iHet Zevende Eeuwfeest van Sint Franciscus.!
VIERDE BLAD ZATERDAG 31 JULI 1926 No. 5315
SINT FRANCISCUS.
IIIIHI"""IHl
MUR1LLO.
|miiiiiiiiiiiniiiiMi«iiiiiifiiiiiiifiiii!iiiiiiiii!ii«fiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiifiniiiiiiiiHjMiiiiiiiiiiiiiri
SINT FRANCISCUS VAN ASSISIË.
Den ion October zal het 700 jaren gele-
m zijn, dat Franciscus van Assisië in
feur '.-an heiligheid stierf en zijn schoone
:l aan God teruggaf. Den 700en gedenk-
van dit zalig afsterven Avenscht Z. II.
Paus Pius XI, die 30- April 1.1. een ency-
fliok uitgaf, welke geheel aan Franciscus
ffffiji] was, door heel de katholieke wereld
feierrijk generd te zien, zoowel kerkelijk,
il; buitenkerkelijk. Daarom stelde Hij
'oor die feestviering niet een enkelen ju-
Wl'I.-kg, maar de tijdsruimte van een ge-
M'.'ii jaarkring vast. Dit jubeljaar loopt
2 Augustus 192G tot denzelfden datum
Li liet volgend jaar, omdat 2 Augustus
fr groote dag is van den wereldberoem-
aflaat van Porliumcula. dien wij aan
franciscus' bemiddeling hebben te danken,
bden slaan wij dus aan den vooravond
'in net jubeljaar. Als geestelijke zoon van
jü«f Franciscus is het mij oen groot voor
liet voor do lezers van dit blad te
l^o.en inluiden met een artikel over den
test van Sint Franciscus.
•V.';k oen {/eest dat is, zegt ons klaar
duidelijk nevenstaande voorstelling van
brillo.
-franciscus so( daar den voet op den
'wldbol. Met den geest der wereld heeft
'.'dus niets gemeen. Haar geest is er oen
r zooals Joannes zegt van hebzucht,
ftiiotzucht én eerzucht. De zijne is juist
-nraau tegenovergesteld. Want zie, hoe
n de armen slaat om den Gekruisigde,
don van alles beroofden, den smartvol
wnden, den diep vernederden Christus,
is er dus een van verachting der
fwkche rijkdommen, van versterving der
gen, van vernedering des harten,
i^n vragen avc, waar hij de kracht vond,
f1 didü geest in zich op, lo nemen, lo be-
widc'ii en steeds sterker to ontwikkelen,
pOis de omhelzing, die hij van den Ge-
^"'iigden Jesus mag ontvangen, en die
r net beeld is van vjle en geheel hijzon-
'jj genaden, hierop het eenige antwoord,
ut do gedachten, in deze Aoorslelling
"orlijk neergelegd, aan de werkelijk-
"l beantwoorden, leert ons de geschicdc-
P'Vón Sint FraLciscus' leven.
..C.''d Franciscus werd geboren in As-
jjJ- ii stadje in Italië, den 26sten Sep-
1182. Zijn eigenlijke familienaam
-'ioiico of Moriconi. Maar gewoonlijk
|j I rnon hem Franciscus Bernardono.
had hij je danken aan zijn grootvader
j, ,n'-ri'"s Moriconi, die. na zijn vosliging
fcon]S1S^' a* 'iec^ sP°ediS ('00r ^en vo^s-
L;,1,®et den naam van Bernardone was
l Sforiconi's waren zeer rijk. Zij dreven
L j!T00,Pn lakenhandel en hadden uitge-
relaties, niet alleen binnen, maar
l g'enzen van Italië, bijzonder
'mkrijk. Daarom was-de vader van
CJSCus, Petrus „Bernardone", dikwijls
op reis. Ook tijdens de geboorte van Fran
ciscus was hij afwezig.
De moeder, van- wie de geschiedenis ons
geen anderen naam dan dien van Pica
heeft overgeleverd, liet haar oudsten zoon
levens haar eerste kind hij den doop
den naam geven van Joannes Baptista.
Deze naam bevatte inderdaad een voor
spelling. Want evenals do voorlooper van
Christus, zou ook Franciscus in zijn later
leven boetvaardigheid oefenen en boet
vaardigheid pTediken en daardoor zeer
velen-tot Christus voeren.
Doch ook de naam van Joannes zou ver
dwijnen.
De vader wilde bij zijn thuiskomst blijkbaar
voor goed vastleggen, dat de blijde ge
boorte Aan zijn oudsten zoon had plaats
gevonden tijdens zijn verblijf in liet land
der Franschen. En daarom waarschijn
lijk gaf hij hora den bijna van Franciscus,
Francesco of Francese. Dezen naam liceft
onze Heilige altijd behouden.
Van de eerste jaren van Franciscus valt
v. einig te zeggen. Hij ging haar, wat wij
zouden noemen, de lagere school, welke
destijds door priesters bestuurd Averd. Na
de schooljaren kwam hij terstond in de
zaak zijns vaders.
Franciscus avos van nature erg eerzuch
tig, erg begeerig naar roem en glorie. Een
vaak voorkomende ktfaal bij de jeugd.
Maar hel ongeluk was, dat hij er door zijn
ruime geldmiddelen gekukkig aan kon toe
geven. Als Tijk jongeling had hij al spoe
dig een heden zwerm van vrienden om zien
been, die hij onthaalde op kostelijke maal
tijden en met wie hij schitterend optochten
organiseerde. Franciscus Avas daarbij al
tijd de held van het feest, Hij was de aan
voerder. de leider, do toonaangovcr, do
initiatiefnemer. Over hom werd •gespjrgken.
Hij trok de aandacht.
Om roem (e vergaren nam hij o «k deel
aan den strijd, dien Assisië in 1202 aan
bond tegen de naburige stad -Perugia,
klaar (oen kwam God weldra tusschen-
beide. Hij bracht Franciscus aan het ver
sland, dat hij oen heel anderen weg had
te betreden. Ilij deecl het, eerst door hem
een jaar lang de gevangene te laten zijn
van de ovcrwinnendo Perugianen. Ver
volgens door hom een zware ziekte over te
zenden. En eindelijk door liem te begun
stigen met verschillende verschijningen en
visioenen. In deze laatste vooral maakte
God hem bekend dat hij vader en "moedor
en huis en akker moest verloten om Zij
nen tAvil, en oen armoedig, verstorven en
nedederig leven moest gaan leiden. En
Franciscus gaf gehoor aan de goddelijke
roepstem. Hij verwisselde het Aveelderig
ingerichte vaderhuis niet een armoedige
hut of cel, zijn fijne kleeding met een don
kere pij. zijn kostbaar schoeisel met 'n paar
sandalen, en hij deed afstand van liet
Klaar van oog en licht van schreden,
Liep hij voor, waar jeugdspel dwaalt;
Zag waarheen zijn droomen gleden,
Speelsche vreugde spelende ingehaald,
't Woord, dat kranken kan genezen,
Sprak uit Evangelieboek;
Heeft zijn spei en droom belezen,
Joeg de fleurige geneugte zoek.
De oogen heet en rood gekreten
Op 't antieke liefdeschrift,
Kwam hij blij geheim te weten
in doorkorven Lijf op 't Kruis gegrift.
Mijmrend ging hij stille wegen
Liefde na, die hooger trok;
Vreugdemare schoot hem tegen,
Dat hij juichend van zijn weelde sciirok.
Gaande heeft hij volgezongen
Heel de wereld van geluk:
Op zijn arme speeltuig sprongen
Zeven eeuwen oud geen snaren stuk.
fr. E. VAN KROONENBURO, O. f. m.
recht op alle rijkdommen, die hem (e
wachten stonden. Franciscus verloofde
zich met de armoede als met een schoone
bruid.
En God maakte die verbintenis vrucht
baar. Want zie, liet eerste gevolg van
Franciscus' vrijwillige armoede was, dat
hij niet meer streefde naar eigen eer maar
ging ayerken voor de meerdere eer en ver
heerlijking van Jezus .Christus. Op Hem
do aandacht vestigen der mcnschcn, en
voor Hom liefde Avokkon in luinne harten,
dat werd nu zijn levenstaak. Als een an-
dcré Joannes de Dooper preekte liij in
zijn boetekleed ovér Jezus' goedheid en
liefde. IIij preekte een kleine twintig jaren
lang, niet enkel in het grootste deel van
Italië, maar ook in Spanje, in Frankrijk,
ja zelfs voor de Muzelmannen in Marok
ko. En God zegende zijn eenvoudig woord.
Het sloeg in bij grooten en kleinen, bij
machtigen en geringen. Vijandschappen
werden uitgeroeid. Twisten bijgelegd. Bur
geroorlogen beëindigd. Weelderige levens
wijzen getemperd. Bijna overal waar hij
optrad, Averd de aarde van aanschijn ver
anderd.
Daarenboven, door zijn prediking maak
te God hem stichter van twee klooster
orden. Eerst van een kloosterorde voor
mannen. Want do eene leerling' na den
andere voegde zich bij hem en vroeg hem,
zijn armoedige levenswijze te mogen vol
gen. En die bereid waren, hun goederen
te verkoopen en de opbrengst ervan aan de
armen te geven, nam liij tot zich als zijn
geestelijke zonen. En omhangen met een
even armoedige pij als bij zelf droeg, zond
hij hen dan na den proeftijd uit ter pre
diking, met geen andere wetenschap dan
die van liet kruis en met groot vertrou
wen op de goddelijke Voorzienigheid, die
maar voorzien moest in hun dagelijksche
behoeften. Zoo sterk wies het aantal zijner
geestelijke zonen, dat li ij er nog vóór zijn
dood duizenden lelde, die verspreid waren
over Italië, Syrië, Griekenland, Spanje,
Portugal, Frankrijk, België en Nederland.
En, overeenkomstig zijn liefde tot de ar
moede, gaf hij hun den naam van Min
derbroeders.
Uit zijn verbintenis met de armoede
kwam ook een kloosterorde van vrouwen
voort. Want ook dezen voelden zich door
zijn prediking en zijn voorbeeld aangetrok
ken tot de navolging van den armen Je
zus. En naar de eerste dier vrouAvcn, Cla
ra, een spruit uit hcU ridderlijk geslacht
der Scifi's te Assisië, gaf hij aan do loden
dezer orde den naam van arme Claris
sen.
En nog stelde God geen einde aan de
vruchtbaarheid van Franciscus* huwelijk
met de armoede. Want duizenden waren
er, die door de handen van huwelijk en
huisgezin verhinderd Averden tot de ge
noemde twee kloosterorden toe te treden,
cu die toch midden in de wereld volgens
den geest van Fraiciscus wilden leven.
Voor deze mannen en vrouAven stichtte hij
zijn wereldlijke derde orde, en gaf hun een
regel, die hun onthechting en levenseen-
voud voorschreef.
2. Maar de geest van Franciscus was
ook een geest van versterving. Ook in de
kruisiging des vloesches - volgde hij Jezus
van nabij. Ilij noemde zijn lichaam „broe
der ezel", en hij behandelde het ook als
zoodanig. Vooreerst sloeg hij het met do
stokken van boelvaardigheid en verster
king.
Op de dagen, dat hij niet vastte, at of
dronk hij toch nooit zijn genoegen. Ilij was
gewoon te zoggen, dat de grenzen tusschen
genoog en te veel moeilijk zijn te trekken.
De meeste dagen echter van het jaar
vastte hij en vergenoegde hij zich met
slechts één soberen maaltijd. Ilij deed
dat niet alleen op iederen Vrijdag, maar
ook van Allerheiligen tot Kerstmis, van
Driekoningen tot Paschen, van Petrus en
Paulus tot Maria Hemelvaart, en ten slot
te nog 40 dagen vóór liet feest van den H.
Aartsengel Michael op 29 September, tot
vvien hij een bijzondere godsvrucht had.
Veel rust gunde hij zijn lichaam ook al
niet. En als hij rustte, dan deed hij dat,
zittend of liggend op den blooten grond.
Hij gebruikt geen ander hoofdkussen dan
een stuk steen of bout, geen andere be
dekking dan zijn armoedig kleed. Toen
mén hem eens vroeg, hoe hij zich toch niet
dat eenvoudige kleed togen de winterkou
kon beschutten, an two relde hij: als men
niet een vlam uit het hemelseh vaderland
van binnen bedekt is, kan men de kou van
buiten gemakkelijk verdragen.
Gok drgrf hij „broeder ezel" tot veel ar
beid. Nooit liet hij liem neerliggen op het
oorkussen des duivels. Daarvoor vreesde
hij veel te veel de ontwaking der hartstoch
ten. En daarom vermoeide hij zich dag in
dag uit, zoo niet met de evangeliepredi
king, dan toch niet het herstel van bouw
vallige kerken met de verpleging van
mclaatschen, of met de verzorging van
armen.
En als ondanks vasten en nachtwaken,
ondanks veel arbeid het vleesch toch nog
bij wijlen zijn begeerlijkheden deed gevoe
len, dan aarzelde hij niet, het in minder
prettige aanraking to brengen met geesel-
riem, sneeuw, of doornstruik.
Jezus Zelf kwam hem de laatste twee
jaren Aan zijn leven nog op' wonderbare
cn bovennatuurlijke wijze te hulp in do
pijniging zijner ledematen. Hij schonk
liem ïi.l. een voorrecht, noch voor, noch
na hem ooit aan een anderen heilige ge
schonken, het voorrecht tan do indruk
king Zijner heilige Avonden. Het gebeurde
in 1224, gedurende de 40-daagsche vasten,
welke liij op den berg Alverna, in afzon
dering en gebed, hield als voorbereiding
tot het feest van den Aartsengel Michael.
De gekruisigde Christus verscheen hem
daar, en liet met een verhoogde Godsliefde
in zijn hart, de indrukking van Zijn II.
vijf Avonden in zijn lichaam achter. Van
af dien tijd zag men spijkers van vleesch
in Franciscus' hadden cn voeten en een
opening in zijn linkerzijde. De koppen
der spijkers waren boven op de handen en
voeten zichlhaar, de punten slaken er aati
de onderzijde uit. Deze wonden veroor
zaakten den heilige veel smart, bijzonder
de wonden aan zijn voeten. Zij maakten
liem het gaan bijna onmogelijk, ondanks
liet bijzondere schoeisel; dat de H. Clara,
zijn eerste geestelijke dochter, hem gogo-*
ven had. Maar Franciscus verheugde zich
over deze pijnen en herhaalde juichend
het Avoord van Paulus: Ik draag do Avon
den van Jezus iu mijn lichaam.
3. Wat was het fundament van zooveel
deugd? De ware nederigheid, die aan zi h
zelve niets toeschrijft dan de zonde en al
het goede aan Gods genade. Do nederig
heid, die den eigen wil mistrouwt en ver
loochent, en daarom in alles den Wil van
God zoekt te kennen en te volbrengen.
Zagen zijn lijdgenoolon hoog tegen li in
op als tegen een bovenaardsche verschij
ning, cn beschouwden zij liem als een bij
zonderen vriend van God, in zijn eigen
oogen was Franciscus een nietige aard-
Avorm en een groot zondaar. Volgens den
II. kardinaal Bonaventura, oen zijner
'grootste geestelijke zonen uit dien tijl,
was hij;gewoon tot zich zeiven te zeggen:
Franciscus indien God aan den ellendig
st en roover zooveel genaden geschonken
had als aan u, dan zou hij veel dankbaar
der jegens God geweest zijn dan gij.
De nederigheid dreef hem tot kinderlij
ke gehoorzaamheid. Ofschoon hij stichter
van de orde was on haar eerste generale
overste, nam hij op zijn reizen toch altijd
een zijner medebroeders mee, dien hij on
derweg als zijn overste beschouwde, en
aan Avien hij zich gaarne in alles onder
wierp.
Toen hij oen regel voor zijn ordebroe
ders had samengesteld, toog hij naar Ho
me, om er in alle nederigheid de goedkeu
ring voor te vragen aan Paus Iimocéii-
tins III.
Zijn nederigheid schonk liem ook liefde
voor kruis ij Jijden," 'want hij beschouw do
ze als uitingen van den aaiihiddoüjkcn
Wil Gods. Kort na zijn verloving met do
armoede, ging hij door de straten van As-
-i-ië. Zijn vroegere vrienden Averden toen
zijn bespotters. Hun voorbeeld werkte aan
stekelijk op do straatjeugd, die bet niet bij
spotten liet, maar hém ook slijk en steenen
naar het hoofd wierp. Franéiscus verheug
de zich, evenals de apostelen'smaad eu
vervolging om Jesus' wil te mogen lijden.
Den laatslen lijd zijns jevens zond God
liem behalve de pijnen, die de indrukking
der 11. wonden veroorzaakte, nog velo
andere pijnen over. De voornaamste waren
Avel de pijn aan zijne oogen, die ten slullo
tot algeheele blindheid voerde, en do pijn
aan maag en lover, die hem het nemen van
schier alle voedsel verhinderde. Deze pij
nen waren hevig. Ilij zelf verklaarde eens,
dat drie dagen van zulke pijn de smarten
van ieder martelaarschap overtrof. Maar
geen klacht kwuiu over zijne lippen. Inte
gendeel, hij dankte God, dal Hij hem sloeg,
en had Hem zelfs, de pijnen nog te ver
meerderen, indien dat mét Zijn II. Wil
overeenkwam.
En meen nu niet dat de/.e strenge le
venswijze Franciscus droefgeestig of ter
neergeslagen maakte, en hem alle blijd
schap en vreugde ontnam. O neen. altijl
av is hij vroolijk en opgeruimd, en iu den
letterlijken zin van het woord ging hij zin
gend door het leven. Niets was in staat,
hem de ware blijheid te ontnemen. Kort
na zijn afstand van ajle aardsclio goederen
ging hij eens van Assisië naar Gubbio oni
er mclaatschen te verplegen. Zijn weg
voerde hem over hergen, met hosschen be
groeid en met sneeuw bedekt. Hto hoogste
lied werd door hem uitgezongen. Plotse
ling springen drie roovers uit een hout
gewas Ie voorschijn, en vragen liem, wio
liij is. ..Ik hen de heraut des grooten Ro
llings" antwoordt hij. „Die pretentie zul
len wij II avel een- afleerén" is het weder
antwoord. En de roovers trekken hein zijn
armoedige plunje va het liehaam, en stop*
pen hc iu half naakt onder de sm-eu
Maar Franciscus «Ha,at vroolijk op, en zijn
lied hervattend snelt hij verder naar Gub
bio.
En op het einde zijns levens kon zelfs do
goreedslaamie dood met zijn voorboden
van pijn, benauwdheden en allerlei ellen
de hem het zingen niet beletten. Zie hem
daar neerliggen in een arme e«-l bij het
Port iuiua da-kerk je Li Assisië. Zijn blind.)
oogen, zijn opgezwollen ingewanden, zijn
pijnlijke trekken, zijn uitgemergeld, en met
Jesus' wonden geleekend lichaam, dat
daar op den hlooten grond voor hen ligt,
vervullen zijn omslaande broeders met
droefheid, zoodal zij hun tranen niet kun
nen bedwingen. Maar Franéiscus bewaart
do blijheid der kinderen Gods ten eindo
toe. Zijn medebroeders moeten liem den
141en psalm voorzingen, en zachtkens
poogt hij mee to zingen. Maar als zij de
slotwoorden aanheffen: „voer mijne ziel
uit den kerker, want de rechtvaardigen
wachten mij", begeeft hem zijn slem en
sterft hij.
Zingend ging Franciscus door liet loven,
zingend ging liji de eeuwigheid in, om
daar den Beminde zijns harten zoorder ein
de te loven. Den Beminde zijns harten, dia
niemand anders was dan do Gekruisigde
Jesus, Hem had hij iederen dag gezocht in
hel gebod; iu de overweging Zijns lijdens,
in de TT. Communie, neergeknield voor oen
kruisbeeld of voor liet tabernakel. Om
Hem had hij alles verlaten, om evenals
Hij, arm en verstorven en nederig to le
ven. Van Hem had hij daartoe overvloedi
ge genaden ontvangen. Hij is nu zijn on
vergankelijk loon in het andere leven.
Ik hen hiermede aan het einde van mijn
beschoiiAvingen, en ik hoop den lezers den
waren Francisousgecst voor oogen gestold
te hebben, den geest van onthechting aan
aardsclio goederen, van verstening der
zinnen en van ware nederigheid des har
ten.
Die geest, zegt de Paus in zijn ency
cliek, moot in dit jubeljaar Aan Francis
cus' afsterven volop gaan herleven, en don
geest van hebzucht, genotzucht en eer
zucht, waarvan do wereld vol is, gaan ver
drijven.
En het middel hij uitnemendheid daar
toe is geen ander dan de derde der stieh-
fiBgan '..ui Sint Franciscus, zijn wereld*
lijhe Derde Orde. Grooten en kleinen moe
ten in dit jubeljaar in grooten getale tot
.die verheven keurbende toetreden. Laten
Ave hopen, dat dit ook hier in Leiden ge
schiedt. Maar dan moeten de grooten hire
eens gaan breken met hun ongemotiverdo
vooroordeelen tegen de derde Orde. Kens
gaan breken met hun waanvoorstelling,
dat de derde Orde alleen dienstig zou zijn
voor ouden van dagen. Eens gaan breken
eindelijk met hun vrees voor het mensehe-
lijk opzicht, die hen weerhoudt too to
treden. En wat do jongeren betreft, die
den leeftijd van 14 jaar nog niet bereikt
hebben, „zij geven zich op", zoo vermaant
de pauselijke encycliek. „als koorddra
gende jeugdbeden, zoodat zo reeds als
kinderen zich aan dezen heiligen regel
gewennen". Want „op het oogen blik is er
voor het algemeen welzijn geen zaak va a
grooler belang, dan dat de leden der der-
do Orde over do geheolo wereld steeds in
aantal toenemen, en, door to streven naar
den waren geest van den II. Franciscus,
bet voorbeeld geven van heiligheid en,
reinheid van zeden".
Pater VAN DEN DONK O F M.
Leiden, 31 Juli 192G.