pijp zou te duur zijn, van tijd tot- tijd alleen rook ik een halve pijp en dan nog niet zonder wroeging. Mijnheer, ik ben to voet van huis gegaan, hoewel ik aan rheumalick lijdt cn het loopen mij moeilijk valt. De electrisehc tram is naar het schijnt een prettig vervoermiddelmaar te duur. Ach, mijnheer, ge moest eens weten, wat een inspanning heb mij kost om dc twee eind jes aan elkaar te knoopen, dan zoudt ge u haasten <!czo kleine achterstallige termij nen te voldoen. Eenmaal op dit terrein gebracht, wist mijnheer Pietersen, die vijftig-duizend gul den arm was, van geen ophouden. Mijnheer Klaas Wagemans luisterde hcelmaal niet naar hem, hoewél zijn gelaat dp meest ge spannen aandacht weerspiegelde. Mijnheer Pietersen had een toehoorder gevonden om hem zijn valsche armoede te schilderen; mijnheer Wagemans was verrukt een ver trouweling te hebben ontdekt om hem zijn valschen rijkdom (cn toon te spreiden. Op den rand zijner tafel gezeten, zeer elegant in zijn prachtig gebloemde kamerjapon ge huld, droomde deze oude jonkman luidop. Do dagclijksclic rente van vijf frank, door een voorzienenden vader nagelalen, groeide aan tot een reusachtig fortuin. Ik kan er geen. cent van missen om zeer ernstige financieele redenen, maar weldra zal ik vrij spel hebben, wees gerust, waarde heer, deze rustplaats-zal ik getrouw blijven. Om mij een weinig te verpoozen, verre van de rumoerige gToole wereld. En daarbij kent do automobiel geen afstan den. Ik zou u graag een glas Spaanschen wijn aanbieden, maar mijn voorraad is uit geput. Ik heb slechts water in huis. Laat ik er echter bijvoegen dat uw water van pri ma kwaliteit is, en dat het als oude wijn smaakt. Ik ben op zoek naar een beker van geslepen kristal, een antiek stuk. Zoo als ge ziet ben ik op het oogenblik ver plicht deze geëmailleerde kop voor lief te nemen. Dit gesprek duurde een vol uur. Mijn- hoer Karei Pietersen en mijnheer Klaas Wagemans verlustigden er zich in. Oh, zij hadden wel degelijk erg in hun wederzijd- sche leijgens: de valsche «trme rook den valschen rijke op vijftien meter afstand en omgekeerd kreeg dc valsche rijke lucht van den valschen arme. Maar zij stelden elkander tevreden met het geluid hunner eigen zinnen. Mijnheer AVagemans dacht: Daar heb ilc nu een die ongelukkiger is dan ik ondanks zijn goud. Mijnbeer Pietersen peinsde: Dat lot zou mij geschoren ziin als ik de wijze niet had aangenomen elk centje tien keer in mijn hand om te draaien alvo rens het uit te geven. Meer is cr niet noodig om vrienden tc maken. Do uitersten iaken elkander. Op het einde van hun onderhoud zinspeelde de huiseigenaar ,op oen toon zonder over tuiging: C-Je wilt wel zoo gced zijn op onze zaak te, denken.... Zeker, dat spreekt van zelf, beaamde mijnheer Wagemans.. AVaar was ik toch gebleven? Tot straks. Kom spoedig terug niet. waar? Het zou mij ccn groot genoe gen doen u bier weer te zien. Akkoord dus. Zeker, zeker, zeker, mompelde mijn heer Pieterse overwonnen. Tot de vol gende week. En hij keerde naar huis terug tevreden over zichzelf en over de mensehen. Mevr. Pieterse waehtto haar echtvriend op: AVelnu! kefte" zij, hebt ge dien zigeu ner gezien? Wordt hij buiten gezet? Heen, antwoordde mijnheer Piieterscn Dan heeft hij betaald, veronderstel ik. En mijnheer Pietersen beloog voor den eersten keer zijn trouwe gade, beging zijn eerste buitensporigheid, zijn eerste dwaas- beid, deed zijn eerste onnoodzakelijke uit gave, en., gaf ten antwoord: Hij heeft betaald. DEN SCHAT VAN DEN MULDER. Huub Franken, de oude eigenaar van den Ceumeren-molen en zijn.vrouw Filo- mien, gevoelden dien avond niet bijzonder veel lust om te pralen. In stilte zaten ze voor de deur om te genieten van het fris- sche koeltje, dat door de linden trilde. Onder de bank, waarop zij gezeten Ava- ren, bijna lusschen hun heidergcschuur- de klompen, seinde een onzichtbare krekel, nachtelijke marconist, zijn telegrammen naar de sterren, en achter het huis, zon gen de kabbelende golfjes van de forellen- rijke rivier. De molenaar en zijn vrouw dronken vol zaligheid deze frissche koelte, die welda dig nederdaalde over de zengende hitto van den dag. Huub, vermoeid en ontdaan van zijn dagelijkschen arbeid, verricht in het zweet zijns aanschijns, sloot zelfs van tijd tot lijd de oogen en zijn loodzwaar hoofd wiegelde mei schokjes op zijn wit- stofferig boezeroen. Renecr, zijn -knecht, was „onder dienst" en reeds zes maanden was dc oude baas genoodzaakt alleen de talrijke klanten af te gaan en te voorzien van bloem, tarwe-, rogge- en boekweitmeel. A'an den morgen tot den avond, terwijl Filomien toezicht hield over den molen, die maar steeds ijverig door bleef draaien, de volle zakken van den haak nam en er ledige voor in de plaats vasthechtte, totdat ook die weer begonnen te bollen onder liet gewicht van het neerglijdend, warme meel, drentelde Huub'achter het koppel stoere hengsten, die voor een zwaarbeladen wagen gespan nen, allengs naarmate de uren verstreken, bun last voelden verminderen en ten slot te met een lichten draf stahvaarts keerden Dag in dag uit dezelfde arbeid. De oude Huub begon te grijzen. A'oor den eersten keer van zijn loven misschien, vond hij dal hel werk moeilijk van de hand ging. Een weemoedige stemming overviel hem, vooral wanneer bij dacht dat hij weldra aan liet einde van zijn levensbaan zou staan, "dat hij, zonder kroost gebleven niemand ach terliet ern den molc-n in bedrijf te houden en niets vermocht; onder het drukkende gewicht van al die sombere overpeinzin gen en droeve vooruitzichten, zijn moed aan te wakkeren. Qm die reden was hij meer dan eens van plan geweest don Ceu meren-molen onder den hamer te brengen en rustig van zijn centjes te gaan rente nieren. Dc opbrengst van den goed ren- deerendo molen zou, uitgezet tegen een matige rente, hem en zijn Filomien ren fatsoenlijk beslaan opleveren. En stonden bovendien niet drieduizend gulden bij Leenders uit? Dien vetten geldbuidel had Huub op zekeren dag, na lang aandringen en zeuren van zijn vrouw, van den graan zolder gehaald, waar hij veilig geborgen lag op den bodom van een groote haver kist. Hij had de som in twee gelijke helf ten verdeeld en in twee zakken gestopt; dan had hij zijn brikje hespannen waar mede hij zich gewoonlijk naar dc stad begaf voor zaken en in flinken draf wa ren ze beiden, zielsvergenoegd en trotsch weggereden om dit mooie ronde bedrag in verzekerde bewaring te stéllen. Dat was nu ongeveer vijf jaar geleden en sedert dien, tegen het tijdstip waarop de kastan- jes beginnen to vallen, toog onze mole naar naar den zaakwaarnemer Leenders om er zijn honderd en twintig- gulden op te strijken, de jaarlijksche rente van zijn bom duiten, uitgezet tegen vier procent. En dit ging zoo gced, dat de oude mulder, die er zich eertijds met hand en tand te gen verzot had om zich te ontdoen van zijn dierbare centjes en het aangenamer en veiliger vond ze in zijn haverkist te bewaren, thans bij een zoo rnooio rente, zichzelf geluk wensehte het oor te hebben geleend aan de ingevingen van zijn wijze vrouw. Plotseling- verbrak Filomien de stilte van dien avond en zei: BESCHRÏJVING DER PLAAT. No. 438. Avondjapon van rose mousse line dc soic en zwarte kant. Deze japon wordt als het ware in (wee deelcn gemaakt: een rechte fourcau-ondcrrobe waarover heen een van voren loshangend" lijfje dat vanaf de taille verlengd is met vier pun- vormig gesneden slippen. Elk dezer slip pen begint van boven met twee rijen frons- jes: het onderste gedeelte van het lijfje hier strak aangehaald valt or over heen nadat van voren in het midden do twee helften in een knoop met lus vercenigd zijn. Op dc schouders logge men twee kor te, vaste plooitjes die wat ruimte over de burst geven. De lange smalle sjaal van de zelfde rose mousseline. Kousen "rose en schoenen zilver of rose. No. 439. Lieve zomerjapon van witte crêpe, liet model is geheel recht, met uit zondering van dc voorbaan van den rok welke zeer ruim genomen, van boven drie rijen fronsen laat zien waaruit talrijke plooien vallen. Dc stof voor deze voor baan is een kleurig geborduurde of be- druke crêpe, waaraan van ander ec-n breedc strook gezet overeenkomend met do kleur van hot drukpatroon. Vanaf de inzet van het voorpand loopt een smal cein- tuurjte achter om. A'oor den hals een klein splitjc om dc opening te veïgrooten. Het kraagje is afgezet met een biesje in de zelfde kleur als de strook van onderen. Het bovengedeelte van de mouw eindigt bij den pols op een smal bandje, doch hangt verder open. Hoed wit of bijpassende kleur; kousen rose en schoenen wit of grijs. No. 440. Aardig kinderjurkje met bij- bchoorend broekje, beiden van gebloemde cretonne met witte ondergrond. Do ruim te is van boven bij de halsopening even bij elkaar gcfronsd en afgemaakt door een smal strookje dat over do beide schouders doorloopt en daar een- kleine sluiting, met stof overtrokken knoopjes, afdekt. De on- „Zcg Huub, hebt jc niet booren zeg^n dat het er met de financiën van 0u*ü zaakwaarnemer niet al tc rooskleurig Uiu Huub, die aan het dutten was geraakt, opende even slaperig de,oogen om te zei gen: „AVic heeft je dat verteld?" „Drommels", sprak Filomien, „het is slechts een gerucht, maar ik deuk dat liet wel leugens zullen zijn". „Daar zou ik meer van willen welen" verklaarde Huub, thans volkomen wakker' „Natuurlijk, want we hebben er onzr centjes staan", meende Filomien. En daar bleef bet dien avond bij. Maar 's anderendaags en ook de vol gende dagen werden ze beiden gekweld door het onafwendbare idee, dat de drié duizend pop, bij 'n notaris uitgezet, gevaar lippen, en deze gedachte baarde hun hoe langer hoe meer onrust. Gedurende haar buurpraatjes, haar be zoeken bij de talrijke klanten, deed Filo mien haar uiterste best cenig licht te doen schijnen over de woorden van den arg waan, die in haar grage ooren waren ge vallen op een namiddag toen zij haar vla en mik en haar roggebrood naar den dorpsover bracht. Huub, van zijnen kant, liep de huizen zijner buren cn kennissen af, doorkruiste liet gansche dorp en zijn gehuchten, informeerde hier, informeerde daar, om toch maar te weten te komen hoe bet met de zaak van mijnheer Leenders stond. Zoodoende vernamen zij, dat de jongste klerk zijn onslag had gekregen, dat de drie bedienden lot twee waren terugge bracht, dat liet brikje hoog noodig gere pareerd en geverfd moest worden, dat de hoefsmid tevergeefs zijn rekening had aangeboden en zus en zooToen zij die verdachte praatjes hoorden ïondfluis- leren was Filomien de eerste geweest om alarm te blazen; lang, zeer lang bereidden baar vrouwenhersens den weg dien ze tu volgen had.Eindelijk kon ze haar angst niet meer verkroppen en vastberaden luchtte zij op zekeren dag haar bezwaard gemoed tegenover haar man. „Huub", sprak ze, terwijl ze haar long tegen haar verhemelte deel klinken en met bet hoofd schudde, ,ik heb cr een voorgevoel van dat het bij Leenders mis loopt. Zou liet niet het beste zijn als wij ons geld opeischten?" Hüub, die natuurlijk don beslissendea stap moest wagen, gevoelde niet veel trek om er toe over te gaan. AVclke reden zou hij kunnen voorwenden om het geld op te vragen? De interest was hem steeds regel matig en prompt uitbetaald geworden. Iedereen wist dat zijn zaak goed marcheer de ën liet zou er dus allen schijn van heb ben dat hij Leenders -niet erg vertrouwdo en dat zat hem dwars. En zou al dio her rie ön die drukte bovendien niet ongemo tiveerd zijn? Trouwens, honderd en twin tig gulden per jaar,nog loc, dat was geen peulschilletje. AA'anneer hij zijn kapitaal eenmaal Aveer opgestreken had dan zou het opnieuw in een donker aycüê- Avaar veilig hoekske opgeborgen Avorden, doch gelijk doode hoornen en braakliggend de velden zouden die moppen geen rooio cent meer" opbrengen, 't Zou Avaarachlig zonde zijn. „Ta, ta, la," grommelde de oude mul der, „daar zijn er bosjes anderen die net zoo slim zijn als ik en die net als ik hun centjes aan den notaris hebben toever trouwd." En hij trachtte zichzelf tc ^overtuigen, dat de jongste klerk wel een uilskuiken moest zijn en nergens goed voor was, dat Leenders die lAvee dochters uitgehuwelijkt had thans met zijn vrouw alleen bleef, en niet zooveel bedienden meer noodig baci, dat hij zijn brikje versleet om zich daar na een fonkelnieuw aan te schaffen en dat de praatjes van den hoefsmid louter kwaadsprekerij was.- PATRONEN NAAR tëAAT fi 1.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar f! 0.75. Papieren patronen op maat ge maakt, kunnen onder toezending van liet bedrag besteld worden aan Paper Pattern Service, Parkstraat 79, Den Haag. De maten op te geven volgens onderstaand" teckening. derrand van bet jurkje is geschulpt cn weer met een smal strookje gegarneerd; evenzoo eindigen do mouwtjes en het broekje op een dergelijk strookje. No. 441. Zomerjapon van zalmkleurige crêpe. Tusschen den ruim vallenden rok en het rechte lijfje is een gefronsde heup band geplaatst in de midden gegarneerd met een bijpassende leeren ceintuur. Op do zelfde wijze zijn ook de ondereinden der moinvcn gefronsd. De punt der halsope ning is gegarneerd met een geplooide jabot Avelks vrijhangende kanten met een door geknipte a jour-rand zijn afgemaakt. In de punt is nog ccn klein frontje gezet, dat de lijn van den jabot volgt en van boven even gcfronsd is. Kousen in bijpassend zalm kleur; schoenen beige. No. 442. Vroolijko zomerjapon van wit te, kleurig gebloemde cretonne. (Cretonne is een geliefkoosde strand- en vacantie- klecdingü) Van onderen is langs den rok cem brecde rand gezet van effen cretonne in de tint van het gedrukte bloemmotief. Van dezelfde effen stof maakt men ook de sjaalkraag, die in do linkerzijde tegelijk met de ceintuur in een groote strik ein digt; tevens ook dc polshandjes en het front. Kousen rose of licht beige; schoe nen bruin-beige. No. 443. Avondjapon A'an zwarte mousseline dc soie met wille kant. De rechte fourrea u-rok Leest een in het Yoormiddcn open hangenden overrok niet ruime plooien. Do zoom A'an het lijfje is Aan onderen strak aangehaald terwijl de beide panden in het midden in een groote knoop met strik aan elkaar A'ereenigd zijn. De beide voorpanden rvorden vanuit 'iet midden teruggeslagen zoodat een sooil ge drapeerde revers ontslaat welke later ge garneerd Avordt met witto kant. Do mom* is van onder voorzien van een volant dor witte kant. Kousen rose cn schoenen ZAvart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10