kalender der week i
"dingen dezer dagen.
EaB«ga^SiB^«aE«Hra
N.B- Als niet anders wordt aangegeven
heeft in deze week iedere H. Mis Gloria,
geen Credo en de gewone Prefatie.
ZONDAG 8 Augustus. Elfde Zon
dag na Pinksteren. Mis: Deus.
2e gebed v. d. H.H. Cyriacus, Largus en
Smaragdus, Martelaren; 3e A Cunctis (ter
eer,e v. d. Heiligen). Credo. Prefatie v. d.
ijAllerl). Drieëenheid. Kleur: Groen.
Wat een zegen spreidden Christus' han-
'den tijdens Zijn leven op aarde! Allen
heeft Hij welgedaan" (Evangelie). Onder
ons woont en leeft Christus in Zijne iiei-
jigo plaats, in Zijne Kerk; daar is Hij
nóg, steeds zegenende en weldoende. Daar
laat Hij ons, Zijn uitverkoren volk, eens
gezind samenwonen; daar geef Hij ons
kracht en sterkte tegen onze vijanden
(Introitus); daar stort Hij Zijne barmhar
tigheid over ons uit (Gebed). Daar laat
jgij ons beproefd hart weer opleven van
yertrouwen (Graduale); daar offert Hij
'zich zeiven op ietleren dag, met en voor
ons, als een aan Zijn Heinelschen Vader
aangename offerande, tot ondersteuning
yoor onze zwakheid naar ziel en lichaam
(Stilgebed en Postcommunio).
Alleluja! Onze ziel moet jubelen voor
onzen God; met'een zingend hart moeten
(Wjj Hem loven en verheffen, want bij het
H- Doopsel heeft Hij onze ooren geopend
yoor de waarheid van het H. Evangelie
(Evangelie), ons door de Apostelen en
hunne opvolgers gepredikt (Epistel). Mgt
vreugde over onze opname in Zijne hei
lige, alleen-zaligmakende Kerk ons offer-
gebracht (Offertorium).
MAANDAG 9 Augustus. Feest v. d.
ycrheffing der reliquiën v. d.
H. Bavo. Mis: Gaud earn us. 2e ge-
hetl v. d. vigilie v. d. H. Laurenlius; 3e v.
d. H. Romanus (in kerken waar de II.
Bavo patroon is, Credo). Laatste Evangelie
y. d. Vigilie. Kleur: "YV i t.
Ook mag worden gelezen de Mis v. d.
.Vigilie: Dispcrsit. Geen Gloria. 2c gebed
v. d. H. Bavo; 3e v. d. H. Romanus. Kleur:
Paars.
In Franciscanerkerken: Mis v. d. Z. Z.
Joannes van Alverna, Vincenlius van
'Aquila en Novolqnus van Faënza, Belij
ders: Confiteantur.
Om aan het meeningsyerschil onder het
yolk over het graf v. d. II.Bavo een einde
te maken, opende Ercmboldus, de Abt"
,van een klooster te Gent (België) de graf
tombe, waarin het lichaam van den heilige
yolgens sommigen moest ruston. Hij vond
.het lichaam en stelde hot ten toon aan het
/samengestroomde volk. Daarna werd het
in oen mooiere kist gelegd en naar de St.
Bavokerk overgebracht. Van deze verhef
fing wordt vandaag in ons Bisdom de ge
dachtenis gevierd.
DINSDAG 10 Augustus. Misv. d. H.
A,s u r en ti.u s, D ia ken en Mart e-
Jaa r: Co n f ess i o. Kleur: Rood.
Tot Paus Sixtus II (Zie in de Kalender
6 Aug.), op weg naar de martelplaats,
sprak de diaken Laurentius: „Waar gaat
gij heen," Vader, zonder Uvfen zoon? Waar
snelt gij heen, heilige priester, zonder
uwen dienaar?" De LI. Sixtus antwoordde:
„Ik verlaat u niet mijn zoon; u wacht nog
een grootere strijd voor het geloof in
Christus. Na drie dagen zult gij, de leviet,
mij, den priester, volgen."
Vandaag vieren wij do vervulling van
dit woord. Laurentius is levend .geroosterd.
Door zijne wonderlijke standvastigheid
bekeerde hij den H. Romanus, van wien
gisteren de gedachtenis.
WOENSDAG 11 Augustus. Mis v. d.
H. H. Tihurtius en Susanna,
Martelaren: Sal us autem. 2e
geb<& A Cunctis; 3o naar keuze v. d.
priester. Kleur: Rood.
In Franciscanerkerken: Mis v. d. Z. Lu-
dovica van Savoye, Weduwe: Gognovi. 2e
gebed v. d. H.H. Tihurtius en Susanna;
3e A Cunctis. Kleur: Wit.
DONDERDAG 12 Augustus. Mis v. d.
H. G1 a r a, Maagd: D i 1 e x i s l i.
Kleur: Wit.
In Franciscanerkerken: Feestdag y. d.
H. Clara, Maagd, Stichteres der arme
WEEKREVUE.
Daantje krijgt visite.
't Is waarachtig gebeurd, wat ik u nou
ga vertellen en as Daantje's popelarifeit
niet met den dag grootcr wier, zou zo der
wel is een gevoelige klap door kende krij-
ge, maar daar is Daantje nou niks niet
ffleor hang voor om rede zo Daantje veel
k best kenne gebruiken. Er zijn altijd
menschen, die van de stralen die je uit
draait, as jo beroemd wordt beroerd
Kit me vrouw, maar da's niks as jelocr-
dgheid ook wat willen opvangen, dat
ondervindt Daantje nou ook, want van de
Week kreeg Daantje visite van een paar
dames, die die nog kon uit de gelukkige
Wd dat Daantje nog vrijgezel was. Zit ik
op een morge net goed en wel an mo
Kpijfbero een hoofdartikel voor do krant
;)o fabriceeren over de oorzake van mond-
oa klauwzeer hij ingemaakte sardientjes
poen er gescliölde pardon ik bedoel, ge-
jtclield werd.
Me vrouw gong der op af om cffies aan
jjd louw te trekken, dat de voordeur met
portaal hoven an do trap verbindt
£at doet ze nog graag, om rede ze vroe-
t'-i' verschillende medaljes gewonne heit
Hot touwlrekke en me vrouw heit me dan
ëonome, omrede ik een lijntrekker ben,
lei' ze, en als ze mijn nou ziet, wordt ze
herinnert aan de touwlrekzuksessen
der jeugd.
Zooas gezeid doe me vrouw de deur
Pon en daar stinge drie dames voor der
f'?, die naar mijn vroege en (oen J-iep zo
°l hard ekspres natuurlijk-— Da au
Clarissen. Mis: Audi filia. Credo. Kleur:
Wit.
In 1193 werd de II. Clara uit aanzien
lijke en godvruchtige ouders te Assisië
geboren. Na een zeer vrome jeugd, op
huwbaren leeftijd gekomen, wenschten ha
re ouders, dat zij in het huwelijk zou tre
den. Maar Clara had andere plannen en
wilde zich geheel wijden aan God. In hare
verlegenheid nam zij hare toevlucht lot
den H.-Franciscus, "die toen reeds geheel
Assisië vervulde van den roem zijner
deugden. Op aanraden van Franciscus
zeide Clara de wereld vaarwel cn op 18-
jarigen leeftijd legde zij in cle kerk van
H. Maria te Portiuneula hare kostbare
kleeren af voor het altaar der H. Maagd,
liet zich het hoofdhaar door don H. Fran
ciscus afsnijden en ontving een grove pij
lot boetekleed. Met do andere maagden,
die zich bij de IJ. Clara gevoegd hadden
vormde zij een nieuwe kloosterxamilie n.l.
de Clarissoi!? aan wier hoofd Clara 42
jaar gestaan heeft. Op zestig-jarigen leef
tijd overleed zij in liet jaar 1253.
VRIJDAG 13 Augustus. Mis v. d. H.
Wi gb e r t u s, B e 1 ij d er: Os J u s t i.
2e gebed v. d. H.H. Hyppolytus en Gassia-
nus, Martelaren; 3e A Cunctis. Kleur.
Wit.
De II. Wigberlus, medehelper van den
H. Bonifaeius, werkte vooral in Hessen
(Duitschland). In ons Bisdom wordt zijn
feest gevierd ingevolge een oude gewoonte.
In Franciscanerkerken: Mis v. d. II.
Joannes Baptist Yiamney, Pastoor van
Ars: Milii absit. 2e gebed v. d. H.H. Hyp-
politus en Gassianiis,
ZATERDAG 14 Augustus. Vigilie-
da g v a n Maria Hemelvaart. Ge
boden Vasten- en Onthoudingsdag. Mis
v. d. H. Werenfridus, Belijder;
Justus ut Pa 1 ma. 2e gebed v. d. Vi
gilie; 3e v. d. H. Eusebius; 4e voor den
Paus. Laatste Evangelie v. d. Vigilie.
Ook is geoorloofd de Mis v. d. Vigilie:
Vultum tuum. Geen Gloria. 2e gebed v. d.
LI. Werenfridus; 3e en 4e als boven.
Kleur: Paars.
In Franciscanerkerken: Mis v. d. Z. Z.
Sanctes van Monte-Fabri en Franciscus
van Pesa.ro, Belijders: Confiteantur. 3e ge
bed en laatste Evangelie v. d. Vigilie; 3e
en 4e als hoven.
Ook is geoorleefd de Mis v. d. Vigilie
als hoven. J2e gebed v. d. Heiligen; 3o en
4e als hoven. Kleur: Paars.
De LI. Werenfridus woonde te Wervers-
hoef (Werenfridus-liocve) in N.-H. en la
ter te Eist, waar hij het geloof verkondig
de evenals te Westervoort, alwaar hij over
leed. Men wilde hem daar ook begraven,
maar de bewoners van Eist berustten daar
niet. in, omdat Werenfridus had verlangd
(e Eist begraven te worden. Om de kwestie
'op te lossen plaatste men het lijk in een
boot, welke men drijven liet. Stroomop
waarts dreef de boot naar den oever van
Eist.
Lisse. ALB. M. KOK, pr.
Zij zelve zou haar dal met den hesten wil
van, do wereld niet hebben kunnen geven!
Haastig ging zij naar de keuken om den
eenvoudigen maaltijd op te doen.
Een paar weken later nam Cato van
Zon stralend van vreugde haar intrek in
't schilderachtig gelegen hotel, waar een
kamer voor haar besproken was.
Zij maakte kennis met de vijf andere
gelukkigen, die allen van ongeveer baai-
eigen leeftijd bleken te zijn.
Bovendien waren baar twee schoolvrien
dinnen, wier ouders gemakkelijk een uit
stapje konden betalen, voor eigen rekening
met haar meegetrokken en zij hadden zich
met algemeen goedvinden bij het clubje
aangesloten.
Het weer was schitterend. Do strak
blauwe hemel scheen vergeten, dat zijn
glans door wolken kon worden verduis
terd; regen en wind, die in do vriende
lijke Meimaand een lange reeks van da
gen somber en herfstig hadden gemaakt,
bleken uitgewoed, bedwongen door dé over
winnende kracht van de lieflijke zomer
maand.
Niets stond de zorgelooze vreugde van
de jonge menschen, die zich wonderwel
bij elkander aanpasten, in den weg. De
bosschen, beroemd om hun uilgestrekt
heid, boden gelegenheid tot het maken
der is damesvisite voor jou.... Nou, zee
ik, laat de Marnes boven koinme, as je
zeker weet dat ze voor mijn bennc. Mo
vrouw liet ze hoven, en vroeg verschrik
kelijk vriendelijk of ze maar niet weg zou
gaan, dat zóu ik misschien wel prettiger
vinden, wat ik natuurlijk heftig beaamde.
Ik offreerde ze een stoel, mijn vrouw
gong cn .daar zatte ze; hou, we ware gouw
gezellig au ;t redeneere waut 't is nou niet
om op le scheppe, maar ik leidde de hcele
konversaazie, omrede ik een reuze zeur
kous ik wel zeggen kouseur hen. Wc
hadden het natuurlijk over de krant cn de
sjoernelostiek en ik gaf ze als deskundige
alle gevraagde inlichtingen, maar zon dei-
me ambtsgeheim te schende natuurlijk,
want al is Daantje nou altijd reusachtig
gelant tegenover de dames, dat neemt nog
niet weg, dal ze hem niet an ze kop motte
komme met dinge, die die niet mag ver-
telle, want al is het dan Daantje ze bloed-
eige schoonmoeder, dan is ie zoo stom als
een gebakken visck.
Ik vroeg, wat de dames wilde gebruiken
en nadat ik verschillende lekkernijen had
opgenoemd' verkoze ze vanweges do warm
te Jimenade. II: dacht bij me eige, as ik
dat nou maar kan vïnde, want me vrouw,
heit er een handje van alles zeer goed op
te pakke, dat ze 't zeivers nie meer vinde
kan.
Eindelijk na lang zoeken, bad Daantje
toch zoo'n limenadeflesch gevonden, drie
glaassies to voorschijn gehaald en de da
mes kregen ieder oen glas* heerlijke limo
nade. Daantje dronk zelf niet mee, om
rede Daantje uit prinsziep niks drinkt,
waar water in zit. Daantje hervatte de
konversaazio en de dames dronken op mijn
sjoernelostiek zukses, zeeë zc. Ik vond wel
dat ze der een allemachtig leelijk gezicht
van prachtige wandelingen en tot liet op
stille plekjes liggen dtoornen op geurig,
zacht mos. In de nabijheid van bet hotel
was een vijver, waarop men kon roeien
in slanke sierlijke bootjes, waarin plom
pen en waterlelies dreven, waarin dartele
visschen zwommen, terwijl in het riet
langs den kant vlugge, schuwe waterhoen
tjes huisden.
Een tennisbaan cn een crickelvcld
noodden tot de genoegens van de sport en
in de' ruime eetzaal stond een zeer goede
piano, zoodal de muzieklief hebbers gedu
rende hun verblijf „huiten" niet Yan mu
ziek verstoken behoefden te zijn.
Het is nog veel heerlijker, dan ik mij
had. voorgesteld! verklaarde Cato van Zon
op den vierden dag van haar vacantie,
toen zij met do anderen de eetzaal binnen
trad voor het middagmaal. Misschien komt
het ook, doordat ik nog nooit zoo iets heb
meegemaakt. Het is hier een paradijsje,
niets meer of minder!
Het lachende, babbelende groepje nam
plaats aan ééiï der einden van de lange
tafel, waaraan reeds een tiental gasten
gezeten waren, ieder op de plaats, waar
bij do servetring, van zijn eigcn-kamcr-
nummcr voorzien, was neergelegd.
Er werd nog een oogenblik gewacht op
con paar laatkomers. Juist, toen er met
bedienen begonnen zou worden, kwam er
een nieuwe gast binnen, dje terstond de
algemeene aandacht tot jrch trok.
Het was een kleine, kogelronde vrouw,
die, op een stokje leunend, hij do deur
bleef slaan, terwijl baar oogen, door groo-
te brilleglazen heen, fel voor zich uil
tuurden. Haar bloeding en haar kapsel
waren zoozeer bij de mode ten achter, dat
zij een wonderlijken indruk .maakte in de
keurige, modemo eelzaal.
"VVat een vogelverschrikker! prevelde
één uit het 'vroolijko groepje.
Neen, daar is zij te dik voor! giebel
de een ancler.
Hoe komt zoo iemand in een hotel
als dil?
Je zou haar een cent geven!
De stumper!
Zij heeft een neus als een bavikl
Als zij maar niet bij ons komt zit
ten!
O, hemel kijk eens!!
Do nieuwe gast had zich met cenigc
moeite weder in beweging gezet. Zij scheen
een gebrek aan haar ééno heen te hebben
en schudde daardoor hij het loopen op een
wonderlijke, lachwekkende manier door
elkaar.
De jonge meisjes trachtten tevergeefs
haar neiging tot giebelen te bedwingen;
het zonderlinge voortschokken van do klei
ne, logge vrouw was zoo kluchtig om aau
to zien, dat ook andere aanzit tonden 'n
glimlach niet konden, onderdrukken.
Zij komt hierheen! fluisterde Cato
verschrikt.
't Was zoo. Het schommelende vrouwtje
naderde liet einde van de tafel, waaraan
het clubje van acht gezeten was. Naast
Caio was een stoel vrij. Die werd door de
nieuwe gast in beslage genomen. Zij viel
er met een zwaron boli's op neer en schoof
met veel geraas zoo dicht mogelijk naar de
tafel loc.
Haar felle oogen keken daarop naar
links en rechts, wat den lachlust van do
jonge meisjes voor een oogenblik verstij
ven deed. Maar die leefde onmiddellijk
weer op, tóen do zonderlinge, oude vrouw,
met een kinderachtig, hoog, pieperig stem
metje den hedienenden kellner om een
glas bier verzocht.
Bycr! Welke dame dronk ér nu aan een
table d'liote biei;! En dan dat belachelijke
stemmetje, dat volstrekt niet hij het Xor-
schc, ronde lichaam paste!
Na de soep werd liet vleesch met groen
ten en aardappelen rondgediend. Plotse
ling zag Cato, dat haar buurvrouw ontzag
lijk veel moeite scheen te hebben met het
snijden van baar vleesch en met de haar
aangeboren goedhartigheid bood zij vrien
delijk aan:
Zal ik uw vlocsch even voor u snij
den, mevru,w?
Graag! piepte de hooge stem. Rim-
metiek is een last! Hij zit mij even goed
in da handen als in mijn been!
Die onlhoezeming had een snel onder
drukt gegieliel ten gevolge. Aller oogen
waren op de goedhartige Cato gericht, die
tot haar ergernis van verlegenheid bloosde.
bij trokkc, maar ik dacht bij mé eige, 't is
zeker citroenlimenade en een beetje (c
sterk.
.Voor een tweede glaassie bedanklcn ze,
ze kaddo in eens geen tijd meer en toen
me vrouw thuis kwam, zag ze do flcscli
op tafel staan en zee ze: „Wat mot je
daarmee Daan?" Ik niks, zee ik, ik heb
do dames op limonade getrakteerd. „Dat
zalle ze wel leuk gevonde hebbc", zee ze.
„Dat denk ik ook wel", zee ik.
Ik hoop, dat je mijn maar nooit op li-
inenade trakeert" zee zo toen „tenminste
niet op zulke, want ik denk, dat die dames
wel niet meer terug zalle komme."
„Waarom", zee ik.'
„Wel" zee ze toen, „omdat je ze azijn
gegeve heb."
Daniël.
PERSIFLAGES.
Advertenties.
Te huur veer dames
ruime gom. Zitkamer me 3 slaapka
mers, met of zonder pension, centrum
stad, geschikt voor 203 dames, condi
tiën billijk. Brieven onder no 1434")h
bureau van dit blad.
Waarschijnlijk berekend per vierkante
decimeter.
Te huur, twee flinke kamers met
etcok gelegenheid 'voor jonggehuwden.
Brieven enz.
Komt .schoonmama in huis wonen?
De nieuwe Massemv.order:
Lord d'Ahorn oil's arbeid als Brit sell
De nieuwe gast scheen verheugd te zijn,
dat er iemand uit liet groote gezelschap
liet woord tot haar had gericht. Zij knoop-
'le een ge-sprek aan met Cato, die zich
voortdurend bewust was van den goed-
moedigen spot van haar clubje en zelfs
van de andere aanziltenden, waarvan zij
de meeslen maar nauwelijks kende.
Zij was dankbaar, toen de maaltijd ein
delijk afgeloopcn was. Haastig ging zij
den tuin in, waar do anderen zich bij haar
voegden. Zij word door het overmoedige
groepje in allo toonaarden geplaagd cn
beklaagd en zij nam zich in stilte voor,
om verdere toenadering van haar tafel-
huur to ontwijken.
Allerlei gissingen omtrent de zonder
linge vrouw deden de ronde; do meeslen
waren van meening, dat zij niet toereken
baar was, want hoe zou iemand van zoo
weinig opvoeding zich anders in een kring
durven dringen, waartoe zij blijkens haar
spraak cn haar manieren volstrekt niet
behoorde.
Cato streed den volgenden dag een ern-
stigen strijd lusschcn haar goedhartigheid
en haai- vrees voor spot. Zij vond het hard,
om het eenzame, oude mensch af te stoo
ten, maar zij gevoelde toch ook bitter wei
nig lust, om zich. telkens opnieuw door de
lafclgenoolen te laten uitlachen.
Je zit cr leelijk in! plaagde een dei-
vriendinnen. Jo zult zien, dat het oude
mensch zich aan jo vastklampt als een
drenkeling aan een stroohalm! Heli jc wel
ooit in jo leven iemand zoo plat en ordi
nair hooren praten?
Bits haar eens flink af, als zij be
gint! raadde een ander.
Maar dien raad kon de goedhartige
Cato onmogelijk opvolgen. Zij was met liet
zonderlinge vrouwtje in gesprek gewik
keld vóór zij het had kunnen voorkomen!
Gaal u morgenochtend naar de kerk?
vroeg haar buurvrouw, na een lang relaas
over allerlei ziekten en pijnen.
Ja zeker! autwoorddc Cato. "Wij gaan
iederen morgen naar het kerkje in hot
dorp!
Ik zou graag ook eens gaan.
Is hel le ver voor u?
Mag ik mot u mee? Als ik maar
iemand heb, die mij oen arm geeft, zal
hel wel gaan.
Cato werd vuurrood. Zij zag, hoe do
anderen zich verkneukelden van pret. Het
was waar: zij zat er leelijk in. Wal moest
zij tocli doen?
Wilt u mij helpen? vroeg haar buur
vrouw.
De nederige loon, waarop dat verzoek
werd uitgesproken, verdreef plotseling alle
bezwaren van liet meisje.
Ja, ik zal u meenemen beloofde zij.
De kerk was den volgenden morgen een
marteling voor haar. Het scheen wel, dat
al do dorpelingen op de been waren," om
zich vroolijk te maken over de schuddende,
schokkende vrouw, die aan den arm van
het ranke meisje hing.
Als een dronken kalebas aan een
rietstengel! spotte een der medegasten
later.
Maar Cato liet zich niet moer van de
wijs brengen. Zij was tot het inzicht ge
komen, dat vrees voor spot haar niet mocht
afhouden van een werk van barmhartig
heid. Zij bleef vriendelijk en hulpvaardig
voor haai- zonderlinge tafelbuur, wat de
anderen ook bcAveerden.
Tot'haar verlichting bleef hel lachwek-
kei'ige vrouwtje maar vier dagen in het
hotel. Zij nam vriendelijk afscheid van
haar en gaf op haar verzoek nauwkeurig
haar naam cn adres op, al begreep zij niet
waarom de oude vrouw daar belang iu
stelde.
Ruim drie maanden na het onvergelo-
lijko uitstapje'ontving Cato van Zun oen
dikken brief. Dc stijve, gele enveloppe
droeg den naam van een bekend notavis-
kan looi-.
Wat kan dat le beteckenen hebben?
weifelde bel jonge meisje bijna verschrikt.
Begrijpt u het, moeder?
Maak open, dan weet je hot! raadde
Lena nuchter.
Weer een prijsvraag! vroeg Lucie
vc-rheugd.
Cato scheurde de enveloppe open.
Hel eerste, wal er uit te voorschijn
kwam, was een wissel voor een zeer groot
bedrag, op haar naam gesteld.
Ik begrijp er niets van! stamelde zij
gezant. Reeds 20 menschen bezwe
ken. pag. 2.
(„Feilen v. d. dag" uil groot dagblad.)
Aantrekkelijk schoclprGaramma.
Jeugddienst.
Zondag v.m. 10J uur: Juli en Augcs
lus vacantie. lederen Zondag n.m. 8
ii u rZondagschoolvacanlie.
(Uit „Hand aan Hand").
Optimisme?
Tijdens deze audiëntie viel een zach
te n gen. Later op den dag was het nu
en dan buiig; overigens was hek mooi
Qf is cr vu ii den nacht- dag gemaakt?
„Primitieve dieren."
Do „N. R. Crt." betoogt, dat uit vrees
voor kodaks de zeeslang zich nooit meer
aan dc oppervlakte van den Oceaan waagt
en knoopt daaraan dc opmerking va-'.
„AI', 'n primitief dier past, is zo onbehoor
lijk bang om gephotografeord le worden,"
De „N. R. Crt." kan het weten. Wel m. 1;-
ten wij het een likjo vergaand, dat cle ra
dactie van dit voorname blad haar leid'-rs
voor „primitieve dieren" uitmaakt.
Oorvijgen.
Bij de „N. R. Crt." is veel (niet al!'
mogelijk. Zoo schreef dit blad onleu-'s
over oorvijgen, die in Duitschland zijn uit
gedeeld. „On ne parle pas de cordo dans
la maison d'un pendu."
In het huis van een gehangene kt
men niet van een strop.
en ook haar moeder was plotseling £!ee£
geworden van zenuwachtigheid.
Een briefje! sprak Lena opgewonden.
Hier is een briefje. Dat viel uit de enve
loppe! Lees dan toch!
Lief kind, las Cato, je herinnert je
zeker het malle oude vrouwtje wel, voor
wie je zoo vriendelijk bent geweest! Ik
heb wel gezien, hoo ellendig je het vond,
om bespot te worden! Ik zelf was er al to
veel aan gewend, om cr mij nog iets van
aan to trekken! Maar het deed mij good,
dat je om mijnentwil dien spot zoo dapper
hebt verduurd. Ik ben maar van eenvou
dig kom-af, maar ik ben toevallig in het
bezit van een kapitaaltje gekomen. Dat
vermaak ik aan jou als dank voor jo goed
heid en omdat ik niemand anders in de
wereld heb! De notaris aan wion ilc dit
schrijven dicteer, zal je hot geld toezon
den, zoodra ik dood hen. Jo zult er een
goed gebruik van maken, daar bon ik van
overtuigd. Misschien kun jo er den cenen
of anderen hartcwcnsch mee vervullen.
Dat zou mij hel liefste zijn, want liet is
mijn bedoeling, dat hel jou persoonlijk ten
goedo komt! Jo dankbare oudo vriendin!
Je hartewensch! Nu wordt je harte
wensch toch nog vervuld! juichton Lena
en Lucie. Nu kun je studeeren!
Cato begon zachtjes (e snikken en in
de oogen van Mevrouw van Zon welden
eveneens tranen vau vreugde en van dank
baarheid op. Voor haar was do groot At"
reden tol verheugenis, dat haar kinïl aau
haar eigen goede inborst de vervulling van
haar hartewensch (e danken had.
„Goldl."
EEN DILEMMA.
(Amcrikaanschc vertelling).
Toen luitenant d'Oconnors hem doiir ve
len benijd commando op het fort Monroe
ten einde liep en hij naar zijn regiment te
Iligblo terugkeerde, leed hij aan gekrenk
te» trots. Drie maanden le voren had hij
miss Costcllo, do dochter van den rijken
koperkoning Costcllo op een bal lccrcn
kennen cn was ltals over kop op haar ver
liefd geworden.
't Was een klein mooi schepseltje, dat do
halve wereld aan haar voeten zag. Muur zij
maakte er niet veel van en liet met- vrien
delijkheid alles geduldig over haar hoofd
gaan. Slechts luitenant d'Oconnor vond ge
nade in hare oogen. Beiden waren het vol
komen met elkander eens, toen d'Oconnor
zich op een goeden dag aan zijne 'sclnijf-
tafel zette en geheel naar den vorm een
brief gereed maakte, waarin hij den beken
den Croesus om dc baud zijner dochter
vroeg. Daar hieraan bovendien nog toeval
lig een bruidschat van tien millioen ver
bonden was, vond hij hefc.eene nbgal ti m'e-
lijke koene daad, wat li ij durfde ondcruc-
Ongclukkigcru ij/c was wr. Costcllo het
in dit opzicht geheel met liem oen:;, veel
meer zelfs dan hij wel verlangde. II ij
schreef den luitenant terug, dat dc dooktor
van Peter Ooslello, die behalve op zijn
rijkdom zich ook nog op zijn afstamming'
van do Jcrschc koningen kon borocnicn,
toch eigenlijk gcenc partij voor een ar
men luitenant was. Woken lang had hij
tevergeefs" naar ecnig toeken van miss
Costcllo uitgezien, cn, vernederd en ge
krenkt als hij 'zich gevoelde, was hij blij
geweest, toen het commando ten einde liep
en hij weer naar zijn regiment kon tcrug-
keeren.
Het -toeval wilde, dat Kitty Basil, do
dochter van den kolonel, garnizoenscom
mandant to Itiley, juist in dien tijd door
do cchtgciioolo van kapitein Lacy te lo-
gceron werd gevraagd. Misschien was bet
ook geen toeval, evenmin als do omstan
digheid, dat mrs. Lacy den jongen luite
nant, toen hij op den morgen na aankomst
van miss Basil haar huis voorbijkwam,
binnenriep en hein zoo lang aan den praat
wist tc houden, tot miss Basil van haren
morgenrit terugkeerde.
Luitenant d'Oconnor verkeerde sedert
dien lijd veel iu gezelschap van liet schoo-
ne meisje, dat hem als liet ware bctoovérd
had. Zij reden tc zamen uit cn mankten
wandelritten, alleen of met andere hoeren
of dames uit het garnizoen cn miss Costcl
lo was spoedig geheel vergeten.
In liet begin van liet jaar had d'Oconnor
om een verlof gedurende dc maand Augus
tus verzocht; het was hem verleend, doch
STRANDGENCEGENS.
Theorie.
Zv zeggen, dal jo jo vacanLiclijd
Het-bost aan 't schoons zeestrand
door kunt brengen.
Daar ziju de golven cn de zoele wind
Daar komen zich veel schoone vreugden
mengen.
Daar zijn dc duinen, hoog en trok-cb
on fier,
Waar jo heel :.lil do zon op jc luit
schijnen;
Kn in den avond is 'l schoon, als die zon
Al kleurend in het water gaal w-
il rijnen.
Daar is dc zcè, daar zijn dc v.m '.e
Dis '1 lange lijf steeds rekken oj) hi
.1.
Dc hooggekuifde golven komen sine.en.
Do killen I no iei 'I met een donzen i>nd.
Praciijk.
Beisttl, beladen met jc koffers
Kn in den tram geen plaats meer vrij.
Donk jc aan 't zeestrand aangekomen
Het strand, do zee, zc zijn mij.
Dan loop jc eerst een uur, twee uuitjes
Voordat jo een gord plaatsje vindt,
Heli jo cr een; spelende kind'ren
Stuiven met zand jo dogen blind.
Je hoort liet ruischen van de zee wel,
Maar zien kan jc de golven niet.
Er is geen sprake van genieten,
Van 't schouwspel dat do zoo u biedt.
Kn krijg jo trek, jo kunt niet koopen,
Of heel duur aan liet schoone strand.
Kn heb je spijzen meegenomen
Dan zitten die direct vol zand.
Jc ziet wat baders, maar zelf krijg jo
Door drukte geen beurt voor een had
Jc gaat dan 's avond.-, weer naar hui too
Moe, hongerig en afgemat.