BIS MODEBLAD.
r ,,\Vee8 toch' zoo ongeblazen niet. Maak
je niet grootcr dan je bent. Jc haalt maar
vier cn eventig cn een halvcn duim. Hier
staat hel."
„Zoo? Nu, als het daar slaat.... Het
is mij om het even."
„Spoedig zal het je niet meer om het
©ven zijn."
Mijnheer de burgcmeesler van Hammels
wald trad nu, met het dagblad in do hand,
tot vink bij den als een kaars zoo recht
staanden Lecuwrik, en zette de inspectie
voort.
„Harennaar het grijze hellende.
Zeer juist. Voorhoofd hoog cn vrij.
Strijk die krul daar van voren eens weg."
„Dat zal niet gemakkelijk gaan, meneer
de burgemeester! Ze in mij te veel naar
beneden gegroeid."
„Doe, wat ik je gebied, en si ijk weg,
ezel
„Als meneer de burgcmeesler het be
veelt
Nadat Leeuwrilc, niet zonder tegenkan
ting van de zijde zijner in het wild ge
groeide haren, het voorhoofd eenigzins vrij
gemaakt had, herhaalde do burgemeester:
„Het voorhoofd vrij. In orde. Tanden
beschadigd", vervolgde hij, al lezende,
„doe je mond eens open."
Lecuwrik gehoorzaamde, cn vertoonde
tweo rijen goed geconserveerde landen.
„Ha, zoo! Je hebt zeker jc gebit onlangs
laten opknappen door dien land-kunste
naar, dio hier doorgereisd is? Dc vent wou
me ook wat aansmeren, maar dat lukte
niet."
.Mij cok. Maar ik paste wel op, dat hij
er niet aankwam."
„Hoe groot is hot aanlnl van uw tan
den?"
„Van boven zestien, en van onder zes
tien stuks; samen twee cn dertig."
„En volkomen gezond? Alle?"
„Op een na, de achterste benedenkies
van onder is een wcinigjo los." 0
„Derhalve toch beschadigd. liet is juist,
volkomen juist.. Verder: Gogen grijs
blauwachtig. Neus lang cn spits."
„Neen; de mijne is wel lang, maar gc-
gcbocheld."
„Ongetwijfeld een drukfout. Gelaats
kleur bleek. Zeer juist. Bijzondere kentec-
kencn: gecnc. Niet waar, je hebt geen bij
zondere kenteekenen?"
„Zoo ver ik weet, neen."
„Derhalve ook gecnc kenteekenen. Juist
zoo, geen twijfel meer. En om niet als
Leeuwrilc bij het rooven gesnapt te wor
den, heb je den naam P-cpmcijer aangeni
men."
De burgemeester van Hammelswald, die
de laatste woorden half in zich zelf ge
sproken had, kreeg nu eensklaps een ge
zicht als van een kalkoenschen haan, dien
men een rooden doek voorhoudt.
„De gestrenge heer burgemeester meen
de zooeven, dat 'k een ezel was."
„Ja, dat ben je nog daarenboven; maar
in hoofdzaak
„In hoofdzaak?...- Dat weet ik niet."
„Jc bent eenroovcrkapilein?"
„Een roovcrkapilein?"
„Niets anders."
„Maar dan zou ik toch ook geroofd moe
ten hebben?"
'„Dat heb je immers ook, slang! Jc bent
in Tippelskcrkcn uit dé gevangenis gebro
ken
„Ei? Maar ik ben immers gedurende ze
ven jaren niet builen Hammelswald ge
weest?"
„Zcelc maar geen uitvluchten. Hier is het
bewijs. Hier staat het zwart op wit. Het
signalement is als voor je lijf geschilderd."
Leeuw? ik bleef, ondanks dc zeer beleedi-
gendc insinuatie van den burgemeester,
zeer gelaten. De beschuldiging kwam den
ecnvoudigen eerlijken man zoo reusachtig
voor, dat hij niet in staat was, die te be
grijpen of weerleggen.
Ondertusschen liep Tobias op en neer
om wat uit te blazen, en verkoelde zich
het gelaat door met zijn groolen zakdoek
te wuiven. Hij overlegde met zich zelvcn,
wat cr voor het oogenblik met den mis
dadiger moest worden aangevangen. Ein
delijk had hij zijn besluit genomen.
„Je bent gearresteerd, Leeuwrik!"
„Maar, gestrenge heer burgemeester! wie
zal mij dan arresteeren, daar ik dc eenige
dienaar ben,, en cr geen andere voorhan
den is?"
„Alzoo arresteer jij je maar zelf en kan
jij je voorts aan het landsgcrecht te Tip-
pclskcvken uitleveren."
„En als ik nu onderweg eens ontvlucht?"
„Dan moet jij ie zelf weer achterhalen.
Je stoat me met jc hoofd voor jouw per
soon in. Jc bent een beëedigd gerechtsdie
naar; dat weet je immerB?"
„En wat moet ik het landsgcrecht te Tip
pelskcrkcn zeggen?"
„Je zult zeggen, dat het. mijn waakzaam
heid gelukt is, den gezochten ronvor op te
sporen, welke hierbij volgt. Dan laat je
jouw figuur protocollceren, en zovgt vervol
gens, dat dc vijftig gulden bclooning zoo
spoedig mogelijk hierheen gezonden wor
den. Hot. overige zal zich wel vinden."
Toen Lecuwrik daarop in zijn onschuld
nog eenige vragen deed, welker beantwoor
ding het denkvermogen van Tobias Klotz
vele moeilijkheden veroorzaakte, werd het
edelachtbare opperhoofd van Hammelswald
ongeduldig.
..EzelDoor mijn wijsheid ontmaskerde
misdadiger! zoo jij je niet binnen een uur
op weg naar Tippelskerkcn bevindt, zal je
ondervinden, wat het zeggen wil. met een
\ertoorndcn burgemeester van Hammels
wald tc doen te hebben."
„Nog slechts één vraag, gestrenge heer
burgemeester!"
„Welaan! Maar als jij jc hoofd lief-
hebt, dan geen tweede."
..Hoc zullen uw geliefde onderdanen een
nieuwen gerechtsdienaar krijgen?"
„Daarin zal mijn wijsheid voorzien."
De voor dc onderdanen van Hammers-
wald bezorgde Leeuwrilc werd hierdoor
volkomen gerust gesteld, en begef zicli op
weg naar Tippelskerkcn.
Dc dag was heet, de weg lang. Toen
Leeuwrik aan ccn bosch kwam. dacht Lij
„Tippelskerkcn zal niet weg loopen. Hier
wil ik wat uitrusten." Hij zette zich op
zacht mos, onder dc schaduw van 'n ouden
beuk neer. Een gerust geweten is een
zacht oorkussen. Nooit ondervond
Leeuwrik dc waarheid van deze spreuk be
ier, dan juist op dit oogenblik, toen hij
zich uitstrekte, om eens op zijn gemak na
te denken.
„Wat zoudt- ge gedaan hebben?" vroeg
hij zich zelf: „geroofd? Kletspraat!....
Maar hieruit kan men toch zien, dat ook
zelfs mijnheer de burgemeester van Ham
melswald tussehenbeiden wcleeus een bok
schiet. Ik kan moeilijk gelooven, dat de
Tippelskcrkcrs hem de vijftig gulden zul
len uitbetalen."
Terwijl Leeuwrik aldus filosofeerde, werd
plotseling achter hem een eenigzius ver
dacht physionomie zichtbaar, die uit het
kreupelhout rondzag, en het terrein scheen
te vcilcennen. Toen de man. aan wien die
physionomie behoorde cn dien wij, om
dat hij uit het bosch kwam, Nimrod zullen
noemen den vreedzamen wandelaar ge
waar werd, trad hij naar voren, en nam
zonder eenige plichtplegingen Daast
Leeuwrilc plaat aHet cene woord lokte het
andere. Spocd'g werd men met elkaar ver
trouwd.
Lecuwrik, goedhartig en zonder erg als
liij was, hield zijn zending niet lang voor
zijn nieuwen bekende verborgen, maar
deelde integendeel het doel daarvan spoe
dig mee, hetgeen Nimrod zeker zeer grap
pig voorkwam: want hij barstte herhaalde
lijk in luid gelach uit. Te gelijk vond hij
gelegenheid, eenige andere bijzonderheden
omtrent de huiselijken omstandigheden
van den verstandigen heer burgemeester
van Hammelswald in te winnen. Met waar
genoegen scheen hij te vernemen, dat To
bias Klotz niet onbemiddeld, doch daarbij
ook zeer gierig was, en het bespaarde geld
nooit uitzette, uit vrees voor het springen
der banken, maar het op zijn slaapkamer
in een ouden ijzeren pot bewaarde.
Leeuwrilc moest nog veel verhalen. Nim
rod kon bijna niet voldaan worden. Einde
lijk dacht Leeuwrik echter aan opslaan.
Nimrod was bijzonder aangedaan. Hij
drukte den gerechtsdienaar herhaalde ma
len de hand en bezwoer hem, dat zij za-
men vrienden moesten worden. Leeuwrik
achtte zich door deze vriendschappelijke
gezindheid ten hoogste gevleid.
„Maar, alvorens wij scheiden," zei Nim
rod, „moeten wij onze ringen wisselen, op
dat wij een aandenken aan elkander mo
gen hebben."
„Ik draag geen ring," bekende Leeuwrik,
„toen ik met mijn vrouw trouwde, gaven
wij elkander een stuk zilvergeld in de
plaats van ringen."
„Dat is jammer!" hernam Nimrod, „in-
tiieschcn heb ik daar toch een heerlijken
Inval." Daarbij viel zijn blik op
Lecuwrik's versleten pet. „Wij zullen
oöze pelten wisselen!"
Lecuwrik verstomde over zulk een bc-
langclooze vriendschap. Hij waagde het
nauwelijks zijn blik naar Nimrod's mooie
pet a. la Némours op tc slaan.
Maar dat gaat immers niet,'' zei hij oot
moedig.
Na herhaalde tegenkantingen van
Leeuv.rïk's zijde, die zijn eergevoel geens
zins tot oneer strekten, had dc pettenruil
plaats. Opnieuw word daarbij eeuwige
vriendschap gezworen. Nimrod verdween
daarop in do struiken, en Leeuwrik wan
delde, met de pet a, la Némours op liet
hoofd, naar Tippelskerkcn
Na ruim zes uren nagedacht te hebben,
was de burgemeester van Hammelswald
tot dc overtuiging gekomen, dat hij dwaas
gehandeld had. Hij had Leeuwrik niet zoo
hals over kop aan den rechter moeten over
leveren. Ten minste had hij den gerechts
dienaar zoo lang moeten houden, tot diens
plaats weer vervuld was. Want Leeuwrik
was tc gelijkcr tijd bediende van den bur
gemeester, en dientengevolge zijn rechter
hand.
.,L"at- de dienstijver mij cok zoo moest
verblinden!" zei hij bij zich zelf, terwijl bij
naar een sleutel zocht, cn dien maar niet
kon vinden.
Het begon reeds te schemeren, en zulks
verwekte nieuwe bezorgdheid in Let ge
moed van den achtbaren man. Zonder ern
oppasser in zijn huis te hebben, durfde bij
het niet eens wagen, naar het gewone
avondgezelschap in dc herberg te «aan.
Dat viel hem zeer hard.
Terwijl hij nog met zich zelf in twee
strijd was, of hij uitgaan, dan wel thuis
zou blijven, werd er aan de deur geklopt.
Mijnheer Tobias Klotz was wel niet bang;
maar een kleine rilling kon hij toch niet
onderdrukken r dat kloppen klonk hem
zoo verdacht in de ooren.
Er werd nog eens geklopt, de deur ging
open, en mijnheer Nimrod dezelfde, dien
wij ontmoet hebben, trad binnen.
„U moet vooral de complimentei) v:
mijnheer den landrechter uit Tippclsker-
ken hebben," begon de binnengekomene
zonder veel plichtplegingen „en hij laat u
wel vriendelijk bedanken: de zaak is in
orde."
Tobias Klotz ademde aanstonds veel rui
mer, toen hij dezen offieieelen groet ver
nam. en deed een schrede naderbij.
„Met wien heb ik hel genoegen
„Ik ben eerste gerechtsdienaar van Tip-
pelskerken. Teneinde hiervan een gelegiti
meerd bewijs te geven, diene deze pet van
Leeuwrik, welken ik den boosdoener zelf
heb afgenomen, toen ik hem in het hok op
sloot."
De burgemeester van Hammelswald, die
de pet herkende kreeg nu al zijn tegen
woordigheid van geest terug.
„Dus heeft mijn scherpe blik zich toch
1 niet bedrogen?"
„Neen, dc blik van mijnheer den bnrce
meester heeft niet gedwaald. Het gelieiu
landsgcrecht bewonderde uw scherpzinni-
he id."
„En de vijftig gulden?"
„Zullen morgen per aangeteokenden
brief gezonden worden. Tot zoolang zal jfc
mijnheer den burgemeester daarvoor nu-t
mijn eigen persoon borg blijven. Boven-
dien heb ik bevel, 0111 zoo lang ia
plaats van Leeuwrik te treden, todat dc/c
opnieuw vervuld is."
„Ik moet u bekennen," zei dc bnr-p.
meester, „dat mij daar een zware siecu
van het hart valt."
„Alle verplichtingen en bezigheden
den gevangene moet ik op mij nemen."
„Hoezeer ben ik mijnheer den landj.
rechter daarvoor dankbaar. Welaan
ik kan mijn hoofd dus gerust en zonder
zorg op liet kussen leggen?"
„Dat kunt u, mijnheer de burgemerv
ter."
„En na de vermoeienis en de hitte van
dezen dag mijn pijpje in de herberg gaan
rocken, terwijl gij intusschen het lui»
zult bewaken?"
„Dat spreekt vanzelf."
Na eenige minuten zag men den huree.
meesier van Hammelswald met haastig*
schreden naar de herberg stappen.
Sedert lang had het vernuft van Tobia»
Klotz niet met zoo helderen glans sr.
schitterd, als op dien avond. Zijn sobers,
ziend oog bii het attrapceren -.ju
Leeuwrik was het onderwerp der r.lge-
nieene bewondering. Met eerbied stallen
de HammelswalJcrs hun opperhoofd aan.
Dit eerbied steg tot geestdrift, toen Tobin
den ingezetenen burgers een halve ton
bier beloofde, zoodra de premie van vijf.
tig gulden door hem zou zijn ontvangen.
Men dronk op het welzijn van den schen
ker, schreeuwde „bravo!" cn „vivat!"il:.t
het een lust was om aan te hooren, en
bracht den burgemeester, onder het zin.
gen van vadcrlandsehc liederen, naar
huis.
-De waakzame Nimrod was nop: op; lij
ontving den met een zwaar liccfd terv.r-
keerenden Tobias met een voorkomend,
beid, waarbij de onhandigheid van
Leeuwrik in het niet zonk. Dewijl den
burgemeester, door dc lioera's der „goede
burgerij", dc becnen wat zwak, en kt
hoofd daarentegen wat zwaar geworden
wart, geleidde hem de gei eclitsdicnaar ad in
terim dc trap op, en bracht hem r.arr
bed. Spoedig daarop snorkte Tobias Kl./x
als een os.
Na een gezonden slaap van om.'icb
tien uurtjes, ontwaakte Tobias, on 't cc:
sle, waaraan hij dacht, was, dat liet bed.a
de gelukkige dag was, waarop cr vijftig
gulden bij hem zouden aanlanden. Hij
schelde, in do hoop, dat Leeuwrik's vont-
treffelijke opvolger verschijnen zou. In
tusschen verscheen er niemand. Hij schel
de nog eenmaal, tweemaal, driemaal. Ein
delijk verhief hij zijn stem, en daar liij
BESCHRIJVING DER PLAAT.
No. 420. Zeer fraaie, practische japon
▼an licht zandkleurig kaska daarbij
sportief van aanzien. Het rugpand is één
lang recht stuk. Het voorpand beslaat uit
twee lange zijbanen, con front en een mid-
denbaan voor den rok. Midden op hel
froDt plaatst men een strook voor de slui
ting (knoopjes in de kleur). De verschil
lende banen van den rok vormen onder
ling 4 stolpplooien. In de taille plaatst
men twee splitten voor zakjes. De mouwen
hebben een dergelijke sluiting als hel front
n.l. met een strook met knoopjes, ge
plaatst midden op een ingezet paneel; een
omslagje vormt het ondereinde. Kousen
licht beige, schoenen eveneens.
No. 421. Gekleed japon welke eveneens
als avondtoilet te gebruiken is. Als stof is
een teergroene zijden crêpe georgette aan
te wenden: dit maakt allereerst een een
voudige rechte onderjurk in dezelfde
kleur, doch van satin grenadine, noodza
kelijk. Het lijfje zit rondom strak en heeft
een booge taillelijn. De rok heeft een
groole ruimte, welke van boven regelma
tig bij elkaar gefronsd is; van onder is do
zoom in puntvormen geknipt. Bijzonder
fraai zijn de piouwen nauw om den bo
venarm en beneden met een vrij plotse
linge verwijding die van onder in een golf
lijn eindigt. Do geborduurde bloemmotie
ven op rok en schouders zijn uitgevoerd
in glanzende zijde van bijpassend groen.
Kousen rose en schoenen licht grijs (voor
's avonds bijpassend groen satijn).
Bovenaan de tcekening zien we een
drietal voorbeelden voor eenvoudige bor
duursels voor kinderjurken. Kleine rechto-
dicble rijg- en enkele kruissteken vormen
do moeilijkheid, die iedere moeder over
winnen kan. Do voorbeelden slaan elk
boven het jurkje, waarop ze aan te wen
den zijn. Het zal goed zijn deze eenvou-
digo steken ook op eenvoudige stof toe te
passen en als zoodanig zijn te noemen
cretonne, shantung, linnen, frotté e.d. Do
kleuren moeten frisch zijn: rose, jade-
groen, lichtblauw, citroengeel: men ver-
mijdo de modieuze halftinten bleu en bois
de rose. De borduursteken kan men, om
dat ze zoo simpel zijn, gerust in sterk
«prekendo kleuren maken, waarbij wol of
katoen als materiaal aan to wenden. De
jurkjes 1 en 3 hebben elk een apart
broekje van dezelfde stof, waarop even
eens borduursel wordt aangebracht.
LAATSTE MODE-BERICHTEN.
Midden-zomer hebben do couturiers wat
rust om tegen uen nazomer weer te wer
ken aan de nieuwe modellen, producten
van het vernuft en den geest der mode
ontwerpers, bestemd voor den herfst.
De Jaafsle mode-berichten hespreken de
cape-ensembles, de japon met lange, wijde
mouwen in ettelijke variaties
Het cape-ensemble doet veel opgeld, vcor-
al aan de badplaatsen. De japon onder het
cirkcl-vormige cape-je gedragen, heeft zoo
wel korte als lange mouwen.
De mouw is nog altijd do aandacht
waard. Allerlei modellen worden gezien, die
soms hevige contrasten van elkander zijn
cn niettemin allen „en vogue"' genoemd
vrorden.
De clochc-hoed, de baret en do breed-ge-
rande, zon-afwerendc hoed zijji overwe
gend in de mid-zomermaanden.
Zoowel stroo als vilt wordt gedragen en
ook zijde schijnt niet slechts als voorjaars
dracht bedoeld.
De handschoen heeft een fraai bewerkte
kap. Vele fijnere leersoorten worden ertoe
aangewend; voor de warmere dagen echter
veel zijde. De broderie op de kappen is
meestal van tegengestelde kleur, of, van de
kleur der handschoenen in een donkerder
tint.
net nieuwste op het gebied van sier
spelden voor den hoed zijn die van steen
tjes, welke do initialen van de draagster
vormen. Zij worden in een ronden of vier
kanten rand van rijnstcenen gezet. In jade
en in koraal worden ze het meest gezien.
Do nieuwste silhouette is als volgt: de
taille is meer blousenJ en naar onderen
toe wordt de rok nauwer.
Sommige mantels zijn geheel in den toon
van de nieuwe silhouette; zoo zag ik een
mantel van zwarte erfye, gegarneerd met
een broeden shawl-kraag van hermelijn cn
manchetten hiervan.
De manchetten omsloten nauw de pol
sen, terwijl de armsgaten I09 en wijd wa
ren en de schouders afhingen. Dc rug had
een V-vormige lijn, te weeg gebracht door
een ingezet stuk, van dezen vorm.
Bloemen worden zeer veel gedragen.
De natuurlijke bloem wint liet altijd van
do imitalie;bloem. Toch worden de laatsten
dikwijls geprefereerd, daar de natuur-
hloem spoedig verwelkt en óok soms Hek
ken op dc kleeding veroorzaakt.
FRIK.
NAAR BUITEN.
Zou hel nu nooit zomer worden, hebben
wij ons ongerust afgevraagd, als we door
onzo venstors het sombere spel van regen
en wind gadesloegen. Ja, wel kort zijn onze
zomers en het is heusch niet zoo ver van
do waarheid, de bewering, dat Holland ne
gen maanden winter cn drio maanden
slecht weer hoeft! Maar kom, zoo pessimis
tisch mogen we nic-t zijn en we zijn ook
heelemaal niet geneigd, die sombere bewe
ring voor waar te houden. Wij verwachten
stellig nog zomer te krijgen, volop zomer,
met lange, warme dagen en koele avonden.
Terwijl ik dit schrijf schijnt er een vroo-
lijk zonnestraaltje op mijn papier: alsof
het me een stile belofte wil doen: dat we
op dc zon nu voortaan rekenen kunnen.
Nu, ik hoop hel van harte cn zooveel weer
kundige ben ik wel, dat ik durf aannemen,
dat het weer ten goede is veranderd en de
temperatuur mi.der is geworden.
Dus nu van den zomer genoten, zooveel
we maar kunnen. "Wij zijn niet allen in de
gelegenheid naar badplaatsen, bosch of
heide te gaan om onze vacantïe door te
brengen. Velen onzer (de huismoeders
vooral) zijn zelfs niet in de gelegenheid
vacanlie te nemen. Het begrip: vaeantic
if. tegenwoordig echter genoegzaam tot een
ieder doorgedrongen en wij zijn er allen
zoo'n beetje door aangetast Een elk wil
zijn paar dagen van rust hpbben om zijn
verbruikte energie weer op te wekken en
zijn lichaam in heerlijk nietsdoen eens uit
te laten rusten. Toch zijn er nog o, zoove-
len die zich hot genot van een paar dagen
rust niet kunnen veroorloven. Er kunnen
Londcrde redenen voor zijn, die het wer
kelijk een bezwaar maken. Maar een dag
naar buiten gaan, ver van de rumoerig
heid der stad, één dag onverdeeld genieten
van de weldoende schoonheid der natuur,
kan toch eenieder.
De meeste ouders gaan in de vacanlie
der hinderen met hen uit. Het heerlijkst
genieten ze altijd in de onbelemmerde vrij
heid aan zee in de bosschen of duinen. Ze
moeten hun kleeding dan kunnen verge
ten: dezo moet hun door hun fijnheid niet
bij liet spel in den weg slaan.
Maar, zoolang dc vacanlie er nog i.h l is,
ga dan des Zuud;gs al vroeg mot '"'Ml
deren naar buiten. Neem uw oniki.;'. u'
lunch en zoo liet kan, ook uw midd.ijinuJ'
mee. (dat ge slechts op een spiritus-Jichv
te warmen licht) en ge zult zien, waj W
heerlijke dagen zijn cn dat in uw herinne
ring lang zullen blijven.
"Wie een foto-toestel rijk is, kan
dagen van-ccht-gonoegen nog langer
zijn geheugen houden, door ze op /oio's*
vereeuwigen.
Vóór dat men eindelijk op een mooi«n*
merdag huilen is, de geluiden der aa,B*
tot ons doordringen laat en de geuren n*
bloemen en gras in-ademt, wéét men w
hoe heerlijk het is een dag zonder hukf"*
(lelijke beslommering en zorgjes te zijn!**
als wij hel eenmaal weten, LegrUP
we niet waarom wij het niet eerder
daan hebben.
En weel ge. dat ook het-buiten-elen i
echt aantrekkelijk is? En vooral Let fi>'
dagmaal buiten gebruiken heeft z°0T
bekoorlijks, waar vooral kinderen z#
pïeizier in hebben. Er zijn in den 'i2D
van die gezellige pic-nicblikjes,
een volledig middagmaal zit voor éeRP
soon. j
Ik moet eerlijk hekenneiT dat daarin
voor mij een kinderlijk pleizier is. t
houd dier blikjes te warmen en buit»
verorberen. Buiten worden wij kir.J
hinderen! LiJM
PATRONEN NAAR MAAT
fl 1.00 per stuk.
Kir.iierir.aten tot 12 jaar fl 0.75.
Papieren patronen op maat
maakt, kunnen onder toezend
van liet bedrag besteld worden ais
Paper Pattern Service, Parkstraat
79. Den Haag.
De maten op te geven volgca
onderstaande teekening.