lazaret h gekomen. En Petrus had boot en toe! ten en schoonmoeder en vrouw laten gitten, en was met den timmerman mee tel rokken. Want die timmerman was God. Veel last echter iiad Jezus met zijnen Petrus. Gewillig en vinnig was hij genoeg, een echt haantje vooruit, maar zóó wan kelmoedig! Seffens den kop kwijl! Op 'nen nacht, als 't leelijk stormde en hij met zijn maten over de zee vaart, ziet liij Jezus afkomen al wandelend over de klotsende haren. Dadelijk schiet hij voor uit: „Heer, laat mij over 't water, naar U komen!" „Kom!" zegt Jezus. En Petrus .left zijn kleed op, en stapt als een groote de boot uit en 't water over.... Maar, jawoll De schrik kruipt in zijn lijf, zijn hurt is geen in.cn meer groot, iiij zakt de zee in, tol aan zijn knieën, tot aan zijnen nek: „Heer, help mij! ik verdrink!" Jezus trok hem boven en moest er mee lachen: „Gij kJeingeloovige! waarom hebt gij ge wankeld!" Op 't laatste avondmaal, als Jezus voor zegt dat nog dien nacht al de apostelen zullen gaan loopen, vliegt Petrus op: „Ik toch niet!" Jezus kcudc zijnen man: „Pe- trua, eer de haan tweemaal kraai, zult gij Mij driemaal verloochenen!" fn den hof der olijven konion de Jo den op Jezus af. Petrus trekt zijn lang mes, kapt er mee onder den hoop, en slaat den knecht Malchus zijn oor af „Steek uw mes in de schede!" zei Jezus... En loon Petrus zag dal het mocnens was, liep hij, do bcencn onder zijn lijf uit, en sprong den hofmuur over, het veld iu. In den latcu nacht komt hij weer, ge raakt het huis van Kaïphas binnen, op de werf, en zit met de knechten zijn eigen te warmen bij het vuurken. Hij is niet bang! Daar, een meid beziet hem in zijn gezicht cn roept: „Dat is er ook cene van Jezus!" En Petrus geraakt zijnen kop kwijl, en vloekt en zweert dat hij Jezus aleons niet kent. Jezus had hem ecus gezegd: „Gij zijl een steenrots, en op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen!" Een wankelbare steenrots! En toch.... Een klein veertig jaar la tei' woonde hij te Rome, en kon van daar over heel de wereld zien. In alle landen, in alle groote steden, zaten Christenen die in Jezus geloofden. Die had hij samen met zijn helpers bekeerd. En naar alleman, tot in de verste uithoeken der wereld, schreef hij brieven om dc Christenen aan te wak keren.... Hij had in T groot gcvischt. Maar den keizer slak het tegen, dat eeuwig prediken ovr Jezus. Hij liet Pe trus vangen, en hing hein op een kruis, mei den kop naar beneden en de heenen omhoog. Toen echter kende hij geen wankelen meer en was zijn hart van staal geworden. Hij zei niets, maar keek naar de hel blauwe lucht waar Jezus ook licen geva ren was. Totdat zijn oogen uitgingen en vol bloed schoten. Waar dat averochtscbe kruis stond, woont nu Paus Pius XI, de 261c opvolger van den vissclïcr. En die heeft nu drie honderd millioen Christenen onder hem, en schrijft zijn brieven naar de verste uit hoeken dor wereld. Een wever, die Paiilus. Hij schoot het schietspoel door do ketting, dat zijn ge touw hotste en schokte. Maar 's avonds zat }.ij hij den schijn van zijn olielampen in zijnen Bijbel te lezen over den Christus der 'Joden, die weldra komen zou. Een geweldige kerel was hij, die geen zwichten kende, voor niemand; met in zijn kop een koppel oogen 'lijk kolen vuurs, vaar hij de menschen dwars mee door hun 3ijf keek dat ze er aardig van werden; en van die rake woorden die ze omver sloe gen. Hij was naar Jerusalem gaan loeren, om van alles het fijne te kennen. Daar hoorde hij spreken over Jesus. Maar dan echoot hij in zijn vuur: „Wal? iemand die op een kruis geslorven was? Neen, dio kan de Christus niet zijn!" En hij hielp de Christenen mee slceni- gen, sleurde zo uit hun huizen naar do ge vangenis, en reed te paard hel laiul door. verre, om er van daar nog weg te sleepen. En plots! waar staal Jesus zelf voor hem, licht als de zon, zoo schoon als God alleen zijn kan. De felle Paulus valt van zijn paard en ligt daar, als een heel klein manneken: „Heer, wat moet ik loch doen?" En seffens slaat hij om, en predikt dat Jesus de Christus is, de wereld rond. Waar niemand gegaan was, ging hij; waar niemand dierf spreken, sprak hij. Meer dan de twaalf apostelen samen be keerde hij menschen. De Christenen zien hem doodgaarne en zouden hun oogen voor hem uitplukken; zij willen hem voor niet kost en inwoon ge ven, cn reisgeld voor de herbergen onder weg en op de booten. Maar hij is te fier om iets aan te nemen: in alle sleden waar hij komt verdient hij zijnen kost met we ven, en preekt 's avonds. Overal schier krijgt hij steenen naar zij nen kop van Joden en heidenen; de Joden wilhen hom vermoorden en 's nachts van hel schip af in zee slooten en verdrinken; wat kan hem dat schelen? Hij zal daarom niet. ophouden te prediken. Te Damascus wordl hij door de Christe nen 's nachts in een mand over den stads muur naar heneden gelaten, en trekI het veld door, naar elders; hij wordl op zijnen buik gelegd, en over zijnen bloolen rug ge- gocseld, dat hef bloed er afloopt, en hij ligt te lachen; hij wordt in het gevang ge stoken, met zijn twee voelen vaslge- xchoefd in oen houten blok en \s nachts zit hij te zingen dal de muren klinken; hij laat hooreii dat hij zijn beklag zal doen bij den keizer-, en 's morgens komen de over heden mpl hun hoedje in de hand hem vragen, dat hij als-'t-u-belieft uit de >ge- vangenis zou weggaan en de zaak maar uitlaten. Hij is geboeid op een schip, en wordl door soldaten bewaakt. Maar het stormt op zee, hef schip kraakt en zal vergaan. En lij speelt kapitein, doet iedereen eten om sterk te zijn, houdt de matrozen op bet schip, komt niet alleman heelhuids aan wal, en laat dan weer de boeien om zijn polsen aandoen. Maar gelijk Petrus wordl ook hij door soldaten huiten Rome geleid Zij doen zij nen manlel af mak^n zijn klcéd van boven los cn zijnen hals Idool Hij knielt op den grond voorover, met zijnen hals op een blok. Een soldaat Irekl zijn zwaard, zwaait het met heide handen en kapt: Paulus zijn I oofd rolt in hel zand; Paulus is bij Christus. -<»- En Ihans, schier in elke Mis, wordl in hel Episfel een brok voorgelezen uit de brieven van Paulus; en wie heilig vfil wor- den en Christus bovenal beminnen, leest nog de brieven die hij naar zijn Christenen schreef. WIL ME DOODEN!..!..? door Pierre 1E r m i t e. Hel was een van die moderne jonge meisjes, wit gepoederd mol de oogen zonder ideaal van een nulligheidfiosoof. Twee en twee zijn vier.Time is Money. Dezen kant uit. dokter!.... Ach wat zal u ze veranderd vinden, mijn arme grootmoeder! De dokter deed eenigc passen in de gang, die langs hel salon heendraaide cn kwam in de slaapkamer. Hot arme oudje kon niet meer spreken, in het bed, met haar gerimpelde huid, haar kleurlooze haren, hare lange verma gerde armen, deed ze denken aan een cnigekapteu boom. De lippen hadden die eigeuaardige kleur aan kankerlijders eigen. Met oogenblikken kromp ze ineen als on der de beet van duizend insecten die on zichtbaar haar levend verslonden.... Er is niets meer te doen dan gedul dig af te wachtenzeide de dokter na een vluchtig onderzoek. Waarom te wachten?.... antwoord de liet jonge meisje met een heldere maar klanklooze stem.... Ik begrijp u niet, juffrouw? Dit is wol boel eenvoudig.... Groot moeder is verloren.... zij lijdt onnoodig.. Zou 't nu heuscli geen goed werk zijn om haar uit haar lijden te' verlossen? Zachter, ongelukkig kind.... zij zou kunnen verstaan wal ge daar zegt.... O! ze denkt er over als ikl Heeft zij u dat gezegd?v Neen, maar daar hen ik zeker van. Met groote stappen keert de dokter te rug naar den salon en kijkt het jonge meisje recht in liet gezicht. Wat!.... liet is u juffrouw die zoo legen mij spreekt!.... Voor'wie houdt gn 1110? Aeb dokter!. Ik hen dokter, dat wil zeggen, iemand wiens eenigc bestaansreden deze is: dc zieken te genezen of hun leven te verlengen.... Wat ge me daar vraagt gaat den heul aan of don moordenaar!. Ik verzeker u, dokter.ik verwacht te heelemaal geen verontwaardiging. O ja!.... Ik moet 't heel natuurlijk vinden dat een jong meisje tegen me zegt: Omdat ik zoo dolveel van mijn grootmoeder 1 oud, kom ik u vragen zoo goed te willen zijn haar te dooden Grootmoeder lijdt onnoodig.... Ik neem de smart van haar weg....-» dat is alles!. En gij begrijpt niet dal, als een der gelijk princiep zou worden toegestaan ge dan den wettelijken moord in de samenle ving binnenhaalt?. Maar als er hij do zieke heelemaal geen hoop op genezing meer bestaat?.... Je maakt me diep verontwaardigd!.. Weet men ooit met absolute zekerheid dat ct hij een zieke geen genezing meer moge lijk is?. Ik heb een boer gekend die zijn razend geworden kind onder een matras wilde verstikken.... En hel kind is ge nezen. Men heeft nooit geweten hoe!.... En dan, als men 't recht heeft te dooden bij elke ziekte die niet genezen kan.... dan zou men alle tuherc.uloozen in den derden graad die nu kecle zalen van onze ziekenhuizen in beslag nemen, de kanker- lijders, de ongeneeslijkep, de lammen en de blinden!.weet ik wie nog meer van kant kunnen maken.... Waarom ook niet? Er bestaan nog andere ziekten dan de lichamelijke. Kr zijn krankzinigen die ongeneeslijk zijn: personen wier heele leven door een groote smart is gebroken. Zou men die dan ook mogen dooden; die allemaal?.... Waar zou dal op moeten uitdraaien?.Wal een prikkeling voor hen die niet lastig gevallen willen worden of die naar een erfenis smachten! Het jonge meisje meende hierop heel Verstandig Ie moeten antwoorden. Maar dokter, u heeft liet niet begre pen.... Men zou slechts dooden hen die_ daarin toestemden!.... Kostelijk!.... Men zon ze er zelfs ïoe kunnen brengen om er in toe ie stem men.... Ik ken een portierster waarvan do man, een gewezen sjouwer en cokosklop- per, aan do gasfabriek langzaam aan keel tuberculose wegstierf. Telkens als hij het brood sneed of om oen kopje theo ver zocht, schreeuwde zijn vrouw hem toe: „luiaard!je mist den moed, om je te gaan verdrinken in de gracht!" De onge lukkige, die vijftig jaar gewerkt had, ween de als hij dat hooien moest!.En werke lijk op een dag liet hij zich overhalen en wierp zich in het water.... Men moet da zieken dooden die er om vragen!! Dan zou mon zulks moeten doen hij nicrkoliek. bij violentd kiespijn! enz. -Dokier, ik zog T u nogmaals, ik ver wachtte niet.... O! Maar ik ook niet! Ik zie hier een kruisbeeld hangen.... Zijl ge soms Rooniseh?. Ja.zoo'n beotjt Dan vergeet ge dat er een uitdrukke lijk verbod bestaat: Ge zult niet dooden. Zelfs als men iemand onnoodig ziet lijden. Weet, juffrouw, dat er geen lijden beslaat dat nutteloos is!.... Geen enkel waaruit geen vrucht te trekken is! Geen waarin men niet een prachtig voor beeld van geduld kan geven aan hen die ons omringen!.... de smart is die kost bare munt waarmede men zijn entree-biljet moet betalen voor Hierboven: in navolging van den Christiisk Nooit heeft de kroon der overwinning gerust op oen voor hoofd, dan nadat l.ijden daaraan was voor afgegaan! Maar, enfin.... ik heli deze week gelezen dat men in Ohio een wet zal gaan voorstellen Oh! Juffrouw in Amerika!.... Do dokter nam zijn hoed op om heen 'e gaan. Maar in de hal keerde hij terug. Trouwens.... ik waarschuw ul.lv «Jvv grootmoeder is mijn zieke.Ik zal haar leven'verdedigen tegen oen ieder.... 'zélfs tegen u!.... Oh '1 is afschuwelijk te denken dat. men zoover komen kan.... Als ik merk dat mijn dosis morfine ver dubbeld is geworden.... dm klaag ik u dadelijk aan bij de Rechtbank.... En dat rustige kinderfiguurtje aanzien de.... die kalme trekken, waarin, als in 'n antiek beeld, geen spier bewoog 0111 ge voel of medelijden uil te drukken, wreef dc dokter met de hand over het voorhoogd en, de trap afdalend, zeide hij tul zich zelf: Wat een generatie krijgen we nu! Droom ik? Op welk tijdstip leven we!Twin tig eeuwen na Christus.... of twee dui zend jaren voor Ilem?.... Hel was een van die moderne jonge meisjes, wit gepoederd, met de oogen zon der ideaal van oen nuttigheidfiosoof. Twee en twee zijn. vier.Time 'is Money. OP BEZOEK Bii DE ZUSTERS ..DE L ENFANT JÉSUS'" TE YOKOHAMA door Ellen Forest. Naakt en kaal hood de Bluffroad een Yokohama op zijn slechtst. Wolkon rossig stof versierd mot stoffige oleanders en slordige, stofgrauwe camé- lias. Yokohama tegen den tijd der Nyabai geeft zich eerlijk over aan de vermoeienis van een heet jaar. Stof, niets dan slof, als de voorbode voor. de verschrikking die komen gaal, het sei zoen van don warmen regen. Toch, als go niet geheel en al veriijjTli wilt cn m luiheid ondergaan, zijt doerad, u tevreden to stollen met oen v» deling door zon en stof. Wie in Yokohjl geen auto heeft, moet kiezen: vadsig» den of slof slikken. Zoo ging ik dan op een middag *n v droeg een pak, iets dat me aile iJr*«. ontnam in de oogen <ier Japs die me te»T kwamen. Een Europeaan, die zich resn leert, laat anderen voor zich sjcuwon H» heb ik mo nooit aan al die dingen gosioori meer hechtend aan mijn gezondheid niet tegen luieren kail, dan aan het oo'r.W der geeltjes. De stof, dien dag, had gedaan wal k kon. Ze stond lussclien de muren der zen als iets compacts, iels tastbaar-:, 0n doorzichtelijks. Do anno, leelijke. 'u\\y woonde huizen der Europeanen liet |ir\' binnen, te ontmoedigd door jarenlange ca dervinding, om ook maar te trachten iiaij tegen te houden. Mijn neus, noodzakelijk wijs mijn mond, uit slappe moedeloos deden hetzelfde. Door haar. valcn waar de schaduw viel, sleepte ik me voon' naar mijn doel I.c Convent de Jésus Alles is moeilijk ie vinden op de Bluff die een samenstel is van smalle l.uun kronkelend als boosaardige slangen. In mijn doffe wanhoop, veroorzaakt Ju* de drukkende Oostersche hitte en do qüf maakte ik me niet de minste^illusie, 'i wel zoeken worden. Ge moet liet Oosten kennen, hot vom èqjile Oosten, om na te kunnen voelen wn; ik u vertel. Zon, stof, vuile, groote, karak- lerlooze huizen waarvan je er één meel •lebben, één uil de pl.in. 800. En niemand om iets te vragen en al- je vraagt 'n dof en moedeloos „waka- rimasen" fik weel niet). En dan loop maar of je eenwig loopen moest en in je ziel rijst een beeld, dat nooit tol zijn recht kwam en dat ge nu voor 't eerst ir. al zijn ellende en tragische moeheid orkeiti, de wandelende Jood. Iets van zijn ellende wordt de uwe, iels van zijn wanhoop is ook in u. En dan opeens een tuin en boomn uit liet verve land! Boomen zonder groote. sterke, volte bladen, zonder glimmend,-, storrende bloemen, boomen „van bij on:", omwaasd door de zachte groene teedcrli.-id die is, hun lente herleven. Even de oogen sluiten. Dan wéev ope nen. Brugge! «Gent? Waar. waar tocli i< de getrouwe copie hiervan? Moe, uilgppni, liet ik me op een bank neervallen cn koe» raar de lange, driekantige zuilengang), en liet do stilte in me druipen en genoot van het sioflooze, hier. Ik moet geslapen hebben cn ioon i't ontwaakte, was de dagdroom compleet. Rechts op" den achtergrond tegen do heli (grijzen muur toekende zich in verdoe zelde lijnen het decoratieve beeld van c non. Groot en 'slank gleed ze met vrome, rustige passen on me toe. Ze noemde kaar naam: „Soeur Saint Pierre". Soeur Saint Pierre de 1'EnfanL Jésus..] Dc zware slag van oen bronzen gong sl«?j uil een tempel der benedenstad lot oiif o; was als 'I ware de sombere hcgeleidiq van dien lichtenden naam, die den zoete») klank had van gefluisterde geheimenis? We spraken en ze noodde mij binnen O!1, dc koele verkwikking van de lange, pij# reine kloostergangen. Nonnetjes glcder voorhij mol Bedeesde knikjes onze a.ina righeid erkennend en dan nam Soeur Saint Pierre me m'ee, liet me zien wat er gedaan word. In oen groote zaal zaten kleine h- pansche meisjes, ze naaiden, borduurden, haakten en breiden. Het waren kleine Japansche incisie; - maar ze hadden dat wondere, dat ik no; rooit bij ec-n Japansch meisje gezien haA BESCHRIJVING DER PLAAT. No. 414. Keurig zomermanlelcostuum voor een jong figuurtje. Als stof kan men een wollen diagonaal weefsel in bois de rose lint nemen. De rok heeft van voren een aantal breede platte plooien, terwijl hij van achter recht en glad valt: hij is vastgezet aan een lijfje van dunne goed- koopo stof. De mantel heelt geen garnec- xing; hij kenmerkt zich door oen smalle revers mot kraagje. Dc mouwen hebben een kleine verwijding naar beneden, waar ze gespleten zijn en weer gesloten niet een dubbele knoop in bijpassende kleur. Men kan van dit costuura ook een z.g. eBsein- ble maken door toepassing van een rechte blouse van dezelfde slof of van crêpe de chine, in dc kleur. Zoo niet dan drage men er con gewouo witte blouse bij, doch een model dat over den rok gedragen wordt. Hoed van wit vilt, kousen rose en schoe nen grijs of beige. No. 415. „Pour la campagne" zouden de Franschen deze japon wellicht betitelen; en niet ton onrechte: gij kunt haar uitste kend in uw vacantie buiten gebruiken, hoewel ze ook als uw cTagelijkscho ochtend japon dienst kan doen. Als stof kieze men een dier talloozo kleurige zomcrweefsels van bedrukte toile dc soie, shantung of cretonne. Het kraagje en de donkere pun ten aan liet ondereinde van mouwen en rok zijn van bijpassende effen stof. Het voorpand beeft een split je op dc borst met dubbclo knoopsluiling van boven. De cein tuurband mo gespsluitïng overdekt den taillenaad van waaruit het rokgedeelle rijk geplooid omlaag valt. Kousen licht beige of rose; sclioeDeti bruin of beige. No. 416. Cretonne is een verrukkelijke «tof voor kinderjurken; we zien haar hier aangewend iu een rose gebloemd dessin tezamen met effe roscf voor een lief zo- mcr-uiodelleljc voor meisjes van ongeveer 4 lol 6 jaar. Met uitzondering van een klein splilje voor den hals (van hoven mei oen knoopje gesloten) is de achterkant gelijk aan den voorkant: dc stolpplooi}jes PATRONEN NAAR MAAT f! t.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar fl 0.75, Papieren patronen op fnaat'ff- maakt, kunnen onder toezending van het bedrag besteld worden aan Paper Pattern Service, Parkstraat 79. Den Haag. De maten op te geven volgens onderstaande tcekening van onder in het rokje, komen dus ook van achter. No. 417. Keurig tweedeelig costuum van rok met blouse, uit Ie voeren in witte en citroen-gele zijden tricot. De gele dient voor den rok, rondom gepliseerd en van boven verbonden aan een katoenen- of wasebzijden lijfje met schouderbandjes. De blouse, van de witte tricot, is van on der gegarneerd met gele banden hetzij tus- schengezcf, aangeweven of geverfd. In de onderste hand ziet men de spleten voor twee zakjes. Over de horst een split met sluiting van hoven; de halsopening wordt afgemaakt met een smal dubbel boordje met strik op zijde; deze laatste van onder te garnecren mot geel. Dc mouwen met flinke verruiming naar onder zijn even eens met gele handen versierd. Hoed in geel of groen vilt of slroo: kousen rose en schoenen grijs leer. No. 418. Elegant zomcrmodel, geschikt voor vacantie- en als sportief costuum voor den. ochtend. Als stof is licht groene shantung te gebruiken. Hel gepliseerde front is omgeven door een ruche en heeft over het midden oen vlakke strook met knoopsluiling (roode knoopjes). Een ruche l garneert eveneens hel kraagje cn de man chetten. Oi> iedcrefc schouder twee geslo ten stolpplooitjes, waardoor cenige ruim te over de borst ontslaat. Do rok heeft in liet voorpand 4 stolpplooien, waarvan er twee telkens een zakje insluiten: deze zak jes hebben een rood knoopje als sluiting; een groen loeren ceintuur gaat onder de driehoekige kleppen door. Sluiting der manchetien eveneens met roode knoopjes. Kousen rose; schoene grijs. No. 419. Eenvoudig costiuim van bois do rose zijdelinnen (toile de soie). Men doet goed dit model tweedeelig (rok en blause) te maken. Dc rok, rondom verbindt boud»- groepen pliscerwerk voorzien, men aan een kort lijfje met scl bandjes. Dc blouse heeft een spm®' knoopsluiling over de borst (kiioopj®? de kleur). Op den schouder aan wc'jf ten twee groepjes platte plooitjes, ruimte op de borst geven. De halsop<*j* heeft van achter als kraag een sjaal aangehecht, die lang naar vort'0 hangt. In het midden van het v0ö.rl)f!i borduurt men een vignet mot Baan»»* in dezelfde kleur zijde, terwijl meor.; boneden twee spleten voor zakjes JP®* worden. Kousen rose, schoenen M'#1,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10