J Leidsche Courant" Tweede Blad. binnenland DE TUSSCHENPERSOON Dinsdag 22 Juni 1926 Vragen van Kamerleden. De tandtechnici. Op de vragen van den heer Oud betref fende de aan tandtechnici verleende bewij- n bedoeld in het laatste lid van art. 10 j(r\vet van 24 Juni 1876, gewijzigd bij ffet van 29 Juni 1925, heeft minister Slotemaker cle Bruine geantwoord, dat 1(? Juni j l. 156 bewijzen verleend waren, nuiu'van 41 verleend krachtens beroep op (Jen minister. Van laatstgenoemde gevallen zyn IJ tour 8 Maart 1926 beslist en 28 na dien ilalum Naast deze 41 beroepsgevallen, waarin "gunstig is beslist, staan 25 andere ,kroepsgevallen, waarin de ministor af wijzend heeft beschikt; van deze 25 af wij tman vallen 4 vóór 8 Maart lT)26 en 21 in 'dien datum. De brief van de Ned. Mij. tot bevorde- jiQ;r der Tandheelkunde van 16 April 1926 noemt in den aanhef drie gevallen, waarbij de leeftijd niet in het geding is, deze drie gevallen zijn beslist vólr 8 Maart 1926. In een bijlage noemt de brief 16 go- nllen van personen, wier leeftijden ver meld worden. Vermoedelijk bedoelt do vraag deze gevallen. Of deze personen vóór 10 Juni 1913 de volledige tandpro these als beroep hebben toegepast, is in 6 tan deze gevallen uitsluitend en definitief b ordeeld door den inspecteur. Ia deze gevallen is dat oordeel steeds vóór 8 Maart uitgesproken, al is het visum «erst later verleend. Deze 6 gevallen be treffen de tandtechnici Baak, Bruinsma, de Groot, Hartogs, de Wever Sh Hessels, wier leeftijd op 10 Juli 1913 resp. 18, 16, 20. 16, 20 en 19 jaar was. Bi ij ven dus 10 gevallen, waarin de mi nister ook het evengenoemd punt en wel in beroep, bad te beoordeelen. Van deze gevallen zijn 4 beslist vóór 8 Maart en 6 daarna. De eerste 4 betreffen de tandtech nici Bolle, Endenburg, Mansseu en Visser die op 10 Juni 1913 resp. 14, 20, 21 en 17 jaar oud waren. De beslissingen na 8 Mrt betreffende de tachnici Goyarts, Heidens, de Lang, de Soet, L. M. Son en S. Son, wier leeftijd 10 Juni 1913 resp. 21, 16, 16, 21, 21 en 16 jaar was. Aan deze cijfers voegt de minister ter verheldering nog een en ander toe. De wet stelt twee criteria: 1. De verzoeker moet vóór 10 Juni 1913 de volledige tandprothese als beroep heb ben toegepast. 2. Hij moet een opleiding hebben geno ten, die naar bet oordeel van den minis ter waarborgt, dat hij bekwaam is voor de I toepassing van de volledige tandprothese, f Over de vraag of in een gegeven geval- jan het eerste criterium wordt voldaan, beslist in eerste instantie de ius; f ur en in beroep de minister. Over de 1 lui heid oordeelt de minister. Meen in- ipecteur, dat aan het eerste criteriu. i niet werd voldaan, dan wees hij het verzoek af en besliste de minister in beroep, daar bij tevens een oordeel uitsprekende over de bekwaamheid, welk oordeel gegrond werd op de overgelegde stukken, nader verkregen inlichtingen en bet advies der inspectie. Werd het beroep gegrond ver klaard, dan verleende de inspectie bet vi- ium. Achtte de inspectie, dat aan het eerste criterium wel werd voldaan, dan vroeg zij het oordeel van den minister alleen over de bekwaamheid. Luidde dat oordeel gun stig, dan werd het visum verleend. Niet alle aanvragen worden dus in alle opzichten door den minister baslist. Bij zijn optreden vond de minister eon deel der aanvragen afgedaan, uiteraard in de lijn van een bepaalde opvatting om- Irent de toepasisng der wet. Toen hem werd gevraagd, welke gedragslijn hij wil de gevolgd zien, heeft hij zijn antwoord vooral laten wegen, dat, als eenmaal een bepaalde wijze van beoordeeling is aange hangen in dien lijn noodzakelijk moet wor den geacht, ter vermijding van willekeur en van ongelijke bebaudeliug, uitsluitend als gevolg van een ongelijken datum van beslissing. Dat hij daarbij echter tot be perking neigde, moge blijken uit het feit, dat van 17 gevallen vóór 8 Maart in be roep er 4 zijn afgewezen en er na 8 Maart bij 49 beroepen 21 afgewezen zijn. Uit het feit, dat hij de continuiteit bij zjjn boslisisngen op den voorgrond moest stellen en het geheel der uitspraken als één doorloopende lijn zag en zien moest, vloeit reeds voort, dat hij zich er niet be paaldelijk rekenschap van bad gegeven, hoeveel gevallen vóór en hoeveel na 8 Maart waren beslist. Toen mr. Oud in de discussie de vraag naar 's ministers persoonlijk aandeel iu do beslissingen eenmaal had gesteld, verg de hij een antwoord, en de minister stelt er prijs op te verklaren, dat hij tot do op dracht, om naar den datum der onder scheiden beslissingen .onderzoek te doen, reeds had besloten, eer hij 29 Mei uit de bladen kennis nam van de vragen van mr. Oud. De uitkomst van dit onderzoek heeft liern inderdaad verrast. Het bleek n.l. dat een grooter aantal gevallen na 8 Maart in de tot dien datum gevolgde lijn in gunsti- gen zin was beslist dan hem tijdens do interpellatie voor den geest stond, in ver band met de onderscheiden afwijzingen, die door hem geschied waren. Het doet hem leed, dat on dhr den invloed dezer min juiste voorstelling zijn rede iets anders was gekleurd dan zij in het tegengestelde geval zou geweest zijn. Intusschen heeft een hernieuwde over weging van de gebeele zaak, mede van do gegevens, waarnaar de interpellate ver wees, hem tot de overtuiging gebracht, dat alsuog naar een wettelijke voorziening moet worden gestreefd en hij heeft zich dan ook gezet tot de voorbereiding van een ontwerp, dat, naar hij verwacht, de Ka mer spoedig zal bereiken. Indien dit ont werp tot stand komt, zal de mogelijkheid zijn verkregen om met een eenigszihs an deren opzet der uitvoering toch het Boven aangeduid gevaar van willekeur te ver mijden en de onmisbare gelijkmatigheid in de wetstoepassing te handhaven. De Visscherijwet. Een wetsontwerp-tot w ij z i g i n g ingediend. Ingediend is oen wetsontwerp tot nade re wijziging van de Visscherijwet. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: Het bepaalde in art. 1, lid 1, a en h, waardoor de visscherij in de territoriale wateren hij de kustvisscherij is ingedeeld, wordt in beginsel niet juist geacht en geeft bij de toepassing der wet aanleiding lot bezwaren, zoowel voor de betrokken vis- schers als voor de administratie, waarte genover geen voordeelen staan. De visscherij tech in zee, in an huilen teiritoriale wateren, draagt in hoofdzaak hetzelfde karakter Een groot aantal vaar tuigen, die speciaal voor de visscherij .n de territoriale wateren zijn gebouwd, vis sollen niettemin geregeld vrij ver in zee buiten de grens van die wateren. De tegenwoordige indeeling van de vis scherij in de territoriale wateren hij do kustvisscherij heeft voorts ten gevolge, dat de opvarenden van een zeevisschers- vaartuig, dat een enkele maal ook in de territoriale wateren visclit, op grond van art. 12, lid i, van een consent voor uitoefe ning der kustvisscherij voorzien zouden moeten zijn, en dat bij de inschrijving van visschersvaartuigen, tehuis behoorende in aan zee gelegen plaatsen, moet worden uitgemaakt, of zij als zeevisschersvaartuig dan wel als zee- en kuslvisschersvaartuig zullen zijn in. te schrijven. Op grond van een en ander is het wenschelijk de vis scherij in de territoriale wateren in te deelon bij de zeevisscherij. Aangezien het verder naar de tegen woordige redactie van lid 1 sub b, twijfel achtig is, of de visscherij, die wordt uit geoefend op het Nederlandsche gedeelte van de Eems waar dit onmiddellijk aan •den Dollart aansluit en nog geen zeegat genoemd kan worden, in wettelijken zin wel tot de kustvisscherij is te rekenen, wordt voorgesteld achter „Dollart" de woorden „met het Nederlandsche gedeel te van de Eems" in te voegen. Voorts wordt buiten twijfel gesteld, dat onder het begrip „visschen" ook valt hel De Utrechtsche studentenfeesten. Aan het officieele programma van de lustrumfeesten ter viering van het 290- jarige bestaan der Utrechtsche Hooge- school is het volgende ontleend: Vrijdag, 25 Juni: Roeiwedstrijden op de Vecht tusschen Nieuwersluis en Loenen, georganiseerd door de Utrechtsche studen ten roeivereeniging Triton. Zaterdag, 26 Juni: Eindwedstrijden van de roeiwedstrijden (106 uur). Zondag, 27 Juni: Tentoonstelling be- treffendo de viering van de lustra van de Utrechtsche Hoogeschool, ingericht met medewerking van de vereeniging Oud- Utrecht in het gebouw der Volksuniversi teit. Officieele opening te 3 uur. Maandag, 28 Juni: Plechtige opening van de feesten. Te half twaalf begeven zich de leden van het Utr. Stud. Corps van het Janskerkhof naar het Centr. Station om de reünisten af te halen. Van het sta tion begeeft de stoet zich naar het Univer- sisteitsgehouw, waar de Rector Senatus Veleranorum de feesten met een toespraak zal openen. Na afloop daarvan voortzet ting van den tocht naar de Studenten So ciëteit, waar do eerewijn wordt aangebo den. Mainóe op do Sociëteit, te geven door het muziekkorps van den heer v Ooslrum. (iroot-Nederlandsche uitvoering van ge wijde liederen in de Domkerk, door Goers' Liederenkoor. Aanvang half vier. Concert in den tuin van Tivoli, te geven door do genie-muziek, 8 uur. Dinsdag, 29 Juni: Thé-dansant in de zalen van liet feestterrein, 3 uur. Concert door het Utr. Dilettanten or kest in het Hooglandsclio Park en door de genie-muziek op hel Lucas Bolwerk, half negen. Openluchtspel Ichuation. Kwart vóór 10 Dinsdagnacht: optocht. Woensdag, 30 Juni: Receptie van Zijn Doorluchtige Hoogheid Uoremheb, bestuur der beide landen van Egypte, enz. en ma tinee musicale, 3 uur. Galaconcert in Tivoli, te geven door de leden van het Utr. Sted. orkest, 9 uur Na afloop bal op liet feestterrein. Donderdag, 1 Juli: Des middags optocht Tweede opvoering van het Openlucht spel. Tooneoluilvoering in den Schouwburg door de leden van het Utr. Studenten Too- noel. Vrijdag, 2 Juli: Vertooning van do Lus trumfilm en matinée iuusicale op 't feest terrein. Bal en Kermesse d'Eté, 8 uur. Zaterdag, 3 .luli: Volkspelen op liet sportterrein Welgelegen, opgeluisterd door de muziekvereenigiug Juliana. Half twee. Matinée on Kermesse d'Eté op het feest terrein, 2 uur. Concert, Kermesse.d'Eté en hal, 8 uur. Onder het „feestterrein" wordt verslaan de hiortoo bestemde gedeelten der gebou wen van Jaar- en Handelsbeurs, alsmede liet gedeelte van het Vredenburg, grenzen de aan deze gebouwen. RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE LEIDEN. Een getal van 30 delinqucuton was Maandag voor de Kantonrechterlijke vier schaar van mr. Kloyn gedaagd. Dan komt de stoute ooievaar.. J. de la B., uit Leiden, wiens vrouw op zeker tijdstip in het Ziekenhuis ver- um'.*, CL- til- le' ooievaarsbe- zoek had gekregen, had in de vreugdevolle stemming, waarin het vaderschap hem liad gebracht, vergeten die uitbreiding van zijn gezin aan te geven bij den burgelijken stand. Als getuige werd gehoord een verpleeg ster, die als deskundige het ooiovaarbe- zoek pertinent bevestigde. Door deze na latigheid wat de juiste cijfers der Neder landsche bevolkingsstatistiek betreft, zag de man zijn rekening die bij dergrlijko ge beurtenissen nogal eens roet in liet eten pleegt te werpon, verhoogd met f 4. Auto-misère. Van de auto-ongevallen, die Henry Ford in eerste instantie op zijn geweten heeft, was do eersto die als secundaire oorzaak daarvoor te recht moest staan W. v. d. M. uit Voorburg, die in Sassenheïm een wielrijder van de sokkon had ge-Ford. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Woensdag 23 Juni. Hilversum, 1060 M. 12.Politieberichten 5.006.30 Vooravondconcert door liet H. D. O.-orkest onder leiding van Fraiia Lupgens. 6.307.30 Duitschc les door den heer Edgar Grün. 7.Politieberichten. 7.45 en 10.Persberichten. 8.1* Christelijke Radiovereeniging. •Da ven try, 1600 M. 11.20J.20 Het radiokwartet en solisten (sopraan, bas, cello). I.202.20 Muziek van restaurant Fras- catl: 3.35 Sclioollezing. 4,20 Causerie: Out of doors. 4.35 Muziek van do New Gallery Ki- nema. 5.20 Orgelconcert door R. Foorte. 5.35 Kinder uurtje. 6.20 Dansmuziek. 7.10 Tuinpraatje. 7.20 Tijdsein Big Ben, weerbericht, nieuws. 7.45 Pianosonates van Boelhoven, dooc E. Isaacs. 8.Spaausche lozing. 8.20 De Roosters, humoristen. 9.05 Licht sympliouicprograinni i Sym- phonio-orkest. I). Vane, sopraan. 9.50 Weerbericht, nieuws. 10.20 Vervolg van het sympliouicpro- gramma. II.2012.20 Dansmuziek van het New Verery's restaurant. „Kadi o-P a r i s" 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris (piano, viool en celol). 5.05 Orkestconcert. 8.50 Galaconcert. K n i g s w u s t e r li a u s 3 n, 1 3 0 0 M. 8 50 Bonte-avond. F. S. Bruinier, piano. F. v. Nzpanonowski, viool. J. Berger, collo. F. Weber-Fleszburg, sopran. Th. Arend, declamatie. Daarna nieuws. Brussel 486 en Antwerpen 20 H 8.20 Opera-fragmenten. 10.20 Nieuws. Antwerpen om 9.20 Vlaamsdie lezing M n s t e r, 4 10 M 1.35—2.50 „Dio Glockc", gedicht van Schiller. 4.205.50 Symphonie^G.-mol en T).-dur, van Schubert. 5.50 Lezing: Dichter Heinrich lïansin- kob. 6.507 20 Lezing: Die Zigeuner. 7.308.00 Lezing: Kulturproblenio. 8.20 Concert door liet Wcslhalsrlia strijkkwartet. 9.35 Griinwald-coneert. Bit hen hm ziek. 10.50 Sclinphorn-jnzzhancl. Achtereenvolgens werden er drie gcinigcti gehoord. BoklaagJc zelf scheen dc sop dc kool niet waard to vindon on was niet versche nen. Hij had plocliliglijk in zijn plu;,: Air. Vrijborghe dc Coningh afgcvaardig l Nadat dc ambtenaar f 10 boete of da gen had geëisoht, voerde de raadsman met klem van redenen een krachtig pleidooi, waarin hij natuurlijk tot vrijspraak con cludeerde. Do ambtenaar 'replicceren.l bestreed pleiters mconing. Hierna vroeg dc verde diger uitstel ter dagzaarding van een ge tuige k décharge, zoodat deze intere-.vwita zaak nader werd vastgesteld op 21 Job Nog meer zulke pc r*. Dan verscheen er nog een heel rietje snoordaarden die min of nioer ernst igo verkecismruikementcn op hun geweten hadden. Do eerste was Th. P. uit Leiden, die beklaagd werd als autobusbcsluurdcr ijw- koud het tramverkeer te hebben belem merd. Hij was bij wijze van lakei een poosje voor oer trani dor N. Z. H. T. M. gaan rijden. Beklaagde bestreed zulks ten ciii.'ig- stc, waarop ook deze zaak tot nader' da tum werd uitgesteld. FEUILLETON. Roman van E. F. BENSON. (Nadruk verboden). 15). -Mijn waarde heer," zei hij. „TJ loopt zoo tard van stapel. U vraagt een „Ja" of een "Neen" als een rechter die een kruisver hoor afneemt. U moet mij veroorloven de jituatie uit te leggen. Ik heb heel veel ^langstelling in uw werk en in U en ik ben genegen betrekkelijk veel te wagen om uw werk de kans te geven behoorlijk beoordeeld en geapprecieerd te worden. »u is er niets zoo moeilijk te schatten als neigingen van het publiek en als ik U Wg dat uw stuk zonder twijfel loonend zal i'R dan is het mogelijk dat ik een wan hopige vergissing bega. Maar ik zie er ze- ,er® kwaliteiten in, waarvan ik vermoed zij het publiek aangenaam zullen bein- Tloeden, hoewel datzelfde publiek door uw Tor'? stuk werd afgeschrikt en toch *»s dat naar mijn meening, een beter stuk •eik dan dit. Maar hier elleboog van Armstrong maakte een 7, eurige plotselinge beweging. »4uUen we niet. liever ter zake komen?" i'l 1'i- «Al wat U daar zegt is natuurlijk deiend, maar wij kunnen over de ver- j*n»ten *an het stuk later praten. Hoe- biedt U mij voor „Paascheieren", en v *elke voorwaarden?" /*ddock trommelde met zijn dikke vin- °P de tafel. Toen hij naar het sterke e Bericht tegenover hem keek, zag hij er duidelijk spanning en onzekerheid op geschreven. Dat deed hem werkelijk een beetje plezier: het was, alsof je een wild beest porde met een stok, terwijl er tra lies zijn die mogelijke onaangenaamheden kunnen voorkomen. Maar misschien zou het toph vriendelijker zijn om het beest uit zijn' spanning te verlossen, want Arm strong verlangde nog sterker naar het geld en de voorwanden, dan hij naar de lunch had gedaan. „Ik bied U vijfhonderd pond voor alle rechten op uw stuk," zei hij, „op voor waarde dat U mij binuen de volgende drie jaar nog drie van uw stukken gunt voor hetzelfde bedrag, als ik ze zou wen- schen te koopen." Armstrong nam zijn oog en niet van hem af en evenmin verslapte de doordringend heid van zijn blik. „Zei U vijf honderd pond?" vroeg hij met een vreemde, beverige, zwakke stem. „Zeker!" Toen verslapte de spanning. De jonge man stond op en wreef met den rug van zijn hand over zijn oogen. „Als ik slaap." zei hij, „hoop ik dat ik vooreerst niet wakker zal worden, 't Is vervloekt aangenaam! Ik weet niet precies hoeveel vijfhonderd pond is, ik kan er het eind niet van zien. Ik dacht dat U mij misschien een pond of vijftig aan zoudt bieden. Ik zou ze zeker aangenomen heb ben. Waarom deed U dat niet?" Dit waB een mooie gelegenheid voor Craddock. „Omdat ik toevalligerwijze geen uitzui ger ben," zei hij, „en omdat ik er als fat soenlijk man de voorkeur aan geef voor goed werk een goeden prijs te betalen." bemachtigen van visch met de hand en de poging daartoe (b.v. hij bedwelming). Een andere wijziging beoogt tegemoet te konjen aan het bezwaar, dat als loop- of sleepbeugel ook wel wordt beschouwd een gewone hengel, wanneer de hengelaar er langs het water loopende, mede vischt. De uitdrukking „loop- en sleepbeugel" wordt gewijzigd in „sleephengel". Aangezien volgens de voorgestelde ge wijzigde indeeling der visschersvaartui gen, welke uitsluitend visschen in het ge deelte van de Noordzee, dat behoort tot de territoriale wateren, ook „zeevisschers- vaartuigen' zullen zijn, is art. 7 der wet zoodanig gewijfcigd, dat ook op die vaar tuigen het voorschrift omtrent het voeren van het letterteeken door zeevisschers- vaarluigen van toepassing zal zijn, waar bij de mogelijkheid van afwijking, wat be treft grootte en plaatsing van het teeken, is opengelaten. Voorts zal in een algemeenen maatregel van bestuur kunnen worden bepaald, voor welke vaartuigen de verplichting tot het voeren der onderscheidingsteekenen en tol inschrijving in het register geldt. De geldigheidsduur der consenten dient van twee jaren tot één jaar, en wel het kalenderjaar, te worden verkort, waarbij ook de prijs lot de helft wordt verminderd In Zeeland worden in den winter veel alikruiken en mosselen niet de haud ge raapt door behoeftige vrouwen en kindo ren. Opneming van een bepaling om deze personen van de verplichting tot het heb ben van een consent vrij te stellen, komt gewenscht voor. Voorgesteld wordt verder een vrijstel ling op to nemen voor lien, die in dienst van een houder van een consent do kust visscherij uitoefenen in diens gezelschap. De minister is van oordeel, dat de alge- meene bevoegdheid om hij bestuursmaat regelen voor do regeling van de visscherij in een gedeolte dor Zuid-Hollandsche en Zeeuwscbe stroomen bepalingen te maken jn afwijking van de voorschriften der wet, kan vervallen! Het komt verder wenschelijk voor, twee soorten van groote vischacten verkrijgbaar te stellen, n.l. een groote vischacte A, voor ••het visschien in do binnenwaleren en de rivieren, waarvan de prijs ware te bepalen op f 7.50, en een groote vischacte B voor het visschen uitsluitend in de rivieren, met reen prijs van f 2.50. Voor kleine vischacten, hetzij met één peur, hetzij met één sleephengel, wordt ge vraagd f 1.door welke beperking wordt bereikt, dat do kleine vischacte alleen zal gelden voor het visschen met een vischtuig dat in hoofdzaak door liefhebbers wordt gebruikt. Do minister kan geen termen vinden voor te stellen de hengelacte te doen ver vallen en de hengelaars, die met méér dan één hengel visschen te verplichten 'n vischacte te nemen. Bepaaldelijk moet naar zijn meening ook worden ontraden het voorstel van de meer derheid der Staatscommissie, om voor het visschen met één hengel het bezit van een door liet gemeentebestuur uit te reiken le gitimatiebewijs verplicht te stellen. Het verdient aanbeveling, het recht om, zonder dat daartoe een vergunning van den rechthebbende op het vischrecht noo- dig is, met één hengel te visschen, to be perken tot de wateren, waarvan de Staat de eigenaar van hot vischrecht is. Een voorgestelde tweede lid van art. 39 beoogt een einde to maken aan het thans nogal eens voorkomende misbruik, dat ver heurdverklaarde vischtuigen door beu, aan wie ze wegens het plegen van een overtreding van de wet of een visscherij- regleraent zjjn ontnomen, hetzij recht streeks, hetzij door tussehenkomst van anderen, vaak tegen lagen prijs, wordeu teruggekocht. Onderscheiding. Naar „De Tijd" verneemt is mgr. dr. Jos. Schrijnen, hoogleeraar aan de R.-K. Universiteit te Nijmegen, benoemd tot of ficier in de Belgische Kroonorde. Ook heeft de Koninklijke Vlaamsclie Academie prof. Schrijnen in zijn hoeda nigheid van eerelid dier Academie uitgo- noodigd, den 27sten Juni a.s. op de jaar- lijkscho feestvergadering de groote rede te willen uitspreken. Prof. Schrijnen heeft de uitnoodigjng aanvaard en zal 't woord voeren over het onderwerp: „Moderne Taalgroei". Armstrong begon hard te lachen. „En omdat er voor U niet veel verschil is tusschen vijftig en vijfhonderd pond", zei hij. Hij hield op. .„Tic bied U mijn excuses aan," zei liij, „ik behoorde dat niet te zeggen. Maar ik begrijp uw bod niet." Craddock had geprobeerd een gezicht te trokken, alsof hij pijnlijk aangedaan was, toen dit nog al mecdoogcnloos vermoeden omtrent de reden van zijn edelmoedigheid werd uitgesproken, maar hij voelde wel dat zijn poging niet schitterend slaagde en was blij dat hij er weer gemoedelijk uit kon zien, toen Frank Armstrong zijn excu ses aanbood. Het beven van zijn handen had opge houden en hij keek recht naar zijn wel doener met achterdochtige oogen. Toen kwam weer die vertrokken, scheeve glim lach om zijn mond. „Tk ben ervan overtuigd," zei hij, „dat U niets dan minachting hebt voor mijn persoon, dus ik vermoed dat het U finan- ticel de moeite waard is er uw geld aan te wagen. En daarom, hoewel ik verbijs terd ben, zag ik openhartig dat ik zelfs met het vooruitzicht van die vijfhonderd pond U niet dankbaar ben. Ik wou dat ik het was. Natuurlijk, als „Paascheieren" in- Blaat, dan zult U een aardig zaakje maken en ik zal een populair schrijver zijn Hij hield even op en streek zijn haar achteruit. „Ah, nu zie ik het; daar ligt uw voor deel!" zei hij. „U hebt het recht nog drie stukken van een populair schrijver te koo pen voor denz.elfden prijs. En als er maar een van de drie succes heeft zal het U geen windeieren leggen." Craddock ging even op de bakkebaard jes-jacht. „En als „Paascheieren" voor het voet licht wordt gebracht en valt, zooals uw ander stuk deed," merkte hij op. „dan zal ik er heel wat op toegegeven hebben. En een nieuwe mislukking zou werkelijk geen aanmoediging zijn om van mijn recht tot aankoop gebruik te maken. Maar om kort to gaan, laat ik hot dezen keer zijn, die U vraag tor zake te komen. Neemt U mijn hod aan of niet? Ik vorzeker l dat ik het niet zal vernieuwen. Ik kan mijn tijd niet. verspilion aan zaken, waar do beslissing uitblijft." Armstrong knikte hem betrekkelijk vriendelijk toe. „Waarachtig neem ik het aan.'^ zei hij. „Tk zei U immers al dat ik genoegen zou genomen hebben met vijftig pond Craddock stond op. „Als U dan klaar bent met uw lunch zouden wij onder het genot van een sigaret het contract op kunnen maken." „Uitstekend! Maar ik mag zeker wel een sigaar hebben? En als ik getockcnd heb, of wat moet ik doen, krijg ik dan da delijk mijn chèque? Ik vermoed dat ik een rekening zal openen bij een bank en voor zoover ik zie, zal ik nooit meer honger hebben. Maar ik geloof dat de ervaringen die ik opgedaan heb con mensch niet erg oefenen in dankbaarheid. Dankbaarheid is een aangeleerde deugd. Gewoonlijk is ze alleen in het bezit van welgestelden." Craddock klopt hem op zijn schouder. „Mijn waarde heer, het cynisme van „De Laan zonder Bocht" kon 1' nu la ten varen," zei hij. Plotseling stroopte Armstrong zijn mouw op en liet een groot lil treken zien, dat al jaren genezen was en bijna doorliep tot don elleboog. „Daar heeft mijn vader mij eens gegooid inet een. mes!" zei hij. „Het was een slechte gooi, want li ij mikte op mijn hoofd. U denkt dal het genezen is Het ziet er genezen uit, maar inwendig blijft hot bloe den." Het was een wild jong beest, scheen liet, dat Craddock le pakken had gekregen, een dat do glibberige wegen bewandeld had die naar de hel leiden. Craddock had er een paar gekend die geduld hadden ge leerd gedurende hun verblijf in zulke plaatsen; hij had anderen gekend die er eenvoudigweg door gebroken waren; weer anderen en tot hen behoorde vermoedelijk do vroolijkc en aantrekkelijke Charles L a thum, op wien de omstandigheden geen in vloed schenen te hebben gehad, maar die onbedorven te voorschijn waren gekoni ml Maar nog nooit had hij iemand gezien <ii* uit dc donkere plaatsen kwam alleen be laden met toorn en wraakzucht tcgqp zint lijdon en toch zonder verlies van kr:: r. Zoo iemand scheen Armstrong te zijn, !o vlammen hadden hem klaarblijkelijk ui- leen gehard en gepantserd. Onder do zweepslagen van het loven was zijn hart niet zacht geworden en had zijn geest zich niet gebogen en nu hij voorliet eerst in Let daglicht kwam, was hij in liet geheel niet dankbaar voor het verdrijven van de duis ternis. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3