Derde Blad.
Zaterdag 12 Juni 1926
DE christen, een andere
CHRISTUS.
rind on als mcnsch is Christus mijn
M. dat ik in mijn leven moet na-
vij.,..n. Navolgen moet ik Hom in Zijue
werk. a. in Zijne handelingen, in Zijn
(Jeugdoefening.
lil de heiligmakende genade, waarvan
Christus geheel vervuld was, vloeien
Ul()ri de deugden, die Christus in hoogste
ïi.lmaaklheid bezat.
Natuurlijk was in Hem niet de deugd
Tau -cloof, want Hij aanschouwt de
Oudheid. Als ik eenmaal God van aan
schijn tot aanschijn zal zien, zal ook mijn
geloof veranderen in weten.
Zoo had Christus ook niet de deugd
van hoop, want zooals wij hopen en ver-
lüicoii naar de Gods-aanschouwing, zoo
l,ad Christus die hoop niet, want Hij be-
z;, (..ui. Slechts verlangde Hij naar do
u-rii'erlijking Zijner menschheid, onder
«,!ke de glorie der Godheid schuil ging;
li.rliU ééns vertoonde Hij dien afglans
oji ck-n berg Thabor.
Daarentegen bezat Christus, en wel in
.1,. hoogste perfectie, de liefde: Zijn hart
i- nl- een oven, brandend van liefcle; Zijn
«choele leven is .slechts liefde/ en wel:
liefde tol den Vader.
Christus toch is één met den Vader;
uil li 'fde tot den Vader is Hij mensch
«eworden, om des Vaders wil te volbren-
r In den Vader bemint Christus ons,
ïv ait wij zijn kinderen vau den Vader, en
I zonden zijn verloren gegaan voor den
Yadci. ware niet de Zoon op aatde ge
komen tot verzoening.
Zo kan ik zeggen: omdat Hij ra ij lief-.
I I, heeft Hij zich voor mij gegeven,
i Nu kan ik opnoomen alle deugden, ik
z;;i ze vinden in Christus; en do eene
niet meer of minder dan de andere, maar
alle deugden in ,den volmaaksten vorm.
Hetzij de zachtmoedigheid of de nederig-
lifid: do gehoorzaamheid of liet geduld,
ik vind ze in den Godmcnsch. lJvcrig
was Hij voor des Vaders eer, en barni-
liarii.' evengoed als goedhartig. En in
I Eübed verkeerde Hij altijd.
I Zoo kwam het, dat de Vader in Chris
tus volste behagen had, omdat alles,
wal Christus deed, was een oefening van
Mh'H'-'u. De Vader toch, dio als God oucin-
IWiyis*' h'ceft ook oneindige eischen, maar
Christus voldeed aan eiken eïscli, hetzij
Hij werkte in Nazareth bij St.-Josephof
leeraarde voor het volk cf Zijn maaltijd
gibruikte of bad.
AVio dus aan Christus volkomen gelijk
i>. zal ook behagen aan don Vader, ja
zul aan den Vader gelijk zijn in heiligheid.
Christus deed alles zóó, dat Hij den
Viuhr behaagde, omdat in Christus alles
uitging, wat Hij deed, van de godde
lijke persoon.
To. zekere hoogte deelen wij in dat
ïüddvlijko; ook wij zijn deelachtig aan
hel '.od del ijk zoonschap door de heiligma-
kcud.j genade. Christus was met de god-
lifid zelfstandig vereonigd; dat zul-
h'ii wij nooit' zijn, maar meer toeval-
lip. Doch hoe meer de eigen wil van
om. eigen persoon op den achtergrond
kun', en hoe meer in ons vverkt de Avil
M.- door de genade, des te meer zullen
rij an Christus gelijk zijn cn aan God
Wl'^elijk.
V,'.: moeten dus onze persoonlijkheid*
'afleggen, in zoover zij een beletsel is tot
<ie vvlmaakle verceniging mot God.
bi. persoonlijkheid is oen beletsel daar-
'■ie gis onze eigen wil, onze eigen liefde
un> 'loei afwijken van de verlangens van
('•■n Vader.
W moeten geen baas blijven over ons-
7"lf, onze gesteldheid moet zóó zijn, dat
M Hechts degene is, die al ons hande
len regelt, naar "Wien al onze gcdacl ten,
1,11 neigingen, en gevoelens, onze woorden
en daden gericht zijn. Eerst dan dus,
wanneer mijne ziel zich heeft losgemaakt
|;|n "11e zuiver mensclielijkc motieven en
"•ma- lt alleen in afhankelijkheid van
i"eerst dan kan ik zeggen: ,.l)ominus
('g' me, de Heer bestuurt mij''. (Ps. 22).
b; n pas kan ik niet Paulus zeggen:
vAiv j ego, jam non ego, vivit vero in me
hiri.-fus: Ik leef, neen niet ik. maar
'bi 'iis leeft in mij". (Gal. 2 20,).
V; ir is dat dan geen grenzelooze pre-'
of pretenlieuse verwaandheid, zóó
?,r' Christus gelijk te Avillen zijn?
9 zoen; het is zelfs het verlangen Aan
'u.i: daartoe heeft God van alle ecuwig-
5"s voorbestemd om gelijkvormig te
z,.j|1 -an Zijnen Zoon. (Rom. 8 29).
ook pas zal de volkomen liefde
i vaders ons geschonken zijn, als Avij
tOwordcn als andere Christussen.
I 1,1 studie van Christus moet dus ons
,'1"zgen zijn; en moet ons alles waard
j' r lfoe beter we Christus kennen, hoe
I v!r(: tWf-' Hem kunnen navolger.
jh-dden we dan maar geleefd in den
'H van Christus, dan hadden avo naar
loo kunnen gaau, om Hem van nabij
,e zien.
ig zij. die niet gezien en toch ge-
f,'" 'lpbben. Jaarlijks in den liturgi-
stelt de Kerk ons het leven
Christus voor oogen.
ai chi.en durven Ave zelfs zeggen, dat
tu-Z°° dikwij,s betzelfde omtrent Chris-
in ('0or c'° Kerk werd voorgehouden;
(i;!'1" "ebben Ave ons, aan de hand van
p8evens. reeds een scherp en hel-
ti.'t v °bl van Christus voor oogen ge-
Zclfs dat niet? Maar hoe wilt gij dan
C h r i s t e n genoemd Avorden: hoe zult
ge dan Christus in u vormen (Gal 4 19);
hoe zult go dan de gelijkenis van Christus
in u dragen (1 Cor. -5 49). Christus be-
studeeren, om Christus na te volgen, cn
zoo tot de heiligheid komen, is de meest
verheven taak van ons, Godskindereu, die
andere Christussen moeten zijn, om eens
bij den Vader te komen in zijn ecuwig
Rijk. Gr.
ÜIÜMH
mizzmmsmm
wwmmEmm
TIJDSCHRIFTEN.
IV
Van een groep der bevolking, die ma
terieel in de verdrukking zit, op alle
mogelijke Avijzen in haar natuurlijke rech
ten verkort wordt, stelselmatg do vrijheid
wordt onthouden Avclkc ieder staatsbur
ger toekoipt, zijn godsdienst niet vrij cn
naar eigen inzicht en gevoel mag belijden,
kan men moeilijk verwachten, dat fc'j zich
op den broeden vlucht des geesles ver
heft.
Zij lijdt in alle opzichten een armetierig
beslaan en moet veel innerlijke kracht be
zitten, Avil ze niet geheel ten onder gaan.
Zoo ging*het met bet Katholieke volks
deel in Nederland na de geAveldige beroe
ringen. der 16e eeuw. De Katholieke gods
dienst was ten decle uitgeroeid in ons
land en men herinnere zich de rede
van Alphons Laudy op den ïïaagschcn
Katholiekendag van hot vorige jaar
niet alleen door de schuld der Hervor
mers.
De Historie getuigt tegen hen, ook te
gen de Katholieken. Was dit laatste niet
het geval, er zouden zeer zeker niet meer
dan twee ccuAveiv van onderdrukking cn
achteruitgang zijn gevolgd. Maar de his
torie is ook rechtvaardig, en geeft na lij
den van boelen altijd weer de mogelijk
heid tot herstel.
De eerste mogelijkheid lol herstel
Avordt gegeven, als in de dagen van 'l
Bataafsch Gemeenebest Avcer meerdere
vrijheid van -Godsdienst wordt gegeven.
lieej, heel langzaam komt er nu een
kleine opleving. Bij h.et begin der 19e
eeuw bloeit overal in Europa op de litte-
ra«*e-artistioke beAveging der Romantiek,
Avelker verdienste vooral hierin bestaat,
dat zij meer belangstelling. Avekt voor de
katholieke Middeleeuwen en de gewroch
ten" van schoonheid op allerlei gebied,
eens door de Middcleeuvvsche mentaliteit
te voorschijn geroepen. In ons land mo
ge die Romanlick voorloopig geen eigen
lijk zelfstandig leven leiden, er kwam
toch avcI een kleine cullurcele Aveerslag,
Avaardoor andersdenkenden du Roomsi'he
schoonheid weer in oen ander licht za
gen, dan in het nuchtere schijnsel der
18de ecuAV.
In dezen tijd is het dat de bekende Lo
Sage ton Broeck overgaat tot do Moeder
kerk en optreedt als stichter cn redacteur
achtereenvolgens van een drietal perio
dieken. Het eerst verscheen het Katho
lieke Maandschrift .,De Godsdienst
vriend". Daarnaast slichtte hij de .Ka
tholieke Bibliotheek", een verre voor
ouder van het tegenwoordigo „Boeken-
schouAv", maar Avaarin ook veel aan
apologie werd gedaan. En eenige jaren la
ter begon hij met zijn „Nedeiiandschc Ca-
tholyke Stemmen".
Uit litterair oogpunt waren deze perio
dieken niets bijzonders. En toch kan men
zeggen, dat zij begonnen te bouwen aan
de fondamenten der Katholieke cultuur in
Nederland.
Deze pioniersarbeid Avas voor Le Sage
ten Broeck- zeer moeilijk, maar hij heeft
ondanks een vijandige publieke opinie
vele jaren zijn arbeid doorgezet.
De eerste 50 jaren der 19de eeuw zijn
getuige van een voortdurend voorstelen
om de uiteengeslagen en verstrooide
Roomsche Gemeenschap Aveer wat te or-
ganiseeren. In- de eerste plaats doet men
dit door het bouwen van kerken, de ver
zamelpunten, de concentratiepunten van
liet geloof, Avaar kracht en energie ge
kweekt avo ra t.
Het waren nog de z.g. Waterstaalsker-
ken, niet bekroond of geflankeerd door
rijzige torens en wat ruimte cn hoogte be
treft binnen Avellolijk voorgeschreven
grenzen gehouden, maar ze beantwoord
den aan hun doel en Averden niet meer
weggestopt in achterstraatjes of achter
hooge huizen.
Ttisschen 1835 en '40 worden, o.a. de
drie oudste Leidsche parochiekerken ge
bouwd. lor vervanging van de oude ver
scholen kerken. In denzelfden tijd ver
rijzen overal in Amsterdam, Den Haag,
Rotterdam en elders kerken met de be
kende „renaissance" gevels en kleine to
rentjes.
Het Roomsche leven begint in de kerk.
Ook het cultureelo leven heeft het kerke
lijk leven ten grondslag.
De grondwet van het jaar 1818 heft ten
slotte absoluut elko bepaling op die den
Katholieken in hun staatkundig en maat
schappelijk leven nog mocht remmen.
Zij krijgen nu de vrijheid, hun eigen in
terne kerkelijke aangelegenheden, hun
kerkbestuur naar eigen inzicht en verlan
gen te regelen.
Sinds de dagen der Hervorming Avas
ons land missiegebied geweest. In 1853
werd ons land Aveer Kerkprovincie door
het herstel der Bisschoppelijke Hiërar-
j cliie.
Een deel der Protestanten achtte zich
door deze regeling in zijn door de histo
rie gedurende twee en een halve eeuw bc-
voorrechte positie bedreigd. Er ontstond
in 1853 een oogenblik een hevige beroe
ring in 't land, bekend onder den naam
„Aprilbeweging" ten einde de instelling
der Hiërarchie ongedaan te krijgen.
Maar toon de Bisschoppen er eenmaal
Avaren, de Katholieken zich tactvol rus
tig hielden en er met de Protestantsche
vrijheiden niets gebeurde, luwde de storm
al spoedig.
Van één ding Avareir de leidende gees
ten der Katholieken zich bewust: cr
moest komen Katholieke bcAvuslwording.
Hel Kal ludieke volksdeel, (lal zoolang in
de verdrukking gezeten had, moest opge
heven Avorden, zelfstandiger zijn. Er Avas
door de achteruitzetting een cultureels
achterstand. Op het gebied van letteren
en wetenschap beteekende men weinig.
Er mochten enkele voortreffelijke geesten
zijn, het Avas een kleine keurgarde van
eenlingen, nog niet gedragen door een
stoer en onafhankelijk mussabcAvuslzijn.
Er Avas onder de massa dei* leeken zoo
veel timiditeit, een gCAveldig gemis aan
zelfvertrouwen.
De anderen konden alles beter en be
zaten ook stoffelijk en geestelijk de midde
len, de instrumenten om alles beter te
kunnen.
Er moest meer zelfbewustzijn, meer
zelfvertrouwen worden gekweekt.
Hoe moest dit zelfbewustzijn Avorden
aangewakkerd? In de eerste plaats door
do gewone pers. Reeds in 1844 was het
eerste Roomsche dagblad „De Tijd" ver
schenen, om te werken aan het Roomsche
bewustzijn.
In de tweede plaats moest vooral gewe
zen worden op den samenhang met het
historisch verleden en eindelijk moest aan
geloond worden, dat men niet alleen his
torisch het recht had op een eigen cul
tuur, maar ook ton plicht had, weer aan
die cultuur te bouwen.
De April-beweging van 1853 had al
thans voor Katholieken dit voordeel, dat
zij beter on dieper hun samenhoorigheid
gingen geA'oelen. Op deze geestesgesteld
heid uitte Alherdingh Thijm zijn idea
lisme.
Hij richtte o.a. zijn „Volksalmanak
A'oor Nederlandschc Katholieken" op.
Zooals de naam reeds zegt, Avat dit een
jaarboek. Maar als jaarboek bereikte het
vele lagen van het Katholieke A*olk. Do be
doeling van Alherdingh Thijm A\*as, aan
zijn geloofsgenooten vooral litteraire
schoonheid te schenken. Elk jaar opnieuw
A'ond ra on in de Almanak een fraaie his-
lorisch-romanlischo novelle benevens min
of meer geslaagde bijdragen van andere
Roomsche schrijvers. Dat een litterator
van groole beteekonis de noodzakelijkheid
zag. om zijn geloofsgenooten weer hun
eigen s' hoonhcid terug te geven, kan niet
genoeg gewaardeerd Avorden.
Thijm wendde zich tot geheel het Room
sche volk, in zooverre dit eenige ontwik
keling bezat.
Vatoor gedaan Averd. om vooral de
meer ontwikkelden materiaal te geven en
sterker te maken tegenover de cultuur A'an
bet liberalisme, zullen Ave de volgende
maal kortelijk bespreken. S.
V ijs beid is beter dan macht en oen A*er*
standig man beter dan een sterk man.
BOEK DER WIJSHEID.
Bestudeer do geschiedenis: de les van 't
verleden is vol van hooge wijsheid.
Heden ten dage lijkt het kwaad machti
ger dan ooit te voren. Ts het wellicht niet.
omdat uw vijanden hun eigen invloed
stoutmoedig overschatten en sluw uitba
zuinen?
Maar laat dit waar zij'!, Jan zal de over-
a*. inning des te roemrijker zijn.
GABRIEL PALAU S. J.
Hoovaardij on eigenliefde verdedigen
zich door middel van dwaling en bedrog
GABRIEL PALAU S. J.
Die niets heeft, kan niets verliezen.
Een dwaze vriend is een -vijand.
Zeggen en doen zijn twee.
Hij. die een goede boodschap brengt,
mag hard op de deur kloppen.
Een goed hoek is een goede metgezel.
Elk^ dag Leeft genoeg aan zijn eigen
zorgen.
Geen grootcr belcediging dan vleierij.
Men vangt* geen hazen bij het tromge
roffel vau den tamboer.
De dood van don avoH beteekent hel
Avclzijn van het lam.
Een goed geheugen is een bibliotheek
Avaard.
Geweld is de crisis der zwakheid.
A\ ie kwaad doet, vreest de openbaar
heid.
Ieder ding behoort op zijn tijd te ge
schieden.
Men moet Jiet zilver tweemaal natellen
en hel goud driemaal.
Hij, die niet goed kan zwijgen, kan ook
niet goed spreken.
Tegen oen bijl is geen fijn-bewerkt slot
bestand.
Het is niet het Averkfufg, dat den goeden
Averkman maakt.
Aan één spijker kan men niet alles op
hangen.
Men moet eerst leeren gehoorzamen al
vorens men Aril bevelen.
Een arme vriend is spoedig vergeten.
Een lichte beurs is zwaar van zorgen.
Hoe minder men denkt, hoe meer men
spreekt.
Indien het A*at niet schoon is, verzuurt-
alles Avat men erin giet.
Geen gemoed zoo verstokt, of het goede
tracht er soms den boventoon te krijgen.
Werk is een geneeskrachtige balsem
voor het leven.
De mensch bezit een groot talent om
zich in eigen oogen te rechtvaardigen.
F, BRIEVEN VAN EEN F
I STEDELANDER
Dwalend over do stille landAvegen
hier.
„Stille landwegen", zoo hoor ik een le
zer zeggen, „die hebben we in Holland
ook Avel."
Zeker, zeker, maar hier zijn ze toch
stiller.
In Holland verdwijnt nauwelijks een
kerktoren uit hel gezicht of een andere
rijst weer op, getuigend van een nieuw
levcnsuiiddenpunt.
Hier staan de torens halve dagreizen
van elkaar. En. soms, zooals bij die vau
Oud-A vereest, vindt ge aan den voet
slechts eenige boerderijen, zoodat de stilte
schier niet verbroken wordt.
In Holland verliest ge nauwelijks de
rookpluimen eener stad uit het oog, of het
gerucht van trein of tram verkondigt u,
dat het drukke leven u blijft omringen.
Hier is op uren afslands geen trein te
hooren en do naaste tram rijdt b.v. Zon
dags slechts tweemaal: heen 's morgens,
terug 's avonds.
In Holland aanschouwt ge bij avoud-
Avandelingen lichte plekken aan den don
keren hemel, u zeggend, waar zich een
stad uitstrekt, of kunt ge de lichten van
vuurtorens langs liet zivart zien flitsen,
als zoovele groeten uit de verte.
Hier pinken slechts de naastbijzijnde
lantaarns, tenzij de kalender volle maan
aangeeft, Avunt dan is er geen licht bon
dig, hoewel de maan wel eens blijk geeft,
geen kalender te hebben geraadpleegd.
Dwalend dus over de stille laudwegen
liierj Avaar ge do koeien hoort grazen of
het graan lioorl ruischen, kwam ik onwil
lekeurig te denken over hetgeen onge
hoord langs mij henen streek.
Ik bedoel: de radio-geluiden.
Niets Acruam ik, maar ik wist. dal toch
allerlei nieuws, allerlei schoons, allerlei
wetenswaardigs mij omzweefde, electrisuh
Int mij gevoerd uit Hilversum. Berlijn,
Darijs, Da ven try, Kopenhagen. Bern, Lon
den, Künigsyvusterhausen en wie Aveet van
waar nog meer.
Wonderlijke overwinning toch van den
mensehelijken geest. Wat tol voor korten
tijd beperkt bleef tot betrekkelijk kleine
kringen, wordt nu tot op honderden kilo
meters ver hoorbaar, mits men slechts de
luchttrillingen Avoet op lo vangen.
Een eigenaardige bekoring bezat to
midden der avondlijke rust deze gedachte
voor mij: ware hier, in deze stille uitge
strektheid. een ontvangtoestel, uit allerlei
oorden zou het leven plotseling tot mij
kunnen spreken.
Natuurlijk zijn ook hier in de buurt
radio-liefhebbers, die gaarne laten meege
nieten van wat hun reeds gemeenzaam
werd, doch laten we nu eens peinzen over
wat ongehoord wegzweeft
Terecht mag do wetenschap er fier op
wezen, dat zij het geluid ondergeschikt
heeft weten te maken aan haar macht.
Woorden, klanken worden uitgcstoolen in
de yle lucht en naar willekeur de luis
teraar behoeft immers slechts do golf
lengte van zijn toestel te veranderen.
Avorden zij elders opgevangen. Over steeds
grooter afstanden geschiedt zulks. Wie
Aveet of mettertijd, wie weet hoe spoedig,
een stel antennes niet de ganscho Avereld
zal kunnen omspannen, zoodat men als
't Avare zichzelf muziek zal kunnen toe
voeren. gelijk thans een telegram, den
aardbol om.
Maar leg nu eens uit. o Avetenschap,
hoe liet komt, dat al die geluiden niet
verward raken in de lucht. Ge zult zeg
gen: dat ligt aan 't verschil in trillingen,
waardoor b.v. ook een concert geen caco-
phonie wordt doch een lieflijk samenklin-
ken blijft. En wilt ge een beeld dier aether-
trillingen. ivelke elkaar niet schaden, let
dan op een watervlak als 't regent: ontel
bare kringen vormen zich dan, steeds wij
der uilpirkelend zonder ooit elkanders om
trek in Ie deuken. r/.oo gaat het ook iu de
lucht. Al die kringen schaden elkaar nu
eenmaal niet.
Ja, zoo zat 't wel wezen. Het is „nu
eenmaal zoo" en de mensch maakt daar
handig gebruik van. eigen vernuft prijzend
maar niet doordringend tot de kern dei-
zaak, Avelke immers deze is: dat men f i
ielijk slaat voor een ondoorgrondelijk
wonder.
Wij aanvaarden alles maar. zooals
ook de phonograuf. In een rol plaat
vangen aac de geluiden op, welke vastge
legd Avorden in een smalle groove, waarin
slechts een spitse .naald kan doordringen.
We leggen zoö'n plaat in een toestel, win
den dal op en.... genieten van het her
leefde geluid zonder ons af te vragen: hoe
is '1 mogelijk, dal uit die smallo groeve
een heel orchest inij weer te gemor t
klinkt?
Het ..is nu eenmaal zoo."
Geprezen zij do groole geest, welke door
studie en volharding de Avcttcn van het
geluid Avïst te achterhalen en uit te hui
len voor ons genoegen, maar mogen avij
daarbij den Wetgever vergeten?
Het is voorwaar niet de mensch, die de
wetten der natuur vaststelt. Wat de Ave
tenschap ons, thans openbaar maakt cn
a oor ons loepast,bestond reeds oeuweu.
Wc komen er nu pas achter en verbazen
ons nauwelijks er over, zoozeer zijn we
gewoon geworden het meuscheliik vernuft
meer te prijzen dan de almacht van den
Schepper.
En toch is onze toepassing dier wetten
nog zoo onvolmaakt.
Terwijl ik avpcI de wetenschap leerde
het mij dat de tallooze geluiden, wel
ke mij in de stilte omcirkelen, elkaar niet
hinderen, zoo Aveet ik ook de ondervin
ding leerde het mij dat die hindernis
wM komt, zoodra de menschen er zich iu
gaan bemoeien. Dan komen er storen,h-
geluiden: „Mexicaansche honden" en wie
Aveet welke andere dieren, die men n i.
niet geheel heeft kunnen temmen. En
alsof dit nog niet genoeg ware. jicdurVoiï
do menschen elkaar'ook opzettelijk liet
genot als zij gelijk die anti-papisten:
tijdens het congres van het R. K. Werk
liedenverbond iets vernemen Avat hun.
niet aanstaat.
Kom, ik wend mij hiervan af. verheugd
dat ik op mijn stille avondwandelingen
al hoor ik niets ongestoord genieten'
kan van do Avetenschap, hoezeer Gods al-*
macht mij omzAveeft. *jf
AJO.
..HIJ KAN ER MAAR ZIJN LEVEN
VOOR GEVEN.'
dour Pierre l'E r in i t e.
Eorwaarde Ileor,
Bij dezen ontvangt u uw benoeming al»
pastoor te Jaruiy-les-Armes.
Wij vertrouwen aan uw ijA*cr van joni_
priester die parochie toe, vroeger een
bloeiende doch sedert lang zonder pastoor.
U moet met dezen brief uw opwachting
maken bij don Aartspriester. Hij zal u in-
stallecren.
Monseigneur zend u zijn vaderlijken zo
gen.
Do jonge priester bleef met den brief in
de hand staan te midden van zijn huise
lijke omgeving.
Alles om hem heen was stil eu rustig,
maar hij, hij bevond zich niet meer lo
midden ervan.
Zijn gedachten waren weg..., verre
wegHij genoot niet meer van hup
charmes. Hij «us: pastoor vau Ja rui; les
Armos.
Jarruy-lcs-Armes
Iu den geest zag hij voor zich hel nmoio
dorp, aan hot water gelegen, met zijn bo-
boschte lieiiA'clon, zijn vorspreidde boerde
rijen, zijn straat, dio vrooi ij 1c langs den
heuvel opklom.... Zijn twee herbergen
boven grenzend aan de a lakteHalver
wege Avas de kerk uit do XlVe eeuw, ge
bouwd door do vroomheid van de vrocgoro
geslachtenaan den eencn kant het
kerkhof en de pastorie aan de andere zijde.
Twetmaal was hij door het dorp geko
men. Do eerste keer als seminarist en do
tweede keer als soldaat,
Als hij er nu voor do derde maal komen
zal.... En dit zal zoo gauw niogelijV
zijnmorgen
I
En werkelijkDen volgenden «lig
steeg aan hel kleine sintion uit den trein
een jong priester, bleek, verlegen, onlropnl,
trachtend geen attentie to trekken; zijn
magere figuur in oen série-toog van het
groot-seminarie.
Vriendelijk groette li ij den stations .-f,
die daar niet do minste notitie van nam.
Voor hem was die priester maar een rei
ziger als elk ander.
Het is niet altijd noodig, dat er als sta
tionschef iemand wordt benoemd uit do
plaats waar liet. station ziuli bevindt eu
na.ii wioii dus dc'nooden uit (P1 "plants be
kend zijn; toch deed die onve lulligheid
pijn aan den jongen priester.
Daar gingen eon half dozijn boerinnen
voorbij. De priester sprak ze aan:
Hoe heette do laatste pastoor dio hier
gestaan heeft1
De boerin riep haar buurvrouw er bij.
Zog ores, Marie, weet jij nog, In o do
vorige pastoor heette....?
Weel ik het:.... Maar wacht eens.
Vrouw Vineent zal 'l ons misschien kun
nen zeggen....
Toen ze, haar naam hoorde noemen,
keerde de dikke boerin zich om en noem
de den naam van don pastoor, die in 'fc
hospitaal gestorven was.
Hebt ge cr sedert hier geen meer ge
had....?
Neen.
En hoo'gtelt jc hot er zonder....?
O! heel goedWat wilt. ge, dat een
pastoor hier zou moeten doen!....
-- O! heel goed.... Wat wilt. ge, dnt een
pnstoor hier zou moeten doen!....
Die woorden zoo hard en zonder spijt
uitgesproken, dringen diep door in het. nog
jeugdig priesterhart, terwijl onverschillig
de vrouwen zich \*erwijdcren, druk rede-
nee rond over 'L koren, dat niet w il opschie
ten en OA'cr de beetwortelen, die bij gebrek
awn zon nog niet uitloopen.
Vroeger v.:is bier de pastoor de •.ader
rnde vriend van allen.
Thans is hij zelfs de vijand niet meer.
Men antwoordt hem z.Co doodgewooii
zooals men zou antwoorden aan dien zink-
worker of aan dien tuinman, dio naar het
station gaat.
En Iuj vervolgt den s'.cilen weg, die n-uir
boven stijgt.
De kinderen kijken hem aan met een ze
kere angstige nieuwsgierigheid.
Een oude vrouw blijft op den drempel
van haar huisdeur slaan om hem te zien
voorbijgaan, zoonis in ren dorp iedere on
bekende de aandacht trekt.
Een groep jonge meisjes nemen hem op
van top toi teen niet een spotlach op «lo
Niemand schijnt er liet minste begrip
van te. hebben, dat daar in bun midden
komt de door Cod gezondene.de bren
ger van de blijde boodschap.... dut do
kerk weer zal v, orden geopend, de Mok
ken gaan luidende kinderen ge
dooptzieken, die niet ineer zonder den
troost der If. Sacramenten zullen si er
ven.... graven der overledenen, dio zullen
worden gezegendeindelijk de II. Mis,
lie 's Zondags weer zal gelezen worden....
do Meester, Die in hun midden zal komen
wonen.... Neen, niemand schijnt daar
cenig verlangen naar te hebben noch dat
tc verwachten.
Daar staat hij voor de middeleciiwscbe
kerk.
Wat die vroeger mooi is geweest
Thans komtr vanaf het portaal een r.iuffo
lucht u tegemoet.
De priester wil er binnengaan.. do
deur D met een dubbele grendel gesloten,