assesïsSlfesTssKS
X IJ. Als niet anders wordt aangegeven
.-ft in deze. weck iedere H. Mis Gloria
u (.redo en de gewone Prefatie.
ZONDAG 1 Augustus. Tiende Zon-
,L- na Pinksteren Mis: Gum
a ui are m. 2o gebed van Sl. Pctrus-
jj.wulcn: 3e v. d. 11. Paulus; -ie v. d. II.II.
xcven Macbabeesche Broeders, Martelaren,
l'ivfalie v d. Allerheiligste Drioëenbeid.
kaalste Evangelie van St. Petrus. Kleur:
Groen.
Wat wij zijn en bobben danken wij n:e-,
jooals de trotse tic Pharizcc. r meent
(Evangelie) aan ons zeiven, maar aan den
f.rien Geest, die Zijne gaven uitdeelt zoo-
als Hij wil Epistel). Daarom aan God
alle eer en glorie (Alleluja-vers). Ons pas
sen de nederige gevoelens van den tolle
naar In liet bewustzijn onzer schuld, doch
het hart vcrtïouwvol lol God verheven,
jnoeleu wij ons heilig Offer brengen (Of
fertorium) Want dan alleen verwerven
ivij ons Gods barmhartigheid; maken wij
ons deelgenoten van de hcmelsche goede-
jon (gebed); geven wij glorie aan Gods II.
Xaam (Stilgebed) en maken wij ons of
fer tot een offer van gerechtigheid, dat
(iod van ons zal aannemen (Conmntnio).
Als de tollenaar gaan wij dan gerecht
vaardigd jiaar buis en God zal de afge
laden hulp (Graduale en Postcommunio
welke wij iederen dag noodig bebl>en, ous
jjiet onthouden
MAANDAG 2 Augustus Mis v. d. H.
'A 1 p li o n s u .s M a r i a d e L i g u o r i o,
bisschop, Belijder en Kerkleoraar: .Spiri
tus Domini, 2e gebed v. d. 11. Stophanu,-.,
Paus en Martelaar Kleur: Wit.
In Franciscanerkcrken: W ij d i n g van
de Patriarchale basiliek van
e 11. M a 1' i a ter Engclo n v a n P o r
t i u n c u 1 a. Mis: B e a l u s. 2e gebed v.
d. H. Alplionsns; 3e v. d. II. Slcphanus
(alleen in stille H.II. Missen) Prefatie v. -5.
Allerheiligste Maagd (invullen: En U op
het feest). Kleur: W i t.
Te Napels geboren, werd dc II Alphon-
eus, na volbrachte studiën, uit gehoorzaam
beid aan zijn vader, advocaat. Om de gé-
varen, waaraan hij zijne ziel zag blootge
steld, onttrok bij zich .aan dat beroep,
werd priester en slichtte do zoo bekende
Congregatie v. d. Allerbeiligsten Verlosser
(Paters Redemptoristen en zusters Ro-
demptoristinnen).
Alphonsiis stierf in hoogen ouderdom
als Bisschop van St. Agatha der Got her*
Om zijne buitengewone verdiensten voor
de christelijke zedenleer verhief Paus Pius
IX hem tot Kerkleeraar.
DINSDAG B Augustus. Vinding y a n
d e n H. S t op ha n u s. M is: S o d o-
runt. 2c gebed A Cunctis; 3o naar keuze
v «1. priester. Geen Credo. Kleur: Rood.
Na langen tijd verborgen te zijn geweest
•werden, op goddelijke, aanwijzing, door een
«teren priester Lueianus, nabij .1
lm gevonden de heilige lichamen v.
Slephanus, eersten Martelaar en v;
toaliël, Nicodcriius en Abibou.
WOENSDAG 1 Augustus. Mis v
Do mi n i c u s. Belijder: Os Jusli
Credo. Kleur: W i t.
In Franciscancrkerken: Peest
den H. Vader D o m i 11 i c u s.
lu medio. Sequens.
De II. Dominicus is de stichter van ug
Orde der Dominicanen of Predikbeereu.
Hij stichtte zijne orde tot bestrijding der
ketterijen van zijn tijd. Groot was de
vriendschap tusschen den heiligen Domini
cus en den heiligen Franciscus van Assi-
tiê Uit piëteitsvolle vereering voor dio
heilige vriendschap tusschen hun heiliger,
vader en den II. Dominicus noemen de
Franciscanen Dominicus ook hun „Vader.
DONDERDAG Augustus. Feestdag
van 0. L. V r o u w ter snco u w. Mis:
Salve (de Mis ter eere van Maria van
Pinksteren tot den Advent). Prefatie d.
'Allerheiligste Maagd (invullen: En U op
hel feest). Kleur: Wit.
la dc vierde eeuw leefde er Ie Rome eer
rijk en godsdienstig echtpaar, dat kinder
loos gebleven was. Hunnen rijkdom he-
iiieefldon zij aan werken van liefdadigheids
Groot was hunne godsvrucht lol de If
Maagd. Zij dachten er aan iels grao'scli
d. II.
Ga-
1. H.
Geen
Mis:
ter core van Maria tol -tand te brengen
en vroegen gedurig aan Maria hun te doen
weten wat haar het aangenaamste zijn
zou. In den nacht van 4 op 5 Augustus
werden zij begunstigd met cene verschij
ning van Maria, die hen beval cene kerk
to houwen daar, waar den volgenden dag
de grond met sneeuw bedekt zou zijn.
In die dagen zetelde Paus Liberius op
den Stoel van Petrus. Hij was terugge
keerd uit zijn ballingschap en liep met liet
plan rond om op een der zeven heuvelen,
waarop Rome gebouwd was, oen kerk to
houwen. Dio heuvel was de „Esquilinus".
Evenals die echtgcnooten kreeg ook Paus
Liberius boven vermelde verschijning. Den
volgenden dag nu bleek, dat op den psqui-
lijnsehen heuvel werkelijk een groote boe-
veelheid sneeuw gevallen was. Paus Libc--
rius bouwde, met de geldelijke hulp van
die twee echtgenootcn, dan ook daar de
kerk ter cere van Maria.
VRIJDAG 6 Augustus. Feest van dc
g o d a a n t e v e r a n d o r i n g des H e, e-
ren op den berg Thabor. M i s:
111 u x e r u n t. 2o gebed (alleen in stille
1I.H Missen) ven den II. Xyslus en ge
zellen. Prefatie van Kerstmis. Kleur:
W i t.
Schoon van gestalte is Hij (Christus)
koven allo menschcn. Bevalligheid ligt
uitgespreid óp Züno lippen. (Kerk. Get.)
ZATERDAG 7 Augustus. Mis v. d. IJ.
Caj claims, Belijder: Os Jusli. 2c ge
bed v. d. 11. Donatus: 3a voor den Paus.
Geen Credo. Kleur: W i t.
in Franciscanerkcrken: M i s v. d. Z.Z.
A ga t h ange,lus en Cass jan us,
Martelaren; Salus autcm. 2e gebed v. d. II.
Gajelanus; 3c v. d. II. Donatus; 4c voor
den Paus. Kleur: Rood.
De II. Ga je tan lis zotte Christus' woord:
„Zoekt eerst het ltijk Gods en zijne gerech
tigheid" in daden om. Hij stichtte do Orde
der Theatijuen, die allo zorg voor het
aardschc afleggen en leven van de vrijwil
lige gaven der p/doovigen. Do II. Bisschop
en Martelaar Donatus wordt aangeroepen
als Patroon logen liet onweer.
Lisso. ALB. M. KOK, pr.
voorap en naast den chauffeur de wille
georganiseerd.
controle uit, een Eucharistisch Triduüm
En de welsprekende Pater Borrcmacus
was de ceremoniemeester, die drie dagen
lang de zieken toesprak over den zegen
en de vertroosting van liet lijden.
En do zieken baden en zongen, schrei
den ook, maar nu niet moer om hun smart
en leed, maar van geluk cn ziclevreugd,
dm him in de::c dagen geopenbaard was
geworden.
Dc priesters der stad gingen tusschen
hén rond om hun naar het wóórd van den
Apostel Jacobus de handen op tc leogen
in den naam des II reren, opdat ?ij behou
den blijven.
Veertig liefdezuster.-: en wereldlijke ver
pleegsters hadden zich vrijwillig aange
meld om in deze dagen de zieken te ver
plegen en behulpzaam l.* zijn. Broeders
van barmhartigheid hadden zich bij haar
aangesloten om bet zwaarste werk te doen.
Dames vau de .St. Klisabelh-vercenSging
waren in prooien getale opgekomen om
huishoudelijk hij te slaan.
En heel de katholieke burgerij deed
ijverig mede om d'-ze dogen voor de zie
ken lot blijde uren van vertroosting en
vreugde te doen worden.
Particulieren hadden hun auto's afge
staan om de zieken te halen cn (e bren
gen.
Bloemisten brachten hun garven van
frisscho bloemen om het altaar te sieren:
lu kerk en pastorie waren overal buf
fetten opgeslagen, die rijkelijk voorzien
waren van verfrisschingen en verver.se.hin
gen. Het theewater ruischte, de koffie
geurde door dc kerk, in de tobben mot ijs
lag hel verkoelend mineraalwater, limo
nade, vcrschc melk.
Het hccflijksto fruit lag or uitgestald,
prachtige vleescbschotels stonden gereed,
vlugge handen smeerden do honderden
broodjes, en telkens kwam weer een loop
jongen aan met een graag gezonden zen
ding vcrschc gebakjes.
Een wonderlijk, ongewoon schouwspel
in een kerk, maar alles was verklaard
door de blijde zon van naastenliefde cn
barmhartigheid. (Jok andere intimiteiten
stónden nu uiteraard in dc kerk. die wij
hier nu niet nader zullen aanduiden,
maar die wij bij groote festiviteiten ook
wel in de groote Sint Pieter te Rome za
gen. Alles in den dienst der kranken.
Padvinders stonden overal gereed voor
estafette-diensten en om de zusters en
verpleegsters behulpzaam te zijn, en Pa
ter Borromaeus prees hen. dat zij nog
nooit zulken schoonen arbeid hadden ver
richt.
Den laalsten ochtend waren dc kranken
van tien uur des morgens tot laat in den
middag in de kerk hijeen, en dc gezichten
straalden van geluk cn voldoennig.
Deken van Hoeswijk had do II. Mis op
gedragen. Pater Borormacus had de zie
ken voor het laatst toegesproken en voor
bereid tot do H. Communie.
Beide priesters gingen do rijen laugs
om den zieken het Brood des Levens toe
te reiken, witte zusterkens kwamen daar
na om hun met een koelen dronk hel
slikken gemakkelijker (e inaken.
Dan bad Pater Borromaeus do Geloofs
belijdenis voor, cn vol overtuiging klonk
door do kerk van de lippen dor kranken
bet kloek belijdende „ik geloof" ook uit
den mond van sommigen, die uit leed en
teleurstelling om zware liehaamsbeproe-
ving soms in geen jaren meer aan lr.m
plichten hadden gedaan.
Met blankgekleede bruidjes voorop trok
nu de plechtige Processie het kerkgebouw
door en dan ging Deken van Heeswijk el-
ken zieke afzonderlijk zegenen mot het
Allerh. Sacrament.
Pater Boromaeus stond weer hoog op
den kansel en deed onder do zegening
de ontroerende aanroepingen, zooals wij
die \an Lourdcs kennen:
..lieer, spreek één woord, en ik zal
weer gezond worden!"
„Jezus, Zoon van David, onfferm u
onzer!"
'lieer, dien Gij lief hebt, is krankP'
En onderwijl zingt bet koor „Paree po
pulo" en „Rcx Glementissime!"
De zieken beffen biddend bun handen
omhoog, de toeschouwers vegen ontroerd
hun opwellende tranen weg, do mannen
op de ligstoelen houden hun bleeke han
den voer liet schokkend gelaat.
Dit is wel liet heilig uur der genade,
der zoetsic vertroosting, van blijde berus
ting.
Dan volgt de laatste zegening en dc
plechtigheid is- voorbij.
Het Heilig Sacrament wordt uit de kerk
gebracht, eu andermaal gaat nu dc die
nende liefde rond langs de zieken.
Zij worden gelaafd met fruit en limo
nade, met koffie on broodjes, mot thee en
gebakjes, en alles wat liefdadig Rotter
dam heeft samengebracht.
Iedere zieke krijgt ven bouquetje versche
bloemen van bet altaar, en een missie-
kruisje en ten gcdachtenisplaat aan deze
dagen van geluk ea zielcvrcugde.
En ik zelf wordt door de zieken aange
roepen om toch vooral namens hen allen
in de krant dank te brengen aan Deken
van Heeswijk en Pater Horromacus voor
dt onvergetelijke zieïefcfist der zieken.
Aan de zusters enverpleegsters, cn de
dames van Sint Elisabeth, uie hen dezer
dagen met zooveel liefde hebben verzorgd.
Aan kapelaan Schiphorst, die zoo uit
stekend hot zif-koiivervoer heeft geleid.
En van alle kanten komen de dankbe
tuigingen los.
Er is geen godsdienst", zegt er ccn, „die
zooveel troost aan de z eken biedt als dc
katholieke."
„Wanneer ik al die zieken rond mij
zie", zegt een lamme, die al tien jaren
aan zijn stoel is gehouden, „dan twijfel ik
of ik door O. L. Heer wel voldoende word
beproefd."
En als dan de zusters met haar sterke
armen de zieken weer voorzichtig opbeu
ren om hen naar de auto te dragen, dan
zegt een klein uitgeleerd vrouwtje: „Och
zuster, 't heeft geen baast, laat mij nog
maar ren poosje wachten, ik kom thuis
toe') maar weer op m'n stoeltje te zitten."
Nog een laat.'bi dankbare blik wordt ge
worpen op het l'.oogc altaar in liet gou
den licht, met dc feestelijke bloemen, en
'den gloed van tapijten en gewaden, van
waar hun dezer dagen zooveel geluk en
zaligheid is toegestroomd.
De kerk heeft weer ccn nieuwen glans
toegevoegd aan wal abbé Moigho ren.sd.ee-
keilde als „les splendours de la foi."
TERUGKEER.
Rustigjes gleed liet lokaaltje 'l nietige
stationnetje binnen, Fred Bergen streek
even door zijn haar, trok zijn valies uit
het net en liep snel over liet perron naar
het voorplein. Even keek ie om zich heen
Niemand die hem kende. Ook allemaal
vreemde gezichten voor hem. Stil-prui-
mend kwam een witkiel op hem af,
wenkte toen met do hand.
Da's goed, zei ie in gedachten.
Hij moest nog oven bekomen van zijn
Verbazing: niemand aan den trein om hem
af tc halen. Hij had 't zich zoo feestelijk
voorgesteldde heelo familie uit den om
trek aan den trein. Enfin, de band was
ook 6lappcr geworden in den vreemde. Al
leen moeder had in twintig jaar dat ic
in Australië had gewerkt, tot den laatsten
keer dat ic op do boot ging, geschreven.
Of io voorzichtig zou wezen enzoovoort,
precies of io d'r kleine Fred was dio haar
angsten aanjoeg als ic op dc tram sprong.
En moeder woonde alléén en werd zeker
oud dat ze niet gekomen was.
-r- Wil meneer niet een taxi? wenkte een
bestuurder.
't Is een half uur meneer zeker, wees
de kruier nog eens, niet waar Willem?'
Ik weet 't wel te liggen, Klaarbcck,
zei Fred, ik hen er geboren, en ik loop
altijd, da's gezond.
Dc kruier knipoogde even legen zijn ka
meraad en schoof achter Pr cd aan.
Met een taxi zie je zoo weinig, zei
Frcd. Kom naast, me loopen wenkte die..
Ben ie ook een Klarcnbeekorï
Nou cn of zei Willem dc kruier, een
beetje trots, u ook?
Ja, lachte Frcd, dat had je niet ge
dacht hé, van wien ben jij d'r één.
Ik ben een zoon van Burger, dc
porder.
Dc porder... dc.. por., der., keek
Fred vreemd. Burger., dc por. .der her
baalde ic nog eens in z'n eigen, ik kende
wel cene Burger,, een kruidenier op don
hoek \un de Schapcnslccg.
Ja dat was mijn grootvader.
En je vader kwam toen toch in de
zaak meende ik, deed Frcd luchtig terwijl
ie voelde dat T bloed hem naar het ge-
zielit- steeg.
Ja, maar dat ging ook zoo, maar va
der, hier gezegd lustte 'm nog al en zoo..
A, ja, ja en toen ch. rischto Frcd.
De zaak was op 't lest niks meer hé.
zei Willem, moeder naaide d'r later bij
mar ze kon 't toch niet bolwerken cn vvo
móesten de boel verknopen.
.Ta, ja, knikte Frcd, die drank, ch..
je vader is nachtwaker dus.
Die is dood méneer, zei Willem.
Zwijgend liepen ze voort, om 't pijn
lijke to laten weg\loeien. Frcd keek naai
de landhuisjes, dio hier cn daar in 't groen
schuil gingen. Holland kon toch zoo mooi
zijn! De. heerlijke natuur deed hem wel
dadig aan. 't Was of zijn ziel allen inzoog
hij voelde zich jong. 't Leek of io weer
terugging nu. Maar dan voelde ie het
s^hrijnen als ic on zijn leven terug moest
donken tot aan zijn jongensjaren., jonge
ling. En die jongen, die naast hem voort
ging, had die oude wond weer openge
trokken. Hij was dus een zoon van Bur
ger. Toen ie dien naam hoorde was 't of
ie een klap in 1 el gelaat kreeg. En dat na
twintig jaar!
Ja, dat was dezelfde, die trouwde met
zijn eerste liefde, dezelfde die met het. kas
boek in de land zijn meisje bad inge
palmd, omdat Lij over contanten kon be
schikken.
- Is ic dood, zei ic in eens weer dui
zelig nog.
Al twee jaar mommelde dc kruier,
kende u mijn va der.'
Frcd bezag do jongen van terzijde,
dcezclde:
Ja zoo'» beetje..
Nu ic 'm bezag, was hel <f die Henk
Burger naast hem liep, do grijper van zijn
levensgeluk. Het. bruiste in hem van opko
menden haat, maar dat dood-zijn stilde dat
alles.
Bi; I cl smalle bruggetje, dat tccgrng gaf
lot het stadje, bleef ic even slaan, keek over
1 et water. De kleine vervallen huisjes die
in zijn jongensjaren al leken weg-te zak
ken, stonden er nog. Een vrouw gluurde
boven de diinjro gordijntjes. Vreemd,
vreemd, hij herkende niemand meer. Langs
hem heen stapten moeders met kinderen;
hij bezag ze nauw keurig of ic nog ouwe
trekken kon herkennen.
Bij de kerk, draaide ie zich om cn liep
door de openstaande deur naar binnen.
God zij dank, mompelde, ie. terwijl io zijn
hoofd met wijwater* toekende. Hier was al
les nog bij 't oude; cr was nog geen stoel
verzet. Sint Joseph stond er nog juist- zoo
roet do felle klcurigo papieren bloemen.
Dezelfde altaarschel stond cr nog waaimco
hij do Mis diende Als jongen.
Willem bleef achter in een brecdo bank
zitten dc koffer naast zich. Frcd knielde
oven in een zijbank; hij was Onzen Lieven
Heer trouw gebleven op zijn eenzamen le
vensweg. Hij had hem geslagen, dat was
waar, maar had het ook niet veel fouten
uit zijn ziel gebrand? Was ie niet ceu groo-
ter mensch geworden? Z'n ernstigo oogen
sloeg ic op het tabernakel cn bud om Hem
to smeeken hem door de branding heen to
trekken die in zijn ziel woelde.
Willem keek 'm vreenul aan toen zo weer
in het kerkportaal stonden.
Lief kerkje, zei die, den koffer op
sjorrend.
Stil stapten ze. toen verder door do nau-
wo propere straatje waar dc menschen
van weerskanten over «'.e horretjes heen-
oogden.
Hier woon ik, wees Willem naar con
klein laag huisje, waarvan de deur open
stond. Twco kleine penters lagen op do
deurmat te spelen.
Wim! schreeuwde «Ie kleinste met een
rood gezichtje, over dc straat heen.
Effc een handje geven, menocr, knik
te Willem goedig cn droschlo 't gange
tje in.
Frcd bleef even staan op dc witte keitjes
keek blij naar de kleinste die do pop toe
dekte niet. een stuk gerafeld dweil:
Sa je soofc sijn...'. soct slaapits
doen.
Achter in de gang piepte een dour open.
Tenger vrouwtje met geruit schort dreb
belde naar voren:
Moet jc nog weg, Willem?
Willem, handjes gevend, mummelend met
dc kleinen, wees naar buiten:
Meneer even wegbrengen, moedor.
7.o zag dc gong uit naar 't straatje,
knikte toen vriendelijk tegen den vreem
den heer.
-—Lenazei Freil zocht.... cn schoot
langzaam vorder....
't. Was of ccn nieuwe wereld open
scheurde.
Heftig bewogen ging ie op buis aan. Bij
do deur kroeg Willem een rijksdaalder.
Kippen cndcugdsn.
In voorjaar en zomer al.s do kippen
flink leggen, dan komen vaak ook som
mige ondeugden naar voren en do kippeu-
houder schenkt er il.Hi meer aandacht aan,
omdat ze hem dan sclmdo veroorzaken.
Een tweetal ingekomen vragen gaven
omf aanleiding om eens over do meest
vóorkomendo ondeugden van hoenders te
schrijven.
Het leggen van w i n d o i o r e n
To groote vetheid van kippen geeft aan
leiding behalve dat zo weinig leggen
tot een gebrek aan afscheiding van ka!k-
sloffen van den cihiderwand. Do gene
zing ligt hier voor do hand: vasten en dan
vet-afzettende voeders te weren, als ma is,
brood, aardappelen. Krnznlfdo trage kalk-
afscheidhig komt b'j zeer jonge en hij oudo
dieren voor; hij d ruk leggeilde hoenders
of hoenders, die men door een sterk eiwit-
voeder drijft tot het loggen van een aan
tal eieren in zeer korten tijd, bij dio allo ia
de kalkafsehciding hoewel normaal
onvoldoende voor het groote aantal eieren.
In al zulke gevallen voege men aan het
meelvoer nog een extra portie voodcrkalk
toe of melige men <r wal gemalen krijt
doorheen; voor hoenders, die Ie straf leg
gen, verminden: iaën In t i ivritgchaitc van
het meelvoer.
Soms komt In t leggen \un windeieren
voort uit een organisch g' brok: oen chro
nische ontsteking van eileider of baar
moeder. Zulke dieren moet men slachten.
E i r e n v r e t o n. Dal i.s een ondengd,
dio hardnekkig bestreden moot worden,
want deze liefhebberij wordt door do
DINGEN DEZER DAGEN.
WEEKREVUE.
Daanije wordt gehuldigd.
Wat heb je als publiek persoon toch een
heikel an je kop.
Niet dat Baantje nou wil zegge, dat ie
wereldberoemd is, maai' het gaat cr locL
»l aardig naar toe.
haar kreeg ik van de weck een briefie
tan nic vrind, do koinmesarcs van pclisio
(au Amsterdam. Die zat in do nesle met
geval van die snijer, die in Bussum
die hand had overvolle en iLio vroeg ine
of ik direk naar Amsterdam wilde kommc
omrede ze zelf niet wiste of ze hem nou
kaddc of niet cn nou mos Baantje der bij
Jomme om die puzzel es effics op te losse.
tje schreef die konimessares direk
'orug asdut ie ze cige niet sabbel mos
®ako, want dat het voor Daantjo een
Peuleschil was om die snijer met een paar
«Irikvrage te ontmaskere, maar dat Daan
ije der eerst nog es met ze vrouw over
joos l.on't'ereero omrede ze vrouw nogal
hnii'g was in dio dinge cn ze met boeve-
l«puis nogal goed kon omgaan.
Ik wou der nog achter schrijve, „van-
.*eL'cs der komaf' maar daar kwam ik
tlpl un loc, om rede ik van me vrouw, die
fclUcr me rug had staan lezen zoo'n wat-
jdcou kreeg, dak dc lamp voor een Ihce-
Lcli!.. anzag.
U begrijp, toen heit Daantje niet gekon-
®r(x?rd niet ze vrouw omrede Daanije met
1 blauw oog al rijkelijk tevrede was.
Ia Amsterdam heb Daanije de komnies-
*r's effe uit de brand geholpe. Eerst heb
Daantjo die snuiter gekonfrouteerd met
een stelletje getuigen, wat een heelo dag
duurde en onderwijl ging Daanije der een
pakkc in een fijn café, waar ie voor het
raam gezelc de hccle boel slikem af kon
kijke.
Op het eind kvvamme der zooveel ge
tuigen, die mekaar allemaal legesprake,
dat de kommesares zeivers niet meer wist
wie getuige cn wie beklaagde was cn toen
begon ie legen Baantje up to spele, dat ik
de heelo boel in de war had geschopt.
Nou u begrijpt, asdnl dat me eer lo na
was cn ik heb de kommesaris dan ook
meteen onder zc oog gebracht, dat ic dat
spul dan maar zclvers alleen moest op-
knappe en dal Daanije ze har^ider niet
an vuil zal make.
Wedde, dat zo nou niet bewijze kenne,
dat ic het is, maar Daantjo heil in elk
geval der an gedaan wat ie kon, ea die
wnscht dus ze bande in onschuld, as het
misloopt.
Dat Baantje der toch weer popelairder
door geworde is, getuigt hel feit asdat ze
hem hij ze terugkomst in Leiden een reu
ze ovaazie liebbo gebracht. Zoo, dat ik uit
me gercseleveerdc koepee stapte doch Daan
tje hij ze eige, Baantje daar is zoowat an
de hand. daar mot je haring of kuit vail
hebbe. Der stinge een massa mensche op
het perron en ik greep al direk een stukkie
pepier en oen potlood om een paar van die
snuiters lo intervjoewe, dat is natuurlijk
liet eerste waar je as sjoernelist au denkt.
Maar niks hoor, zelfs Daantjo mocht er
niet door en u begrijp, ik was eerst een
tikkie in me wiek geschoten, maar zoo
gauw ze me niet in dc gate krege of ze
begonno te brulle van Levo Daantje; ik
wier der totaal beduusd van. Toen kwam
er oen meneer op mc af en die hiel een
reuze spies. l)ie noemde mc de redder des
Vaderlands, hij had hel over Mussolini en
hij overhandigde met tenslotte een fijne
krans. Toen hegonnc zo allemaal weer Ic
schrecuwe cn droegc mc op derlui schou
ders het perron af en hebhe ze Daantje
zoo naar huis gebracht
Mo vrouw was natuurlijk wel een slv.k
of wat pietsies j(doers maar daar trok
Daantje ze cige prosies niks van an.
Daanije zee gewoon lege der, mensch
word vliegeniesfer, dan ken je uit de hoog
te op me neerzien. U ziel dus dat Daantje
al aardig popelair wordt, 'overal beginne
ze al ze hulp in te roepe.
Daantje heb tenminste maar vast oen
telefoon angeseliaft, al.s u hem dan nog es
noodig bob, hel dan maar effics op num-
mero 100, drie lijnen.
DANIëL.
PERSIFLAGES.
Stijlbloempjes.
Een Fran-rlie schrijver heeft een eolhv-
lic aangelegd van beroemde „pataquès",
alle even aantrckkelijV als bevreemdend.
Wij zochten er enkele uit.
„In een duel" aldus oen volles-schrij
ver -- „eisclit de elementaire eerlijkheid,
dat do twee tegenstanders op gelijken af
stand worden geplaatst." H< t werd ge
schreven mot dc grootst mogelijke oprecht
heid!
„De prinses arriveerde, voorafgegaan
door haar gevolg". En: „do aanval deed
het slof knarsen tusschen do tanden dor
grenadiers in hel door de regens door
weekte terrein"! Under deze heide enormi
teiten prijken de namen van Scribe en
Thiers.
Heel goed is ook deze: „hij omhelsde
haar in gedachten, alvorens liet luidkeels
tc doen."
De pen vail eon destijds zekere reputatie
genietende tooneel-eritieu.s-: „Hier bereikte
de prozaiscbheid baar hoogtepunt. Het ta
lent dozer actrice is een inklflcsch, waarin
men hel ontleedmes niet te diep moet ste
ken, vreozende op don hodon slechts een
koupje ascli tc vinden."
Een académicien schreef: „liet paard
ademde zwaar, bij (Ikon zweepslag boven-
men.sehelijke pogingen doende om los te
komen."
Aan Sarccy danken wij deze parel: „in
de slem van Mile. Marguerite Megade her
kennen wij de lie ml barer moeder."
Ponson du Terrail wordt door velen ge
waardeerd. Ilij is de gepatenteerde uit
vinder van „handen, koud als die van een
slang". En hij schreef ook zonder blikken
of blozen: „hij liep met heide handen op
den rug, de „Gonstilionnel" lezende". En
weer dezelfde verheugde zijn lezers niet do
volgende mcdedeeling: „Ilij droeg ccn zeer
korte overjas en een pantalon in dezelfde
kleur." Hem zou men willen aanbieden
deze passage, getuimeld uil de pen van
Paul do Saint-Victor; „EIréohiel, dio als
Ics onaar benut een robuust kind voorover
gebogen als een earyatide, oh roof een der
gewijde verzen over. Ilij las niet één oog
en - lireef met het andere."
Thans een slijlwonder van Aimé Cirou.
„gedurende het door snikken onderbroken
verhaal, dronk hij do gebaren van den
verteller mol heide oogen io, terwijl zijn
vermoeide ooren de woorden inzogen."
Minder schuldig, m.utr wel grappig zijn
de bévues, begaan door ha est igo of onwe
tende vertalers. Een Diiil.-eh blad hovatte
eens een telegram uit Parijs, waarin werd
gemeld: „aan het hoofd van den stoet ging
ernstig en eerbiedwaardig burger Gorhil-
lard heleend in geheel Parijs." Dio kuiDio
bijzonderheid is overigens jui:,l!
Lijkkoets.
DE BALIEKLUIVER.
Hij slaat niet, hij zit niet.
Hij Joopt niet, hij ligt niet,
Hij hangt heel lui over de brug.
Zoo nu en dan gaat er
Omlaag naar liet walir
Iets bruins, en zelfs dat g;iat niet >g.
Hij kijkt naar ren vis chcr,
En altijd iets is er
Voor hem or» het wulcr te zien.
En zonder gedachten
Staat hij daar te wachten
Op och hij weet zelf niet op v.' n.
Heel zelden beweegt hij,
Zooyiu en dan veegt hij
Zijn smakkende pruunlippen af.
Bij arbeid zwartgallig,
Mijdt hij steeds angstvallig
Dc moeheid, want werk vindt hij - f.
Zoo nu en dan kijkt li ij
Eens om, n dan blijkt hij
Verbaasd ova r wat hij dan ziet.
In zweet en gehaastheid
Te werken, is dwaa-hcid;
Ilij luiert cn pruimt, anders nb i.