i ONS MODEBLAD. I Van zijn middagmaal zijn poolen moest af likken; is 't niet ouwe, Martin? En loon de beer zoo zacht als 't hem mogelijk was een gebrom (ol bevestiging deed hooren, ging do pastoor hem gauw- oen snee brood halen, die hij in ganzenvel doopte en zag met voldoening hoe deze verdween in den groolcn bek van den eer lijken zoolgangcr. Opeens echter weerklonk er een kreet snijdend, vreeset ijk waanzinnig! Hel was Ludivino, die op het loonecl verscheen!..1..1 HET VERTREK VAN DEN KOSTER door W i m S n i t k c r. Daar was een pastoor, die nog met zijn twee armen zijn heele parochie kon om vatten. Maar daarmee had hij dan ook zijn handen vol en lag de gansehe ge meente stijf aan zijn hart gedrukt! Omdat de Pastoor wist langs Gods wij zende vingors te zien, en steeds zoo'n paar simpele zekerheden van ieder menschen- levcn voor oogen had, on onthield dat het», hoewel van minder belang, toch ook van gewicht was, hoe een parochiaan in kren- len en meel grootgebracht, als wagenma ker of kuiper getrouwd en als rentenier tje begraven was, omdat de Pastoor dal alles bijeen in zijn grijs hoofd had, wist hij des Zondags juist van den preekstoel te vertollen, wat op dat eigenste uur noo- dig bleek, en wist hij ecu jongen of een meisje hij een ontmoeting op zandpad of keiweg juist te zeggen, waar zij vaak we tend en onwetend naar zochten, en wist li ij ook voor tijdelijke dingen hoer of burger beter tc raden dan zij zich zelf. Want wie 'ns zorg kreeg over zijn krenten, vergat wel eens Hem, die evengoed in zijn zuur- zoelig winkeltje als in Corinthc loefde, en een jongmenscb, die ook ijverig naar Gods vinger zag, moest de Pastoor soms too- non, waarheen nu van de tien juist Gods wijsvinger wees. De Pastoor kende voor ieder zijn waarde in gepaste verhouding van hemel en aarde. Maur De koster lag hem (och het naast aan het hart. Do koster was nog niet zoo oud, doch langer koster, dan de pastoor pastoor. Ook was hij vertrouwder met Onzen Lie ven Heer en do Kerk, dan hel Parochie- hoofd zelf, omdat hel zijn werk was da- gelijkseh het altaar op en af (e klauteren, Gods draagstoelen en tronen to dragen en te schikken als een ccrsto kamerdienaar van een vorst, omdat bij den weg wist: van kerkportaal tol apsis en van toren haan tol stofrooster. En van de menschen plukto hij. leek hel, het nieuws en de, ge ruchten uit de lucht; onder de plechtighe den, wanneer hij langs de banken moest maakte hij die uit hun houding en aan dacht het verband op en zoo kende hij ook al de gcloovigcn haast evengoed als ■do Pastoor. Hel spreekt dus van zelf, dat die twee beste vrienden waren! Do menschen echter schonken hun eer bied en vertrouwen natuurlijk alleen maar den Pastoor; de koster was maar «en bjjdcbande korkknecht, die bonte bloemen tusscben de kaarsen kon schik ken, zoo dat zij, en dus Onze Lieve Heer ook, hel mooi vonden en desnoods wist bij muziek uit bet koororgel te trekken, dat het althans geluid leek van bekende wijzen, waarmee de hoeren en de bur gers, en do Pastoor, om van Onzen Lie ven Heer niet te spreken, genoegen wilden nemen. De koster echter speelde het best zonder boek, -en wanneer er iemand mee zou galmen. Plotseling nu werd het gerucht gevon den, dat die koster zijn ambt en zijn dorp cn zijn Pastoor verlaten zou. Hij zelf hield de waarheid van dat fladderend nieuw tje nog een poos verborgen en zoo kwam '\ct, dat, voor hij besloten had het den Pastoor dan maar kort cn goed fe zeggen, 'deze al heimelijk angst en zorg droeg over 'de dwaasheid van 's kosters plannen. De troost, dat de koster wellicht een be vredigende reden voor zijn bruuske sla king zou aanvoeren, verdween allerzekerst toen hij den Pastoor vertelde, dat hij zoo maar voor hij wist niet wat, naar do stad loog en een heel verschillend ambacht durfde aanpakken. De priester, die te veel genoot van frank zonlicht cn open wind, was er do man niet naar om langs achter- paadjes en kromme weggetjes te komen, waar hij wezen wilde l)e oorzaak van 's kosters vertrek. Hij begon zijn vriend dan te ondervragen en ving met de ergste veronderstellingen aan en vroeg openhar tig: „Koster, woont er ginds een vrouw, die je niet naar het dorp volgen wil?" „Pastoor!" verweet de koster, en harte lijk voegde hij er aan loc: „Ik vind hel zelf ook wel hard om hier vandaan te gaan: maar...." Dat stond daarmee tenminste als een paal boven water! Do man voelde en wist, dat hij met het dorp en de kerk, den pas toor, hot orgel en hel altaar heel wat ging verlaten. En heel hot raadsel school nu in dat: „maar". „Maar", herhaalde de Pastoor, „ga je nu rijk worden in dc stad?" „Weet ik niet," zei de kosten onver schillig. „Ga je een avontuurlijk leven leiden?" vroeg de Pastoor ,,'t Is niet mijn plan", sprak de ander, „maar „Maar," herbaalde do Pastoor, „maar dit plotseling vertrek geeft Ie den ken!" „Pastoor", sprak toen vast do koster, ,.ik weet er niets van to zeggen, dan dat ik nog niet te oud bon om te weten, dat er achter de bosschen in de verte ook nog een wereld is. en daarom word ik bij dc gele genheid die mij 'n krantenberichtje en een brief van mijn hand geboden beeft, stede ling. En waar dat goed voor wezen mag, dal weel ik niet. Hel is een feil; en jammer voor ons beiden; en ik ga niet de kerk bier uit, 'om er minder goed van te worden!" De Pastoor vond dit vrij beslissend ge sproken. Het geheim, dat voor den herder ach ter deze verhuiziug slak, bleek dus ook voor deu vriend z'n koster een raadsel. En daarom verergerde de angst van den zor- gclijken man: „Zou de koster nu vollen vrede hebben met zijn plan!" Op een morgen in de sacristy daar viel zon op de gouwen, oud-bekende ka zuifels in do opengetrokken laden, vroeg nog de priester: „Koster, als je eens terug mocht komen, en er is een ander op jouw plaats, zoodat ik je niet kan helpen „Ik kom niet weerom," zei de and<jr; zijn oogen stonden waterig. Op een avond: „Koster, weet je nu wel zeker, dal je langs Gods pad blijft gaan?" „Dat weet ik zeker. Pastoor!" ant woordde do koster, en li ij zuchtte verdrie tig: „Kijk, wat komt de maan mooi in den toren slaan!" „Waarachtig", zei dc Pastoor wanho pig; hij stopte zijn lange pijp onder het heengaan en bromde duidelijk van zich af: „dat mis je man, in de stad, cn nog zoo veel andore dingen.." Hij droeg de rest mee de serre in. Toon kwam de morgen van het af scheid. Eigenlijk was dat den vorigen dag ge vierd. Een nieuwe koster loerde het werk uil dc Iaden van de sacristie. De Pastoor zat aan het ontbijt. De oude koster bleef nog een uur voor het vertrek. Hij stom melde de wenteltrap naar het koor op en doorschouwde vandaar nog éénmaal de kerk. De Godslamp brandde het laatst en even vroom van zijn olie; de zon schermde in do ruimte met lichte degens door de ra men gestoken en toen hij omkeek was 'l den koster of hij voor het eerst een paar fijne trekken speurde in het donkere grootse!)? Godsbeeld van de bonte ven sterroos. Toon sloeg de koster het blad van 't harmonium open, en tastte hij er wat met z'n vingers naar zijn herinneringen: de toetsen tikten en piepten. Door eén scheef- trokken kerkvenster kwam hol koeren van pastoors tortels. Het was toch een wonder mooi leven, dal hij verliet. Maar omdat het waar was, dat hij ging met de beste bedoelingen en dat hij wankel noch kreupel langs Gods wegen verder trad, gelijk tol dan toe, daarom zal hij opeens op bet bankje en drukte hij zijn knieën logen de pedalen, zoodat hij met vol spel het machtigste ge luid, dat hel orgel geven kon, tegen de gewelven van de kerk nog rijker en jui- chendcr sloeg. Hel lied barstte het ge bouw uit cn vlinderde over bloesems van perelaars en jonge bloemen de tuinkamer in, daar de Pastoor liet ontbijt en de krant nam. Toen de koster zijn lied als een fluit uitzong, stond de Pastoor bij de commu niebank, en hegeep deze van hem, dat. li ij weemoedig, maar met blij vertrouwen heen (rok en in Gods Wil. De Pastoor wist, dat de koster niet meer verdrietig of als bedelaar om oude gunst terug zou ko men. De nieuwe koster giste zich moe, waar om de oude met zoo'n: „Te Deum" af scheid kon nemen, en door wiens plage rijen hij verjaagd mocht wezen. Een paar jaar later kwam hij toch terug stadsmensch geworden met ruimer manie ren: li ij hield zijn sigaar tusscben zijn vin gerknoken, vroeger met de toppen van zijn vingers; hij had een scheiding als een voor in het haar, dat vroeger bros en nooit rechtop stond: hij droeg bruine schoenen, waarom de oude bekenden hem hij z'n aan komst direct voor lichtzinnig scholden. Hij was losser van tong en rapper van ant woord, maar zijn voorhoofd stond nog ef fen en zijn oogen klaar als die van een waarlijk wijs kind, als 'l Kindje van Praag En kinderlijk had hij zijn ouden gnlhar- ligen Pastoor om Hem den volgenden dag de H. Mis te mogen dienen. Dien avond daarop zou hij met zijn enkel valies ver der gaan om ergens als kloosterbroeder in te treden, „misschien wel", laclittc hij luid „als broeder-koster". En de Pastoor dacht aan het lied met do open registers, toen de koster zelf niet bevroedde, waartoe hij naar de stad toog. „De Tijd". HOE WEN ELKAAR VOOR DEN GEK HOUDT. Uib het Ëngehseh door Mary. Ze was bezig zich netjes en zorgvuldig Ic klecden voor het bal bij de Havcrtons, en toch met een zekere zenuwachtige ver strooidheid. Hu en dan stond ze stil, in gedachten verzonken, dan klemde ze haar tanden op elkaar en voor een oogenblikje ging zc haastig verder. Het was blijkbaar niet gemakkelijk onf' een heel tooneel van verwijt en minach ting voor zichzelf hardop te zeggen en te gelijkertijd liet kruï-golvend haar van een bobbed-kopje in de smalle banen van een baarkam te leiden. Maar ze maakte zich zelf wijs, dat een volkomen vertrouwen in haar eigen optreden haar den noodigen moed zou geven, als het oogenblik daar was; en Jat dit oogenblik vanavond ko men zou op het bal bij de Ha ver tons, dat stond bij haar vast, als een paal boven water. Als er ooit een man slrat verdiend had door de hand zijner vrouw, dan was liet stellig wel Ashby Eldon. Hij had onver geeflijk gehandeld. Ze had hom voor het eerst te Nice ont- moctv in 't begin van den winter. Ze was daar met een ziekelijke tante. Hij was daar zoo maar voor zijn plezier en gaf haar tc verstaan, dat hij de broeikasten- lempcratuuur van een vervelende Londcn- sclic wereld van etiqette was ontvlucht, om zijn ziel in louter zonneschijn te baden. Hij praatte over personen cn zaken, alles precies in den vorm. Hij was beminnelijk, ging met smaak gekleed en had een zeer kort geknipt dons boven de lippen, waar omheen een betooverepdc glimlach van vermoeidheid speelde. Hij had haar overladen met kostbare bloemen. In 't begin kwamen deze bloe men niet een los kaartje. Daarna kwam het kaartje in een verzegelde enveloppe cn stond er een toepasselijke aanhaling op van den een of anderen Franschen of Duilschcu dichter. Ten slotte kwamen de bloemen zonder een enkel woordje; zc droegen hun opdracht in zichzelf en als hij zag, dat ze er 'n paar takjes van op haar japon had gestoken, dan had hij haar wel eens even in de oogen gekeken en haar hond ccn ondeelbaar oogenblik langer vastgehouden dan juist noodig was uit en kel beleefdheid, o, hij zeido haar op- hon derd manieren zonder 't onder woorden te brengen, dat zij in zijn oogen eer. be koorlijke vrouw was en dat hij wist, dat zij 't wist. En nooit een toespeling op zijn verloving met die Miss Trevors, nooit een enkel woord. Als hij er niet toevallig over gespreken liad dat Lady Haverton zijn tante was en zij bij haar terugkomst uit Nice niet erg veel moeite had gedaan om veel met Lady Haverton cm te gaan en toen het gesprek op Ashbv Eldon bad gebracht, dan zou zij tot op den dag van zijn huwelijksaankon diging zijn voortgegaan, zich alle moge lijke illusies tc maken. Dc tijden waren, Goddank voorbij, dat. vrouwen maar in stille moeten lijden. Ze had over dit the ma juist deze weck een frappant artikel gelezen in 't een of ander tijdschrift. De vrouw Ss niet. langer dc prooi van den man, ze is zijns gelijke, zijn mede dingster en vanavond zou ze dat bewijzen. Ze zon vond voor haar meening uitkomen, eerlijk zonder weifelen. Ze doorleefde van tc voren elk onderdeel van het gesprek. Hij zou bij den ingang van de balzaal staan als zij kwam. Ze zou hom voorbij gaan. Hij zou haar aanspreken, zc zou kalm verwonderd haar wenkbrouwen optrekken cn op ijskouden toon antwoorden. Maar hij zou zijn naam op haar bal boekje schrijven en als zijn dans aan de beurt kwam, dan zou ze met. hem gaan zitten, zwijgend ou zc hem naar een kamer voeren, waar niemand was, het kleine bou doirtje achter de serre. E;i danIIoc zou ze hem treffen met haar wapen van minachting en afkeer. Ze zou hem laten voelen, hoe 'n ellendeling hij was. De scherpste woorden schenen haar nog 'n on voldoende straf, als ze cv aan dacht, hoe hij haar had kunnen doen lijden. Het was louter toeval, dat ze liaar hart niet aan hem verloren had. louter toeval. Waarom vertrok haar gezicht in den spiegel zoo, toen ze dat zeide'? Zc zon het nog eens zeggen en ze zou het hardop zeggen. Het was het zuiverste toeval, dat ze niet ver liefd was geraakt op Ashby Eldon. Hij had er genoeg zijn best toe gedaan. Hij was een gemeene kevel. Ja, dat was hij. 't K-in haar niet scheien. Dat was hij. Hoe lcelijk staan iemand voodc oogen! Ze ïr.mcn alic bekoring weg van bleeke wangen. Waarom was zij zoo dwaas ge weest om haar rose zijdje voor vanavond le kiezen? Och, wat kwam het er ook op aan, al wou ze haar nachtjapon aantrek ken? Wat een nare wereld. 't Was er vol bij de Ha verlens. Elf uur en hij was er nog niet. Ze danste veel. Half' twaalf en hij was er nog niet. Ze bleef ook dikwijls zitten. Half een en hij was er nog niet. Ze was le vermoeid om zelfs le gifo Zij moest naar huis. Goeden nacht, Lady Haverton, Qn verrukkelijke avond. Ja, ze voelde zich een beetje vermoeid' lachen. Nogmaals goeden nacht en zij weg naar dc trap toe. Hcmclsche goedheid Daar kwam hij aan langzaam, zelfbewust op zijn oude ma.' nier. GauwWat zou hij nu dadelijk het eerst zeggen och wat dan toch,... His, Feardon! een onverwacht genoegen! 't Was of haar verstand beneveld werd Ze nam zijn uitgestoken hand aan Cii sloeg haar oogen even neer.Toen keek zc hem aan met een vriendelijke glimlach, juist zooals liet in de uitgaande wereld behoort. Geheel verschillende gewaarwor dingen overstelpten haar, onbewust O, u bent dus weer terug in den maal. stroom, Mr. Eldon «lie heerlijke oude maalstroom Ja! Een flauwe schijn, dat hij zich niet op zijn gemak gevoelt, bedierf ziin gr- woonlijk zoo volmaakte vormen."L. Ja, ik ben juist geretourneerd. Hoe vriendelijk' van dc mensehen om deze kleine scirées in dezen tijd van het jaar te geven; er is werkelijk eren betere manier om warm (e worden. En ik ben ondankbaar genoeg om al weg le gaan. Er is dezer dagen zoo veel te doen is '*t niet zoo? Maar U hebt voor mij toch wel een woordje, voordat TT weggaat? Kom mede naar beneden en laat ons samen drinken op de -herinnering aan dat heerlijke, ver rukkelijke Xicc. Enik heb een nicuwt- je. L'w engagementen ik vergat TJ ge luk te wensclien. Hij haalde diep adem. Hoe dom van mij, vervolgde ze, maar werkelijk zooveel van mijn kennissen hel> ben in den laatstcn tijd dien gewichtigen stap gedaan, dat ik cv heelemaal mee in dc wav raak. Ts uw aanstaande, hier? Neen, tot rniin spüt niet. Tot m ij u spijt toch zeker. Enfin, dan heb ik nog iets om naar tc verlangen, Goeden nacht Mr. Eldon en mijn beate wensclien voor uw toekomst. Daar is mijn chaperone; ik moet weg. Ze wuifde even luchtig met dc hand* Er kwam een trek van verwondering cn te- leurstelling on zijn gelaat. En toen slaak- te, hij een «liepen zucht van verlichting, toen hij dc balzaal binnenging. Een gelukkig toeval! Maar toch had ik gedacht, dat ze 't anders zou hebbes opeenomen, zei hij in zich zelf. - En zij reed naar huis. Toen ze echter ii haar eigen kamer was cr over nadacht, wat ze van plan was geweest te zeggen en. wat ze gezegd had, toen begreep ze, hoe men elkaar in deze wereld voor Men gek houdt; en zij schreide. DE MODES. door JI. IJ e v v\ a r. De meisjes waven gereed om e'«> partijtje te gaan. Alle droegen sjaals, nl was het ook niet duidelijk waarom; z<Jo moeien dienen ter bedekking of ter be scherming, konden zij ze moeielijk md opzet zóó hebben opgehangen, dat zij noch bedekken, noch beschermen konden Maar toen Father Timothy Casey onver wacht aan liet bekje voor het huis ver scheen met een opdracht voor haren va der, den president der St. Yincenlius-Vep eeniging, sehudden de meisjes de room kleurige bekleedsels uit en lieten ze don dubbelen dienst verrichten, waarvoor n Ja als sinds onheugelijke lijden ontwerpen zijn. Dat deed Retla denken aan iet.;, wal zij in het Katholieke Weekblad bad gelezen en als Rel la aan iets dacht, moest zij bet zeggen pf barsten. I BESCHRIJVING DER PLAAT. No. 422. Keurige sladsjapon van kasba ju dc bekende naturel-tint. Men zou baar ook robe-manteau kunnen noemen, want zc is van voren door raiddel van een groot aantal drukknoopen geheel open te maken Dc enkelvoudige kraag is staande le dra gen; zij mag ccnigszins openhangen maar moet dientengevolge met een kleurige zijde worden gevoerd voor zoo ver de bin nenkant zichtbaar komt. In do heupen zijn grootc vierkante stukken met dubbele zoom ondergezet waarbij in liet onderste gedeelte van den zoom de stukken welke de zakken vormen, worden opgenomen. Dc losse ceintuur wordt met ccn knoop ge sloten die dezelfde kleur beeft als de voe ring van het kraagje. Hoed in de kleur der kasha of der veering: kousen licht beige, schoenen als voering. I No. 423. Zomerjapon van wille en bonl- geblocnido mousseline. Do laatste vormt hel grootste deel van den rok zoodat al leen de mijddenvoorbaan wit blijft. De ge bloemde ondereinden der mouwen zijn aangezet: dc (cckening geeft nauwkeurig' den vorm dezer stukken aan De mouwen eindigen op manchetjes welke heel origi neel met een gestrikt lintje gesloten wor den. Ken zelfde sluiting zien we aan den bals waar do enden van de gebloemde sclioiiderstroolc bij elkaar komen. De cein tuur make men van ripslint in de kleur van do gedrukte bloemen der mousseline. Kousen rose en schoenen wit linnen of leer. No 424. Ecu lief kinderjurkje van ge bloemde cretonne, met een bijbehoorend broekje, eveneens van cretonne doch in «ffeu tint welke overeenkomt met die der gedrukte blocmmoticfjcs. De halsopening PATRONEN NAAR MAAT tl 1.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar fl 0.75. Papieren patronen op maat ge maakt, kunnen onder toezending van het bedrag besteld worden aan Paper Pattern Service, Parkstraat 70, Den Haag. De maten op tc geven volgens onderstaande t eek en i n e. heeft over de borst een klein sluitstrookje mol parelmoeren knoopjes. Rechts op het voorpand een klein rondgeknipt zakje. Het kraagje, de manchetjes en dc klep van het zakje van dezelfde slof to maken als bet broekje. No. 42.1 Japon voor meisjes van 8 'of 10 jaar, waarvoor als stof een bleu wollen travers met witte mouseline of crêpe gor get te voor liet onder Ic dragen vest met mouwen. Het rokje is geplisseerd terwijl de taillenaad bedekt wordt door een rond loeren ceintuur. In het zelfde rood maakt men van zijde een strikje dat even uit het kraagje le voorschijn komt. Manchetjes met een omslag: alle knoopjes rood. Kou sen rose en schoenen zwart of blauw. No. 426. Chique ensemble van japon met cape. Beiden zijn van grijze kasba. De rok heeft van boven een 10 o.M brcede strook groene kasba en is met inbegrip dezer strook rondom van platte plooien voorzien. De ceintuur is lus en sluit op drie slofovertrokken knoopen. Dc bals opening wordt niet de sluiting od ue borst met een groene strook gegarneerd. Knoo pen stofovertrokken. De mouwen zijn lang en nauwsluitend. De cape heeft een .al rulkraagjo met vorbindingsstrookje 8 sluiting, terwijl de beide voorste zoo'1*® met een rand groen gegarneerd woi»f£ deze rand heeft op regelmatige afsiniw® over dwars ingeplooide strookjes. Pö met groene zijde tc voeren. Hoed van passend of groen vilt, kousen rose schoenen groen, bruin of beige.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10