assesïsSlfesTssKS X IJ. Als niet anders wordt aangegeven .-ft in deze. weck iedere H. Mis Gloria u (.redo en de gewone Prefatie. ZONDAG 1 Augustus. Tiende Zon- ,L- na Pinksteren Mis: Gum a ui are m. 2o gebed van Sl. Pctrus- jj.wulcn: 3e v. d. 11. Paulus; -ie v. d. II.II. xcven Macbabeesche Broeders, Martelaren, l'ivfalie v d. Allerheiligste Drioëenbeid. kaalste Evangelie van St. Petrus. Kleur: Groen. Wat wij zijn en bobben danken wij n:e-, jooals de trotse tic Pharizcc. r meent (Evangelie) aan ons zeiven, maar aan den f.rien Geest, die Zijne gaven uitdeelt zoo- als Hij wil Epistel). Daarom aan God alle eer en glorie (Alleluja-vers). Ons pas sen de nederige gevoelens van den tolle naar In liet bewustzijn onzer schuld, doch het hart vcrtïouwvol lol God verheven, jnoeleu wij ons heilig Offer brengen (Of fertorium) Want dan alleen verwerven ivij ons Gods barmhartigheid; maken wij ons deelgenoten van de hcmelsche goede- jon (gebed); geven wij glorie aan Gods II. Xaam (Stilgebed) en maken wij ons of fer tot een offer van gerechtigheid, dat (iod van ons zal aannemen (Conmntnio). Als de tollenaar gaan wij dan gerecht vaardigd jiaar buis en God zal de afge laden hulp (Graduale en Postcommunio welke wij iederen dag noodig bebl>en, ous jjiet onthouden MAANDAG 2 Augustus Mis v. d. H. 'A 1 p li o n s u .s M a r i a d e L i g u o r i o, bisschop, Belijder en Kerkleoraar: .Spiri tus Domini, 2e gebed v. d. 11. Stophanu,-., Paus en Martelaar Kleur: Wit. In Franciscanerkcrken: W ij d i n g van de Patriarchale basiliek van e 11. M a 1' i a ter Engclo n v a n P o r t i u n c u 1 a. Mis: B e a l u s. 2e gebed v. d. H. Alplionsns; 3e v. d. II. Slcphanus (alleen in stille H.II. Missen) Prefatie v. -5. Allerheiligste Maagd (invullen: En U op het feest). Kleur: W i t. Te Napels geboren, werd dc II Alphon- eus, na volbrachte studiën, uit gehoorzaam beid aan zijn vader, advocaat. Om de gé- varen, waaraan hij zijne ziel zag blootge steld, onttrok bij zich .aan dat beroep, werd priester en slichtte do zoo bekende Congregatie v. d. Allerbeiligsten Verlosser (Paters Redemptoristen en zusters Ro- demptoristinnen). Alphonsiis stierf in hoogen ouderdom als Bisschop van St. Agatha der Got her* Om zijne buitengewone verdiensten voor de christelijke zedenleer verhief Paus Pius IX hem tot Kerkleeraar. DINSDAG B Augustus. Vinding y a n d e n H. S t op ha n u s. M is: S o d o- runt. 2c gebed A Cunctis; 3o naar keuze v «1. priester. Geen Credo. Kleur: Rood. Na langen tijd verborgen te zijn geweest •werden, op goddelijke, aanwijzing, door een «teren priester Lueianus, nabij .1 lm gevonden de heilige lichamen v. Slephanus, eersten Martelaar en v; toaliël, Nicodcriius en Abibou. WOENSDAG 1 Augustus. Mis v Do mi n i c u s. Belijder: Os Jusli Credo. Kleur: W i t. In Franciscancrkerken: Peest den H. Vader D o m i 11 i c u s. lu medio. Sequens. De II. Dominicus is de stichter van ug Orde der Dominicanen of Predikbeereu. Hij stichtte zijne orde tot bestrijding der ketterijen van zijn tijd. Groot was de vriendschap tusschen den heiligen Domini cus en den heiligen Franciscus van Assi- tiê Uit piëteitsvolle vereering voor dio heilige vriendschap tusschen hun heiliger, vader en den II. Dominicus noemen de Franciscanen Dominicus ook hun „Vader. DONDERDAG Augustus. Feestdag van 0. L. V r o u w ter snco u w. Mis: Salve (de Mis ter eere van Maria van Pinksteren tot den Advent). Prefatie d. 'Allerheiligste Maagd (invullen: En U op hel feest). Kleur: Wit. la dc vierde eeuw leefde er Ie Rome eer rijk en godsdienstig echtpaar, dat kinder loos gebleven was. Hunnen rijkdom he- iiieefldon zij aan werken van liefdadigheids Groot was hunne godsvrucht lol de If Maagd. Zij dachten er aan iels grao'scli d. II. Ga- 1. H. Geen Mis: ter core van Maria tol -tand te brengen en vroegen gedurig aan Maria hun te doen weten wat haar het aangenaamste zijn zou. In den nacht van 4 op 5 Augustus werden zij begunstigd met cene verschij ning van Maria, die hen beval cene kerk to houwen daar, waar den volgenden dag de grond met sneeuw bedekt zou zijn. In die dagen zetelde Paus Liberius op den Stoel van Petrus. Hij was terugge keerd uit zijn ballingschap en liep met liet plan rond om op een der zeven heuvelen, waarop Rome gebouwd was, oen kerk to houwen. Dio heuvel was de „Esquilinus". Evenals die echtgcnooten kreeg ook Paus Liberius boven vermelde verschijning. Den volgenden dag nu bleek, dat op den psqui- lijnsehen heuvel werkelijk een groote boe- veelheid sneeuw gevallen was. Paus Libc-- rius bouwde, met de geldelijke hulp van die twee echtgenootcn, dan ook daar de kerk ter cere van Maria. VRIJDAG 6 Augustus. Feest van dc g o d a a n t e v e r a n d o r i n g des H e, e- ren op den berg Thabor. M i s: 111 u x e r u n t. 2o gebed (alleen in stille 1I.H Missen) ven den II. Xyslus en ge zellen. Prefatie van Kerstmis. Kleur: W i t. Schoon van gestalte is Hij (Christus) koven allo menschcn. Bevalligheid ligt uitgespreid óp Züno lippen. (Kerk. Get.) ZATERDAG 7 Augustus. Mis v. d. IJ. Caj claims, Belijder: Os Jusli. 2c ge bed v. d. 11. Donatus: 3a voor den Paus. Geen Credo. Kleur: W i t. in Franciscanerkcrken: M i s v. d. Z.Z. A ga t h ange,lus en Cass jan us, Martelaren; Salus autcm. 2e gebed v. d. II. Gajelanus; 3c v. d. II. Donatus; 4c voor den Paus. Kleur: Rood. De II. Ga je tan lis zotte Christus' woord: „Zoekt eerst het ltijk Gods en zijne gerech tigheid" in daden om. Hij stichtte do Orde der Theatijuen, die allo zorg voor het aardschc afleggen en leven van de vrijwil lige gaven der p/doovigen. Do II. Bisschop en Martelaar Donatus wordt aangeroepen als Patroon logen liet onweer. Lisso. ALB. M. KOK, pr. voorap en naast den chauffeur de wille georganiseerd. controle uit, een Eucharistisch Triduüm En de welsprekende Pater Borrcmacus was de ceremoniemeester, die drie dagen lang de zieken toesprak over den zegen en de vertroosting van liet lijden. En do zieken baden en zongen, schrei den ook, maar nu niet moer om hun smart en leed, maar van geluk cn ziclevreugd, dm him in de::c dagen geopenbaard was geworden. Dc priesters der stad gingen tusschen hén rond om hun naar het wóórd van den Apostel Jacobus de handen op tc leogen in den naam des II reren, opdat ?ij behou den blijven. Veertig liefdezuster.-: en wereldlijke ver pleegsters hadden zich vrijwillig aange meld om in deze dagen de zieken te ver plegen en behulpzaam l.* zijn. Broeders van barmhartigheid hadden zich bij haar aangesloten om bet zwaarste werk te doen. Dames vau de .St. Klisabelh-vercenSging waren in prooien getale opgekomen om huishoudelijk hij te slaan. En heel de katholieke burgerij deed ijverig mede om d'-ze dogen voor de zie ken lot blijde uren van vertroosting en vreugde te doen worden. Particulieren hadden hun auto's afge staan om de zieken te halen cn (e bren gen. Bloemisten brachten hun garven van frisscho bloemen om het altaar te sieren: lu kerk en pastorie waren overal buf fetten opgeslagen, die rijkelijk voorzien waren van verfrisschingen en verver.se.hin gen. Het theewater ruischte, de koffie geurde door dc kerk, in de tobben mot ijs lag hel verkoelend mineraalwater, limo nade, vcrschc melk. Het hccflijksto fruit lag or uitgestald, prachtige vleescbschotels stonden gereed, vlugge handen smeerden do honderden broodjes, en telkens kwam weer een loop jongen aan met een graag gezonden zen ding vcrschc gebakjes. Een wonderlijk, ongewoon schouwspel in een kerk, maar alles was verklaard door de blijde zon van naastenliefde cn barmhartigheid. (Jok andere intimiteiten stónden nu uiteraard in dc kerk. die wij hier nu niet nader zullen aanduiden, maar die wij bij groote festiviteiten ook wel in de groote Sint Pieter te Rome za gen. Alles in den dienst der kranken. Padvinders stonden overal gereed voor estafette-diensten en om de zusters en verpleegsters behulpzaam te zijn, en Pa ter Borromaeus prees hen. dat zij nog nooit zulken schoonen arbeid hadden ver richt. Den laalsten ochtend waren dc kranken van tien uur des morgens tot laat in den middag in de kerk hijeen, en dc gezichten straalden van geluk cn voldoennig. Deken van Hoeswijk had do II. Mis op gedragen. Pater Borormacus had de zie ken voor het laatst toegesproken en voor bereid tot do H. Communie. Beide priesters gingen do rijen laugs om den zieken het Brood des Levens toe te reiken, witte zusterkens kwamen daar na om hun met een koelen dronk hel slikken gemakkelijker (e inaken. Dan bad Pater Borromaeus do Geloofs belijdenis voor, cn vol overtuiging klonk door do kerk van de lippen dor kranken bet kloek belijdende „ik geloof" ook uit den mond van sommigen, die uit leed en teleurstelling om zware liehaamsbeproe- ving soms in geen jaren meer aan lr.m plichten hadden gedaan. Met blankgekleede bruidjes voorop trok nu de plechtige Processie het kerkgebouw door en dan ging Deken van Heeswijk el- ken zieke afzonderlijk zegenen mot het Allerh. Sacrament. Pater Boromaeus stond weer hoog op den kansel en deed onder do zegening de ontroerende aanroepingen, zooals wij die \an Lourdcs kennen: ..lieer, spreek één woord, en ik zal weer gezond worden!" „Jezus, Zoon van David, onfferm u onzer!" 'lieer, dien Gij lief hebt, is krankP' En onderwijl zingt bet koor „Paree po pulo" en „Rcx Glementissime!" De zieken beffen biddend bun handen omhoog, de toeschouwers vegen ontroerd hun opwellende tranen weg, do mannen op de ligstoelen houden hun bleeke han den voer liet schokkend gelaat. Dit is wel liet heilig uur der genade, der zoetsic vertroosting, van blijde berus ting. Dan volgt de laatste zegening en dc plechtigheid is- voorbij. Het Heilig Sacrament wordt uit de kerk gebracht, eu andermaal gaat nu dc die nende liefde rond langs de zieken. Zij worden gelaafd met fruit en limo nade, met koffie on broodjes, mot thee en gebakjes, en alles wat liefdadig Rotter dam heeft samengebracht. Iedere zieke krijgt ven bouquetje versche bloemen van bet altaar, en een missie- kruisje en ten gcdachtenisplaat aan deze dagen van geluk ea zielcvrcugde. En ik zelf wordt door de zieken aange roepen om toch vooral namens hen allen in de krant dank te brengen aan Deken van Heeswijk en Pater Horromacus voor dt onvergetelijke zieïefcfist der zieken. Aan de zusters enverpleegsters, cn de dames van Sint Elisabeth, uie hen dezer dagen met zooveel liefde hebben verzorgd. Aan kapelaan Schiphorst, die zoo uit stekend hot zif-koiivervoer heeft geleid. En van alle kanten komen de dankbe tuigingen los. Er is geen godsdienst", zegt er ccn, „die zooveel troost aan de z eken biedt als dc katholieke." „Wanneer ik al die zieken rond mij zie", zegt een lamme, die al tien jaren aan zijn stoel is gehouden, „dan twijfel ik of ik door O. L. Heer wel voldoende word beproefd." En als dan de zusters met haar sterke armen de zieken weer voorzichtig opbeu ren om hen naar de auto te dragen, dan zegt een klein uitgeleerd vrouwtje: „Och zuster, 't heeft geen baast, laat mij nog maar ren poosje wachten, ik kom thuis toe') maar weer op m'n stoeltje te zitten." Nog een laat.'bi dankbare blik wordt ge worpen op het l'.oogc altaar in liet gou den licht, met dc feestelijke bloemen, en 'den gloed van tapijten en gewaden, van waar hun dezer dagen zooveel geluk en zaligheid is toegestroomd. De kerk heeft weer ccn nieuwen glans toegevoegd aan wal abbé Moigho ren.sd.ee- keilde als „les splendours de la foi." TERUGKEER. Rustigjes gleed liet lokaaltje 'l nietige stationnetje binnen, Fred Bergen streek even door zijn haar, trok zijn valies uit het net en liep snel over liet perron naar het voorplein. Even keek ie om zich heen Niemand die hem kende. Ook allemaal vreemde gezichten voor hem. Stil-prui- mend kwam een witkiel op hem af, wenkte toen met do hand. Da's goed, zei ie in gedachten. Hij moest nog oven bekomen van zijn Verbazing: niemand aan den trein om hem af tc halen. Hij had 't zich zoo feestelijk voorgesteldde heelo familie uit den om trek aan den trein. Enfin, de band was ook 6lappcr geworden in den vreemde. Al leen moeder had in twintig jaar dat ic in Australië had gewerkt, tot den laatsten keer dat ic op do boot ging, geschreven. Of io voorzichtig zou wezen enzoovoort, precies of io d'r kleine Fred was dio haar angsten aanjoeg als ic op dc tram sprong. En moeder woonde alléén en werd zeker oud dat ze niet gekomen was. -r- Wil meneer niet een taxi? wenkte een bestuurder. 't Is een half uur meneer zeker, wees de kruier nog eens, niet waar Willem?' Ik weet 't wel te liggen, Klaarbcck, zei Fred, ik hen er geboren, en ik loop altijd, da's gezond. Dc kruier knipoogde even legen zijn ka meraad en schoof achter Pr cd aan. Met een taxi zie je zoo weinig, zei Frcd. Kom naast, me loopen wenkte die.. Ben ie ook een Klarcnbeekorï Nou cn of zei Willem dc kruier, een beetje trots, u ook? Ja, lachte Frcd, dat had je niet ge dacht hé, van wien ben jij d'r één. Ik ben een zoon van Burger, dc porder. Dc porder... dc.. por., der., keek Fred vreemd. Burger., dc por. .der her baalde ic nog eens in z'n eigen, ik kende wel cene Burger,, een kruidenier op don hoek \un de Schapcnslccg. Ja dat was mijn grootvader. En je vader kwam toen toch in de zaak meende ik, deed Frcd luchtig terwijl ie voelde dat T bloed hem naar het ge- zielit- steeg. Ja, maar dat ging ook zoo, maar va der, hier gezegd lustte 'm nog al en zoo.. A, ja, ja en toen ch. rischto Frcd. De zaak was op 't lest niks meer hé. zei Willem, moeder naaide d'r later bij mar ze kon 't toch niet bolwerken cn vvo móesten de boel verknopen. .Ta, ja, knikte Frcd, die drank, ch.. je vader is nachtwaker dus. Die is dood méneer, zei Willem. Zwijgend liepen ze voort, om 't pijn lijke to laten weg\loeien. Frcd keek naai de landhuisjes, dio hier cn daar in 't groen schuil gingen. Holland kon toch zoo mooi zijn! De. heerlijke natuur deed hem wel dadig aan. 't Was of zijn ziel allen inzoog hij voelde zich jong. 't Leek of io weer terugging nu. Maar dan voelde ie het s^hrijnen als ic on zijn leven terug moest donken tot aan zijn jongensjaren., jonge ling. En die jongen, die naast hem voort ging, had die oude wond weer openge trokken. Hij was dus een zoon van Bur ger. Toen ie dien naam hoorde was 't of ie een klap in 1 el gelaat kreeg. En dat na twintig jaar! Ja, dat was dezelfde, die trouwde met zijn eerste liefde, dezelfde die met het. kas boek in de land zijn meisje bad inge palmd, omdat Lij over contanten kon be schikken. - Is ic dood, zei ic in eens weer dui zelig nog. Al twee jaar mommelde dc kruier, kende u mijn va der.' Frcd bezag do jongen van terzijde, dcezclde: Ja zoo'» beetje.. Nu ic 'm bezag, was hel <f die Henk Burger naast hem liep, do grijper van zijn levensgeluk. Het. bruiste in hem van opko menden haat, maar dat dood-zijn stilde dat alles. Bi; I cl smalle bruggetje, dat tccgrng gaf lot het stadje, bleef ic even slaan, keek over 1 et water. De kleine vervallen huisjes die in zijn jongensjaren al leken weg-te zak ken, stonden er nog. Een vrouw gluurde boven de diinjro gordijntjes. Vreemd, vreemd, hij herkende niemand meer. Langs hem heen stapten moeders met kinderen; hij bezag ze nauw keurig of ic nog ouwe trekken kon herkennen. Bij de kerk, draaide ie zich om cn liep door de openstaande deur naar binnen. God zij dank, mompelde, ie. terwijl io zijn hoofd met wijwater* toekende. Hier was al les nog bij 't oude; cr was nog geen stoel verzet. Sint Joseph stond er nog juist- zoo roet do felle klcurigo papieren bloemen. Dezelfde altaarschel stond cr nog waaimco hij do Mis diende Als jongen. Willem bleef achter in een brecdo bank zitten dc koffer naast zich. Frcd knielde oven in een zijbank; hij was Onzen Lieven Heer trouw gebleven op zijn eenzamen le vensweg. Hij had hem geslagen, dat was waar, maar had het ook niet veel fouten uit zijn ziel gebrand? Was ie niet ceu groo- ter mensch geworden? Z'n ernstigo oogen sloeg ic op het tabernakel cn bud om Hem to smeeken hem door de branding heen to trekken die in zijn ziel woelde. Willem keek 'm vreenul aan toen zo weer in het kerkportaal stonden. Lief kerkje, zei die, den koffer op sjorrend. Stil stapten ze. toen verder door do nau- wo propere straatje waar dc menschen van weerskanten over «'.e horretjes heen- oogden. Hier woon ik, wees Willem naar con klein laag huisje, waarvan de deur open stond. Twco kleine penters lagen op do deurmat te spelen. Wim! schreeuwde «Ie kleinste met een rood gezichtje, over dc straat heen. Effc een handje geven, menocr, knik te Willem goedig cn droschlo 't gange tje in. Frcd bleef even staan op dc witte keitjes keek blij naar de kleinste die do pop toe dekte niet. een stuk gerafeld dweil: Sa je soofc sijn...'. soct slaapits doen. Achter in de gang piepte een dour open. Tenger vrouwtje met geruit schort dreb belde naar voren: Moet jc nog weg, Willem? Willem, handjes gevend, mummelend met dc kleinen, wees naar buiten: Meneer even wegbrengen, moedor. 7.o zag dc gong uit naar 't straatje, knikte toen vriendelijk tegen den vreem den heer. -—Lenazei Freil zocht.... cn schoot langzaam vorder.... 't. Was of ccn nieuwe wereld open scheurde. Heftig bewogen ging ie op buis aan. Bij do deur kroeg Willem een rijksdaalder. Kippen cndcugdsn. In voorjaar en zomer al.s do kippen flink leggen, dan komen vaak ook som mige ondeugden naar voren en do kippeu- houder schenkt er il.Hi meer aandacht aan, omdat ze hem dan sclmdo veroorzaken. Een tweetal ingekomen vragen gaven omf aanleiding om eens over do meest vóorkomendo ondeugden van hoenders te schrijven. Het leggen van w i n d o i o r e n To groote vetheid van kippen geeft aan leiding behalve dat zo weinig leggen tot een gebrek aan afscheiding van ka!k- sloffen van den cihiderwand. Do gene zing ligt hier voor do hand: vasten en dan vet-afzettende voeders te weren, als ma is, brood, aardappelen. Krnznlfdo trage kalk- afscheidhig komt b'j zeer jonge en hij oudo dieren voor; hij d ruk leggeilde hoenders of hoenders, die men door een sterk eiwit- voeder drijft tot het loggen van een aan tal eieren in zeer korten tijd, bij dio allo ia de kalkafsehciding hoewel normaal onvoldoende voor het groote aantal eieren. In al zulke gevallen voege men aan het meelvoer nog een extra portie voodcrkalk toe of melige men <r wal gemalen krijt doorheen; voor hoenders, die Ie straf leg gen, verminden: iaën In t i ivritgchaitc van het meelvoer. Soms komt In t leggen \un windeieren voort uit een organisch g' brok: oen chro nische ontsteking van eileider of baar moeder. Zulke dieren moet men slachten. E i r e n v r e t o n. Dal i.s een ondengd, dio hardnekkig bestreden moot worden, want deze liefhebberij wordt door do DINGEN DEZER DAGEN. WEEKREVUE. Daanije wordt gehuldigd. Wat heb je als publiek persoon toch een heikel an je kop. Niet dat Baantje nou wil zegge, dat ie wereldberoemd is, maai' het gaat cr locL »l aardig naar toe. haar kreeg ik van de weck een briefie tan nic vrind, do koinmesarcs van pclisio (au Amsterdam. Die zat in do nesle met geval van die snijer, die in Bussum die hand had overvolle en iLio vroeg ine of ik direk naar Amsterdam wilde kommc omrede ze zelf niet wiste of ze hem nou kaddc of niet cn nou mos Baantje der bij Jomme om die puzzel es effics op te losse. tje schreef die konimessares direk 'orug asdut ie ze cige niet sabbel mos ®ako, want dat het voor Daantjo een Peuleschil was om die snijer met een paar «Irikvrage te ontmaskere, maar dat Daan ije der eerst nog es met ze vrouw over joos l.on't'ereero omrede ze vrouw nogal hnii'g was in dio dinge cn ze met boeve- l«puis nogal goed kon omgaan. Ik wou der nog achter schrijve, „van- .*eL'cs der komaf' maar daar kwam ik tlpl un loc, om rede ik van me vrouw, die fclUcr me rug had staan lezen zoo'n wat- jdcou kreeg, dak dc lamp voor een Ihce- Lcli!.. anzag. U begrijp, toen heit Daantje niet gekon- ®r(x?rd niet ze vrouw omrede Daanije met 1 blauw oog al rijkelijk tevrede was. Ia Amsterdam heb Daanije de komnies- *r's effe uit de brand geholpe. Eerst heb Daantjo die snuiter gekonfrouteerd met een stelletje getuigen, wat een heelo dag duurde en onderwijl ging Daanije der een pakkc in een fijn café, waar ie voor het raam gezelc de hccle boel slikem af kon kijke. Op het eind kvvamme der zooveel ge tuigen, die mekaar allemaal legesprake, dat de kommesares zeivers niet meer wist wie getuige cn wie beklaagde was cn toen begon ie legen Baantje up to spele, dat ik de heelo boel in de war had geschopt. Nou u begrijpt, asdnl dat me eer lo na was cn ik heb de kommesaris dan ook meteen onder zc oog gebracht, dat ic dat spul dan maar zclvers alleen moest op- knappe en dal Daanije ze har^ider niet an vuil zal make. Wedde, dat zo nou niet bewijze kenne, dat ic het is, maar Daantjo heil in elk geval der an gedaan wat ie kon, ea die wnscht dus ze bande in onschuld, as het misloopt. Dat Baantje der toch weer popelairder door geworde is, getuigt hel feit asdat ze hem hij ze terugkomst in Leiden een reu ze ovaazie liebbo gebracht. Zoo, dat ik uit me gercseleveerdc koepee stapte doch Daan tje hij ze eige, Baantje daar is zoowat an de hand. daar mot je haring of kuit vail hebbe. Der stinge een massa mensche op het perron en ik greep al direk een stukkie pepier en oen potlood om een paar van die snuiters lo intervjoewe, dat is natuurlijk liet eerste waar je as sjoernelist au denkt. Maar niks hoor, zelfs Daantjo mocht er niet door en u begrijp, ik was eerst een tikkie in me wiek geschoten, maar zoo gauw ze me niet in dc gate krege of ze begonno te brulle van Levo Daantje; ik wier der totaal beduusd van. Toen kwam er oen meneer op mc af en die hiel een reuze spies. l)ie noemde mc de redder des Vaderlands, hij had hel over Mussolini en hij overhandigde met tenslotte een fijne krans. Toen hegonnc zo allemaal weer Ic schrecuwe cn droegc mc op derlui schou ders het perron af en hebhe ze Daantje zoo naar huis gebracht Mo vrouw was natuurlijk wel een slv.k of wat pietsies j(doers maar daar trok Daantje ze cige prosies niks van an. Daanije zee gewoon lege der, mensch word vliegeniesfer, dan ken je uit de hoog te op me neerzien. U ziel dus dat Daantje al aardig popelair wordt, 'overal beginne ze al ze hulp in te roepe. Daantje heb tenminste maar vast oen telefoon angeseliaft, al.s u hem dan nog es noodig bob, hel dan maar effics op num- mero 100, drie lijnen. DANIëL. PERSIFLAGES. Stijlbloempjes. Een Fran-rlie schrijver heeft een eolhv- lic aangelegd van beroemde „pataquès", alle even aantrckkelijV als bevreemdend. Wij zochten er enkele uit. „In een duel" aldus oen volles-schrij ver -- „eisclit de elementaire eerlijkheid, dat do twee tegenstanders op gelijken af stand worden geplaatst." H< t werd ge schreven mot dc grootst mogelijke oprecht heid! „De prinses arriveerde, voorafgegaan door haar gevolg". En: „do aanval deed het slof knarsen tusschen do tanden dor grenadiers in hel door de regens door weekte terrein"! Under deze heide enormi teiten prijken de namen van Scribe en Thiers. Heel goed is ook deze: „hij omhelsde haar in gedachten, alvorens liet luidkeels tc doen." De pen vail eon destijds zekere reputatie genietende tooneel-eritieu.s-: „Hier bereikte de prozaiscbheid baar hoogtepunt. Het ta lent dozer actrice is een inklflcsch, waarin men hel ontleedmes niet te diep moet ste ken, vreozende op don hodon slechts een koupje ascli tc vinden." Een académicien schreef: „liet paard ademde zwaar, bij (Ikon zweepslag boven- men.sehelijke pogingen doende om los te komen." Aan Sarccy danken wij deze parel: „in de slem van Mile. Marguerite Megade her kennen wij de lie ml barer moeder." Ponson du Terrail wordt door velen ge waardeerd. Ilij is de gepatenteerde uit vinder van „handen, koud als die van een slang". En hij schreef ook zonder blikken of blozen: „hij liep met heide handen op den rug, de „Gonstilionnel" lezende". En weer dezelfde verheugde zijn lezers niet do volgende mcdedeeling: „Ilij droeg ccn zeer korte overjas en een pantalon in dezelfde kleur." Hem zou men willen aanbieden deze passage, getuimeld uil de pen van Paul do Saint-Victor; „EIréohiel, dio als Ics onaar benut een robuust kind voorover gebogen als een earyatide, oh roof een der gewijde verzen over. Ilij las niet één oog en - lireef met het andere." Thans een slijlwonder van Aimé Cirou. „gedurende het door snikken onderbroken verhaal, dronk hij do gebaren van den verteller mol heide oogen io, terwijl zijn vermoeide ooren de woorden inzogen." Minder schuldig, m.utr wel grappig zijn de bévues, begaan door ha est igo of onwe tende vertalers. Een Diiil.-eh blad hovatte eens een telegram uit Parijs, waarin werd gemeld: „aan het hoofd van den stoet ging ernstig en eerbiedwaardig burger Gorhil- lard heleend in geheel Parijs." Dio kuiDio bijzonderheid is overigens jui:,l! Lijkkoets. DE BALIEKLUIVER. Hij slaat niet, hij zit niet. Hij Joopt niet, hij ligt niet, Hij hangt heel lui over de brug. Zoo nu en dan gaat er Omlaag naar liet walir Iets bruins, en zelfs dat g;iat niet >g. Hij kijkt naar ren vis chcr, En altijd iets is er Voor hem or» het wulcr te zien. En zonder gedachten Staat hij daar te wachten Op och hij weet zelf niet op v.' n. Heel zelden beweegt hij, Zooyiu en dan veegt hij Zijn smakkende pruunlippen af. Bij arbeid zwartgallig, Mijdt hij steeds angstvallig Dc moeheid, want werk vindt hij - f. Zoo nu en dan kijkt li ij Eens om, n dan blijkt hij Verbaasd ova r wat hij dan ziet. In zweet en gehaastheid Te werken, is dwaa-hcid; Ilij luiert cn pruimt, anders nb i.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 13