J Leidsche Courant"
Tweede Blad.
binnenland
DE TUSSCHENPERSOON
Dinsdag 22 Juni 1926
Vragen van Kamerleden.
De tandtechnici.
Op de vragen van den heer Oud betref
fende de aan tandtechnici verleende bewij-
n bedoeld in het laatste lid van art. 10
j(r\vet van 24 Juni 1876, gewijzigd bij
ffet van 29 Juni 1925, heeft minister
Slotemaker cle Bruine geantwoord, dat 1(?
Juni j l. 156 bewijzen verleend waren,
nuiu'van 41 verleend krachtens beroep op
(Jen minister.
Van laatstgenoemde gevallen zyn IJ
tour 8 Maart 1926 beslist en 28 na dien
ilalum Naast deze 41 beroepsgevallen,
waarin "gunstig is beslist, staan 25 andere
,kroepsgevallen, waarin de ministor af
wijzend heeft beschikt; van deze 25 af wij
tman vallen 4 vóór 8 Maart lT)26 en 21
in 'dien datum.
De brief van de Ned. Mij. tot bevorde-
jiQ;r der Tandheelkunde van 16 April
1926 noemt in den aanhef drie gevallen,
waarbij de leeftijd niet in het geding is,
deze drie gevallen zijn beslist vólr 8 Maart
1926. In een bijlage noemt de brief 16 go-
nllen van personen, wier leeftijden ver
meld worden. Vermoedelijk bedoelt do
vraag deze gevallen. Of deze personen
vóór 10 Juni 1913 de volledige tandpro
these als beroep hebben toegepast, is in 6
tan deze gevallen uitsluitend en definitief
b ordeeld door den inspecteur.
Ia deze gevallen is dat oordeel steeds
vóór 8 Maart uitgesproken, al is het visum
«erst later verleend. Deze 6 gevallen be
treffen de tandtechnici Baak, Bruinsma,
de Groot, Hartogs, de Wever Sh Hessels,
wier leeftijd op 10 Juli 1913 resp. 18, 16,
20. 16, 20 en 19 jaar was.
Bi ij ven dus 10 gevallen, waarin de mi
nister ook het evengenoemd punt en wel
in beroep, bad te beoordeelen. Van deze
gevallen zijn 4 beslist vóór 8 Maart en 6
daarna. De eerste 4 betreffen de tandtech
nici Bolle, Endenburg, Mansseu en Visser
die op 10 Juni 1913 resp. 14, 20, 21 en 17
jaar oud waren. De beslissingen na 8 Mrt
betreffende de tachnici Goyarts, Heidens,
de Lang, de Soet, L. M. Son en S. Son,
wier leeftijd 10 Juni 1913 resp. 21, 16, 16,
21, 21 en 16 jaar was.
Aan deze cijfers voegt de minister ter
verheldering nog een en ander toe.
De wet stelt twee criteria:
1. De verzoeker moet vóór 10 Juni 1913
de volledige tandprothese als beroep heb
ben toegepast.
2. Hij moet een opleiding hebben geno
ten, die naar bet oordeel van den minis
ter waarborgt, dat hij bekwaam is voor de
I toepassing van de volledige tandprothese,
f Over de vraag of in een gegeven geval-
jan het eerste criterium wordt voldaan,
beslist in eerste instantie de ius; f ur en
in beroep de minister. Over de 1 lui
heid oordeelt de minister. Meen in-
ipecteur, dat aan het eerste criteriu. i niet
werd voldaan, dan wees hij het verzoek
af en besliste de minister in beroep, daar
bij tevens een oordeel uitsprekende over
de bekwaamheid, welk oordeel gegrond
werd op de overgelegde stukken, nader
verkregen inlichtingen en bet advies der
inspectie. Werd het beroep gegrond ver
klaard, dan verleende de inspectie bet vi-
ium.
Achtte de inspectie, dat aan het eerste
criterium wel werd voldaan, dan vroeg zij
het oordeel van den minister alleen over
de bekwaamheid. Luidde dat oordeel gun
stig, dan werd het visum verleend.
Niet alle aanvragen worden dus in alle
opzichten door den minister baslist.
Bij zijn optreden vond de minister eon
deel der aanvragen afgedaan, uiteraard in
de lijn van een bepaalde opvatting om-
Irent de toepasisng der wet. Toen hem
werd gevraagd, welke gedragslijn hij wil
de gevolgd zien, heeft hij zijn antwoord
vooral laten wegen, dat, als eenmaal een
bepaalde wijze van beoordeeling is aange
hangen in dien lijn noodzakelijk moet wor
den geacht, ter vermijding van willekeur
en van ongelijke bebaudeliug, uitsluitend
als gevolg van een ongelijken datum van
beslissing. Dat hij daarbij echter tot be
perking neigde, moge blijken uit het feit,
dat van 17 gevallen vóór 8 Maart in be
roep er 4 zijn afgewezen en er na 8 Maart
bij 49 beroepen 21 afgewezen zijn.
Uit het feit, dat hij de continuiteit bij
zjjn boslisisngen op den voorgrond moest
stellen en het geheel der uitspraken als
één doorloopende lijn zag en zien moest,
vloeit reeds voort, dat hij zich er niet be
paaldelijk rekenschap van bad gegeven,
hoeveel gevallen vóór en hoeveel na 8
Maart waren beslist.
Toen mr. Oud in de discussie de vraag
naar 's ministers persoonlijk aandeel iu
do beslissingen eenmaal had gesteld, verg
de hij een antwoord, en de minister stelt
er prijs op te verklaren, dat hij tot do op
dracht, om naar den datum der onder
scheiden beslissingen .onderzoek te doen,
reeds had besloten, eer hij 29 Mei uit de
bladen kennis nam van de vragen van mr.
Oud.
De uitkomst van dit onderzoek heeft
liern inderdaad verrast. Het bleek n.l. dat
een grooter aantal gevallen na 8 Maart in
de tot dien datum gevolgde lijn in gunsti-
gen zin was beslist dan hem tijdens do
interpellatie voor den geest stond, in ver
band met de onderscheiden afwijzingen,
die door hem geschied waren. Het doet
hem leed, dat on dhr den invloed dezer min
juiste voorstelling zijn rede iets anders
was gekleurd dan zij in het tegengestelde
geval zou geweest zijn.
Intusschen heeft een hernieuwde over
weging van de gebeele zaak, mede van do
gegevens, waarnaar de interpellate ver
wees, hem tot de overtuiging gebracht, dat
alsuog naar een wettelijke voorziening
moet worden gestreefd en hij heeft zich
dan ook gezet tot de voorbereiding van een
ontwerp, dat, naar hij verwacht, de Ka
mer spoedig zal bereiken. Indien dit ont
werp tot stand komt, zal de mogelijkheid
zijn verkregen om met een eenigszihs an
deren opzet der uitvoering toch het Boven
aangeduid gevaar van willekeur te ver
mijden en de onmisbare gelijkmatigheid
in de wetstoepassing te handhaven.
De Visscherijwet.
Een wetsontwerp-tot w ij z i g i n g
ingediend.
Ingediend is oen wetsontwerp tot nade
re wijziging van de Visscherijwet.
Aan de Memorie van Toelichting wordt
het volgende ontleend:
Het bepaalde in art. 1, lid 1, a en h,
waardoor de visscherij in de territoriale
wateren hij de kustvisscherij is ingedeeld,
wordt in beginsel niet juist geacht en geeft
bij de toepassing der wet aanleiding lot
bezwaren, zoowel voor de betrokken vis-
schers als voor de administratie, waarte
genover geen voordeelen staan.
De visscherij tech in zee, in an huilen
teiritoriale wateren, draagt in hoofdzaak
hetzelfde karakter Een groot aantal vaar
tuigen, die speciaal voor de visscherij .n
de territoriale wateren zijn gebouwd, vis
sollen niettemin geregeld vrij ver in zee
buiten de grens van die wateren.
De tegenwoordige indeeling van de vis
scherij in de territoriale wateren hij do
kustvisscherij heeft voorts ten gevolge,
dat de opvarenden van een zeevisschers-
vaartuig, dat een enkele maal ook in de
territoriale wateren visclit, op grond van
art. 12, lid i, van een consent voor uitoefe
ning der kustvisscherij voorzien zouden
moeten zijn, en dat bij de inschrijving van
visschersvaartuigen, tehuis behoorende in
aan zee gelegen plaatsen, moet worden
uitgemaakt, of zij als zeevisschersvaartuig
dan wel als zee- en kuslvisschersvaartuig
zullen zijn in. te schrijven. Op grond van
een en ander is het wenschelijk de vis
scherij in de territoriale wateren in te
deelon bij de zeevisscherij.
Aangezien het verder naar de tegen
woordige redactie van lid 1 sub b, twijfel
achtig is, of de visscherij, die wordt uit
geoefend op het Nederlandsche gedeelte
van de Eems waar dit onmiddellijk aan
•den Dollart aansluit en nog geen zeegat
genoemd kan worden, in wettelijken zin
wel tot de kustvisscherij is te rekenen,
wordt voorgesteld achter „Dollart" de
woorden „met het Nederlandsche gedeel
te van de Eems" in te voegen.
Voorts wordt buiten twijfel gesteld, dat
onder het begrip „visschen" ook valt hel
De Utrechtsche studentenfeesten.
Aan het officieele programma van de
lustrumfeesten ter viering van het 290-
jarige bestaan der Utrechtsche Hooge-
school is het volgende ontleend:
Vrijdag, 25 Juni: Roeiwedstrijden op de
Vecht tusschen Nieuwersluis en Loenen,
georganiseerd door de Utrechtsche studen
ten roeivereeniging Triton.
Zaterdag, 26 Juni: Eindwedstrijden van
de roeiwedstrijden (106 uur).
Zondag, 27 Juni: Tentoonstelling be-
treffendo de viering van de lustra van de
Utrechtsche Hoogeschool, ingericht met
medewerking van de vereeniging Oud-
Utrecht in het gebouw der Volksuniversi
teit. Officieele opening te 3 uur.
Maandag, 28 Juni: Plechtige opening
van de feesten. Te half twaalf begeven
zich de leden van het Utr. Stud. Corps van
het Janskerkhof naar het Centr. Station
om de reünisten af te halen. Van het sta
tion begeeft de stoet zich naar het Univer-
sisteitsgehouw, waar de Rector Senatus
Veleranorum de feesten met een toespraak
zal openen. Na afloop daarvan voortzet
ting van den tocht naar de Studenten So
ciëteit, waar do eerewijn wordt aangebo
den. Mainóe op do Sociëteit, te geven door
het muziekkorps van den heer v Ooslrum.
(iroot-Nederlandsche uitvoering van ge
wijde liederen in de Domkerk, door Goers'
Liederenkoor. Aanvang half vier.
Concert in den tuin van Tivoli, te geven
door do genie-muziek, 8 uur.
Dinsdag, 29 Juni: Thé-dansant in de
zalen van liet feestterrein, 3 uur.
Concert door het Utr. Dilettanten or
kest in het Hooglandsclio Park en door de
genie-muziek op hel Lucas Bolwerk, half
negen.
Openluchtspel Ichuation. Kwart vóór 10
Dinsdagnacht: optocht.
Woensdag, 30 Juni: Receptie van Zijn
Doorluchtige Hoogheid Uoremheb, bestuur
der beide landen van Egypte, enz. en ma
tinee musicale, 3 uur.
Galaconcert in Tivoli, te geven door de
leden van het Utr. Sted. orkest, 9 uur
Na afloop bal op liet feestterrein.
Donderdag, 1 Juli: Des middags optocht
Tweede opvoering van het Openlucht
spel.
Tooneoluilvoering in den Schouwburg
door de leden van het Utr. Studenten Too-
noel.
Vrijdag, 2 Juli: Vertooning van do Lus
trumfilm en matinée iuusicale op 't feest
terrein.
Bal en Kermesse d'Eté, 8 uur.
Zaterdag, 3 .luli: Volkspelen op liet
sportterrein Welgelegen, opgeluisterd
door de muziekvereenigiug Juliana. Half
twee.
Matinée on Kermesse d'Eté op het feest
terrein, 2 uur.
Concert, Kermesse.d'Eté en hal, 8 uur.
Onder het „feestterrein" wordt verslaan
de hiortoo bestemde gedeelten der gebou
wen van Jaar- en Handelsbeurs, alsmede
liet gedeelte van het Vredenburg, grenzen
de aan deze gebouwen.
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Een getal van 30 delinqucuton was
Maandag voor de Kantonrechterlijke vier
schaar van mr. Kloyn gedaagd.
Dan komt de stoute ooievaar..
J. de la B., uit Leiden, wiens vrouw
op zeker tijdstip in het Ziekenhuis ver-
um'.*, CL- til- le' ooievaarsbe-
zoek had gekregen, had in de vreugdevolle
stemming, waarin het vaderschap hem
liad gebracht, vergeten die uitbreiding van
zijn gezin aan te geven bij den burgelijken
stand.
Als getuige werd gehoord een verpleeg
ster, die als deskundige het ooiovaarbe-
zoek pertinent bevestigde. Door deze na
latigheid wat de juiste cijfers der Neder
landsche bevolkingsstatistiek betreft, zag
de man zijn rekening die bij dergrlijko ge
beurtenissen nogal eens roet in liet eten
pleegt te werpon, verhoogd met f 4.
Auto-misère.
Van de auto-ongevallen, die Henry Ford
in eerste instantie op zijn geweten heeft,
was do eersto die als secundaire oorzaak
daarvoor te recht moest staan W. v. d. M.
uit Voorburg, die in Sassenheïm een
wielrijder van de sokkon had ge-Ford.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Woensdag 23 Juni.
Hilversum, 1060 M.
12.Politieberichten
5.006.30 Vooravondconcert door liet
H. D. O.-orkest onder leiding van Fraiia
Lupgens.
6.307.30 Duitschc les door den heer
Edgar Grün.
7.Politieberichten.
7.45 en 10.Persberichten.
8.1* Christelijke Radiovereeniging.
•Da ven try, 1600 M.
11.20J.20 Het radiokwartet en solisten
(sopraan, bas, cello).
I.202.20 Muziek van restaurant Fras-
catl:
3.35 Sclioollezing.
4,20 Causerie: Out of doors.
4.35 Muziek van do New Gallery Ki-
nema.
5.20 Orgelconcert door R. Foorte.
5.35 Kinder uurtje.
6.20 Dansmuziek.
7.10 Tuinpraatje.
7.20 Tijdsein Big Ben, weerbericht,
nieuws.
7.45 Pianosonates van Boelhoven, dooc
E. Isaacs.
8.Spaausche lozing.
8.20 De Roosters, humoristen.
9.05 Licht sympliouicprograinni i Sym-
phonio-orkest. I). Vane, sopraan.
9.50 Weerbericht, nieuws.
10.20 Vervolg van het sympliouicpro-
gramma.
II.2012.20 Dansmuziek van het New
Verery's restaurant.
„Kadi o-P a r i s" 1750 M.
12.50 Concert Lucien Paris (piano, viool
en celol).
5.05 Orkestconcert.
8.50 Galaconcert.
K n i g s w u s t e r li a u s 3 n, 1 3 0 0 M.
8 50 Bonte-avond. F. S. Bruinier, piano.
F. v. Nzpanonowski, viool. J. Berger, collo.
F. Weber-Fleszburg, sopran. Th. Arend,
declamatie. Daarna nieuws.
Brussel 486 en Antwerpen 20 H
8.20 Opera-fragmenten.
10.20 Nieuws.
Antwerpen om 9.20 Vlaamsdie lezing
M n s t e r, 4 10 M
1.35—2.50 „Dio Glockc", gedicht van
Schiller.
4.205.50 Symphonie^G.-mol en T).-dur,
van Schubert.
5.50 Lezing: Dichter Heinrich lïansin-
kob.
6.507 20 Lezing: Die Zigeuner.
7.308.00 Lezing: Kulturproblenio.
8.20 Concert door liet Wcslhalsrlia
strijkkwartet.
9.35 Griinwald-coneert. Bit hen hm ziek.
10.50 Sclinphorn-jnzzhancl.
Achtereenvolgens werden er drie gcinigcti
gehoord.
BoklaagJc zelf scheen dc sop dc kool
niet waard to vindon on was niet versche
nen. Hij had plocliliglijk in zijn plu;,: Air.
Vrijborghe dc Coningh afgcvaardig l
Nadat dc ambtenaar f 10 boete of da
gen had geëisoht, voerde de raadsman met
klem van redenen een krachtig pleidooi,
waarin hij natuurlijk tot vrijspraak con
cludeerde.
Do ambtenaar 'replicceren.l bestreed
pleiters mconing. Hierna vroeg dc verde
diger uitstel ter dagzaarding van een ge
tuige k décharge, zoodat deze intere-.vwita
zaak nader werd vastgesteld op 21 Job
Nog meer zulke pc r*.
Dan verscheen er nog een heel rietje
snoordaarden die min of nioer ernst igo
verkecismruikementcn op hun geweten
hadden.
Do eerste was Th. P. uit Leiden, die
beklaagd werd als autobusbcsluurdcr ijw-
koud het tramverkeer te hebben belem
merd. Hij was bij wijze van lakei een
poosje voor oer trani dor N. Z. H. T. M.
gaan rijden.
Beklaagde bestreed zulks ten ciii.'ig-
stc, waarop ook deze zaak tot nader' da
tum werd uitgesteld.
FEUILLETON.
Roman van E. F. BENSON.
(Nadruk verboden).
15).
-Mijn waarde heer," zei hij. „TJ loopt zoo
tard van stapel. U vraagt een „Ja" of een
"Neen" als een rechter die een kruisver
hoor afneemt. U moet mij veroorloven de
jituatie uit te leggen. Ik heb heel veel
^langstelling in uw werk en in U en ik
ben genegen betrekkelijk veel te wagen
om uw werk de kans te geven behoorlijk
beoordeeld en geapprecieerd te worden.
»u is er niets zoo moeilijk te schatten als
neigingen van het publiek en als ik U
Wg dat uw stuk zonder twijfel loonend zal
i'R dan is het mogelijk dat ik een wan
hopige vergissing bega. Maar ik zie er ze-
,er® kwaliteiten in, waarvan ik vermoed
zij het publiek aangenaam zullen bein-
Tloeden, hoewel datzelfde publiek door uw
Tor'? stuk werd afgeschrikt en toch
*»s dat naar mijn meening, een beter stuk
•eik dan dit. Maar hier
elleboog van Armstrong maakte een
7, eurige plotselinge beweging.
»4uUen we niet. liever ter zake komen?"
i'l 1'i- «Al wat U daar zegt is natuurlijk
deiend, maar wij kunnen over de ver-
j*n»ten *an het stuk later praten. Hoe-
biedt U mij voor „Paascheieren", en
v *elke voorwaarden?"
/*ddock trommelde met zijn dikke vin-
°P de tafel. Toen hij naar het sterke
e Bericht tegenover hem keek, zag hij
er duidelijk spanning en onzekerheid op
geschreven. Dat deed hem werkelijk een
beetje plezier: het was, alsof je een wild
beest porde met een stok, terwijl er tra
lies zijn die mogelijke onaangenaamheden
kunnen voorkomen. Maar misschien zou
het toph vriendelijker zijn om het beest
uit zijn' spanning te verlossen, want Arm
strong verlangde nog sterker naar het geld
en de voorwanden, dan hij naar de lunch
had gedaan.
„Ik bied U vijfhonderd pond voor alle
rechten op uw stuk," zei hij, „op voor
waarde dat U mij binuen de volgende
drie jaar nog drie van uw stukken gunt
voor hetzelfde bedrag, als ik ze zou wen-
schen te koopen."
Armstrong nam zijn oog en niet van hem
af en evenmin verslapte de doordringend
heid van zijn blik.
„Zei U vijf honderd pond?" vroeg hij
met een vreemde, beverige, zwakke stem.
„Zeker!"
Toen verslapte de spanning. De jonge
man stond op en wreef met den rug van
zijn hand over zijn oogen.
„Als ik slaap." zei hij, „hoop ik dat ik
vooreerst niet wakker zal worden, 't Is
vervloekt aangenaam! Ik weet niet precies
hoeveel vijfhonderd pond is, ik kan er het
eind niet van zien. Ik dacht dat U mij
misschien een pond of vijftig aan zoudt
bieden. Ik zou ze zeker aangenomen heb
ben. Waarom deed U dat niet?"
Dit waB een mooie gelegenheid voor
Craddock.
„Omdat ik toevalligerwijze geen uitzui
ger ben," zei hij, „en omdat ik er als fat
soenlijk man de voorkeur aan geef voor
goed werk een goeden prijs te betalen."
bemachtigen van visch met de hand en de
poging daartoe (b.v. hij bedwelming).
Een andere wijziging beoogt tegemoet te
konjen aan het bezwaar, dat als loop- of
sleepbeugel ook wel wordt beschouwd een
gewone hengel, wanneer de hengelaar er
langs het water loopende, mede vischt. De
uitdrukking „loop- en sleepbeugel" wordt
gewijzigd in „sleephengel".
Aangezien volgens de voorgestelde ge
wijzigde indeeling der visschersvaartui
gen, welke uitsluitend visschen in het ge
deelte van de Noordzee, dat behoort tot de
territoriale wateren, ook „zeevisschers-
vaartuigen' zullen zijn, is art. 7 der wet
zoodanig gewijfcigd, dat ook op die vaar
tuigen het voorschrift omtrent het voeren
van het letterteeken door zeevisschers-
vaarluigen van toepassing zal zijn, waar
bij de mogelijkheid van afwijking, wat be
treft grootte en plaatsing van het teeken,
is opengelaten.
Voorts zal in een algemeenen maatregel
van bestuur kunnen worden bepaald, voor
welke vaartuigen de verplichting tot het
voeren der onderscheidingsteekenen en tol
inschrijving in het register geldt.
De geldigheidsduur der consenten dient
van twee jaren tot één jaar, en wel het
kalenderjaar, te worden verkort, waarbij
ook de prijs lot de helft wordt verminderd
In Zeeland worden in den winter veel
alikruiken en mosselen niet de haud ge
raapt door behoeftige vrouwen en kindo
ren. Opneming van een bepaling om deze
personen van de verplichting tot het heb
ben van een consent vrij te stellen, komt
gewenscht voor.
Voorgesteld wordt verder een vrijstel
ling op to nemen voor lien, die in dienst
van een houder van een consent do kust
visscherij uitoefenen in diens gezelschap.
De minister is van oordeel, dat de alge-
meene bevoegdheid om hij bestuursmaat
regelen voor do regeling van de visscherij
in een gedeolte dor Zuid-Hollandsche en
Zeeuwscbe stroomen bepalingen te maken
jn afwijking van de voorschriften der wet,
kan vervallen!
Het komt verder wenschelijk voor, twee
soorten van groote vischacten verkrijgbaar
te stellen, n.l. een groote vischacte A, voor
••het visschien in do binnenwaleren en de
rivieren, waarvan de prijs ware te bepalen
op f 7.50, en een groote vischacte B voor
het visschen uitsluitend in de rivieren, met
reen prijs van f 2.50.
Voor kleine vischacten, hetzij met één
peur, hetzij met één sleephengel, wordt ge
vraagd f 1.door welke beperking wordt
bereikt, dat do kleine vischacte alleen zal
gelden voor het visschen met een vischtuig
dat in hoofdzaak door liefhebbers wordt
gebruikt.
Do minister kan geen termen vinden
voor te stellen de hengelacte te doen ver
vallen en de hengelaars, die met méér
dan één hengel visschen te verplichten 'n
vischacte te nemen.
Bepaaldelijk moet naar zijn meening ook
worden ontraden het voorstel van de meer
derheid der Staatscommissie, om voor het
visschen met één hengel het bezit van een
door liet gemeentebestuur uit te reiken le
gitimatiebewijs verplicht te stellen.
Het verdient aanbeveling, het recht om,
zonder dat daartoe een vergunning van
den rechthebbende op het vischrecht noo-
dig is, met één hengel te visschen, to be
perken tot de wateren, waarvan de Staat
de eigenaar van hot vischrecht is.
Een voorgestelde tweede lid van art. 39
beoogt een einde to maken aan het thans
nogal eens voorkomende misbruik, dat ver
heurdverklaarde vischtuigen door beu,
aan wie ze wegens het plegen van een
overtreding van de wet of een visscherij-
regleraent zjjn ontnomen, hetzij recht
streeks, hetzij door tussehenkomst van
anderen, vaak tegen lagen prijs, wordeu
teruggekocht.
Onderscheiding.
Naar „De Tijd" verneemt is mgr. dr.
Jos. Schrijnen, hoogleeraar aan de R.-K.
Universiteit te Nijmegen, benoemd tot of
ficier in de Belgische Kroonorde.
Ook heeft de Koninklijke Vlaamsclie
Academie prof. Schrijnen in zijn hoeda
nigheid van eerelid dier Academie uitgo-
noodigd, den 27sten Juni a.s. op de jaar-
lijkscho feestvergadering de groote rede
te willen uitspreken. Prof. Schrijnen heeft
de uitnoodigjng aanvaard en zal 't woord
voeren over het onderwerp: „Moderne
Taalgroei".
Armstrong begon hard te lachen.
„En omdat er voor U niet veel verschil
is tusschen vijftig en vijfhonderd pond",
zei hij.
Hij hield op.
.„Tic bied U mijn excuses aan," zei liij,
„ik behoorde dat niet te zeggen. Maar ik
begrijp uw bod niet."
Craddock had geprobeerd een gezicht te
trokken, alsof hij pijnlijk aangedaan was,
toen dit nog al mecdoogcnloos vermoeden
omtrent de reden van zijn edelmoedigheid
werd uitgesproken, maar hij voelde wel
dat zijn poging niet schitterend slaagde
en was blij dat hij er weer gemoedelijk uit
kon zien, toen Frank Armstrong zijn excu
ses aanbood.
Het beven van zijn handen had opge
houden en hij keek recht naar zijn wel
doener met achterdochtige oogen. Toen
kwam weer die vertrokken, scheeve glim
lach om zijn mond.
„Tk ben ervan overtuigd," zei hij, „dat
U niets dan minachting hebt voor mijn
persoon, dus ik vermoed dat het U finan-
ticel de moeite waard is er uw geld aan
te wagen. En daarom, hoewel ik verbijs
terd ben, zag ik openhartig dat ik zelfs
met het vooruitzicht van die vijfhonderd
pond U niet dankbaar ben. Ik wou dat ik
het was. Natuurlijk, als „Paascheieren" in-
Blaat, dan zult U een aardig zaakje maken
en ik zal een populair schrijver zijn
Hij hield even op en streek zijn haar
achteruit.
„Ah, nu zie ik het; daar ligt uw voor
deel!" zei hij. „U hebt het recht nog drie
stukken van een populair schrijver te koo
pen voor denz.elfden prijs. En als er maar
een van de drie succes heeft zal het U
geen windeieren leggen."
Craddock ging even op de bakkebaard
jes-jacht.
„En als „Paascheieren" voor het voet
licht wordt gebracht en valt, zooals uw
ander stuk deed," merkte hij op. „dan zal
ik er heel wat op toegegeven hebben. En
een nieuwe mislukking zou werkelijk geen
aanmoediging zijn om van mijn recht tot
aankoop gebruik te maken. Maar om kort
to gaan, laat ik hot dezen keer zijn, die U
vraag tor zake te komen. Neemt U mijn
hod aan of niet? Ik vorzeker l dat ik het
niet zal vernieuwen. Ik kan mijn tijd niet.
verspilion aan zaken, waar do beslissing
uitblijft."
Armstrong knikte hem betrekkelijk
vriendelijk toe.
„Waarachtig neem ik het aan.'^ zei hij.
„Tk zei U immers al dat ik genoegen zou
genomen hebben met vijftig pond
Craddock stond op.
„Als U dan klaar bent met uw lunch
zouden wij onder het genot van een sigaret
het contract op kunnen maken."
„Uitstekend! Maar ik mag zeker wel
een sigaar hebben? En als ik getockcnd
heb, of wat moet ik doen, krijg ik dan da
delijk mijn chèque? Ik vermoed dat ik een
rekening zal openen bij een bank en voor
zoover ik zie, zal ik nooit meer honger
hebben. Maar ik geloof dat de ervaringen
die ik opgedaan heb con mensch niet erg
oefenen in dankbaarheid. Dankbaarheid is
een aangeleerde deugd. Gewoonlijk is ze
alleen in het bezit van welgestelden."
Craddock klopt hem op zijn schouder.
„Mijn waarde heer, het cynisme van
„De Laan zonder Bocht" kon 1' nu la
ten varen," zei hij.
Plotseling stroopte Armstrong zijn
mouw op en liet een groot lil treken zien,
dat al jaren genezen was en bijna doorliep
tot don elleboog.
„Daar heeft mijn vader mij eens gegooid
inet een. mes!" zei hij. „Het was een
slechte gooi, want li ij mikte op mijn hoofd.
U denkt dal het genezen is Het ziet er
genezen uit, maar inwendig blijft hot bloe
den."
Het was een wild jong beest, scheen liet,
dat Craddock le pakken had gekregen,
een dat do glibberige wegen bewandeld
had die naar de hel leiden. Craddock had
er een paar gekend die geduld hadden ge
leerd gedurende hun verblijf in zulke
plaatsen; hij had anderen gekend die er
eenvoudigweg door gebroken waren; weer
anderen en tot hen behoorde vermoedelijk
do vroolijkc en aantrekkelijke Charles L a
thum, op wien de omstandigheden geen in
vloed schenen te hebben gehad, maar die
onbedorven te voorschijn waren gekoni ml
Maar nog nooit had hij iemand gezien <ii*
uit dc donkere plaatsen kwam alleen be
laden met toorn en wraakzucht tcgqp zint
lijdon en toch zonder verlies van kr:: r.
Zoo iemand scheen Armstrong te zijn, !o
vlammen hadden hem klaarblijkelijk ui-
leen gehard en gepantserd. Onder do
zweepslagen van het loven was zijn hart
niet zacht geworden en had zijn geest zich
niet gebogen en nu hij voorliet eerst in Let
daglicht kwam, was hij in liet geheel niet
dankbaar voor het verdrijven van de duis
ternis.
(Wordt vervolgd.)